DE VIERDE DIMENSIE ERIC IN HET RIJK VAN HET MIDDEN HEI OOSTEN OF DE VOORGROND Mensen op reis Spaak DE KONING ZOU MOETEN AFTREDEN Zó is mijn zoon IVOROL Apostolaat Een steekvlam in de duisternis ACHTERGRONDEN Sociale klimaat niet gezond Wereldtoneel RESA - HILVERSUM LITERAIRE KRONIEK Een kou, een griep ZATERDAG 22 OCTOBER 1949 PAGINA 3 Geslaagd dank zy ■uW - Verklaring Frans Episcopaat: GROTE ACTIE VOOR KINDERPOSTZEGELS door CLARENCE BUDINCTON KELLAND Vertaling van H. DE GRAAFF Geruchten over een verschijning te Weert Grote terughoudendheid gewenst Liturgische weekkalender EEK KRACHTIG Een van de waarheden, die bij de lezing van het Nieuwe Testament allerduidelijkst naar voren treden, is wel deze, dat Christus Zijn Kerk heeft ingesteld als een zichtbare ge meenschap, bestemd voor alle mensen. Ce theologie leert dan ook met nadruk, dat de algemeenheid of katholiciteit een van de wezenlijke kenmerken van de éne, ware Kerk is. Anderzijds is de heiligheid evenzeer een essentiële eigen schap, die Christus' Kerk bezit en haar onderscheidt, samen met de andere kenmerken, van de overige instellingen, die zich wel de Kerk van Christus noe men, maar het in feite niet zijn. De vraag, die ons vandaag bezig houdt, is er een van practische aard. Wanneer de algemeenheid èn de heilig heid beide kenmerken zijn van de ware Kerk van Christus, en daaraan valt niet te twijfelen, wat is dan voor ons, leden van die Kerk, de beste manier om bei de eigenschappen te zamen te verwe zenlijken? Er is veel gesproken en geschreven over deze vraag. De meningen daarom trent lopen nog al uiteen, zoals dat ge schieden kan, zodra het gaat over de keuze van de juiste taktiek. Toch is het goed mogelijk zich een overzicht te vormen van de voornaamste opvattingen in deze materie. Wij achten het van groot belang, dat men zich hiervan een.» ter dege rekenschap geeft, vooral omdat de gelovigen-zelf ten slotte degenen zijn, die aan de verwezenlijking van deze bei de kenmerken van Christus' Kerk, over eenkomstig de goddelijke opdracht, hun leven moeten wijden. Daarom is het zo nodig, dat men dui delijke ideeën bezit over de redenen van zijn eigen activiteit. Wanneer de Kerk zonder meer, door dik en dun heen, al haar aandacht zou schenken aan het vervullen van haar universele wereldzending, d.w.z. wan neer zij zou trachten alléén maar zoveel mogelijk mensen tot haar leden te ma ken, dan ligt het voor de hand. dat daardoor tegelijkertijd de heiligheid van het geloof en de levenspraktijk zeer in het gedrang zouden komen. Dit behoeft wel geen nader bewijs. De kwaliteit op offeren aan de quantiteit zou van wei nig echte wijsheid getuigen. Wij moeten nu eenmaal het harde feit aanvaarden, dat de mensheid, een be trekkelijk kleine, geestelijke élite uitge zonderd, voor verreweg het grootste deel bestaat uit een zeer onontwikkelde, vol komen aards ingestelde massa, die nau welijks toegankelijk is voor een zuiver begrip van bovennatuurlijke godsdien stigheid. Het religieuze sentiment, dat bij de élite en hiermee zijn heus niet per se de wetenschappelijk ontwikkel den bedoeld tot hoge bloei is gekomen en intens wordt beleefd, is bij de massa óf totaal verdwenen, öf zo sterk op de achtergrond gedrongen, dat utiliteits overwegingen en de behoefte aan direct- tastbaar voordeel de gedachte daaraan niet eens meer doen opkomen. Hoogst betreurenswaardig, maar waar! God heeft slechts een plaats in hun leven voor zover men van Hem zegen ver wacht over de belangen van het eigen, dagelijkse leven. Langs welke wegen kan de Kerk deze onverschillige, totaal verkeerd gerichte massa het juiste inzicht bij brengen in het bovenaards karak ter van de godsdienst, die het hele leven moet beheersen? Twee stromingen zijn duidelijk te onderscheiden in de vele antwoorden, die op deze vraag gegeven zijn. De ene richting is voorstander van een zekere toegeeflijkheid. Men wil de aantrek kelijkheid van het Katholicisme op de voorgrond plaatsen, evenals de gunstige invloed van eerlijke godsdienstigheid op het sociale, economische en familie leven. in de hoop op die manier ieder tot de Kerk te brengen en zalig te ma ken. De tweede, strengere richting echter eist vóór alles een ongerept- godsdienstige levenshouding ondanks of zelfs ten koste van massale af val. Men redeneert dan zo: van de vu righeid der trouwe volgelingen kan o p de duur zo'n grote invloed ten goede worden verwacht, dat daardoor het ge leden verlies weer wordt opgeheven. Al kunnen beide opvattingen verde digd worden, toch komt het ons voor, dat beide, als apostolaatsmethode, t extreem zijn om elk voor zich zon der meer aanbevelenswaardig te zijn. Ons dunkt, dat ook hier de juiste weg in het midden ligt. De deugd van voorzichtig beleid zal het wijze evenwicht moeten vinden. Toegeeflijkheid kan van dienst zijn, wanneer een kwijnend kerkelijk leven door een plotseling, streng optreden zeker geheel te gronde zal gaan. G e- leidelijke verbetering is hier de aangewezen weg. In