Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | 3 maart 1950 | pagina 3

Van Geelkerken niet gewild
bij de Duitsers?

Twee jongens en een auto

PRIJSVERHOGING VAN BENZINE IN
TWEEDE KAMER NIET POPULAIR

DE „BEKENTENISSEN" VAN LOUWERS

Eerste Kamer keurt begroting
Staatsmijnen goed

Hij zou vele pogingen hebben gedaan om
gevangenen en gijzelaars te bevrijden

Proces wordt 9 Maart
voortgezet

De margarine-oorlog

Categorische tegenspraak van ministerie
van Buitenlandse Zaken

Aanstelling van Italiaanse arbeiders een
kostbare aangelegenheid

VRIJDAG 3 MAART 1950

PAGINA 3

n TIP VAN BOOTZ

Detaillisten confereren

NAAR ROME

Nieuwe Kamerleden

Geen studententarieven
bij de Spoorwegen

Hij sloeg beschonken
man neer

Film voor veilig
verkeer

Voogdij en regentschap over
minderjarige koning

VERBETERING TELEFO
NISCH VERKEER

Briefkaartautomaten

Rapport Schieveen
Ypenburg

was volgens v. G. het gevolg van het
feit, dat hij na z'n ontslag 'n onpret
tige houding aannam en „het te bont
maakte".

Over de invloed van v. G. in bestuurs
aangelegenheden verklaarde Carp, eens
hoofd van de secretarie van staat der
N.S.B., dat verd. bijvoorbeeld bij de bur
gemeestersbenoemingen weinig invloed
had. Getuige had v. G. altijd beschouwd
als plaatsvervanger en niet als gemach
tigde van Mussert.

Zondervan bevestigde de verklaring
van v. Geelkerken, dat de Landwacht en
de hulppolitie door hem als beschermers
van de leden der beweging werden be
schouwd. „Onze kameraden werden neer.
geschoten omdat zij z.g. allen handlan
gers van de S.D. waren en wij meenden
hen derhalve te moeten beschermen. Dat
de Landwacht later ging brandschatten en
razzia's hield, geschiedde roor toedoen van
de Duitsers. Nimmer is dit de opzet ge
weest en zelfs kon de inspecteur-generaal
hiertoe geen opdracht geven," aldus Van
Geelkerken.

Hoewel niet als zodanig verschenen,
trad dr. Harster („General-Leutnant der
Polizei und Befehlshaber der Sipo?" „Ja.
wohlü Herr Prasident!") vrijwel als ge
tuige a décharge op. Hij bevestigde de
vraag van de verdediger, mr. Mathuisen
uit Amsterdam, dat v. Geelkerken her
haaldelijk pogingen heeft gedaan gevan
genen en gijzelaars vrij te krijgen en dat
de lijst van de „plutocraten-zoontjes",
bestemd voor tewerkstelling, op voor
stel van verd. werd opgesteld. Deze te
werkstelling werd mede door hem be
dongen om daardoor 'n lichtere „straf" te
bewerkstellen voor de executie van
Seyffard, waarvoor de Duitsers 'n aantal
personen wilden fusilleren.

Eveneens bevestigde Harster, dat de
Sipo Van Geelkerken liet controleren,
toen hij naar Italië ging om daar 'n bij
eenkomst van Italiaanse jeugdleiders oij
te wonen. „Wij vertrouwden het niet
voor 100%, daar het verschil tussen fas
cisme en nationaal-socialisme nooit ge
heel werd opgelost."

De zitting wordt Donderdag 9 Maart
voortgezet.

de nog niet eerder afgelegde verklaring,
dat dit door aandringen van Seyss-In-
quart bij Mussert werd gegeven. Rost
van Tonningen ook plaatsvervangend
leider werd uit deze functie ontzet
wegens 'n artikel in Volk en Vaderland,
dat het misnoegen had opgewekt en er
de oorzaak van was, dat de hele oplage
in beslag werd genomen. De rijkscom
missaris zou aan het ontslag van Rost
de eis hebben verbonden, dat ook Van
Geelkerken de woestijn werd ingestuurd.

Deze verklaring is uiteraard voor zo
ver van belang, dat de juistheid er van
zou aantonen, dat Van Geelkerken niet
in die mate persona grata bij de Duitsers
was, als zijn vooraanstaande functies
deden vermoeden.

