De Middeleeuwer bij de Kerstkribbe HONDERD JAAR BEVOLKINGSBOEKHOUDING ■M MOORD in de kathedraal AA A 'W NACHTMIS Goed gedaan, jongens! mmmmm *Jy) r Wij luisteren naar De taal is gans een volk? 1949 Kerstmis Vertedering voor het kind Een kwalijk riekende administratie en een mandie met de muziek mee ging Vele registers in de oorlog verloren gegaan 7 lutn naar de l KINDEREN, J VRIJDAG 23 DECEMBER 1949 PAGINA 4 IN DULCI JUBILO - jspim bemint elkande We maken het zelf Werkobjecten voor werkloze landarbeiders De sfeer van innigheid, die zo onzegbaar-ontroerend het Goddelijk gebeuren in de Heilige Kerstnacht doet aanvoelen, wordt door ons vaak bedorven door de sentimentaliteit van rood licht en de schittering van vele kaars jes: dinner by candlelight kondigt de restaurateur aan. Komt het omdat in geen viering 't goddelijke en 't menselijke element zo nauw verweven zijn? Laten we de redene-ing buiten beschouwing. We doen er beter aan, de echte Kerstsfeer te zoeken, waar deze te vinden is: bij de Middeleeuwer, die, onze moderne hulp middelen tot sfeerschepping ontberend, zich zuiverder wist te concentreren op het wezen van Kerstmis: Goddelijke Almacht in menselijke hulpeloosheid. Treffender ervaring voor de mens, zeker in onze benarde tijd, is er niet, dan die van te ervaren dat de zoon van God als mensenkind deelgenoot werd van onze moeilijkheden. Dit feit is door de eeuwen heen een onuitputtelijke bron van inspiratie geweest voor alle kunsten, maar nooit heeft men het zo kinderlijk vroom ervaren als in onze Middeleeuwen Mogen we de Middeleeuwen in het algemeen het lied benijden, het zuiverst, het edelst, uit zich de kinderlijke geest in de Kerstliederen, waaraan deze periode zeer rijk is. Ze behoren dan ook tot de oudste geestelijke liederen, naïef en direct in hun uiting, voortgekomen Uit een innig gevoelsleven, dikwijls ver mengd met Latijnse zinnen uit hymnen en gebeden, zoals: Omnes nu moochdi wonder horen de celo quam al hier tevoren propter quod voluit syn geboren de virginie Of: Nu laet ons sing en het is tyt est puer natus hodie die ons allen heeft verblijf pro nostrorum crimine. En wie kent niet dat prachtige: In duld jubilo singhet ende weset vro; al orise herten wonne leit in presepio, dat lichtet als die sonne in matris gremsio, ergo merito, ergo merito Sweven in gaudio. Een smakeloos mengelmoes? We moe ten het primitieve, het eenvoudige, weten te waarderen als de uiting van blijde mensen, die nog in de innige verbon denheid. leefden met de liturgie, die hun dagelijks leven vulden met de rijkdom van de eredienst, omdat zij noch door boeken, nóch door film ot anderszins werden afgeleid. Is de schildering van Moederweelde en het huiselijk geluk, zo realistisch be schreven in het volgende lied, eigenlijk niet prachtig? Ons genaket die aventstar, Die ons verlichtet also claer. Wel was hoer doe, Susa ninna, susa noe, Jesus minne sprac Marien toe. Dat huus dat hadde so menich gat, Daer Christus in geboren was. Wel was hoer doe, enz. Si setten dat kint op hoeren schoot Si cussedet voor syn mandeken root Het was soo suet, enz.- Si setten dat hint op hoeren cnien Si sprac: Groot eer moet u gheschien! Wel was hoer doe, enz. Si setten dat kint op hoeren arm, Mit groter vrouden sach sijt aen: Het was soo suet, enz. Die Moeder makeden den kinde een bat, Hoe lieflic dattet daer inne sat! Wel was hoer doe, enz. Dat kindeken pieterden mitfer hant Dattet water uten becken spranc Wel was hoer doe, enz. Die os ende ook dat eselkijn Die aanbeden dat suete kindekijn Wel was hoer doe, Susa, minna, susa noe, Jesus minne sprac Marien toe. Het wiegende refrein, deze sussende repetitie, doet denken aan het oude ge bruik in de Kerstnacht in de kerk: het „Kindje wiegen". In de zestiende eeuw gebeurde dat nog, zoals de Amsterdam mer Walich Syvaer.ts het be schrijft: „Sy weten, hoe men op Kers- daech een wiegsken met een beeldeken daer inne op 't hooch Autaer pracht te setten: ende dat d'ouders hare kinderen met een wiegsken ende schelle in de kerke leyden; ende als de Priester onder de Misse het kindekén opt Autaer staen- de begoste te wieghen ende te singhen Eia, Eia, Eia, enz., soo