Bioscoopbedrijf in moeilijkheden
MGR. PAOLO GIOBBE
Minister Stikker's dubbele taak
besproken
Hongaarse communisten en de
Nederlandse filmcensuur
DE STILLE
MAX
POLITIEKE MOORD OPGEHELDERD
O.E.E.C.-functie gecombineerd met die van
minister zonder portefeuille?
Wil Nederland Nieuw-
Guinea behouden?
HERDENKING VAN DE
GEVALLENEN
In de Ridderzaal op
4 Mei
Gezantschap kreeg voor filmvertoning geen zaal
BIJZETTING URN UIT
INDONESIË
Recettes met ruim 30 pet gedaald
Herdenking geboortedag
Willem van Oranje
Winnaar flOOO.-
Waarborg-kleding alleen bij Kreymborg: j
in 25 zaken over geheel Nederland
Vijf en twintig jaar bisschop
Echtpaar gedood op
7 Mei 1945
(^Ter verrijking van geest en hart^
DINSDAG 25 APRIL 1950
PAGINA 3
Buitenland in Eerste Kamer
DOM A. H. JANSSENSf
Tweede groep leerling-
vliegers naar de V-S.
Naschrift
Koningin zal krans bij Nat.
Monument leggen
Eerste kwartaal 1950 wijst
op verdere daling
Prins Bernhard naar de V.S.
REBUS
,ORGELCOMITé LOBITH'
PROGRAMMARAAD
WERELDOMROEP
door
PATRICK PURCILL
OMMEN BOUWDE
„KIPPENHOKKEN"
Doch er verrezen woningen
Clandestiene plakkers
Gisteravond heeft de Eerste Kamer een
begin gemaakt met de behandeling van
de begroting van Buitenlandse Zaken.
De beraadslagingen werden geopend
door de heer Reyers (C.H.), die uitdruk
king gaf aan het respect en de waarde
ring van zijn fractie voor 's ministers
werkkracht. Spr. zei, dat hij het wel
gewenst zou zien, dat de minister had
aangegeven, waaruit het eigen stempel
van onze politiek bestaat.
Wat de functie van minister Stikker
als politiek bemiddelaar der O.E.E.C.
aangaat verklaarde spr., dat het te be
treuren zou zijn als de benoeming in
deze functie de verhoudingen met Belgié
ongunstig zou beïnvloeden. Hij vroeg
zich af, of deze functie niet beter ge
combineerd kan worden met die van
minister zonder portefeuille.
Z.i. behoren de Uniezaken onderge
bracht te worden bij de minister van
Buitenlandse Zaken. Thans worden ze
door twee departementen behandeld.
Aan welke minister worden de stukken
over Indonesië geadresseerd? Spr. meen
de, dat deze zaken hier door hetzelfde
departement moeten worden behandeld
als in Indonesië. Naar zijn oordeel hangt
de rechtsverhouding tot Indonesië in de
lucht.
De heer Van Heuven Goedhart (Arb.)
betoogde, dat het van grote waarde is
voor Nederland, dat de minister met zo
belangrijk internationaal werk belast is.
Zijn benoeming is een eer voor ons va
derland en voor hem zelf. Spr. was van
oordeel, dat het werk van het departe
ment een minister van Buitenlandse
Zaken geheel opeist. Daarbij komt het
lidmaatschap van tal van internationale
organisaties, dat verplichtingen mee
brengt. En thans komt daarbij het werk
van de politieke bemiddelaar van de
O.E.E.C. Met alle waardering voor de
werkkracht van de minister, meende
spr., dat men geen taken op zich moet
nemen, die boven de kracht gaan.
Naar spr.'s oordeel zouden er drie
oplossingen kunnen gevonden wor
den: aftreden als minister, overgang
van de huidige post naar die van
minister zonder portefeuille of over
gang van de huidige situatie naar
die van minister met een beperkte
portefeuille. De beide eerstgenoem
de oplossingen wenste spr. niet. Hij
meende echter, dat men zou kunnen
komen tot een beperking der minis
teriële verantwoordelijkheid tot die
aangelegenheden, die de O.E.E.C. en
de Raad van Europa betreffen, zoals
de heer Van der Goes van Naters in
de Tweede Kamer heeft verdedigd.
Prof. Beaufort (K.V.P.) getuigde van
zijn instemming met 's ministers beleid
in het algemeen. In de benoeming van de
minister tot politiek bemiddelaar zag
spr. waardevolle mogelijkheden voor
Nederland en de minister zelf.
