Nederl. sportwereld zou zichzelf wel kunnen bedruipen Letter van de wet belemmert navolging Fins voorbeeld Nog geen leiders in Handbal- competitie N.K.S. GOUD uit de zee f Broeder Juniperus en de varkenspoot k Don Pedro zoekt rust Goede prestatie van Pancra 1949 1 Keiler favoriet bij dammers Nationale „pool" in handen van regering en sportbonden Nederl. militair elftal eindigt als vierde HM ZATERDAG 8 OCTOBER 1949 PAGINA 4 X-T ei is algemeen bekend, dai de sieun van de overheid I op hei gebied van sport en lichamelijke opvoeding onvoldoende is. De optimistische geluiden, welke kori na de bevrijding over de goede voornemens van de regering in dii opzicht werden gehoord, zijn volledig verstomd en zelis een energiek man als dr. Jan Miedema, directeur van hei Bureau Lichamelijke Opvoeding en Spori aan hei Ministerie van O., K. en W., kan niei veel anders doen dan hei betreuren dai hij zo weinig kan doen. Zeker, er zijn enkele resuliaien bereikt. De oprichting van hei internaat voor sportleiders ie Overveen is er een van en zij moei van groie betekenis worden geacht. Maar een goede en afdoen de meihode om de jeugd op school en daarna op ie vangen, sportief ie leiden, ie stimuleren enbij hei streven naar prestaties in de juisie banen ie houden, ligt op hei ogenblik nog ver voorbij de grens van hei bereikbare. De overheid kan nu eenmaal de lichamelijke opvoeding en spori niei bovenaan op hei begrotingslijsije zeilen en voordat deze nu aan de beuri zijn, blijken er nog maar bitter weinig mogelijkheden ie zijn overgebleven. Stijgende baten Subsidie aan kunst etc. door 31-nederlaag tegen België Schaaktournooi Baarn Korfbalprogramma 'Z'1_ -iRüHH - 1ÊÊÊm. 1 atai TEimifilIBCMIC i bnbiiuuiitfua Gordijn en Van Dijk echter gevaarlijke rivalen DAMRUBRIEK Hockeyprogramma Het is jammer, dat een strenge en on verbiddelijke wet als de lotertfwet althans de letter daarvan zowel de regering als de sport belet, een in dezen alleszins afdoende en ook volko men bevredigende oplossing te vinden Dank zü de energieke inspanningen van de pioniers in de paardenspori.wereld hebben de beide Kamers nu de totali zator geaccepteerd en daarmee is de paardensport in ons land werkelijk op het laatste nippertje gered. Maar er ▼alt nauwelijks op te rekenen, dat de Kamers te bewegen zouden zijn, met een dergelijke dienst als zü aan de paardensport bewezen, ook de lichame lijke opvoeding en de sport in het alge meen uit de impasse te redden. Dat zou namelijk het geval zün, wanneer ie het konden goedkeuren, dat de Ne derlandse sportwereld voor haar eigen subsidie zorgde door de organisatie van 'n „pool", zoals die in Finland met zulk een éclatant succes ten bate van de sport werkt. Laat ons vooropstellen, dat de instel ling van een voetbal- of algemene sport- pool nimmer mag berusten in handen van particulieren, die alleen ten eigen bate zo'n winstgevend zaakje op touw willen zetten. De sportwereld zelf zou zo'n pool moeten leiden en beheren en de regering zou eraan moeten deelne men, al waS het alleen maar om daar mee te demonstreren, dat zij deze aan gelegenheid best officieel wil zien. In Finland bijvoorbeeld gebeurt dat op een dergelijke wijze. De Sportpool is daar een naamloze vennootschap, welke ge heel in handen is van de verschillende sportbonden. Volgens het reglement is de minister van Opvoeding automatisch president van de administratieve raad en verder is de overheid door twee hoge ambtenaren vertegenwoordigd, zowel in de administratieve raad als in de direc tie yan de onderneming. Het succes, dat de Finnen met deze organisatie hebben gehad, is werkelijk verbluffend. Sedert het jaar van op richting in 1940, tot en met 1947 heeft men voor het Finse sportleven een be drag kunnen uittrekken van 260.000.000 Finse marken, ofwel 5.200.000 gulden; dit ondanks het feit dat gedurende de oorlogsjaren de pool vrijwel niet heeft kunnen werken. In het jaar 1948 bleek pas. hoezeer de ambitie voor de sport pool nog altijd stijgt. Ten profijte van •port en L. O. resteerde er toen een be drag van 3.200.000 gulden en voor 1949 schat men het eindcijfer zelfs op 6.000.000 gulden Met een dergelijk resultaat heeft men. ondanks de dikwijls ongunstige omstandigheden tussen 1940 en 1950, kunnen bereiken dat het volgend jaar de Finse sport volledig en in alle behoeften kan worden gesteund, zonder dat de staat er