Edgar Allan Poe, een eeuw na zijn dood Zó is mijn zoon ERIC IN HET RIJK VAN HET MIDDEN Hom P'jn Volksraad proclameert „Duitse democratische republiek Mensen op reis Solidariteit Echt en onecht griezelen AKKERTJES Grotewohl kabinetsformateur KONINGIN LEGT EERSTE STEEN VOOR STUDENTENSANATORIUM UTTETT RESA - HILVERSUM LITERAIRE KRONIEK ZATERDAG 8 OCTOBER 1949 PAGINA 3 ONDERZOEK BIJ MIDDEN STAND OP PLATTELAND door CLARENCE BUDINCTON KELLAND Vertaling van H. DE CRAAFF j helpen direct! 99 Boeren verzetten zich Tegen plannen met „Fries- lands Lage Midden" Gedaagd dank zij Het bioscoopconflict te Gouda ONDEUGDELIJKE KAAS H. Bisschopswijding Van Mgr. A. van Oorschot Liturgische weekkalender ft Dit is een groot woord, waarmee heel wat geschermd wordt. Te recht en ten onrechte. Zo heel gek is de veronderstelling niet, dat velen niet eens precies weten, wat daar nu eigen lijk mee bedoeld is. In strikte zin drukt dit woord de aansprakelijkheid uit voor zich zelf en voor allen. Vaak spreekt men van solidaire aansprakelijkheid en bedoelt dan daarmee, dat één voor allen en allen voor één onderling ver plicht en verbonden zijn. Een stap ver der en men komt tot het begrip saam horigheid. samenwerking, eensgezind heid. Katholieke solidaritet betekent dan het principiële samengaan van alle Katholieken tegenover de ongelovige wereld. Hoe staat het hiermee? Het is eigenlijk goed te verklaren, dat in tijden van oorlog en nog lang daarna, de massale vernietiging van mensenlevens en van al wat inhoud geeft aan ons bestaan, velen tot volsla gen onverschilligheid en wanhoop drijft. Er is een grens aan het mense lijk uithoudingsvermogen. Wie meent, dat een oorlog de grote massa ooit beter maakt, vergist zich deerlijk. Alleen werkelijk edele en hoogstaande gêes- ten, met een open oog voor eigen on toereikendheid en diep inzicht in de verkrachting der grote levenswaarden, zijn bij machte uit te stijgen boven de onmiddellijke druk en de lotgevallen van ae mensheid te zien als een onver mijdelijk gevolg van het verbreken van de door God gewilde orde. Dezen zijn dan ook de stuwende kracht van iedere vernieuwingsbeweging na een grote catastrophe. Het kan nauwelijks verwondering wekken, dat een dergelijke, nieuwe bezinning op de geestelijke levenswaar den uit de Katholieke Kerk opbloeit, die haar leer van eeuwigheidsperspec tieven steeds onveranderlijk bewaart en toch de nodige soepelheid bezit zich aan te passen aan de eisen en de noden van iedere tijd. In de laatste jaren hebben allerlei indrukwekkende manifestaties plaats gegrepen van katholiek réveil: in Europa, zowel als in Noord- en Zuid- Amerika. Zonder deze massa-betogin gen te willen overschatten, die immers hun voornaamste waarde ontlenen aan de innerlijke gesteltenis van de afzon derlijke deelnemers, moet toch worden toegegeven, dat hun waarde naar bin* nen en naar buiten groot is. Omdat bovendien hun ontstaan te danken is aan een gevoelde behoefte, bewijzen zij in ieder gevail, dat er „iets leeft" in de boezem van het volk, waardoor zij georganiseerd worden. Verder is het een niet te loochenen en verblijdend feit, dat het aantal be keringen tot het katholicisme hand over hand toeneemt, niet het minst onder mannen en vrouwen van naam. Ook in ons land is deze overgang geen zeldzaam verschijnsel, getuige het mooie, rustige boek: „Pelgrims naar de Una Sancta", waarin ongeveer 70 van de vele Ne derlanders. die in de laatste kwart eeuw de weg naar de Moederkerk vonden, dankbaar getuigen van hun begenadi ging- Het zou echter zelfmisleiding zijn de ogen te sluiten voor de waarheid, dat dit alles zich zo goed als uitsluitend afspeelt onder een geestelijke élite. Voorlopig althans. Hoe verheugend deze. feiten op zich ook mogen zijn en hoe zeker het ook is, dat zij hun goede uitwer king niet zullen missen, toch rechtvaar digen zij geenszins een optimistische kijk op het geestelijk niveau van onze tijd. Niet ten onrechte klaagt men alge meen over een wijd en zijd om zich heen grijpende ontkerstening en ver- heidensing van de samenleving. Het enige afdoende en geheel- bevre digende houvast in deze stuurloze maat schappij biedt de katholieke levensbe schouwing. Daarvan zijn wij op goede gronden overtuigd. Zij alléén heeft jong en krachtig de ineenstorting van alle menselijke bedenksels ongedeerd over leefd en zij zal dat blijven doen tot het einde der tijden. Krachtens