DE VIERDE DIMENSIE
ERIC IN HET RIJK VAN HET MIDDEN
HEI OOSTEN OF DE VOORGROND Mensen op reis
Spaak
DE KONING ZOU
MOETEN AFTREDEN
Zó is mijn zoon
IVOROL
Apostolaat
Een steekvlam in de duisternis
ACHTERGRONDEN
Sociale klimaat
niet gezond
Wereldtoneel
RESA - HILVERSUM
LITERAIRE KRONIEK
Een kou, een griep
ZATERDAG 22 OCTOBER 1949
PAGINA 3
Geslaagd dank zy
■uW
-
Verklaring Frans Episcopaat:
GROTE ACTIE VOOR
KINDERPOSTZEGELS
door
CLARENCE BUDINCTON
KELLAND
Vertaling van H. DE GRAAFF
Geruchten over een
verschijning te Weert
Grote terughoudendheid
gewenst
Liturgische weekkalender
EEK KRACHTIG
Een van de waarheden, die bij de
lezing van het Nieuwe Testament
allerduidelijkst naar voren treden,
is wel deze, dat Christus Zijn Kerk
heeft ingesteld als een zichtbare ge
meenschap, bestemd voor alle mensen.
Ce theologie leert dan ook met nadruk,
dat de algemeenheid of katholiciteit een
van de wezenlijke kenmerken van
de éne, ware Kerk is. Anderzijds is de
heiligheid evenzeer een essentiële eigen
schap, die Christus' Kerk bezit en haar
onderscheidt, samen met de andere
kenmerken, van de overige instellingen,
die zich wel de Kerk van Christus noe
men, maar het in feite niet zijn.
De vraag, die ons vandaag bezig
houdt, is er een van practische aard.
Wanneer de algemeenheid èn de heilig
heid beide kenmerken zijn van de ware
Kerk van Christus, en daaraan valt niet
te twijfelen, wat is dan voor ons, leden
van die Kerk, de beste manier om bei
de eigenschappen te zamen te verwe
zenlijken?
Er is veel gesproken en geschreven
over deze vraag. De meningen daarom
trent lopen nog al uiteen, zoals dat ge
schieden kan, zodra het gaat over de
keuze van de juiste taktiek. Toch is
het goed mogelijk zich een overzicht te
vormen van de voornaamste opvattingen
in deze materie. Wij achten het van
groot belang, dat men zich hiervan een.»
ter dege rekenschap geeft, vooral omdat
de gelovigen-zelf ten slotte degenen zijn,
die aan de verwezenlijking van deze bei
de kenmerken van Christus' Kerk, over
eenkomstig de goddelijke opdracht, hun
leven moeten wijden.
Daarom is het zo nodig, dat men dui
delijke ideeën bezit over de redenen van
zijn eigen activiteit.
Wanneer de Kerk zonder meer, door
dik en dun heen, al haar aandacht zou
schenken aan het vervullen van haar
universele wereldzending, d.w.z. wan
neer zij zou trachten alléén maar zoveel
mogelijk mensen tot haar leden te ma
ken, dan ligt het voor de hand. dat
daardoor tegelijkertijd de heiligheid van
het geloof en de levenspraktijk zeer in
het gedrang zouden komen. Dit behoeft
wel geen nader bewijs. De kwaliteit op
offeren aan de quantiteit zou van wei
nig echte wijsheid getuigen.
Wij moeten nu eenmaal het harde feit
aanvaarden, dat de mensheid, een be
trekkelijk kleine, geestelijke élite uitge
zonderd, voor verreweg het grootste deel
bestaat uit een zeer onontwikkelde, vol
komen aards ingestelde massa, die nau
welijks toegankelijk is voor een zuiver
begrip van bovennatuurlijke godsdien
stigheid. Het religieuze sentiment, dat
bij de élite en hiermee zijn heus niet
per se de wetenschappelijk ontwikkel
den bedoeld tot hoge bloei is gekomen
en intens wordt beleefd, is bij de massa
óf totaal verdwenen, öf zo sterk op de
achtergrond gedrongen, dat utiliteits
overwegingen en de behoefte aan direct-
tastbaar voordeel de gedachte daaraan
niet eens meer doen opkomen. Hoogst
betreurenswaardig, maar waar! God
heeft slechts een plaats in hun leven
voor zover men van Hem zegen ver
wacht over de belangen van het eigen,
dagelijkse leven.
Langs welke wegen kan de Kerk
deze onverschillige, totaal verkeerd
gerichte massa het juiste inzicht bij
brengen in het bovenaards karak
ter van de godsdienst, die het hele
leven moet beheersen?
Twee stromingen zijn duidelijk te
onderscheiden in de vele antwoorden,
die op deze vraag gegeven zijn. De ene
richting is voorstander van een zekere
toegeeflijkheid. Men wil de aantrek
kelijkheid van het Katholicisme op de
voorgrond plaatsen, evenals de gunstige
invloed van eerlijke godsdienstigheid
op het sociale, economische en familie
leven. in de hoop op die manier ieder
tot de Kerk te brengen en zalig te ma
ken. De tweede, strengere richting
echter eist vóór alles een ongerept-
godsdienstige levenshouding ondanks
of zelfs ten koste van massale af
val. Men redeneert dan zo: van de vu
righeid der trouwe volgelingen kan o p
de duur zo'n grote invloed ten goede
worden verwacht, dat daardoor het ge
leden verlies weer wordt opgeheven.
Al kunnen beide opvattingen verde
digd worden, toch komt het ons voor,
dat beide, als apostolaatsmethode, t
extreem zijn om elk voor zich zon
der meer aanbevelenswaardig te zijn.
Ons dunkt, dat ook hier de juiste
weg in het midden ligt. De
deugd van voorzichtig beleid
zal het wijze evenwicht moeten vinden.
Toegeeflijkheid kan van dienst zijn,
wanneer een kwijnend kerkelijk leven
door een plotseling, streng optreden
zeker geheel te gronde zal gaan. G e-
leidelijke verbetering is hier de
aangewezen weg.
