De wonderlijke genezing van Prins Silvio
Broedmachine wekt het jonge leven
mm
Een Paasvertelling voor de jeugd
Nederlandse bedevaart te Rojne
TWAALF DAGEN NAAR ZWITSERLAND
SANAPIRIN
De levenslustige kuikengemeenschap kent geen
inwoningsproblemen
Prozaïsche gang van
zaken
Klas 2 A der R.K. Huishoudschool te Harlingen
vertrekt op de Tweede Paasdag
Sinterklaas maakte
geen grapje
Amerikaan vraagt asyl
in Praag
Poolse Aartsbisschop te
Rome verwacht
ZATERDAG 8 APRIL 1950
PAGINA 7
3e kent dat land Bibeledonk
toch? En koning Bibelo? Niet?
En prins Silvio ook niet? Och,
maar dat is gek. Dan weet je
dus ook niet, dat ze er alle
maal zo vreselijk treurig wa
ren, totdat Lolo met zijn Paas
ei kwam? Dan moet je toch
heus direct het verhaal lezen,
dat hiernaast staat.
KIN DERPOSTZEGEL ACT IE BELOOND
helpt altijd
HULPACTIE VOOR CIRCUS
MULLENS
VERDACHTE VAN MOORD
VRIJGELATEN
Voormalig ambtenaar bij het
departement van Oorlog
AARDSCHOKKEN
IN LIVORNO
Ook in West-Frankrijk
Zijn jullie wel 'ns in een land geweest waar alle mensen treurig kijken?
De mannen trekken er diepe rimpels in hun voorhoofd. En de vrouwen?
Ja, bij de vrouwen zie je soms een traan langs hun wang rollen als ze
bij de beek hun was staan te spoelen of voor de deur van hun huisje een buur
praatje houden. En de kinderen, ach, zij spelen nog wel bokje over of kaatsen-
bai, maar je ziet toch meteen dat de kinderen niet zo vrolijk zijn als anders in
het land van koning Bibelo.
Ik hoor jullie al vragen: Maar hoe komt het dat alle mensen in Bibeledonk
zo droevig zijn? Is soms de vijand over de grenzen van Bibeledonk getrokken?
Of is misschien koning Bibelo dood gegaan en hebben die arme mensen nu geen
prins die hem kan opvolgen?
Maar dan moet ik antwoorden: Neen hoor. Er is niet één land dat soldaten en
kanonnen naar Bibeledonk wil sturen. En koning Bibelo is zo gezond als een vis.
Neen, het gaat allemaal om'prins Sil
vio. Je moet weten, dat alle mensen in
Bibeledonk erg veel houden van prins
Silvio. Hij ziet er zo aardig uit als hij
in zijn wit matrozenpakje uitrijdt met
de koning en hij kan al zo vriendelijk
goedendak wuiven als de mensen langs
de weg staan te zwaaien met mutsen
en zakdoeken.
Nu was er bekend geworden, dat prins
Silvio ziek was. De koninklijke stalmees
ter had het aan de stalmeester in de
stad verteld, en die weer aan de smid
toen hij zijn paarden liet beslaan. De
smid vertelde het weer aan de bakker.
Ten slotte wisten alle mensen in het
land: Prins Silvio is ziek en daarom
wgs er dan ook 41e treurige stemming.
Het akelige is, "dat prins Silvio een
heel vreemde ziekte heeft. Alle knappe
dokters in het land zijn al bij hem ge
weest en hebben de prins zijn tong
laten uitsteken en zijn pols gevoeld.
„Geen koorts", mompelen zij dan.
Daarna gingen zij hem onderzoeken.
Nee, hoor, geen mazelen, geen rood
vonk, geen griep. Er was en er bleef
dat ene, prins Silvio wilde niet meer
eten. En niet meer eten zonder dat je
verder iets mankeert, is tenslotte een
vreemde ziekte.
Toen de koning van de allerknapste
dokter gehoord had, dat de prins leed
„aan de onwil om enige spijs te nutti
gen" (knappe dokters spreken deftig)'
trok hij aan het bellekoord naast zijn
troon. Aan de dienaar, die binnen
kwam, zei hij de opperkok bij hem
te brengen. Nu, je begrijpt, die opper-
hofkok deed gauw zijn witte voor
schoot af, liet zijn dampende pannen
in de steek en holde naar de troon
zaal.
Voor de zware eikenhouten deur nam
hij met een zwaai zijn witte koksmuts
af en schreed naar binnen.
Bij de troon maakte hij een diepe bui
ging. „Uwe Majesteit had mij laten
roepen?" vroeg hij.