Intussen zijn er ook gevaren aan ver
bonden. Als oplossing zag spr. de mo
gelijkheid de minister te doen ter zij-
He staan, door een minister zonder por
tefeuille.
Spr. bracht ter sprake de ontvoering
Van 28.000 Griekse kinderen, die niet
worden teruggegeven. Hij zei te weten,
dat de regering ten deze machteloos is,
doch hij meende, dut hij aan zijn plicht
tekort zou schieten als niet openlijk ge
protesteerd werd tegen een hemelter
gend misdrijf, zoals dat in de wereld
geschiedenis niet is voorgekomen.
De heer Wendelaar (V.V.D.) was
het met het beleid der regering ten
aanzien van Indonesië niet eens.
De Uniepartner komt in uitlatingen
en daden meermalen in strijd met
de R.T.C.-overeenkomst. Hij vroeg
zich af waar dat heen leidt en wat
Nederland daartegen doet.
Spr. verklaarde Nieuw-Guinea te be
schouwen als Nederlands gebied. Er zijn
goede kansen het te behouden. Wil de
regering dat? Spreker betwijfelde het.
Hij wilde in ieder geval, dat de Staten-
Generaal gelegenheid krijgen in volle
vrijheid er over te oordelen.
Tegen elf uur brak spr. zijn rede af.
Devoorzitter verdaagde de vergade
ring tot Dinsdagochtend.
In de Ridderzaal worden 4 Mei, des
middags drie uur, op de traditionele
wijze zij, die in de laatste oorlog waar
ter wereld ook in de strijd om de vrij
heid het leven lieten, herdacht. Deze
herdenking, die dus een internationaal
karakter draagt zal worden bijgewoond
door vele ministers, ambassadeurs en
gezanten.
Het Tóonkunstkoor, de Amerikaanse
tenor Donald Dame en de pianisten
Felix de Nobel en Eduardo del Pueyo
zullen tijdens de herdenking muziek en
zang laten horen.
Als sprekers treden op prof. mr. R.
Kranenburg, voorzitter der Eerste Ka
mer, minister mr. J. R. H. van Schaik
en prof. dr. K. Dijk.
Op 68-jarige leeftijd is te Hilversum
in de R.K, Ziekenverpleging, waar hij
reeds enige tijd in verband met een
hartaandoening werd verpleegd, overle
den de hoogeerw. pater Albertus Hen-
ricus Janssens, abt van het Cisterciër,-
ser klooster te Pont Colbert te Versail
les en oud generaal-abt der Cisterciën-
ser Orde.
Dom Janssens werd te Tilburg geboren.
Als een der eerste Nederlanders deed
hij zijn intrede in het klooster te
Nieuwkuyk, waar de Franse Cister-
ciënsers van het klooster Pont Col
bert te Versailles verbleven na hun
verdrijving uit Frankrijk in' het begin
van deze eeuw. In 1924 werd Dom Jans
sens gekozen tot abt van het klooster
te Versailles als opvolger van abt Ber
nard Maréchal Zijn toepassing van het
kerkelijk asylrecht brachten hem na
deze oorlog in moeilijkheden met de
wereldlijke autoriteiten, hetgeen zijn re
patriëring noodzakelijk maakte. Hij ver
bleef te Hilversum in de woning van
zijn zuster. In October van het vorig
jaar vierde hij het zilveren jubileum
van zijn abtswijding.
De plechtige Requiemmis zal Vrijdag
om 10 uur in de O.L. Vrouwekerk te
Hilversum worden opgedragen, waarna
het stoffelijk overschot op het klooster
kerkhof van „Mariënkroon" te Nieuw
kuyk ter aarde zal worden besteld.
Naar wij vernemen zal binnenkort een
tweede groep Nederlandse leerling-
vliegers naar Amerika gaan om daar op
geleid te worden. Zoals bekend is, zal
de eerste groep, van vierenveertig leer
ling vliegers, binnenkort naar Amerika.
(Van onze correspondent')
Het leidende blad van de Hongaarse
communistische partij, „Szabad Nép".
meldt, dat het gezantschap van de Hon
gaarse volksrepubliek in Den Haag,
zoals dat ook door alle andere legaties
gebeurt, 4 April als nationale feestdag
met een receptie wilde vieren. Men was
van plan in een der zalen van het Stede
lijk Museum een feestelijkheid te orga
niseren, waarbij een Hongaarse film zou
worden vertoond De keus viel op de
film Mevrouw Szabó", Na een proef
voorstelling werd tegen de film geen be
zwaar gemaakt, zo schrijft „Szabad Nép".
