Overheid maltraiteert oud-militairen Drukke voorbereidingen voor het Heilig Jaar Turkse scholieren leren Engels Geen pensioen bij invaliditeit in en door de dienst Kisten voor gidsen, rozenkransen en medailles gaan de wereld door Vroeger kwam een brief niet zo gemakkelijk op zijn bestemming 0 Middenstandscongres in het teken van de P.B.O. „Nog weet Amerika niet dat wij geen fez meer dragen Habsburgse Aartshertog huwt met prinses De Ligne 75 jaar wereldpost Prof. Van Muiswinkel bepleit instelling van een toporgaan Leger op Amerikaanse leest geschoeid Leden van Europa's oude geslachten bijeen in Belgisch dorp VRIJDAG 14 OCTOBER 1949 PAGINA 5 HOLLAND OP ZIJN SMALST (Van onze Haagse redacteur) Meerdere malen is in ons blad reeds geschreven over de bevreemdende houding van de overheid, wanneer het gaai om demobilisatie-kwesties, sociale voorzieningen en navordering van voorschoiregelingen bij oud-militairen. Telkens hebben die publicaties gewerkt ais een sneeuwbai. Er bereikten ons dan series brieven met nieuwe klachten en nog ergerlijker staaltjes en ofschoon wij na een uitvoerig onderzoek veel als pure kankerleciuur hebben moeten ierzijde leggen, wat overbleef is dermate beschamend, dat wij meenden hieraan opnieuw in ons blad aandacht te moeten besteden. Hieronder volgt uit dit materiaal een bloemlezing. Wij heb ben ons hierbij grote beperking opgelegd. Desniettemin, hei relaas is triest, de ambtelijkheid en het gebrek aan eerbied voor de rechten van de man zijn groot en hei geheel is naar onze smaak der overheid onwaardig. Men oordele zelf: ONHANTEERBARE VOORSCHRIFTEN De Paus heeft een nieuw pakhuis Geschiedenis van het intern, postwezen EZ3 UITBREIDING TOT 1078 KAPITAALSUITBREIDING VIA DE OVERHEID? Toporgaan gewenst Wij dachten dat het Russen waren ln nevenstaand artikel treft de Lezer een bloemlezing aan van hetgeen onze Haagse redacteur, uit klachten van lezers, -erzamelde over de wijze, waarop militairen, oud militairen en hunne echtgenoten door de overheid worden bejegend. Hoe wel wij weten, dat op diverse ande re terreinen deze zelfde militai- en betreffende - tal van goede sociale voorzieningen werden ge troffen, menen wij toch op deze pu blicatie nadrukkelijk de aandacht te moeten vestigen. Uit diverse gevallen door onze Haagse redacteur be schreven - spreekt n.l. een zo dui delijk gebrek aan eerbied voor de rechten van dé Ned. staatsburger die staatsburger nog wel, die zich voor het vaderland grote opofferin gen getroostte dat wij hiertegen met klem protesteren. Daar is allereerst de prettige ervaring welke oud-oorlogsvrijwilligers opdoen, die bijvoorbeeld door frontdienst aan de Maas in de winter van 1944 op 1945 flink ziek zijn geworden. Men ontvangt dan op een kwade dag in het Militair Hospitaal een aangetekend en geheim schrijven, waarin verteld wordt, dat ge adresseerde wegens gebreken onge schikt bevonden is voor de dienst en dus ontslagen wordt. Met het „Geheim -A" (dat op het briefhoofd staat aange duid) is het op zichzelf al een merk waardige vertoning, nademaal iedereen, die maar iets met het geval te maken kan hebben, toch reeds weet waar de schoen wringt. Aan de betrokkene wordt voorts me degedeeld, dat hij bij bezwaar tegen de or.gesehiktverklaring een herhaald ge neeskundig onderzoek kan aanvragen, maar dit blijkt een praatje voor de vaak omdat herkeuring toch niet anders uit valt. Hierop begint dan het depot van de Koninklijke Landmacht te Schoonhoven een misschien formeel noodzakelijke, maar gezien de stemming, waarin zulk een patiënt verkeert, bepaald minder aangename touwtrekkerij om zijn wa penrok. Hem wordt gelast zijn uitrusting in te leveren. Maar de man heeft geen burgerkleding en na het ontslag wordt de uitbetaling aan afgekeurde militairen gestaakt! Geen geld dus ook! Gelukkig behoeven wij niet te mel den, dat men de ex-O.V.W.