vinghen de kin deren voort mede aen, elck sijn kin deken te wieghen ende eia te singhen maeckende daer benevens een groot gheluyt ende gheclanck met haere schel len, dat de gheheele kercke daer van vervult was: waeronder de orghel op eene sonderlinghe wijze was spelende, die het spel hielp vercieren". Zo waren de Middeleeuwen in al hun eenvoud, in hun hartelijk geloof, dat de uiterste armoede van het Jezuskind in volle realiteit schilderde, naïef en aan doenlijk, zonder dat sentimentaliteit de vertedering bedierf. Dit leert het vol gende lied: Een kint is ons gheboren. Een soon is ons ghegheven. Hi heeft versoont sijns vaders toem, Hi brenghet ons int ewighe leven. Doe Jesus Christus gheboren was, Ghewonden in armen doeken, Daer en was bont noch daer en was graeu, Hi lach mit bloeten voeten. Die osse ende ooc dat eselkijn En konden niet ghespreken; Doe Jesus in der cribben lach, Doe lieten si oer eten Die osse ende ooc dat eselkijn Die dreven daer grote feeste, „Ons naket een soeten tijd wij mogen al wel sijn verblijt met herten ende sinnen." Niemand heeft ooit zo kinderlijk vroom en oprecht Kerstmis gevierd als de Middeleeuwer in zijn groot geloof. Een grote schat van Kerst liederen getuigt daarvan. Neven staand een kleine bloemlezing, die alleen bedoelt te zijn een aanspo ring zelf van deze rijkdom te gaan genieten ter geestelijke verdieping. Doe Jesus in der cribben lach, Tusschen tween stommen beesten. Die osse ende ooc dat eselkijn die dreven daer groten wonder Doe Jesus in der cribben lach, In cranken doeken ghewonden. O et o et gloria! Dat soetste van der minnen, Dat is Jesus Marien soon: God laten ons ghewinnen! Met dit al drong men door tot de werkelijke betekenis van het Kerstge beuren, men voelde de pijn en het leed aan, dat hier bij het begin van Chris tus' leven op aarde reeds Zijn deel werd. de pijn van het „Allersoetste Kindekijn, de kleine Koning", zoals ook het leed van Maria, de „Maget utver- koren, daer Jesus af woude sijn ghe boren", „dat suyver Maechdekijn". Maria suver fonteine Daer God sijn ruste aen nam Bidt voer ons al ghemeine Ende versoent dat godlijck lam So dat wij moeten gheraken Met hem int soete dal Daer vruecht is boven mate Die eeuwelijck duren sal. De Middeleeuwer vouwt de handen en hij bidt met Dire van Herxen: O alreliefste Kindekijn Mijn Heer, mijn God ende schepper mijn Stort nu toch in mijn hertekijn Die alresuetste minne dijn. O Jhesu coeninc over groot Vrijt ons van sunde voer den doet Gheeft dat wij ons moeten besinnen Ende u alleene minnen. Een onuitputtelijke bron van vreug de met Kerstmis- bieden ons de Middel eeuwse Kerstliederen: hier is de echte vroomheid aan het woord, die geen rood licht nodig heeft om in de juiste stemming te komen. We kunnen de uit nodiging aanvaarden met de Middel eeuwer naar de kribbe gaan. om echt en diep te ervaren, wat hij Maria laat zeggen: Vlieden zij pais en vree, dat brengt mijn Kind u mee. Want dit zullen we moeten doen: Nu laet ons alle met herten rein gaen loven dat soete kindekijn ende bidden Hem nerstelike dat Ui ons onderstaat wil sijn. JAN BURGER (Van onze Haagse redacteur) M-t de beste wiskundeknobbel speelt men het met klaar de ^mgende fonnule t,e interpreteren: „BD Pas 28234 tot 11.2.48 C V47 D PS Vwp" Dat hoeft ook niet, want deze geheimtaal wil niets anders dan dat zeker iemand buitengewoon dienstplichtige is, een pas - JU r,n 11 Februari 1918 dat deze en andere gegevens over hem gecontroleerd zijn, vergeleken biV de volkstelling 1947, dat hij'in het bezit is van een decoratie, valtnder het pensioenfonds voor de Scheepvaart en een vuurwapen heeft. Wie ter wereld heeft deze bijzonderheden aaneengerijd? Het kan niemand an ders zin (Un de ambtenaar van het Bevolkingsregister, dat het beste van alle landen heet - hij volgt met griezelige i"uwgezetheid de handelen wan 11 lezer en van ons; daar komt geen mens, die in Nederland woont, «noennj en wie'wel met de nevolkingsadministratie een loopje tracht JSShv •p een kwade dag, dat nonchalance of verkeerde bedoelingen toch uiteindelijk ongunstig voor hem zelf uitpakken. Zeker Het spreekt wel vanzelf, dat zo perfect als nu het met