De wonderlijke genezing van Prins Silvio Broedmachine wekt het jonge leven mm Een Paasvertelling voor de jeugd Nederlandse bedevaart te Rojne TWAALF DAGEN NAAR ZWITSERLAND SANAPIRIN De levenslustige kuikengemeenschap kent geen inwoningsproblemen Prozaïsche gang van zaken Klas 2 A der R.K. Huishoudschool te Harlingen vertrekt op de Tweede Paasdag Sinterklaas maakte geen grapje Amerikaan vraagt asyl in Praag Poolse Aartsbisschop te Rome verwacht ZATERDAG 8 APRIL 1950 PAGINA 7 3e kent dat land Bibeledonk toch? En koning Bibelo? Niet? En prins Silvio ook niet? Och, maar dat is gek. Dan weet je dus ook niet, dat ze er alle maal zo vreselijk treurig wa ren, totdat Lolo met zijn Paas ei kwam? Dan moet je toch heus direct het verhaal lezen, dat hiernaast staat. KIN DERPOSTZEGEL ACT IE BELOOND helpt altijd HULPACTIE VOOR CIRCUS MULLENS VERDACHTE VAN MOORD VRIJGELATEN Voormalig ambtenaar bij het departement van Oorlog AARDSCHOKKEN IN LIVORNO Ook in West-Frankrijk Zijn jullie wel 'ns in een land geweest waar alle mensen treurig kijken? De mannen trekken er diepe rimpels in hun voorhoofd. En de vrouwen? Ja, bij de vrouwen zie je soms een traan langs hun wang rollen als ze bij de beek hun was staan te spoelen of voor de deur van hun huisje een buur praatje houden. En de kinderen, ach, zij spelen nog wel bokje over of kaatsen- bai, maar je ziet toch meteen dat de kinderen niet zo vrolijk zijn als anders in het land van koning Bibelo. Ik hoor jullie al vragen: Maar hoe komt het dat alle mensen in Bibeledonk zo droevig zijn? Is soms de vijand over de grenzen van Bibeledonk getrokken? Of is misschien koning Bibelo dood gegaan en hebben die arme mensen nu geen prins die hem kan opvolgen? Maar dan moet ik antwoorden: Neen hoor. Er is niet één land dat soldaten en kanonnen naar Bibeledonk wil sturen. En koning Bibelo is zo gezond als een vis. Neen, het gaat allemaal om'prins Sil vio. Je moet weten, dat alle mensen in Bibeledonk erg veel houden van prins Silvio. Hij ziet er zo aardig uit als hij in zijn wit matrozenpakje uitrijdt met de koning en hij kan al zo vriendelijk goedendak wuiven als de mensen langs de weg staan te zwaaien met mutsen en zakdoeken. Nu was er bekend geworden, dat prins Silvio ziek was. De koninklijke stalmees ter had het aan de stalmeester in de stad verteld, en die weer aan de smid toen hij zijn paarden liet beslaan. De smid vertelde het weer aan de bakker. Ten slotte wisten alle mensen in het land: Prins Silvio is ziek en daarom wgs er dan ook 41e treurige stemming. Het akelige is, "dat prins Silvio een heel vreemde ziekte heeft. Alle knappe dokters in het land zijn al bij hem ge weest en hebben de prins zijn tong laten uitsteken en zijn pols gevoeld. „Geen koorts", mompelen zij dan. Daarna gingen zij hem onderzoeken. Nee, hoor, geen mazelen, geen rood vonk, geen griep. Er was en er bleef dat ene, prins Silvio wilde niet meer eten. En niet meer eten zonder dat je verder iets mankeert, is tenslotte een vreemde ziekte. Toen de koning van de allerknapste dokter gehoord had, dat de prins leed „aan de onwil om enige spijs te nutti gen" (knappe dokters spreken deftig)' trok hij aan het bellekoord naast zijn troon. Aan de dienaar, die binnen kwam, zei hij de opperkok bij hem te brengen. Nu, je begrijpt, die opper- hofkok deed gauw zijn witte voor schoot af, liet zijn dampende pannen in de steek en holde naar de troon zaal. Voor de zware eikenhouten deur nam hij met een zwaai zijn witte koksmuts af en schreed naar binnen. Bij de troon maakte hij een diepe bui ging. „Uwe Majesteit had mij laten roepen?" vroeg hij. „Ja, heer opperhofkok", zei de koning, „U weet, dat prins Silvio geen schotel meer aanraakt sinds enige dagen. En ofschoon ik zelf altijd heel tevreden ben geweest over u, kan het zijn dat de prins een nog fijnere smaak heeft dan ik. Daarom beveel ik u een allerfijnst diner