In streken met een vurig geloofsleven
mag men gerust op een zo nauwkeurig
mogelijke beleving van de godsdienst
aandringen en daarvan succes ver
wachten. Een eventueel en waarschijn
lijk maar tijdelijk verlies van enkele
zwakkere elementen kan best spoedig
weer goed gemaakt worden door de
onweerstaanbare en aantrekkelijke be
smettelijkheid van het werkelijk-goede.
Zo zal de Kerk zeker haar algemeen
heid sterk bevorderen.
In ons vaderland lijkt ons deze ma
nier het meest voor toepassing in aan
merking te komen. Een buitenstaan
der, die oppervlakkig kennis neemt
van het katholieke leven in Nederland,
van onze organisaties op kei'kelijk,
charitatief en sociaal gebied, en niet op
de laatste plaats van onze bewonde
renswaardige K.A.B., zal licht geneigd
zijn van een bloeiend geloofsleven te
spreken.
Wij zelf echter wéten, dat deze uiter
lijke, inderdaad goede factoren in wer
kelijkheid geen innerlijk-levende bloei
garanderen. Voor ons ligt het meest ver
blijdende verschijnsel hierin, dat het in
zicht in de eigen tekortkomingen,
waarbij wij vooral aan de zo vaak ge
constateerde, formalistische verstarring
denken in steeds breder kringen door
breekt.
Er moet inderdaad nog veel gebeuren
en veranderen, vooraleer wij met reden
van een werkelijk algemeen bloeiend
geloofsleven onder de Nederlandse
katholieken kunnen spreken.
De uitbreiding van de Kerk is in o n z e
handen gelegd. Door Christus Zelf!
Maar wij zullen de voortreffelijkheid
van het Katholicisme aan andersdenken
den niet overtuigend kunnen aantonen,
als wij niet eerst zelf „rijk beladen zijn
met de vrucht der gerechtigheid". Dit
is een taak, die op ieder van ons apart
rust. Wij mogen het werken daaraan
niet uitstellen, tot onze buurman ermee
begint. Sint Paulus wijst ons hierin dui
delijk de weg. Wij behoren er alles op
te zetten zo spoedig mogelijk te komen
tot een vermeerdering van liefde en een
diepere kennis van het geloof. Het zo
vaak aanbevolen lezen van de H. Schrift
opent hier voor ons onvermoede per
spectieven. Op die manier zullen wij
onze eigen volmaaktheid te zekerder
bereiken en voor de priesters en het
kerkelijk gezag een kostbare steun zijn
bij de prediking van het Evangelie.
De genade van God betekent voor ons
Zowel een levenstaak als een grote, een
zéér grote verantwoordelijkheid.
Kernvorming in gezin en parochie is
voor ons „de" methode bij uitstek om
tot een bloeiend katholiek leven te ge
raken, waarvan, naast ons eigen ziele-
heil, het welzijn van ons vaderland en
Van de hele wereld afhankelijk is.
Het ware te wensen, dat wij toch ein
delijk eens zover komen, dat iedere
katholiek deze woorden diep peilt als
de enige, van God-Zelf afkomstige waar
heid en werkelijkheid.
„God werpt ons op als een laatste wal tussen de duivel en Hem," laat
Georges Bernanos zijn zwaar beproefde priesterfiguur in de roman „Onder de
zon van satan" uitroepen. God werpt ons öp.... Die „ons" zijn wij allen in
laatste instantie. In eerste instantie tekent deze uitspraak echter ten voeten
uit de persoon en het werk van Bernanos zelf. Deze man is een der grootste
Franse geesten; een doorvorser met een hartstochtelijk borend intellect; een
vurige, alles meesleurende draaikolk in de rivieren der ziel; een katholieke steek
vlam in de heimelijkste gedrevenheden van ons hart; een roekeloos modern
romancier, wiens boeken stuk voor stuk worstelingen zijn op de laatste verdedi-
gingswal van de vesting: het aardse leven. God woont in het centrum van deze
vestingDe machten van buiten, de stormrammen uit het rijk van satan, zijn het
centrum genaderd. God werpt ons öp als een laatste wal in het laatste levens
lang durend gevecht met de duivel als lijfelijke realiteit.
„Onder de zon van satan" (Sous le
soleil de satan) was de eerste roman,
die Bernanos schreef. Het boek ver
scheen in Frankrijk in 1926. Nu wij
het in Nederlandse vertaling kunnen
lezen (in Nederlandse herschepping
kan men zeggen, want de vertaler Dick
Ouwendijk heeft de gedrongen, expres,
sieve stijl van Bernanos gelijkwaardig
weergegeven), nu is „Onder de zon
van satan" een gloednieuw boek voor
ons, dat zojuist geschreven had kunnen
zijn.
Dit is een roman over achtergronden.
De weinige, maar dan ook moordende
intriges, die er in worden uitgewerkt,
hebben geen ander doel, dan ons in die
achtergronden binnen te voeren. De
ruimte, waarin wij leven, heet drie
dimensionaal. De achtergronden, waar
in Bernanos zijn verbijsterend licht
werpt, kan men de vierde dimensie
noemen. Het is de duistere dimensie
van het buitennatuurlijke, en soms,
wanneer wij ons lijden in een flits er
varen als beproeving plus genade van
God, wordt het de dimensie van het
bovennatuurlijke leven. Deze flitsende
ervaring valt ons allen minstens een
maal in ons leven ten deel.
„Wij bevinden ons nu in een ogen
blik van leven," laat Bernanos de oude
abbé Menou-Segrais zeggen tot zijn
jonge kapelaan Donissan, de toekom
stige heilige van Lumbres en dramati
sche hoofdpersoon van de roman,
„wij bevinden ons nu in een ogenblik
van leven, waarop de waarheid zich als
vanzelf in een onweerstaanbare evi
dentie opdringt, waarop ieder van ons
maar de armen heeft uit te strekken
om ineens boven de duisternis uit te
stijgen in het zonlicht van God. Op
zo'n ogenblik is menseiijke voorzich
tigheid een valstrik en een dwaasheid.