altijd «geweest. er was ook in vervlogen tijden hier en daar een zekere registratie van de be volk,n- men denke bijvoorbeeld aan de Maastrichter „Burgerboeken d'e nog lu hct mTriXn van de 11e eeuw dateren. Doch de dagen van Thorbecke moes ten komen voordat alle gemeenten een verplichte bevolkingsboekhouding kre gen; op 1 Januari 1950 is deze verplichte administratie precies een eeuw oud. Niet bij iedere Nederlander blijkt de leerplichtwet tot het'beoogde doel te leiden. Uit ritsen wonderlijke kattebelletjes trókken wij deze twee specimina te voorschijn van verhuis- aankondigingen, zoals ze bü een ge meentelijke dienst binnenkomen: Met deze laad ik u weete als dat ik ben verhuist 8 daagen en van de boschlaan 23 atorie achter naar No. 23 2 atachtie achter. 2 atasie achter Stat" en „165 1 E pedipmg ting verhuds Papa- haijst:108 2de pedipin reahs" Aan de hand van deze gegevens een bevolkingsregister samenstellen wij geven het U te doen! Het werk, te verzetten voor de eerste opbouw, mag men niet onderschatten: er moesten circa 3 millioen mensen ge registreerd worden. Het is echter wel interessant achteraf te ontdekken, dat Thorbecke zelf de portée van de bevol kingsboekhouding niet helemaal door zien heeft. Toen de zaak namelijk even aan het draaien was, kwamen er een paar Kamerleden hem aan de jas trek ken met de vraag waarom er nu zoveel drukte van gemaakt moest worden. Wat had het bijvoorbeeld voor zin adressen van de Nederlanders te gaan noteren. Met het antwoord dal de heren kregen zou een minister zich er thans niet af kunnen maken: het kwam er op neer, dat het Z. Exc. zelf ook niet recht dui delijk was. waartoe dit goed kon zijn, maar nu ja, dat hoorde er nu eenmaal bij! Die eerste officiële administratie was er een per woning; ze geschiedde in zware folianten, waarvan er een, ergens m het Oosten van het land, nog jaar lijks goede diensten bewijst als het gou den boek van Sinterklaas. Van werke lijke betekenis zijn deze archiefstukken overigens nog steeds voor het uitzoeken van ingewikkelde nationaliteitskwesties. Al betrekkelijk vroeg men schreef 1880 stapte men in sommige gemeen ten over op een kaartsysteem voor re gistratie per gezin. Talloze fouten schijnen er echter bij de tot dan gevolgde stelsels te zijn in geslopen als de gegevens moesten wor den overgenomen voor verhuizingen. Dit deed in 1890 mr. J. N. E. de Voogt. chef van het Bevolkingsregister in Rotter dam, de idee lanceren, een persoons kaart in te voeren. De naam van deze mr. De Voogt wordt door iedere bevol kingsambtenaar, die liefdf voor zijn vak heeft, met respect genoemd. Het heeft tot 1 Januari 1940 geduurd voor inder daad iedere inwoner van Nederland zijn eigen kaart kreeg, maar de Rotterdam se jurist is van dit systeem de geeste lijke vader. Ruim tien millioen persoonskaarten zijn er dus nu in Nederland, waar Dij de kinderen tevens staan aangetekend op de kaart van het hoofd van het gezin. Verandert iemand van woon plaats, dan verhuist zijn kaart naar de nieuwe gemeente mee. Over wat er in de oorlog met de be volkingsregisters gebeurd is, zou een apart stuk geschiedenis te schrijven zijn. Veel hiervan mag bekend worden ver ondersteld, maar niet iedereen zal we ten, dat de meeste secretarie-ambtena ren, die vanwege hun goed-vaderlandse houding het leven hebben gelaten, ge teld worden onder hen, die op de Bevol kingsregisters werkzaam waren Practisch alle registers zijn in die ja ren onbruikbaar gemaakt. Meer dan honderd bevolkingsregisters zijn in de oorlogsjaren vernietigd, beschadigd of verdwenen. Misschien kunnen zij, die direct na de bevrijding klaagden over uitstel van de verkiezingen, zich met deze wetenschap nu toch wel beter voor stellen, dat slechts na het wegwerken van de vele, zeer vele onregelmatighe den oud-illegalen kwamen met hele lijsten van valse kaarten aandragen en na, waar nodig, algehele reconstruc tie van het register verkiezingen kon den worden gehouden, welke voldeden ana de eisen, die men in Nederland 'dienaangaande stelt. „Reconstructie" is een vrij algemeen begrip; waarschijnlijk zegt het iets meer wanneer we ons voorstellen melkbussen met gelichte persoonskaarten