klaar te maken. Geen gouden dukaat mag voor de ingrediënten gespaard wor den en kijkt u maar in uw moeilijkst receptenboek. Wanneer er rare Latijnse namen in staan, roept u dan mijn hof- geleerde. In ieder geval verwacht ik dat u vanavond een diner klaar heeft zoals nog nooit iemand geproefd heeft in mijn rijk. 1 De opperhofkok maakte weer zijn bui ging en rende terug naar de keuken. Je begrijpt, dat hij de hele middag kookte en bakte, stoofde en braadde En tegen de avond steeg er zo n heerlijke geur uit de keuken, dat de koning de ministers naar huis stuurde opdat hij een uur vroeger aan het diner kon be ginnen. Op een gouden blad werden de schalen voor prins Silvio gezet en de ziekenkamer gebracht. Nu, ik denk dat jullie het al raden, prins Silvio at geen hap van de heer lijke kippensoep, het gebraden piep kuiken en de frambozenpudding met slagroom. En de koning was ten ein de raad. Wat nu? Gelukkig had het land van Bibeledonk een heel knappe minister. Ofschoon hij minister van Buitenl. Zaken was en het dus eigen lijk niet tót zijn Departement hoorde, zat deze minister dag en nacht te peinzen hoe hij prins Silvio aan het eten kon krijgen. Eindelijk had hij een idee. Hij belde de koning op en zei dat hij misschien iets wist om de prins te laten eten. De koning ant woordde, dat hij onmiddellijk in audiëntie ontvangen kon worden. Tij dens dêe audiëntie, waarin de minis ter dadelijk zijn plan mocht vertellen begonnen de ogen van de koning te glinsteren en zijn hoofd knikte goed keurend van ja. Tenslotte gaf hij zijn toestemming. Luister wat er nu gebeurde. Een paar uur later reden over de slot brug van koning Bibelo's kasteel wel honderd ruiters. Ze hadden grote rollen perkament onder hun arm en in hun hand droegen zij trompetten. De mensen in Bibeledonk wisten al gauw: De herauten van de koning rijden uit. Koning Bibelo heeft ons iets te zeg gen. En zij zeiden tot elkaar: Laten wij toch gauw op het marktplein van onze stad gaan luisteren. Zij lieten huis en haard in de steek en stroomden samen op het marktplein. En daar reden de herauten al stad en dorp binnen. Zij bliezen op hun trompet en als er een doodse stilte op het markt plein was gevallen, begonnen zij met luide stem van hèt perkament voor te lezen: „Burgers van Bibeledonk. Gij allen weet, dat onze prins Silvio al sinds enige dagen niet meer wil eten. Daar zelfs de opperhofkok gefaald heeft in het klaarmaken van een diner dat onze prins wil nuttigen, doen wij een beroep op u allen. Gij allen weet dat over enige dagen het Paasfeest gevierd zal worden. De koning looft nu voor degene, die op Paasmorgen een Paasei naar het kasteel komt brengen, dat de prins wil eten, 'n zak met vijl en twin tig gouden dukaten uit. Ik heb gezegd." Druk pratend gingen dè mensen naar hun huizen terug. Sommigen keken bezorgd op hun hor loge. Vandaag was het Donderdag en Zondag al Pasen Ze zouden vlug moe ten opschieten, wilden ze nog het recept voor een ei bedenken, dat prins Silvio zou willen eten. Je begrijpt, dat er de volgende dagen een zenuwachtige drukte heerste in het land van Bibeledonk. Iedereen wilde immers zijn best doen om prins Silvio weer beter te maken. Er werden buurtcommissies gevormd voor het bij elkaar brengen van de sui ker, de chocolade, de amandelen, de marsepein en wat er al niet meer nodig was. En huismoeders en banketbakkers beraadslaagden urenlang over het re cept voor het Paasei. Dat ér de afgelopen dagen gewerkt was in Bibeledonk kon je die Paasmor gen bij het kasteel wel zien. Een lange, lange stoet van mensen stond na de Hoogmis voor de ophaalbrug van het kasteel. En nog kwamen er steeds meer bij. Ook was er een heêl gedrang van wagentjes, want véle Paaseieren waren zó groot en zó zwaar, dat je ze onmo gelijk kon tillen. Prachtstukken waren er dan ook bij. Hier zag je een ei, zo groot als een man van de allerfijnste