„Ja, heer opperhofkok", zei de koning,
„U weet, dat prins Silvio geen schotel
meer aanraakt sinds enige dagen. En
ofschoon ik zelf altijd heel tevreden ben
geweest over u, kan het zijn dat de prins
een nog fijnere smaak heeft dan ik.
Daarom beveel ik u een allerfijnst diner
klaar te maken. Geen gouden dukaat
mag voor de ingrediënten gespaard wor
den en kijkt u maar in uw moeilijkst
receptenboek. Wanneer er rare Latijnse
namen in staan, roept u dan mijn hof-
geleerde. In ieder geval verwacht ik dat
u vanavond een diner klaar heeft zoals
nog nooit iemand geproefd heeft in mijn
rijk. 1
De opperhofkok maakte weer zijn bui
ging en rende terug naar de keuken.
Je begrijpt, dat hij de hele middag
kookte en bakte, stoofde en braadde En
tegen de avond steeg er zo n heerlijke
geur uit de keuken, dat de koning de
ministers naar huis stuurde opdat hij
een uur vroeger aan het diner kon be
ginnen. Op een gouden blad werden de
schalen voor prins Silvio gezet en
de ziekenkamer gebracht.
Nu, ik denk dat jullie het al raden,
prins Silvio at geen hap van de heer
lijke kippensoep, het gebraden piep
kuiken en de frambozenpudding met
slagroom. En de koning was ten ein
de raad. Wat nu? Gelukkig had het
land van Bibeledonk een heel knappe
minister. Ofschoon hij minister van
Buitenl. Zaken was en het dus eigen
lijk niet tót zijn Departement hoorde,
zat deze minister dag en nacht te
peinzen hoe hij prins Silvio aan het
eten kon krijgen. Eindelijk had hij
een idee. Hij belde de koning op en
zei dat hij misschien iets wist om de
prins te laten eten. De koning ant
woordde, dat hij onmiddellijk in
audiëntie ontvangen kon worden. Tij
dens dêe audiëntie, waarin de minis
ter dadelijk zijn plan mocht vertellen
begonnen de ogen van de koning te
glinsteren en zijn hoofd knikte goed
keurend van ja. Tenslotte gaf hij zijn
toestemming.
Luister wat er nu gebeurde.
Een paar uur later reden over de slot
brug van koning Bibelo's kasteel wel
honderd ruiters. Ze hadden grote rollen
perkament onder hun arm en in hun
hand droegen zij trompetten.
De mensen in Bibeledonk wisten al
gauw: De herauten van de koning rijden
uit. Koning Bibelo heeft ons iets te zeg
gen. En zij zeiden tot elkaar: Laten wij
toch gauw op het marktplein van onze
stad gaan luisteren. Zij lieten huis en
haard in de steek en stroomden samen
op het marktplein.
En daar reden de herauten al stad en
dorp binnen. Zij bliezen op hun trompet
en als er een doodse stilte op het markt
plein was gevallen, begonnen zij met
luide stem van hèt perkament voor te
lezen:
„Burgers van Bibeledonk.
Gij allen weet, dat onze prins Silvio
al sinds enige dagen niet meer wil eten.
Daar zelfs de opperhofkok gefaald heeft
in het klaarmaken van een diner dat
onze prins wil nuttigen, doen wij een
beroep op u allen. Gij allen weet dat
over enige dagen het Paasfeest gevierd
zal worden. De koning looft nu voor
degene, die op Paasmorgen een Paasei
naar het kasteel komt brengen, dat de
prins wil eten, 'n zak met vijl en twin
tig gouden dukaten uit.
Ik heb gezegd."
Druk pratend gingen dè mensen naar
hun huizen terug.
Sommigen keken bezorgd op hun hor
loge. Vandaag was het Donderdag en
Zondag al Pasen Ze zouden vlug moe
ten opschieten, wilden ze nog het recept
voor een ei bedenken, dat prins Silvio
zou willen eten.
Je begrijpt, dat er de volgende dagen
een zenuwachtige drukte heerste in het
land van Bibeledonk. Iedereen wilde
immers zijn best doen om prins Silvio
weer beter te maken.
Er werden buurtcommissies gevormd
voor het bij elkaar brengen van de sui
ker, de chocolade, de amandelen, de
marsepein en wat er al niet meer nodig
was. En huismoeders en banketbakkers
beraadslaagden urenlang over het re
cept voor het Paasei.
Dat ér de afgelopen dagen gewerkt
was in Bibeledonk kon je die Paasmor
gen bij het kasteel wel zien. Een lange,
lange stoet van mensen stond na de
Hoogmis voor de ophaalbrug van het
kasteel. En nog kwamen er steeds meer
bij. Ook was er een heêl gedrang van
wagentjes, want véle Paaseieren waren
zó groot en zó zwaar, dat je ze onmo
gelijk kon tillen. Prachtstukken waren
er dan ook bij. Hier zag je een ei, zo
groot als een man van de allerfijnste
chocola. Er was een opening in met een
deurtje er voor en et tegen aan stond
een laddertje waarop gele speelgoed
kuikentjes naar boven klommen.