gevuld. meegesleept uit een hooiberg door de overstroming van de Wieringermeer en zeker spreken wel tot de verbeelding de kwalijk riekende bevolkingsregisters van een tweetal gemeenten, die hun kaarten hadden laten onderduiken in eenbeerput. Het was er niet om te harden, zeide de inspecteurs, die een bezoek brachten aan de lokaliteiten, waar men getracht heeft de gegevens van deze kaarten alsnog te benutten! Thans sluit onze bevolkingsboekhou ding weer als een bus. Hoe deze admi nistratie precies in elkaar steekt, kan een niet-ingewijde niet in twee, drie woorden vertellen. Enkele hoofdpunten slechts. Mannen hebben gele kaarten, vrouwen grijze. Daarop worden behalve voor de hand liggende gegevens, welke men ont leent aan de Burgerlijke Stand ge boorte, huwelijk, overlijden e. d. ook tal van andere aantekeningen gemaakt. Zo is, om even terug te keren naar onze „formule" aan het begin van dit ver haal, het bezit van een decoratie gere gistreerd om de Kanselarij der Ridder orden na het overlijen van de drager te waarschuwen, dat de versierselen kun nen worden ingenomen. Uit deze kleine, niet zo belangrijke, bijzonderheid ziet men reeds, dat de Bevolkingsboekhou ding een sleutel-administratie is: de re gisters vormen geen doel in zich, maar zijn een middel, dat ten dienste staat van tól van andere instanties: Politie,' Justitie, Posterijen, Belastingen, en zo kan men verder gaan. Het klinkt mis schien niet sympathiek, maar wij maken vele anderen wegwijs, zegt drs. C. J. Graafland, die na de oorlog aan het hoofd van de Rijksinspectie der Bevol kingsregisters is komen te staan. Het bureau op de Herengracht in Den Haag houdt ook het Centraal Be- volkings-Register bij, waarin 30.000 schippers, woonwagenbewoners en an dere trekkenden hun plaats vinden. Het schijnt aen nogal verbreid misverstand te zijn, dat' dit C.B.I}. een copie zou wezen van alle gemeentelijke registers tezamen. Wie een dergelijke centrale ideaal zou achten, moet zich wel reali seren, dat er alleen reeds een kapitale staf aan ambtenaren nodig zou zijn om al het dubbele werk te doen. De Duit sers waren met zes millioen kaarten al een aardig eind gevorderd in die rich ting, maar het bombardement op „Kley- kamp" stuurde hun plan in de war. Een niet onaanzienlijk restant van deze ad ministratie kan men nu doorsnuffelen bij hel bureau voor Genealogie in Den Haag. Daar komen ook uiteindelijk alle overlijdenskaarten terecht; deze passe ren eerst het C.B.S. om verwerkt te worden in de bevolkingsstatistiek. Wil men nog enige cijfers? We kun nen ze kwistig voor U uitstrooien: de levensduur van een administratiekaart is berekend op 400 jaar; er zijn 100.000 «IIIIHIMfHIIIIIIIIimillllMIHfMIItlHIIIf HllllflfVMIVVVMIMtVtMVIIMflItflttfHIlflIl TAfU 1 pWllggBwpiiÉli! „Zalig Kerstfeest, mijnheer", wenste Karei van den Heuvel de dag vóór Kerstmis zijn on derwijzer, toen hij als laatste het gezellig-verlichte klaslokaal verliet. „Ook een Zalige Kerst mis, Karei", antwoordde mijn heer vriendelijk en liet er op volgen'. „Ik kom binnenkort weer eens naar je moeder kijken, hoor, zeg haar dat maar". „Graag meneer", be loofde Karei en nadat hij zijn jekker had aangeschoten, liep hij haastig de schooltrap af en de dorpsstraat in. Het sneeuw de buiten en een venijnige wind blies om de hoek. Huive rend sloeg hij zijn kraag om hoog en ging in stevige draf naar huis. Karei woonde tame lijk eenzaam aan de rand van het dorp, samen met zijn moe der, een weduwe, die haar man reeds kort na de geboorte van Karei had verloren. Met naai werk voor de dorpsbewoners verdiende ze nu de kost voor Karei en zichzelf. Sinds enige weken moest ze echter op bevel van de dokter het bed houden, daar ze overwerkt was. „Hoe moet bet dan met mijn huis houden gaan?" had de weduwe tegengestribbeld, maar de dok ter was bij zijn besluit geble ven. Een buurmeisje had zich gelukkig bereid verklaard een handje te helpen in de huishou ding, zodat mevrouw Van den Heuvel zich daar geen zorgen over behoefde te maken. Ze vond het echter zo jammer voor haar zoon, dat ze nu niet met hem naar de Nachtmis zou kunnen gaan, een traditie waar Karei zich ieder jaar al