DE LITURGIE IN DE
GOEDE WEER
Leven met de Kerk
„IK KOM
TERUG"
De liefde van een groot kunstenaar
Mensen op reis
Palmzondag
Het grootste werk
aller tijden
Palmzondag
"Td
ZATERDAG 1 APRIL 1950
PAGINA 3
GARANTIEWET VOOR
HET K.N.I.L.
Ook in ons land is een groeiende belangstelling waar te ne
men voor het liturgisch leven: velen trachten steeds meer
en beter met de Kerk mee te leven en te voelen in de H.
Mis, in de H. Sacramenten en in de viering van het Kerkelijk Daar
Ze hebben daar de echte Christelijke geest weer ontdekt. Door't
„leven met de Kerk" immers worden we er aan gewend met en
voor onze broeders te offeren en te bidden. „De Liturgie doet
ons leven in innige vereniging en wederzijdse belangstelling
met onze parochiebroeders, met onze priesters en bisschoppen
en de hele Kerkelijke gemeenschap. De Heilige Liturgie schenkt
ons de Katholieke geest. Dat wil zeggen: zij deelt ons de Chris
telijke familie geest mee. Zij leert ons allen te zien en te behan
delen als kinderen van de grote familie van Christus, de Heilige
Kerk. De Liturgie doet ons leven van het leven van Jezus Christus
en in gemeenschap met onze Christelijke broeders". (Ed. Poppe)
Toen zij Jerusalem naderden
en te Betfage bij de Olijf
berg waren gekomen, zond
Jezus twee leerlingen vooruii
en zei tot hen: Gaat naar het
dorp, dat tegenover U ligt; ter
stond zult gij er een ezelin
vinden, die vastgebonden is
met een veulen erbij; maakt ze
los en brengt ze Mij. Zo iemand
U een bemerking maakt, zegt
hem dan: De Heer heeft ze no
dig, en dadelijk zal hij ze laten
gaan.
Dit alles geschiedde opdat
vervuld zou worden wat door
de profeet was voorspeld'
„Zegt tot de dochter van Sion:
Zie, Uw Koning komt naar U
toe, zachtmoedig op een ezel
gezeten, op een veulen, het
jong van een lastdier."
De leerlingen gingen heen
en deden wat Jezus hun bevo
len had. Ze brachten de ezelin
met het veulen mee, legden
er hun mantels op, en Hij zette
zich daarop neer.
De Saint Exupéry
posthuum geëerd
Britse onderscheiding voor
28 Nederlanders
door J. VERMEER
Nü weer
Waarborg-kleding
in 25 Kreymborg zaken
Rafaël en de Fornarina
Psalmteksten op Palmzondag
Collecte Katholiek
Thuisfront
Uitgesteld cultuurdebat
Liturgische weekkalender
De aangrijpende tegenstellingen in
de liturgie van Palmzondag wer
pen een schel licht op de drama
tiek van Jezus' laatste levensdagen.
De palmwijding en de daarop volgende
processie legt de nadruk op Christus'
verheerlijking. Onder feestelijk palm-
gewuif en geestdriftig Hosanna-geroep
eert het samengedromde volk „de Zoon
van David, Die komt in de naam des
Heren'.
Maar in de H. Mis valt reeds bij het
eerste woord van de Introïtus de don
kere dreiging van het komende Lijden
over de gewijde tekst. Het zwaartepunt
hiervan ligt in de onpeilbare vernede
ring en het onzegbare ziele lijden, dat
de Godmens heeft willen ondergaan.
Wij zien dat vaak voorbij door al
te uitsluitend onze aandacht te richten
op Zijn lichamelijke marteling.
„Hoewel Hij Gods gestalte bezat en Zijn
gelijkheid met God geen roof behoefde
te achten, heeft Hij er Zich toch van
ontdaan door de gestalte aan te nemen
van een slaaf en gelijk te worden aan
de mensen. En toen hij uiterlijk als een
mens werd bevonden, heeft Hij zich
nog méér vernederd door gehoorzaam te
worden tot de dood. ja, tot de dood aan
het kruis". (Phil. 2. 6—8).
Alléén de hoogste liefde is tot deze
diepste vernedering in staat. De onein
dig Heilige, de eeuwig Zondeloze
neemt uit liefde de menselijke natuur
aan. En eenmaal mens, verdraagt Hij,
schuldeloos, de grofste miskenning, de
onterendsie laster, de bitterste verlaten
heid. Hij sterft de dood van een misda
diger!
Als God en mens in ieder opzicht
volmaakt, lijdt Zijn tot in uiterste fijn
heid gevoelige hart op oneindig-pijn-
lijke wijze onder de snijdende ondank
baarheid van Zijn volk. dat Hem ver
werpt; onder de slappe lafheid van Zijn
leerlingen, die Hem verlaten en toch
beter moesten weten.