Daar zag je een
geweldig ei, hele
maal in glimmend
lichtblauw zilver
papier gewikkeld
en met een don
kerblauwe fluwe
len strik er om heen.
Er was een enor
me Paasmand met
een suikeren kip
er in. Die kip was
zo groot als een le
vende kip en ze zag
er zo echt uit, dat
je zou denken, dat
ze ieder ogenblik
kon gaan kakelen.
Om haar heen la
gan eieren van
zacht*rose en geel
fondant. Een huis
moeder verklapte
dat ze haar choco
lade ei volgestopt
had met slagroom.
Dan zou de prins
weer gauw dik
worden als hij dat
opat.
Toen werd de
slotbrug neergela
ten en de mensen
mochten het kas
teel binnenkomen.
Prins Silvio lag in
een hermelijnen
rustbed op een van
de bordessen van
het kasteel. Alleen
zijn hoofd met de
blonde krullen, dat
er maar magertjes
uitzag, kwam bo
ven de donzen de
kens uit. De ko
ning, die naast hem
zat op een gouden
stoel, was ook al
mager geworden,
zagen de mensen.
O, o. wat hoopten
ze toch dat prins
Silvio een van hun
eieren zou opeten.
Intussen had zich
achter in de rij nog
een dikke banket
bakker aangesloten.
De arme dikkerd
hijgde nog van het
harde lopen Zijn oven was uitgegaan
en daarom kwam hij zo laat. In zijn
handen droeg hij een grote doos. Daar
in zat het kunstwerk waaraan hij dagen
en nachten gewerkt had. Een grote
chocolade wip, waarop suikeren kuiken
tjes speelden. Toen de bakker uitge-
hijgd was, keek hij eens om zich heen.
Hé, met wie zou hij een praatje kun
nen beginnen. Naast hem stond alleen
een kleine jongen en de mensen vóór
hem waren druk in gesprek. Daar was
hij niet meer bij nodig.
„Hé, jongetje", zei hij. „hoe heet je
en wil je eenS zien wat ik gemaakt
heb?"
„Ik ben Lolo, en laat u maar ns kij
ken". antwoordde de jongen onverschil
lig. De bakker tilde het deksel van de
doos op en daar zag de jongen de
prachtige chocolade wip.
,Dat is mooi", zei hij eerlijk. „Wie
weet vindt dc prins de wip er zo lekker
uitzien, dat hij hem dadelijk wil opeten".
„En jij jongetje." vroeg de banket
bakker gevleid. „Wat doe jij hier? Ze
ker zo maar 'ns kijken, hè?"
„Om de drommel niet," antwoordde
de jongen, „ik heb een ei voor prins
Silvio meegebracht".
„Een ei," vroeg de banketbakker ver
baasd. „Maar waar heb je het dan? Ik
zie geen wagentje, ik zie geen doos".
„Hier is 't," antwoordde Lolo en hij
grabbelde in zijn zak en haalde er een
rose rood gekleurd ei uit.
De banketbakker keek naar het ei en
dan naar de gelapte broek van de jon
gen en dan naar zijn klompen. Die jon
gen is zeker erg arm, dacht hij. Dat ei
is zo verschrikkelijk klein. Ik zal maar
niet laten merken dat het een beetje
raar is met zoiets bij de prins aan te
komen.
„Hoe kreeg je die kleur", vroeg rnj
deskundig. „Aqua purpora gebruikt ze-
kef?"
„Aqua wat," vroeg de jongen, „niks
hoor. Moeder legt onze eieren altijd ge
woon in de rode kool. Daar krijgen ze
die mooie kleur van".
„In de rode kool, in de rode kool,
mompelde de banketbakker.
„Maar dan is dat ei van jou dus met
van suiker en ook niet van chocolade.
Ja, als ik het goed begrijp is het een
doodgewoon kippenei".
„Natuurlijk," knikte Lolo. „Suikeren
of chocolade eieren krijgen wij nooit,
maar met Pasen heeft moeder voor
ieder van ons twee kippeneieren".
„Ja maar jongen." zei de banketbak
ker. „weet je wel dat je naar een
prrrins gaat? Hoe kun je bij een prrrins
met een kippenei aankomen? Een kip
penei, een kippenei. Haha ha," lachte
hij opeens, „haha ha," en dat terwijl de
koning hoenderparken vol met honder-
den en honderden kippen bezat. „Haha
ha". En hij moest zo lachen dat zijn
dikke buik er van schudde en zijn ogen
bijna uit zijn hoofd rolden.