ook maar één Finse mark hoeft bij te passen. Dan zal er geld genoeg zijn voor het oprichten en instandhouden van alle gewenste sportvelden, dan zullen er middelen zijn voor training en re presentatie, kortom dan is het Finse sportleven in materieel opzicht ver zorgd, zoals dat nauwelijks in één land ter wereld het geval is. Wij zeiden hét al, de harde letter van de wet zal ons in Nederland voorlopig die kans niet geven. Het is altijd nog zo, dat te weinigen hier de belangen van een sportieve educatie werkelijk zien. Voor hen is de sport het uiterlijk, de demonstratie bij de grote gebeurte nissen en liever nog de wantoestanden en misbruiken, welke zich daarbij wel eens openbaren. De Finnen evenwel denken er anders over. Dit sober leven de, zwaarbeproefde, volk verstaat de betekenis van weerbaarheid en licha melijke educatie maar al te goed door de harde lessen, welke het in zijn ver en nabij verleden heeft gehad. Het bouwt hun stadions, maar niet voor de topklasse alléén; het propageren ermee. En wanneer zijn jongelingschap, hunke rend naar prestaties en onderscheiding en zich inbeeldend een tweede Nurmi of een Kuusinen te worden, zich op het sportveld komt presenteren, staat de Finse sportwereld kant en klaar om haar te ontvangen en zonder zijn prestatievermogen af te remmen ook en vooral zijn geestelijk sportmanship te ontwikkelen. Want ondanks hun intensieve be moeiingen voor de lichamelijke opvoe ding van hun volk zijn de Finnen geen spieraanbidders of recordfanaten. Zij worden trouwens ook daarin geleid door hun organisaties en zelfs door hun „zakelijke" nationale sportpool, een van de weinige N.V.'s ter wereld, waarbij de aandeelhouders geen dividend krijgen uitgekeerd. Want wanneer in 1951 de inkomsten dusdanig zijn dat er een surplus komt boven de behoeften van de sport, zal de organisatie ertoe over gaan subsidie te verlenen aan het Finse kunstleven, het onderwijs en de weten schap. Wat moet er wel in U omgaan excel lentie Marchant. wanneer ge dit leest! Maar de loterij wet ziet U. JAN COTTAAR De 31 nederlaag van het Nederlands militair elftal in de wedstrijd tegen Bel gië om de derde en vierde plaats van het internationaal militair voethaltour- nooi, is wat de eüfers betreft niet ge heel verdiend. De Belgen speelden in derdaad beter voetbal, maar met één doelpunt verschil zou deze superioriteit ruimschoots zjjn beloond. Van een veldmeerderheid was geen sprake, maar bij het afwerken van de aanvallen toonde de Belgische ploeg zich de meerdere. De Nederlandse voor hoede zette soms goede aanvallen op, maar door slecht schieten en treuzelen gingen de kansen verloren. Het oppor tunistische voetbal der Belgen had meer effect. Na een kwartier spelen opende de Belgische linksbinnen Corbeel de score. Het spel ging daarna gelijk op. Ju^t toen de Nederlandse ploeg iets meer kreeg in te brengen en eigenlijk elk moment de gelijkmaker kon worden verwacht, werd het 20 door een f -ut van de Eindhovense spil Van TuvL Op nieuw kreeg het Nederlandse team een kans, toen linksbuiten Spanger tien mi nuten voor het einde de stand op 21 bracht, maar weer bleef de gelijkmaker uit en viel het doelpunt aan de andere kant. Acht minuten voor tijd passeerde de rechtsbinnen van België, Driess, op zijn eentje de gehele Nederlandse defen sie en scoorde 31. Met deze stand kwam het einde van de wedstrijd, waarin rechtshalf Schenk, linksbinnen Kolk man en de vleugelspelers Heyster en Spanger een goede partij speelden. Te Baarn werd het internationaal schaaktournooi voortgezet. De uitslagen van de gisteravond gespeelde partijen luiden: Uitgestelde partij 1ste ronde: groep A: HenneberkeBarendregt 10; afgebr. partij 3e ronde: groep A: Visser —De Lange 01; afgebr. partij 4e ron de: groep A: SpanjaardDe Lange De uitslagen van de vijfde ronde zijn: Groep A: TordionHenneberke 01; VisserDr. Euwe 01; De Lange —Barendregt Ys—Kramer—Span jaard afgebr. In groep A staat Dr. Euwe bovenaan met 4 pnt plus 1 afgebr. partij. De vierde dag van de handbalcompe titie NKS leverde wel enige verrassin gen, doch nog geen duidelijke tekening in de stand op: DSO prolongeerde zyn overwinningenreeks, Cito won van DCG en ODOS kon Pancratius geen nederlaag toebrengen. In de herenafdeling dwong Wilskracht het sterke KDO een gelük spel af. Kring Kennemerland Zaanstreek. Als een gepromoveerde tweede-klasser ooit de