weken van te voren op spitste. Terwijl Een middeleeuwse Kerst voorstelling ze hierover lag te peinzen, hoorde ze buiten voetstappen naderen en even later kwam Karei de kamer ingestapt, zijn jekker wit van de sneeuw. „Dag moe," groette hij en in één adem er achteraan: „Is de dok ter nog geweest en wat heeft hij gezegd?" Mevrouw van den Heuvel glimlachte. „Ik heb goed nieuws voor je, jongen. Als ik me niet te druk maak. mag ik met de Kerstdagen op, maar", voegde ze er zacht aan toe: „Ik vind het zo jammer, dat je nu niet naar de Nachtmis kunt gaan en alleen vertrouw ik het niet met al die sneeuw, je mocht eens verdwalen in het bos". Karei lachte even. „Ach moe der, ik ben al lang blij, dat u weer een beetje opknapt. Dan zullen we het allebei tegoed houden tot volgend jaar" Na het eenvoudige avondmaal ruimde Karei netjes de tafel af en ging daarna verder aan een Kersttekening, waar hij al enige dagen aan bezig was. Het liep al tegen bedtijd, toen Karei plotseling aan de deur hoorde kloppen. Tot zijn ver bazing zag hij zijn klasonder wijzer voor de deur staan, die hem olijk aankeek. „Mijn be lofte gehouden of niet?", lachtte hij tot de verbouwereerde Karei en stapte naar binnen. Hij informeerde belangstellend naar de gezondheidstoestand van de weduwe en zei toen: „Ik heb nog een boodschap van mijn vrouw, die zou ik haast vergeten. Vindt U het goed, dat Uw jongen vannacht met ons mee naar de Nachtmis gaat? Ik geloof niet dat Uw zoon zelf bezwaren heeft", voegde hij er ondeugend aan toe. Mevrouw van den Heuvel glimlachte dankbaar: „Natuurlijk mijn heer. wat vind ik dat aardig van U". „Al goed", wuifde mijnheer met zijn hand, dan kom ik Karei om vier uur halen. Verslaap je maar niet, kwajongen", zei hij glunder te gen Karei, die met open mond stond te luisteren. En weg was hij. Op de afgesproken tijd hield voor de woning een kleine arreslee stil. De vrouw van de onderwijzer stapte uit en ging het huis binnen. Voor het naar bed gaan bidden wij voor de kribbe „Vindt U het goed, mevrouw Van den Heuvel, dat ik van nacht bij U blijf?", zei ze fijn gevoelig, „dan kunnen de „man nen" naar'de Nachtmis gaan". Zo gebeurde. Karei en mijn heer vertrokken in de slede naar het dorpskerkje en de vrouw van de onderwijzer hield de weduwe gezelschap. Wat was Karei blij, dat hij nu toch naar de Nachtmis kon gaan. In de kerk bad hij vurig voor een spoedig herstel van zijn moeder. Toen Karei en zijn onderwij zer moe en koud, maar voldaan in de wonin® terugkeerden, stond daar een heerlijk Kerst maal te wachten, waarvoor de vrouw van de onderwijzer had gezorgd. Wat bleekjes, maar met een stralend gezicht zat mevrouw Van den Heuvel aan tafel. Zo was het ook voor Karei en zijn zieke moeder in de volle betekenis van het woord een Zalig Kerstfeest geworden. Een smett'loos sneeuwkleed ligt gespreid In witte waardigheid. Dat Christus' komst heeft voor bereid Vanaf de Adventstijd Moog' ook ons hart zijn zo'n tapijt Van reine zuiverheid. Dat vurig Christus' komst ver beidt Eens in de eeuwigheid. OLAV. De 29ste December vieren we het feest van een Engelse heilige, die eigenlijk Thomas a Becket heet, maar meestal Thomas van Canterbury ge noemd wordt, omdat hij op het laatst van zijn leven kar dinaal van Canterbury was. Misschien heb je in de krant of op grote aanplakbiljetten bij de schouwburg wel eens zien staan: „De moord in de kathedraal!", dat is de titel van een dramatisch toneelstuk en ae persoon, die in dat stuk de hoofdrol speelt, is ook Thomas a Becket Deze Thomas is dan ook een heel belangrijke per soon in Engeland geweest. Hij was in het midden van de twaalfde eeuw, tijdens de re gering van koning Hendrik de Tweede, kanselier. Dat bete kende zo veel, dat hij, naast de koning, de voornaamste man in het land was. Toen in 1162 de aartsbisschop van Can terbury stierf, volgde Thomas hem op. Zo was deze man nie.t alleen de meest belangrijke persoon in het rijk van de ko ning, hij stond ook aan het hoofd van de gehele Katho lieke Kerk in Engeland. Hij bleef echter de trouwe verde diger van de rechten van de Kerk en de grote tegenstander van koning Hendrik de Twee de. Plots waren er een viertal