een godde lijke belofte! Het zou echter getuigen van een ern stig tekort aan begrip voor onze per soonlijke en gezamenlijke verantwoor delijkheid, als wij, katholieken, met sindelijk ons eens grondig bezinnen op »nze taak t.o.v. de wereld, die wij —het snoet gezegd nog maar nauwelijks neseffen. Wij hebben het recht niet met sen, overigens zeer misplaatste, zelfvol daanheid te verwijzen naar wat wij zo graag betitelen als „het rijke Roomse leven," zolang wij ons niet scherp be wust zijn van véél meer tekorten. Nog niet zo lang geleden stond er in een buitenlands tijdschrift een ar tikel, dat de titel droeg: „Onmacht en macht van de Katholieke Kerk". De schrijver vroeg zich daarin af, welke krachten deze Kerk bij de hedendaagse verandering van het wereldbeeld kan bieden en opwekken. En hij conclu deerde, dat men, in de praktijk al thans, eerder van onmacht dan van macht moet spreken. Als men bedenkt dat er 400 millioen katholieken op de wereld zijn, met een organisatie, die haar weerga niet vindt, met een door God zelf geopen baarde leer en steunend op goddelijke leiding en genadehulp. dan zou men van deze machtige eenheid toch wel mogen verwachten, dat zij met een zeker gemak haar doelstellingen zou kunnen doordrijven Maar hoe staat het na 50 jaar met de verwezenlijking de sociale Pauselijke Encyclieken? Is er ooit op een vredesconferentie in deze algeme ne verwarring een officiële vertegen woordiger van die wereldmacht uitge nodigd? Waarom hebben de katholie ken de Verenigde Naties met kunnen dwingen tot het erkennen van God? Beantwoordt de invloed van de Katho lieke Kerk op geestelijk leven, weten schap, letterkunde, radio en film aan haar mogelijkheden? Er is een opleving hier en daar, ze ker! Maar over de grote lijn blijven wij in gebreke. Veel oorzaken zouden te noemen zijn van die halfheid Een van de voornaamste wijst de schrijver van bovengenoemd artikel aan: Het ontbreekt de 400 millioen katholieken nog te sterk aan het ^bewustzijn van hun verbondenheid in Christus. Hoe zouden wij reageren als iemand ons aansprak met dé woorden: Ik kom tot U als Katholiek Hier ligt de kern van onze onmacht: het gemis aan een onvoorwaardelijke Katholieke solidariteit. En hoe waar dat is, zal een ernstige overweging van het eigen gedrag ieder van ons duide lijk doen inzien. L. (Van onze Haagse redacteur) Naar wij vernemen zal het Econo misch Instituut voor de Middenstand dezer dagen beginnen met een vrij uitgebreid onderzoek naar dé positie van de middenstanders in een tweetal dorpen van Friesland. Hiermee wordt ingeluid een enquête bij de middenstand ten plattelande. welke zich zal uitstrekken over ver schillende provincies. De resultaten van dit onderzoek zullen van bijzonder be lang zijn bij het bepalen van de toe komstige middenstandspolitiek. Gisteren was het honderd j aar geleden, dat Edgar Allan Poe in deplorabele omstandigheden overleed. Hij was ternauwernood 40 jaar oud toen hij stierf; lichamelijk een wrak, vergiftigd door alcohol, en geestelijk opgebrand, verteerd door het vuur van zijn eigen fantastische fantasie. Nu, een eeuw na die trieste sterfdag op 7 October 1849 in Baltimore, zien wij Edgar Allan Poe als de merkwaardigste figuur uit de Amerikaanse letterkunde, als de ontdekker van heel nieuwe gebieden van verbeelding en uitbeelding, als een demonisch kunstenaar, wiens invloed nog steeds voelbaar is. Van hoe veel of juister van hoe weinig grootheden uit de aanvang der vorige eeuw kan men zeggen, dat hun werk nv. nog modem is; fascinerend en intrigerend modern, gelijk het werk van Poe? Men veronderstelt, dat zijn vader van Ierse afkomst was, met een men ging van Frans of Italiaans bloed. Zijn moeder was een Engelse toneelspeel ster. Beiden woonden als Amerikaanse burgers in Boston, Mass., alwaar Ed gar Allan Poe geboren werd op 19 Januari 1809. Ten dele verklaart de ingeboren mengeling van landsaarden de grillige en gecompliceerde persoonlijkheid, die Poe is geworden. De afkomst der ouders van zo veel andere grote kun stenaars toont aan, dat een ongewone bloedmenging vaak geniale gevolgen heeft, of althans, dat zij stimulerend werkt in de richting van het uitzon derlijke. Zo ook bij Poe. Hij heeft zijn ouders overigens niet gekend, want zij 6tierven toen hij nog geen twee jaar oud was. Edgar werd bij pleegouders opgevoed. Hij maakte zich spoedig los van hen en werd sol