streken met een vurig geloofsleven mag men gerust op een zo nauwkeurig mogelijke beleving van de godsdienst aandringen en daarvan succes ver wachten. Een eventueel en waarschijn lijk maar tijdelijk verlies van enkele zwakkere elementen kan best spoedig weer goed gemaakt worden door de onweerstaanbare en aantrekkelijke be smettelijkheid van het werkelijk-goede. Zo zal de Kerk zeker haar algemeen heid sterk bevorderen. In ons vaderland lijkt ons deze ma nier het meest voor toepassing in aan merking te komen. Een buitenstaan der, die oppervlakkig kennis neemt van het katholieke leven in Nederland, van onze organisaties op kei'kelijk, charitatief en sociaal gebied, en niet op de laatste plaats van onze bewonde renswaardige K.A.B., zal licht geneigd zijn van een bloeiend geloofsleven te spreken. Wij zelf echter wéten, dat deze uiter lijke, inderdaad goede factoren in wer kelijkheid geen innerlijk-levende bloei garanderen. Voor ons ligt het meest ver blijdende verschijnsel hierin, dat het in zicht in de eigen tekortkomingen, waarbij wij vooral aan de zo vaak ge constateerde, formalistische verstarring denken in steeds breder kringen door breekt. Er moet inderdaad nog veel gebeuren en veranderen, vooraleer wij met reden van een werkelijk algemeen bloeiend geloofsleven onder de Nederlandse katholieken kunnen spreken. De uitbreiding van de Kerk is in o n z e handen gelegd. Door Christus Zelf! Maar wij zullen de voortreffelijkheid van het Katholicisme aan andersdenken den niet overtuigend kunnen aantonen, als wij niet eerst zelf „rijk beladen zijn met de vrucht der gerechtigheid". Dit is een taak, die op ieder van ons apart rust. Wij mogen het werken daaraan niet uitstellen, tot onze buurman ermee begint. Sint Paulus wijst ons hierin dui delijk de weg. Wij behoren er alles op te zetten zo spoedig mogelijk te komen tot een vermeerdering van liefde en een diepere kennis van het geloof. Het zo vaak aanbevolen lezen van de H. Schrift opent hier voor ons onvermoede per spectieven. Op die manier zullen wij onze eigen volmaaktheid te zekerder bereiken en voor de priesters en het kerkelijk gezag een kostbare steun zijn bij de prediking van het Evangelie. De genade van God betekent voor ons Zowel een levenstaak als een grote, een zéér grote verantwoordelijkheid. Kernvorming in gezin en parochie is voor ons „de" methode bij uitstek om tot een bloeiend katholiek leven te ge raken, waarvan, naast ons eigen ziele- heil, het welzijn van ons vaderland en Van de hele wereld afhankelijk is. Het ware te wensen, dat wij toch ein delijk eens zover komen, dat iedere katholiek deze woorden diep peilt als de enige, van God-Zelf afkomstige waar heid en werkelijkheid. „God werpt ons op als een laatste wal tussen de duivel en Hem," laat Georges Bernanos zijn zwaar beproefde priesterfiguur in de roman „Onder de zon van satan" uitroepen. God werpt ons öp.... Die „ons" zijn wij allen in laatste instantie. In eerste instantie tekent deze uitspraak echter ten voeten uit de persoon en het werk van Bernanos zelf. Deze man is een der grootste Franse geesten; een doorvorser met een hartstochtelijk borend intellect; een vurige, alles meesleurende draaikolk in de rivieren der ziel; een katholieke steek vlam in de heimelijkste gedrevenheden van ons hart; een roekeloos modern romancier, wiens boeken stuk voor stuk worstelingen zijn op de laatste verdedi- gingswal van de vesting: het aardse leven. God woont in het centrum van deze vestingDe machten van buiten, de stormrammen uit het rijk van satan, zijn het centrum genaderd. God werpt ons öp als een laatste wal in het laatste levens lang durend gevecht met de duivel als lijfelijke realiteit. „Onder de zon van satan" (Sous le soleil de satan) was de eerste roman, die Bernanos schreef. Het boek ver scheen in Frankrijk in 1926. Nu wij het in Nederlandse vertaling kunnen lezen (in Nederlandse herschepping kan men zeggen, want de vertaler Dick Ouwendijk heeft de gedrongen, expres, sieve stijl van Bernanos gelijkwaardig weergegeven), nu is „Onder de zon van satan" een gloednieuw boek voor ons, dat zojuist geschreven had kunnen zijn. Dit is een roman over achtergronden. De weinige, maar dan ook moordende intriges, die er in worden uitgewerkt, hebben geen ander doel, dan ons in die achtergronden binnen te voeren. De ruimte, waarin wij leven, heet drie dimensionaal. De achtergronden, waar in Bernanos zijn verbijsterend licht werpt, kan men de vierde dimensie noemen. Het is de duistere dimensie van het buitennatuurlijke, en soms, wanneer wij ons lijden in een flits er varen als beproeving plus genade van God, wordt het de dimensie van het bovennatuurlijke leven. Deze flitsende ervaring valt ons allen minstens een maal in ons leven ten deel. „Wij bevinden ons nu in een ogen blik van leven," laat Bernanos de oude abbé Menou-Segrais zeggen tot zijn jonge kapelaan Donissan, de toekom stige heilige van Lumbres en dramati sche hoofdpersoon van de roman, „wij bevinden