edelen, die meenden, dat ze de koning een grote dienst bewe zen, als zij Thomas uit de weg ruimdem Die vier mannen besloten dan ook Thomas te doden. Vergezeld van enige soldaten trokken zij naar de Kathedraal van Canterbury, waar de aartsbisschop juist de Vespers gebeden had „Waar is de verrader!" rie pen zij, zo gauw ze in de kerk waren. Thomas, die dadelijk be greep, dat het om hem te doen was. antwoordde: „Hier ben ik. Maar ik ben geen verrader! Ik' ben Aartsbisschop en pries ter van God." Priesters en andere mannen schoten toe, om hun kardinaal te helpen. Maar deze sprak: „Het huis van God is geen le gerplaats. Hier mag niet ge vochten worden. Ik ben be reid te sterven. Maar ik be - ve.el u, de anderen geen leed te doen." Toen knielde de aartsbis schop neer, om een laatste ge bed te storten. Zijn tegenstan ders vielen op hem aan en vermoordden hem aan de. voet van het altaar. Het bericht van deze moord wekte overal in het land de grootste afschuw Onmiddellijk ontstond overal een grote ver ering voor deze martelaar; vele wonderen vonden er op zijn voorspraak plaats. Het duurde dan ook niet lang. of dé Heilige Kerk nam Thomas van Canterbury op in de rij van heiligen. Dat zal even een fijn kerstgebak worden! 27 December herdenkt de H. Kerk de. grote Apostel Jo hannes. Het is niet vreemd, dat het feest van deze heilige zo dicht bij het Kerstfeest staat Johannes was immers de- meest beminde Apostel van Je zus. Het was Johannes die voor alles de Liefde predikte: Kinderen, bemint elkander. De H. Johannes was tegenwoordig bij de verheerlijking van Christus op de. berg Thabor, maar Johannes behoordè ook tot de drie uitverkoren leer lingen, die met Christus die per de hof van Olijven ingin gen. Johannes was het tenslot te ook, die bij het laatste avondmaal vlak naast Christus aan tafel zat. Johannes heeft ons veel nagelaten. Hij is een van de vier Evangelisten, zin nebeeldig voorgesteld als een adelaar; omdat deze Evangelist zijn verhaal begint met de Goddelijke afkomst van Chris tus: In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God en het Woord was God. Van Johanhe.s bezit de H. Kerk ook nog drie brieven en ten slotte het Boek der Openbarin gen, waarin Johannes op mees terlijke wijze heeft neerge schreven, wat hij op het eiland Patmos in visioenen gezien heeft Johannes blijkt dus een heilige, een Apostel en schrij ver te zijn, wel de moeite waard, om op zijn feestdag even te gedenken. Het was een week voor Kerst mis, dat moeder Geurts op school kwam en meneer Van Schoten te spreken vroeg. Meneer Van Schoten, het hoofd van de school, luisterde aan dachtig naar de ernstige klacht, die de vrouw te uiten had. Hij wist het, haar twee jongens, Klaas en Rienus, waren niet erg gezien bij de anderen. Ze wer den dikwijls geplaagd- Maar dit keer was het toch wel heel erg. Meneer Van Schoten had medelijden met haar. Ze. heeft een zeer moeilijk leven, dacht hij bij zich zelf, toen hij haar zo snikkend voor zich zag staan. Het valt ook niet mee, met zoveel kin deren, als zij had, in zo'n ver vallen huisje te wonen en heel je leven niets anders dan ge brek en armoede te kennen. „Moeder Geurts", sprak hij vriendelijk, „ik zal de zaak on. derzoeken, hoor- Je kunt er op rekenen, dat het niet meer ge beurt. Dat meneer Van Schoten de zaak in orde zou maken, zou zij spoedig genoeg bemerken. De jongens van klas zes, die aan het relletje hadden meegedaan, kregen ook heel wat te horen. Nog voor Kerstmis werd moe der Geurts verblijd met een jas voor Klaas. Het was wel geen nieuwe, maar hij zag er toch weer netjes mee uit. Rienus kreeg splinternieuwe klompen. Tot zover was alles dus weer in orde. Van plagen of schelden was die laatste week ook hele maal geen sprake meer. En hier mede zou de zaak afgelopen kunnen zijn. Maar dat was zij nog lang niet. Zaterdags voor Kerstmis wa ren er in de schuur bij Dik thuis wel tien jongens bij el kaar, om alles -te bespreken. En dat daar heel wat werd klaar gemaakt, zou op het kerst, feest wel blijken. Ineens had het aanstaande Kerstfeest nog een veel schoner glans voor hen gekregen. Ze konden dat zo niet zeggen, maar ze voelden het toch. De jongens