Gelukkig, dat hij met lachen moest
ophouden, omdat ze bijna aan de beurt
waren om voor de prins geleid te wor
den. Anders was het vast akelig afgelo
pen met die banketbakker.
Intussen had de prins nog geen stukje
geproefd van al die heerlijke eieren,
die de mensen hem gebracht hadden.
Geen stukje chocola, niét het fijnste
eitje van fondant had hij aangeraakt.
De mensen fluisterden wel dat hij
bijna in het slagroomei van de huis
moeder had gebeten. Maar Op het laat
ste ogenblik had hij het toch weer op
zijn nachtkastje laten neerleggen.
De banketbakker gooide nog gauw
het deksel van zijn doos in de slot
gracht. Dan kon de prins de prachtige
wip méteen zien. En daarna klommen
Lolo. en hij de twee en twintig treden
van het bordes op.
Ach, die arme banketbakkerDe
prins wierp maar één enkele blik in de
doos. „Mooi gedaan", zei hij enkel
Daarmee kon de bakker gaan!
Nu greep Lolo in zijn zak. „Ik ben
Lolo, heer Prins", zei hij. „Ik heb een
van mijn eieren voor u meegebracht."
„O, dat is aardig," glimlachte de
prins. „Wilt u eens wat. dichterbij ko
men? Ik kan het bijna niet zien."
Ja, een kippenei is nu eenmaal zo
klein, dat kan niet op tegen chocolade
eieren, zó groot als een man.
Lolo kwam wat dichterbij en legde
het ei in de hand van de prins.
„Wat een mooie kleur heeft het",
lachte de prins opgewonden. „Kan ik
dit nu zó opeten?"
„Ja", knikte Lolo. „Als u 't eerst af
pelt, kunt u 't zo opeten. En 't is zo
heerlijk, prins Silvio. Ik heb mijn an
dere ei vanmorgen al opgegeten, ziet
u! Het is niet te zacht en niet te hard.
Moeder heeft heel goed gekeken op
de zandloper toen ze het kookte".
„Breng de prinselijke eierdop," beval
koning Bibelo een dienaar. De koning
zelf sloeg het kapje van het éi af cn
toen at, ja lezen jullie goed, a t prins
Silvio met langzame hapjes het ei op.
„Dat smaakt heerlijk," zuchtte hij,
toen het op was. „Heb je nog meer
van zulke eieren bij je, Lolo?"
„O neè, prins Silvio! Maar wacht u
(Van onze verslaggever)
De broederij van de heer W. H. Schimmel in Barneveld is een in alle oprich
ten zeer vitaal bedrijf, 't Is natuurlijk niet waar als wij zeggen, dat er massaal
ten leven wordt gewekt. Maar het is niet te miskennen, dat er met veel kennis
en vernuft gewerkt wordt aan de voltooiing van een proces, dat uitmondt in
het volle leven. Wij willen maar zeggen, dat de heer Schimmel beschikt over 24
broedkasten. met een totale capaciteit van 400.000 eieren en dat er in het broed-
seizoen dat loopt van 1 Januari tot 17 Mei per drie weken niet minder dan
300.000 piepjonge en piep-Ievenslustige kuikens bij hem „de deur uitgaan."
maar heel kort of het staat ferm op
zijn pootjes en kijkt u aan met een
blik, die wisselt van „brutaal" tot een
tikje „melancholiek". Nee. het móét
ons van het hart: een pasgeboren kip-
pen-baby is véél meer een persoonlijk
heid dan een pasgeboren mensen
baby
(Vervolg van pag. 3)
verworven kennissen uitdrukkelijk en
sarcastisch goede nacht te. wensen, wordt
het langzamerhand stil in de trein. Het
horloge (en in één compartiment van
bonte Limburgse dames zelfs de wekker)
wijst het middernachtelijk uur.
Wy voor ons. kunnen, alle voorzorgs
maatregelen ten spijt, de slaap niet
vatten. Wij wandelen nog wat door de
gangen en plotseling ontdekken wij, dat
op deze pelgrimstocht niet enkel wordt
gelachen. Hier en daar zien wij op
veie plaatsen zijn de gordijntjes neerge
laten dat de rozenkrans wordt gebe
den. Het ontroert ons en bijna gegeneerd
wenden wij ons af naar buiten, waar als
een wonder eensklaps de maan opgaat
boven het Vierwoudstedenmeer.
Aan de huizen pinkelen tientallen
lichtjes, die in het water weerkaatst
worden en hoog boven de trein glanzen
de witbesneeuwde toppen der bergen.
