De Middeleeuwer bij de Kerstkribbe
HONDERD JAAR BEVOLKINGSBOEKHOUDING
■M
MOORD in de kathedraal
AA A
'W
NACHTMIS
Goed gedaan, jongens!
mmmmm
*Jy)
r
Wij luisteren naar
De taal is
gans een volk?
1949
Kerstmis
Vertedering voor het kind
Een kwalijk riekende administratie en een
mandie met de muziek mee ging
Vele registers in de
oorlog verloren gegaan
7
lutn naar de l
KINDEREN,
J
VRIJDAG 23 DECEMBER 1949
PAGINA 4
IN DULCI JUBILO
-
jspim
bemint elkande
We maken het zelf
Werkobjecten voor werkloze
landarbeiders
De sfeer van innigheid, die zo onzegbaar-ontroerend het Goddelijk gebeuren
in de Heilige Kerstnacht doet aanvoelen, wordt door ons vaak bedorven
door de sentimentaliteit van rood licht en de schittering van vele kaars
jes: dinner by candlelight kondigt de restaurateur aan. Komt het omdat in geen
viering 't goddelijke en 't menselijke element zo nauw verweven zijn? Laten we de
redene-ing buiten beschouwing. We doen er beter aan, de echte Kerstsfeer te
zoeken, waar deze te vinden is: bij de Middeleeuwer, die, onze moderne hulp
middelen tot sfeerschepping ontberend, zich zuiverder wist te concentreren
op het wezen van Kerstmis: Goddelijke Almacht in menselijke hulpeloosheid.
Treffender ervaring voor de mens,
zeker in onze benarde tijd, is er niet,
dan die van te ervaren dat de zoon van
God als mensenkind deelgenoot werd
van onze moeilijkheden. Dit feit is door
de eeuwen heen een onuitputtelijke
bron van inspiratie geweest voor alle
kunsten, maar nooit heeft men het zo
kinderlijk vroom ervaren als in onze
Middeleeuwen
Mogen we de Middeleeuwen in het
algemeen het lied benijden, het zuiverst,
het edelst, uit zich de kinderlijke geest
in de Kerstliederen, waaraan deze
periode zeer rijk is. Ze behoren dan ook
tot de oudste geestelijke liederen, naïef
en direct in hun uiting, voortgekomen
Uit een innig gevoelsleven, dikwijls ver
mengd met Latijnse zinnen uit hymnen
en gebeden, zoals:
Omnes nu moochdi wonder horen
de celo quam al hier tevoren
propter quod voluit syn geboren
de virginie
Of:
Nu laet ons sing en het is tyt
est puer natus hodie
die ons allen heeft verblijf
pro nostrorum crimine.
En wie kent niet dat prachtige:
In duld jubilo
singhet ende weset vro;
al orise herten wonne
leit in presepio,
dat lichtet als die sonne
in matris gremsio,
ergo merito, ergo merito
Sweven in gaudio.
Een smakeloos mengelmoes? We moe
ten het primitieve, het eenvoudige, weten
te waarderen als de uiting van blijde
mensen, die nog in de innige verbon
denheid. leefden met de liturgie, die hun
dagelijks leven vulden met de rijkdom
van de eredienst, omdat zij noch door
boeken, nóch door film ot anderszins
werden afgeleid.
Is de schildering van Moederweelde
en het huiselijk geluk, zo realistisch be
schreven in het volgende lied, eigenlijk
niet prachtig?
Ons genaket die aventstar,
Die ons verlichtet also claer.
Wel was hoer doe,
Susa ninna, susa noe,
Jesus minne sprac Marien toe.
Dat huus dat hadde so menich gat,
Daer Christus in geboren was.
Wel was hoer doe, enz.
Si setten dat kint op hoeren schoot
Si cussedet voor syn mandeken root
Het was soo suet, enz.-
Si setten dat hint op hoeren cnien
Si sprac: Groot eer moet u gheschien!
Wel was hoer doe, enz.
Si setten dat kint op hoeren arm,
Mit groter vrouden sach sijt aen:
Het was soo suet, enz.
Die Moeder makeden den kinde een bat,
Hoe lieflic dattet daer inne sat!
Wel was hoer doe, enz.
Dat kindeken pieterden mitfer hant
Dattet water uten becken spranc
Wel was hoer doe, enz.
Die os ende ook dat eselkijn
Die aanbeden dat suete kindekijn
Wel was hoer doe,
Susa, minna, susa noe,
Jesus minne sprac Marien toe.
Het wiegende refrein, deze sussende
repetitie, doet denken aan het oude ge
bruik in de Kerstnacht in de kerk: het
„Kindje wiegen". In de zestiende eeuw
gebeurde dat nog, zoals de Amsterdam
mer Walich Syvaer.ts het be
schrijft: „Sy weten, hoe men op Kers-
daech een wiegsken met een beeldeken
daer inne op 't hooch Autaer pracht te
setten: ende dat d'ouders hare kinderen
met een wiegsken ende schelle in de
kerke leyden; ende als de Priester onder
de Misse het kindekén opt Autaer staen-
de begoste te wieghen ende te singhen
Eia, Eia, Eia, enz., soo vinghen de kin
deren voort mede aen, elck sijn kin
deken te wieghen ende eia te singhen
maeckende daer benevens een groot
gheluyt ende gheclanck met haere schel
len, dat de gheheele kercke daer van
vervult was: waeronder de orghel op
eene sonderlinghe wijze was spelende,
die het spel hielp vercieren".