daat. Zijn pleegvader bezorgde hem een plaats als cadet op een militaire academie. Zijn carrière daar duurde niet lang. Hij werd van school verwij derd. Toen begon zijn zwervend en ar moedig bestaan, waaraan de dood, twintig jaar later, een einde maakte. En in die twintig jaar schreef, hij: no vellen, gedichten, critieken. Hij schreef: om den brode en uit angst. Bijzondere combinatie van schrijfdrift: om den brode, omdat hij van zijn pen moest leven en wilde leven, en uit angst, omdat hij zich al schrijvende probeerde te bevrijden van een gru welijke, uit de ruimte komende druk, die op zijn leven werd uitgeoefend. Algemener kan men misschien beter zeggen, dat het leven-zelf hem drukte; maar dan leven opgevat als: alle mysteries tussen leven en dood, uit de grensgebieden van ons bewustzijn, waar de ervaring van het cosmische en het bovennatuurlijke geen geluk maar een heidense angst ontketent. In ieder geval: Poe, die het grie zelverhaal als nieuw thema in de literatuur bracht, heeft dit gedaan met de inzet van eigen leven, met de ontlaad- en ontleeddrift der be zetenheid en in een voortdurend tête-a-tête met de angst. Hier ligt het grote verschil tussen Poe en zijn talrijke navolgers, die zijn minderen blijven, omdat zij de angst niet zo als lijfelijke realiteit hebben ervaren. Tegenover de angst kan men twee dingen doen, schreef S. Vestdijk in een studie over Poe. Men kan de vlucht nemen en men kan ineen krimpen. Poe deed het laatste. Hij ging de angst niet uit de weg, maar liet zich er als het ware door biolo geren. Hij hield zich dood, zou men kunnen zeggen, om het Angstaanja gende te misleiden; maar intussen ob serveerde hij nauwgezet al zijn eigen gewaarwordingen. Poe's korte verhalen hij ging nooit de lengte van een novelle te bo- ven -zijn tezamenpakkingen van in nerlijke ervaringen, compressies onder hoge druk. Juist omdat hij onder druk werkte, had hij het compacte verhaal nodig als vorm om zich uit te drukken. In een lang verhaal, in een roman, zouden zijn gevoelens vervluchtigd en gevlucht zijn. Ze zouden uitgestroomd zijn in een ruimte. En dit wilde of kon Poe zijn gevoelens niet laten doen. Het ruimtelijke zich bevrijden lag buiten zijn mogelijkheden. Zijn verde diging was zijn ineenkrimping. Ook de onbeperkte ruimte zelf kromp in zijn fantasie ineen tot een klein gruwel- ding. (Zie zijn: „Manuscript gevonden in een fles"). Voor psychologen moet deze manier van reageren hoogst interessant zijn. Zij zullen zich ongetwijfeld wel met ,,de angst bij Poe" hebben bezig ge houden. Voor ons doet dit alles thans slechts terzake, inzoverre wij er uit kunnen afleiden, waarom de literaire waarde van Poe's fantastische vertel lingen zo groot is. Die waarde ligt, kortweg concluderend uit het boven staande, in de concentratie waarmee Poe zijn fantasie waarnam en op schrift stelde. Zijn werk, hoe griezelig het soms ook is, maakt nooit een opzettelijk griezelige indruk. Nooit krijgt men bij Poe het gevoel, dat hij zich aanstelt. Hij schrijft geen spook-, moord- of mysterieverhalen, ten gerieve van de sensatielust der lezers, zoals (de) schrijvers van moderne griezellectuur doen, die het griezelige er veel te dik op smeren. Men moet kunnen geloven, dat de verbeeldingswereld van de kun stenaar écht is. Dat geldt voor alle kunst, voor alle literatuur en ook voor alle griezelliteratuur. Het gaat niet om een avondje gezellig griezelen met de duivel onder de tafel in spookgedaante met grafstem. Het gaat er niet om, of de gekken de wijzen in het gekkenhuis opsluiten, teneinde zichzelf te verbeel den, dat ze de wijsheid in pacht heb ben. (Zie Poe's The System of Doctor Tarr and Professor F ether). Het gaat niet om de mysterieuze moorden in de rue Morgue, waarbij de lijken in de „Doorgaans zo met mannen", zei ze. "wat?" vroeg ik. Mannen vinden meestal alles goed. Wilt u de deur dicht doen, alstublieft?" „Wat wilt u eigenlijk?" informeerde ik Alleen maar hier zitten totdat de trein begint te rijden", zei ze. „Met het gordijntje omlaag merkte ik op. „Mijnheer Strawn, heus, ik zal u met lid voor lid verscheuren", zei ze, terwij ze breed glimlachte. „Eén vijandige be weging van mijn kant en u mag om de conducteur gillen". „Hoe komt u aan mijn naam. zei ik. Ik kreeg het gevoel dat haar aanwezig heid in mijn coupé niet zo maar toeval was. Ik ben helemaal niet achterdoch tig van aard, maar de situatie