Door het verhoor der getuigen, on
der wie Ir. Huygen, Zondervan, Mi.il-
ler en Carp, destijds allen naaste
medewerkers van Mussert, werd
deze verklaring met bevestigd. Op
Zondervan na hebben allen het ont
slag met voorbeeldige volgzaamheid
zonder meer geaccepteerd. Mussert
heeft blijkbaar nimmer enige expli
catie gegeven, doch integendeel later
tegenover Zondervan zijn spijt over
dit ontslag betuigd. De getuigen kon-
den evenmin bevestigen of ontken
nen, dat het ontslag van v. G. iets
had uit te staan met 'n mogelijke
pro-Landwacht- en pro-S.S.-mentali-
teit van verd., waardoor hij met
Mussert in conflict gekomen zou zijn.

Het royement als lid der N.S.B.

(Van onze Utrechtse correspondent)

Het was 'n zeer zelfbewuste en vaak
spitsvondige Van Geelkerken, die giste
ren bijna vijf jaar na zijn arrestatie
voor de Bijzondere Strafkamer van
de Utrechtse rechtbank terechtstond. Met
zijn gedistinguecrd uiterlijk, zijn rustige
en beschaafde betoogtrant en zijn even
wichtig optreden maakte hij nauwelijks
de indruk de man te zijn, die zich op
dit voor hem zo belangrijke ogenblik
moest verantwoorden voor het verraad
op hoog niveau, dat hem ten laste wordt
gelegd.

Plaatsvervangend leider der N.S.B.,
hoofdstormer van de Nationale Jeugd
storm, inspecteur-generaal van de Land
wacht en contactpersoon tussen de be
weging en hoge Duitse autoriteiten zijn
de functies, welke hem maakten tot een
der kopstukken van het nationaal-socia
lisme in Nederland, die tijdens de bezet
tingsjaren een leidende rol meenden te
moeten spelen.

De spanning, die bij de aanvang van
de zitting in de rechtszaal voelbaar was,
cmdat men wellicht sensationele onthul
lingen of 'n hardnekkig verweer ver-
Wachtte, brak spoedig toen de president,
prof. dr. L. W. G. Scholten, de dagvaar
ding met de verdachte doornam en deze
het hem ten laste gelegde nagenoeg vol
ledig bekende. Dit geschiedde overigens
niet zonder commentaar én herhaaldelijk
kwamen er amendementen in de trant
van: „Als U het zo bedoelt, wèl", „Ik zou
dat graag iets anders zeggen" en „Dit is,
zoals U het zegt, niet geheel juist."

Volmondig erkende Van Geelkerken
het aandeel, dat hij in de opbouw van
het N.S.B.-apparaat samen met Mussert
en Rost van Tonningen heeft gehad; hij
gaf toe voortdurend propaganda in de
partij-organen en via de radio te hebben
gevoerd ter uitbreiding van de W.A., de
Germaanse S.S., de Landwacht en de
hulppolitie, benevens dat hij langs de
zelfde weg afbreuk had gedaan aan het
gezag der Nederlandse regering in Lon
den. Als de Jodenvervolgingen ter spra
ke komen, zegt v. G., dat hij zijn gewe
ten bezwaard voelt, doordat hij hiertegen
geen stelling heeft genomen. Andere
punten uit de dagvaarding werden van
het reeds genoemde commentaar voor
zien, zoals de beschuldiging wegens het
bevorderen van de tewerkstelling van
Nederlandse arbeiders in Duitsland, het
verstrekken van lijsten van te gijzelen
Personen, de bestrijding van het verzet,
het verschaffen van gegevens aan S.P.
en S.D. en het voeren van de supervisie
over de W.A. en de Germaanse S.S.

v. Geelkerken, die in 1931 toetrad tot
de N.S.B., was hiervoor reeds op jeug
dige leeftijd lid van 'n fascistische orga
nisatie geweest. Op 'n vraag van prof.
Scholten, waarom hij als fascist tot de
N.S.B. was toegetreden, repliceerde verd.,
dat de N.S.B. in die tijd 'n uitgesproken
fascistisch en geen nationaal-socialistisch
karakter droeg. Eerst door toedoen van
Rost van Tonningen begon sinds 1935
het accent te verschuiven, doch dit is
steeds 'n strijdpunt in de beweging ge
bleven. In X934 onderging v. G. "toen
werkzaam bij de Utrechtse Provinciale
Griffie de consequentie van het ver
bod aan de ambtenaren om lid van de
N.S.B. te zijn en moest hij zijn betrek
king verlaten. „Ik beschouwde dit als 'n
Politieke daad van de regering, daarom
stelde ik mij er tegenover! Meer bewust
deed ik dit in 1941, toen ik met de N.S.B.
steun aan de bezetter ging verlenen."