Gun ons dat wij deze prachtige herinne
ring niet met woorden bevlekken en Iaat
het U genoeg zijn, dat, als gewekt door
een onzichtbare hand, geen kwartier
later bijna alle passagiers weer hun com
partimenten hadden verlaten om aan
het geopende venster uit tc kijken over
het meer en de Zwitserss Alpen.
Zo reed de trein voort. Hij boorde
zich dwars door het donkere hart van
de St. Gothard. steeg, fluitend en kreu
nend. langs gletscherbeken en afgronden
omhoog en vond zijn weg naar het eerste
morgenlicht boven de blauwe Italiaanse
meren. Daar namen de dromen snel een
einde. Men is moe. En de spanning van
een nacht aan het geopende raam breekt
tegen de morgen. Zo rijdt men tegen
zessen Milaan binnen. En zoals ieder
ander station is ook Milaan 's morgens
om zes uur lelijk. De ochtend is grauw
en de atmosfeer onder de ijzeren koepel
is onbehaaglijk van roet en smook. Ge
lukkig heeft men geld. Men bestelt zijn
eerste koffie. Doch helaas, de ontvangst
is weinig vriendelijk. Men wil wel ver
kopen en geld verdienen, maar wat moet
een restaurateur aanvangen met 478
mensen, die elk individueel iets willen
drinken en allemaal, stuk voor stuk. een
biljet van 1000 lires aanbieden?
Doch, afijn, het gaat voorby. En als
men dan weer wat heeft gegeten, als de
zon is opgegaan en ge hebt in Genua een
poosje rustig op de trappen van het
station kunnen zitten, als ge de zee hebt
gezien en uw aversie tegen tunnels ein
delijk overwonnen, dan wordt het leven
weer aanvaardbaar. Rome nadert. En in
de trein kunt ge de spanning zien stij
gen. Alles dringt naar de ramen en als
men dan eindelijk nog bijna zonder
het te weten Rome binnenloopt,
klinkt het gejuich van tientallen Ne
derlanders. die ons opwachten. De Eerste
Nationale Bedevaart is in Rome.
Het begint vanzelfsprekend bij de
eieren. Die krijgt de heer Schimmel bij
duizenden tegelijk aangevoerd van zo
geheten „vermeerdcringsbedrijven", die
onder een zeer doelmatige controle van
regeringszijde alléén goede „broed-
eieren" produceren.
Wel, en dan is de verdere ontwikke
ling van ei tot kuiken nog maar een
kwestie van enkele vlotte handgrepen.
Een zeer behendig man houdt zich be
zig met het „opleggen" van de eieren,
hetgeen wil zeggen, dat hij ze één voor
één in precies op maat vervaardigde
openingen in een rek wipt. Verschillen
de van die rekken worden dan in een
in de broedmachines gebouwde rol ge
schoven. Een voortdurend draaiend slag
rad zorgt voor een volkomen over de
ganse ruimte gelijkmatige verdeling van
de warmte, die langs electrische weg
tot 100 graden Fahrenheit wordt opge
voerd.
Een prozaïsche gang van zaken, niet
waar? Maar dan moet u ongeveer 21
dagen later terugkomen en zo'n la van
de broedmachine opentrekken. Och he
den, daar worden u a bout portant de
geheimen van de poëzie geopenbaard.
Het jonge leven gonst en piept u tege
moet uit een teer-geel, donzig opper
vlak, waarin u eerst na nauwkeurig toe
zien de contouren ontdekt van afzon
derlijke wezentjes. En waarach'ig, daar
steekt ineens zo'n kuiken z'n kopje over
de rand en kijkt met begerige blik de
wereld in. Maar het wordt meteen ver
drongen door een levenslustig makker
tje dat het óók wil zien.
Het volgende ogenblik buitelt er een
wollig plukje van drie of vier over hem
heen en doet hem helemaal ergens in
de fluwelige diepte verdwijnen. Maak
u echter niet ongerust; er gebeurt niets
met de pluizige kleuter; een eindje ver
der steekt hij met triomfantelijk gepiep
zijn kopje weer op. In verrukkelijke ar
geloosheid verbranden de naarstig pie
pende piepkuikens alle schepen achter
zich: met rap-trippelenöe pootjes ver
brokkelen zij de eierschalen, waar zij
zo juist vrijmoedig zijn uitgekropen.