De heiligheid!" riep de oude priester
met diepe stem. „Ik weet, dat ik je,
.door dat woord uit te spreken, pijn
doe. Je weet heel goed, wat heiligheid
is: een roeping. Als God je verwacht,
moet je omhoog; je moet omhoog, of je
gaat te gronde. Verwacht geen hulp
van een mens.
In het volle bewustzijn van de ver
antwoordelijkheid, die ik op mij neem
en nu ik voor de laatste maal je ge
hoorzaamheid en eenvoud op de proef
heb gesteld, geloof ik er goed aan te
doen op deze wijze met je te spreken.
Door te twijfelen aan je kracht en aan
de bedoelingen, die God met je heeft,
raakte je in een impasse: ik wil graag
het gevaar riskeren van je weer op
weg te helpen: ik geef je aan degenen,
die op je wachteri, aan de zielen, die
zich geheel en al van je meester zullen
maken.... God zegene je, mijn jon
gen!"
Hier heeft men de sterk verkorte
projectie van het leven, dat in deze
roman staat getrokken als een hoog
spanningsdraad tegen de geladen on
weersachtergronden in een vierde
dimensie, zoals wij hierboven aan
duidden.
Het is niet gemakkelijk in een
voudige woorden het wezen van dit
meesterwerk te benaderen. In het
kort de inhoud weergeven heeft
geen zin, omdat die inhoud toch al
leen maar door achtergronden wordt
gevoed.
De jonge kapelaan, de toekomstige
heilige van Lumbres, geeft zich
geheel aan de zielen der men
sen en zij maken zich van hem mees
ter. Hij doorschouwt de duisternis
der zielen en brengt licht, maar de
duisternis slaat op hem over. Hij
brengt vrede, maar kent zelf geen
vrede. Hij geeft vreugde, maar heeft
zelf een angst voor vreugde. Toen hij
jong was, kende hij het kwaad niet;
hij heeft het pas leren kennen uit de
mond der zondaars. Het overweldigt
hem en verstikt in hem de hoop op
eigen hemels geluk. Hij heeft mede
lijden met alle wanhopige zielen,
niaar kent voor zichzelf geen mede-
lijden.
Om de zielen der zondaars is hij
geneigd een compromis met satan te
sluiten, als deze hem in een visioenai-
re nacht ten dode toe kwelt met het
leed, dat hij de zondaars berokkent:
„Ik zal je vastnagelen in mijn gebed,
tenzij je afziet van de zielen, die mij
zijn toevertrouwd."
Het is zijn roeping, meent hij, de
satan in de zielen te achtervolgen en
daarbij het eigen zieleheil op spel te
zetten. Hij leeft persoonlijk minder in
de verwachting van de glorie, die wij
eens zullen bezitten, dan in de droef
heid van de glorie, die wij verloren
hebben. Zijn vlees drinkt het lijden
als een genot, met eenzelfde mateloze
begeerlijkheid. Daarbij probeert hij,
hetgeen hij ondergaat zo scherp mo
gelijk waar te nemen. Hij wordt, be
halve door geloofsijver, ook gedreven
door „de leegte en hunkering van een
bovennatuurlijke nieuwsgierigheid, die
nooit te bevredigen zou zijn.' Die
nieuwsgierigheid behoudt hij zelfs
tijdens de ergste bekoringen, wanneer
hij in de herfstnacht met de geïncar
neerde satan worstelt en in blinde
cirkels voortgejaagd wordt door de
modderige zandwegen van het naar
geestige Franse platteland van Nor-
mandië. Zo is dit boek een explosieve
mengeling van knappend droge obser
vaties en vurige hartekreten gewor
den.
De hoofdpersoon is een heilige zonder
glorie, zonder geluk, zonder vreugde. Als
zodanig is zijn heiligheid in tegenspraak
met de kerkelijke opvattingen hierom
trent. Men doet dan ook verkeerd, deze
roman te beschouwen als een geroman
tiseerde hagiografie of als een boek, dat
de heiligenverering levend wil houden.
Het is een pure roman, een verbeeldings
werk, dat slechts hier en daar is geboet
seerd naar historische personen en authen
tieke gegevens. Zo zou men in de roman
figuur van deze heilige van Lumbres ge
neigd zijn het portret van Pastoor van
Ars terug te vinden; temeer daar Ber
nanos hem hier tweemaal met name mee
vergelijkt. En zo kan men ook in de ro
manfiguur van Antoine Saint-Marin, be
roemd schrijver en lid van de Académie
Franpaise, ,,de laatste der Grieken", zoals
hij zichzelf noemt, gemakkelijk de cari-
caturale trekken herkennen van Anatole
France. Hij komt op zijn oude dag naar
Lumbres toe, deze verfijnde levensgenie
ter, naar zijn eigen woorden: „om een
echte heilige te zien, een die wonderen
doet: om zo te zeggen; een populaire hei
lige." Hij treft de uitgeleefde pastoor
echter dood in de biechtstoel aan en met
deze ontdekking eindigt de roman.
Waarschijnlijk heeft Bernanos deze spot
zieke, aesthetiserende beroemdheid te elf
der ure in zijn roman gehaald, om de
zedelijke strekking van zijn eigen werk
te verdedigen. Wat Bernanos van zijn
werk eist, is: artistieke doorpeiling van
de moderne gevoelswerkelijkheid en af
bakening van de plaats, waar wij staan
tussen God en al wat ons van God poogt
weg te trekken. Deze eis breekt los uit
de enige wetten der aesthetics en zoekt
naar achtergronden. Naar diè achtergron
den, welke ontbreken in het gevierde
oeuvre van de beroemdheid, die de heilige
van Lumbres komt bezichtigen. „De ge
teisterde- jeugd, die Péguy dood vond
liggen in een loopgraaf, met het aange
zicht naar God gekeerd, verwijdert zich
met, walging van de divan, waarop de
supercritiek haar nagels zit te politoeren.