Tijdens deze eerste zittingsdag werd
Vooral aandacht gewijd aan het ontslag,
dat Van Geelkerken in Januari 1944 als
plaatsvervangend leider kreeg, aan zijn
daarop volgend royement als lid van de
N.S.B. en aan het karakter van zijn func
tie als inspecteur-generaal van de Land
wacht.

Voor het ontslag gaf verd. ter zitting

18. Onder een Laaghangende tak van een boom knielt de boer, die Eric reeds
eerder, in de herberg, heeft ontmoet. Meedogenloos hebben de krijgslieden hem voort
gedreven en hem gedwongen hen naar zijn hoeve te brengen. En hier hebben zij
alles in gereedheid gebracht om hun laaghartige plannen voortgang te doen vinden.

,,Zo, jij kinkel," spot de aanvoerder, terwijl hij zijn zwaard trekt en op de mach
teloze gevangene toetreedt. „Nu zijn we niet langer gediend van jouw praatjes. Nu
interesseert ons nog maar één ding, enwel waar je je spaarpenningen verborgen
hebt. Dat appeltje voor de dorst, dat jullie boeren altijd zo handig weet te verstop
pen voor de belastinginners van heer Lauri, bedoel ik. Zeg op, hond! Waar is dat.'
Of moeten we het touw eerst iets strakker aanhalen?"

Doch hoewel totaal weerloos werpt de boer hem een koude blik vol minachting toe.

„Ge weet heel goed dat ik geen goud bezit. Alle welvaart is reeds lang verdwenen
door uw plunderij. Doch zelfs al bezat ik nog iets dan zou ik het niet afstaan.'

Ik ben een vrijgeborene en ge hebt het recht niet mij te mishandelen of te vonnissen
zolang ik niet door een vierschaar ben veroordeeld

Zijn stem smoort weg, want op ee?i wenk van de aanvoerder heeft een der mannen
het touw strak getrokken.

„Recht!" smaalt de leider van de bende. „Recht! Bah, er bestaat tegenwoordig nog
maar eén recht en dat oefenen wij uit: het recht van de sterkste!" En dreigend
heft hij zijn zwaard. Doch een onverwachts gekraak in de struiken doet hem
verstarren.

„Halt, ellendelingenroept een metalen stem; en gelijktijdig zien de verschrikte
krijgers een lenige figuur, zijn wapen in de vuist, uit het kreupelhout verschijnen.

„Ge hebt het recht van de sterkste gekozen, nietwaar," zegt Eric de Noorman
snijdend. „Uitstekend! Door datzelfde recht zult ge veroordeeld worden

De katholieke vakbonden, die zich be
wegen op het gebied van de margarine
verkoop, alsmede de bakkers, hebben
gisteren een bespreking gehad met het
hoofdbestuur van hun centrale onder
nemersvakbond, de Nederlandse R. K.
Middenstandsbond.

Men heeft onder ogen gezien op wel
ke wijze een einde gemaakt zou kunnen
worden aan de huidige margarineoor
log, die zeer funeste gevolgen heeft;
funest niet alleen voor de bedrijfsle-
den, maar op den duur ook voor de con
sument. Het zou immers niet kunnen
uitblijven, dat men ook met de kwali
teit van de boter gaat knoeien.

De enige oplossing wordt gezien in
minimum-prijsregeling, hetzij, dat de
ze door de regering wordt vastgelegd,
dan wel onderling overeengekomen
wordt en door de regering bindend
wordt verklaard. Met grote belangstel
ling wordt, vanwege het acuut karak
ter van deze kwestie, verder een uit
spraak tegemoet gezien van de Eco
nomische Raad.

Twee abonneetjes van „De Engelbewaar
der" kregen op de verjaardag van de H. Va
der bericht, dat zij de gelukkige uitverko
renen waren om hun mede-abonneetjes in
Rome te gaan vertegenwoordigen op een
bedevaart. Hennie Boeree uit Haarlem en
Martien Coppes uit Tilburg zagen zich uit
duizenden mededingers aangewezen voor
hun inzending van een opstel op de vraag:
„Waarom ik in 1950 graag llaar Rome zou
gaan".