Zo waren de Middeleeuwen in al hun
eenvoud, in hun hartelijk geloof, dat de
uiterste armoede van het Jezuskind in
volle realiteit schilderde, naïef en aan
doenlijk, zonder dat sentimentaliteit de
vertedering bedierf. Dit leert het vol
gende lied:
Een kint is ons gheboren.
Een soon is ons ghegheven.
Hi heeft versoont sijns vaders toem,
Hi brenghet ons int ewighe leven.
Doe Jesus Christus gheboren was,
Ghewonden in armen doeken,
Daer en was bont noch daer en
was graeu,
Hi lach mit bloeten voeten.
Die osse ende ooc dat eselkijn
En konden niet ghespreken;
Doe Jesus in der cribben lach,
Doe lieten si oer eten
Die osse ende ooc dat eselkijn
Die dreven daer grote feeste,
„Ons naket een soeten tijd
wij mogen al wel sijn verblijt
met herten ende sinnen."
Niemand heeft ooit zo kinderlijk
vroom en oprecht Kerstmis gevierd
als de Middeleeuwer in zijn groot
geloof. Een grote schat van Kerst
liederen getuigt daarvan. Neven
staand een kleine bloemlezing, die
alleen bedoelt te zijn een aanspo
ring zelf van deze rijkdom te gaan
genieten ter geestelijke verdieping.
Doe Jesus in der cribben lach,
Tusschen tween stommen beesten.
Die osse ende ooc dat eselkijn
die dreven daer groten wonder
Doe Jesus in der cribben lach,
In cranken doeken ghewonden.
O et o et gloria!
Dat soetste van der minnen,
Dat is Jesus Marien soon:
God laten ons ghewinnen!
Met dit al drong men door tot de
werkelijke betekenis van het Kerstge
beuren, men voelde de pijn en het leed
aan, dat hier bij het begin van Chris
tus' leven op aarde reeds Zijn deel
werd. de pijn van het „Allersoetste
Kindekijn, de kleine Koning", zoals ook
het leed van Maria, de „Maget utver-
koren, daer Jesus af woude sijn ghe
boren", „dat suyver Maechdekijn".
Maria suver fonteine
Daer God sijn ruste aen nam
Bidt voer ons al ghemeine
Ende versoent dat godlijck lam
So dat wij moeten gheraken
Met hem int soete dal
Daer vruecht is boven mate
Die eeuwelijck duren sal.
De Middeleeuwer vouwt de handen
en hij bidt met Dire van Herxen:
O alreliefste Kindekijn
Mijn Heer, mijn God ende schepper
mijn
Stort nu toch in mijn hertekijn
Die alresuetste minne dijn.
O Jhesu coeninc over groot
Vrijt ons van sunde voer den doet
Gheeft dat wij ons moeten besinnen
Ende u alleene minnen.
Een onuitputtelijke bron van vreug
de met Kerstmis- bieden ons de Middel
eeuwse Kerstliederen: hier is de echte
vroomheid aan het woord, die geen
rood licht nodig heeft om in de juiste
stemming te komen. We kunnen de uit
nodiging aanvaarden met de Middel
eeuwer naar de kribbe gaan. om echt
en diep te ervaren, wat hij Maria laat
zeggen:
Vlieden zij pais en vree,
dat brengt mijn Kind u mee.
Want dit zullen we moeten doen:
Nu laet ons alle met herten rein
gaen loven dat soete kindekijn
ende bidden Hem nerstelike
dat Ui ons onderstaat wil sijn.
JAN BURGER
(Van onze Haagse redacteur)
M-t de beste wiskundeknobbel speelt men het met klaar de ^mgende fonnule
t,e interpreteren: „BD Pas 28234 tot 11.2.48 C V47 D PS
Vwp" Dat hoeft ook niet, want deze geheimtaal wil niets anders
dan dat zeker iemand buitengewoon dienstplichtige is, een pas - JU
r,n 11 Februari 1918 dat deze en andere gegevens over hem gecontroleerd zijn,
vergeleken biV de volkstelling 1947, dat hij'in het bezit is van een decoratie,
valtnder het pensioenfonds voor de Scheepvaart en een vuurwapen heeft.
Wie ter wereld heeft deze bijzonderheden aaneengerijd? Het kan niemand an
ders zin (Un de ambtenaar van het Bevolkingsregister, dat het beste van alle
landen heet - hij volgt met griezelige i"uwgezetheid de handelen wan
11 lezer en van ons; daar komt geen mens, die in Nederland woont, «noennj
en wie'wel met de nevolkingsadministratie een loopje tracht JSShv
•p een kwade dag, dat nonchalance of verkeerde bedoelingen toch uiteindelijk
ongunstig voor hem zelf uitpakken. Zeker
Het spreekt wel vanzelf, dat zo perfect als nu het met altijd «geweest.
er was ook in vervlogen tijden hier en daar een zekere registratie van de be
volk,n- men denke bijvoorbeeld aan de Maastrichter „Burgerboeken d'e nog
lu hct mTriXn van de 11e eeuw dateren. Doch de dagen van Thorbecke moes
ten komen voordat alle gemeenten een verplichte bevolkingsboekhouding kre
gen; op 1 Januari 1950 is deze verplichte administratie precies een eeuw oud.