ons nu in een ogenblik van leven, waarop de waarheid zich als vanzelf in een onweerstaanbare evi dentie opdringt, waarop ieder van ons maar de armen heeft uit te strekken om ineens boven de duisternis uit te stijgen in het zonlicht van God. Op zo'n ogenblik is menseiijke voorzich tigheid een valstrik en een dwaasheid. De heiligheid!" riep de oude priester met diepe stem. „Ik weet, dat ik je, .door dat woord uit te spreken, pijn doe. Je weet heel goed, wat heiligheid is: een roeping. Als God je verwacht, moet je omhoog; je moet omhoog, of je gaat te gronde. Verwacht geen hulp van een mens. In het volle bewustzijn van de ver antwoordelijkheid, die ik op mij neem en nu ik voor de laatste maal je ge hoorzaamheid en eenvoud op de proef heb gesteld, geloof ik er goed aan te doen op deze wijze met je te spreken. Door te twijfelen aan je kracht en aan de bedoelingen, die God met je heeft, raakte je in een impasse: ik wil graag het gevaar riskeren van je weer op weg te helpen: ik geef je aan degenen, die op je wachteri, aan de zielen, die zich geheel en al van je meester zullen maken.... God zegene je, mijn jon gen!" Hier heeft men de sterk verkorte projectie van het leven, dat in deze roman staat getrokken als een hoog spanningsdraad tegen de geladen on weersachtergronden in een vierde dimensie, zoals wij hierboven aan duidden. Het is niet gemakkelijk in een voudige woorden het wezen van dit meesterwerk te benaderen. In het kort de inhoud weergeven heeft geen zin, omdat die inhoud toch al leen maar door achtergronden wordt gevoed. De jonge kapelaan, de toekomstige heilige van Lumbres, geeft zich geheel aan de zielen der men sen en zij maken zich van hem mees ter. Hij doorschouwt de duisternis der zielen en brengt licht, maar de duisternis slaat op hem over. Hij brengt vrede, maar kent zelf geen vrede. Hij geeft vreugde, maar heeft zelf een angst voor vreugde. Toen hij jong was, kende hij het kwaad niet; hij heeft het pas leren kennen uit de mond der zondaars. Het overweldigt hem en verstikt in hem de hoop op eigen hemels geluk. Hij heeft mede lijden met alle wanhopige zielen, niaar kent voor zichzelf geen mede- lijden. Om de zielen der zondaars is hij geneigd een compromis met satan te sluiten, als deze hem in een visioenai- re nacht ten dode toe kwelt met het leed, dat hij de zondaars berokkent: „Ik zal je vastnagelen in mijn gebed, tenzij je afziet van de zielen, die mij zijn toevertrouwd." Het is zijn roeping, meent hij, de satan in de zielen te achtervolgen en daarbij het eigen zieleheil op spel te zetten. Hij leeft persoonlijk minder in de verwachting van de glorie, die wij eens zullen bezitten, dan in de droef heid van de glorie, die wij verloren hebben. Zijn vlees drinkt het lijden als een genot, met eenzelfde mateloze begeerlijkheid. Daarbij probeert hij, hetgeen hij ondergaat zo scherp mo gelijk waar te nemen. Hij wordt, be halve door geloofsijver, ook gedreven door „de leegte en hunkering van een bovennatuurlijke nieuwsgierigheid, die nooit te bevredigen zou zijn.' Die nieuwsgierigheid behoudt hij zelfs tijdens de ergste bekoringen, wanneer hij in de herfstnacht met de geïncar neerde satan worstelt en in blinde cirkels voortgejaagd wordt door de modderige zandwegen van het naar geestige Franse platteland van Nor- mandië. Zo is dit boek een explosieve mengeling van knappend droge obser vaties en vurige hartekreten gewor den. De hoofdpersoon is een heilige zonder glorie, zonder geluk, zonder vreugde. Als zodanig is zijn heiligheid in tegenspraak met de kerkelijke opvattingen hierom trent. Men doet dan ook verkeerd, deze roman te beschouwen als een geroman tiseerde hagiografie of als een boek, dat de heiligenverering levend wil houden. Het is een pure roman, een verbeeldings werk, dat slechts hier en daar is geboet seerd naar historische personen en authen tieke gegevens. Zo zou men in de roman figuur van deze heilige van Lumbres ge neigd zijn het portret van Pastoor van Ars terug te vinden; temeer daar Ber nanos hem hier tweemaal met name mee vergelijkt. En zo kan men ook in de ro manfiguur van Antoine Saint-Marin, be roemd schrijver en lid van de Académie Franpaise, ,,de laatste der Grieken", zoals hij zichzelf noemt, gemakkelijk de cari- caturale trekken herkennen van Anatole France. Hij komt op zijn oude dag naar Lumbres toe, deze verfijnde levensgenie ter, naar zijn eigen woorden: „om een echte heilige te zien, een die wonderen doet: om zo te zeggen; een populaire hei lige." Hij treft de uitgeleefde pastoor echter dood in de biechtstoel aan en met deze ontdekking eindigt de roman. Waarschijnlijk heeft Bernanos deze spot zieke, aesthetiserende beroemdheid te elf der ure in zijn roman gehaald, om de zedelijke strekking van zijn eigen werk te verdedigen. Wat Bernanos van zijn werk eist, is: artistieke doorpeiling van de moderne gevoelswerkelijkheid en af bakening van de plaats, waar wij staan tussen God en al wat ons van God poogt weg te trekken. Deze