De zorg voor het raffinement van haar
aesthetische onmacht laat zij gaarne aan
Narcissus over," schrijft Bernanos, terwijl
hij Antoine Saint-Marin, alias Anatole
France, in de lege kerk laat zitten. Dit is
de toon van een pleidooi voor eigen pa
rochie.
Het vergelijken van romanfiguren
met persoonlijkheden, die werkelijk
hebben bestaan, is intussen een wei
nig belangrijke bezigheid. Het leven
der karakters in een roman vormt
een bestaan apart, dat naar eigen wet
ten luistert, die werkelijker zijn dan
de wetten der werkelijkheid. Want
wat de kunstenaar uit het leven naar
voren haalt, is een werkelijkheid op
het tweede, diepere gezicht.
Dat deze roman van Bernanos
opnieuw in 't Nederlands is ver
taald (een jaar, nadat de schrij
ver is overleden), is een gebeurtenis.
Het is een daad, die nodig was. Men
hoort alom vragen, door het publiek
en door de critiek. om goede katholie
ke romankunst. Waarom brengt men
de toppunten der moderne katholieke
romankunst dan slechts schoorvoetend
onder de mensen? Heeft men angst
voor de eerlijkheid en de persoonlijke
inzet, waarmee een Mauriac, een Ber
nanos, een Graham Greene, een Eve
lyn Waugh ook bij tijd en wijle, zich
laten zakken in de diepe oceaan van
het katholieke gemoedsleven, om daar
waar het water het diepst en het duis
terst is onder vele centenaars druk,
een kostbaar ongeschonden mysterie
te ontdekkenVreest men het feit,
dat het laatste wat nog ongeschonden
is, maar ook het enig-laatste waar het
op aan komt, zo peilloos diep gezocht
moet worden?
De grote, moderne katholieke ro
manciers zoeken naar de essentie
van het geloof. Het is opvallend, hoe
zij hierbij een voorkeur aan de dag
leggen voor exorbitante priesterfigu
ren Zo kan men deze roman van
Bernanos nadrukkelijk vergelijken
met ,.Le démon de midi van Paul
Bourget en met „The power and the
glory" (Het geschonden geweten)
van Graham Greene. Hoe lang heeft
deze laatste, schokkende roman nmt
op vertaling moeten wachten? Tot
eindelijk een niet-katholieke uitge
verij het werk plaatste in haar se
rie Moderne Meesterwerken. Dit is
niet bedoeld om iemand of iets te
désavoueren. De daad van de ka
tholieke uitgever van Bernanos'
„Onder de zon van satan" wordt er
slechts prijzenswaardiger om.
NICO VERHOEVEN
5) Georges Bernanos: „Onder de zon
van satan", vert. d. Dick Ouwendijk.
Uitgeverij Pax, Den Haag 1949.
(Bekende Schriftelijke Cursus)
Vraagt ons prospectus:
Moderne Bedrijfsadministratie - Praktijk
Boekhouden - Handelscorresp. (F.D.E.SP.)
HU
•s?w
WÊËIÊIIÉÈÊIËË^m
- -'.yj
60. De ogen van Ts'au Ts'au, de Groene Magiër, puilden haast uit hun kassen
van ontsteltenis, toen hij Eric en Tai met Lotus van Jade ongedeerd voor zich
zag treden. „D-d.-d.at isonmogelijk!" siste hij. „Ge leeft nog? Waar is mijn
wachter? Waar is mijn draak?"
Eric keek hem met een verachtelijk lachje aan. „Ge ziet, dat ik al mijn plannen
volvoerd heb. Alleen wat mijn plannen met jou aangaat, ben ik nog niet helemaal
besloten."
„Ja!" viel Tai luidruchtig bij. „Onze plannen met de waanwijze Groene Magiër
staan nog geenszins opgetekend in het Boek der Verleefde Feiten. Er zijn ook
zoveel mogelijkheden. En wat het mooiste is, gijzelf biedt ze ons. Het is zeer
moeilijk om een keuze te doen tussen krokodillen, reuzencobra's en draken. Nochtanê
zullen wij als wijze mannen te werk gaan."
„Wa-a-at! Ge durft mij te beledigenhijgde Ts'au Ts'au buiten zichzelf van
woede. „Daar zult ge voor boeten, barbaar! Denk niet, dat ge reeds gewonnen hebt."
En met een overslaande stem vervolgde hij: „Ik zal u tonen Hij kon de zin
niet afmaken. Lotus van Jade had tijdens de laatste woorden haar biik terzijde
gewend en slaakte nu een kreet van angst. Onmiddellijk keerden Eric en Tai zich
om en tot hun grote schrik zagen zij, dat achter hen een troep tot de tanden
gewapende mannen de grot was binnengekomen en hun gezichten voorspelden weinig
goeds. En aan het hoofd van de troep stond een geheimzinnige, zwart-gemaskerde
figuur
(Telefonisch van onze Parijse
correspondent)
PARIJS, Vrijdagavond.
De kardinalen en aartsbisschoppen
van Frankrijk, die gedurende drie da
gen te Parijs in vergadering bijeen zijn
geweest, hebben een verklaring gepu
bliceerd, waarin zij de katholieken van
Frankrijk opwekken vast te blijven
houden aan een internationale orde van
christelijke geest. Ten aanzien van de
binnenlandse toestanden schrijven de
kardinalen onder meer het volgende:
„Er is in ons land nog te veel leed dat
slepend blijft en zich verergert, zowel
onder de arbeiders als onder de econo
misch zwakken. Men kan dan ook niet
volhouden dat werkelijk voldaan is aan
de eisen der maatschappelijke recht
vaardigheid. Ons sociale klimaat is met
gezond".