meeste aandacht voor zich geëist heeft, dan is het wel DSO uit Vijfhuizen. Het zette Zondag j.l. zijn overwinningen voort door ADO een 30-nederlaag toe te brengen. DSO mag hierdoor wel een ernstige concurrent van Vitesse genoemd worden. Het kan bogen op een goed sa menspelende voorhoede, die met fan tasierijke combinaties zelfs de hechte verdediging van ADO verscheidene ma len passeerde; tweemaal voor de rust, met fraaie worpen van de linksbuiten, en éénmaal na de rust met een zuiver geplaatste bal van de rechtshalf waar naar de zweefduik van mej. Tuyn ver geefs was. ADO heeft toch niet bij de pakken neergezeten. Het ondernam vele aanvallen, die echter door de spil van DSO, mej. Meyers, onverbiddelijk ge keerd werden. Mej. Meyers viel op door haar klasse-werk; als een rots in de branding stond zij pal in de verwoede pogingen van ADO om het begeerde doel te bereiken. Zij zal zeker een goede kans maken op een plaats in het dioce sane elftal. Al zouden de twee beste speelsters van ADO niet ontbroken heb ben die dan wellicht voor een tegen- punt hadden gezorgd dan nog zou een overwinning voor DSO zeker zijn geweest, zoals het ook nu verdiend heeft. In Haarlem slaagde TYBB er in met een armoedig doelpuntje DEM een 10- nederlaag toe te brengen. Het was een felle strijd, die beide ploegen streden, van begin tot eind spannend en door de zeer goede leiding van de scheidsrechter sportief en aantrekkelijk. Het sterke Vi tesse heeft het tegen Leonidas niet ge makkelijk gehad. Wel scoorde de mid- voor van Vitesse kort na het begin het eerste doelpunt, kort daarop gevolgd door een tweede van mej. Veld en ver volgens door een derde, weer van de midvoor mej. Stet. Leonidas gaf kranig partij en zijn volharding werd nog voor de rust beloond met een tegenpunt (31). Na de hervatting bleef Vitesse in de aanval, Leonidas trok zich geheel in de verdediging terug, doch kon niet voorkomen, dat de goed spelende mej Reynders uit keurig opgezette aanvallen nog tweemaal doelpuntte (5—1). Morgen zal Leonidas dit verlies wel goed maken in de wedstrijd tegen Blauw Zwart, terwijl Vitesse dan in Haarlem TYBB zijn overwicht zal doen gevoe len. ADO gaat morgen naar DEM in Beverwijk, waardoor twee oudé rivalen weer eens tegenover elkaar staan met gelijke capaciteiten. In de hoofdstad is Jong Leven, de favoriet voor de kampioenstitel in de herenafdeling er gunstig voor komen te staan, doornat Wilskracht het sterke KDO een gelijk spel afdwong. KDO startte met negen spelers; Wilskracht maakte van de numerieke meerderheid gebruik door het eerste doelpunt te scoren. Toen KDO voltallig was, kwam het allengs in de meerderheid en voer de na de gelijkmaker voor de rust de stand tot 42 in zijn voordeel op. In de tweede helft bleef KDO aanvanke lijk zijn overwicht behouden, zodat een kwartier voor het einde de stand 74 voor KDO was. Plotseling kwam echter een kentering in het spelbeeld: de an ders zo enthousiast spelende KDO-spil dupeerde zijn vereniging met enige fouten, die Wilskracht met liefst drie doelpunten afstrafte. (77). Wilskracht voelde, dat een overwinning in zijn be reik lag en KDO moest zich dan ook met hand en tand verzetten tegen de dringende offensieven, welke slechts met uiterste moeite bedwongen werden. Dus geen slechte beurt van Wilskracht. In de damesafdeling zorgde Panera tius voor een verrassing, door ODOS geen kans op een overwinning te geven. Voor de rust gaf de wel wat fors spe lende midvoor haar elftal een 2—0 voorsprong, terwijl de achterhoede, de waarlijk toch technisch beter spelende ODOS-voorhoed'e geen doelkansen gaf. Na de rust hetzelfde golvende spel beeld, met iets beter spel van ODOS, dat moeizaam een tegenpunt maakte (12). Na dit doelpunt kwam ODOS nog meer opzetten en in een goed opge bouwde aanval kwam het voor het doel van Pancratius. Juist op het moment dat de scheidsrechter floot voor een back van Pancratius, die het doelgebied iiiittimiiiittiiiimimmiiiiiiHiHiHim iiiiiiiiftiitimiHiiiHHitmiimifHHiiiii pmTHHiim?mniwnMBiHnnniiimg linninmnMimninwiMiiniiMMwl betrad, maakte ODOS de gelijkmaker. De scheidsrechter kende dit doelpunt onder protest van Pancratius toe, zo dat het voor ODOS wel een twijfelach tige uitslag betekent. In de zeer spor tieve en aantrekkelijke wedstrijd DCG Cito heeft Cito de handbalwereld ver rast met een verdiende 26 overwin ning. In de eerste helft