En de intocht in de heilige stad, de
feestelijke, uitbundige begroeting, waar
bij Hij tot Koning werd uitgeroepen?
Als een grove comedie moest deze
Hem voorkomen. Hem de Alwetende,
voor Wie verleden, heden noch toe
komst verborgen zijn.
Enige dagen later zullen dezelfde
mensen Hem immers uitjouwen, Zijn
dood eisen en Hem werkelijk ter krui
siging voeren. In goddelijke alwetend
heid ziet Hij dat alles klaar en duidelijk
voor Zich.
En tóch onderwerpt hij zich ook daar
aan, opdat de Schriften vervuld
worden, waarin Zijn zending en lot,
eeuwen geleden reeds, zijn voorzegd. In
volmaakte nederigheid en onderwerping
aan de Wil van Zijn hemelse Vader ver
duurt Hij zwijgend deze zielekwalen.
Dat is de fundamentele les, die Jezus
Ons Zijn hele leven door gegeven heeft!
Hij is mens geworden uit eigen vrije
wil, maar ook in opdracht van Zijn
Vader in de hemel. Aan Hem is Hij in
de volle zin van het woord onvoorwaar
delijk gehoorzaam geweest tot in Zijn
dood. Zélf God, in alles gelijk aan de
Vader, heeft Hij toch, als mens, Zich
geheel afhankelijk gemaakt van het god
delijk liefdeplan: de mensheid te ver
lossen van de dodelijke gevolgen van
haar aanvankelijke ongehoorzaamheid
aan de door Hem ingestelde orde.
Waar dc mens door hoogmoed gezon
digd heeft, daar verlost God de hoog
moedige mens door nederigheid.
Dit zijn niet zo maar enige mooie
Woorden! Integendeel: in hun diepe
stm geven zij duidelijk de echte werke
lijkheid weer. De enige, verantwoorde
houding tegenover God is nederigheid,
een onvoorwaardelijk aanvaarden van
Zijn opperheerschappij over al het ge
schapene, onvoorwaardelijke gehoor
zaamheid aan Zijn wetten. Alléén zó zijn
geluk en vrede mogelijk in deze wereld.
Nederigheid is waarheid! Niemand
kan eerlijk en oprecht tegenover
de dingen van dit leven staan
zonder nederigheid. Alleen een nede-
r i g mens onderscheidt duidelijk de
juiste waardeverhoudingen, omdat' alleen
zo iemand bereid is zonder zelf
bedrog het leven en zijn uitingen,
maar vooral zich zelf, te zien zoals
het is!
Het eerlijk erkennen van eigen zon
digheid en ontoereikendheid onloo
chenbare feiten! maakt ijdele zelf
verheffing, zelfvoldaanheid en zelfover
schatting principieel onmoge-
lijk. Omdat men dc belachelijkheid
daarvan dwingend inziet!
Nederigheid en eenvoud gaan hand
m hand. Ze zijn afkerig van alle twee
slachtigheid en zullen nooit trachten met
God en de wereld tegelijk te schipperen,
het in hun gedrag op een accoordje te
gooien en anders te handelen dan zij
weten dat met Gods oneindige volmaakt
heid, die alléén Hem toekomt, in over
eenstemming te brengen is.
Nederigheid zoekt God zonder om-
Wegen. In een bewust, noodzakelijk en
Volkomen afhankelijkheidsbesef.
Maar van nature is de mens niet
nederig! Niets vertroetelt hij meer en
liever dan zich zelf! Niets aanbidt, en
verzorgt hij meer dan zijn eigen, arm
zalig ik. Ten koste zelfs van een gron
dige en noodlottige verstoring van het
Zedelijk waardenevenwicht
Terwijl nederigheid bindt, brengt
hoogmoed scheiding en tweedracht Zo
als nederigheid een vorm is van liefde,
die zich klein maakt om zichzelf des
te beter te kunnen geven, zo gaan hoog
moed en zelfzucht samen, daar de eigen
vermeende en ingebeelde superioriteit
slechts kan worden staande gehouden
door een niets ontziende vernedering
en kleinering van anderen.
Hoogmoed en eigenliefde hebben de
wereld gemaakt tot wat ze is: een on
bewoonbaar oord van elkaar naar het
leven staande wezens. De hoogmoed ver
werpt de Schepper, de eigenliefde de
evenmens. Wat voor goeds is daarvan
nog te ver-wachten?
Als er nu nog reden was om hoog
moedig te zijn! Niets, letterlijk niets be
zitten wij, wat ons niet is geschonken.
Geheel gratis zelfs, zonder dat wij erom
hebben gevraagd. Enkel en alleen uit
liefde van Godswege! Goede eigenschap
pen, talenten, het leven, alles, alles, alles
komt van God. Alleen het verkeerde,
het slechte is werkelijk ons uitsluitend
maaksel. En zelfs veel van de goede
dingen, die wij van God hebben ontvan
gen, hebben wij nog aanmerkelijk be
dorven. Is daar enige reden om trots
te zijn op zulke prestaties?!