Niet bij iedere Nederlander blijkt
de leerplichtwet tot het'beoogde doel
te leiden. Uit ritsen wonderlijke
kattebelletjes trókken wij deze twee
specimina te voorschijn van verhuis-
aankondigingen, zoals ze bü een ge
meentelijke dienst binnenkomen:
Met deze laad ik u weete als dat
ik ben verhuist 8 daagen en van de
boschlaan 23 atorie achter naar No.
23 2 atachtie achter.
2 atasie achter
Stat"
en
„165 1 E pedipmg ting verhuds Papa-
haijst:108
2de pedipin reahs"
Aan de hand van deze gegevens een
bevolkingsregister samenstellen
wij geven het U te doen!
Het werk, te verzetten voor de eerste
opbouw, mag men niet onderschatten:
er moesten circa 3 millioen mensen ge
registreerd worden. Het is echter wel
interessant achteraf te ontdekken, dat
Thorbecke zelf de portée van de bevol
kingsboekhouding niet helemaal door
zien heeft. Toen de zaak namelijk even
aan het draaien was, kwamen er een
paar Kamerleden hem aan de jas trek
ken met de vraag waarom er nu zoveel
drukte van gemaakt moest worden. Wat
had het bijvoorbeeld voor zin adressen
van de Nederlanders te gaan noteren.
Met het antwoord dal de heren kregen
zou een minister zich er thans niet af
kunnen maken: het kwam er op neer,
dat het Z. Exc. zelf ook niet recht dui
delijk was. waartoe dit goed kon zijn,
maar nu ja, dat hoorde er nu eenmaal
bij!
Die eerste officiële administratie was
er een per woning; ze geschiedde in
zware folianten, waarvan er een, ergens
m het Oosten van het land, nog jaar
lijks goede diensten bewijst als het gou
den boek van Sinterklaas. Van werke
lijke betekenis zijn deze archiefstukken
overigens nog steeds voor het uitzoeken
van ingewikkelde nationaliteitskwesties.
Al betrekkelijk vroeg men schreef
1880 stapte men in sommige gemeen
ten over op een kaartsysteem voor re
gistratie per gezin.
Talloze fouten schijnen er echter bij
de tot dan gevolgde stelsels te zijn in
geslopen als de gegevens moesten wor
den overgenomen voor verhuizingen. Dit
deed in 1890 mr. J. N. E. de Voogt. chef
van het Bevolkingsregister in Rotter
dam, de idee lanceren, een persoons
kaart in te voeren. De naam van deze
mr. De Voogt wordt door iedere bevol
kingsambtenaar, die liefdf voor zijn vak
heeft, met respect genoemd. Het heeft
tot 1 Januari 1940 geduurd voor inder
daad iedere inwoner van Nederland zijn
eigen kaart kreeg, maar de Rotterdam
se jurist is van dit systeem de geeste
lijke vader.
Ruim tien millioen persoonskaarten
zijn er dus nu in Nederland, waar Dij
de kinderen tevens staan aangetekend
op de kaart van het hoofd van het
gezin. Verandert iemand van woon
plaats, dan verhuist zijn kaart naar
de nieuwe gemeente mee.
Over wat er in de oorlog met de be
volkingsregisters gebeurd is, zou een
apart stuk geschiedenis te schrijven zijn.
Veel hiervan mag bekend worden ver
ondersteld, maar niet iedereen zal we
ten, dat de meeste secretarie-ambtena
ren, die vanwege hun goed-vaderlandse
houding het leven hebben gelaten, ge
teld worden onder hen, die op de Bevol
kingsregisters werkzaam waren
Practisch alle registers zijn in die ja
ren onbruikbaar gemaakt. Meer dan
honderd bevolkingsregisters zijn in de
oorlogsjaren vernietigd, beschadigd of
verdwenen. Misschien kunnen zij, die
direct na de bevrijding klaagden over
uitstel van de verkiezingen, zich met
deze wetenschap nu toch wel beter voor
stellen, dat slechts na het wegwerken
van de vele, zeer vele onregelmatighe
den oud-illegalen kwamen met hele
lijsten van valse kaarten aandragen
en na, waar nodig, algehele reconstruc
tie van het register verkiezingen kon
den worden gehouden, welke voldeden
ana de eisen, die men in Nederland
'dienaangaande stelt.
„Reconstructie" is een vrij algemeen
begrip; waarschijnlijk zegt het iets meer
wanneer we ons voorstellen melkbussen
met gelichte persoonskaarten gevuld.
meegesleept uit een hooiberg door de
overstroming van de Wieringermeer en
zeker spreken wel tot de verbeelding
de kwalijk riekende bevolkingsregisters
van een tweetal gemeenten, die hun
kaarten hadden laten onderduiken in
eenbeerput. Het was er niet om
te harden, zeide de inspecteurs, die een
bezoek brachten aan de lokaliteiten,
waar men getracht heeft de gegevens
van deze kaarten alsnog te benutten!
