Duitsland nog Wereldtoneel een probleem w EPIC "DE noorman: ZONDER HUMOR VAART NIEMAND WEE n M KesMP-- feiSi&a Mensen op reis Geloofsbeleving Franse tekenkunst in Boymans DEZE WEEK: Rutvehanden?PUROL De diepe overeenkomst tussen een lach en een traan DAMPO-PASTILLES ~~T ÏFFM UIU1I/U ZATERDAG 28 JANUARI 1950 PAGINA 3 ÖR. H. J. DAMEN AFGETREDEN Voorzitter Kinderuitzending bisdom Haarlem „Delftdijk" liep op een magnetische mijn „Zonder gekheid" LITERAIRE KRONIEK MEER TRAWLERS NAAR ZEE GEDWARSBOOMDE Vertaling I JOHANNA PERENBOOM I (Wordt vervolgd) I 0^— Bent U geboren tussen 21 Jan. e» 18 Febr.? T Het is een bekende waarheid, dat de H. Kerk zich alle moeite geeft om haar kinderen te herinneren aan hun plichten tegenover God en zich zelf. Haar het is even bekend, dat on danks haar lering en leiding zeer velen doodgewoon doorgaan met hun gods dienstige onverschilligheid en eenvoudig geen tijd hebben om aan hun ziel en God te denken of.wel iets beters te doen hebben! Mocht dit sommigen te hard in de oren klinken of overdreven aandoen, dan is de volgende gedachte mogelijk in staat hen te doen inzien, dat zo'n oordeel toch eigenlijk wel wat voorbarig is. Kerstmis ligt nog niet zo lang achter cns, evenals Driekoningen. Het H. Jaar met de dringende pauselijke oproep tot zelfheiliging is pas begonnen. De inter nationale bidweek werd vóór enkele da gen gesloten. Het zal moeilijk te ont kennen zijn, dat dit alles duidelijk wijst dp de voortdurende zorg van de Kerk om ons onze hoogste belangen niet te doen vergeten. Als wij dat allemaal eer lijk en ernstig hebben doorleefd, méé- geleefd, zoals het Gods bedoeling is. dan moet er toch iets in ons binnenste V/akker geschud zijn, dat dóór-werkt, dat nog steeds zijn invloed in ons doet gelden, dat onze gedachte en daden een bovennaturlijke gerichtheid geeft. Wij moesten dan eigenlijk doordrenkt Zijn van de grote ernst van het leven, van onze heilige plichten jegens God, ons zelf en onze mede-mensen. En hoe is het in werkelijkheid met Ons gesteld? Hebben de kerkelijke fees ten en de dringende aansporingen tot heilig leven en gebed werkelijk iets in ons losgeslagen, dat vandaag zo be trekkelijk kort daarna nog in ons- nawerkt? Als wij er eens toe konden komen even maar, eerlijk hierover na te den ken, dan zouden wij spoedig ons tekort inzien. Want e r i s een tekort. Meer nog: er is onverschilligheid voor het allervoor naamste. En dat kunnen wij absoluut niet verantwoorden. Daarom kan het niet overbodig zijn, in oprechte zelfkritiek, ons af te vragen, of wij de moed hebben gehad en het be sef van de noodzaak deze geboden ge legenheden te benutten. Ongetwijfeld is moed daarvoor nodig. Want juist omdat wij in ons hart weten en voelen wat deze aansporingen van de H. Kerk voor ons kunnen en moe ten zijn, is de verleiding groot ons in de groeiende onverschilligheid van onze tijd voor alles wat geestelijk is, te laten meedrijven op de stroom van een slappe en laffe berusting. Het spreekwoordelijk- r.utteloze van een gevecht tegen de bier kaai levert immers een gereed excuus. Of een eerlijke, kordate en overtuigde houding nodig is? De verwachtingen, die de H. Vader op het Jubeljaar heeft ge steld, mogen gerust een alarmkreet wor den genoemd, een allerdringendst appèl Op het geweten van de hele mensheid. Want wij leven in een wereld, die totaal met God gebroken heeft, die het bestaat, in volkomen verwaarlozing, ontkenning zelfs van Z ij n rechten als Schepper, en onze plichten tegenover Hem, betwe terig haar eigen weg te gaan. Er is geen andere verklaring voor de ellende van onze tegenwoordige samenleving dan deze: de godde lijke leer van Jezus Christus regelt niet langer het persoonlijke, het huiselijke en het openbare leven, zoals toch nood zakelijk is. wil er orde heersen en vrede onder de mensen- Daarom ook zullen alle pogingen om de kwellende wereld problemen op te lossen, bij voorbaat tot mislukking zijn gedoemd, omdat „de ar beiders vergeefs werken, indien de Heer het 'huis niet bouwt". Daarom is er uit de verwarring van de huidige Wereld maar één conclusie te trekken: terug naar Christus. Terug naar Hem, Die alléén is „de Weg, de Waarheid en het Leven". „Want onder de hemel is geen andere naam aan de mensen gegeven, waarin wij onze red ding vinden". Juist voor ons, katholie ken, moet dit woord een dwingende kracht hebben om ons rekenschap te geven van het grote verschil, dat er ook bij ons heerst tussen leer en leven. Huichelarij is geen denk beeldige klip, waarop ons leven dreigt te pletter te slaan. Of nu