eis breekt los uit de enige wetten der aesthetics en zoekt naar achtergronden. Naar diè achtergron den, welke ontbreken in het gevierde oeuvre van de beroemdheid, die de heilige van Lumbres komt bezichtigen. „De ge teisterde- jeugd, die Péguy dood vond liggen in een loopgraaf, met het aange zicht naar God gekeerd, verwijdert zich met, walging van de divan, waarop de supercritiek haar nagels zit te politoeren. De zorg voor het raffinement van haar aesthetische onmacht laat zij gaarne aan Narcissus over," schrijft Bernanos, terwijl hij Antoine Saint-Marin, alias Anatole France, in de lege kerk laat zitten. Dit is de toon van een pleidooi voor eigen pa rochie. Het vergelijken van romanfiguren met persoonlijkheden, die werkelijk hebben bestaan, is intussen een wei nig belangrijke bezigheid. Het leven der karakters in een roman vormt een bestaan apart, dat naar eigen wet ten luistert, die werkelijker zijn dan de wetten der werkelijkheid. Want wat de kunstenaar uit het leven naar voren haalt, is een werkelijkheid op het tweede, diepere gezicht. Dat deze roman van Bernanos opnieuw in 't Nederlands is ver taald (een jaar, nadat de schrij ver is overleden), is een gebeurtenis. Het is een daad, die nodig was. Men hoort alom vragen, door het publiek en door de critiek. om goede katholie ke romankunst. Waarom brengt men de toppunten der moderne katholieke romankunst dan slechts schoorvoetend onder de mensen? Heeft men angst voor de eerlijkheid en de persoonlijke inzet, waarmee een Mauriac, een Ber nanos, een Graham Greene, een Eve lyn Waugh ook bij tijd en wijle, zich laten zakken in de diepe oceaan van het katholieke gemoedsleven, om daar waar het water het diepst en het duis terst is onder vele centenaars druk, een kostbaar ongeschonden mysterie te ontdekkenVreest men het feit, dat het laatste wat nog ongeschonden is, maar ook het enig-laatste waar het op aan komt, zo peilloos diep gezocht moet worden? De grote, moderne katholieke ro manciers zoeken naar de essentie van het geloof. Het is opvallend, hoe zij hierbij een voorkeur aan de dag leggen voor exorbitante priesterfigu ren Zo kan men deze roman van Bernanos nadrukkelijk vergelijken met ,.Le démon de midi van Paul Bourget en met „The power and the glory" (Het geschonden geweten) van Graham Greene. Hoe lang heeft deze laatste, schokkende roman nmt op vertaling moeten wachten? Tot eindelijk een niet-katholieke uitge verij het werk plaatste in haar se rie Moderne Meesterwerken. Dit is niet bedoeld om iemand of iets te désavoueren. De daad van de ka tholieke uitgever van Bernanos' „Onder de zon van satan" wordt er slechts prijzenswaardiger om. NICO VERHOEVEN 5) Georges Bernanos: „Onder de zon van satan", vert. d. Dick Ouwendijk. Uitgeverij Pax, Den Haag 1949. (Bekende Schriftelijke Cursus) Vraagt ons prospectus: Moderne Bedrijfsadministratie - Praktijk Boekhouden - Handelscorresp. (F.D.E.SP.) HU •s?w WÊËIÊIIÉÈÊIËË^m - -'.yj 60. De ogen van Ts'au Ts'au, de Groene Magiër, puilden haast uit hun kassen van ontsteltenis, toen hij Eric en Tai met Lotus van Jade ongedeerd voor zich zag treden. „D-d.-d.at isonmogelijk!" siste hij. „Ge leeft nog? Waar is mijn wachter? Waar is mijn draak?" Eric keek hem met een verachtelijk lachje aan. „Ge ziet, dat ik al mijn plannen volvoerd heb. Alleen wat mijn plannen met jou aangaat, ben ik nog niet helemaal besloten." „Ja!" viel Tai luidruchtig bij. „Onze plannen met de waanwijze Groene Magiër staan nog geenszins opgetekend in het Boek der Verleefde Feiten. Er zijn ook zoveel mogelijkheden. En wat het mooiste is, gijzelf biedt ze ons. Het is zeer moeilijk om een keuze te doen tussen krokodillen, reuzencobra's en draken. Nochtanê zullen wij als wijze mannen te werk gaan." „Wa-a-at! Ge durft mij te beledigenhijgde Ts'au Ts'au buiten zichzelf van woede. „Daar zult ge voor boeten, barbaar! Denk niet, dat ge reeds gewonnen hebt." En met een overslaande stem vervolgde hij: „Ik zal u tonen Hij kon de zin niet afmaken. Lotus van Jade had tijdens de laatste woorden haar biik terzijde gewend en slaakte nu een kreet van angst. Onmiddellijk keerden Eric en Tai zich om en tot hun grote schrik zagen zij, dat achter hen een troep tot de tanden gewapende mannen de grot was binnengekomen en hun gezichten voorspelden weinig goeds. En aan het hoofd van de troep stond een geheimzinnige, zwart-gemaskerde figuur (Telefonisch van onze Parijse correspondent) PARIJS, Vrijdagavond. De kardinalen en aartsbisschoppen van Frankrijk, die gedurende drie da gen te Parijs in vergadering bijeen zijn geweest, hebben een verklaring gepu bliceerd, waarin zij de katholieken van Frankrijk opwekken vast te blijven houden aan een internationale orde van christelijke geest. Ten aanzien van de binnenlandse toestanden schrijven de kardinalen onder meer het volgende: „Er is in ons land nog te veel leed dat slepend blijft en zich verergert, zowel onder de arbeiders als onder de econo misch zwakken. Men kan dan ook niet volhouden