werd ie dere seconde merkwaardiger. schoorsteen hingen en om de slimheid waarmee dit mysterie tot klaarheid werd gebracht. Het gaat om iets onde finieerbaars, dat achter de strikte in houd van het verhaal beweegt en dat het verhaal bezielt met leven, met waarachtig leven van ziel en bloed en rhythme; met waarheid waarin men geloven kan, met strijd waarin men meestrijden kan, met vuur waarin men meebranden kanach, noem maar: het gaat om echtheid. Poe's „griezelige" fantasie (het woord griezelig krijgt thans een dénigrerende klank, die Poe niet ver dient) Is volkomen echt. Hij vertelt waarheidsgetrouw, wat hij innerlijk doorleeft. Bij alle hevigheid en droef geestigheid die hem als romanticus kenmerkt blijft hij toch altijd een nuchtere realist: iemand die zich met wetenschappelijke nauwkeurig heid verantwoordt, een zelfontleder, die in een tijd toen psychologie en psycho-analyse nog geen machtige slagwoorden waren het op zijn eentje verder in deze moderne wetenschap heeft gebracht dan de meeste ro- mancieVs van thans, een eeuw na zijn dood NICO VERHOEVEN Ten gerieve van de lezers die Engels kennen, wijzen wij op de uit stekende uitgave van ,,The complete Tales and Poems of Edgar Allan Poe" in The Modem Library van Random House, New York. En ten gerieve van hen, die iets van Poe in het Nederlands willen lezen, op Vestdijk's vertaling van Poe's voornaamste „Fantastische Vertellingen", zeer goedkoop versche nen bij Contact, Amsterdam 1947. duldeloze kwelling I Wanneer het is alsof Uw hoofd in een stalen band geklemd wordt, wanneer het bónst van de pijn, wanneer migraine Uw leven vergalt,... Neem dan één of twee „AKKERTJES" en U voelt binnen een kwar tier de pijn van U afglijden. „AKKERTJES" bestrijden alle pijnen snel en zeker I 48. Bliksemsnel draaide Eric zich in het water om zodra hij Ten's noodkreet hoorde. Met een schok zag hij hoe de enorme krokodil met snelle slagen zijn vriend naderde. Het beest was reeds vlak bij de kleine filosoof gekomen en de laatste liet zich van pure doodsangst bijna naar de diepte zinken. Onmiddellijk duwde Eric zijn zwaard, dat hem in deze situatie van generlei nut kon zijn, in de schede, Het grijpen van zijn boog en het aanleggen van een pijl was het werk van een ogenblik. „Niet schieten! Niet schieten! Ge zult mij raken!" gilde Tai, want de krokodil bevond zich recht achter hem. Maar de Noorman hield kalm zijn boog horizontaal boven het wateroppervlak en mikte nauwkeurig op de meest kwetsbare plaats in de gepantserde huid van de aanvaller, zijn oog. Reeds opende het reptiel zijn afschuwe lijke kaken. Maar tegelijkertijd snorde Eri'cs pijl over het donkere water. Met een geweldige klap sloegen de machtige kaken weer op elkaar en stootte het dier een diep, hortend gebrul uit terwijl het met zijn staart het water geselde. Vlak daarop trof een tweede pijl en heftig bewegend zonk de hoornige kop weg in het water. Nog enkele hevige kolkingen golfden op, dan werd het wateroppervlak weer stil, als voorheen. Haastig zwommen de beide mannen nu. naar de landingsplaats toe. Na de door gestane emotie gunde Eric zijn makker wel een kleine rust maar inwendig kookte zijn ongeduld. Lotus van Jade moesten zij bevrijden uit de handen van Tiaar belagers.' Lotus van Jade „O, ioyn.' O, Zeven Vreugden van het Hemelse Rijk!" zuchtte Tai en nam, op zijn gemak zittend in de enorme waterplas die uit zijn kleren droop, een ferme teug uit zijn wijnkruik. „Bij Tao, het zou mij wat waard zijn, indien de aanleidingen om de wijn aan te spreken van verhevener aard waren dan gedurende de laatste dagen!" En daarna zetten zij hun tocht door de grillig gevormde grotten voort, waakzaam en tot het uiterste gespannen. In het gebouw van het vroegere ministerie van Luchtvaart in de Russische sector van Berlijn is gistermiddag de „Duitse democratische republiek" in feite de Oost-Duitse republiek geproclameerd, toen de z.g. Volksraad met algemene stemmen besloot zichzelf uit te roepen tot Volkskammer (Tweede Kamer). Eveneens met algemene stemmen werd de liberaal-democraat Johan Dieckmann de vroegere secretaris van Stresemann, minister van Buiten landse Zaken in de Weimarrepubliek tot voorzitter van de Kamer gekozen. Verder werden acht vice-voorzitters aangewezen o.w. Fritz Ebert, burgemees ter van Oost-Berlijn en zoon van de eerste president der Weimarrepubliek. Dieckmann verklaarde, dat de