-er naakt op straat zet: na protest aangetekend te hebben mag hij zich voor burgerkleren wenden tot het Gewestelijk Kantoor van de Sociale Dienst, maar tegelijkertijd wordt hem medegedeeld, dat hij niet in aanmerking komt voor invaliditeitspen sioen. Wat nu? De Inspectie van de Geneeskundige Dienst der Koninklijke Landmacht ueeit ons mede, dat eenieder, die „in en door de dienst" invalide is gewor den» automatisch pensioen krijgt Itt de practijk blijkt hier echter iets niet te kloppen. Inderdaad komt het voor "at bij de aankondiging van het ontslag meteen bericht wordt gegeven van de toekenning van pensioen, doch van zeer recente datum is ons een ge val bekend, waarin aan een militair die zeker meer dan de gestelde zes dienstmaanden had, werd verteld, dat hij geen pensioen zou ontvangen en op de vraag wie beslist of zijn kwaal in en door de dienst was opgelopen bleef men het antwoord schuldig. Wordt het pensioenrecht wel in prin cipe erkend, dan leert, volgens onze in formaties, de practijk, dat er een ïan- 8e, bureaucratische weg moet worden afgelegd om het ook metterdaad te kni fe11 men noemde ons de tijd van een laar, of, soms zelfs langer! Wij hebben sterk öe indruk, dat het merendeel van de ambtenaren en/of militairen, die deze kwesties moeten regelen het wel goed bedoelt, maar door allerlei onhanteerbare voorschrif ten geen snelle en doeltreffende oplos sing aan de hand kan doen. Wij vertrouwen althans, dat de uit lating van 'n gepensionneerd lt. ko lonel, die als vertegenwoordiger van de Sociale Dienst bij een bezoek aan een militair-sanatorium een patiënt toevoegde, dat hij blij mocht zijn daar nog verpleegd te worden, tot de uitzonderingen behoort. De conclusie op dit punt het be treft hier tientallen gevallen lijkt °ns deze: het is erg moor dat de Minis ter van Oorlog een militaire patiënt «et Oorlogsherinneringskruis met ster stuurt, maar dit dient een ruimhartige toepassing van haar morele en sociale verplichtingen niet uit te sluiten! Een ander symptoom van schriel heid tegenover de jongens, die zich Voor het lieve vaderland verdienste lijk hebben gemaakt, vinden wjj in de ervaringen van de Nica-mensen, die direct na het einde van de oorlog in Europa via Engeland en Australië zijn vertrokken naar Indonesië. Gedoeld Wordt op een vrij grote groep afge studeerden uit Deventer, die als Junior-planters kregen te maken met het Nederlands-Indisch Rubberfonds. Deze mensen hadden de status van militair. .Jhj hen ging men als volgt te werk: konden zich met de kort-verband- melage en in sommige gevallen ook nog mot een functie-toelage vrij aardig red den, maar voor een gedeelte van hun soldij werd een tegoed in Nederland jfevormd. Wat dit Nica-personeel heeft gmeten doen om bij de terugkeer in atria ook inderdaad dit tegoed' te ilu««en opnemen grenst aan het be- jSchelijke. Medio '46 bleek namelijk het kantoor in Den Haag van een tegoed 'ets af te weten en de afgezwaaiden oesten maar zien hoe zich voorlopig o°r leningen bij particulieren te red en. Wij willen het gehele spel hier bee.f na.kaai"ten; de figuur van het Rub- w £nnds zelf al een semi-gouverne- ntsinstelling is eigenaardig, maar ch= ,.moet °°k oog hebben voor de otisclie omstandigheden, temidden ontstond ^eze Provisorische voorziening Hoe dan ook, bij een serie gevallen, me ons bekend zijn, duurde het twee- aLf 'laar voor de belangheb benden de grootste portie van een h»„aas t.er, ?rotte van rond f2000 in «anden hadden. van een Paar honderd «Ulden bleef het genoemde fonds dat ssorteert onder het departement van einShe. Zaken te Batav?a?neven° geleden £°Ude", en Zle-: l?rie maanden gint kwam de aap uit de mouw Men o inetm£lijk aan het tekenen e£ liit ox-Nicaman nu maar zo vriende- w,..ln 1945 verstrekte militaire tro- metUe^Sting! BiJ ons weten is het nog het wr vertoond, dat - behouden! buitenmodel een soldaat zijn eigen uniform bekostigt. Maar het geval is zelfs nog erger. Voor de reis van Australië naar Indo nesië weigerde de bemanning van de K. P. M.-boot wegens een sympathie staking te varen. De Nica-mensen, die zich als vrijwilligers hadden opgegeven, hebben toen het werk aan boord over genomen. Wij vernamen van een geval, waarin het stokerswerk werd gedaan. Men behoeft niet over grote fantasie te beschikken om zich voor te stellen hoe het costuum van de militair er uit zag na zijn werk op de stookplaat en in de kolenbunkers. Daarna volgde dan nog een jaar dienst te veldeEn nu: na vier jaar moet deze uniform nog betaald worden ook. Wanneer hier over deze gang van zaken bevreemding wordt uitgesproken dan is het niet in de eerste plaats om de hoegrootheid van het bedrag, al kan dit in bepaalde gevallen ook z'n bezwa ren meebrengen, maar om het symp toom van dat vermaledijde „Holland op z'n smalst", telkens weer om futiliteiten achterna lopend juist diegenen, die zich op de een of andere