had Cito veld meerderheid, doordat de voorhoede van DCG niet in staat bleek het hechte bolwerk van de Cito-defensie te nemen. Na tien minuten spelen werd Cito een strafworp toegekend door een vergissing van mej. Postma, die deze dag op waar dige wijze onder de lat heeft gestaan. Mej. Cambach nam de strafworp op zulk een rustige en zekere wijze, dat de bal onhoudbaar in het net vloog (01). Even later scoorde mej. Tr. de Vré met een strakke, harde worp, weer gevolgd door een van mej. Cambach. (03). Na de rust ontketende Cito een reeks aanvallen, waaruit spoedig het vierde doelpunt ontstond. In het geheel niet ontmoedigd begon DCG met een frisse aanval, en de midvoor, die door de Cito- spil mej. Rijven uitgeschakeld scheen, wist één keer haar verdedigster te «ont lopen en maakte met een prachtige worp het eerste tegenpunt. Cito beant woordde dit weer met een doelpunt, ontstaan uit een fraaie worp van de midvoor op grote afstand van het doel (15). Even later weer een doelpunt van Cito, doch DCH bleef volhouden, en het waa weer de midvoor Mej. Kort die voor het tweede tegenpunt zorgde, en hiermede de eindstand op 26 bracht. Het publiek heeft hier van een prettige wedstrijd kunnen genieten, waarbij de spanning niet ontbrak door het kranig doorzetten van de DCG-aanval. Even eens een spahnende wedstrijd was Wils kracht SportAmbon. Wilskracht heeft in de laatste wedstrijden laten zien, dat het zeer goed samenspel te berde kan brengen, doch de aanvallen stranden dikwijls voor het doel, doordat het de aanvallen slecht afwerkt. Zo was het ook afgelopen Zondag: voor de rust had Wilskracht het beste van het spel in handen en drukte dit slechts in twee doelpunten uit. Ambon maakte op keu rige wijze gebruik van een vrije worp voor het Wilskracht-doel en verkleinde de achterstand tot 21. Na de rust kwam Ambon gevaarlijker opzetten en vond zelfs tweemaal het net (23). Wilskracht liet het hier niet bij en met vereende krachten ondernam het een onweerstaanbare aanval, die leidde tot een fraai doelpunt, waarmede de eind stand op 33 gebracht werd. Morgen worden enige belangrijke wedstrijden gespeeld en daaruit kan een uitlopen van enige leiders verwacht worden. Zo ontvangt Ambon het vorige week zo goed spelende Pancratius, waar voor Ambon toch de beste papieren heeft. DCG gaat naar SVA, waarvan de achterhoede wel eens een struikelblok voor de DCG-aanval kon zijn. Wils kracht Sport ontvangt Cito, waarbij Wilskracht weinig doelkansen zal heb ben tegenover een sterke verdediging als die van Cito. In de herenafdeling staan twee oude en gevreesde rivalen tegenover elkaar: KDOJong Leven, terwijl DTS het nodige zal moeten doen, om VDO een nederlaag toe te brengen. Het programma luidt: Kring Kennemerland Zaanstreek: Dames: Afd. I: LeonidasBlauw Zwart, TYBB Vitesse. DEMADO. Afd. II: Vitesse 2—WSV, Meervogels— PSCK, GNO—Limmen. Afd. Ilia: USVU—AOG, DIO—ADO 2 Afd. IV: Zeevogels 2AOG 2. Kring Amsterdam: Dames: Afd. I: AmbonPancratius, SVA DCG. Wilskracht SCito. Afd. II: AmbonThecla, DCG 2 VIDO 2. SebastianusVDO. Afd. III: DCG 3Sebastianus 2, The Vict.—Spirit, TOB—Sportlust, Wilskr. S. —DOP, Afd. IV: DCG 4Wilskr. Turn., The Vict.—DOP 2, TOB 2—Thecla 2, Wilskr. S.—VDO 2. Afd. V: Sebastianus—Wilskr. T., SVA —DCG. Heren: Afd. I: KDOJong Leven, VDO DTS. Afd. II: VDO 2Vitesse, Ambon DOP. Eerste klasse Noord-Holland: Rohda— Westerkw., Luto—Blauw Wit, Oosterkw.— SVK, K Zaandijk—Archipel. Zuid-Holland: SpangenZuiden, Dee- tosOSCR, Vicus Or.Ons Eibem., Gym- nas.Achilles. Zuiden: PSV—Deto, Or. Wit—Eindh., OECSportlust. Noorden: HermesSDO. Cl. Brothers VKC. LDOWWMD, SpartaWordt Kwiek. Oosten: AKC—HKC. Rigtersbl—DOS, WH Blauw—NSas, Groen Zwart—ZKG. Het goudschip „Lutine" in 1799 bij Terschelling met man en muis ver gaan. „Dat bestaat niet, goud uit de zee", horen wij jullie al zeg gen. Maar het is wél mogelijk als een schip, geladen met sta ven goud, vergaat en men pro beert dan die goudstaven weer uit de zee op te halen! Zo een goudschip is nog wel bij de Nederlandse kust vergaan. 