De voorzitter van het Centraal Stem
bureau heeft in de vacature—dr. Wibaut
(P. v. d. A-) benoemd verklaard tot lid
der Eerste Kamer mr. G. E. van Walsum,
burgemeester van Delft. De heer R
Zegering Hadders, die lid der Tweede
Kamer is, heeft bedankt' voor zijn be
noeming tot lid der Eerste Kamer (vaca
ture-wijlen dr. Bierema (VVD). In zijn
plaats is thans benoemd verklaard de
heer H. D. Louwes te Ulrum,

Tot lid der Tweede Kamer is in de
vacature J. J- W. IJsselmuiden (KVP)
benoemd verklaard mr E. G M. Rool-
vink te Almelo.

In zijn Memorie van Antwoord aan
de Eerste Kamer over de begroting van
Verkeer en Waterstaat deelt de minister
mede, dat de tarievenpolitiek van de
Spoorwegen, ten aanzien waarvan de
regering zich haar verantwoordelijkheid
ten volle bewust is, slechts dan te la
ken zou zijn, indien de tarieven op een
economisch niet verantwoord niveau
zouden zijn vastgesteld.

Voor het invoeren van bijzondere stu
dententarieven bestaat geen aanleiding,
gezien de hoge reductie welke reeds
wordt verleend op. de week-, traject
en jeugdkaarten.

(Vervolg van pagina 1)

Volgens Ceteka verklaarde Louwers,
dat hij naar Nederland en Zwitserland
was gereisd om instructies te ontvangen
van „kapitalistische vluchtelingen" over
het uitvoeren van hun bezittingen uit
Tsjechoslowakije. De bezittingen, waar
om was verzocht, zouden door de .heren
Lochmann en Kruseman per diploma
tieke post verzonden zijn. De vorige Ne
derlandse gezant, Merens, had het be
zit van graaf Nostitz naar het buiten
land gebracht, zo zou Louwers hebben
verklaard.

In zijn uiteenzetting van de finan
ciële kant der zaak zou Louwers*heb
ben verklaard, dat de helpers bereid
waren ieder bedrag in Tsjechoslowaaks
geld tegen de zwarte marktkoers van
70 kroon voor een gulden te aanvaar
den. Het geld werd dan in Nederland
tegen de officiële koers van 18 kroon
voor een gulden verrekend. Het verschil
ging dan in de zakken van degenen,
die de transactie uiwoerden, aldus Ce
teka. Voorts zou Louwers hebben ge
zegd, dat de Nederlandse diplomaten
auto's voor exorbitante prijzen aan le
den der Tsjechoslowaakse bourgeoisie
verkochten. Door diplomatieke kanalen
zouden de ontvangen gelden voor harde
valuta zijn gewisseld. De winsten van
deze transacties zouden de verkopers
in staat gesteld hebben in hun eigen
land voor elke verkochte oude auto
vijf nieuwe te kopen.

Volgens Ceteka onthulde Louwers, dat
de Nederlandse militaire attaché te
Praag, kolonel Hasselman, in zijn bureau
een kaart van Tsjechoslowakije had han
gen waarop de plaatsen, waar vliegvel
den en regimenten lagen, waren aange
geven.

Eerst laat in de avond eindigde het
verhoor van de heer Louwers. De 45-
jarige kantoorbediende Aloisie Sioven-
cikova, die als volgende verhoord werd,
verklaarde, dat, zij „in gezelschap van
kapitalisten- was geraakt, die een slech
te invloed op haar hadden gehad". Zij
bekende op instigatie van Louwers sa
botagedaden te hebben verricht.

Na meer dan twaalf uur bijna onaf
gebroken in zitting te zijn geweest, ver
daagde het hof de zaak tot Vrijdag.

Een woordvoerder van het Neder
landse ministerie van Buitenlandse Za
ken merkte naar aanleiding van de
door radio-Praag en Ceteka tegen het

Nederlandse Corps Diplomatique te
Praag geuite beschuldigingen op, dat
„deze behoren tot het gewone recept in
deze communistische proeessen" en dat
„Wat de specifieke beschuldiging aan
het adres van de Nederlandse vertegen
woordigers te Praag betreft, deze cate
gorisch kunnen worden tegengespro
ken."