manier verdienste lijk hebben gemaakt. Ten laatste wederom een kwestie van het navorderen van voorschotten. Echt genoten van militairen, die in Indonesië vertoeven, ontvangen een delegatie van de soldij hunner echtgenoten, waarop doorgaans het levensonderhoud van de vrouw, eventueel met kinderen, geba seerd is. Nu komt het voor, dat de man, die al vier jaar onder de wapenen is, destijds in het begin van zijn diensttijd in Én- geland voorschotten heeft ontvangen, die verrekend moeten worden. Anno 1949 is men daar nog altijd mee bezig Eerder werd dezerzijds echter reeds melding gemaakt van het feit, dat men blijkbaar bij het, hier verklaarbare, ge brek aan voldoende administratieve ge gevens uit die tijd, vaak verkeerde vor deringen doet. Het gaat hier om om streden affaires en het zou dus redelijk zijn, dat de desbetreffende vordering tot de man gericht werd, zodat hij ot zijn commandant namens hem zich van te voren van de juistheid zou kun nen vergewissen en zich zo nodig tegen een onjuistheid verweren. Het Centraal Bureau voor Delega ties oordeelt echter anders en houdt het „verschuldigde" bedrag direct in op de delegatie naar de echtgenote. Zelfs dit zou nog tot daar aan toe zijn, wanneer de wijze, waarop zulk* geschiedt, niet getuigde van een tekort aan politesse en een welhaast erbar melijk gebrek aan begrip voor de moeilijke omstandigheden, waarin deze echtgenoten dikwerf verkeren. Im mers de vrouw krijgt doodleuk zonder een letter of cijfer commentaar vijftig of tachtig gulden minder uitgekeerd dan waarop zij rekenen mag men neemt niet de moeite even op een postwissel aan te geven waarom het gezin de volgende maand nu maar met zo. of zoveel minder moet zien rond te komen. Wil de echtgenote nu ook wel eens het hoe en waarom weten, dan kan zij op het kantoor te Scheveningen grif een halve dag zoek brengen, voordat iemand haar weet te vertellen wat er precies aan de hand is. Dat zo'n reis voor iemand, die bijvoorbeeld in Limburg woont, haar bezwaren meebrengt, doet blijkbaar minder ter zake; dat er ook kosten aan verbonden zijn, speelt even min een rol. Een ander frappant voorbeeld betreft een officier, die vierhonderd gulden ge delegeerd had als aanvangssom voor een Wilhelm Pieck, president van de republiek in de Sovjet-Russische zone van Duitsland, inspecteert de Oost-Duitse politie in haar merkwaardige uniform. Van Stalin kreeg Pieck een telegrafische gelukwens met de totstandkoming van de „Duitse democratische republiek". Minister-president Grotewohl kreeg een gelijkluidend telegram. rfe heb (Van onze bijzondere correspondent) ROME, October. mijn werkkamer juist boven het magazijn van het Heilig Jaar 1950 /i in een exterritoriaal gebouw van de H. Stoel in de Via della Conciliazione, de grote verkeersader, die het St. Pietersplein met de rechteroever van de Tiber verbindt. Door het eenvoudige feit, dat twee dagen geleden kisten en pakken door een der keldergaten in de uitgestrekte ruimte, die zich onder dit gebouw bevindt, zijn binnengegleden, is dit magazijn een werkelijkheid geworden. grimvaarder, de pelgrimskaart ontsluit hem de coupé-deur van de spoorwagen, de gids voert hem veilig door het Hei lige Rome, terwijl het gezangenboekje hem helpt effectief deel te nemen aan de kerkelijke plechtigheden. Stapels van honderden enveloppen, bij elkander ver pakt, verlaten binnenkort de kelderruim te om de reis te ondernemen naar de zetels van de Nationale Comité's, in alle landen opgericht, waar dan de uitrei king aan de pelgrims zal geschieden. Na de verzending van deze enveloppen zal het magazijn van het Heilig Jaar niet uitgeput zijn en ophouden te bestaan. In tegendeel. Tientallen kisten blijven er opgeborgen, vol medailles en rozen kransen. Medailles met de afbeelding van Pius XII, de Paus van het Heilig Jaar, rozenkransen in allerlei kleuren en variaties. Deze voorwerpen zullen gedurende de ontelbare audiënties door de gewijde, magere handen van de Plaatsbekleder van Christus in de van beroering trillende hand van de pelgrim glijden om als kostbaar souvenir van Rome's bedevaart te worden medegeno men. Het Pauselijk geschenk is. wat de materiële waarde betreft, klein en be perkt, maar de betekenis, die het in houdt. is daarom des te groter, omdat de Schenker ervan bekleed is met de sublieme waardigheid van zichtbaar Op perhoofd van Christus' Kerk. Dit