Los van de grote Schenker zijn wij
tot niets goeds bekwaam. Echte werke
lijkheidszin ontbreekt ons. Want' de
waarheid verlost in nederigheid! Hoog
moed is zelfbedrog, een vooroordeel, dat
een bekrompen verstand en een zelf
zuchtig hart verraadt. Hoogmoed is het
tegendeel van waarheid!
Alleen de nederigen van harte zullen
God zien! In de bovennatuurlijke, zede
lijke orde is de hoogmoed een hoofd
zonde, de wortel van alle kwaad. Daar
om is de nederigheid de wortel van
alle deugden Daarom is Christus' leven
op nederigheid gebaseerd. Daarom ook
sprak Hij tot ons dat diepe, rijke woord:
„De leerling staat niet boven de Mees
ter, de dienaar niet boven zijn Heer".
L.
Naar in Den Haag wordt medegedeeld,
is thans een garantiewet voor militairen
in ontwerp gereed gekomen. Zodra de
ministers, die thans nog de Unie-confe
rentie in Djakarta bijwonen, in Neder
land zjjn teruggekeerd, zal het ontwerp
in de ministerraad worden besproken.
Dit ontwerp komt in grote ltfnen overeen
met het ontwerp van de garantiewet
1 het civiele personeel.
Hiertegenover staat het feit, dat er
zeer velen zijn, die deze Christelijke
geest nog moeten leren drinken aan
„die eerste en onmisbare bron". De
Goede Week is hiervoor een uitermate
geschikte gelegenheid. In deze week
immers gaan we het grootste werk
aller tijden gedenken: de verlossing
van het menselijk geslacht door onze
Heer Jezus Christus. Op Palmzondag
zien we Hem als Koning Jerusalem
binnentrekken, omringd door een
massa volk: „Hosanna aan de Zoon
van David, gezegend Hij die komt in
de naam des Heren." Op Witte Don
derdag volgen we Christus naar het
Laatste Avondmaal, waar Hij „de ge
heimenis van zijn Lichaam sticht".
Goede Vrijdag vieren we de dood van
onze Heer. Het einde is echter niet de
dood, maar het leven. „Christus heeft
in zijn Lichaam ons allen op het Kruis
gedragen en het bedorven Adams-
leven weggegeven. Als eersteling van
een nieuw, herschapen volk staat Hij
op en stelt in plaats van het versleten
Adamsleven een nieuw, heerlijk ver
rezen leven." Dit vieren we op Paas
zaterdag.
Zondag en de volgende dagen gaan
we dit grootse gebeuren herdemten.
In onze artikelen willen wij U inlei
den in deze aangrijpende plechtig
heden, ons meest waardevol erfstuk
en daardoor een aansporing geven om
deze liturgische hoogtijdagen in
een waarachtig Christelijke geest
mee te vieren en daardoor de
Goddelijke genade in ons te la
ten inwerken. Want, „terwijl we
deze geheimenissen van onze verlos
sing vieren, werkt de Heer, onze
eeuwige Priester in de Hemel, in ons
het werk van zijn verlossing voort.
Niet slechts wij, de Heilige Kerk, doen
iets, maar ook Christus doet in deze
dagen een groot werk aan ons." In
deze week worden we méégekruisigd
en méé ten leven gewekt met Jezus
Christus, ons Hoofd.
Nu spreidde het talrijke volk zijn
mantels uit over de wegen, anderen
sneden takken van de bomen en strooi
den ze voor Hem uit. En de scharen,
die voorop gingen en volgden, riepen
uit: „Hosanna, de Zoon van David; ge-
W ijdmg van de Palmen op
Palmzondag.
Volgens een publicatie in de Franse
staatscourant is aan Antoine de Saint
Exupéry, commandant van de verken
ningsgroep 11-33, posthuum eer bewezen
bij een dagorder van het luchtleger, om
dat hij, als pionier van de luchtlijnen
door zijn doorzettingsvermogen en moed
aan de Franse vleugels nieuwe luister
heeft gegeven; omdat hij als oorlogs
vlieger in 1940, zowel als in 1943, van zijn
wil tot dienen en zijn geloof in de toe
komst van zijn vaderland blijk heeft
gegeven; omdat hij zijn verlangen tot
daden en de grootheid van zijn ideaal in
een letterkundig werk to.t uitdrukking
heeft gebracht, dat tot het belangrijkste
van onze tijd wordt gerekend, en omdat
hij op 31 Juli 1944 een eervolle dood
heeft gevonden, terugkerend van een
verre verkenningstocht over zijn door
de vijand bezet land.