Naar aanleiding van het bericht dat
Louwers zou hebben bekend, zich te
hebben schuldig gemaakt aan verraad,
spionnage en sabotage, zeide een zegs
man van de A.K.U.: „Het is uitgesloten,
dat Louwers zich aan dergelijke over
tredingen, althans zoals wij die in het
Westen opvatten, zou hebben schuldig
gemaakt."

Naar het A.N.P. van de zijde van de
K.L.M. verneemt, is bij deze maat
schappij Diets bekend over de waar
heid van de beschuldiging, die de heer
Louwers volgens Ceteka tegen de voor
malige K.L.M.-vertegenwoordiger te
Praag heeft uitgebracht. Ook de direc
tie van de A.T.O. verklaarde tegenover
het A.N.P., dat het voor de eerste maal
is. dat haar een dergelijke beschuldiging
ter ore komt.

Het drama op het Bergkerkplein te
Deventer, waar een beschonken man,
die zich verzette, door de politieagent
O. J. D. met een vuistslag werd neer
geslagen, waarna de man drie dagen
later in het ziekenhuis overleed, ein
digde Donderdag voor de Zwolse
Rechtbank, waar de politieman werd
veroordeeld tot twee maanden gev. vw.
met een proeftijd van één jaar. De Of
ficier van Justitie had f 20.boete
geëist.

In de overwegingen, die tot dit von
nis leidden, nam de rechtbank aan dat
geen beroep op noodweer kon worden
gedaan en dat verd. in de uitoefening
van zijn functie te ver was gegaan
Voorts werd rekening gehouden met de
omstandigheid dat over het optreden
van verd. nimmer te voren klachten
waren ontvangen en dat superieuren
van verd. diens optreden als redelijk
beschouwden. Zoals bekend was D. ten
laste gelegd mishandeling de dood ten
gevolge hebbend.

De Mirrorfilm heeft in opdracht van
Ce firma C. Jamin een smalfilm ge
maakt, die als een verrassing bedoeld
is voor het /erbonu voor veilig ver
keer. De film is voornamelijk bestemd
voor de lagere en middelbare scholen
en wil de jeugd attent maken op de
noodzakelijkheid van een veilig verkeer
en op de verantwoordelijke rol, die ook
de jongelui in deze aangelegenheid spe
len. Jo van Essen had de re~ie en J.
Werner de produclieleiding.

Gezien de doelstelling van de film, de
jongelui een duidelijk beeld te geven
van wat het verkeer is, zijn kan en voor
al niet zijn mag, hebben we hier te ma
ken met een film, die goeddeels als een
instructiefilm moet beschouwd worden.
Waarmee wij zeggen willen, dat men
hier en daar iets dQor de vingers zou
moeten zien, voor zover ecu gave voor
een duidelijke vormgeving heeft moeten
wijken. Het is echter een compliment
voor de makers, dat er niet veel door
de vingers behoeft gezien te worden. In
het algemeen werd een levendig tempo
in acht genomen, zonder dat de duide
lijkheid er onder heeft geleden en ter
wijl de aandacht er door gespannen
wordt. We zien twee opgetogen knapen
een autorit maken met hun oom, die van
de gelegenheid gebruik maakt de kleine
mannen te wijzen op allerlei wetens
waardigheden, fouten, aardigheidjes, de
siderata, het verkeer betreffend, terwijl
de heren zelf de kans waarnemen om
ook hun wijsheid ten deze te spuien. Om
eentonigheid te vermijden maakt de film
een vergelijking met de goede oude tijd,
toen de wagen-zonder-paard zijh eerste
rit maakte door het verbouwereerde
land en zet oom de neefjes een uurtje
af in Ouwehands Dierenpark, waar ze
een poosje in een andere wereld als die
van het verkeer mogen vertoeven. En
vraagt men nu, of de jeugd deze film,
die ruim een uur duurt, met genoegen
èn met vrucht zullen zien, dan kunnen

Verschenen is het Voorlopige Verslag
van de beide Kamers der Staten-Gene-
raal over de wetsontwerpen tot benoe-
rning van een regent voor het geval van
erfopvolging tijdens minderjarigheid van
de Troonopvolger, en tot benoeming van
een voogd en regeling van de voogdij
over de minderjarige Koning. Hieruit
blijkt dat men 't vanzelfsprekend acht dat
de Prins der Nederlanden wordt be
noemd tot regent en tot voogd.