(Van onze spec, verslaggeefster)
De gezamenlijke postbodes van Ne
derland torsen vandaag in hun tassen
elfduizend enveloppen, gericht aan de
hoofden van alle denkbare scholen. Die
enveloppen bevatten een verzoek om,
vla hun goeddunken en medewerking,
hun leerlingen in te schakelen bij de
komende postzegelactie. Verleden jaar
deed de schooljeugd mee in enkele gro
te steden en het succes was zodanig,
dat men nu, onder het motto „Door de
jeugd voor de jeugd", de schoo'icnde-
ren van het gehele land wil laten mee
werken.
Zoals gewoonlijk zullen van 14 Hov.
tot 31 December, de kinderpostzegels
en kinderbriefkaarten, ten bate van
„het kind in de schaduw", aan de post
kantoren worden verkocht. Vóórdien
wil men de verkoop huis aan huis door
de schoolkinderen laten geschieden. Het
gaat om tienduizenden kinderen -n te
huizen en inrichtingen, die niet hebben
wat de kleine verkopers wél hebben,
een eigen huis, een zorgende vader en
moeder en een goede gezondheid in
Zwitserland, waar de kinderbescher
ming uitstekend is, is de verkoop door
de schooljeugd een groot succes
Op 19 November is de luisterwed
strijd, 's avonds vijf minuten over acht,
via de K.R.O.. De daaraan verbonden
nieuwe „plak-actie" bestaat hierin, dat
ieder kind, voordat het z'n briefkaart
wegzendt, aan alle huisgenoten vraagt,
een postzegel, van welke waarde ook.
bij te plakken.
koorts en pijnen, drijft U uit door de
kracht der genezing van SANAPIRIN
Buisje 25 tabl. 40 et; 50 tabl. 75 et
(Adv.)
Het is merkwaardig, dat onder vele
Europeanen de mening heerst, dat
de botsing tussen de twee wereld
machten, met name de Sovjet-Unie en
de Verenigde Staten van Noord-Ameri-
ka, in eerste instantie wordt uitgevoch
ten op de rug der West-Europese lan
den. Doch zeker wordt niet in Europa
de voornaamste strijd om de wereld-
suprematie gestreden. In politiek op
zicht is het Verre Oosten thans veel be
langrijker. De houding, die de millioe-
nenbevolkingen van India, China, Indo
nesië en eventueel ook Japan zullen
innemen, legt een buitengewoon zwaar
gewicht in de schaal. Het is dan ook
daar, dat de wereldmachten elkaar ten
heftigste bestrijden en trachten hun po
litieke ideologieën ingang te doen vin
den.
Dit alles moge een reden zijn, de
ontwikkeling der situatie in China en
de politieke bedrijvigheid van India als
belangrijkste punten van de gebeurte
nissen in de afgelopen week aan te voe
ren. Dat de rol van het corrupte Kwo-
mintang-regime van Nationalistisch Chi
na volkomen is uitgespeeld, behoeft
geen nader betoog. De overgave van de
derde nationalistische hoofdstad Kan
ton, die zonder slag of stoot geschiedde,
zegt genoeg. De communistische troepen
van Mao Tse Tung hebben het heft in
handen, de nieuwe regering is niet
alleen door vrijwel alle communistische
landen erkend, maar Engeland, en daar
mee natuurlijk het gehele Britse Ge
menebest, overweegt eenzelfde stap.
Zaken zijn nu eenmaal zaken en het
Engelse Hongkong en het Britse moe
derland kunnen niet verkommeren ter
wille van een verloren strijd tegen het
communisme. Amerika kijkt de kat nog
uit de boom, maar zal trouwens evenals
Groot-Brittannië over enige tijd toch tot
een erkenning moeten overgaan. Om mat
geen van beide wrijving te krijgen, heeft
Mao dan ook zijn troepen netjes voor
de Britse kroonkolonie halt laten hou
den. De Nationalisten zijn voor de der
de maal uitgeweken, dit keer naar
Tsjoengking, de Chinese hoofdstad in de
strijd tegen Japan.
De Verenigde Staten, die de strijd te
gen het communistische gevaar in China
reeds lang hebben opgegeven, zullen zich
nu wel met enige milliarden op de jonge
Voor-Indische staat India werpen. Een
rijk land, dat echter bij gebrek aan ka
pitaal slecht geëxploiteerd wordt. De
premier van India, de ondernemende
Pandit Nehru, heeft er een reisje naar
Washington voor over gehad. Hij werd
met militair eerbetoon ontvangen, Tru
man was zijn rondleider. Het Ameri
kaanse Congress, het Huis van Afge
vaardigden en de Senaat tezamen heb
ben een kernachtige rede van Nehru
aanhoord. „India," aldus de premier,
„kan en zal niet neutraal zijn, als vrij
heid en recht worden bedreigd en agres
sie plaats heeft." Hij voegde er echter
De vroegere Belgische premier, Paul
Henri Spaak, heeft gisteren gezegd, dat
het beoogde referendum over de kwes
tie of koning Leopold al dan niet weer
op de troon dient te komen „pure poli-*
tieke dwaasheid" is.
In een verklaring die hij aflegde voor
het Brusselse onafhankelijke blad „Le
Soir" zei Spaak: „Indien de koning niet
minstens twee derden der stemmen van
het gehele land krijgt zal hij nooit de
onpartijdige en onbetwiste scheidsrech
ter zijn die hij dient te zijn."
Spaak leverde commentaar op een
voorgesteld' wetsontwerp tot het houden
van een referendum inzake de konings
kwestie door de Belgische senaat.
Wat betreft de 55 procent-clausule
zei Spaak: „Indien de koning niet 55
procent krijgt kan hij niet terugkomen.
Wat zou dé positie van zijn zoon zijn?
Kan men zich voorstellen! dat de jonge
prins terugkomt na een dergelijke be
lediging aan het adres van zijn vader?"
„Indien het referendum minder dan
55 procent aan de koning zou geven
zou de monarchie zelf in gevaar komen.
De koning zou het lanü een geweldige
dienst bewijzen indien hij er in zou toe
stemmen af te treden," zei Spaak.