De Britse ambassadeur in ons land,
Sir Philip Nichols, reikte hedenmorgen
in het gebouw van de Britse ambassade
te Den Haag aan een 28-tal Nederlan
ders onderscheidingen uit.
Onder hen bevonden zich officieren
en onderofficieren van leger en vloot,
militaire artsen en ook een tweetal Zus
ters van het Nederlands ziekenhuis
„Charitas" in Palembang. die met toe
stemming van de Japanners, maar zon
der hun medewerking, een geïmprovi
seerd hospitaal voor Britse geïnterneer
den hadden ingericht.
De 2oon van deïjóowim
43. Er is iets m de stem en in het gehele optreden van de dwerg dat Winonah
nerveus doet oprijzen uit haar zetel. Meester Welke meester Zij begrijpt niet
wat luj bedoelt, doch een vreemd voorgevoel vervult haat plotseling van een tinte
lende spanning, welke haar een ogenblik de adem beneemt. Even moet zij steun
zoeken aan de stoelleuning.
„Niet schrikken Niet schrikken jammert Pum-Purn zorgzaam. Meester zei
wijs Pum-Purn u langzaam inlichten over zijn komst. Anders schok misschien te
grootVoorzichtig! Voorzichtig!"
Maar Winonah heeft reeds een paar passen naar de deur gedaan. Een stralend
vermoeden komt in haar op, zo onverwacht dat zij het nauwelijks durft geloven.
„Eric vormen haar lippen, maar haar mond brengt geen enkel geluid voort.
De spanning van dc laatste uren is te groot geweest dat zij dit snelle opvlammen
van haar laatste hoop kan verdragen. Nog voor zij de deur bereikt heeft wankelt zij...
„Meester! Meester!" gilt Pum-Pum verschrikt. „Gauw komen! Vrouwe Winonah!
Zij worden ziek
Als door een waas ziet Winonah plotseling de deur openvliegen. Een forse gestalte
staat in de deuropening. Zijn gezicht is in de schaduw, maar duidelijk ziet zij de
gouden gloed, welke het vuur over zijn blonde haren werpt. En zij weet dat zij
zich niet vergist heeft.
„Eric mompelt Winonah zwakde hand aan het voorhoofd brengend. ,Jij
Eindelijk!" Dan begeven haar krachten haar en zij zoekt steun tegen de muur.
Doch reeds omklemmen een paar sterke armen haar. Zij wordt bijna opgetild en
slaat haar armen om zijn hals terwijl een wilde vreugde zich van haar meester
maakt. Als een klein meisje verbergt ze haar gezichtje tegen zijn schouder en hoort
als van heel ver een stem, de stem waarnaar zij al deze jaren zo wanhopig heeft ver
langd: „Winonah Ja, ik ben het
Advertentie
zegend die komt in de naam des He
ren; Hosanna in den Hoge!"
Zo trok Christus als Koning Jeru
salem binnen. Vrijwillig ging Hij. de
Zachtmoedige, Lijden en Kruisdood
tegemoet om vanaf Zijn Kruis als Ko
ning te heersen. Op de Christenen van
Jerusalem had deze koninklijke in
tocht een zo diepe indruk gemaakt,
dat ze ieder jaar hun bisschop „de
voortlevende en voortwerkende Chris
tus" onder Hosannagezang Jerusalem
binnenleidden. Rome nam deze prak
tijk over. En morgen zullen- ook wij
Christus binnenleiden in óns Jerusa
lem, onze parochiekerk, onder Hosan
nagezang' en met palmtakken in de
hand. En ook voor ons zal deze plech
tigheid méér zijn dan louter een her
innering aan wat eens gebeurde. Be
wust zullen we met Christus in deze
Goede Week mee gaan lijden, sterven
en overwinnen.
Met de palmtakken in de hand zullen
we Christus omringen. De palmen wor
den voor een godsdienstige plechtigheid
gebruikt, vandaar dat ze eerst gewijd,
dat is: heilig gemaakt worden. De wij
dingsgebeden zinspelen heel sterk op de
betekenis van de palm. Zo wordt er
gesproken over de heilige martelaren,
die „de zo grote naam van Jezus Chris
tus zonder vrees beleden voor koningen
en machthebbers". De palmtak is het
teken van onze vrijmoedige geloofsbelij
denis!
Na de Palmwijding en uitreiking volgt
d e grote plechtigheid van Palmzondag,
de Palmprocessie, waaraan heel de paro
chiegemeenschap deelneemt. We belij
den ons geloof voor allen die het horen
of zien willen. Voorop gaat het Kruis,
zinnebeeld van Christus. En wij allen
begeleiden Hem naar Zijn heilig lijden,
Zijn dood en overwinning. Als de stoet
bij de kerkdeur komt. is deze gesloten.