chocola. Er was een opening in met een deurtje er voor en et tegen aan stond een laddertje waarop gele speelgoed kuikentjes naar boven klommen. Daar zag je een geweldig ei, hele maal in glimmend lichtblauw zilver papier gewikkeld en met een don kerblauwe fluwe len strik er om heen. Er was een enor me Paasmand met een suikeren kip er in. Die kip was zo groot als een le vende kip en ze zag er zo echt uit, dat je zou denken, dat ze ieder ogenblik kon gaan kakelen. Om haar heen la gan eieren van zacht*rose en geel fondant. Een huis moeder verklapte dat ze haar choco lade ei volgestopt had met slagroom. Dan zou de prins weer gauw dik worden als hij dat opat. Toen werd de slotbrug neergela ten en de mensen mochten het kas teel binnenkomen. Prins Silvio lag in een hermelijnen rustbed op een van de bordessen van het kasteel. Alleen zijn hoofd met de blonde krullen, dat er maar magertjes uitzag, kwam bo ven de donzen de kens uit. De ko ning, die naast hem zat op een gouden stoel, was ook al mager geworden, zagen de mensen. O, o. wat hoopten ze toch dat prins Silvio een van hun eieren zou opeten. Intussen had zich achter in de rij nog een dikke banket bakker aangesloten. De arme dikkerd hijgde nog van het harde lopen Zijn oven was uitgegaan en daarom kwam hij zo laat. In zijn handen droeg hij een grote doos. Daar in zat het kunstwerk waaraan hij dagen en nachten gewerkt had. Een grote chocolade wip, waarop suikeren kuiken tjes speelden. Toen de bakker uitge- hijgd was, keek hij eens om zich heen. Hé, met wie zou hij een praatje kun nen beginnen. Naast hem stond alleen een kleine jongen en de mensen vóór hem waren druk in gesprek. Daar was hij niet meer bij nodig. „Hé, jongetje", zei hij. „hoe heet je en wil je eenS zien wat ik gemaakt heb?" „Ik ben Lolo, en laat u maar ns kij ken". antwoordde de jongen onverschil lig. De bakker tilde het deksel van de doos op en daar zag de jongen de prachtige chocolade wip. ,Dat is mooi", zei hij eerlijk. „Wie weet vindt dc prins de wip er zo lekker uitzien, dat hij hem dadelijk wil opeten". „En jij jongetje." vroeg de banket bakker gevleid. „Wat doe jij hier? Ze ker zo maar 'ns kijken, hè?" „Om de drommel niet," antwoordde de jongen, „ik heb een ei voor prins Silvio meegebracht". „Een ei," vroeg de banketbakker ver baasd. „Maar waar heb je het dan? Ik zie geen wagentje, ik zie geen doos". „Hier is 't," antwoordde Lolo en hij grabbelde in zijn zak en haalde er een rose rood gekleurd ei uit. De banketbakker keek naar het ei en dan naar de gelapte broek van de jon gen en dan naar zijn klompen. Die jon gen is zeker erg arm, dacht hij. Dat ei is zo verschrikkelijk klein. Ik zal maar niet laten merken dat het een beetje raar is met zoiets bij de prins aan te komen. „Hoe kreeg je die kleur", vroeg rnj deskundig. „Aqua purpora gebruikt ze- kef?" „Aqua wat," vroeg de jongen, „niks hoor. Moeder legt onze eieren altijd ge woon in de rode kool. Daar krijgen ze die mooie kleur van". „In de rode kool, in de rode kool, mompelde de banketbakker. „Maar dan is dat ei van jou dus met van suiker en ook niet van chocolade. Ja, als ik het goed begrijp is het een doodgewoon kippenei". „Natuurlijk," knikte Lolo. „Suikeren of chocolade eieren krijgen wij nooit, maar met Pasen heeft moeder voor ieder van ons twee kippeneieren". „Ja maar jongen." zei de banketbak ker. „weet je wel dat je naar een prrrins gaat? Hoe kun je bij een prrrins met een kippenei aankomen? Een kip penei, een kippenei. Haha ha," lachte hij opeens, „haha ha," en dat terwijl de koning hoenderparken vol met honder- den en honderden kippen bezat. „Haha ha". En hij moest zo lachen dat zijn dikke buik er van schudde en zijn ogen bijna uit zijn hoofd rolden. Gelukkig, dat hij met lachen moest ophouden, omdat ze bijna aan de beurt waren om voor de prins geleid te wor den. Anders was het vast akelig afgelo pen met die