Zeker, zo op het eerste gezicht zou
u kunnen denken dat die tierende
beestjes allemaal op elkaar lijken; u
zou zelfs zover kunnen gaan te zeggen
dat géén van hen een eigen physiono-
mie heeft. Welk een zelfmisleiding dat
alles is zult u ontdekken als u er ge
woon één uit de donzige massa tilt en
het voor u op tafel neerzet. Wel, het
summiere en wankele diertje begint
natuurlijk met om te vallen en als het
zich terstond daarna weer heeft op
gericht zakt het prompt door zijn knie
tjes. Maar het hóüdt vol en het duurt
U hoeft er ook lang niet zo behoed
zaam mee om te. gaan. Dat doen die da
mes en heren, die zich bezig houden met
het aftellen en inpakken van de kui
kens óók niet. Zij graaien eenvoudig
een afgeteld bundeltje van die geringe
wezentjes uit de la en werpen het ach
teloos en zonder omzien in 'n ronde kar
tonnen doos; net zo lang tot zij er vijf
tig bij elkaar hebben. Ach ja, he.t is er
vanzelfsprekend een vreselijk gedrang
daar in die voorlopige en provisoire wo
ning, waarin een paar luchtgaten voor
de ventilatie zorgen. Maar het luttele
pluimvee schikt zich er blijmoedig in.
De kuikengemeenschap kent géén in
woningsproblemen.
Maar vóór het tierende volkje de deur
uit is, moeten er nog belangrijke din
gen mee gebeuren. Ziet u, het is van
het allergrootste belang dat men reeds
nu vaststelt wat er .uit ieder kuiken
gaat groeien: een dromerige, maar
uitermate nuttige kip, dan wel een pra
lende haan. En dat is de beestjes waar
achtig niet zo maar aan te zien. Het
„sexen" van kuikens is een heel impor
tant, maar moeilijk te leren vak. dat
veel studie en training vereist. En een
goede „sexer" heeft maar liefst een
cursus van drie jaar achter de rug. Bij de
heer Schimmel zijn er twee in de broa-
derij. Ze determineren in één uur zeven-
a achthonderd kuikens op hun geslacht.
Als zij een heel goede bui hebben, ha
len zij er wel duizend.
Na het „sexen" volgt dan nog het
„lewieken", een zeer ontnuchterende
bezigheid voor hen die tot nu toe vol
lentelijke gevoelens door 's heren Schim-
mel's bedrijf hebben gewandeld. Want
het betekent dat men met behulp van
een rood-gloeiende draad ieder kuiken
aan één zijde de slagpennetjes afbrandt,
waardoor het beestje verder voor zijn
hele verdere leven vleugellam is. Niet
dat een toekomstige kip bij nalaten van
deze pijnlijke operatie zou kunnen vlie
gen als een adelaar, maar zij zou toch
te ongelegener tijd de top van een boom
kunnen bereikenEnfin, u begrijpt,
het vliegen behoort nu eenmaal niet tot
taak en levensdoel van kippen.
Zij zouden bij al te veel „uithuizig
heid" wel eens kunnen vergeten de zo
onontbeerlijke eieren te leggen. En wij
vertelden u al dat het bedrijf van de
heer Schimmel een in alle opzich
ten levenskrachtig bedrijf is.
Wat niet wegneemt dat wij de kuiken-
broederij één van de grootste van
Europa waar in de nieuwe lente zó
veel nieuwe geluiden weerklonken ten
slotte tóch vol voorjaars-optimisme heb
ben verlaten.
even, dan loop ik. naar huis. Mientje
en Geertje en Karei en Willem hebben
er nog net zo een als ik. En zij zullen
het u graag willen geven."
„Niet jij gaat naar huis, Lolo", sprak
nu koning Bibelo. „Maar ik zal een die
naar zenden. Jij blijft vandaag spelen op
het kasteel. „O ja, o ja", juichte het
prinsje. „Zeg Lolo, weet jij een leuk
spel?" „En of," antwoordde Lolo. „Met
Fasen moet je eieren tikken. Wij kun
nen het thuis nooit doen, want we heb
ben niet genoeg eieren. Maar u, heer
prins. Ik hoorde zo juist, dat uw vader
hoenderparken vol kippen heeft."
Nu, prins Silvio at alle rose-rode eie
ren van Lolo's broertjes en zusjes op.
En toen was hij zo sterk geworden, dat
hij kon opstaan. Met Lolo en Mientje
en Karei, Geertje en Willem speelden
de prins de hele dag eieren tikken.
's Avonds had hij er zo'n honger van
gekregen dat hij een heel bord met spi
nazie leeg at.
Alle mannen en vrouwen van Bibele
donk lachen nu weer. Prins Silvio is
weer gezond! En de kinderen zullen nog
jarenlang aan dit Paasfeest terugden
ken. Stel je voor, onder hen zijn al die
suiker- en chocolade-eieren verdeeld.
Van de vijf en twintig dukaten koc'nt
Lolo een koe voor zijn vader, en een geit
en een paard. Ze hebben nu een klein
boerderijtje.
Zeg, was dat geen heerlijk Paasfeest
in het land van Bibeledonk?
JOHNNY VAN DEN HEUVEL.