Vele leden achtten de redactie van het
eerste artikeel van het wetsont
werp inzake het regentschap wei-
big gelukkig. Door de formulering „ge
durende de tijd, dat.de opvolger.
biinderjarig is" vestigt zij de indruk,
alsof het regentschap wordt opgedragen
Voor een bepaalde tijd. Dit is in strijd
biet het karakter, dat een regentschap
Daar onze grondwet behoort te dragen.
Evenals de Koning wordt de regent voor
onbepaalde tijd geroepen, zij bet dan, dat
die tijd uiteraard beperkt is tot de duur
van 's Konings minderjarigheid. Iedere
Sedachte aan assimilatie van het regent-
Schap met het presidentschap van een
republiek behoort te worden vermeden.
°eze leden zouden de voorkeur geven
Dan een redactie in deze geest: Voor het
Seval der minderjarigheid van onze
vroonopvolger op het tijdstip zijner
Domst tot de Troon, wordt tot regent
van het Koninkrijk benoemd onze be-
Dünde gemaal.

Zeer ernstig bezwaar maakten deze
fc'den tegen de aan het regentschap ver
bonden voorwaarde van weduwnaar
schap van de regent. Zij achtten het be.
Paaldelijk in strijd met de Grondwet al-
"Us de benoeming tot een voorwaarde-
'Jke te maken.

Vele leden zouden het wenselijk ach-
jeD, dat in de Raad van Voogdij ook
jbPiand uit Suriname en iemand uit de
jederlandse Antillen zouden worden be
noemd. De eenheid van het Koninkrijk
d de jnnige verknochtheid van de on
derscheiden gebiedsdelen aan het Huis
an Oranje zouden in zulk een benoe-
lftg uitdrukking kunnen vinden. Mocht
aartoe worden overgegaan, dan zou er
)6?n bezwaar tegen bestaan het aantal
oen van de Raad uit te breiden tot

Italiaanse arbeiders in de mijnen een
kostbare aangelegenheid is. Indien de
noodzaak daartoe wegvalt, zal dit ook
wel wegvallen, zo zeide hij. Het be
zwaar tegen West-Duitse grensarbeiders
kon hij zich op psychologische gronden
indenken. Nu een handelsverdrag tot
stand is gekomen zal echter een wijzi
ging in de geesten moeten plaats vinden
om tot normale verhoudingen te komen.

De Staatssecretaris mr Van der Grin
ten beantwoordde vragen, die verband
hielden met de Mijnindustrieraad. De
vaststelling van .rolenprijzen was tot
dusverre de taak van de centrale over
heid, doch zal steeds meer in het vlak
van de Raad komen te liggen. De Mijn
industrieraad heeft geen verordening
behoeven te maken ten aanzien van de
5 pCt. loonsverhoging, omdat deze in de
tarieven verwerkt zal worden, terwijl
de mijndirecties beloofden de 5 pOt.
dadelijk toe te passen.

Ten aanzien van de zetelverdeling in
de Mijnindustrieraad zei spr., dat van
de tien zetels voor de werknemers er
van de zes arbeiderszetels drie zijn ge
gaan naar de katholieke mijnwerkers
(60 pCt.) twee naar de Algemene Bond
(32 pCt.) en één naar de Algemene Ne
derlandse Bond van Werkers in het
Mijnbedrijf, die tezamen met de protes
tants christelijke groep acht procent van
de georganiseerde mijnwerkers omvat.
Van de vier beambtenzetels gingen drie
naar de katholieken (85 pCt. der geor-
ganiseerden) en één naar de protestants
christelijke groep, die tezamen met de
Vereniging van Beambten 15 pCt. van
de georganiseerden telt.

De Eerste Kamer heeft gistermiddag
de begroting der Staatsmijnen zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd met
de aantekening, dat de communistische
afgevaardigden geacht willen worden
tegengestemd te hebben.

De eerste spreker, mr. L. F. H. Regout
(K.V.P.) had tevoren de prijzen van
huisbrand- en industriekolen onder de
loupe genomen. Hij noemde de hoge prij
zen een zwakke plek in de Nederlandse
economie en informeerde of en wanneer
daling van de binnenlandse prijzen in
het verschiet ligt. Behalve het tewerk
stellen van grens-Duitsers achtte spr.
verder aannemen van buitenlandse
werkkrachten ongewenst, vooral nu het
binnenlandse aanbod van mijnarbeiders
betere perspectieven opent.

De heer J. Schipper (A.R.) had ernstig
bezwaar tegen uitsluiting van de Protes
tants Christelijke Mijnwerkersbond uit
de Mijnindustrieraad.