dat werkelijk voldaan is aan de eisen der maatschappelijke recht vaardigheid. Ons sociale klimaat is met gezond". (Van onze spec, verslaggeefster) De gezamenlijke postbodes van Ne derland torsen vandaag in hun tassen elfduizend enveloppen, gericht aan de hoofden van alle denkbare scholen. Die enveloppen bevatten een verzoek om, vla hun goeddunken en medewerking, hun leerlingen in te schakelen bij de komende postzegelactie. Verleden jaar deed de schooljeugd mee in enkele gro te steden en het succes was zodanig, dat men nu, onder het motto „Door de jeugd voor de jeugd", de schoo'icnde- ren van het gehele land wil laten mee werken. Zoals gewoonlijk zullen van 14 Hov. tot 31 December, de kinderpostzegels en kinderbriefkaarten, ten bate van „het kind in de schaduw", aan de post kantoren worden verkocht. Vóórdien wil men de verkoop huis aan huis door de schoolkinderen laten geschieden. Het gaat om tienduizenden kinderen -n te huizen en inrichtingen, die niet hebben wat de kleine verkopers wél hebben, een eigen huis, een zorgende vader en moeder en een goede gezondheid in Zwitserland, waar de kinderbescher ming uitstekend is, is de verkoop door de schooljeugd een groot succes Op 19 November is de luisterwed strijd, 's avonds vijf minuten over acht, via de K.R.O.. De daaraan verbonden nieuwe „plak-actie" bestaat hierin, dat ieder kind, voordat het z'n briefkaart wegzendt, aan alle huisgenoten vraagt, een postzegel, van welke waarde ook. bij te plakken. koorts en pijnen, drijft U uit door de kracht der genezing van SANAPIRIN Buisje 25 tabl. 40 et; 50 tabl. 75 et (Adv.) Het is merkwaardig, dat onder vele Europeanen de mening heerst, dat de botsing tussen de twee wereld machten, met name de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten van Noord-Ameri- ka, in eerste instantie wordt uitgevoch ten op de rug der West-Europese lan den. Doch zeker wordt niet in Europa de voornaamste strijd om de wereld- suprematie gestreden. In politiek op zicht is het Verre Oosten thans veel be langrijker. De houding, die de millioe- nenbevolkingen van India, China, Indo nesië en eventueel ook Japan zullen innemen, legt een buitengewoon zwaar gewicht in de schaal. Het is dan ook daar, dat de wereldmachten elkaar ten heftigste bestrijden en trachten hun po litieke ideologieën ingang te doen vin den. Dit alles moge een reden zijn, de ontwikkeling der situatie in China en de politieke bedrijvigheid van India als belangrijkste punten van de gebeurte nissen in de afgelopen week aan te voe ren. Dat de rol van het corrupte Kwo- mintang-regime van Nationalistisch Chi na volkomen is uitgespeeld, behoeft geen nader betoog. De overgave van de derde nationalistische hoofdstad Kan ton, die zonder slag of stoot geschiedde, zegt genoeg. De communistische troepen van Mao Tse Tung hebben het heft in handen, de nieuwe regering is niet alleen door vrijwel alle communistische landen erkend, maar Engeland, en daar mee natuurlijk het gehele Britse Ge menebest, overweegt eenzelfde stap. Zaken zijn nu eenmaal zaken en het Engelse Hongkong en het Britse moe derland kunnen niet verkommeren ter wille van een verloren strijd tegen het communisme. Amerika kijkt de kat nog uit de boom, maar zal trouwens evenals Groot-Brittannië over enige tijd toch tot een erkenning moeten overgaan. Om mat geen van beide wrijving te krijgen, heeft Mao dan ook zijn troepen netjes voor de Britse kroonkolonie halt laten hou den. De Nationalisten zijn voor de der de maal uitgeweken, dit keer naar Tsjoengking, de Chinese hoofdstad in de strijd tegen Japan. De Verenigde Staten, die de strijd te gen het communistische gevaar in China reeds lang hebben opgegeven, zullen zich nu wel met enige milliarden op de jonge Voor-Indische staat India werpen. Een rijk land, dat echter bij gebrek aan ka pitaal slecht geëxploiteerd wordt. De premier van India, de ondernemende Pandit Nehru, heeft er een reisje naar Washington voor over gehad. Hij werd met militair eerbetoon ontvangen, Tru man was zijn rondleider. Het Ameri kaanse Congress, het Huis van Afge vaardigden en de Senaat tezamen heb ben een kernachtige rede van Nehru aanhoord. „India," aldus de premier, „kan en zal niet neutraal zijn, als vrij heid en recht worden bedreigd en agres sie plaats heeft." Hij voegde er echter De vroegere Belgische premier, Paul Henri Spaak, heeft gisteren gezegd, dat het beoogde referendum over de kwes tie of koning Leopold al dan niet weer op de troon dient te komen „pure poli-* tieke dwaasheid" is. In een verklaring die hij aflegde voor het Brusselse onafhankelijke blad „Le Soir" zei Spaak: „Indien de koning niet minstens twee derden der stemmen van het gehele land krijgt zal hij nooit de onpartijdige en onbetwiste scheidsrech ter zijn die hij dient te zijn." Spaak leverde commentaar op een voorgesteld' wetsontwerp tot het houden van een referendum inzake de konings kwestie door de Belgische senaat. Wat betreft de 55 procent-clausule zei Spaak: „Indien