De Schola het zangkoor zingt het
Gloria Laus, een Koningshymne. Dan
stoot de subdiaken met het Kruis de
deur open. We trekken, met Christus,
ons Jerusalem binnen.
De H. Mis van Palmzondag lijkt mis
schien in schrille tegenstelling tot de
uitbundige plechtigheid van de daaraan
voorafgaande palmprocessie. In wezen is
ze dat echter niet. Ons heilig voorne
men, in de palmprocessie tot uitdruk
king gebracht, gaan we nu verwezenlij
ken. Eerst luisteren we met de palm
tak in hand naar het lijdensverhaal,
zoals St. Mattheus het ons heeft over
geleverd. Het wordt niet gelezen door de
priester alleen, er klinken vandaag drie
stemmen: die van de eigenlijke vertel
ler. die van Christus en die van het
Jodenvolk. Het geheel krijgt daardoor
als het ware een handelingskarakter en
deze wijze van voordragen geeft duide
lijk te kennen, dat we het gehoorde niet
enkel als een vertelling, maar vooral
als een nü gebeurde werkelijkheid moe
ten beleven, waarin we zelf een aandeel
hebben. We vormen zo een uiterlijke
gemeenschap met dc lijdende Christus.
„Vader, als ik deze kelk dan moet drin
ken: Uw wil geschiede!" Deze tekst, ge-
Ik kwam binnen. De juffrouw ont
ving mij, met de arm in een draagver-
band. nog een beetje bleek van de
schrik, maar verder gelukkig gezond
en wel. Op mijn belangstellende vraag
naar de gezondheid van haar vader en
haar zelf, antwoordde ze tamelijk ge
ruststellend: „Vader zal met een maand
de oude wel weer zijn, volgens de dok
ter, en ik hoop met een week hier geen
last meer van te hebben. Het is maar
een vleeswond, heel oppervlakkig. Die
moet alleen maar wat rust hebben om
te genezen."
„Mijn beste wensen. Maar vertelt u
mij toch eens, hoe het precies gebeurde.
Heeft de politie het u ook erg lastig ge
maakt met vragen?"
„Och ja, ze wilden natuurlijk wel het
naadje van de kous weten, maar wc
hebben ze heel weinig kunnen vertei
len, eigenlijk helemaal niets. Wij wil
den een kleine avondwandeling gaan
maken, vader en ik, zoals we al jaren en
jaren gewoon zijn. En juist toen we de
deur uitkwamen, zagen we die auto voor
uw huis staan, terwijl we gerinkel van
gebroken ruiten en de gil van een vrou
wenstem hoorden. Wij vonden het wel
vreemd, maar waren toch doorgelopen,
als niet juist uw voordeur was open
gegooid, waardoor enige gemaskerde
kerels naar buiten kwamen, voorafge-
Wie een van de smalle
pittoreske straatjes
van Trastevere, het
hartje van het oude Rome,
doorwandelt. ziet op de
tweede verdieping van een
antiek huis een venster be
kroond door een spitsboog.
Zelfs een kleine jongen weet
u te vertellen, dat dit het
venster is van „La fornarina"
(vert.: bakkersdochter). Bij
het vaststellen van de juiste
identiteit van deze fornarina
laat zijn historische kennis
hem helaas in de steek. De
geschiedschrijvers vertellen
ons echter, dat deze bak
kersdochter een belangrijke
plaats heeft ingenomen in
het hart van een van Italië's
grootste genieën: Rafaël San-
zio. in de wandeling kortaf
Rafaël genoemd. Behalve
dit huis in de Via Dorothea
worden er nog twee andere
aangewezen als woning van
de fornarina en uit het ty
pisch feit. dat we ook telkens
in de nabijheid van deze hui
zen een plaats vinden, waar
Rafaël werkte, heeft men af
geleid, dat het mooie volks
meisje de kunstenaar overal
heeft gevolgd.
Misschien komt bij de
jonge lezers (lezeressen) de
vraag op: hoe is deze ver
houding gegroeid? Helaas is
het antwoord niet heei
poëtisch. Rafaël zag haar
voor 't eerst, toen zij een
voetbad nam in de fontein
van haar tuintje! De schil
der werd verrukt van haar
volmaakt uiterlijk en toen
hij later haar lief volgzaam
karakter had leren kennen,
kon hij zich niet meer van
haar charme losmaken.
De bijnaam „fornarina" is
zo met dit meisje vereenzel
vigd, dat er heel wat in oude
archieven is gezocht, alvo
rens men heeft kunnen uit
maken, dat haar doopnaam
Margherita Luti was.
Wie in Rome het museum
„Borghese" heeft bezocht en
daar het prachtige vrouwen
portret, „La Fornarina" ge
naamd. heeft bewonderd, is
natuurlijk overtuigd, dat dit
Rafaël's geliefde model is ge
weest. De kunsthistorici zijn
het er echter na vier eeuwen
nog niet helemaal over eens.