„Indien hij dit offer niet kan bren
gen zou de koning kunnen zeggen
slechts in geval van een grote meerder
heid van het volk te zullen terugko
men. Dan zou het referendum kunnen
plaats hebben."
Spaak besloot te zeggen: „Afgezien
van het aftreden van de koning is er
slechts één oplossing: een referendum
met een 60 procent grens. Iedereen is van
mening dat de koningskwestie opgelost
moet worden, maar niet ongeacht op
welke wijze en tegen welke prijs."
aan toe, dat zijn land geen duimbreed
van zijn souvereiniteit prijs zou geven.
Tijdens zijn bezoek aan Amerika's mi
nister van Buitenlandse Zaken, Dean
Acheson, zou hij aangedrongen hebben
op de erkenning van wat men tegen
woordig Sovjet-China noemt, omdat het
vroeg of laat toch moet gebeuren. Dit
tekent de politiek van India, dat, zoals
Nehru het zelf zeide tijdens een rede
voering ter gelegenheid van de toeken
ning van zijn eredoctoraat aan de Co-
lumbia-universiteit te New York, van
plan is de middenweg te bewandelen.
Intussen trachten de Russen de aan
dacht af te leiden door in de Assem-
blée der Verenigde Naties opschud
ding te verwekken over de keuze van
een nieuw niet-permanent lid van de
Veiligheidsraad in de plaats van de
Oekraïne. De S.ovjets en met hen alle
Cominform-satellieten vestigden er de
nadruk op, dat volgens het Handvest
der V. N. deze open plaats door een
geografisch gelijk land moet worden
bezet. Zij beweren, dat Joegoslavië niet
aan deze eis voldoet. In werkelijkheid
is het een feit, dat bij gentleman's
agreement is bepaald, dat in zulk een
geval dat land zal worden gekozen, dat
wordt voorgesteld door de landen van
de geografische streek, waarvan het
aftredende lid representant was. En
Joegoslavië was inderdaad door het
Oosterse blok niet candidaat gesteld.
Ondanks de verholen bedreigingen van
de Rus Vishinsky is Joegoslavië Donder
dag toch, zij het na een tweede stem
ming en dan nog maar met de hakken
over de sloot, gekozen.
De Sovjets en hun medespelers
in het Oosterse blok erkennen de
keuze niet. Wat de gevolgen hiervan
zullen zijn, is duidelijk. Het is moge
lijk, dat zij geen besluit van de Veilig
heidsraad meer erkennen en zich hier
mede een vrijbrief willen schenken, om
hun eigen gang te kunnen gaan. Een
moment overigens, dat reeds zeer lang
werd verwacht. In de twee andere va
cante plaatsen werden India en Ecuador
gekozen.
Intussen hebben de Fransen het niet
kunnen laten weer eens een gebruike
lijke regeringscrisis op touw te zetten.
De loon- en prijspolitiek heeft de rege-
ring-Queuille doen struikelen. Robert
Schuman en Francois de Menthon wer
den gepolst voor het formateurschap,
doch zij voelden er niet voor. Jules
Moch bracht het slechts tot formateur,
maar niet tot premier. René Mayer, de
54-jarige radicaal-socialist en financieel
deskundige, heeft nu het vertrouwens
votum van de Nationale Vergadering
verworven, weliswaar met meer stem
men dan Moch, maar of hij ook meer
zal bereiken staat te bezien.
Koning Leopold van België schijnt er
wel prijs op te stellen de uitoefening
van zijn prerogatieven weer op te ne
men, maar alleen indien de volksraad
pleging zich met 55 of meer daarvoor
zou uitspreken. Zijn verdediging door
het geven van een uitvoerige argumen
tatie van het besluit tot de capitulatie
in 1940. heeft alom in België goede in
druk gemaakt. In Engeland onthoudt
men zich van commentaar: de kwestie
van het niet-aangekondigde en gelaakte
plotselinge terugtrekken van het Britse
expeditieleger uit België moet er wat
verkeerd op de maag gevallen zijn.
En om te besluiten met het nieuws,
dat ons in de afgelopen week van ach
ter het IJzeren Gordijn bereikte, sprin
gen de massa-arrestaties in Tsjechoslo-
wakije in het oog. De vrees voor Tito-
isme is hier niet vreemd aan. De strijd
tegen de Kerk leeft pas goed op, nu de
wet is aangenomen, waardoor de rege
ring alle priesters tot staatsambtenaren
tracht te maken en de eredienst onder
algehele supervisie van de regering te
stellen. In Hongarije hebben de commu
nisten na een tevoren gecomponeerd
proces hun kameraad, maar Titoist, Rajk
opgehangen. In Bulgarije bereidt men
dergelijke processen voor.
Dat de invloed van de Verenigde
Naties in deze landen beneden peil blijft,
is zonder meer duidelijk. En dat, terwijl
de politieke commissie van dat inter
nationale lichaam de vraag, of de men
selijke rechten in Bulgarije, Hongarije
en Roemenië door de processen zijn ge
schonden. aan het Internationale Hof
van Justitie heeft voorgelegd.
15
„Willen wij Butterick spreken?",
wendde Straight zich tot mij.
„Ik voel er totaal geen behoefte aan",
zei ik.
Nog steeds op dezelfde toon herhaal
de Bolitho opnieuw: „Butterick wil jul
lie spreken".
„Hier in Arizona gaat het anders toe
dan in New York"' merkte Straight op.
„Hoezo?"
„Wie hier iemand wil spreken, gaat
naar zijn huis".
„Dat was zo, vóór dat Butterick
kwam", antwoordde de albino.
Ik toonde mij geïnterresseerd. Welke
gebruiken gaat hij al zo meer veran
deren?"^ vroeg ik.
„Alles wat hem niet bevalt", zei Bo
litho.
„En zonder volksstemming?"
„Jij hebt bijvoorbeeld een erg eigen
aardige gewoonte, Strawn", merkte hij
°P-
„En dat is?