onderdeel van de voorbereiding van het Heilig Jaar in de kelderruimte onder mijn voeten ontgaat natuurlijk de- voorbijgangers in de Via della Con ciliazione Geen ondergrondse Maar de voltooiing van andere voor bereidingen in dezelfde hoofdstraat kan door eenieder van dag tot dag gevolgd worden. Het centrale gebouw van de Italiaanse Katholieke Actie, dat gedu rende 1950 tot het houden van congres sen en tot het verlenen van gastvrijheid aan bisschoppen en geestelijken zal die nen, staat onder de kap. Aan weerszij den op het andere einde van dezelfde straat, dus aan de kant van het St. Pie tersplein, vordert de bouw van de twee paleizen, waarin het Comité voor het Heilig Jaar restaurants zal openen voor minder bedeelde pelgrims en waarvan de overige ruimte zal dienen tot het onderbrengen van de tentoonstelling van kerkelijke kunst. Er is alle hoop, dat het nieuwe cen- traal-station van Rome vóór 1950 ge reed zal zijn. Juist dezer dagen is de toewijzing geschiedt van de aanleg van het reusachtig stationsplein. Vier grote verkeersstraten, afgewisseld met bloem en grasperken, met voldoende ruimte voor het parkeren van automobielen en voor het centrale vertrekpunt van de meeste tram- en autobuslijnen, moeten Sedert twee dagen werk ik daarom boven een universaliteit. De millioenen speldjes, in die kisten onder mijn voeten verpakt, zullen binnen het jaar op de borst prijken van blanken en zwarten, van Europeanen, Amerikanen, Afrika nen, Aziaten en Australiërs. Millioenen gidsjes, in allerlei talen, zullen binnen enkele maanden doorgebladerd worden door groepen van al deze volkeren, even als de pelgrimskaarten, die zo straks de rekenmachines van alle stations over de gehele wereld zullen doen ratelen om üe gereduceerde prijs van de spoor kaartjes van de pelgrims feilloos te be palen. De verscheidenheid in taal van gidsen en pelgrimskaarten heeft geleid tot een indeling van het magazijn in „hokken", nationale hokken, waardoor de universaliteit onder mijn voeten niet zo stabiel lijkt als men wel zou menen. Maar boven die hokken liggen, aaneen geschakeld, zonder onderbreking, als verbindingsbalken, de pakken met de gezangenboekjes, alle in het latijn, de liturgische taal, welke de schijnbare brokken van de universaliteit weer hecht aan elkander smeedt. Zwarten en blanken zullen tezamen de processies vormen, trekkend van basiliek tot basi liek, onder het zingen van deze gezan gen, die juist door de eenheid van hun taal en melodie ras en kleur zullen doen verdwijnen in het universele karakter, dat in deze pelgrimsgroepen dan over heersend zal zijn. Al dit materieel gaat binnen enkele weken de Pausenstad verlaten. Maar dat hindert deze speldjes, gidsen, pelgrims kaarten en hymnenboekjes niet. Hun verblijf buiten de Vaticaanstad zal slechts van korte duur zijn. Binnen het jaar komt alles weer naar Rome terug, niet zo wezenloos in kisten verpakt als op de uitreis, maar als benuttigd, bruik baar materiaal. Tientallen handen maken in deze da gen de pelgrimsenveloppen in orde. Speldje, gids, pelgrimskaart en gezan genboekje gaan in eenzelfde enveloppe en vormen het „vademecum" van de pelgrim van het Heilige Jaar 1950. Het speldje slaat de Rome-reiziger tot pel- dit plein tot een „blijde entrée" maken voor de pelgrim in Italië's hoofdstad. Dit werk zal vier volle maanden in be slag nemen en, moet dus, naar deze be rekening, begin Februari 1950 gereed zijn. Wat volgens de ongunstige berichten van de laatste dagen vóór 1950 niet ge reed zal zijn, is Rome's ondergrondse. De baan, waarvan de aanleg in 1940 reeds begonnen is en die, na de onder breking van het werk gedurende de oor log, nu geheel is afgebouwd, zal niet bereden kunnen worden bij gebrek aan spoorwegmateriaal, dat speciaal voor deze dienst gemaakt moet worden, en vanwege de onmogelijkheid de ver schillende ondergrondse stations in te richten. De reden van deze tegenslag is het gebrek aan financiële middelen in de gemeentekas. De kosten voor de vol tooiing van deze ondergrondse bedragen meer dan drie milliard lire en nóch de staat, noch de gemeente kunnen voor het ogenblik dit hoge bedrag voor dit doel ter beschikking stellen. Het is tegenwoordig heel gewoon een brief te verzenden naar elke plek op de aardbol. Als men de brief maar juist adresseert en voldoende frankeert heeft men vrijwel de zekerheid, dat de brief