Thans sluit onze bevolkingsboekhou
ding weer als een bus. Hoe deze admi
nistratie precies in elkaar steekt, kan
een niet-ingewijde niet in twee, drie
woorden vertellen. Enkele hoofdpunten
slechts.
Mannen hebben gele kaarten, vrouwen
grijze. Daarop worden behalve voor de
hand liggende gegevens, welke men ont
leent aan de Burgerlijke Stand ge
boorte, huwelijk, overlijden e. d. ook
tal van andere aantekeningen gemaakt.
Zo is, om even terug te keren naar onze
„formule" aan het begin van dit ver
haal, het bezit van een decoratie gere
gistreerd om de Kanselarij der Ridder
orden na het overlijen van de drager
te waarschuwen, dat de versierselen kun
nen worden ingenomen. Uit deze kleine,
niet zo belangrijke, bijzonderheid ziet
men reeds, dat de Bevolkingsboekhou
ding een sleutel-administratie is: de re
gisters vormen geen doel in zich, maar
zijn een middel, dat ten dienste staat
van tól van andere instanties: Politie,'
Justitie, Posterijen, Belastingen, en zo
kan men verder gaan. Het klinkt mis
schien niet sympathiek, maar wij maken
vele anderen wegwijs, zegt drs. C. J.
Graafland, die na de oorlog aan het
hoofd van de Rijksinspectie der Bevol
kingsregisters is komen te staan.
Het bureau op de Herengracht in Den
Haag houdt ook het Centraal Be-
volkings-Register bij, waarin 30.000
schippers, woonwagenbewoners en an
dere trekkenden hun plaats vinden. Het
schijnt aen nogal verbreid misverstand
te zijn, dat' dit C.B.I}. een copie zou
wezen van alle gemeentelijke registers
tezamen. Wie een dergelijke centrale
ideaal zou achten, moet zich wel reali
seren, dat er alleen reeds een kapitale
staf aan ambtenaren nodig zou zijn om
al het dubbele werk te doen. De Duit
sers waren met zes millioen kaarten al
een aardig eind gevorderd in die rich
ting, maar het bombardement op „Kley-
kamp" stuurde hun plan in de war. Een
niet onaanzienlijk restant van deze ad
ministratie kan men nu doorsnuffelen
bij hel bureau voor Genealogie in Den
Haag.
Daar komen ook uiteindelijk alle
overlijdenskaarten terecht; deze passe
ren eerst het C.B.S. om verwerkt te
worden in de bevolkingsstatistiek.
Wil men nog enige cijfers? We kun
nen ze kwistig voor U uitstrooien: de
levensduur van een administratiekaart
is berekend op 400 jaar; er zijn 100.000
«IIIIHIMfHIIIIIIIIimillllMIHfMIItlHIIIf
HllllflfVMIVVVMIMtVtMVIIMflItflttfHIlflIl
TAfU 1 pWllggBwpiiÉli!
„Zalig Kerstfeest, mijnheer",
wenste Karei van den Heuvel
de dag vóór Kerstmis zijn on
derwijzer, toen hij als laatste
het gezellig-verlichte klaslokaal
verliet. „Ook een Zalige Kerst
mis, Karei", antwoordde mijn
heer vriendelijk en liet er op
volgen'. „Ik kom binnenkort
weer eens naar je moeder
kijken, hoor, zeg haar dat
maar". „Graag meneer", be
loofde Karei en nadat hij zijn
jekker had aangeschoten, liep
hij haastig de schooltrap af en
de dorpsstraat in. Het sneeuw
de buiten en een venijnige
wind blies om de hoek. Huive
rend sloeg hij zijn kraag om
hoog en ging in stevige draf
naar huis. Karei woonde tame
lijk eenzaam aan de rand van
het dorp, samen met zijn moe
der, een weduwe, die haar man
reeds kort na de geboorte van
Karei had verloren. Met naai
werk voor de dorpsbewoners
verdiende ze nu de kost voor
Karei en zichzelf. Sinds enige
weken moest ze echter op bevel
van de dokter het bed houden,
daar ze overwerkt was. „Hoe
moet bet dan met mijn huis
houden gaan?" had de weduwe
tegengestribbeld, maar de dok
ter was bij zijn besluit geble
ven. Een buurmeisje had zich
gelukkig bereid verklaard een
handje te helpen in de huishou
ding, zodat mevrouw Van den
Heuvel zich daar geen zorgen
over behoefde te maken. Ze
vond het echter zo jammer
voor haar zoon, dat ze nu niet
met hem naar de Nachtmis zou
kunnen gaan, een traditie waar
Karei zich ieder jaar al weken
van te voren op spitste. Terwijl
Een middeleeuwse Kerst
voorstelling
ze hierover lag te peinzen,
hoorde ze buiten voetstappen
naderen en even later kwam
Karei de kamer ingestapt, zijn
jekker wit van de sneeuw. „Dag
moe," groette hij en in één
adem er achteraan: „Is de dok
ter nog geweest en wat heeft
hij gezegd?" Mevrouw van den
Heuvel glimlachte. „Ik heb goed
nieuws voor je, jongen. Als ik
me niet te druk maak. mag ik
met de Kerstdagen op, maar",
voegde ze er zacht aan toe: „Ik
vind het zo jammer, dat je nu
niet naar de Nachtmis kunt
gaan en alleen vertrouw ik het
niet met al die sneeuw, je mocht
eens verdwalen in het bos".