banketbakker. Intussen had de prins nog geen stukje geproefd van al die heerlijke eieren, die de mensen hem gebracht hadden. Geen stukje chocola, niét het fijnste eitje van fondant had hij aangeraakt. De mensen fluisterden wel dat hij bijna in het slagroomei van de huis moeder had gebeten. Maar Op het laat ste ogenblik had hij het toch weer op zijn nachtkastje laten neerleggen. De banketbakker gooide nog gauw het deksel van zijn doos in de slot gracht. Dan kon de prins de prachtige wip méteen zien. En daarna klommen Lolo. en hij de twee en twintig treden van het bordes op. Ach, die arme banketbakkerDe prins wierp maar één enkele blik in de doos. „Mooi gedaan", zei hij enkel Daarmee kon de bakker gaan! Nu greep Lolo in zijn zak. „Ik ben Lolo, heer Prins", zei hij. „Ik heb een van mijn eieren voor u meegebracht." „O, dat is aardig," glimlachte de prins. „Wilt u eens wat. dichterbij ko men? Ik kan het bijna niet zien." Ja, een kippenei is nu eenmaal zo klein, dat kan niet op tegen chocolade eieren, zó groot als een man. Lolo kwam wat dichterbij en legde het ei in de hand van de prins. „Wat een mooie kleur heeft het", lachte de prins opgewonden. „Kan ik dit nu zó opeten?" „Ja", knikte Lolo. „Als u 't eerst af pelt, kunt u 't zo opeten. En 't is zo heerlijk, prins Silvio. Ik heb mijn an dere ei vanmorgen al opgegeten, ziet u! Het is niet te zacht en niet te hard. Moeder heeft heel goed gekeken op de zandloper toen ze het kookte". „Breng de prinselijke eierdop," beval koning Bibelo een dienaar. De koning zelf sloeg het kapje van het éi af cn toen at, ja lezen jullie goed, a t prins Silvio met langzame hapjes het ei op. „Dat smaakt heerlijk," zuchtte hij, toen het op was. „Heb je nog meer van zulke eieren bij je, Lolo?" „O neè, prins Silvio! Maar wacht u (Van onze verslaggever) De broederij van de heer W. H. Schimmel in Barneveld is een in alle oprich ten zeer vitaal bedrijf, 't Is natuurlijk niet waar als wij zeggen, dat er massaal ten leven wordt gewekt. Maar het is niet te miskennen, dat er met veel kennis en vernuft gewerkt wordt aan de voltooiing van een proces, dat uitmondt in het volle leven. Wij willen maar zeggen, dat de heer Schimmel beschikt over 24 broedkasten. met een totale capaciteit van 400.000 eieren en dat er in het broed- seizoen dat loopt van 1 Januari tot 17 Mei per drie weken niet minder dan 300.000 piepjonge en piep-Ievenslustige kuikens bij hem „de deur uitgaan." maar heel kort of het staat ferm op zijn pootjes en kijkt u aan met een blik, die wisselt van „brutaal" tot een tikje „melancholiek". Nee. het móét ons van het hart: een pasgeboren kip- pen-baby is véél meer een persoonlijk heid dan een pasgeboren mensen baby (Vervolg van pag. 3) verworven kennissen uitdrukkelijk en sarcastisch goede nacht te. wensen, wordt het langzamerhand stil in de trein. Het horloge (en in één compartiment van bonte Limburgse dames zelfs de wekker) wijst het middernachtelijk uur. Wy voor ons. kunnen, alle voorzorgs maatregelen ten spijt, de slaap niet vatten. Wij wandelen nog wat door de gangen en plotseling ontdekken wij, dat op deze pelgrimstocht niet enkel wordt gelachen. Hier en daar zien wij op veie plaatsen zijn de gordijntjes neerge laten dat de rozenkrans wordt gebe den. Het ontroert ons en bijna gegeneerd wenden wij ons af naar buiten, waar als een wonder eensklaps de maan opgaat boven het Vierwoudstedenmeer. Aan de huizen pinkelen tientallen lichtjes, die in het water weerkaatst worden en hoog boven de trein glanzen de witbesneeuwde toppen der bergen. Gun ons dat wij deze prachtige herinne ring niet met woorden bevlekken en Iaat het U genoeg zijn, dat, als gewekt door een onzichtbare hand, geen kwartier later bijna alle passagiers weer hun com partimenten hadden verlaten om aan het geopende venster uit tc kijken over het meer en de Zwitserss Alpen. Zo reed de trein voort. Hij