socialistische eenheidspartij (S.E.D.) als de sterkste partij in de Kamer hem had doen weten, dat zij een van haar voor zitters, Otto Grotewohl, candidaat zou stellen voor de functie van eerste minister van de Oost-Duitse republiek. Grotewohl zou zijn kabinet gedurende het weekeinde samenstellen en het Woensdag aan de Kamer voorstellen. Maandag zullen in Berlijn afgevaardigden van de Oost-Duitse staten bijeen komen om de Senaat (Landerkammer) van de Oost-Duitse republiek te vor men. Beide Kamers zuilen Dinsdag bijeenkomen om een president te kiezen. Algemeen verwacht men, dat Wilhelm Pi eek, de in Moskou geschoolde leider van de S.E.D., zal worden gekozen. De communisten hebben bekend gemaakt, dat in de Eerste Kamer van het nieuwe parlement slechts „waarnemers" uit de stad Berlijn zitting mogen hebben. Dit is dezelfde procedure, die in Bonn gevolgd wordt. Ebert deelde het Duitse nieuwsbureau D.P.A. mede, dat de Sovjet-sector van Berlijn niet bij de nieuwe republiek zou worden ingelijfd. Op het dak van het luchtvaartminis terie wapperde de rood-zwart-goyden vlag, dezelfde, die ook door de West- Duitse republiek wordt gevoerd toen daar gistermorgen de leden van de Volksraad bijeenkwamen. Een 150-tal Duitse en buitenlandse journalisten was in de zaal aanwezig. De enige Sovjet-Russische functionaris, die men opmerkte, was kolonel Nasa- rof, plaatsvervangend hoofd van het Russische voorlichtingsbureau. Hij was in civiel. De vergadering werd geopend door Wilhelm Pieck, de 73-jarige com munistische president van de Volksraad. Hij deelde de raad mede, dat op 15 October 1950 algemene verkiezin gen in de Sovjet-zone zouden worden gehouden. Hij deed voorlezing van een uitvoerig manifest, waarin de volgende eisen van het „nationale front" zijn vervat: Opheffing van de „Sinds in 1944 langs illegale weg mü het verzoek bereikte, Beschermvrouwe te worden van het sanatorium, dat als huldeblijk voor het verzet opgericht zou worden, heb ik met grote aandacht dit initiatief gevolgd", zeide H.M. Ko ningin Juliana Vrijdagmiddag, alvorens zij de eerste steen voor het nieuwe paviljoen van het studentensanatorium te Laren legde. „De houding der stu denten", vervolgde H.M.. „staat ons al len nog helder voor de geest. Begrij pelijk, dat de neiging ontstond een ge denkteken te stichten, voor wat deze groep jonge mensen voor onze geeste lijke vrijheid heeft gedaan en een ge lukkig idee, dit te doen in een vorm. die tevens tegemoet komt aan de reeds eerder gebleken behoefte aan verzor ging van diegenen onder hen, die door tuberculose getroffen zijn." Aan de rand van de indrukwekkende bouwput, waarbij de draglines gereed stonden om na de ceremonie zonder verwijl de arbeid te hervatten, begon, naast het eenvoudige overdekte po dium, waarop H.M. het woord had ge voerd, de muur, waarin Zij de eerste steen legde. Om drie uur was de Ko ningin aangekomen, in gezelschap van haar secretaresse, mej. mr. H. A. Snel ler, prof. dr. G. C. Heringa, jhr. mr. P. Beelaerts van Blokland, mr. H. Ter- meulen en dr. F. M, Sickenga, resp. voorzitter, secretaris en penningmeester van de Stichting en geneesheer-direc teur van het sanatorium, verwelkom den haar. Onder de aanwezige geno digden bevonden zich prof. dr. Th. „Ik heb u hier en daar wel eens ge zien", zei ze. „Alleen in nette gelegen heden natuurlijk" „Ik geloof nooit, dat u louter toeval lig in deze coupé bent gaan zitten" sprak ik beschuldigend. „U kunt het als een compliment aan u beschouwen", zei ze. „U geniet de reputatie een gentleman te zijn." Dat klonk wel ontwapenend, maar desalniettemin was ik nog niet bevre digd. Ik houd niet van problemen. Ik weet graag het hoe en waarom van de dingen. „Ik denk, dat ik de deur maar open zal laten", zei ik. „Och toe!" Haar stem klonk niet smekend, evenmin spottend. „Heus", zei ze, „ik ben niet van plan u in opspraak te brengen. Niet erg tenminste Ik zal noch, uw portefeuille, noch uw goede naam aanranden. Ik wil alleen en uit sluitend het uitgeleide van bepaalde personen vermijden". „Bedenk wel", zei ik, „dat ik totaal niet avontuurlijk van aard ben". „Heb ik vernomen", zei ze, hetgeen mij eerlijk gezegd, allerminst beviei. Geen man is zo saai, of hij lijkt graag avontuurlijk, vooral tegenover een aar dig meisje. „Ik ben trouwens zelf erg ingeto gen", ging ze voort. „Als hoedanig u natuurlijk bekend staat", zei ik ironisch. „Ach, nu