valse schaamte de oorzaak is van onze slappe houding, of de wereldse beginselen de eerste plaats innemen in ons hart, of menselijk opzicht ons de moed beneemt tot een eerlijk beleven Van het Evangelie in woord en daad, of dat de harde nood van de tijd ook ons totaal heeft vermaterialiseerdhet emg noodzakelijke is en blijft: zoekt eerst het Rijk Gods. Dat is onze grote taak. Over de hele linie van het leven aan God de plaats teruggeven, die Hem rechtens toekomt. Het blijde bezit van de waarheid maakt ons tot dragers van een zware verant woordelijkheid. Maar dan ook vóór alles een onvoor waardelijke waarachtigheid. Een radi cale eenheid van geloof en leven. Aan lege woordenkramerij is genoeg gezon digd. De wereld heeft behoefte aan hei ligheid, niet aan schijn. Ons geloofsleven mag geen flets me chanisme zijn van verboden en prak tijken; naastenliefde, rechtvaardigheid, ascese en gebed moeten zinvolle woor den zijn. die een levenwekkende echo in ons losslaan, het geweten wakker schud den en ons dwingen de rechte weg te gaan naar Christus. God eist van ons, dat wij het zout der aarde zijn en het licht der wereld. Daarom zij dat zout Van goede kwaliteit en schijne ons licht lel en klaar. Christus moet opnieuw in de wereld Verschijnen, zoals Hij vóór 19 eeuwen in Hethlehem onze Verlossing begon. Maar daarbij is onze medewerking onmis baar, zoals wij en wij alleen de verant woording kunnen dragen voor het mis lukken van Zijn heilsplannen. Van onze levenspraktijk hangt de redding van de V'ereld af. De Paus heeft ons daarover biet in het onzekere gelaten. Dit H. Jaar ls wellicht onze laatste kans. In, door en met Christus werkend zijn wij lr> staat „het aanschijn der aarde te ver- hieuwen". Een eerlijke, beginselvaste en trouw doorgevoerde geloofsbeleving in eigen eh openbaar leven is daarom het eerst hoodzakelijke. Wij mogen ons daaraan hiet onttrekken. Zo en zo alleen zijn wij bij machte hns deel van de katholieke taak naar H°ds bedoeling te vervullen: alles her tellen in Christus. In eigen kring eerst. Xan daaruit zal de besmettelijkheid van het goede voorbeeld in steeds wijdere hrnvang de ware en zo bitte'r-nodige ge zondmaking van onze zieke wereld be vorderen. Slechts het christendom kan de gereld en de mensheid redden. Gebeurt d't niet, dan dragen de christenen "aarvan de schuld. L. Haar wij vernemen heeft Z. H. Exc. hjgr. Huibers aan dr. H. J. Damen op hmns verzoek eervol ontslag verleend d s voorzitter van de Katholieke Kin- o^Uitzending in het Bisdom Haarlem, boi dankbetuiging voor het vele en Op dnghijke werk, dat dr. Damen voor v® Katholieke Kinderuitzending heeft is rricht. Als opvolger van dr. Damen A Vv voorzitter benoemd notaris J. H. M. Anten te Velsen. Er is een bekend spreekwoord, dat ons leert, dat een vos al zijn haren kan verliezen, maar toch altijd zijn streken blijft behouden. Deze wijsheid is helaas maar al te toepasselijk op onze grote Oosterbuur: Duitsland. Welke de streken zijn en hoe de haren er bij tijd en wijle uitgezien hebben, 'behoeven wij zeker niet te memoreren. Juist omdat wij op dit gebied met schade wijs zijn geworden en de Fransen en Engelsen eveneens, begrijpen wij van de vroegere geallieerden het best, waar thans de schoen wringt bij de wonder baarlijke capriolen, die rondom enige kwesties door de West-Duitse i-egering worden uitgehaald. Het treffendst is wel het gebrek aan niet meer dan ele mentaire begrippen van beleefdheid. Nu de West-Duitse regering is opgericht en de Duitsers weer wat te vertellen krij gen, doen zij dit laatste in een vorm, die wij de laatste tijd niet meer gewend zijn. Ofschoon er totaal geen vredesver drag met Duitsland is gesloten, treedt de regering van de Bondskanselier, dr. Konrad Adenauer, op alsof dit reeds lang gebeurd is en de overwinnaars daar eigenlijk zeer blij mee mogen zijn. Nu is het weliswaar een feit, dat de oorzaak hiervan ook nog elders te zoeken is, doch dit neemt niet weg, dat men in het algemeen in het politieke leven nu eenmaal bepaalde beleefdheidsusances in acht neemt, al staat men nog zo vijandig tegenover elkaar. Misschien zal de lezer het met deze beweringen niet eens zijn. Hij zij er dan toch zeker van doordrongen, dat het in de politieke geschiedenis nog nooit is voorgekomen, dat een gastheer-premier tijdens een receptie van zijn gast, die tevens minis ter van Buitenlandse Zaken is van een volk dat hem heeft overwonnen, tegen de laatste gerichte propaganda gaat staan maken. Dit heeft Adenauer gepresteerd tijdens de receptie, die vorige week te Bonn werd