hadden het goed voor elkaar gebracht. Het leek wel een optocht, die daar die eerste Kerstdag over de dorps weg voortmarcheerde. Voorop Kees Barendse met een flinke kerstboom in zijn armen. Daar. achter de anderen, allemaal be-, laden met pakjes en dozen. Moeder Geurts begreep er niets van, waarom dat stel op haar deur kwam bonzen. De plagerij zou toch niet opnieuw beginnen? Och neen, dat be greep ze zelf ook wel. „Moeten jullie hier wezen, jongens?" vroeg meneer Geurts, „Jawel meneer. Maar het duurt niet lang!" zei Hans. „We gaan zo weer weg- We kwamen u allen alleen maar even een Zalig Kerstfeest wensen". „Nu, dat is allemachtig aardig van jullie. Maar, wat moet dat -daar allemaal?" Er was echter niemand meer, die antwoord gaf. Ze hadden het ineens vreselijk druk, die jongens. Hup, daar stond de kerstboom in een grote houten bak in de hoek van de kamer Floep, daar vlogen de eerste zilverslingers door het frisse groen. In enkele ogenblikken was de kerstboom aangekleed. Hans keek de kleine kamer rond. Hij zocht de kerststal. Die moest er zijn. Dat wist hij- Er stonden een paar kaarsjes bij. Een paar bewegingen van de jongens en rond de kerststal stond een rij van kaarsen. Voor de familie Geurts goed ■in zien wat er eigenlijk alle maal gebeurde, was alles al klaar. Ze kregen geen tijd om „dankje wel" te zeggen. Want het hele stel jongens holde lachend en schreeuwend het huis uit. Maar groter vreugde dan in het gezin van de Geurtsen kon er nergens wezen. Lieve hemel, wat zag het er ineens uit, daar in dat kleine huiskamertje. Overal, op stoelen en tafel, op de schoorsteen, op de grond bij de kerstboom en bij de kerststal lagen de pakjes, grote en Jdeine. Op geen enkel pakje stond een naam. Nergens een aandui ding van wie het was. Maar alles, wat te voorschijn kwam, was zo mooi, zo heerlijk, dat onafgebroken allerlei vreugde, kreten door het huis klonken. Chocoladeletters en suiker- beestjes, nog bewaard van Sint Nicolaas, een speculaaspop en een krentenbrood, een stuk kaas en een Gelderse worst, kwamen broederlijk naast elkaar op de tafel te liggen. Leesboeken, een bouwdoos, ballen en tollen, doosjes kleurkrijt, een fluit en een bromtpl kwamen te voor schijn. Ook kleine kledingstuk ken ontbraken niet. Daar was een prachtige nieuwe das, een paar wollen handschoenen, een doosje met zakdoeken, een paar kousen en zelfs een gebreide jumper! Vader en moeder en de kinderen niet minder, keken hun ogen uit naar deze rijkdom. Het Kerstfeest van de familie Geurts werd een feest van on gekende vreugde. En tegelijk met hun stemmen, klonken ook in andere huizen van het dorp verschillende jon. gensstemmen veel opgewekter en vreugdevoller dan ooit te voren, omdat deze jongens wis ten, dat zij, als leden van de Jeugdbond zonder naam, door hun pakjesactie veel geluk aan anderen bezorgd hadden. J. R. Om een eenvoudige kerst voorstelling te tekenen, kun je als volgt te werk gaan. Te ken in het midden van je pa pier een kerststal. Bekijk de bovenste drie tekeningen, dan zie je hoe je, moet beginnen: een dakje, met wat ruwe plan ken en stro. De palmboom is eerst met een dun lijntje te schetsen, ook het engeltje (zie links op de schetstekening). Je tekent zeker een ster boven de stal. Rechts op de tekening is aangegeven, hoe je dat het ge makkelijkst kunt doen. Behal ve Jozef en Maria bij de krib be !"un je er ook een herder en schapen bij tekenen. Een schaap van achter of van vo ren gezien teken je volgens 1 en la, of 2 en 2a. Dit zijn zo enkele gegevens voor het zelf standig vèrvaardigen van een kerstvoorstelling zoals in Te kenen is een wereldtaal" voor komt Je kunt ook een derge lijke kerstvoorstelling op briefkaartformaat maken en dan dus als kerstkaart naar vriendjes of familie zenden. Dat is aardig, vooral als je de tekening een beetje kleurt. Za lig Kerstmis allemaal. geslachtsnamen in ons land en de Rijks inspectie houdt ook nog een z.g. scha- kelregister bij van 700.000 kaarten ter controle op de persoonskaarten. Vervol gens is er in Den Haag nog een boek houding van 450.000 kaarten, in de wan deling koelhuis geheten; hierin worden zij ondergebracht, die het land uitgaan. Wie