Karei lachte even. „Ach moe
der, ik ben al lang blij, dat u
weer een beetje opknapt. Dan
zullen we het allebei tegoed
houden tot volgend jaar"
Na het eenvoudige avondmaal
ruimde Karei netjes de tafel af
en ging daarna verder aan een
Kersttekening, waar hij al enige
dagen aan bezig was.
Het liep al tegen bedtijd, toen
Karei plotseling aan de deur
hoorde kloppen. Tot zijn ver
bazing zag hij zijn klasonder
wijzer voor de deur staan, die
hem olijk aankeek. „Mijn be
lofte gehouden of niet?", lachtte
hij tot de verbouwereerde
Karei en stapte naar binnen.
Hij informeerde belangstellend
naar de gezondheidstoestand
van de weduwe en zei toen:
„Ik heb nog een boodschap van
mijn vrouw, die zou ik haast
vergeten. Vindt U het goed, dat
Uw jongen vannacht met ons
mee naar de Nachtmis gaat? Ik
geloof niet dat Uw zoon zelf
bezwaren heeft", voegde hij er
ondeugend aan toe. Mevrouw
van den Heuvel glimlachte
dankbaar: „Natuurlijk mijn
heer. wat vind ik dat aardig
van U". „Al goed", wuifde
mijnheer met zijn hand, dan
kom ik Karei om vier uur
halen. Verslaap je maar niet,
kwajongen", zei hij glunder te
gen Karei, die met open mond
stond te luisteren. En weg was
hij.
Op de afgesproken tijd hield
voor de woning een kleine
arreslee stil. De vrouw van de
onderwijzer stapte uit en ging
het huis binnen.
Voor het naar bed gaan bidden wij voor de kribbe
„Vindt U het goed, mevrouw
Van den Heuvel, dat ik van
nacht bij U blijf?", zei ze fijn
gevoelig, „dan kunnen de „man
nen" naar'de Nachtmis gaan".
Zo gebeurde. Karei en mijn
heer vertrokken in de slede
naar het dorpskerkje en de
vrouw van de onderwijzer hield
de weduwe gezelschap. Wat was
Karei blij, dat hij nu toch naar
de Nachtmis kon gaan. In de
kerk bad hij vurig voor een
spoedig herstel van zijn moeder.
Toen Karei en zijn onderwij
zer moe en koud, maar voldaan
in de wonin® terugkeerden,
stond daar een heerlijk Kerst
maal te wachten, waarvoor de
vrouw van de onderwijzer had
gezorgd. Wat bleekjes, maar
met een stralend gezicht zat
mevrouw Van den Heuvel aan
tafel.
Zo was het ook voor Karei en
zijn zieke moeder in de volle
betekenis van het woord een
Zalig Kerstfeest geworden.
Een smett'loos sneeuwkleed
ligt gespreid
In witte waardigheid.
Dat Christus' komst heeft voor
bereid
Vanaf de Adventstijd
Moog' ook ons hart zijn zo'n
tapijt
Van reine zuiverheid.
Dat vurig Christus' komst ver
beidt
Eens in de eeuwigheid.
OLAV.
De 29ste December vieren
we het feest van een Engelse
heilige, die eigenlijk Thomas
a Becket heet, maar meestal
Thomas van Canterbury ge
noemd wordt, omdat hij op
het laatst van zijn leven kar
dinaal van Canterbury was.
Misschien heb je in de krant
of op grote aanplakbiljetten
bij de schouwburg wel eens
zien staan: „De moord in de
kathedraal!", dat is de titel van
een dramatisch toneelstuk en
ae persoon, die in dat stuk de
hoofdrol speelt, is ook Thomas
a Becket Deze Thomas is dan
ook een heel belangrijke per
soon in Engeland geweest. Hij
was in het midden van de
twaalfde eeuw, tijdens de re
gering van koning Hendrik de
Tweede, kanselier. Dat bete
kende zo veel, dat hij, naast
de koning, de voornaamste
man in het land was. Toen in
1162 de aartsbisschop van Can
terbury stierf, volgde Thomas
hem op. Zo was deze man nie.t
alleen de meest belangrijke
persoon in het rijk van de ko
ning, hij stond ook aan het
hoofd van de gehele Katho
lieke Kerk in Engeland. Hij
bleef echter de trouwe verde
diger van de rechten van de
Kerk en de grote tegenstander
van koning Hendrik de Twee
de.
Plots waren er een viertal
edelen, die meenden, dat ze de
koning een grote dienst bewe
zen, als zij Thomas uit de weg
ruimdem Die vier mannen
besloten dan ook Thomas te
doden. Vergezeld van enige
soldaten trokken zij naar de
Kathedraal van Canterbury,
waar de aartsbisschop juist
de Vespers gebeden had
„Waar is de verrader!" rie
pen zij, zo gauw ze in de kerk
waren.