zijn bestemming bereikt. Deze voor ons huidige begrip alledaagse zaak sprak honderd jaar geleden helemaal niet vanzelf en degenen, die de wenselijk heid van een internationale regeling betoogden, werden niet zelden voor dromers en utopisten uitgemaakt. Niettemin kwam op 9 October 1874 in Bern een grote overeenkomst tot stand, de „Union Générale des Postes", die 22 landen omvatte welke gezamen lijk 370 millioen inwoners telden. Het waren behalve de meeste Europese lan den ook de Ver. Staten van Noord Amerika en Egypte. Drie jaar later in 1877, kwamen Japan, Brazilië en Perzië er bij en het jaar daarop in 1878 groei de de organisatie uit tot het huidige wereldpostverbonö, de „Union Postale Universelle", die ook de koloniale lan den omvatte. In 1880 en volgende jaren sloten zich de Zuid-Amerikaanse lan den hierbij aan en in 1914 trad China toe. Op dit moment kan men de niet- aangesloten landen precies aan de vin gers van één hand aftellen. Het zijn Nepal, de Lakadiven en de Maladiven, Kuweit en Mongolië. Practisch zijn deze landen echter ook aangesloten want India verzorgt de post voor Nepal, Ku weit en ae Lakadiven, van Ceylon uit worden de Maladiven (de zgn. 100.000 eilanden in dé Stille Oceaan) bediend en tevens de Arabische staat Kuweit. Mongolië krijgt zijn post via de Sovjet- Unie. Het is kenmerkend voor de deugde lijke grondslag van de wereldpostorga nisatie, dat de verslagen en procesver balen der voorbereidende bijeenkom- komsten de eerste vond in 1863 te Parijs plaats die in 1874 uitgroeiden tot de stichting van de „Union Générale des Postes" nog steeds dé grondslag vormen van de wereldomvattende or ganisatie van het postwezen. De wezen lijke inhoud der conventie wordt weer- Ter gelegenheid van het 75-jarig be staan van de „Union Postale Univer selle", de Wereldpostvereniging werd een jubileum-postzegel uit gegeven. In onderstaand artikel wor den enige wetenswaardige feiten uit de geschiedenis van het internatio nale postwezen gereleveerd. gegeven door het artikel, waarin wordt vastgelegd dat de aangesloten landen onder de naam „Union Générale des Postes" besloten tot 't vormen van ,.un seul territoire postal pour l'échange re ciproque des correspondences' „één enkel postaal gebied voor het weder kerig uitwisselen van brievenpost". De betekenis was dat er een wereld- postverkeer zonder grenzen was ge sticht. Aanvankelijk betroffen de bepa lingen alleen de brievenpost. Maar in d loop der jaren werden de overeenkomsten uitgebreid tot aangegeven-waarde-ver- keer en postwissels (1878), postpaketten (1880), kwitantiedienst (1885), rembour- sementen en abonnementen op kranten en tijdschriften (1891), terwijl in 1920 het giroverkeer internationaal werd ge regeld. De ontwikkeling dér luchtvaart eiste aanvulling der post-overeenkom- sten. die in een reglement voor lucht- postvervoer werden vastgelegd. Verschillende staten hebben binnen het kader van de Wereldpostvereniging (Union Postale Universelle) regionale overeenkomsten afgesloten. Dit geldt b.v. voor Scandinavië, de Balkan en Afrika. Een der meest karakteristieke bepalin gen van de Wereld-Post-Unie is, dat de aangesloten landen „volledige vrijheid van doorvoer onder alle "omstandigheden voor het postverkeer" garanderen. In de practijk kwam daar tijdens de beide wereldoorlogen natuurlijk niet veel van terecht. Maar deze bepalingen zijn niet temin kenmerkend voor de geest van de wereldpostvereniging. Bij de stich ting in 1874 werd haar practische bruik baarheid door vele pessimisten betwij feld. Moge het practische optimisme en het idealisme, dat de bouwers der we reldorganisatie van het postwezen in zo ruime mate bezaten, ook thans en in de naaste toekomst meehelpen om de bar rières tussen de volkeren te doen ver dwijnen. DE ONTWIKKELING VAN DE UNION POSTALE UNIVERSELLE j. "j LANDEN VAN OPRICH TING IN 1374 UITBREIDING TOT 1083 UITBREIDING TOT 1820 NIET-LEDEN DER O PU 7 NEPAL 2 KOEWEIT 3 MONGOLIË 4 LAKKADIVEN 5 malladivEn levensverzekering. Na verloop van ge ruime tijd ontving hij een briefje van de maatschappij met de vraag of het hem ernst was met deze verzekering, daar hij anders in verband met leeftijd e.d. niet meer in aanmerking zou ko men. Wat bleek? Het CBD had dit geld domweg ingehoudusn om een schuld aan te zuiveren! Ja zeker, de soldaat kankert. Wij we ten het: vaak uit querulantie; maar