(Van onze verslaggeefster)
Tweede Paasdag zuilen op het station in Harlingen zestien meisjes in blauw
geruite rokjes, witte blousjes en blauwe bolero'tjes met popelende hartjes wach
ten op de trein. En als die er dan puffend en blazend staat cn de meiskes in
stappen. dan gaat de belofte, die zij in November kregen, eindelijk in vervul
ling: Klas 2 A van de R.K. Huishoudschool in Harlingen gaat voor twaalf dagen
naar Zwitserland! Want klas 2 A heeft vorig jaar de eerste prijs gewonnen met
de school-kaartverkoop voor de Kinderpostzegelactie. f
Advertentie
Hoofdpijn - Kiespijn - Zenuwpijn
Klas 2A begreep er niets van, toen
ze op die gedenkwaardige zestiende No
vember na' moest blijven „om te zin
gen", zoals zuster Claverina, de directrice
der school, had gezegd. Goed, dan maar
zingen. Even later kwam tot hun grote
verbazing St. Nicolaas in eigen persoon
binnen.
De wonderen waren blijkbaar de we
reld nog niet uit. Sinterklaas sprak hen
toe en ze hoorden al gauw: als hij niet
de echte was, uit Friesland kwam hij
ook niet. En laat die Sinterklaas nu toch
over de postzegelactie beginnen. Of ze
wel wisten welke prijzen er uitgeloofd
waren? O, jawel, er werd vlot geant
woord: een reis naar Zwitserland, een
reis door Nederland enne een school
radio. Goed zo. Wisten ze dan ook wie
die prijzen gewonnen had? Nee, dat niet.
Nu weet onze nationale Goed-heilig man
.altijd alles en dus ook het antwoord op
deze vraag. En hij zet zich eens extra
op zijn grote stoel om het te vertellen.
De eerste prijs, de tweede, de der
de, vierde en vijfde, hij vertelde het
allemaal haarfijn, alleen konden de
meisjes echter niet verstaan wie de
eerste en tweede gewonnen hadden.
Sinterklaas zei die namen zo raar,
zeker op zijn Spaans. „Weten jullie
het nou?" vroeg de Heilige bisschop,
toen hy het lijstje beëindigd had. Ze
knikten ?naar zo'n beetje en keken
wat onzeker naar zuster Claverina,
die er glunderend bij stond.
Ze begonnen er hoe langer hoe min
der van te begrqpen. „Nu." zei Sinter
klaas, „wie heeft dan de eerste prys, de
reis naar Zwitserland?" Niemand wist
het, want niemand had het verstaan.
„Wel," hervatte Sinterklaas, „dan zal ik
het jullie maar zeggen. Het is klas 2A
van de katholieke huishoudschool in
Harlingen." Geen der meisjes verroerde
een vin, zy dachten: „Hij kan ons méér
vertellen, die rare Sint. 'tls toch maar
gekheid." Doch toen ze zagen dat de
zuster al maar stralend van „ja" knikte
en Sinterklaas zich als een ambtenaar
uit Amsterdam ontpopte, begon de waar
heid langzaam tot hen door te dringen.
Zij, Hettie, Aukjc, Jannetje en Tini, en
al de andere vriendinnetjes, ze zouden
echt en heus naar Zwitserland gaan,
naar Ziirich.
Mynheer Van der Meer, de teken
leraar, zou met zijn vrouw meegaan,
juffrouw Van den Broek, die huishoud
kunde geeft, en juffrouw Andringa van
koken en voedingsleer ook. Een hele tijd
kon de klas aan het idee niet wennen.
Ze maakten tezamen met de handwerk
zuster hun „reis"-jurkjes. Ze legden een
schrift aan over Zwitserland, waarin al
hun wijsheid over die natie werd op
getekend. Zij kregen lijstjes van wat zij
allemaal moesten meenemen en nu staan
in de huizen de koffertjes klaar.
Wietske van de Pol was de enige die
er op 16 November niet bij was, toen
Sinterklaas op school kwam. Ze was
een beetje ziek en moeder had haar
19-jarige Benjamin-met-zes-zusjes-bo-
ven-d'r maar thuis gehouden.
Wij zijn Wietske eens gaan opzoe
ken, in de Nieuw straat 22. Ze zat net
aan tafel met moeder, vader, die tuin
dersknecht is, haar zusje en zwager.
Op vaders knie zat een klein blond
jongske, dat aan vaders snor trok en
„pake" zei, opa. Wietske, blond, knap
en fris Friezinnetje, lachte een beetje
verlegen. Ja, Aukje Bakker had het
haar verteld. Je kon het gewoon niet
geloven, dacht dat het maar een grap
je was. Later bleek natuurlijk dat er
helemaal geen grapje werd gemaakt
en van dat moment af was Wietske
de heldin van de familie.