Thomas, die dadelijk be
greep, dat het om hem te doen
was. antwoordde: „Hier ben
ik. Maar ik ben geen verrader!
Ik' ben Aartsbisschop en pries
ter van God."
Priesters en andere mannen
schoten toe, om hun kardinaal
te helpen. Maar deze sprak:
„Het huis van God is geen le
gerplaats. Hier mag niet ge
vochten worden. Ik ben be
reid te sterven. Maar ik be -
ve.el u, de anderen geen leed
te doen."
Toen knielde de aartsbis
schop neer, om een laatste ge
bed te storten. Zijn tegenstan
ders vielen op hem aan en
vermoordden hem aan de. voet
van het altaar.
Het bericht van deze moord
wekte overal in het land de
grootste afschuw Onmiddellijk
ontstond overal een grote ver
ering voor deze martelaar;
vele wonderen vonden er op
zijn voorspraak plaats. Het
duurde dan ook niet lang. of
dé Heilige Kerk nam Thomas
van Canterbury op in de rij
van heiligen.
Dat zal even een fijn kerstgebak
worden!
27 December herdenkt de
H. Kerk de. grote Apostel Jo
hannes. Het is niet vreemd,
dat het feest van deze heilige
zo dicht bij het Kerstfeest
staat Johannes was immers de-
meest beminde Apostel van Je
zus. Het was Johannes die
voor alles de Liefde predikte:
Kinderen, bemint elkander. De
H. Johannes was tegenwoordig
bij de verheerlijking van
Christus op de. berg Thabor,
maar Johannes behoordè ook
tot de drie uitverkoren leer
lingen, die met Christus die
per de hof van Olijven ingin
gen. Johannes was het tenslot
te ook, die bij het laatste
avondmaal vlak naast Christus
aan tafel zat. Johannes heeft
ons veel nagelaten. Hij is een
van de vier Evangelisten, zin
nebeeldig voorgesteld als een
adelaar; omdat deze Evangelist
zijn verhaal begint met de
Goddelijke afkomst van Chris
tus: In den beginne was het
Woord, en het Woord was bij
God en het Woord was God.
Van Johanhe.s bezit de H. Kerk
ook nog drie brieven en ten
slotte het Boek der Openbarin
gen, waarin Johannes op mees
terlijke wijze heeft neerge
schreven, wat hij op het eiland
Patmos in visioenen gezien
heeft Johannes blijkt dus een
heilige, een Apostel en schrij
ver te zijn, wel de moeite
waard, om op zijn feestdag
even te gedenken.
Het was een week voor Kerst
mis, dat moeder Geurts op
school kwam en meneer Van
Schoten te spreken vroeg.
Meneer Van Schoten, het hoofd
van de school, luisterde aan
dachtig naar de ernstige klacht,
die de vrouw te uiten had. Hij
wist het, haar twee jongens,
Klaas en Rienus, waren niet erg
gezien bij de anderen. Ze wer
den dikwijls geplaagd- Maar dit
keer was het toch wel heel erg.
Meneer Van Schoten had
medelijden met haar. Ze.
heeft een zeer moeilijk
leven, dacht hij bij zich
zelf, toen hij haar zo snikkend
voor zich zag staan. Het valt
ook niet mee, met zoveel kin
deren, als zij had, in zo'n ver
vallen huisje te wonen en heel
je leven niets anders dan ge
brek en armoede te kennen.
„Moeder Geurts", sprak hij
vriendelijk, „ik zal de zaak on.
derzoeken, hoor- Je kunt er op
rekenen, dat het niet meer ge
beurt.
Dat meneer Van Schoten de
zaak in orde zou maken, zou zij
spoedig genoeg bemerken. De
jongens van klas zes, die aan
het relletje hadden meegedaan,
kregen ook heel wat te horen.
Nog voor Kerstmis werd moe
der Geurts verblijd met een jas
voor Klaas. Het was wel geen
nieuwe, maar hij zag er toch
weer netjes mee uit. Rienus
kreeg splinternieuwe klompen.
Tot zover was alles dus weer
in orde. Van plagen of schelden
was die laatste week ook hele
maal geen sprake meer. En hier
mede zou de zaak afgelopen
kunnen zijn. Maar dat was zij
nog lang niet.
Zaterdags voor Kerstmis wa
ren er in de schuur bij Dik
thuis wel tien jongens bij el
kaar, om alles -te bespreken.
En dat daar heel wat werd
klaar gemaakt, zou op het kerst,
feest wel blijken. Ineens had
het aanstaande Kerstfeest nog
een veel schoner glans voor hen
gekregen. Ze konden dat zo niet
zeggen, maar ze voelden het
toch.
De jongens hadden het goed
voor elkaar gebracht. Het leek
wel een optocht, die daar die
eerste Kerstdag over de dorps
weg voortmarcheerde. Voorop
Kees Barendse met een flinke
kerstboom in zijn armen. Daar.
achter de anderen, allemaal be-,
laden met pakjes en dozen.
Moeder Geurts begreep er
niets van, waarom dat stel op
haar deur kwam bonzen. De
plagerij zou toch niet opnieuw
beginnen? Och neen, dat be
greep ze zelf ook wel.