Minister Van den Brink stemde in
met de heer Kramer, dat aanstelling van

Advertentie

Rheumatiek ondermijnt Uw hele gestel.
Want t knaagt en knaagt en knaagt
maar.

Maak toch een einde aan die ondraaglijke
plaag, die U ziek maakt en moedeloos en
allengs tot niets meer in staat. Pak Uw kwaal
in de oorzaak aan. Met de weldadige Kru-
schen-kuur. Om Uw bloed te zuiveren van
die pijnverwekkende onzuiverheden die
zich meer en meer vastzetten in hoeken en
gaatjes en.... die zich eerst meldden met
scheuten en steken, maar allengs werden tot
dagen en nachten' van onafgebroken min.
Zoals ettelijke tienduizenden Rheumatiek-
lijders over de hele wereld verlossing von
den bij Kruschen. zo zal ook voor U de
weldadige werking zich haast als een
wonder openbaren. Met de kléine .dagelijkse
dosis Kruschen voelt ge U al gauw weer
sen heel ander mens: fit, monter en opge
wekt en met geen zweem van pijn meer,
amdat Kruschen Uw bloedzuiverende orga
nen weer nieuwe energie en levenskracht
schonk Vraag Kruschen bij Uw Apotheker
of Drogist.

Een verkeersmoment in de film
„Twee jongens en een auto."

Advertentie

Bij ieder festijn in 't leven:
Huwelijk, promotie....

om 't even,
TIP VAN BOOTZ

wordt gevraagd.
En geen gastheer,

die 't waagt
Zijn gasten iets anders

te geven.

we daar gerust op antwoorden, dat ze
zich niet onbetuigd zullen laten.

Om te besluiten met een woord van
critiek: Pierre Palla, die de muziek
componeerde of improviseerde, laat zijn
bioscooporgel daveren, alsof hier dé kans
van zijn leven lag. Hij toont weinig be
grip voor de eisen en het karakter van
de filmmuziek. Voor het wezen van de
filmkunst evenmin trouwens.

Inz. Mevr. W. F.-C.. A'foort, ontv. 1 fl. TIP

ters, die uit de missie thuis kwamen.
En een paar van hen trotseerden zelfs
de weg naar Carrigmichael om met mij
herinneringen op te halen aan onze
schooljaren.

Juli liep bijna op zijn eind, toen ik
besloot, Pedlar's Pet de kans te geven
om haar kost te verdienen. Ik liet haar
inschrijven voor een race op de baan in
Waterford, al had ik niet veel hoop op
succes. De snelheid van de slanke teef
was een kwaliteit, waar niemand aan
kon twijfelen, en om de eisen aan haar
onzeker uithoudingsvermogen tot een
minimum te beperken, gaf ik haar
alleen maar voor een sprint op
Haar tempo in een proefren was een
openbaring voor me, en het enige,
waarvoor ik nog bleef vrezen, was, dat
de bijvalskreten van bet publiek, hei
gebrul van de bookmakers en de gehele
opgeschroefde atmosfeer van de renbaan
het gevoelige dier bij haar eerste op
komst kwaad zouden doen.

Er bestaat geen verlokking, geen be
koring of betovering, die te vergelijken
is met de wade, die de rennende honden
om de harten weven van degenen die
van ze houden; er bestaat bij geen an
dere sport of rennen een sensatie, die te
vergelijken is bij het ogenblik, dat de
kooi opengaat en zes felle windhonden
hijgend voortstuiven achter de vreemde
haas aan, die zich wiebelend en ramme
lend voortbeweegt.

(Wordt vervolgd)

nog nooit zulke rozen en nooit bloeiden
zij in zo'n overvloed als die Junimaand.
Kleine klimrozen kropen hier, dgar,
pveral, over het portaal heen, tegen de
muren op van het lage, witgekalkte
woonhuis; zij klauterden in bont ge
drang over de dakrand en trokken tri
omfantelijk op over het strodak; in een
ongebreidelde kleurenorgie hingen zij
gestrengeld over de bloembedden van de
tuin, de lust en de wanhoop van mijn
moeder. In de tuin zelf bloeiden ook de
grote rode rozen in al hun rijkdom en
luister; de bleke theerozen contrasteer
den er mee, terwijl in de avonduren
van de Damascusrozen een golf van
geur op iedere ademtocht van de wind
kwam aangewaaid.