Ja, die Wietske toch. De eerste van
het gezin die de grens over gaat, want,
zoals vader Van de Pol bedachtzaam
zegt, terwijl hij kleinzoon op zijn knie
laat paardje rijden: „Zoiets was ons
nooit te beurt 'valFn". En dat zou het
ook Aukje niet, wier vader „visserman"
is, zoals haar moeder zegt. En Jannetje
en Tini Schaafsma, dochtertje van een
weduwe met negen kinderen. En hoe
veel mensen eigenlijk wel? Al die meis
kes gaan nu hun prachtige, wijde Frie
se land. dat zich iets later dan de
Zuidelijker provincies zo langzamer
hand ook in het zomerse groen gaat
steken, verlaten, om in twaalf heerlijke
dagen te gaan zien wat bergen zijn.
En teruggekeerd op de rijke, groene
vlakte van Nederland's tweede provin
cie zullen zij vast en zeker opgetogen
verhalen van een vacantie, die zij hun
leven lang niet zullen vergeten.
De N.O.M.A., de Nederlandse Organi
satie van musici en artisten, heeft een
voorlopig comité van actie gevormd, dat
zich ten doel stelt door het inzamelen
van gelden en het organiseren van wel
dadigheidsvoorstellingen bij te dragen
tot wederopbouw van het door brand
geteisterde circus Mullens.
De rechtbank te Amsterdam heeft de
21-jarige J. S. uit Hilversum, die er
van verdacht werd enige jaren geleden
de moord op de boswachter Van de S.
nabij de Hoorneboeg te Hilversum te
hebben gepleegd, in onmiddellijke vrij
heid gesteld. S. heeft circa drie maan
den gevangen gezeten. Het arrestatie
bevel is opgeheven, omdat de recht
bank gebleken is, dat de omstandig
heden. die tot de arrestatie leidden, niet
meer aanwezig zijn.
De te Praag verblijvende Amerikaan
George S. Wheeler, voorheen in dienst
van het Amerikaanse departement van
Oorlog, heeft op een persconferentie te
Praag medegedeeld aan de Tsjechoslo-
waakse autoriteiten om asyl verzocht
te hebben voor zichzelf, zijh vrouw en
vier kinderen. Hij had dit gedaan „op
grond van een hele reeks van onder
vindingen met het Amerikaanse mili
taire bestuur in Duitsland".
Wheele is ongeveer drie jaar geleden
met zijn gezin naar Tsjechoslowakije
gekomen en is thans hoogleraar aan
de economische hogeschool te Praag.
De persconferentie was door hèt
Tsjechoslowaakse ministerie van Voor
lichting gearrangeerd.
Wheeler zelf zou, naar verluidt, cor
respondent zijn van het linkse Ameri
kaanse blad „National Guardian".
De 41-jarige Amerikaan verklaarde
op de persconferentie, dat de Verenig
de Staten er ,,'n reusachtige spionnage-
dienst" op na hielden en noemde gene
raal William Draper, destijds Ameri
kaans economisch leider in Duitsland,
en Robert Murphy, voormalig Ameri
kaans politiek adviseur in Duitsland
als Amerikanen, die na de oorlog ge
heime overeenkomsten met Duitse in
dustriëlen gesloten zouden hebben.
De 82-jarige Mgr. Adam Stefan Sa-
pieha, kardinaal-aartsbisschop van Kra-
kau, wordt dezer dagen uit Polen te
Rome verwacht, aldus is heden in Vati
caanse kringen medegedeeld. De aarts
bisschop had een telegram gezonden,
waarin van zijn voorgenomen bezoek
aan Rome als Heilig-Jaarpelgrim aan
kondiging werd gedaan. Mgr. Sapicha
zou de eerste aanzienlijke prelaat uit
Oost-Europa zijn. die de Heilig-Jaar-
bedevaart zou maken.
Duizenden inwoners van Livomo
troffen gisteren voorbereidingen om de
Paasdagen in tenten buiten de stad
door te brengen, bevreesd als zij zijn
voor nieuwe aardschokken. De afgelopen
zes dagen zyn twintig schokken van
verschillende intensiteit waargenomen,
die de kerkklokken in beweging brach
ten en huizen deden instorten.
Seismologen en geologen hadden gis
teren voorspeld dat zich geen nieuwe
schokken meer zullen voordoen. De
burgers zijn echter allesbehalve gerust
gesteld. Persoonlijke ongelukken zijn
nog niet voorgekomen.
Ook iy West-Frankrijk is een lichte
aardbeving waargenomen. Woensdag
nacht heeft een lichte aardschok ruiten
doen breken in de Saint Sauveur bij
La Rochelle. Dq aardbeving duurde
ongeveer tien seconden #en ging gepaard
met ondergronds gerommeL