„Je hebt de gewoonte om adem te
halen".
Wil Butterick die gewoonte soms af
schaffen?", vroeg ik, en ik kreeg een
nogal onplezierig gevoel ter hoogte van
m!jAllTcnaSals het nodig is", antwoordde
Bolitho.
„Bij ons noemen we dat een dreige
ment", zei Straight.
„In New York houden we ons niet
met benamingen op. Daar zeggen we
wat we bedoelen".
„En noem je dit ook niks?", vroeg
Straight.
Hij plantte zijn vuist op de albino zijn
kin. Het was een zuivere, rechtstreekse
kaakslag en de volgende seconde zat
Bolitho plat op het trottoir. Zijn hand
greep naar zijn linker oksel, maar ik
pakte zijn pols en draaide die op zijn
rug. Ik was hevig geschrokken. Het
was voor het eerst, dat ik met iemand
handtastelijk was geworden.
„Ik zou het niet doen als ik jou was
zei Straight. „Een klap op jouw kin kan
me hoogstens tien dollar kosten. Schie
ten komt je heel wat duurder te staan.
Het is hier niet meer zoals vroeger".
Er waren geen toeschouwers in de
buurt. De straat was zo goed als verla
ten, want op dit vroege middaguur
zocht iedereen een beschutting tegen de
zon.
„Ik denk wel", zei Straight, „dat hij
ons even zijn proppenschieter wil le
nen. Pak jij hem maar aan; als hij te
gensputtert, zal ik hem over zijn ge
zicht aaien".
Ik bukte mij, sloeg de albino zijn
colbert terug en haalde een automati
sche revolver uit zijn schouderholster.
Sinds het ogenblik dat Straight hem
neergeslagen had, had de man nog
geen woord gesproken. Nu opende hij
zijn mond en zei heel laconiek: „But
terick wil jullie spreken."
„Koppige hond," zei Straight. „Afijn,
zoals de zaken nu staan, willen wij
Butterick ook wel eens even spreken.
Wat zeg jij?"
„Ja," zei ik, „daar ben ik wel voor."
Straight plantte zijn handen onder
de albino zijn oksels en hees. „Hupse-
kee!" en Bolitho stond weer op zijn
voeten.
„Ik heb trouwens trek in een bier
tje," zei Straight.
Met Bolitho tussen ons in liepen we
naar het hotel en gingen de bar bin
nen. Butterick zat er met een meter-
hoog glas voor zich in een afgeschoten
vak. Hij knikte zonder een spier van
zijn gezicht te vertrekken. We gingen
alle drie zitten en Straight bestelde
bier. De albino voelde eens aan zijn
ksirk*
„Strawn," zei Butterick, „we zullen
kort en zakelijk wezen."
„Ga je gang," zei ik. Erg op mijn
gemak voelde ik me niet.
„Ik hou er niet van mijn plannen in
de war te laten sturen."
„Daar houdt geen mens van," ant
woordde ik.
„En daarom," ging Butterick voort,
„zal ik je van je ranch bevrijden."
„Wat een leuke verrassing," zei ik.
„Ik weet tennaastenbij wat het hele
zaakje je vader gekost heeft," zei hij.
„Ik geef je tienduizend dollar meer
„Veel te veel," zei ik.
„Soms kan het zijn nut hebben om
te veel te betalen,'' antwoordde hij,
„Indachtig het feit dat afkopen voor
deliger is dan oorlog voeren", opperde
ik.
Hij glimlachte en knikte.
„Ik betwijfel of mijn vader daarmee
accoord zal gaan," zei ik.
„Mike Strawn is een koppige kereL"
zei Butterick.
„Ken je hem dan?"
„Ik ken zijn reputatie. Hij vecht lie
ver dan dat hij betaalt. Ik daarentegen
betaal liever dan dat ik vecht."
„Waarom," vroeg ik, „is het je zoveel
waard een doorn uit je oog te verwij
deren?"
„Omdat ik niet gestoord wens te
worden. Ik ben bereid voor mijn rus*
te betalen."
Straight sprak geen woord. Hij zat
met zijn ellebogen op de tafel geplant
en sloeg mij aandachtig gade.
„Gisteren," zei ik, „geloof ik, dat ik
zo'n aanbod met beide handen aan
gegrepen zou hebben. Vandaag laat het
me koud."
„Vanwaar die verandering?" vroeg
hij.
„Op de eerste plaats bevalt die
schildwacht bij je hek mij niet," zei ik.
„Heeft niets te betekenen. Een mens
mag toch zeker zijn eigendommen wel
beschermen?"
„Ik heb nog meer op mijn hart. Op
de tweede plaats zit me je houding in
zake die dam dwars. Ik heb speciaal je
minachting voor andermans rechten op
het oog."
„Ik koop je rechten immers," ver
klaarde hij geduldig.
„Inderdaad. Maar ook dat heeft nog
niet de doorslag gegeven. Daarvoor
heeft je mijnheer Bolitho gezorgd."
„Is hij ontactisch opgetreden? Val
hem niet te hard."
Ik nam Bolitho's automatische revol
ver uit mijn zak en lei het wapen op
tafel. De anderen staarden er naar
zonder een woord te zeggen.
„Dit hebben we hem af moeten ne
men," zei ik. „En ik denk, dat zijn kaak
een beetje pijn doet. Dat is dan voor
zijn gebrek aan tact. Maar ik heb er
een hekel aan gecommandeerd te wor
den. En van dreigementen moet ik he
lemaal niets hebben."
„Juist, juist," zei Butterick. „Ik ver
hoog mijn aanbod tot vijftienduizend
als een tegemoetkoming voor Bolitho's
onbeleefdheid."
„Te laat. Ik heb wel eens over zulke
mensen als Bolitho gelezen. Elk soort
mensen heeft een bepaald eergevoel.
Ik vrees, dat het hem geen genoegdoe
ning zou geven, al kocht je me af. Hij
is vernederd. Hij is tegen de grond
geslagen en ze hebben hem zijn wapen
afgenomenDat kunt u er nooit
bij laten zitten, wel, mijnheer Boli
tho?"