boorde zich dwars door het donkere hart van de St. Gothard. steeg, fluitend en kreu nend. langs gletscherbeken en afgronden omhoog en vond zijn weg naar het eerste morgenlicht boven de blauwe Italiaanse meren. Daar namen de dromen snel een einde. Men is moe. En de spanning van een nacht aan het geopende raam breekt tegen de morgen. Zo rijdt men tegen zessen Milaan binnen. En zoals ieder ander station is ook Milaan 's morgens om zes uur lelijk. De ochtend is grauw en de atmosfeer onder de ijzeren koepel is onbehaaglijk van roet en smook. Ge lukkig heeft men geld. Men bestelt zijn eerste koffie. Doch helaas, de ontvangst is weinig vriendelijk. Men wil wel ver kopen en geld verdienen, maar wat moet een restaurateur aanvangen met 478 mensen, die elk individueel iets willen drinken en allemaal, stuk voor stuk. een biljet van 1000 lires aanbieden? Doch, afijn, het gaat voorby. En als men dan weer wat heeft gegeten, als de zon is opgegaan en ge hebt in Genua een poosje rustig op de trappen van het station kunnen zitten, als ge de zee hebt gezien en uw aversie tegen tunnels ein delijk overwonnen, dan wordt het leven weer aanvaardbaar. Rome nadert. En in de trein kunt ge de spanning zien stij gen. Alles dringt naar de ramen en als men dan eindelijk nog bijna zonder het te weten Rome binnenloopt, klinkt het gejuich van tientallen Ne derlanders. die ons opwachten. De Eerste Nationale Bedevaart is in Rome. Het begint vanzelfsprekend bij de eieren. Die krijgt de heer Schimmel bij duizenden tegelijk aangevoerd van zo geheten „vermeerdcringsbedrijven", die onder een zeer doelmatige controle van regeringszijde alléén goede „broed- eieren" produceren. Wel, en dan is de verdere ontwikke ling van ei tot kuiken nog maar een kwestie van enkele vlotte handgrepen. Een zeer behendig man houdt zich be zig met het „opleggen" van de eieren, hetgeen wil zeggen, dat hij ze één voor één in precies op maat vervaardigde openingen in een rek wipt. Verschillen de van die rekken worden dan in een in de broedmachines gebouwde rol ge schoven. Een voortdurend draaiend slag rad zorgt voor een volkomen over de ganse ruimte gelijkmatige verdeling van de warmte, die langs electrische weg tot 100 graden Fahrenheit wordt opge voerd. Een prozaïsche gang van zaken, niet waar? Maar dan moet u ongeveer 21 dagen later terugkomen en zo'n la van de broedmachine opentrekken. Och he den, daar worden u a bout portant de geheimen van de poëzie geopenbaard. Het jonge leven gonst en piept u tege moet uit een teer-geel, donzig opper vlak, waarin u eerst na nauwkeurig toe zien de contouren ontdekt van afzon derlijke wezentjes. En waarach'ig, daar steekt ineens zo'n kuiken z'n kopje over de rand en kijkt met begerige blik de wereld in. Maar het wordt meteen ver drongen door een levenslustig makker tje dat het óók wil zien. Het volgende ogenblik buitelt er een wollig plukje van drie of vier over hem heen en doet hem helemaal ergens in de fluwelige diepte verdwijnen. Maak u echter niet ongerust; er gebeurt niets met de pluizige kleuter; een eindje ver der steekt hij met triomfantelijk gepiep zijn kopje weer op. In verrukkelijke ar geloosheid verbranden de naarstig pie pende piepkuikens alle schepen achter zich: met rap-trippelenöe pootjes ver brokkelen zij de eierschalen, waar zij zo juist vrijmoedig zijn uitgekropen. Zeker, zo op het eerste gezicht zou u kunnen denken dat die tierende beestjes allemaal op elkaar lijken; u zou zelfs zover kunnen gaan te zeggen dat géén van hen een eigen physiono- mie heeft. Welk een zelfmisleiding dat alles is zult u ontdekken als u er ge woon één uit de donzige massa tilt en het voor u op tafel neerzet. Wel, het summiere en wankele diertje begint natuurlijk met om te vallen en als het zich terstond daarna weer heeft op gericht zakt het prompt door zijn knie tjes. Maar het hóüdt vol en het duurt U hoeft er