ben ik uw naam toch vergeten". „Maggie Jones", antwoordde zij prompt „En u hebt mij nog nooit eer der gezien". Rutten, minister van O., K. en W., ba ron de Vos van Steenwijk, commissa ris van de Koningin in Noord-Holland, jhr. De Ranitz, voorzitter van de Raad van Bijstand en vertegenwoordigers van de departementen en universitei ten. Prof. Heringa voerde het eerst het woord, nadat Wendelina Beelaerts van Blokland en Abje Heringa H.M. bloe men hadden aangeboden. West-Duitse staat; nietigverklaring van het Ruhrstatuut; beëindiging van de auonome status van het Saarge- bied'; vorming van een Duitse demo cratische regering; stopzetting van de ontmanteling; terugtrekking van de bezettingstroepen; verkiezing van Berlijn als hoofdstad van een ver enigd Duitsland en invoering van een uniforme Duitse valuta. Het manifest doet tevens een beroep op alle Duit sers te strijden tegen d'é West-Europe- se Unie, het Atlantisch pact, oorlogs stokers, ..Duitse verraders in dienst van het Amerikaans imperialisme" en Duitse separatisten. De vergadering deed een beroep op de Raad van Ministers van Buitenland- Se Zaken „uit naam van het gehele Duitse volk" om zo spoedig mogelijk een vredesverdrag te sluiten en alle be zettingstroepen terug te trekken. Door de Kamer werd vervolgens eenstemmig een reeks van grondwets ontwerpen goedgekeurd, waarin wordt verklaard dat de grondwet van kracht is geworden en waardoor het mogelijk is geworden een aantal regeringsorga nen in te stellen. Pieck deelde nog mede, dat onder de leden der Oost-Duitse regering ook een minister van Buitenlandse Zaken zal K. M. Koningin Juliana heeft gister middag in Laren de eerste steen gelegd voor het nieuwe paviljoen van het Studentensanatorium. Paviljoen Curasao heet het, omdat milde gaven uit West- Indië zo spoedig de bouw ervan moge lijk maken. ..v.... Tanden blank en rein;[ adem fris als morgendauw) „Aangenaam Baron van Münch- hausen", antwoordde ik stijfjes. „Doe niet zo melig", gaf zij terug. „Kun je niet eens voor één keer uit de plooi komen. Je moet het geval van de vrolijke kant opvatten. Het is juist doi- leuk af en toe alle remmen los te gooi en, alleen maar om te zien waar het op uitloopt. Heb je nooit verlangd iets fan tastisch te doen om de sleur te breken?" „Van fantastische dingen heb ik een afkeer", zei ik zeer beslist. „Geef het een kans", zei ze. Nu had vader kortgeleden iets der gelijks tegen men gezegd niet over fantastische avonturen, maar over za kendoen. Toen had ik toegestemd „Je weet immers niet of het je wel zo zou tegenvallen?" ^ei ze. „Heb je wel eens echt plezier gehad?" „Ik heb nooit veel met herrie-schop- pen op gehad", zei ik. „Een mens kan toch wel plezierig leven zonder in de gemengde berichten te komen. Het is heus niet noodzakelijk een politie-agent aan te vallen of in een vlaggemast te klimmen, of trouwbeloften te breken, om met het leven op goede voet te „Saai", zei ze, „stierlijk vervelend. Heb je nooit eens grote verwachtingen gekoesterd? Verlang je er niet naar dat er plotseling iets bijzonders, iets ro mantisch gebeurd? Zou je niet graag weten waartoe je als man in staat bent? Goed in de knoop raken bijvoorbeeld en dan zien wat je waard bent?" „Allemaal dwaze vragen", zei ik ferm. „En het antwoord erop is: nee" „En toch zie je er niet uit als een droogstoppel", ging ze voort. „Bij jou is het meer een kwestie van sleur Zeg, geschiedenis maken is vrij wat span nender dan geschiedenis lezen". Ze scheen nogal wat van me te we ten. Mijn ongerustheid werd er niet minder op. „Het is anders heel wat geriefelijker", zei ik, „om gezond en als een normaal mens te leven dan je aan halsbrekende toeren te wagen". „Om parels te vinden moet je duiken", zei ze. „Als je het maar eens probeerde, dan zou je het leven tweemaal zoveel waarderen". „Ik doe liever gewoon", hield ik vol. „Kleine jongens", zei ze, „zijn vaak bang van water. Pas als iemand ze erin geduwd heeft, ontdekken ze hoe heer lijk het is. Ik geloof, dat jij zo'n duwtje nodig hebt" „Wou jij er soms een geven?" „Inderdaad", zei ze kalm. „En om welke reden?" Ze keek me aan, en haar ogen waren groot en donker en raadselachtig. „Har de noodzaak", zei ze. „De trein rijdt", kondige ik hoopvol aan. „Inderdaad", beaamde zij en nestelde zich nog wat behaaglijker in haar hoek- je. Het volgende ogenblik werd er op de deur geklopt. Dat was natuurlijk de con