9 October is het 150 jaar gele den dat het Engelse fregat schip „Lutine" nabij Terschel ling in een zware storm ver ging, waarbij de gehele be manning, van ongeveer drie honderd koppen om het leven kwam (één heeft zich nog kunnen redden). Een waarde van twaalf millioen gulden aan goud en zilver verhuisde naar de bodem van de zee. Later werden vele malen bergings pogingen van de millioenen- schat aangewend. En inder daad heeft men een klein ge deelte van het goud uit het wrak opgehaald, maar het. grootste gedeelte ligt nog steeds op de bodem van de zee. Honderdvijftig jaar geleden had Europa ook al met gelde lijke moeilijkheden te kampen en vooral in Hamburg was ern stige geldnood. Ten einde raad wendden de bankmensen zich tot Engeland om geld voor de handel te sturen. Natuurlijk ging dat allemaal niet zo een voudig als wij hier met een paar woorden zeggen, maar in elk geval besloot men vanuit Engeland een kostbare geld zending per schip naar Ham burg over te brengen. Een oorlogsschip met een Franse naam „La Lutine" (dat bete kent „plaaggeest") werd daar voor uitgekozen. Het was een groot zeilschip van driehon derd ton, bewapend met twee en dertig kanonnen, want men moest rekening houden met kapers. Toen het schip onder weg was, geraakte het in een zware storm en bij de Neder landse kust tussen Vlieland en Terschelling is het goudschip in de nacht van 9 op 10 Octo ber 1799 vergaan. Sindsdien heeft men vele pogingen aan gewend om het goud op te ha len. In de eerste twee jaren na de schipbreuk, in 1800 en 1801, werd met tangen, haken en scheepsnetten in het wrak ge wroet. Je snapt wel dat men toen nog- geen goede middelen had om zo iets op te vissen. Maar toch kreeg men met deze primitieve hulpmiddelen ge daan, dat zestig goud- en vijf en dertig zilverstaven boven water werden gehaald. Het wrak verzandde en hoewel moeilijker te bereiken, heeft men het in de jaren 1857 tot 1859 klaargespeeld om voor een waarde van ongeveer een half millioen gulden op te halen. Ook munten, de scheepsklok, het anker en andere delen van het schip kwamen naar bo ven. Ook kanonnen en kogels. Nadien heeft men het met zandzuigers geprobeerd, maar s/.; vb- De tinbaggermolen „Karimata" bh' Terschelling baggerend naar de overblijfselen van het wrak der „Lutine" het resultaat loonde de moeite niet. Sinds 1929 hebben ber gingsmaatschappijen geprobeerd goud machtig te worden. Be kend is de poging van de uit vinder ir. Beckers, die een to ren construeerde boven de plek van het wrak, maar dat heeft ook al niet veel- uitgehaald. Beckers was overtuigd dat, zo dra zijn toren op het Lutine- wrak geplaatst was, hij prompt het goud naar boven zou ha len. Men nam aan dat de goud schat daar nog altijd voor het grijpen lag. Drie zomers ach tereen, van 1933 tot 1937, werkten zij pp de plaats van het wrak en meer dan eens werd de toren verplaatst. Ten slotte is de gehele toren in een storm omgeslagen! In deze tijd was men te Kinderdijk bezig aan het bouwen van een tin baggermolen, bestemd voor Bil- liton, en toen die gereed was kwam men op het idee om, al vorens dat gevaarte naar Indië te laten gaan, die baggermolen te gaan gebruiken om het goud van de Lutine op te baggeren. Dat heeft men in het begin van 1938 gedaan en dit is dan ook de laatste poging geweest. De verwachtingen waren hoog ge spannen, want de Karimata was een geweldige molen: 75 meter lang, 23 breed en 4 me ter diep. De emmerketting droeg honderddertig emmers en duizenden M3 grond konden worden bovengebracht. Men dacht achter elkaar het goud boven te brengen! Maar zo ge makkelijk ging dat niet, omdat men steeds op de wrakdelen stuitte en na hardnekkige po gingen heeft men enige staven goud tussen het zand en de bakken gevonden. Het kostte te veel tijd en sindsdien heeft men de pogingen opgegeven. Maar er moet "nog tamelijk veel goud op de bodem van de zee liggen. Als je met vacantie daar in de buurt komt, ga je maar eens naar goudstaven duiken. Maar bezorg er ons dan tenminste eentje voor deze waardevolle tip! Broeder Juniperus was een van de vele volgelingen van de H. Franciscus van Assisië. Iedereen in Italië hield van hem. Geen wonder, dat vele mensen iets over hem vertellen konden en dat er heel wat verhalen over hem gemaakt werden. Dergelijke verhalen, waarvan de de zieke, dat hij heel erg graag een varkenskluifje zou willen hebben. „Welnu, dat krijg je" besliste Juniperus da delijk. „En ik zal het zelf klaar maken, zo lekker, als je nog nooit gegeten hebt." Ziezo! Dat had hij weer be loofd. Maar.... waar haalt zo'n Zijn dit even varkenspootjes Het goudschip „De Lutine we niet meer weten of ze waar gebeurd zijn, noemen we legenden. Broeder Juniperus