„Deze wereldse, rijk opge
sierde vrouw", zeggen zij,
„stemt niet overeen met het
zachte simpele wezen, dat
zich nooit op de voorgrond
drong en dat na de dood van
de meester het geld, dat hij
haar naliet, verdeelde en
zich in een klooster terug
trok. De algemene opvatting
is. dat „La donna velata'
(de gesluierde vrouw) het
meest gelijkende portret van
Rafaël's meisje moet zijn ge
weest.
Wij moeten elke beauty
naar haar tijd beoordelen»
Het ei-vormige gelaat, de
rechte ne.us, de kleine mond
zouden geen voorwaarden
zijn voor de titel „miss
1950", doch als u de portret
ten uit de renaissancetijd
bekijkt, ziet u wel, dat het
schoonheidsideaal van toen
hc.el wat verschilde van dat
van nu. Wij zijn ontwend
aan de klassieke trekken en
de rustige uitdrukking van
de Velata, maar hoe vol
maakt deze vrouw moet zijn
geweest in de ogen van Ra
faël blijkt wel uit het feit,
dat wij in zijn Madonna's
(Madonna d'ella seggiola of
Sixtijnse Madonna) telkens
weer deze nobele trekken
en grote donkere ogen aan
treffen.
Waarom Rafaël het meisje
«5Ö8» "JWilllll l I - tA fOKttAXM* - fSAUiW* BORGHES*»
eigenlijk nooit getrouwd
heeft? Misschien om he.t
grote standsverschil. Mis
schien omdat hij zo door zijn
werk in beslag werd geno
men, dat hij er nog geen tijd
voor gevonden had, toen hij op
zevenendertigjarige leeftijd
stierf. Hij werd geboren op
Goede Vrijdag van het jaar
1483 en stierf in 1520, ook
weer op Goede Vrijdag.
Deze, we mogen gerust
zeggen] toevallige omstan
digheden. maakten een gro
te indruk op de lichtgelo
vige Romeinen en waren
oorzaak, dat zij van 't ene
ogenblik op 't andere zijn
heiligverklaring verwachtten.
Toen een pauselijke dienaar
het bericht van Rafaël's
dood aan Paus Leo X kwam
brengen moet de Heilige
Vader, huilend, he-bben uit
geroepen „ora pro nobis".
Natuurlijk zag het volk in
dezè woorden van het op
perhoofd der Kerk ook weer
een toekomstige canonisatie.
Ook de Fornarina, toen
zij naar hei Pantheon,
waar nog steeds Rafaël's
tombe tussen die der konin
gen staat, holde en zich aan
de baar vastklemde, werd al
leen tot kalmte gebracht
door het vooruitzicht op de
aanstaande heiligverklaring
van haar geliefde meester.
Dij alles is in onze ogen nu
wel heel naïef, maar de
naïveteit, vooral op gods
dienstig gebied, was en is nog
steeds een van de meest ty
pische kenmerken van hei
Italiaanse volk.
C. P.—D.
zongen bij de Communie, is rechtstreeks
toepasselijk op onszelf. „Door de Geof
ferde Christus te eten, verklaren we ons
één met de Geofferde". We krijgen Zijn
offerkracht en aanvaarden tegelijk de
totale offerplicht: gehoorzaamheid aan
de Vader tot de dood. Vormden we
eerst een uiterlijke gemeenschap, deze is
nu omgezet in een innerlijke.
Smart verwachtte mijn hart en
ellende; en Ik wachtte op wie in
mijne droefheid delen zou, en daar
was er geen; en op een trooster, en
Ik vond er genen. Tot spijs gaven
zij Mij gal en Mijn dorst laafden zij
met edik.
(Offertorium Palmzondag
Ps. LXVIII, 21-22).
Geef, bidden wij, dat de godvruch
tige harten uwer gelovigen tot hun
heil mogen begrijpen, wat geheim
zinnig betekend wordt door de ge
beurtenis, dat heden de schare
volks, door een hemels licht be
straald, den Verlosser tegemoet ging
en palmen en olijftakken voor Zijne
voeten uitspreidde.
(Gebed bij de. wijding der
Palmen)
30.000 katholieke militairen en hon
derd aalmoezeniers bevinden zich nog
in Indonesië. In ons land zelf zijn ook
een 25.000 katholieken onder de wape
nen aan wie vijftig aalmoezeniers hun
beste krachten wijden. Voor hen spant
Katholiek Thuisfront zich in. De speld
jescollecte van morgen. Zondag 2 April,
biedt ons gelegenheid Katholiek Thuis
front te steunen.