ook lang niet zo behoed zaam mee om te. gaan. Dat doen die da mes en heren, die zich bezig houden met het aftellen en inpakken van de kui kens óók niet. Zij graaien eenvoudig een afgeteld bundeltje van die geringe wezentjes uit de la en werpen het ach teloos en zonder omzien in 'n ronde kar tonnen doos; net zo lang tot zij er vijf tig bij elkaar hebben. Ach ja, he.t is er vanzelfsprekend een vreselijk gedrang daar in die voorlopige en provisoire wo ning, waarin een paar luchtgaten voor de ventilatie zorgen. Maar het luttele pluimvee schikt zich er blijmoedig in. De kuikengemeenschap kent géén in woningsproblemen. Maar vóór het tierende volkje de deur uit is, moeten er nog belangrijke din gen mee gebeuren. Ziet u, het is van het allergrootste belang dat men reeds nu vaststelt wat er .uit ieder kuiken gaat groeien: een dromerige, maar uitermate nuttige kip, dan wel een pra lende haan. En dat is de beestjes waar achtig niet zo maar aan te zien. Het „sexen" van kuikens is een heel impor tant, maar moeilijk te leren vak. dat veel studie en training vereist. En een goede „sexer" heeft maar liefst een cursus van drie jaar achter de rug. Bij de heer Schimmel zijn er twee in de broa- derij. Ze determineren in één uur zeven- a achthonderd kuikens op hun geslacht. Als zij een heel goede bui hebben, ha len zij er wel duizend. Na het „sexen" volgt dan nog het „lewieken", een zeer ontnuchterende bezigheid voor hen die tot nu toe vol lentelijke gevoelens door 's heren Schim- mel's bedrijf hebben gewandeld. Want het betekent dat men met behulp van een rood-gloeiende draad ieder kuiken aan één zijde de slagpennetjes afbrandt, waardoor het beestje verder voor zijn hele verdere leven vleugellam is. Niet dat een toekomstige kip bij nalaten van deze pijnlijke operatie zou kunnen vlie gen als een adelaar, maar zij zou toch te ongelegener tijd de top van een boom kunnen bereikenEnfin, u begrijpt, het vliegen behoort nu eenmaal niet tot taak en levensdoel van kippen. Zij zouden bij al te veel „uithuizig heid" wel eens kunnen vergeten de zo onontbeerlijke eieren te leggen. En wij vertelden u al dat het bedrijf van de heer Schimmel een in alle opzich ten levenskrachtig bedrijf is. Wat niet wegneemt dat wij de kuiken- broederij één van de grootste van Europa waar in de nieuwe lente zó veel nieuwe geluiden weerklonken ten slotte tóch vol voorjaars-optimisme heb ben verlaten. even, dan loop ik. naar huis. Mientje en Geertje en Karei en Willem hebben er nog net zo een als ik. En zij zullen het u graag willen geven." „Niet jij gaat naar huis, Lolo", sprak nu koning Bibelo. „Maar ik zal een die naar zenden. Jij blijft vandaag spelen op het kasteel. „O ja, o ja", juichte het prinsje. „Zeg Lolo, weet jij een leuk spel?" „En of," antwoordde Lolo. „Met Fasen moet je eieren tikken. Wij kun nen het thuis nooit doen, want we heb ben niet genoeg eieren. Maar u, heer prins. Ik hoorde zo juist, dat uw vader hoenderparken vol kippen heeft." Nu, prins Silvio at alle rose-rode eie ren van Lolo's broertjes en zusjes op. En toen was hij zo sterk geworden, dat hij kon opstaan. Met Lolo en Mientje en Karei, Geertje en Willem speelden de prins de hele dag eieren tikken. 's Avonds had hij er zo'n honger van gekregen dat hij een heel bord met spi nazie leeg at. Alle mannen en vrouwen van Bibele donk lachen nu weer. Prins Silvio is weer gezond! En de kinderen zullen nog jarenlang aan dit Paasfeest terugden ken. Stel je voor, onder hen zijn al die suiker- en chocolade-eieren verdeeld. Van de vijf en twintig dukaten koc'nt Lolo een koe voor zijn vader, en een geit en een paard. Ze hebben nu een klein boerderijtje. Zeg, was dat geen heerlijk Paasfeest in het land van Bibeledonk? JOHNNY VAN DEN HEUVEL. (Van onze verslaggeefster) Tweede Paasdag zuilen op het station in Harlingen zestien meisjes in blauw geruite rokjes, witte blousjes en