gegeven ter gelegenheid van het bezoek van de Franse minister Schu- man Hier zijn wij dan ook meteen ge komen aan het punt, waar de manipu laties der Duitsers de laatste tijd om be gonnen zijn: de Saar-kwestie. Vlak na de oorlog is er in het Saargebied een stemming gehouden over de vraag, of de bevolking zich economisch bij Frank rijk of bij Duitsland wilde aansluiten. Het is begrijpelijk, dat hier geen kwestie van keuze meer was. Duitsland had niets dan honger en ellende te bieden: Frank rijk verkeerde in een zij het niet roos kleurige dan toch betere economische positie. Nu is de adder in het gras eigenlijk, dat een economische Unie meestal een politieke aaneensluiting vooraf gaat. Thans staat Frankrijk op het punt, met de regering van het Saargebied voor de rijke kolenmijnen een pachtcontract van vijftig jaar te sluiten. Dat is de Duitsers te machtig. Zij protesteren. Zeker, dat is begrijpelijk. Wanneer Duitsland weer geheel zelfstandig is, zou het ongetwij feld een zeer nuttig gebruik hebben kun nen maken van deze mijnen. Bovendien is de bevolking van de Saar overwegend Duits. Maar luistert, hoe Duitsland pro testeerde. Adenauer verklaarde, dat de West-Duitse staat zich bezitter acht van alle goederen, die het Reich behoord hebben en dat' hij dus aanspraak maakt op het Saargebied. Wanneer wij deze officiële regeringsuitspraak op de keper gaan beschouwen, ontdekken we pas de absurditeit ervan. Het zou n.l. beteke nen. dat de West-Duitsers ook aan spraak maken op de onnozele gean nexeerde gebieden langs de Nederlands- Duitse en Belgisch-Duitse grens. De overwinnaars worden dus op de vin gers getikt door de overwonnenen en hun wordt tegelijk medegedeeld, dat de aanspraken blijven gelden. Dit alles, llllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllltliuilltlllllllltlllllllltlllllll Bij twee geheime overeenkomsten tus sen Rusland en communistisch China zou den de Russen volgens berichten uit Ame rikaanse bron speciale rechten hebben ver kregen in Mandsjoerijé en Mongolië. India is thans officieel republiek gewor den. Dr. Radjendra Prasad heeft als eerste president de eed afgelegd. Onder min of meer mysterieuze om standigheden is de Bulgaarse minister-pre sident, Wassil Kolarof, overleden. Hij was een zeer vooraanstaand communist. Alcide de Gasperi heeft êen nieuwe Italiaanse regering gevormd. In dit zesde coalitiekabinet is graaf Sforza weer minis ter van Buitenlandse Zaken. De bilaterale overeenkomsten tussen de Ver. Staten en acht landen van het At lantisch Pact zijn gesloten en getekend. De wapenleveranties zullen nu weldra begin nen. De Russen vertragen het wegverkeer tussen Berlijn en het Westen weer in be langrijke mate. De drie Westelijke bevel hebbers in Berlijn hebben bij de Russische commandant te Berlijn daartegen gepro testeerd. In de Sint Pieter te Rome is Vincenzo Palotti tijdens een luisterrijke plechtigheid zalig verklaard. —Bulgarije heeft de Amerikaanse gezant te Sofia, R. Heath, van spionnage beschul digd en van de Amerikaanse regering diens terugroeping geëist. Het State Department heeft geantwoord, dat het de diplomatieke betrekkingen met Bulgarije zal verbreken, als deze eis niet wordt ingetrokken. ■iniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilimiiiiiiiiiimiiimiiiiiiitiiiimi terwijl er nog geen sprake is van een vredesverdrag. Ongelooflijk, maar waar! Advertentie ij spraken hierboven reeds van een andere oorzaak van het Duitse optreden. Deze is het on begrip van de Amerikanen. Zij beschou wen de Duitsers als een volk, dat de oorlog weliswaar is begonnen, maar die toevallig heeft verloren en dat niet zo dom zal zijn, weer tegen de Ameri kanen te beginnen. Zij rekenen met democratische begrippen en menen, dat alleen het feit, dat de Duitsers meer vrijheid krijgen al voldoende is, om ze ook democratisch te maken. Het tegen deel is waar. Het nationaal-socialisme was dan ook niet verdwenen, toen de leiders ten val gebracht waren. Het is nog steeds niet verdwenen Thans be staat er weer vrijheid van vereniging in Duitsland. Er zijn dan ook negentien partijen uit het niet gerezen. Daarvan zijn er niet minder dan dertien extreem rechts, de kant, waar Hitier eens heeft gestaan. De twee sterkste nationalistische groepen zijn wel de Nationale Rijks partij, die vorig weekend in een bier kelder (l'histoire se répète) te Kassei werd opgericht uit een fusie tussen de Duitse Rechtse Partij en de Nationaal- democratische Partij, en vervolgens de Nationaal Sociale Rechtse Partij. De Nationale Rijkspartij heeft 