het bovenstaande is er om aan te tonen, dat er toch ook dikwijls een gegronde re den toe is. (Van onze Rotterdamse redactie) Sinds 1931 heeft de gedachte aan een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie in de Katholieke Middenstandsbond ge leefd en de heer J. Koops, voorzitter van de bond, kon gistermorgen op de tweede congresdag van de N.R.K.M. dan ook zeggen, dat deze vergadering een historische was. Juist op de helft van dit congres, Woensdagnacht om twaalf uur, heeft de Tweede Kamer het wets ontwerp aangenomen. Hij sprak de hoop uit, dat deze belangrijke stap een zegen zou mogen zijn voor het vaderland, voor het hele bedrijfsleven, voor de midden stand en voor de arbeiders. De slotzit ting van het congres stond geheel in het teken van de P.B.O. „Een middenstands toporgaan in de P.B.O." was het onder werp, dat door twee deskundigen, dr. J. Delf gauw en prof. dr. F. van Muiswin kel, behandeld werd. Dr. Delfgauw betoogde o.a., dat vele middenstanders hun tijd niet begrijpen en in hun isolement blijven volharden. De totstandkoming van de P.B.O. is ook voor de middenstand het beslissend mo ment. De typische, gemeenschappelijke verhoudingen en functies van de mid denstandszaken dienen voor hen echter behouden te blijven, daar anders de con currentie met andere bedrijfsvormen tot de ondergang zal leiden. De midden stand zal steeds voldoende paraat moe ten zijn. Hij gaf hiervoor een aantal mid delen aan. Sociologisch gezien vervullen de meeste middenstandsondernemingen een belangrijke taak, doordat zij vereen zaming en gelijkschakeling van de men sen helpen tegengaan. Een midden standstoporgaan in de P.B.O. achtte spre ker zeer noodzakelijk voor de midden- Stand en ook het belang van de arbei- ders in de middenstandszaken vraagt een dergelijk toporgaan. Overigens ver wachtte hij wel, dat de middenstand een goede plaats in de P.B.O. zou innemen Prof. Van Muiswinkel kwam tot de conclusie, dat het ontwerp van wet op de bedrijfsorganisatie de mogelijkheid opent tot het instellen van een midden standstoporgaan. Hij achtte zulk 'n top orgaan gewenst, omdat de middenstanas- ondernemingen op het terrein van de tailhandel, ambacht en verkeer- in de vorm van het klein- en middenbedrijf worden uitgeoefend en de verbonden heid tussen detailhandel en ambacht zeer sterk is. De tegenstanders van het creëren van zulk een toporgaan, aldus spreker, baseren hun mening op de er varing, die verkregen is in een tijdperk van schaarste-economie, waarin de z.g. functionele verschillen tussen detailhan del en ambacht werden toegespitst. Het begrip middenstand dient als bedrijfs economisch begrip te worden gehan teerd; het z.g. functionele verschil tus sen detailhandel en ambacht berust niet op waarlijk bedrijfseconomische gron den, doch is een vaktechnisch verschil. Het midden- en kleinbedrijf, zo con cludeerde spreker, heeft een eigen be drijfseconomische problematiek, waar van de betekenis ver uitgaat boven die van de vaktechnische vraagstukken. Deze problematiek nu vraagt in de P. B. O. een toporgaan, ter gemeen schappelijke behartiging van de belan gen. De vaktechnische belangenbehar tiging kan in de desbetreffende be drijfschappen worden gewaarborgd en zal in geen enkel opzicht door het in stellen van een middenstandstoporgaan worden geschaad. In de morgenzitting is de huidige fi nancieringspositie van de middenstand besproken door de heer G. Schras. Hij was van mening, dat de oplossing van de na-oorlogse moeilijkheden gedeelte lijk gevonden zou moeten worden in het opnemen van een bankcrediet. Als mogelijkheden hiertoe zag hij een normaal bankcrediet; herstelcredieten voor de middenstand; credieten ter te gemoetkoming aan moeilijkheden; werk- tuigcredieten en voorschotten door be middeling van borgstellingsfondsen voor de middenstand. Nagenoeg alle spre kers die na dit prae-advies het woord vroegen, stelden de vraag: hoe verschaf ik me uitbreiding van kapitaal? „De middenstand, aldus de heer Schras, zal de oplossing van zijn moeilijkheden al lereerst bij zichzelf moeten zoeken en niet moeten gaan zien hoe anderen hem zouden kunnen helpen". Op het ogenblik bestaat er een credietbehoefte een zeer gezonde die voor de banken niet op te lossen valt. Er bestaat dan ook inderdaad een leemte in de credietvoorziening. De heer Schras meende echter te mo gen aannemen, dat er