blauwe bolero'tjes met popelende hartjes wach ten op de trein. En als die er dan puffend en blazend staat cn de meiskes in stappen. dan gaat de belofte, die zij in November kregen, eindelijk in vervul ling: Klas 2 A van de R.K. Huishoudschool in Harlingen gaat voor twaalf dagen naar Zwitserland! Want klas 2 A heeft vorig jaar de eerste prijs gewonnen met de school-kaartverkoop voor de Kinderpostzegelactie. f Advertentie Hoofdpijn - Kiespijn - Zenuwpijn Klas 2A begreep er niets van, toen ze op die gedenkwaardige zestiende No vember na' moest blijven „om te zin gen", zoals zuster Claverina, de directrice der school, had gezegd. Goed, dan maar zingen. Even later kwam tot hun grote verbazing St. Nicolaas in eigen persoon binnen. De wonderen waren blijkbaar de we reld nog niet uit. Sinterklaas sprak hen toe en ze hoorden al gauw: als hij niet de echte was, uit Friesland kwam hij ook niet. En laat die Sinterklaas nu toch over de postzegelactie beginnen. Of ze wel wisten welke prijzen er uitgeloofd waren? O, jawel, er werd vlot geant woord: een reis naar Zwitserland, een reis door Nederland enne een school radio. Goed zo. Wisten ze dan ook wie die prijzen gewonnen had? Nee, dat niet. Nu weet onze nationale Goed-heilig man .altijd alles en dus ook het antwoord op deze vraag. En hij zet zich eens extra op zijn grote stoel om het te vertellen. De eerste prijs, de tweede, de der de, vierde en vijfde, hij vertelde het allemaal haarfijn, alleen konden de meisjes echter niet verstaan wie de eerste en tweede gewonnen hadden. Sinterklaas zei die namen zo raar, zeker op zijn Spaans. „Weten jullie het nou?" vroeg de Heilige bisschop, toen hy het lijstje beëindigd had. Ze knikten ?naar zo'n beetje en keken wat onzeker naar zuster Claverina, die er glunderend bij stond. Ze begonnen er hoe langer hoe min der van te begrqpen. „Nu." zei Sinter klaas, „wie heeft dan de eerste prys, de reis naar Zwitserland?" Niemand wist het, want niemand had het verstaan. „Wel," hervatte Sinterklaas, „dan zal ik het jullie maar zeggen. Het is klas 2A van de katholieke huishoudschool in Harlingen." Geen der meisjes verroerde een vin, zy dachten: „Hij kan ons méér vertellen, die rare Sint. 'tls toch maar gekheid." Doch toen ze zagen dat de zuster al maar stralend van „ja" knikte en Sinterklaas zich als een ambtenaar uit Amsterdam ontpopte, begon de waar heid langzaam tot hen door te dringen. Zij, Hettie, Aukjc, Jannetje en Tini, en al de andere vriendinnetjes, ze zouden echt en heus naar Zwitserland gaan, naar Ziirich. Mynheer Van der Meer, de teken leraar, zou met zijn vrouw meegaan, juffrouw Van den Broek, die huishoud kunde geeft, en juffrouw Andringa van koken en voedingsleer ook. Een hele tijd kon de klas aan het idee niet wennen. Ze maakten tezamen met de handwerk zuster hun „reis"-jurkjes. Ze legden een schrift aan over Zwitserland, waarin al hun wijsheid over die natie werd op getekend. Zij kregen lijstjes van wat zij allemaal moesten meenemen en nu staan in de huizen de koffertjes klaar. Wietske van de Pol was de enige die er op 16 November niet bij was, toen Sinterklaas op school kwam. Ze was een beetje ziek en moeder had haar 19-jarige Benjamin-met-zes-zusjes-bo- ven-d'r maar thuis gehouden. Wij zijn Wietske eens gaan opzoe ken, in de Nieuw straat 22. Ze zat net aan tafel met moeder, vader, die tuin dersknecht is, haar zusje en zwager. Op vaders knie zat een klein blond jongske, dat aan vaders snor trok en „pake" zei, opa. Wietske, blond, knap en fris Friezinnetje, lachte een beetje verlegen. Ja, Aukje Bakker had het haar verteld. Je kon het gewoon niet geloven, dacht dat het maar een grap je was. Later bleek natuurlijk dat er helemaal geen grapje werd gemaakt en van dat moment af was Wietske de heldin van de familie. Ja, die Wietske toch. De eerste van het gezin die de grens over gaat, want, zoals vader Van de