ducteur, die de kaartjes kwam contro leren. Maggie Jones stak een poezelige, slanke hand uit en raakte mijn knie (Van onze correspondent) Het gigantische plan tot inpoldering en verbetering van dat deel van Fries land dat bekend is als „Frieslands Lage Midden", waaraan wij pas een repor tage wijdden, blijkt bij de betreffende boeren niet veel enthousiaste voorstan ders te vinden. Het bekend worden van de taxatie der grondprijzen waarvoor de gronden rond Oldeboom zullen wor den onteigend heeft gewerkt als een alarmsignaal en het waren de vertegen woordigers van de 200 tot 250 kleine boeren, die ten nauwste bij deze plan nen zijn betrokken, die hun bezwaren hebben geuit op een vergadering te Beetsterzwaag. Ter vergadering bleek, dat tegenover de verbetering, waardoor het straks mogelijk zal zijn dertig tot veertig nieu we boerderijen in het Zwettegebied te projecteren, er thans bijna 200 Woud boeren zijn, die zwaar gedupeerd zullen worden, sommigen zelfs zó, dat zij hun boerenbedrijf niet meer zullen kunnen uitoefenen dan met zware verliezen. De voorzitter van deze vergadering achtte de plannen van de Ned. Heide maatschappij te idealistisch bezien. On gerustheid bij deze boeren bleek uit de omstandigheid, dat deze oud-eigenaren straks wel weer grond terug zullen kun nen kopen, doch dat men niet weet wel ke prijs hun straks zal worden bere kend. ïn een door velen ondertekende brief aan Ged. Staten van Friesland werden deze bezwaren uitvoerig om schreven. zijn. De regering zal bestaan uit een minister-president, drie vice-premiers en 14 ministers. Dieckmann deelde mee, dat vertegen woordigers van de Russische regering Dinsdag a.s. de verenigde vergadering van de Eerste en Tweede Kamer, waar op een president van de republiek zal worden gekozen, zullen toespreken. Politieke waarnemers te Berlijn zien met belangstelling deze verklaring te gemoet. De West-Duitse bondskanselier, dr. Konrad Adenauer, heeft verklaard, dat de nieuwe Oost-Duitse republiek geen wettelijke basis heeft, daar zij geen steun had van het volk. De Russische troepen waren bezig met de ontruiming van het gebouw der Kommandatura in de Oostelijke sector toen de Volksraad zitting hield. Volgens de met Sovjetlicentie verschijnende Berliner Zeitung zon het gebouw aan de nieuwe regering worden overge dragen. Volgens Duitse zegslieden zon kolonel Alexis ïelisarof, waarnemend Russisch commandant, opdracht gegeven hebben tot ontruiming van Berlijn door het ge hele Russische garnizoen. De troepen zouden naar garnizoenen te Potsdam en andere centra In de buurt van Berlijn overgebracht worden. Volgens genoemde zegslieden loopt de Russische order vooruit op een ver zoek, dat de nieuwe Oost-Duitse rege ring, naar men verwachtte, in de zeer naaste toekomst tot alle vier bezettende mogendheden zou richten. De Oost- Duitse regering zou hierbij aandringen op de onmiddellijke terugtrekking van alle bezettingstroepen uit Berlijn. Het verzoek zou waarschijnlijk gegrond zijn op het argument, dat Berlijn, als hoofd stad van de „Duitse democratische re publiek", een neutraal gebied dient te zijn. (Bekende Schriftelijke Cursus) Vraagt «ns prospectus: Middenstands diploma, Algemene Ontwikkeling, Engels. „Zet je schrap," zei ze. „Dit is de kans om te bewijzen of je een man of een muis bent." De conducteur klopte voor de tweede maal en ik deed de deur open. Nog voor de man een woord had kunnen zeggen, brak er uit Maggie Jones een waterval van overredende zinnen los. „Toe, liefste" en haar stem klonk heel anders dan eerst, heel meisjesach tig nu en angstig en hakkelend „toe, liefste, doe nu niet zo naar. Ik wil blij ven, toe nu. Je moet niet zo boos op me zijn en zo akelig doen. Mijn hart zal breken als je van me wegloopt, want ik nou toch van je, al ben je ook ja- loers, en je mag me niet in de steek laten." Ze scheen zich plotseling de aanwezigheid van de twee conducteurs bewust te worden, die met open mond stonden te staren. „O, kom binnen, me neer de conducteur," verwelkomde ze hen. „Ik ben blij dat u zo'n vriendelijk, vaderlijk gezicht hebt, want mijn man is toch zo verschrikkelijk koppig. Ik heb hals over kop mijn boel in een koffer gegooid en ben naar de trein gerend, want hij wil weglopen, ergens naar een of andere afschuwelijke plaats in het Westen, omdat hij zo boos op me is. Ik heb niet eens tijd gehad om een kaartje te nemen, en hier zit