700.000 kie zers achter zich en bezet vijf zetels in het parlement. Maar de Amerikanen ge loven niets van eed welig tierend Nazis me in West-Duitsland. De Amerikaanse Hoge Commissaris, John McCloy, ver klaarde deze week nog, dat het Duitse volk als geheel het denkbeeld van een communistische of nationaal-socialisti- sche dictatuur verjverpt. „De overgrote meferderheid van het Duitse volk moet niets meer hebben van militarisme en oorlog". Men ziet het: de Amerikaanse politiek' is een gevolg van een totaal anders en o.i. verkeerd inzicht. De nieu we West-Duitse regering heeft het Nazisme de kop niet ingedrukt. Op deze manier zal de democratie in Duits land niet gevestigd worden. En wij vrezen maar al te zeer, dat de vos niet alleen zijn streken heeft of zal behouden, maar dat hij zelfs maar in geringe mate van haarkleur is veranderd. Uit het onderzoek, door maritieme ex perts na het ongeval met de „Delftdijk" die enkele dagen geleden nabij 't licht schip P II op een mijn liep, is thans komen vast te staan, dat de oorzaak van hef ongeval geen drijvende mijn is, doch een magnetische mijn. om Gtina 72. „Het spijt mij buitengewoon" herhaalde de commandant voorzichtig, „maar mijn orders zijn zeer streng op dit gebied. Zonder een schrifteijk bevel dat liefst door de keizer persoónlijk moet zijn ondertekend, mag ik mijn regimenten niet uitsturen „Maar begrijpt ge dan niet dat de keizer in doodsgevaar verkeert!" riep het meisje driftig uit. „Hoe vaak moet ik u nog vertellen dat dit een nood toestand betreft, waarbij niet langer rekening kan worden gehouden met orders. Alléén als ge snel optreedt is er nog redding mogelijk! Daarginds, bij de Gele Rivier, is een kleine groep mannen bezig zich voor de keizer dood te vechten en gij spreekt over reglementen!" Ze stond hoog opgericht voor hem en haar ogen schitterden van drift. De lange tocht had haar uitgeput en dit eindeloze, nutteloze gesprek, dat nu reeds uren duurde, maakte dal zij op het punt stond haar zelfbeheersing te verliezen. „Begrijp dan toch wat er op het spel staat, man!" snauwde ze. „Wanneer ge nog langer aarzelt is alles verloren!" ..Ik zal er over nadenkeii," zei de commandant onzeker. Hij was een uitnemend officier, een dapper krijgsman die nog nimmer een gevecht geschuwd had, maar in dit soort verwarrende ontwikkelingen voelde hij zich niet thuis. De tranen sprongen het meisje in de ogen. De spanning waaronder zij de laatste weken geleefd had deed haar invloed gelden. Lotus van Jade was het liefst neerge vallen en had gehuild. „Eric," dacht ze. „O Eric, waarom ben je niet hier! Jij had deze man binnen vijf minuten overtuigd!" Zij kon zich de Noorman voorstellen, kalm en beheersd, maar zuiver door de kracht van zijn persoonlijkheid de leiding nemend. Maar Erie streed zijn verloren strijd aan de Gele Rivier en vertrouwde er op dat zij hulp zou halen. Neen, zij mocht niet opgeven. „Luister," zei ze tegen de commandant. „Ik zal het u nog eenmaal helemaal uit leggen. Maar handel dan ook. In hemelsnaam, handel!" Èn terwijl zij een nieuwe poging ondernam om de commandant te overtuigen zwoegde op enige afstand van het kamp een dodelijk vermoeid paard over de heuvels. Het stampende dier was met schuim bedekt, en de ruiter, z'n ene hand tegen diepe wond in z'n zijde gedrukt, wankelde kreunend in het zadel Op 10 Januari 1880 werd in een dorp in de Zwitserse Jura het jongentje Charles Adrien W ett ach geboren. Op 10 Januari 1950 vierde de internationaal vermaarde clown G r ock zijn zeventigste verjaardag. Het zal duidelijk zijn: het jongentje en Grock zijn een en dezelfde persoon. Zijn vader was uurwerkmaker, zoals men zich dat van een goed Zwitser kan voor stellen; hij was echter ook caféhouder en in de gelagkamer maakte de toekom stige Grock zijn kinderlijk debuut als pianist en acrobaat. Dat er ooit een clown uit de jongen zou groeien, vermoedde niemand; Charles Adrien zelf allerminst. Hij voelde er echter wèl voor circusartist te worden en zo begon hij dan zijn loopbaan als handig manusje van alles, als potsenmaker, muzikant, koorddanser en slangenmens. Maar al deze kundigheden betekenen nog niet, dat men voor clown in de wieg is gelegd. Want clown-zijn is een roeping, een kunst die van binnen-uit komt; het is de komische uitdrukking van een tragisch, treurspel achtig levensgevoel. Deze uitdrukking kan men door oefening perfectionneren; dit levensgevoel echter heeft men of men heeft het niet. Grock had het. En dus werd hij clown. Werkelijk formaat als clown kreeg Grock echter pas toen hij 