was een heel eenvoudig mannetje, die weinig geleerd had en tot geen grote dingen in staat was. Hij was echter in alles een zeer getrouwe volgeling van Fran ciscus. Zo was hij doordrongen van Franciscus' geest van ar moede en versterving, dat hij zich zelf helemaal niet telde. Voor hem was het minste al goed genoeg. Maar andere men sen, ja, die moesten geholpen worden. Dat was het enige doel van het leven van broeder Ju niperus: waar kan ik een ander mee helpen? Hoe kan ik een ander plezier doen. Nogmaals, broeder Juniperus was maai een onwetend mens. Ziin ge dachten gingen niet ver! Hij re deneerde niet. Hij deed alleen maar. En daardoor gebeurde het eens, dat hij in zijn ijver om een ander te helpen, iets deed, wat hij niet had moeten doen. Je zult er eigenlijk om moe ten lachen, als je het hoort. Luister maar. Het kwam zo. Als broeder. Juniperus hoorde, dat er een van zijn medebroeders ziek was, dan was hij steeds de eerste, die bij het ziekbed stond om te vragen, of hij iets voor de zieke doen kon. Zo stond hij op een dag weer eens bij een zieke. Maar deze was niet erg opgewekt. Hij wilde niets van broeder Juniperus' hulp weten. Maar deze liet zich niet zo wegsturen „Je wilt toch wel wat eten!" hield hij vol. „Toe, zeg me maar, waar je trek in hebt!" „Ach" klaagde de zieke. „Dat kun je me toch niet geven." „Als je me eerst maar zegt. wat je wilt hebben!" zei broeder Juniperus weer. Eindelijk, ja hoor! Daar beken- eenvoudige broeder een var- kenskluif vandaan? In de keu ken van de arme Minderbroe ders waren zulke smakelijke hapjes niet te vinden. Dat paste niet bij de geest van armoede. Maar voor zo'n zieke, zo dacht Juniperus, moet er toch wat op gevonden worden. En wat deed hij? Hij nam een scherp mes, trok daarmee naar buiten en zocht net zo lang, tot hij er gens op een boerderij een var ken zag lopen. Dat moest hij hebben. Zo'n varken had vier poten. En een ervan was vol doende, om voor de zieke een lekkere kluif te bereiden. Broe der Juniperus dacht niet verder na. Van een varken, dat een ander toebehoort, mag je zo maar geen poot afsnijden. Bo vendien doet zo iets pijn. En dierenmishandeling is niets voor Franciscus en zijn volge lingen. Maar nogmaals, broeder Juniperus dacht aan dat alles niet. Hij had maar één verlan gen: 'n zieke te helpen. En dus sneed hij het varken een poot af. Och. och, wat ging dat arme beest te keer. Maar daar lette broeder Juniperus niet op. Die snelde terug naar zijn keuken om daar zo gauw en zo lekke!- mogelijk het kluifje klaar te maken. Het duurde dan ook niet lang, of de zieke broeder smulde van dit lekkere hapje. En Juniperus genoot mee, hoe wel hij er zelf geen stukje van proefde. Plots echter werden de rust en de vreugde verstoord. Er was herrie aan de klooster poort. Daar was de boer, die zich kwam beklagen, dat een der broeders zijn varken mis handeld heeft. Franciscus zelf moest er aan te pas komen. Hij probeerde de boze boer te kal meren. Hij zou de zaak onder zoeken. Wie van zijn broeders toch zou zo wreed kunnen zijn, om een dier te mishandelen. Wie? Ineens dacht Franciscus aan de eenvoudige Juniperus. Zou die?De broeder werd geroepen. Zich nog van niets bewust, vertelde hij dadelijk, wat er gebeurd was. En hij keek niet weinig verwonderd, toen hij door Vader Franciscus om zijn daad bestraft werd met de woorden: Foei, broeder, hoe heb je ons deze schande kun nen aandoen. De boer heeft groot gelijk, om zo boos te zijn. Dat had je niet mogen doen. Je moet onmiddellijk naar die boer toegaan, om hem je ver ontschuldiging aan te bieden." Nu, daartoe was broeder Ju niperus dadelijk bereid. En in zijn eenvoud zei hij nog: „Die boer heeft natuurlijk niet ge weten. voor wie dat ene pootje was. Ik zal het hem wel eens gauw vertellen en dan is de zaak zo weer in orde." Maar zo gemakkelijk ging dat niet. De boer lachte de broeder smake lijk uit. „Welja! Ik zal nog blij «--azen, dat jij zo iets geks ge- r'''.an hebt! Ik moest je eigen lijk een pak slaag géven!"