de koning niet 55 procent krijgt kan hij niet terugkomen. Wat zou dé positie van zijn zoon zijn? Kan men zich voorstellen! dat de jonge prins terugkomt na een dergelijke be lediging aan het adres van zijn vader?" „Indien het referendum minder dan 55 procent aan de koning zou geven zou de monarchie zelf in gevaar komen. De koning zou het lanü een geweldige dienst bewijzen indien hij er in zou toe stemmen af te treden," zei Spaak. „Indien hij dit offer niet kan bren gen zou de koning kunnen zeggen slechts in geval van een grote meerder heid van het volk te zullen terugko men. Dan zou het referendum kunnen plaats hebben." Spaak besloot te zeggen: „Afgezien van het aftreden van de koning is er slechts één oplossing: een referendum met een 60 procent grens. Iedereen is van mening dat de koningskwestie opgelost moet worden, maar niet ongeacht op welke wijze en tegen welke prijs." aan toe, dat zijn land geen duimbreed van zijn souvereiniteit prijs zou geven. Tijdens zijn bezoek aan Amerika's mi nister van Buitenlandse Zaken, Dean Acheson, zou hij aangedrongen hebben op de erkenning van wat men tegen woordig Sovjet-China noemt, omdat het vroeg of laat toch moet gebeuren. Dit tekent de politiek van India, dat, zoals Nehru het zelf zeide tijdens een rede voering ter gelegenheid van de toeken ning van zijn eredoctoraat aan de Co- lumbia-universiteit te New York, van plan is de middenweg te bewandelen. Intussen trachten de Russen de aan dacht af te leiden door in de Assem- blée der Verenigde Naties opschud ding te verwekken over de keuze van een nieuw niet-permanent lid van de Veiligheidsraad in de plaats van de Oekraïne. De S.ovjets en met hen alle Cominform-satellieten vestigden er de nadruk op, dat volgens het Handvest der V. N. deze open plaats door een geografisch gelijk land moet worden bezet. Zij beweren, dat Joegoslavië niet aan deze eis voldoet. In werkelijkheid is het een feit, dat bij gentleman's agreement is bepaald, dat in zulk een geval dat land zal worden gekozen, dat wordt voorgesteld door de landen van de geografische streek, waarvan het aftredende lid representant was. En Joegoslavië was inderdaad door het Oosterse blok niet candidaat gesteld. Ondanks de verholen bedreigingen van de Rus Vishinsky is Joegoslavië Donder dag toch, zij het na een tweede stem ming en dan nog maar met de hakken over de sloot, gekozen. De Sovjets en hun medespelers in het Oosterse blok erkennen de keuze niet. Wat de gevolgen hiervan zullen zijn, is duidelijk. Het is moge lijk, dat zij geen besluit van de Veilig heidsraad meer erkennen en zich hier mede een vrijbrief willen schenken, om hun eigen gang te kunnen gaan. Een moment overigens, dat reeds zeer lang werd verwacht. In de twee andere va cante plaatsen werden India en Ecuador gekozen. Intussen hebben de Fransen het niet kunnen laten weer eens een gebruike lijke regeringscrisis op touw te zetten. De loon- en prijspolitiek heeft de rege- ring-Queuille doen struikelen. Robert Schuman en Francois de Menthon wer den gepolst voor het formateurschap, doch zij voelden er niet voor. Jules Moch bracht het slechts tot formateur, maar niet tot premier. René Mayer, de 54-jarige radicaal-socialist en financieel deskundige, heeft nu het vertrouwens votum van de Nationale Vergadering verworven, weliswaar met meer stem men dan Moch, maar of hij ook meer zal bereiken staat te bezien. Koning Leopold van België schijnt er wel prijs op te stellen de uitoefening van zijn prerogatieven weer op te ne men, maar alleen indien de volksraad pleging zich met 55 of meer daarvoor zou uitspreken. Zijn verdediging door het geven van een uitvoerige argumen tatie van het besluit tot de capitulatie in 1940. heeft alom in België goede in druk gemaakt. In Engeland onthoudt men zich van commentaar: de kwestie van het niet-aangekondigde en gelaakte plotselinge terugtrekken van het Britse expeditieleger uit België moet er wat verkeerd op de maag gevallen zijn. En om te besluiten met het nieuws, dat ons in de afgelopen week van ach ter het IJzeren Gordijn bereikte, sprin gen de massa-arrestaties in Tsjechoslo- wakije in het oog. De vrees voor Tito- isme is hier niet vreemd aan. De strijd tegen de Kerk leeft pas goed op, nu de wet is aangenomen, waardoor de rege ring alle priesters tot staatsambtenaren tracht te maken en de eredienst onder algehele supervisie van de regering te stellen. In Hongarije hebben de commu nisten na een tevoren gecomponeerd proces hun kameraad, maar Titoist, Rajk opgehangen. In Bulgarije bereidt men dergelijke processen voor. Dat de invloed van de Verenigde Naties in deze landen beneden peil blijft, is zonder meer duidelijk. En dat, terwijl de politieke commissie van dat inter nationale lichaam de vraag, of de men selijke rechten in Bulgarije, Hongarije en Roemenië door de processen zijn ge schonden. aan het Internationale Hof van Justitie heeft voorgelegd. 