„Moeten jullie hier wezen,
jongens?" vroeg meneer Geurts,
„Jawel meneer. Maar het
duurt niet lang!" zei Hans. „We
gaan zo weer weg- We kwamen
u allen alleen maar even een
Zalig Kerstfeest wensen".
„Nu, dat is allemachtig aardig
van jullie. Maar, wat moet dat
-daar allemaal?"
Er was echter niemand meer,
die antwoord gaf. Ze hadden
het ineens vreselijk druk, die
jongens. Hup, daar stond de
kerstboom in een grote houten
bak in de hoek van de kamer
Floep, daar vlogen de eerste
zilverslingers door het frisse
groen.
In enkele ogenblikken was
de kerstboom aangekleed. Hans
keek de kleine kamer rond. Hij
zocht de kerststal. Die moest er
zijn. Dat wist hij- Er stonden
een paar kaarsjes bij. Een paar
bewegingen van de jongens en
rond de kerststal stond een rij
van kaarsen.
Voor de familie Geurts goed
■in zien wat er eigenlijk alle
maal gebeurde, was alles al
klaar. Ze kregen geen tijd om
„dankje wel" te zeggen. Want
het hele stel jongens holde
lachend en schreeuwend het
huis uit.
Maar groter vreugde dan in
het gezin van de Geurtsen kon
er nergens wezen. Lieve hemel,
wat zag het er ineens uit, daar
in dat kleine huiskamertje.
Overal, op stoelen en tafel, op
de schoorsteen, op de grond bij
de kerstboom en bij de kerststal
lagen de pakjes, grote en Jdeine.
Op geen enkel pakje stond
een naam. Nergens een aandui
ding van wie het was. Maar
alles, wat te voorschijn kwam,
was zo mooi, zo heerlijk, dat
onafgebroken allerlei vreugde,
kreten door het huis klonken.
Chocoladeletters en suiker-
beestjes, nog bewaard van Sint
Nicolaas, een speculaaspop en
een krentenbrood, een stuk kaas
en een Gelderse worst, kwamen
broederlijk naast elkaar op de
tafel te liggen. Leesboeken, een
bouwdoos, ballen en tollen,
doosjes kleurkrijt, een fluit en
een bromtpl kwamen te voor
schijn. Ook kleine kledingstuk
ken ontbraken niet. Daar was
een prachtige nieuwe das, een
paar wollen handschoenen, een
doosje met zakdoeken, een paar
kousen en zelfs een gebreide
jumper! Vader en moeder en de
kinderen niet minder, keken
hun ogen uit naar deze rijkdom.
Het Kerstfeest van de familie
Geurts werd een feest van on
gekende vreugde.
En tegelijk met hun stemmen,
klonken ook in andere huizen
van het dorp verschillende jon.
gensstemmen veel opgewekter
en vreugdevoller dan ooit te
voren, omdat deze jongens wis
ten, dat zij, als leden van de
Jeugdbond zonder naam, door
hun pakjesactie veel geluk aan
anderen bezorgd hadden. J. R.
Om een eenvoudige kerst
voorstelling te tekenen, kun
je als volgt te werk gaan. Te
ken in het midden van je pa
pier een kerststal. Bekijk de
bovenste drie tekeningen, dan
zie je hoe je, moet beginnen:
een dakje, met wat ruwe plan
ken en stro. De palmboom is
eerst met een dun lijntje te
schetsen, ook het engeltje (zie
links op de schetstekening). Je
tekent zeker een ster boven de
stal. Rechts op de tekening is
aangegeven, hoe je dat het ge
makkelijkst kunt doen. Behal
ve Jozef en Maria bij de krib
be !"un je er ook een herder
en schapen bij tekenen. Een
schaap van achter of van vo
ren gezien teken je volgens 1
en la, of 2 en 2a. Dit zijn zo
enkele gegevens voor het zelf
standig vèrvaardigen van een
kerstvoorstelling zoals in Te
kenen is een wereldtaal" voor
komt Je kunt ook een derge
lijke kerstvoorstelling op
briefkaartformaat maken en
dan dus als kerstkaart naar
vriendjes of familie zenden.
Dat is aardig, vooral als je de
tekening een beetje kleurt. Za
lig Kerstmis allemaal.
geslachtsnamen in ons land en de Rijks
inspectie houdt ook nog een z.g. scha-
kelregister bij van 700.000 kaarten ter
controle op de persoonskaarten. Vervol
gens is er in Den Haag nog een boek
houding van 450.000 kaarten, in de wan
deling koelhuis geheten; hierin worden
zij ondergebracht, die het land uitgaan.
Wie nu naar de gemeente-secretarie
stapt om een uittreksel uit het bevol
kingsregister, hij zal die ambtenaar aan
het loket zien als onderdeel van een
groot, indrukwekkend en nauwsluitend
apparaat. In de lagere regionen is zijn
werk vrij saai, maar het heeft voor
iedere bevolkingsambtenaar ook zijn
amusante momenten.... Hoe zal hij re
gistreren die serieus gemeende verhui-
zinsaankondiging, waarvan wij de foto-
copie mochten aanschouwen: „medever-
huisd van zij- naar achterkamer een ta
fel, 2 stoelen, een bed en een kastje"?