nu naar de gemeente-secretarie stapt om een uittreksel uit het bevol kingsregister, hij zal die ambtenaar aan het loket zien als onderdeel van een groot, indrukwekkend en nauwsluitend apparaat. In de lagere regionen is zijn werk vrij saai, maar het heeft voor iedere bevolkingsambtenaar ook zijn amusante momenten.... Hoe zal hij re gistreren die serieus gemeende verhui- zinsaankondiging, waarvan wij de foto- copie mochten aanschouwen: „medever- huisd van zij- naar achterkamer een ta fel, 2 stoelen, een bed en een kastje"? En dan een andermaal wordt ec een vraag uitgestuurd: „waar verblijft uw man"? hier is het antwoord: „Weet ik dat, misschien met de muziek mee Omdat ook deze gevallen toch uitein delijk altijd weer kloppen, bij het ko mende eeuwfeest proficiat voor de amb tenaar van het Bevolkingsregister! Die ons altijd te lang laat wachten maar wat wiït U? Hij is zo nauwgezet.... De minister van Sociale Zaken heeft een regeling getroffen dat de gemeenten speciale werkobjecten kunnen laten uit voeren door werkloze handarbeiders die op grond van hun persoonlijke eigen scheppen minder geschikt zijn om tij delijk bij de Dienst Uitvoering Werken te worden geplaatst. Hiervoor komen in aanmerking die werkzaamheden ten behoeve van overheidslichamen of pri vaatrechtelijke lichamen, die anders niet goed tot uitvoering kunnen komen. Voor de uitvoering van deze regeling zullen plaatselijke adviescommissies worden ingesteld. Het Rijk verleent een subsi die van 75 pet. van de lonen en sociale lasten. Het aecoordloqn bedraagt ten hoogste 140 pet. en het uurloon ten hoog ste 130 pet. van de uitkering volgens de sociale bijstandregeling. Gegarandeerd wordt een loon van 105 pet. van deze uitkeringen. De muziekcriticus-in-ruste, Herman Rut- ters, eertijds vele jaren lang verbonden san het Algemeen Handelsblad, vierde Don derdag zijn zeventigste verjaardag. VRIJDAG HILVERSUM II, 415 m. - Na 18 uur ook 245 en 1875 m. - KRO: 18.15 Klaas van Béeck, 18.45 klankbeeld voor de jongeren, 19.00 nieuws, 19.15 gram., 19.30 Haags blaaskwintet, 20.00 nieuws, 20.05 gewone man, 20.12 Organola met zang, 20.30 „Ja, zo was 't'\ klankbeeld door Jenny Kiggen, 21.30 omroeporkest, 22.15 Kersttoespraak van Z. H. de Paus tot college van Kardinalen, 22.45 De zin van het huwelijk, causerie, 23.00 nieuws, 23.15 Elck wat wil. HILVERSUM I, 301 m. - VARA: 18.00 nieuws, 18.15 felicitaties. 18.30 strijdkr., 19.00 „Denk om de bocht", 19.15 Accor- deola. VPRO: 19.30 Kerstdienst, 20.30 cursus, 20.55 boekbespr. VARA: 21.00 verzoekprogramma, 21.40 Ducdalf, 22.00 buitenlands overzicht, 22.15 swing and sweet. VPRO: 22.40 Vandaag, causerie, 22.45 Avondwijding. VARA: 23.00 nieuws, 23.15 Maurice Ravel. ZATERDAG HILVERSUM II, 415 m. - Vóór 10 uur ook 245 m. en na 17.30 uur ook 245 en 1875 m. - KRO: 7.00 nieuws, 7.15 Mor gengebed, 7.30—8.30 zendersluiting, 8.30 nieuws, 8.40 Maria ter ere, 8.50 Spaanse dansen, 9.00 weerrapporten, 9.03 huis- N.„ vrouw, 9.30 waterstanden. 9.35 Bach 10.00 kleuters, 10.15 muziek houdt fit, 11.00 Zonnebloem, 11.45 omroepvrouwen- koor, 12.00 Angelus. 12.03 lunchconcert, 12.55 Zonnewijzer. 13.00 nieuws, 13 20 omroepkamerorkest, 13.50 dilettanten musiceren. 14.20 Als de speerrepen op zolder gaan, klankbeeld door J. G. Kolk man, 14.35 Utrechts Stedelijk Orkest en koor, 15.05 kroniek van letteren en kun sten, 15.40 zang en vleugel. 16.00 Sym- phonette orkest, 16.30 Gregoriaans, 17.00 Wigwam. HILVERSUM I, 301 m. - VARA: 7.00 nieuws, 7.18 selectie, 7.308.30 zender sluiting, 8.30 nieuws. 8.43 piano, 9.00 weeroverzicht, 9.03 NBC symp. orkest. VPRO: 10.00 Tijdelijk uitgeschakeld, causerie, 10.05 Morgenwijding. VARA: 10.20 voordracht, 10.35 arbeiders, ll-3ï> cello en piano, 12.00 Ramblers, 12.30 me dedelingen, 12.33 platteland, 12.38 orgel, 12.55 Kalender, 13.00 nieuws. 13.15 Fro- menade-olkest, 13.50 gram., 14.00 Neder landse lied, 14.20 Vincentino, 14.50 streek- uitzending, 15.15 fragmenten uit The Messiah, 16.00 Van de wieg tot het graf- lezing, 16.15 amateur-uitzending, 16.45 sportpraatje, 17.00 schijvenschouw, 17.30 Disselwagen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1949 | | pagina 4