25 jaar oud was en samen met zijn partner Antonet een nieuwe creatie van de muzikale August bracht. Dat was in het circus Médrano. Van die tijd af lachte het suc ces hem toe en had Grock zijn draai ge vonden. Thans heeft de zeventigjarige, naar nog altijd vitale Grock zijn leven als clown beschreven in een boekje „Sans b 1 a g u e", vertaald onder de titel „Z o n- der gekheid Wie de vertaler is, vermeldt de uit gever merkwaardigerwijs niet. Meestal heeft een dergelijke nalatigheid zijn reden; intussen weet men niet of de vaagheden en slordigheden, die de le vendige tekst nu en dan afbreuk doen, aan Grock of aan de onbekende vertaler moeten worden toegeschreven. Waar het f ~T iernaast drukken wij een repro- #-ƒ ductie af van de „Knielende vrouw", een der tekeningen van Pisarro op de tentoonstelling in museum Boym.ans te Rotterdam. Deze tentoon stelling is mogelijk geworden door een der vele culturele accoorden, die in de na-oorlogse jaren werden gesloten en tengevolge waarvan thans de kunst schatten worden „thuisbezorgd", die men vroeger in het land van herkomst moest gaan zien. In dit geval wordt er zelfs veel geëxposeerd, wat in de lan den waar de tekeningen vandaan ko men, niet iedere dag te zien is: het is afkomstig evengoed uif de portefeuilles van het Louvre te Parijs en de Alber- tina te Wenen als uit beroemde parti culiere verzamelingen. Men krijgt er een uitnemend over zicht van de producten van het Franse artistieke vermogen van de late mid deleeuwen tot aan de voorlaatste we reldoorlog. Een tentoonstelling als de onderhavi ge betekent een verademing temidden van het hedendaagse goedbedoelde en soms succesrijke geëxperimenteer ener zijds en de gezochte nieuwlichterij an derzijds. Wie weer eens wil verwijlen bij het blijvend schone, dat om zijn harmonieuze uitdrukkingsvorm aan spraak mag maken op het praedicaat „klassiek" in algemene zin, verzuime niet deze tentoonstelling te gaan zien. een enkele maal iets onmogelijks betreft, verdenk ik er de vertaler van. Zo ver telt Grock bijvoorbeeld, hoe hij als jon- fen eens werd uitgedaagd in een dertig ïeter hoge fabrieksschoorsteen te klim men. „Aangenomen," zei Grock, „en je zult nog een kunststukje zien op de koop toe." Vervolgens vernemen wij uit de vertaling letterlijk: „O p manshoog te van elkaar waren in de schoor steen ijzeren krammen aangebracht, die aldus een ladder vormden. Met een sprong bereikte ik (Grock) de eerste. „Mijnheer Adrien, mijnheer Adrien!" riepen de meisjes (die beneden toe ston den te kijken). Hun stemmen spoorden me slechts aan. Ik ging verder. Aan tien, twintig st e i gijzers had ik me al op gehesen, steeds hoger. In de verte ver. schenen onvermoede heuvels...." Ten slotte bereikte Grock de schoorsteen rand en hij verrichtte er het kunststukje, dat hij op de koop toe zou laten zien: hij maakte er met zijn hoofd vlak boven de zwarte, rokende muil van de schoor steen een duizelingwekkend handstand je. Daarna begon hij hoogst voldaan aan de afdaling. Dat moet voor de liefhebbers iets fan tastisch zijn geweest; zó fantastisch, dat wij het niet kunnen geloven. Tenmin ste niet zoals het in de vertaling te le zen staat. Want het dunkt ons zelfs voor de grootste acrobaat onmogelijk tegen een fabrieksschoorsteen op te klimmen, indien de krammen op manshoogte van elkaar zijn aangebracht; te meer dus onmogelijk, wanneer die acrobaat nog maar een jongen is, beneden manshoog te. Dit is werk voor een illusionist, die met onwerkelijkheden werkf en niet voor een in de realiteit tierende acro baat of clown. Dergelijke onjuistheden in de tekst, Advertentie Een clowneske schets van de clown Grock, wiens autobiografie onlangs het licht zag. die waarschijnlijk voor rekening van de vertaler zijn, tasten de geloofwaar digheid aan, die in deze rechtstreeks op de feiten geschreven mémoires on betwistbaar schijnt. Grock is een aan genaam causeur. Zijn boek sleept mee en toont aan, dat het clownsvak een voortdurende strijd om perfectionne- ring eist. Allereerst komt het voor de clown aan op'vorm en paraatheid. Pas daarna gaat het er om de humor van de clownerie te verfijnen tot zo zuiver mogelijke typering van de men selijke tragiek: een lach en een traan, zoals men de tragiek in dit verband pleegt te noemen. Men vindt in dit boek „Zonder gek heid" machtig veel gebeurtenissen, anecdotes, herinneringen aan circussen en clowns die eens favoriet zijn geweest en vooral kijkjes achter de voorhang van de tent. Men kan er veel uit leren omtrent de harde werkelijkheid van het romantische