ik nu o. het was heus de moeite niet waard om over te kibbelen. Ach, vraagt u hem toch of ik bij hem mag blijven, dan zal ik hem al die gekke gedachten wel uit zijn hoofd praten. En zegt u hem ook maar eens flinK de waarheid, boori" 'Wordt vervolgd) De koplampen van ons autootje schijnen tegen een muur van mist. Wij rijden in een donkere tunnel van donkere boomstammen en zegenen de uitvinder van de witte-stippen- lijn. Vlak buiten Amersfoort buigen drié schimmen zich in de lichtbun del. Liftende verpleegsters, die waar schijnlijk om half elf binnen moeten zijn. „Gaat V in de richting van Am sterdam, meneer?" Dat gaat meneer en met een gejuich wringt het drietal zich naar binnen. „Hebben jullie daar al lang staan duimen?" willen wij graag weten. „Ongeveer twintig minuten, me neer". Achter en naast óns horen wij dan een snuivend neusgesnuffel. „Eh, ruikt het hier soms niet erg fris?" Het zou te begrijpen zijn, want de wagen ligt vol met peukjes en as. De verlegenheid van de dames is hoorbaar. „Ja, ziet wij komen van Arnhem nf gelift met een wagen die ook naar Amsterdam ging". „Waarom zijn jullie dan niet blij ven zitten?" ,J)ie meneer rook zo eigenaardig, ziet U". „Rook zo eigenaardig? Waarnaar dan?" „Wij zijn het er nog niet over eens, of het oude of jonge jenever was. En hij reed steeds aan de linkerkant van de weg, wij knepen 'm af en toe echt". Wij peinzen over verpleegsters, die moeten liften. Die toch eigenlijk zo gesalarieerd moesten worden, dat zij tweede klas met de trein konden rei zen. „Rijdt V dit traject dikwijls, me neer?" „Dat is heel onregelmatig, zuster. Hoezo?" „Over tien dagen gaan wij weer naar Arnhem. Wij hebben dan een fuif. Misschien zijn wij dan een beetje vrolijk en dan hebben wij graag een nuchtere chauffeur". Tijdens de besprekingen, welke verband met het conflict tussen het gemeentebestuur te Gouda en de Goud se bioscoopexploitanten zijn gevoerd, hebben laatstgenoemden aan het ge meentebestuur doen weten, dat zij het zeer betreuren, dat de Goudse burgerij de dupe wordt van de te zware druk der belastingen. Zij vertrouwen dan ook dat de beslissing, waarop het ge meentebestuur thans wacht, spoedig zal afkomen. Indien dit niet het geval mocht zijn, zullen de Goudse bioscoop exploitanten nader onder het oog zien, in hoeverre zij aan de behoeften van de Goudse burgerij wat betreft de film voorstellingen tegemoet zouden kunnen komen, zonder dat zij iets aan hun standpunt afdoen. De hoofdinspecteur van politie te Zuilen deelt mede, dat vijf kinderen in deze gemeente vermoedelijk door het eten van ondeugdelijke kaas ernstige vergiftigingsverschijnselen vertonen. Hij waarschuwt een ieder, die gisteren of vandaag bij een kruidenier aan de Van Hoomekade te Zuilen kaas heeft ge kocht, deze niet te gebruiken. Een on derzoek wordt ingesteld. Op de feestdag van Christus Koning, 30 October a.s., zal Z. H. Exc. Mgr. W. Mutsaerts, in de Sacramentskerk te Til burg de H. Bisschopswijding toedienen aan Mgr. A. C. A. van Oorschot W. P„ die onlangs door Z. H. de Paus is be noemd tot Apostolisch Vicaris van Tukuyu (Engels Oost-Afrika). ZONDAG 9 OCTOBER; 18e Zondag na Pinksteren; Mis v. d. dag; 2. H. Jo annes Leonardus; 3. H. Dionysius enz.; Credo; Pref. v. d. H. Drievuldigheid; groen. MAANDAG: H. Franciscus Borgia, belijder; Mis Os justi; 2. tot alle heili gen; 3. naar keuze; gewone Prefatie; wit DINSDAG: Goddelijk Moederschap van Maria; eigen Mis; Credo; Prefatie van O. L. Vrouw; wit WOENSDAG: Mis van de vorige Zondag; 2. tot alle Heiligen; 3. voor alle overledenen; 4. naar keuze; gewone Prefatie; groen. Utrecht Haarlem: H. Wilfridus, bisschop, belijder; Mis Sn- cerdotes tui; gewone prefatie; wit DONDERDAG: H. Eduardus, belij der; Mis: Os justi; 2. tot alle heiligen; 3. naar keuze: gewone Prefatie; wit. VRIJDAG: H. Callistus, Paus, marte laar; Mis: Si diligis; Prefatie van de Apostelen; rood. ZATERDAG: H. Theresia van Avila, maagd; Mis: Dilexisti; gewone Prefatie; wit ZONDAG 16 OCTOBER: 19e Zon dag na Pinksteren; Mis v. d. dag; 2. H. Hedwig; 3. tot alle heiligen; Ckedo; Pref. van de H. Drievuldigheid; groen. Utrecht Den Bosch, Roermond: Kerk- wijdingsfeest; Mis: Terribilis; 2. gebed van de Zondag; (in gelezen Missen: 3. H Hedwig); Credo; Pref. van de H. Drievuldigheid; laatste Evangelie van de Zondag; wit

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1949 | | pagina 3