De leden van de Nederlandse filmkeuring
schijnen echter niet waakzaam genoeg
geweest te zijn. De Nederlandse minister
raad bemoeide zich zelf met de kwestie
en kwam tot de conclusie, dat de ver
toning van deze „propagandistische film"
niet kon worden toeg.estaan.
De betreffende film, zo schrijft het
communistische blad, was inderdaad
propagandistisch. Zij maakte propaganda
Voor de vreedzame arbeid. De misdaad
van de film „Mevrouw Szabó" is, dat zij,
zoals trouwens alle filmproducten uit de
volksdemocratieën, niet de roem van de
geldmagnaten, doch van de arbeid ver
kondigt. De lucht van deze film is niet
ge-marshalliseerd. Zij ademt de atmo
sfeer van het bevrijde, optimistische
volk.
De Nederlandse regering verklaarde,
óat de autoriteiten van de Residentie
Van het ministerie van Justitie de in
structie hadden gekregen om voor het
geval, dat de Hongaarse legatie deze film
desondanks zou willen vertonen, de zaal
liet ten beschikking te stellen.
Wij moeten vaststellen, zo heet
het in het bericht van de „Szabad
Nép", dat het optreden van de Ne
derlandse regering in strijd is met
de elementaire eisen van de hoffe
lijkheid. De Nederlandse censuur
heeft het „recht" om aan de biosco
pen en theaters, die aan haar con
trole onderworpen zijn, voor te
schrijven, welke films en toneel
stukken mogen worden gegeven,
doch zij heeft niet het recht om aan
het Hongaarse gezantschap de wet
te stellen.
Men hoeft er zich natuurlijk niet over
te verwonderen, dat de Hollandse stad
houders van de U.S.A. zich tot derge-
anH praktijken verlagen. Wat zou men
üers kunnen verwachten van een re-
die n°g Pas geleden de gedele-
van uCn van het wereldvredescongres
omriat3- grondgebied heeft verjaagd,
j ^ij bang was voor het werk van
wac Satie? De Nederlandse regering
de wal?'- dat ket volk van Nederland
keliit r d zou vernemen over de wer-
-Uke verhoudingen en de gelukkige
ontwikkeling in de volksdemocratieën.
Deze angst is een teken van zwakheid.
De brutale provocatie stelt de Neder
landse regering echter aan de kaak.
Bovenstaande beschouwing van Hon
gaarse zijde is wel een tikje
misleidend. Inderdaad is de film in
kwestie niet voor vertoning vrijgegeven
en inderdaad is de zaal, die men voor
vertoning uitgezocht had, niet beschik
baar gesteld, maar die zaal was een
ruimte in het gemeentemuseum, alwaar
alleen z.g. culturele filmvertoningen
mogen plaats hebben. Afgezien van dit
alles leest men met verbazing in dat
Hongaarse blad, dat de Nederlandse
censuur van alles mag, behalve wanneer
het Hongaarse gezantschap er anders
over denkt.
RED.
Zaterdag zal, zoals reeds bericht is, de
plechtige bijzetting van de urn met de
aarde der Erevelden in Indonesië in het
Nationale Monument op het Midden
Dam-terrein te Amsterdam geschieden.
De plechtigheid', die door H. M. de
Koningin en Z. K. H. Prins Bernhard zal
worden bijgewoond, begint om half drie
met een bijeenkomst in de Nieuwe Kerk
te Amsterdam. In deze samenkomst zal
de minister zonder portefeuille, de heer
L. Götzen, het woord voeren.
Zijn rede wordt voorafgegaan door
schriftlezing door de waarnemende
hoofd-vlootaalmoezenier, de zeereerw.
heer A. O. H. Brugmans. De plechtigheid
zal worden opgeluisterd door orgelspel
en zang van Laurens Bogtman en van
het Nederlands Kamerkoor. De oud-
hoofd-legerpredikant ds. J. C. Konings
berger zal tenslotte voorgaan in gebed.
Vervolgens zal de urn door vier ver
tegenwoordigers van de strijdkrachten
naar het Midden Dam-terrein worden
gedragen. Na een korte toespraak door
minister Götzen en de aanvaarding van
de zorg voor de urn door de burgemees
ter van Amsterdam, zal H. M. de Konin
gin een krans leggen aan de voet van
het monument. Verscheidene autoriteiten
zullen dit voorbeeld volgen.