artistenleven, omtrent de rusteloosheid waarmee de arlist altijd in actie is en omtrent de eigenaardige moeilijkheden, waarmee het clownsvak gepaard gaat. Zo vertelt Grock bijvoor beeld uit eigen ervaring, hoe het op treden in de piste van een circus heel andere effecten vraagt dan het optre den in een variététheater. Dat merkte hij, toen hij kort voor de eerste wereld oorlog in Berlijn he| circus Schumann vaarwel zei, om in de Wintergarten op te treden. Zijn debuut op de planken van dit theater, waar hij precies het zelfde nummer bracht als in de piste van het circus, werd een fiasco. Hij moest zijn nummer totaal veranderen omdat de ronde arena van het circus een impulsiever, minder bestudeerd spel toelaat dan het toneel, waar de acteur het publiek alleen maar vóór zich heeft. En tevens, omdat het circus veel gro vere grappen en gaollen apprecieert dan het theater. Ook over de strubbelingen, die op tredende arti?ten plegen te hebben met hun impresario's en theaterdirecteu ren, vertelt Grock onverbloemde staal tjes. Hij geeft zijn sterke sympathieën en antipathieën vrij spel. Hij lucht zijn hart omtrent plaatsen waar hij uitmun tend en waar hij schandalig werd be handeld. Hij geeft ruimschoots blijk een uitstekend zakenman te zijn. die steeds hogere gages wist te bedingen, en die niet schroomde een blanco con tract te eisen, dat hij zelf wel even in zou vullen! Ja, Grock kent zelfs de ronde getallen, die hij in velerlei jaren en in velerlei valuta kreeg uitbetaald nog goed uit zijn hoofd. Hij strooit er in zijn mémoires kwistig mae rond en hij fleurt er het verslag van zijn car rière kapitaal mee op. aar wij voor ons hadden toch graag iets meer over de inner lijke. minder materiële impulsen van deze artistieke loopbaan vernomen, iets meer over het clownsvak als roe ping enkunstuiting die van binnen-uit komt. Er is door filosofen en psycholo gen zo veel getheoretiseerd over de hu mor als levensgevoel. Grock die cut levensgevoel aan den lijve kent, had ons iets duidelijk kunnen maken van het wezen van de clown: van de in een grimas verstarde weemoed en van a' datgene, waardoor grote clowns als hij en zijn vriend Charley Chaplin ons de spiegel voorhouden van ons aller men selijke clownerie, zó. dat wij moeten schateren en tegelijkertijd ontroerd worden. Humor, zegt Höffding, is het gevoel van iets belachelijks op grondslag van sympathie. Grock, met zijn rijke er varing, had ons kunnen laten voe len wat hij zelf moet voelen, tel kens als jiij voor het voetlicht staat en zijn miniatuurviooltje uit een gewel dig grote vioolkist opdiept, en telkens als hij, voor de piano zittend, de piano naar het krukje trekt in plaats van het krukje naar de piano. Het succes van de clown zit, geloof ik, in de tegenstrij digheid tussen wat men verwacht en wat er werkelijk gebeurt. De onver-» wachte wending brengt de lachspieren in beweging; zij voert ons van de wer kelijkheid naar de fantasie en van de fantasie, met een ruk terug naar de werkelijkheid. Dit wonderlijke heen en weer gaan is een kenmerk van iedere vorm van het humoristische levensge voel, waarvan de clownerie een speciale vorm is. Humor laat ons de betrekkelijkheid van alle dingen zien. Humor is iets. waarmee men zich door de trieste momenten van het leven heen kan slaan. Een mens met gevoel voor hu mor is een gelukkig mens. omdat hij in het tragische het komische weet te ontdekken. In het mysterie van het tragi-komische levensgevoel had Grock ons tussen de regels van zijn mémoires door een blik kunnen laten slaan, en dan zou zijn boek een prach tige bijdrage zijn geworden tot dc literatuur over de ondefiniëerbare sensatie die wij ondergaan tussen een lach en een traan in. Zoals „Zonder gekheid" voor ons ligt, is het een levendig, maar toch o nbevredigend, teleurstellend boek. Het beschrijft met élan de grootheid van de zeventigjarige clown Grock maar het verklaart die grootheid niet van binnen-uit. NICO VERHOEVEN Grock: „Zonder gekheid". „Mijn leven als clown". Uitg. H. Nelissen Bilthoven. In een door de IJmuidense reders ge houden vergadering is besloten het aantal trawlers, dat in de vaart ge bracht is, tot twintig op te voeren. Er bleek vertrouwen te bestaan in de be langstelling van de overheid voor hei visserijbedrijf, zodat verscheidene re ders konden besluiten tot het in de vaart brengen van een deel van hun schepen. door PATRICK PURCEIX 36. Ik nam de muzikanten op. De violist was Paddy Quirk, die die middag één van onze onzekerste voorhoedespelers geweest was, maar nu niets onzekers meer aan