15 „Willen wij Butterick spreken?", wendde Straight zich tot mij. „Ik voel er totaal geen behoefte aan", zei ik. Nog steeds op dezelfde toon herhaal de Bolitho opnieuw: „Butterick wil jul lie spreken". „Hier in Arizona gaat het anders toe dan in New York"' merkte Straight op. „Hoezo?" „Wie hier iemand wil spreken, gaat naar zijn huis". „Dat was zo, vóór dat Butterick kwam", antwoordde de albino. Ik toonde mij geïnterresseerd. Welke gebruiken gaat hij al zo meer veran deren?"^ vroeg ik. „Alles wat hem niet bevalt", zei Bo litho. „En zonder volksstemming?" „Jij hebt bijvoorbeeld een erg eigen aardige gewoonte, Strawn", merkte hij °P- „En dat is? „Je hebt de gewoonte om adem te halen". Wil Butterick die gewoonte soms af schaffen?", vroeg ik, en ik kreeg een nogal onplezierig gevoel ter hoogte van m!jAllTcnaSals het nodig is", antwoordde Bolitho. „Bij ons noemen we dat een dreige ment", zei Straight. „In New York houden we ons niet met benamingen op. Daar zeggen we wat we bedoelen". „En noem je dit ook niks?", vroeg Straight. Hij plantte zijn vuist op de albino zijn kin. Het was een zuivere, rechtstreekse kaakslag en de volgende seconde zat Bolitho plat op het trottoir. Zijn hand greep naar zijn linker oksel, maar ik pakte zijn pols en draaide die op zijn rug. Ik was hevig geschrokken. Het was voor het eerst, dat ik met iemand handtastelijk was geworden. „Ik zou het niet doen als ik jou was zei Straight. „Een klap op jouw kin kan me hoogstens tien dollar kosten. Schie ten komt je heel wat duurder te staan. Het is hier niet meer zoals vroeger". Er waren geen toeschouwers in de buurt. De straat was zo goed als verla ten, want op dit vroege middaguur zocht iedereen een beschutting tegen de zon. „Ik denk wel", zei Straight, „dat hij ons even zijn proppenschieter wil le nen. Pak jij hem maar aan; als hij te gensputtert, zal ik hem over zijn ge zicht aaien". Ik bukte mij, sloeg de albino zijn colbert terug en haalde een automati sche revolver uit zijn schouderholster. Sinds het ogenblik dat Straight hem neergeslagen had, had de man nog geen woord gesproken. Nu opende hij zijn mond en zei heel laconiek: „But terick wil jullie spreken." „Koppige hond," zei Straight. „Afijn, zoals de zaken nu staan, willen wij Butterick ook wel eens even spreken. Wat zeg jij?" „Ja," zei ik, „daar ben ik wel voor." Straight plantte zijn handen onder de albino zijn oksels en hees. „Hupse- kee!" en Bolitho stond weer op zijn voeten. „Ik heb trouwens trek in een bier tje," zei Straight. Met Bolitho tussen ons in liepen we naar het hotel en gingen de bar bin nen. Butterick zat er met een meter- hoog glas voor zich in een afgeschoten vak. Hij knikte zonder een spier van zijn gezicht te vertrekken. We gingen alle drie zitten en Straight bestelde bier. De albino voelde eens aan zijn ksirk* „Strawn," zei Butterick, „we zullen kort en zakelijk wezen." „Ga je gang," zei ik. Erg op mijn gemak voelde ik me niet. „Ik hou er niet van mijn plannen in de war te laten sturen." „Daar houdt geen mens van," ant woordde ik. „En daarom," ging Butterick voort, „zal ik je van je ranch bevrijden." „Wat een leuke verrassing," zei ik. „Ik weet tennaastenbij wat het hele zaakje je vader gekost heeft," zei hij. „Ik geef je tienduizend dollar meer „Veel te veel," zei ik. „Soms kan het zijn nut hebben om te veel te betalen,'' antwoordde hij, „Indachtig het feit dat afkopen voor deliger is dan oorlog voeren", opperde ik. Hij glimlachte en knikte. „Ik betwijfel of mijn vader daarmee accoord zal gaan," zei ik. „Mike Strawn is een koppige kereL" zei Butterick. „Ken je hem dan?" „Ik ken zijn reputatie. Hij vecht lie ver dan dat hij betaalt. Ik daarentegen betaal liever dan dat ik vecht." „Waarom," vroeg ik, „is het je zoveel waard een doorn uit je oog te verwij deren?" „Omdat ik niet gestoord wens te worden. Ik ben bereid voor mijn rus* te betalen." Straight sprak geen woord. Hij zat met zijn ellebogen op de tafel geplant en sloeg mij aandachtig gade. „Gisteren," zei ik, „geloof ik, dat ik zo'n aanbod met beide handen aan gegrepen zou hebben. Vandaag laat het me koud." „Vanwaar die verandering?" vroeg hij. „Op de eerste plaats bevalt die schildwacht bij je hek mij niet," zei ik. „Heeft niets te betekenen. Een mens mag toch zeker zijn eigendommen wel beschermen?" „Ik heb nog meer op mijn hart. Op de tweede plaats zit me je houding in zake die dam dwars. Ik heb speciaal je minachting voor andermans rechten op het oog." „Ik koop je rechten immers," ver klaarde hij geduldig. „Inderdaad. Maar ook dat heeft nog niet de doorslag gegeven. Daarvoor heeft je mijnheer Bolitho gezorgd." „Is hij ontactisch opgetreden? Val hem niet te hard." Ik nam Bolitho's automatische revol ver uit mijn zak en lei het wapen op tafel. De anderen staarden er naar zonder een woord te zeggen. „Dit hebben we hem af moeten ne men," zei ik. „En ik denk, dat zijn kaak een beetje pijn doet. Dat is dan voor zijn gebrek aan tact. Maar ik heb er een hekel aan gecommandeerd te wor den. En van dreigementen moet ik he lemaal niets