- „Dat mag je ook gerust doën!" vervolgde broeder Juniperus kalm. „Als je dan tenminste maar begrijpt, dat je met dat varkenspootje een arme zieke geholpen hebt. Da.t je dus een goede daad gedaan hebt. En wat is er nu aangenamer, dan an dere mensen te helpen." De boer keek die eenvoudige broeder eens goed aan. Neen, hij hield hem toch niet voor de gek! Die broeder scheen dat al les echt te menen. De woede van de boer bedaarde er door. Hij scheen iets te begrijpen van de liefde, die broeder Juniperus tot deze vreemde daad gedre ven had. Het slot van deze ge beurtenis was, dat hij zich met de broeder verzoende; hij kreeg spijt van de boze woorden tot Juniperus en zelfs tot Francis cus gesproken. En als bewijs van die spijtliet hij even la ter het gauw geslachte varken aan het klooster bezorgen. Dit is de legende van broeder Juniperus en de varkenspoot. Hl. Ook daar kon ik me in schik ken, als er dan maar geen jongens waren, die hun been braken. Want zo'n extra tochtje op de fiets naar de dichtstbij zijnde stad, daar voelde ik bit ter weinig voor. Natuurlijk had ik het gedaan. Als het even kan, hek> je elkaar. Maar dat de mensen van dat kleine dorpje het nodig vonden, om me zowat allemaal te komen bedanken, dat vond ik minder prettig. „Dat was erg aardig van meneer Pedro. De dokter was er veel gauwer dan we ge dacht hadden. De juffrouw zei, dat u dadelijk bereid was, om naar de stad te rijden. Dat was heel vriendelijk van u." Zo had ik de eerste dagen na mijn rit naar de stad wel een tiental bedankjes in ontvangst te nemen. En als het daar nu maar kortweg bij gebleven was, neen, de mensen schenen het nodig te vinden, mij hun hele hebben en houden te ver tellen. Ze meenden zeker mij er een plezier mee te doen, met zolang mogelijk bij me te blijven of een gedeelte van mijn wandeling mee te maken. En ze wisten niet, dat ik het liefst maar alleen was, want ik was gekomen om rust te zoe ken. Maar ik zou geen rust meer krijgen. Want een dag later kwam de moeder van het knaapje, dat zijn been niet gebroken had, met het vrien delijk verzoek: „Och meneer Pedro, misschien gaat u van daag nog een keertje naar de stad. Zou u dan dit receptje voor Paul even mee willen nemen?" „Neen", zei ik. „vandaag ga ik niet meer naar de stad. Mis schien morgenochtend. Als het zo lang kan wachten, wil ik het, wel voor u doen.' Het kon wachten. Maar de juffrouw wachtte niet met haar praatjes. Het was bepaald iets belangrijks, dat ik de volgende morgen weer naar de stad fietsen zou. Dat moest het hele dorp weten. De gevolgen waren verschrikkelijk. Na het avondeten had ik wat je noemt doorlopend bezoek. „Och meneer. Pedro", begon de eerste bezoeker. „Ik hoor daar zo juist, dat u morgen naar dé stad gaat. Als het niet te veel gevraagd is, zou u dan deze brieven op de post willen doen? U weet zeker wel, dat hier geen postkantoor of brie venbus is." Ja, dat wist ik wel. Ik had het zelfs fijn gevonden. Het was voor mii een prachtige re den. om geen enkele brief te schrijven. (Wordt vervolgd) ifiiniuiiMuifiimiiiimimiiiiiiMiiiiiiiimiimin iiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiHiMiiiimiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Naar aanleiding van onze te kening van vorige week, pad denstoelen, maken we nu eens een aardig geheel, bijvoorbeeld een landschap met jonge spar- rebomen, waaronder padden stoelen groeien. Dit is een zwart-wit tekening, welke met een weinig moeite is te ver vaardigen. Ook is er een wa terverftekening (aquarel) van te maken als je de kleuren maar licht opzet, want er be staat dikwijls de neiging om donkere kleuren te gebruiken. Maar in de natuur is bijna alles licht van toon, zelfs al lijkt het donker. Let er op als je dit landschap tot voorbeeld neemt, dat de heuvelrand vrij laag ligt. En om er een „verte" in te krijgen, teken je kleine boompjes in het midden, .achter de heuvelrug uitkomend en nog verder (dus meer naar rechts) nog kleinere. Je kunt er op de voorgrond natuurlijk meer paddenstoelen bij tekenen of schilderen. (Van onze dammedewerker) Opvallend is in dit nationale damkam. pioenschap het goede resultaat van de debutant Gordijn, die zij het dan met een toelonkende vrouwe Fortuna als secondante gelijke tred heeft we ten te houden met de favoriet voor de titel R. C. Keiler. Het spel van de Ha genaar heeft scherpte genoeg, maar ook is gebleken, dat hij zijn posities nog al eens overschat. Niettemin heeft zijn braaf standhouden hem een eervolle plaats bezorgd. Keiler heeft niets laten blijken van enige depreciatie, al is het opvallend, dat hij 'n tussentijdse compe titiewedstrijd tegen Ligthart van IJmui- den heeft verloren. Indien het zware programma hem niet te machtig wordt zal er van devaluatie