zich had. Zijn zwarte ogen waren strak gericht op da stappende voeten van de dansers, zijn wreef gaf feilloos de maat aan, zijn beweeglijke vingers boetseerden de melodie die on der zijn strijkstok uit stroomde. De harmonicaspeler was een jongen van nog geen twintig. Hij hield zijn hoofd gebogen, het instrument hing laag tussen zijn knieën. Hij keek met geen oog naar Quirk, maar zijn lage schoenen, met breedkoppige spijkers beslagen, trapten onberispelijk de maat; hij veranderde automatisch van melo die als de violist het deed; welke vreemde intuïtie hem daarbij hielp, wisten zij beiden alleen. Aan het dan sen en de dansers schonk hij geen aan dacht Met zijn muziek leefde hij in een afzonderlijke wereld, een wereld, die enkel begrensd werd door de vier en twintig toetsen van zijn haveloze kist en door het rusteloze rhythme van Quirk's lichtbruine viool. Ik rekte weer mijn hals uit om Esther Hanrahan te ontdekken, toen een stem aan mijn elleboog begon te spreken. De stem van een vrouw, een stem die mij vertrouwd was, maar die mij toch pret tig in het oor klonk. „Zo Tommy! Nu, je hebt er je tijd voor genomen om hier te komen. De helft van dé avond is langzamerhand voorbij." McAuliffe bloosde en dat mocht hij ook wel, want het is bij ons haast ge woonte, dat een man bloost als hij in het publiek door het meisje van zijn hart wordt aangesproken. Hij bracht enige verlegen geluiden uit. Het meisje was Mairead Fogarty; tus sen haar en McAuliffe was er lange tijd een geheime verstandhouding geweest, zó geheim, dat e.r geen schoolkind in de parochie was, dat niet wist van de ver wikkelingen van hun liefdesgeschiede nis en van de moeilijkheden, die aan hun huwelijk in de weg stonden: dat Tommy geen stap kon doen eer zijn jongere zuster van de. vloer was en dat Mairead zich grijze haren tobde uit vrees, dat haar vader haar in de tus sentijd aan een ander zou uithuwelij ken. Wanneer ik in de bolwerken van Carrigmichael deze dingen had gehoord, moet eraan herinnerd worden, dat Mairead en ik van één leeftijd waren; en als ik ook nog gehoord' had, dat het Jer Forgarty's liefste wens was om Mairead in de welstand van de Mc- Auliffes ingetrouwd te krijgen vóór zijn andere dochters huwbaar waren, dan moet ik erkennen, dat de Fogarty's nabije ne.ven van mijn moeder waren. Ja, onze Suirkant is een heerlijke streek voor familiebetrekkingen! „Kom, mee naar binnen, heerschap," commandeerde zij hem op een halve fluistertoon, die weinig op die van een verliefde jonge vrouw leek, „kom mee naar binnen, laat je jas daar en zeg m'n vader goedenavond. Anders zal mijn moeder morgenochtend zeker zeg gen, dat je bang of dat je te dronken was." Begerig om hem naar het woonhuis toe te loodsen begon zij ons door de deur terug te dringen. Toen zag ze mij ineens. „Heilige Vader! Joe Doyle! Nou, zo langzamerhand moet het eind van de wereld wel op komst zijn." Ze gaf me een fikse handdruk en sloeg een ster ke jonge arm om mijn middel. „Ik ben werkelijk blij dat je gekomen bent. Ik heb een paar appeltjes met je te schil len, jongeman. Kom mee naar binnen, jo, en vertel me eens wat voor wonder er is gebeurd, dat jou van de haard en de ploeg heeft weggesleept. Toch maar eens uitgebroken voor een dansje? Ik moet je arme moeder waarschuwen, anders ga je binnenkort nog aan het vrijen". Ik lachte, terwijl ik naast haar naar buiten stapte. McAuliffe kwam voor zichtig in de achterhoede mee. Ik mag fiijn kwieke nicht Mairead Fogarty heel raag lijden. Er steekt in haar hoofd neel weinig onverstand en er is maar verdraaid weinig dat haar heldere ogen niet zien. In de oude tijd waren we al tijd gezworen kameraden geweest. „Verdorie Mairead", deelde ik haar mee, „de dingen lopen toch wel heel raar, wanneer ik hierheen moet komen wandelen om onderzoek te doen naar jouw gedrag. Echt, ik hoorde vandaag in Kilkenny zulke vreemde geruchten over jou en Tommy hier, dat ik het als niet meer dan mijn plicht beschouwde om eens hier te verschijnen en de arme jongen in bescherming te nemen tegen jouw listen en lagen". Brutaal stak zij haar tong uit en kneep me gemeen in mijn arm. „Wil je je gezicht maar houden waarschuwde ze mij in grappige ver ontwaardiging. „Anders hoort mijn va der je en roept hij ons allemaal ter ver antwoording". Zij .stak haar vrije hand naar McAuliffe uit. „Kom naast ons, Tommy, en vertel me eens, waarom je niet hebt gezorgd, dat deze sukkel van een neef van me vandaag de wedstrijd voor jullie won". McAuliffe kwam naast ons, nam haar hand en hield die vast, maar hij sprak geen