(Wordt vervolgd)
„Is de D-trein uit Bazel op tijd,
chef?", vraagt een geagiteerde heer
aan de Rooie Pet van Maastricht.
„Bijna, meneer, twee minuten ver
traging."
„Gelukkig," mompelt de man, „mis
schien heb ik vandaag geluk."
Het is bij half zeven. Enkele late
kantoormensen haasten zich naar de
trein naar Heerlen. Op het emplace
ment hotsbossen de rangerende trei
nen tegen elkaar Rooie Pet kijkt op
zijn horloge en de D-trein snuift
langs het perron. De opgewonden
heer zwaait rumoerig met zijn wan
delstok. HU holt naar de achterste
wagon en begint stuk voor stuk door
de ramen de coupé's te inspecteren.
Hijgend van haast, rood van drift
slaat hij geen enkele coupé over.
„Ha, ik-la-me-hange-als-da-ze-niet-
zijn". Deze kreet van Wandelstok
klinkt niet alleen opgelucht, maar te
vens een ietwat bloeddorstig.
Wandelstok fixeert een drietal he
ren, die aan een tafeltje in de restau
ratiewagen achter een glaasje zitten.
De conducteur komt langs en Wan
delstok vraagt hem:
„Kan u zich misschien herinneren,
conducteur, waar deze drie heren in
gestapt zijn."
„In Visé heb ik deze trein overge
nomen van mijn Belgische collega
meneer, maar als ik mij niet vergis,
hadden zij plaatsbewijzen vanaf Ba
zel."
„Zie je wel, dat moeten die wets
overtreders zijn." Wandelstoks stem
schiet uit van emotie.
Wetsovertredersmeneerde
wenkbrauwen onder de conducteurs-
pet gaan omhoog, „wat bedoelt u?"
„Elke avond zoek in in de trein,
die uit Zwitserland komt, die drie
belastingambtenaren, die de Zwitsers
eruit gegooid hebben. Ik heb die he
ren iets te zeggen, conducteur. De
Zwitserse regering heb ik al een
telegram met mijn bewondering ge
stuurd. Die beschermt de Nederlan
ders tenminste. Daar kan Den Haag
wat van leren. Het ishet is
„Meneer, wind u nou niet zo op en
ga rustig naar huis." De conducteur
heeft een vaderlijk geluid. „Denkt u
nou heus, dat die lui per trein terug
komen?"
„Ja, wat dacht u dan?" vraagt een
trillende Wandelstok.
„Die heren reizen per .Dienstwa
gen".
de ivoor.tandpasta
Doet Uw tanden
glanzen als ivoor.
(Adv.)
„De Telegraaf" van hedenmorgen
meldt in een vrij uitvoerig bericht, dat
zich op de weg van Weert naar Stramp-
roy gisterenavond enige duizenden
mensen bevonden, die allen waren te
zamen gestroomd op het gerucht, dat
de H. Maagd zou zijn verschenen aan
de 18-jarige schildersleerling Mathieu
Jacobs.
Wij tekenen hierbij aan, dat ons dit
gebeuren reeds geruime tijd bekend
was, Zondagavond om 10 u. zou Ja
cobs zijn eerste verschijning hebben ge-
zien doch dat wij op uitdrukkelijk
verzoek van de kerkelijke autoriteiten
tot dusver een en ander hebben verzwe
gen.
Ook nu na deze publicatie in „De
Telegraaf" achten wij ons nog tot
terughoudenheid verplicht. De grote
reserve, welke de kerkelijke overheid
bij dergelijke gebeurtenissen telkens
in acht neemt, moge onze lezers uit
drukkelijk ten voorbeeld worden ge
steld.
ZONDAG 23 October: 20ste Zondag
na Pinksteren; Mis v. d. dag; 2 tot alle
heiligen; 3 naar keuze; 4 voor de voort
planting des geloofs; (Utrecht, Den
Bosch, Roermond: 2 kerkwijding; 3
voortplanting des geloofs); Credo; pref.
v. d. H. Drievuldigheid groen. Mis
siezondag: Mis tot Voortplanting des
Geloofs: 2 gebed v. d. Zondag; Credo;
pref. v. d. H. Drievuldigheid; laatste
evangelie v d. Zondag; paars. MAAN
DAG: H. Raphael aartsengel; eigen
Mis; Credo; gewone prefatie wit.
DINSDAG: H.H. Crijsanthus en Daria,
martelaren; eigen Mis; 2 tot alle heili
gen; 3 naar keuze; gewone prefatie;
rood. WOENSDAG: H. Evaristus, Paus,
martelaar; Mis Si diligis; 2 tot alle hei
ligen; 3 naar keuze; prefatie v. d. Apos
telen rood. DONDERDAG; vigilie
v. d. H.H Simon en Judas; eigen Mis;
2 tot de H. Maagd; 3 voor Kerk of Paus;
gewone prefatie; paars. VRIJDAG:
H.H. Simon en Judas, apostelen, eigen
Mis; Credo; prefatie v. d. Apostelen
rood. ZATERDAG: Mis v. O. L. Vrouw
op Zaterdag; 2 tot de H. Geest; 3 voor
Kerk of Paus; prefatie v. O. L. Vrouw;
wit. ZONDAG 30 October: Christus Ko
ning; eigen Mis; 2e gebed v. d. Zondag;
Credo; pref. v. Christus Koning; laatste
evangelie v. d. Zondag; wit.
De algemene Vergadering der V.N. heeft
Donderdag op alle leden een beroep gedaan,
vrije toegang te verlenen tot landen waar
vergaderingen der V.N. of haar gespeciali
seerde bureaux worden gehouden. Dit geldt
voor „voorlichters" van alle landen, die bij
de V.N. of gespecialiseerde bureaux zijn
geaccrediteerd.
huidgenezend mi huidverbeterend
middel is Purol. Hoort ie huis!