Bij de behandeling van de begroting
van O. K. en W. in de Tweede Kamer
is de afdeling Kunst tot latere behande
ling uitgesteld. De vaste commissie voor
het onderwijs heeft nu een aantal vra
gen schriftelijk aan de minister voor
gelegd en de bewindsman heeft daarop
geantwoord in een nota, waarover tus
sen hem en de commissie nog mondeling
overleg gepleegd zal worden. Daaruit
zal een definitieve ministeriële nota
voortkomen en aan de openbaarheid
worden prijsgegeven. Het is niet zeker,
of dan nog een schriftelijke voorberei
ding op grond van deze nota zal geschie
den.
gaan door een ongemaskerde kleine man
met een vreselijk alstotend gezicht en
een rare scheve bochel. Die mensen
achter hem, droegen iets wits, dat zich
hevig bewoog en verzette. Mijn vader
snelde er heen en ik volgde hem. Maar
voor we er waren, hadden die kerels
hun auto al bereikt en terwijl ze erin
klommen met uw vrouw, hield die bochel
ons zijn pistool voor. Mijn vader als
oud-officier is daar helemaal niet bang
voor en wilde hem toch aanvallen. Toen
schoot hij op ons van geen zes meter
afstand en reed weg zonder dat wij iets
konden doen. En onmiddellijk daarna
kwamen de agenten, die ons hielpen."
Ik dineerde om half zes in een restau
rant en ging daarna naar de woning
van mijn vriend op de Statenlaan. we
tend dat hij omstreeks zes uur, half ze
ven bijna altijd thuis was te vinden.
Ditmaal was hij er niet. Johan vertelde
mij, dat hij om 5 uur even thuis was
geweest, zeer teleurgesteld was mij er
niet te vinden en mij dadelijk opge
beld had. Natuurlijk had hij mij niet
thuis getroffen.
Er lag nu een briefje van hefm. Hij
was de gehele dag uit de stad geweest
en moest weer weg. Hij hoopte mij de
volgende ochtend te zien. Ik moest rus
tig zijn terugkomst afwachten.
Weer voelde ik die vage onrust, dat
onbestemde gevoel van dat-er-iets-niet-
in-de-haak-is. Na enig nadenken be
sloot ik evenwel toch om 9 uur present
te zijn. Maar de onrust bleef, werd gra
dueel sterker, en toen ik werkelijk
enige minuten voor de afgesproken tijd
in de gestadige druipregen over de brug
van het Sweelinckplein heen en weer
wandelde, had ik gloeiend spijt van mijn
voortvarendheid. Nu het eenmaal echter
zover was, stond mijn eergevoel mij
niet toe, me alsnog terug te trekken. En
dus wachtte ik, stampvoetend van kou,
ongeduld en ergernis over mezelf.
Het werd negen uur op de electrische
klok schuin tegenover de brug, en er
gebeurde niets. Kwart over negen
nog niets. Een half uur wachten in een
echte najadrsregenbui en in een derge
lijke stemming is wel ongeveer het
ellendigste wat je hebben kunt en het
gekste is, hoe langer je moet wachten,
hoe vaster je besluit wordt om vol te
houden. Anders is alle doorgestane
moeite immers voor niets geweest. Na
tuurlijk geldt dit tot zekere grenzen.
In elk geval, ik hield vol, al zakten
mijn humeur en geestelijke gesteldheid
naar het absolute nulpunt. Om tien mi
nuten voor half tien draaide een zwar
te Ford-Sedan van de Waldeck Pyr-
montkade af de brug op en stopte vlak
voor mijn. neus. De bestuurder had zijn
pet diep in de ogen getrokken en zijn
kraag hoog opgezet, maar toch kon ik
in de donkere wagen onderscheiden
dat hij een kleine zwarte snor droeg.
Hij was alleen en wierp het portier voor
mij open.
..Mister Vermeer?" informeerde hij op
zakelijke toon en met een accent, dat
onmiddellijk de Amerikaan verried.
Ik stond op het punt hem een stand
je te maken, maar bedacht mij op het
laatste ogenblik en stapte in. Een secon
de lang rustte de felle glans van een
electrische lantaarn op. mijn gezicht. De
man vóór mij bromde tevreden. Ik was
hevig geschrokken, viel neer in de kus
sens en voelde mij niet bepaald behaag
lijk. „Maar per slot van zaken was die
maatregel heel natuurlijk," overwoog
ik, terwijl de Ford zich met hevig la
waai in beweging stelde. „Natuurlijk
kan Satan niet riskeren, dat ik hem een
of andere rechercheur op zijn dak stuur.
De omstandigheden zijn zeer bijzonder.
Intussen lette ik terdege op, welke
weg wij volgden. De chauffeur reed zeer
bedaard, nam bijna uitsluitend de grote
verkeerswegen, die ik gemakkelijk her
kende en stopte nu en dan bij scherpe
hoeken, wellicht om te onderzoeken of
hij niet gevolgd werd. Eindelijk bij de
Nieuwe Parklaan, sloeg hij rechtsaf en
reed met grote snelheid door een wir
war van straten in het Belgische Park,
waar ik absoluut niet bekend ben. Op
een pleintje, kruispunt van zes straten,
stopte hij plotseling met een ruk naast
een zware Franse limousine.