woord eer wij, na een paar passen, voor de keukendeur stonden. „Wat kon de jongen anders doen dan z'n best, net als wij allemaal?" „Z'n best? Jullie best? Loop heen, als het niet meer is dan vandaag, zou ik zelf evengoed spelen als één van jullie!" Zij lichtte de klink op en ging voor. Ik kwam onmiddellijk achter haar aan en McAuliffe verschool zich bescheiden achter mijn ruf Onze voorzorg bleek gegrond. De ge duchte vrouw des huizes, Lizzie Fo garty, was nog niet terug van Harti- gan aan de overkant van de weg, waar heen ze 'n kwartier geleden vertrokken was om nog een theepot te requiteren. De dochter maakte zich geen illusies over de bedoeling van haar moeder. „Ze heeft de wagen gehoord en wacht nu haar ogenblik af om ons te over vallen", was Mairead's achterdochtige mening. Volgens Bridget, het dienstmeisje, was de oude Jer zelf net naar de hooischuur gegaan -om op de houtstapel een blok of wat essenhout voor het vuur in de kamer te halen. Mairead, onovertroffen in het bedis selen en intrigeren, greep deze gelegen heid om de familiebetrekking te ver beteren, onmiddellijk aan. „Loop eens gauw naar buiten. Tom my," commandeerde ze, „en help m'n vader een handje! Ik vertrouw de man zijn benen niet als hij in het donker een vracht heeft te dragen. En nu vlug opschieten," voegde zij er aan toe,, toen haar vrijer met enige aarzeling bleef wachten. „Hij eet je niet op!" Ze glimlachte een beetje nadenkend, toen Tommy de deur uit sprong en zich zwaar stommelend over het donkere erf heen bewoog. „God h'elpe hem," zei ze vertederd. „Hij is verschrikkelijk verlegen. Maar als hij dat niet was, zou hij toch Tom my McAuliffe niet zijn." Advertentie N.V. &CO ROTTERDAM KON. MEUBELFABRIEK KLEIWEG 244 TEL 847B4 Meubelen en betimmeringen voor: Directiekamers Vergaderzalen Hotels Woningen Schepea Adviezen voor binnenhuisarchitectuur TOONKAMERS Utrechts Binnenhuis Museumlaan 7,Utrecht Tel. 17285 Knus-rustig zitten wij met zijn vieren in de tweede-klas-coupé. Er gens achter de wolkenslokken schijnt een zonnetje op halve kracht te bran den. Daaronder waast het stilgestolde landschap tussen Gouda en Utrecht. In het hoekje bij het raam kijkt het dametje naar buiten. Veerhoed je, voiletje, vosje, vingertip, maat vier en veertig. „Het is toch wel mooi, zo'n winter," vindt Dametje en knikt met haar hoedveertje naar buiten. „Zeker, een aardig gezicht vanuit een verwarmde trein." Haar over buur laat de krant op zijn knieën zakken en zijn pijp van de linker naar zijn rechtermondhoek wandelen. „Is er nog nieuws over hem." Da metje wijst met haar ogen naar het portret van kapitein Westerling op de voorpagina van de krant. „'Ach, het is allemaal nogal ver ward." „Ik vind het een prachtfiguur, die Turk. Zo echt mannelijk, zo'n kerel die tenminste wat doet. Alle mannen kletsen alleen maar." „Dank u." De Pijp buigt even voor over en lacht kort. „Inderdaad, die Westerling doet wat. Maar of dat zo verdienstelijk is?" Dametje rommelt in haar tas, rolt haar voile omhoog en steekt een si garet op. De Pijp blijft heer en biedt vuur aan. „Luistert u eens, meneer. Ik weet misschien een prima oplossing voor de kwestie-Westerling. Laten wij die Turk hier naar Holland halen. Dan wordt het 1™ Indonesië alvast rustig." Dametje doet een manlijke trek aan haar sigaret. „En wat wilt u hier met die sinjeur beginnen?" De belangstelling van de Pijp is echt. „Oh, een eigen legertje bijeen la ten brengen. Ondergronds natuurlijk." „In de binnenlanden van de Velu- we, zeker?" De Pijp lacht een beetje vuil, „en waar moet dat legertje dan voor dienen, mevrouw?" „Voor het gelijktijdig bezetten fan het Ministerie van Financiën en alle belastingkantoren. Mij dunkt, de Turk zou alle Nederlanders achter zich vinden." Advertentie Mensen in dit teken geboren willen graag origineel zijn, zij hebben vele vrienden en zij zoeken het goede, en spreiden hierbij veel intuïtie tentoon. Daarom zijn zij verheugd als zij weer een kruik van die 6jne zachte OUDE VLEK Gen ever uit Delft in hun, kast hebben staan. v Baa U toevallig in Je teJgenJe periode C19 Féruari-20 Maart) jarig? Schrijf Jan om een gratis OUDE VLEK- analyse aan Vlek Ca Ddft De uitvoerende raad van de Europese Be weging heeft de Nederlandse professor dr. H. Brugmans benoemd tot rector aan het Europa-college. dat in November a.s. te Brugge zal worden geopend. Prof. Brug mans nam reeds deel aan de voorbereiden de zitting van het college, die In de zomer van verleden jaar te Brugge werd gehou den.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 3