enige kans bestaat, dat de kapitaalsuitbreiding via de overheid zal komen. „De midden- en kleinonderneming in het belastingstelsel" was de titel van het prae-advies, dat uitgebracht werd door drs. Krouwels. Vele sprekers wa ren het niet eens met de ondernemers belasting, die zij onrechtvaardig noem den. Rector Brands sprak des middags de vergadering toe en spoorde de congres sisten aan tot bidden en boete om wat er zich in de Oost-Europese landen af speelt Men nam daarop een resolutie aan, die ter kennis zal worden gebracht van het UNO-Actie-Comité en de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties te Lake Success. In deze resolutie doet men een scherp protest horen tegen de mensonterende gebeurtenissen in Oost- Europa en dringt men er bij de UNO op aan, al het mogelijke te doen, om deze onhoudbare toestand te doen be ëindigen Na het zingen van het Wilhelmus sprak de heer Koops het slotwoord. Hij noemde deze congresdagen historische dagen en bracht dank aan allen. „Wij staan, zei hij, thans op de drempel van een nieuwe maatschappelijke structuur. Er is weer een vruchtbare periode af gesloten". Alle aanwezigen zongen daar op „Aan U, o Koning der eeuwen". 99 Een Amerikaans blad publiceerde onlangs een onschuldig plaatje over Turkije en het onmiddellijke gevolg was een storm van protest in de Turkse pers, niet zozeer wegens de afbeelding op zich zelf, maar omdat er een Turk met een fez" op voorkwam. „Weten de Amerikanen nu nog niet, dat we dit hoofddeksel al 23 jaar lang niet meer dragen?", riepen de Turkse bladen uit. Toegegeven moet worden dat de meeste Amerikanen dit inderdaad niet weten en dat is de reden waarom vele Turken zich voeïen als de minst begrepen en minst gewaardeerde leden van het gezin der Westelijke naties. Met hun groot leger en de meest stabiele regering van Europa hebben de Turken thans het oog gericht naar het Westen, en speciaal naar de Verenigde Staten en Engeland. Iedere poging om hen met een andere categorie te asso ciëren de Oosterse, Levantijnse of Aziatische gemeenschap is slechts ge schikt om een nieuwe storm van protest te ontketenen. De zwaarste slag voor de Turkse trots is ongetwijfeld het feit geweest, dat het land buiten het Atlantische Pact gehouden is. Voor het eerst se dert maanden schold de doorgaans in getogen. Turkse pers op de Verenigde Statpn. op Engeland, op Frankrijk. Engeland en Frankrijk en het is niet onwaarschijnlijk, dat de Verenigde Staten er hun fiat aan hebben gege ven diepten daarop een uit 1939 stammend driemogendheden bondge nootschap met Turkije op, waarvan eik- een reeds hoog en breed had aangeno men, dat het geen rechtsgeldigheid meer bezat. Dit verdrag nu werd op nieuw bevestigd en daar Engeland en Frankrijk beide leden zijn van het At lantische Verdrag, worden de Turken in feite door een achterdeurtje binnen gelaten. Maar dat alles neemt mei weg, dat zij zich in het Westelijk ge zelschap als ongewenste familieleden voelen. Wat hun eigen defensie betreft, heb ben de Turken heel wat meer gedaan dan het afzetten van de fez en het ver vangen daarvan door de Westelijke gleufhoed. Neem bijvoorbeeld het type Westelij ke democratie. Dat begon al met de verklaring van president Ismet Inonu in 1945, bij welk decreet de oppositie partijen wettelijk bestaansrecht kregen Sommige buitenlandse waarnemers spreken van een denkbeeldige demo cratie, een gebaar als het ware in de richting van het Westen. De Turken hebben hen beschaamd gezet door op democratische wijze verkiezingen üét te schrijven, waaraan tal van partijen deelnamen, door een vrije en oppositio nele pers toe te laten, die de regering dagelijks wegens vermeende fouten op de vingers tikt, en door het beknotten van de Gestapo-achtige macht der Turkse politie. Wat op de Westelijke diplomaten in Turkije vooral indruk heeft gemaakt is de onbetwistbare rijpheid der buiten landse politiek. Toen andere Mohamme danen in het Midden-Oosten verleden jaar naar de wapens grepen om aan de „Heilige Oorlog" in Palestina deel te nemen, bewaarden de Turken een stipte neutraliteit. De regering bedreigde iedereen met gevangenisstraf, die. aan welke kant dan ook, aan de Palestijnse oorlog zou deelnemen. „Wij zijn leden van de Verenigde Na ties en wij hebben als zodanig te han delen", verklaarde Nihat Erim, thans vice-premier. De leerlingen van de Turkse openba re