„Here you are, sir", deelde hij mede
over zijn schouder.
Ik stapte uit, de handen in mijn zak
ken. Mijn rechterhand omvatte de
greep van mijn Parabellum. Erg vast
was die hand niet bepaald! Ik wandel
de om de limousine heen en stond met
een met mijn neus voor de gebochelde.
Wij botsten bijna tegen elkaar op.
„Goede avond", wenste hij met een
uiterst hatelijk lachje. „Hoe staat het
leven, mijnheer Vermeer?"
Een intense walging kroop bij mij
naar boven. Zijn waterige spleetogen
keken mij niet aan, maar bezagen met
grote belangstelling de twee bovenste
knopen van mijn gummijas. Ik kreeg
het gevoel, of een ijskoude hand. de
hand van een dode, op mijn borst werd
gelegd.
„Ik kom niet om praatjes over het
weer te houden, maar om te onderhan
delen", antwoordde ik ruw, met een
lage zenuwtrilling in mijn stem.
Hij lachte opnieuw.
„Natuurlijk, natuurlijk", kraakte zijn
zeldzaam onsympathieke stem. „Piet
kom eens hier".
De grote solide slee schudde heen en
weer. een enorme gestalte wrong zich
met moeite door het portier en kwam
naar voren in het volle ilicht van de
lantaarn. (Wordt vervolgd)
Het was vanmorgen weer druk op
het Utrechtse station. Een keurig ge
kleed heertje kwam stomend en bla
zend uit het tunnelgat op het tweede
perron.
Hij klampte een wagenmeester aan.
„Waar staat de trein naar Maastricht,
meneer?"
„Derde perron".
Heertje schoof bolhoed achter in zijn
nek en stoof de trap weer af, naar
derde perron.
„Trein naar Maastricht?", hijgde hij
tegen de krantenjongen
„Daarooo".
„Gaat deze trein naar Maastricht?",
vroeg heertje daarooo..
Coupé meesmuilde.
„Nee mijnheer, naar Nijmegen".
Heertje af. Hollen. Wandelstok als
stormram vooruit.
„Ding naar Maastricht?"
De man met een v. G. L.-pet op
wees met een stapel papieren naar de
tunnel:
„Tweede perron".
Heertje knoopte jas los, liet sjaal als
een vlag achter zich aan wapperen en
stortte zich weer naar beneden. Strui-
kelde daar over een machinist.
„Huhuhu-Mestrich-hu?"
„Daar gaat-ie", wees de machinist
boven zijn hoofd waar een diesel-elec-
trische langzaam wegtrok.
Heertje wankelde tegen de muur,
blies korte ademstoten uit, trok zijn
handschoenen van zijn vingers, en
startte met een laatste krachtsinspan
ning de sprint naar het eerste perron.
De wijzende wandelstok spurtte op
het bord stationschefaf.
„De sjef. Ik wil de sjef. Met een
rooie pet".
Buiten adem stamelde Heertje zijn
beklag. Niemand wist hier iets. Ieder
een wees hem verkeerd. Ze hadden
hem zijn trein laten missen.
„Ik ben bang, dat U het slachtoffer
van 1 Aprilaanwijzingen bent gewor
den" veronderstelde de chef, „ik zal er
rapport van maken, want dat. mag in
ons bedrijf niet voorkomen. Mag ik uw
plaatsbewijs even zien?"
Heertje overhandigde kaartje.
„Tja, Maastricht. Het spijt mij, U
moet twee uur wachten, meneer"
Wilt U zwart op wit zetten, dat ik
buiten mijn schuld die trein gemist
heb? Op 1 April gelooft mijn vrouw
helemaal niets".
ZONDAG 2 April: Palmzondag; Mis v.
d. dag; Credo; prefatie v. h. H. Kruis;
laatste evangelie v. d. Palmwijding;
paars. MAANDAG: Mis v. d. dag; 2
voor Kerk of Paus; prefatie v. h. H.
Kruis; paars. DINSDAG: als Maan
dag, behalve 2 H. Isidorus; WOENSDAG:
als Maandag, behalve 2 H. Vincentius.
DONDERDAG: Witte Donderdag; eigen
Mis; Credo; pref. v. h. H. Kruis; wit.
VRIJDAG; Goede Vrijdag; geen H. Mis.
ZATERDAG: Paaszaterdag; eigen Mis;
Paasprefatie; wit. ZONDAG 9 April:
Hoogfeest van Pasen; Mis v. d. dag; Se
quentie; Credo; Paasprefatie; wit.