van zijn kansen op de titel dan ook wel geen sprake zijn en dan zou dit kampioenschap ook inder daad belanden bij de speler, die er, qua vertoond spel, de meeste rechten op mag laten gelden. Niettemin blijft de Wageninger Van Dijk een geducht ge vaar, want deze bescheiden speler paart aan rustig krachtspel een gedegen ken nis van de moderne varianten. Hij zal daarom gevaarlijker blijken te zijn dan de IJmuidenaar Suijk, die de goede plaats wel verdient, maar ovér tegenslag niet te klagen heeft gehad. Typisch is dai Vo6 zijn klauwige trant heeft ver loren. Geducht speler nog altijd, maar de fijne trekjes, die hem vroeger zo gevaarlijk maakten, zijn verdwenen. Ook de IJmuidenaren Laros, Dukel en Ligt hart spelen beneden hun kunnen. Waar is toch die scherpte gebleven, waar mede houwdegen Dukel of de fantasie rijke Laros him tegenstanders te lijf gingen? En waar is het fijne en ge durfde spel van Ligthart? De spelers, die tot nu toe nog iets verrassends ge leverd hebben zijn Doornbos en Baas. Laatstgenoemde door twee winstpartijen, die hij had moeten verliezen maar door „schwindeln" won en de Groninger door zijn zeven reeds vergaarde punten. Immers het vorige tournooi behaalde hij één punt en dat nog wel tegen Keiler! Metz en Beers vallen geducht uit de toon. De Amsterdamse crack waarschijn lijk door een tijdelijke baisse, maar de Noord-Scharwouder door onaccuratesse. Af en toe weet Beers nog wel te boeien, maar kracht heeft zijn spel allang niet meer. De Drentenaar Drenth is de ruilkunstenaar. Toch weet hij het. spel steeds weer gunstig te hergroeperen en dat is ook een goede tournooieigenschap. Onnink heeft niét zijn spel uit de voor wedstrijd kunnen bereiken en liet enkele punten zitten. De hekkensluiter Ham kan ongetwijfeld stukken beter, maar zijn spel lijdt aan nonauwkeurig- heid, hetgeen een gevolg kan zijn van het te lang ontbreken in dit milieu van Neerlands' beste dammers. Gezien de groeiende belangstelling voor de lichamelijke opvoeding, heeft een aantal organisaties, welke zich op dit gebied bewegen, besloten in 1950 een gymnastiekcongres in ons land te organiseren, en wel op 8, 9 en 10 Juni te Rotterdam. Problemen voor geoefenden; serie van D. M. Nijland te Amsterdam. No. 1716. Zwart 14 st. op 4 6 7 8 10 12 13 14 15 18 20 25 31 36. Wit 13 st. op 22 24 27 28 29 30 33 34 38 40 43 45 47. No. 1717. Zw. 15 st. op 2 7 8 9 10 12 13 16 18 19 20 23 24 30 36. Wit 13 st. op 11 22 27 28 32 37 38 42 44 45 47 49 50. No. 1718 Zw. 11 st. op 2 7 8 9 15 17 18 19 23 26 29. Wit 11 st. op 16 25 27 28 31 32 34 37 41 44 50. Wit begint en wit; oplossingen kunnen ingezonden worden tot uiterlijk half November. Oplossingen: Serie van L. Colier te Maastricht. No. 1692: 30 18 44 43 en wint. No. 1693: 40 43 38 32 20 2 49 en wint. No. 1694: 3530, 5044, 38, 22, 2 en wint. Aardige stukjes, niet moeilijk; zeer ge schikt voor de vacantie. De prijs ad f 5.over de maand Juli werd gewonnen door E. Giezen te Weurt bij Nijmegen. Heren. Eerste klasse ^Westen: HHYC Hilversum, LarenBMHC, A'damBe Fair, Gooi—HDM, Togo—Hoe. ZuidenBredaVenlo, HTCCTilburg, EMHC—Push, Zwart Wit—MOP. Oosten: PWUnion, NijmegenDeven ter, ZwolleDKS, UpwardArnhem. Noorden: LHCRAP, «GroningenGHBS, DashGron. Stud., HVAMeppel. Dames. Eerste klasse, Westen: Gooi— A'dam, Rood WitBe Fair, BDHCKievi ten, HilversumHHYC. Zuiden: BredaVenlo Girls, HTCCTil burg, EMHC—Push, VKH—MOP. Oosten: Quick—DKS, PW—Union, EHV— Almelo, NijmegenDeventer, Voor beginners: No. 70 van P J. E.vpe te Haarlem. Wit begint en wint. Oplossingen van de nummers 69 en 70 kunnen ingezon den worden tot 15 October. Alle oplossingen en correspondentie betreffende deze rubriek te zenden aan B. H. M. Stevens, Eikenlaan 36, Heem stede. Oplossingen: Nummer 65 van P. J. Eype te Haarlem. Wit speelt 3933, zwart is wel verplicht tot 28x30, 4034, 22x42, 34x3, 16x27, 3x47 en wint.' Heel goed stukje waarin vooral de eerste zet verrassend is. Nummer 66 van J. A. Penrtfngs te 's-Hertogenbosch. Wit speelt 2923, zwart is verplicht tot 19x28 (indien 18x 29 dan 3832, 27x38, 42x13 enz. en Wint.) 38—32, 27x38, 36x27, 22x31, 42x13, 31x42, 47x38, 26—31, 13—9, 31—36, 9—4, 36—41, 410, en nu volgt op 4146: 105 en op 4147: 10—15 en wint. Een stukje vol leven waarin alle stukken actief aan het gebeuren deel hebben.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1949 | | pagina 4