scholen leren thans Engels. Boeken, tijdschriften, films en muziek uit het Westen vormen de hoofdschotel van, De United Press-correspondent Nen- no Duerksen, die pas van een bezoek aan Turkije in Londen is terugge keerd, geeft in nevenstaand artikel zijn indrukken weer over de invloe den der Westelijke democratie op Turkije. het culturele menu. De Turken hebben de hulp van Amerikaanse en Europese technici ingeroepen voor een intensie ve modernisering, van het telefoonsys teem af tot aan de melkpasteurisatie toe. Hetzelfde geldt voor het Turkse leger en de vloot. Vermoedelijk doet de Amerikaanse invloed zich nergens zozeer gelden ais op het leger. Toen de schepen tanks, kanonnen, vliegtuigen en technici alles verkregen onder de bepalingen van de „Truman doctrine" begonnen te lossen, werden de technici even har telijk verwelkomd als het oorlogsma- terieel. De Turkse soldaat leert nu het krijgs- Dedrijf aan de hand van Amerikaanse opleidingsfilms met Turks gesproken tekst en men kan zonder overdrij ving zeggen dat het gehele opleidings- en commandosysteem in Turkije op Amerikaanse leest geschoeid is. „Het is gewoon een revolutie", gaf een Turkse generaal te verstaan, „geen Turkse boerenjongen, die nu leert hoe een veertig tons truck te besturen en te repareren, zal ooit meer bevrediging vinden in het bewerken van zijn va- der's akkers met een os en een houten ploeg". Toen onverbeterlijke sceptici bleven volhouden, dat zij er nog niet zo van over tuigd waren dat de sympathie der Turk se boeren geheel in Westelijke richting uitging, geschiedde het dat een Ameri kaans vliegtuig met benzinegebrek te kampen kreeg boven de binnenlanden van Anatolië. De Yankees daalden per parachute op gebied, dat nimmer tevoren door een Amerikaan was betreden en werden on middellijk omringd door vijandig blik kende boeren, die hen met knuppels en met de vuist te lijf gingen. Toen ten slotte een tolk ter plaatse verscheen, veranderde het toneel als bij toverslag. De boeren boden niet alleen hun ver ontschuldigingen aan, maar kwamen bo vendien met voedsel en drank aanzet ten om de vreemdelingen goedgunstig te stemmen. Wat was de achtergrond van dit alles? „Wij dachten dat het Russen waren". In 1950, waarschijnlijk omstreeks 15 Januari, zullen de leden van de roem rijkste geslachten van Europa zich naar het Belgische plaatsje Beloeil begeven, waar in de slotkapel het huwelijk zal ingezegend worden van Aartshertog Karei van Habsburg en prinses Yolande de Ligne, tweede dochter van prins De Ligne, de Belgische ambassadeur te New Delhi. De jonggehuwden zullen zich daarna waarschijnlijk in de Verenigde Staten vestigen, waar Aartshertog Karei rela ties heeft in Amerikaanse economische kringen. De verloofden verblijven thans in het kasteel te Beloeil, dat een bron van herinneringen vormt voor de huizen van Lotharingen en van Oostenrijk, waar de toekomstige echtgenoot leeft in een atmosfeer, die hem aan zijn voorouders herinnert. Prinses Yolande ontmoette Aarts hertog Karei voor het eerst, toen zij beiden nog kinderen waren. Bij het einde van de tweede wereldoorlog kre gen zij de gelegenheid elkaar in Frank- rijk en de Verenigde Staten te ont moeten. De prinses is 26 jaar. Zij heeft veel gereisd en vergezelde haar ouders op een autoreis door de Sahara. Zij stelt veel belang in kunst en sociaal werk en beoefent tal van takken van sport. Aartshertog Karei is de vierde zoon van keizer Karei van Oostenrijk en kei zerin Zita. Hij is te Baden, bij Wenen, geboren en is 31 jaar oud. Na de dood van zijn vader, op 1 April 1922, vestigde de Oostenrijkse keizerlijke familie zich in Spanje, om zich tijdensde Spaanse burgeroorlog naar het kasteel van Steenokkerzeel te begeven. De jonge Aartshertog studeerde aan het St. Mi- chielscollege te Brussel en aan het Schotse college te Wenen. Hij liet zich inschrijven in de facul teit der rechten en sociale wetenschap pen aan de Leuvense universiteit, maar moest in Mei 1940. bij de inval der Duitsers, België verlaten. Hij studeerde dan aan de Laval-uni- versiteit te Quebec, waar hij tot doctor in de rechten en in de politieke en sociale wetenschappen promoveerde. Hij houdt zich speciaal bezig met economische vraagstukken. Aartshertog Karei is zeer sportief en I spreekt vloeiend Frans en Engels.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1949 | | pagina 5