En dan een andermaal wordt ec een
vraag uitgestuurd: „waar verblijft uw
man"? hier is het antwoord: „Weet ik
dat, misschien met de muziek mee
Omdat ook deze gevallen toch uitein
delijk altijd weer kloppen, bij het ko
mende eeuwfeest proficiat voor de amb
tenaar van het Bevolkingsregister! Die
ons altijd te lang laat wachten maar
wat wiït U? Hij is zo nauwgezet....
De minister van Sociale Zaken heeft
een regeling getroffen dat de gemeenten
speciale werkobjecten kunnen laten uit
voeren door werkloze handarbeiders die
op grond van hun persoonlijke eigen
scheppen minder geschikt zijn om tij
delijk bij de Dienst Uitvoering Werken
te worden geplaatst. Hiervoor komen
in aanmerking die werkzaamheden ten
behoeve van overheidslichamen of pri
vaatrechtelijke lichamen, die anders niet
goed tot uitvoering kunnen komen. Voor
de uitvoering van deze regeling zullen
plaatselijke adviescommissies worden
ingesteld. Het Rijk verleent een subsi
die van 75 pet. van de lonen en sociale
lasten. Het aecoordloqn bedraagt ten
hoogste 140 pet. en het uurloon ten hoog
ste 130 pet. van de uitkering volgens de
sociale bijstandregeling. Gegarandeerd
wordt een loon van 105 pet. van deze
uitkeringen.
De muziekcriticus-in-ruste, Herman Rut-
ters, eertijds vele jaren lang verbonden
san het Algemeen Handelsblad, vierde Don
derdag zijn zeventigste verjaardag.
VRIJDAG
HILVERSUM II, 415 m. - Na 18 uur
ook 245 en 1875 m. - KRO: 18.15 Klaas
van Béeck, 18.45 klankbeeld voor de
jongeren, 19.00 nieuws, 19.15 gram., 19.30
Haags blaaskwintet, 20.00 nieuws, 20.05
gewone man, 20.12 Organola met zang,
20.30 „Ja, zo was 't'\ klankbeeld door
Jenny Kiggen, 21.30 omroeporkest, 22.15
Kersttoespraak van Z. H. de Paus tot
college van Kardinalen, 22.45 De zin van
het huwelijk, causerie, 23.00 nieuws, 23.15
Elck wat wil.
HILVERSUM I, 301 m. - VARA: 18.00
nieuws, 18.15 felicitaties. 18.30 strijdkr.,
19.00 „Denk om de bocht", 19.15 Accor-
deola. VPRO: 19.30 Kerstdienst, 20.30
cursus, 20.55 boekbespr. VARA: 21.00
verzoekprogramma, 21.40 Ducdalf, 22.00
buitenlands overzicht, 22.15 swing and
sweet. VPRO: 22.40 Vandaag, causerie,
22.45 Avondwijding. VARA: 23.00 nieuws,
23.15 Maurice Ravel.
ZATERDAG
HILVERSUM II, 415 m. - Vóór 10 uur
ook 245 m. en na 17.30 uur ook 245 en
1875 m. - KRO: 7.00 nieuws, 7.15 Mor
gengebed, 7.30—8.30 zendersluiting, 8.30
nieuws, 8.40 Maria ter ere, 8.50 Spaanse
dansen, 9.00 weerrapporten, 9.03 huis-
N.„
vrouw, 9.30 waterstanden. 9.35 Bach
10.00 kleuters, 10.15 muziek houdt fit,
11.00 Zonnebloem, 11.45 omroepvrouwen-
koor, 12.00 Angelus. 12.03 lunchconcert,
12.55 Zonnewijzer. 13.00 nieuws, 13 20
omroepkamerorkest, 13.50 dilettanten
musiceren. 14.20 Als de speerrepen op
zolder gaan, klankbeeld door J. G. Kolk
man, 14.35 Utrechts Stedelijk Orkest en
koor, 15.05 kroniek van letteren en kun
sten, 15.40 zang en vleugel. 16.00 Sym-
phonette orkest, 16.30 Gregoriaans, 17.00
Wigwam.
HILVERSUM I, 301 m. - VARA: 7.00
nieuws, 7.18 selectie, 7.308.30 zender
sluiting, 8.30 nieuws. 8.43 piano, 9.00
weeroverzicht, 9.03 NBC symp. orkest.
VPRO: 10.00 Tijdelijk uitgeschakeld,
causerie, 10.05 Morgenwijding. VARA:
10.20 voordracht, 10.35 arbeiders, ll-3ï>
cello en piano, 12.00 Ramblers, 12.30 me
dedelingen, 12.33 platteland, 12.38 orgel,
12.55 Kalender, 13.00 nieuws. 13.15 Fro-
menade-olkest, 13.50 gram., 14.00 Neder
landse lied, 14.20 Vincentino, 14.50 streek-
uitzending, 15.15 fragmenten uit The
Messiah, 16.00 Van de wieg tot het graf-
lezing, 16.15 amateur-uitzending, 16.45
sportpraatje, 17.00 schijvenschouw, 17.30
Disselwagen.