Pol bedachtzaam zegt, terwijl hij kleinzoon op zijn knie laat paardje rijden: „Zoiets was ons nooit te beurt 'valFn". En dat zou het ook Aukje niet, wier vader „visserman" is, zoals haar moeder zegt. En Jannetje en Tini Schaafsma, dochtertje van een weduwe met negen kinderen. En hoe veel mensen eigenlijk wel? Al die meis kes gaan nu hun prachtige, wijde Frie se land. dat zich iets later dan de Zuidelijker provincies zo langzamer hand ook in het zomerse groen gaat steken, verlaten, om in twaalf heerlijke dagen te gaan zien wat bergen zijn. En teruggekeerd op de rijke, groene vlakte van Nederland's tweede provin cie zullen zij vast en zeker opgetogen verhalen van een vacantie, die zij hun leven lang niet zullen vergeten. De N.O.M.A., de Nederlandse Organi satie van musici en artisten, heeft een voorlopig comité van actie gevormd, dat zich ten doel stelt door het inzamelen van gelden en het organiseren van wel dadigheidsvoorstellingen bij te dragen tot wederopbouw van het door brand geteisterde circus Mullens. De rechtbank te Amsterdam heeft de 21-jarige J. S. uit Hilversum, die er van verdacht werd enige jaren geleden de moord op de boswachter Van de S. nabij de Hoorneboeg te Hilversum te hebben gepleegd, in onmiddellijke vrij heid gesteld. S. heeft circa drie maan den gevangen gezeten. Het arrestatie bevel is opgeheven, omdat de recht bank gebleken is, dat de omstandig heden. die tot de arrestatie leidden, niet meer aanwezig zijn. De te Praag verblijvende Amerikaan George S. Wheeler, voorheen in dienst van het Amerikaanse departement van Oorlog, heeft op een persconferentie te Praag medegedeeld aan de Tsjechoslo- waakse autoriteiten om asyl verzocht te hebben voor zichzelf, zijh vrouw en vier kinderen. Hij had dit gedaan „op grond van een hele reeks van onder vindingen met het Amerikaanse mili taire bestuur in Duitsland". Wheele is ongeveer drie jaar geleden met zijn gezin naar Tsjechoslowakije gekomen en is thans hoogleraar aan de economische hogeschool te Praag. De persconferentie was door hèt Tsjechoslowaakse ministerie van Voor lichting gearrangeerd. Wheeler zelf zou, naar verluidt, cor respondent zijn van het linkse Ameri kaanse blad „National Guardian". De 41-jarige Amerikaan verklaarde op de persconferentie, dat de Verenig de Staten er ,,'n reusachtige spionnage- dienst" op na hielden en noemde gene raal William Draper, destijds Ameri kaans economisch leider in Duitsland, en Robert Murphy, voormalig Ameri kaans politiek adviseur in Duitsland als Amerikanen, die na de oorlog ge heime overeenkomsten met Duitse in dustriëlen gesloten zouden hebben. De 82-jarige Mgr. Adam Stefan Sa- pieha, kardinaal-aartsbisschop van Kra- kau, wordt dezer dagen uit Polen te Rome verwacht, aldus is heden in Vati caanse kringen medegedeeld. De aarts bisschop had een telegram gezonden, waarin van zijn voorgenomen bezoek aan Rome als Heilig-Jaarpelgrim aan kondiging werd gedaan. Mgr. Sapicha zou de eerste aanzienlijke prelaat uit Oost-Europa zijn. die de Heilig-Jaar- bedevaart zou maken. Duizenden inwoners van Livomo troffen gisteren voorbereidingen om de Paasdagen in tenten buiten de stad door te brengen, bevreesd als zij zijn voor nieuwe aardschokken. De afgelopen zes dagen zyn twintig schokken van verschillende intensiteit waargenomen, die de kerkklokken in beweging brach ten en huizen deden instorten. Seismologen en geologen hadden gis teren voorspeld dat zich geen nieuwe schokken meer zullen voordoen. De burgers zijn echter allesbehalve gerust gesteld. Persoonlijke ongelukken zijn nog niet voorgekomen. Ook iy West-Frankrijk is een lichte aardbeving waargenomen. Woensdag nacht heeft een lichte aardschok ruiten doen breken in de Saint Sauveur bij La Rochelle. Dq aardbeving duurde ongeveer tien seconden #en ging gepaard met ondergronds gerommeL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 7