En té midden van al die rozen ging
ik om, moe, neerslachtig. God helpe mij,
cn met veel, veel te veel gedachten aan
Esther Hanrahan, die als bruid aan een
andere man was toegezegd.

Juli kwam met het gekraak van de
donder boven de Comeraghs, met de
vochtige reuken van de warme aarde,
met de lekkere geur van de rijpende
weien. Door de valleien ratelden de
maaimachines, hooiwagens hortten en
schokten over de landwegen tussen de
heggen; van mijn akkers uit kon ik de
witte tent naast de kapel van Mooicoin
zien, die vertelde, dat er een Missie aan
de gang was. De klok voor de morgen
missen luidde op ongewone tijden van
wege de jonge priesters, die van colle
ges en seminaries, en de oudere Dries

waar de hurlingspelers vaak wat bal
letje sloegen. Verlegen en op een af
stand had ik Tommy McAuliffe en zijn
hurlers gevonden, toen ik voor het eerst
met ze in aanraking kwam, maar zach
tjes aan bekeken ze mij niet meer als
een buitenstaander. Ze kenden mij en
ik kende hen, en er was zelden een
avond, dat we niet rijkelijk te lachen
hadden.

Zo bracht ik mijn dagen door, zo goed
en zo kwaad als het ging. Intussen ver
loor de hagedoorn zijn bloesembladen en
leefde de kokerjuffer een heerlijke dag
boven het water van de Suir. En nu
hing de rode stof in dikke wolken op de
zijwegen over de berg, nu groeide het
gras sappig in de goten langs de weg
kant en kwam de kwartelkoning kras
send door de jonge weilanden, wanpeer
de dauw van de schemering begon te
vallen. De vlammende Junimaand deed
stralend haar intrede aan de lover-diepe
Suirkant, terwijl de boeren dagelijks een
gebedje om regen prevelden en zil
veren zalmen in drommen het net van
iedere visser vulden. Het dal glimlachte
in zijn volle luister.

Oom Malachy, die plotseling bang was
geworden, dat de nieuwe huisvrouw in
het huis van zijn vaderen niet alles
naar haar zin zou vinden, ging als een
razende aan de gang. Weldra wrochten
de steenhouwers en de stukadoors en
de timmer- en de opperlui wonderen
aan het degelijk oude huis waarin eens
O'Connell te gast was geweest en waai
Meagher of the Sword had ondergedo-

Meer en meer werd ik buitenshuis ge.
zien, verder en verder dwaalde ik van
huis vandaan. De ene keer was ik mijlen
ver weg en speelde hurling in een of
andere wedstrijd met Mooncoin, die
ploeg, die altijd ongelukkig was, maar
nooit de moed liet zakken. Een andere
keer zag een Zondag mij als een sieraad
van de promenade in Tramore of zwierf
ik op mijn eentje over de bergwegen
of toerde ik mijn oude wagen rechts en
links rond in het hart van de „Gouden
Vallei" Op de avond van een weekdag
kon men me langs de heuvelwegen zien
stappen met één van mijn honden, een

slanke hazewindteefPedlar s Pet

had ik ze genoemdeen langbenige

sliert van een wijfje, met een snelheid
om je er aan te branden, maar niet
helemaal genoeg uithoudingsvermogen;
of misschien gleed ik de heuvel af op
mijn fiets, na de thee, naar het lange,
smalle veld achter het dorp Mooncoin,

Het laat zich aanzien, dat in de tweede
helft van 1950 enige verbetering in het te
lefonisch verkeer tussen Amsterdam en
het Gooi kan worden gebracht, terwijl in
de loop van 1951 vol-automatisch verkeer
zal worden ingevoerd tussen Amsterdam
en 's-Gravenhage. Een en ander blijft in
middels afhankelijk van tijdige materiaal-
aflevering, aldus de Memorie van Antwoord
op het Voorlopig Verslag der Eerste Kamer
over de begroting van de P.T.T. Voorts
wordt medegedeeld, dat binnen afzienbare
tijd briefkaartautomaten in dienst zullen
worden gesteld.

1 rijn Memorie van Antwoord aan
Eerste Kamer in zake de begroting
van het departement van Verkeer
Waterstaat deelt de minister van
keer en Waterstaat mede, dat het
Port Van

de commissie-Ringers in
e SchieveenYpenburg binnen kor-
'Jd mag worden tegemoet gezien.