hebben." „Juist, juist," zei Butterick. „Ik ver hoog mijn aanbod tot vijftienduizend als een tegemoetkoming voor Bolitho's onbeleefdheid." „Te laat. Ik heb wel eens over zulke mensen als Bolitho gelezen. Elk soort mensen heeft een bepaald eergevoel. Ik vrees, dat het hem geen genoegdoe ning zou geven, al kocht je me af. Hij is vernederd. Hij is tegen de grond geslagen en ze hebben hem zijn wapen afgenomenDat kunt u er nooit bij laten zitten, wel, mijnheer Boli tho?" (Wordt vervolgd) „Is de D-trein uit Bazel op tijd, chef?", vraagt een geagiteerde heer aan de Rooie Pet van Maastricht. „Bijna, meneer, twee minuten ver traging." „Gelukkig," mompelt de man, „mis schien heb ik vandaag geluk." Het is bij half zeven. Enkele late kantoormensen haasten zich naar de trein naar Heerlen. Op het emplace ment hotsbossen de rangerende trei nen tegen elkaar Rooie Pet kijkt op zijn horloge en de D-trein snuift langs het perron. De opgewonden heer zwaait rumoerig met zijn wan delstok. HU holt naar de achterste wagon en begint stuk voor stuk door de ramen de coupé's te inspecteren. Hijgend van haast, rood van drift slaat hij geen enkele coupé over. „Ha, ik-la-me-hange-als-da-ze-niet- zijn". Deze kreet van Wandelstok klinkt niet alleen opgelucht, maar te vens een ietwat bloeddorstig. Wandelstok fixeert een drietal he ren, die aan een tafeltje in de restau ratiewagen achter een glaasje zitten. De conducteur komt langs en Wan delstok vraagt hem: „Kan u zich misschien herinneren, conducteur, waar deze drie heren in gestapt zijn." „In Visé heb ik deze trein overge nomen van mijn Belgische collega meneer, maar als ik mij niet vergis, hadden zij plaatsbewijzen vanaf Ba zel." „Zie je wel, dat moeten die wets overtreders zijn." Wandelstoks stem schiet uit van emotie. Wetsovertredersmeneerde wenkbrauwen onder de conducteurs- pet gaan omhoog, „wat bedoelt u?" „Elke avond zoek in in de trein, die uit Zwitserland komt, die drie belastingambtenaren, die de Zwitsers eruit gegooid hebben. Ik heb die he ren iets te zeggen, conducteur. De Zwitserse regering heb ik al een telegram met mijn bewondering ge stuurd. Die beschermt de Nederlan ders tenminste. Daar kan Den Haag wat van leren. Het ishet is „Meneer, wind u nou niet zo op en ga rustig naar huis." De conducteur heeft een vaderlijk geluid. „Denkt u nou heus, dat die lui per trein terug komen?" „Ja, wat dacht u dan?" vraagt een trillende Wandelstok. „Die heren reizen per .Dienstwa gen". de ivoor.tandpasta Doet Uw tanden glanzen als ivoor. (Adv.) „De Telegraaf" van hedenmorgen meldt in een vrij uitvoerig bericht, dat zich op de weg van Weert naar Stramp- roy gisterenavond enige duizenden mensen bevonden, die allen waren te zamen gestroomd op het gerucht, dat de H. Maagd zou zijn verschenen aan de 18-jarige schildersleerling Mathieu Jacobs. Wij tekenen hierbij aan, dat ons dit gebeuren reeds geruime tijd bekend was, Zondagavond om 10 u. zou Ja cobs zijn eerste verschijning hebben ge- zien doch dat wij op uitdrukkelijk verzoek van de kerkelijke autoriteiten tot dusver een en ander hebben verzwe gen. Ook nu na deze publicatie in „De Telegraaf" achten wij ons nog tot terughoudenheid verplicht. De grote reserve, welke de kerkelijke overheid bij dergelijke gebeurtenissen telkens in acht neemt, moge onze lezers uit drukkelijk ten voorbeeld worden ge steld. ZONDAG 23 October: 20ste Zondag na Pinksteren; Mis v. d. dag; 2 tot alle heiligen; 3 naar keuze; 4 voor de voort planting des geloofs; (Utrecht, Den Bosch, Roermond: 2 kerkwijding; 3 voortplanting des geloofs); Credo; pref. v. d. H. Drievuldigheid groen. Mis siezondag: Mis tot Voortplanting des Geloofs: 2 gebed v. d. Zondag; Credo; pref. v. d. H. Drievuldigheid; laatste evangelie v d. Zondag; paars. MAAN DAG: H. Raphael aartsengel; eigen Mis; Credo; gewone prefatie wit. DINSDAG: H.H. Crijsanthus en Daria, martelaren; eigen Mis; 2 tot alle heili gen; 3 naar keuze; gewone prefatie; rood. WOENSDAG: H. Evaristus, Paus, martelaar; Mis Si diligis; 2 tot alle hei ligen; 3 naar keuze; prefatie v. d. Apos telen rood. DONDERDAG; vigilie v. d. H.H Simon en Judas; eigen Mis; 2 tot de H. Maagd; 3 voor Kerk of Paus; gewone prefatie; paars. VRIJDAG: H.H. Simon en Judas, apostelen, eigen Mis; Credo; prefatie v. d. Apostelen rood. ZATERDAG: Mis v. O. L. Vrouw op Zaterdag; 2 tot de H. Geest; 3 voor Kerk of Paus; prefatie v. O. L. Vrouw; wit. ZONDAG 30 October: Christus Ko ning; eigen Mis; 2e gebed v. d. Zondag; Credo; pref. v. Christus Koning; laatste evangelie v. d. Zondag; wit. De algemene Vergadering der V.N. heeft Donderdag op alle leden een beroep gedaan, vrije toegang te verlenen tot landen waar vergaderingen der V.N. of haar gespeciali seerde bureaux worden gehouden. Dit geldt voor „voorlichters" van alle landen, die bij de V.N. of gespecialiseerde bureaux zijn geaccrediteerd. huidgenezend mi huidverbeterend middel is Purol. Hoort ie huis!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1949 | | pagina 3