De plechtigheid wordt besloten met
een taptoe en een défilé, waarbij gele
genheid bestaat bloemen bij het monu
ment te leggen.
De Zoon van fëric deïjoocmm
j
62. Alles vindt plaats in enkele seconden. Reeds heft de sluipmoordenaar zijn
luapen voor de lafhartige stqot. Gewaarschuwd door Eric's kreet wendt de cran-
voerder zich om. Te laat! Nee! Met een forse sprong heeft de Noorman zich tussen
hem en de krijger geworpen. Zijn arm zwaait met alle kracht naar voren. Wanhopig
tracht de soldaat de slag nog af te weren, doch eer hij zijn zwaard halverwege
heeft kunnen krijgen, ojitglipt het wapen reeds aan de machteloos geworden vuist
„Voor de tweede maal: bravo!" lacht de aanvoerder, als Eric naast hem schuift.
En nu hij de stem van zo nabij hoort heeft de Noorman nogmaals het onbestemde
gevoel deze man vroeger ontmoet te hebben. Maar waar
„Daar zou ik thans m'n hoofd niet over breken," raadt de aanvoerder grinnikend
zijn gedachten. „Eerst moeten we Lauri's jachthonden uit elkaar slaan. Val aan.
heer Eric!"
Zij aan zij dringen zij naar voren, en hun voorbeeld zweept de mannen op tot
een doldrieste stormloop op de laatste van Lauri's mannen. De laatste weerstanden
worden gebroken. Hier en daar vluchten reeds schichtige gestalten weg in het
duistere woud. De uitslag is niet twijfelachtig meer.
Terwijl hij toeziet hoe zij vluchten vraagt Eric zich af wie deze mannen toch zijn,
die met zoveel verbetenheid op de soldaten van de magiër aanvallen? Tot een
plotselinge manestraal over het gelaat van de man naast hem de oplossing brengt.
Want in die man herkent hij ineens de boer, die hij eenmaal uit de handen van
Lauri's mannen redde. En meteen klinken hem de laatste woorden weer in de
oren, welke de man toen bij het afscheid tot hem gesproken heeft: „Ik ga mij aan-
sluiten bij de Lynx der Wouden
De Lynx der Wouden! Dit moeten de mannen zijn, die zich bij deze gevreesde
vrijheidsstrijder hebben aangesloten, liever dan langer onrecht van Lauri te dulden.
Alles wordt hem nu duidelijk. Hartelijk begroet hij de boerdie hem op zijn verzoek
naar de aanvoerder brengt. Deze geeft zijn mannen juist orders omtrent de achter-
volging der uiteengeslagen krijgers, maar als hij Eric ziet naderen treedt hij op hem
toe en drukt hem lachend de hand. Nu pas heeft de Noorman tijd om aandachtig
het gelaat van de Lynx der Wouden op te nemen.
„Maar wij kennen elkaar!" roept hij dan uit. ,JZijt gij niet...!" Hij aarzelt verrast.
In het zo juist verschenen verslag
over 1949 van dewerkzaamheden van
de Ned. Bioscoopbond deelt de directeur
dezer organisatie, de heer J. G. J. Bos
man mede, dat het bioscoopbezoek, ver
geleken bij vóór de oorlog, nog vrij be
vredigend is, al ligt het ten achter bij
dat in de ons omringende landen, waar
een nationale productie zowel als de
volksaard en het ontbreken van be
paalde confessionele bezwaren een gro
tere belangstelling in de hand werken.
Heel wat ernstiger ziet het er uit
met de ontvangsten. De terugloop
hiervan besprekend, alsmede de on
mogelijkheid om een aanpassing te ver
krijgen aan de algemene kosten-
index, concludeert het verslag, dat een
verlaging van de extra lasten op het
film- en bioscoopbedrijf de enige uit
komst zal blijken te zijn, wil de winst
gevendheid gehandhaafd worden. De
reserves van het bedrijf zijn reeds in
het bezit van de fiscus, en indien deze
ontwikkelingsgang zich voortzet, zullen
noodgedwongen sluitingen ofwel een
prijsgeven van veler onafhankelijkheid
ontstaan, nog afgezien van de kwali
teitsvermindering der programma's
Het verslag memoreert, dat een uit
gebreid onderzoek gaande is naar de
mogelijkheid ener herziening van de
vermakelijkheidsbelasting op filmvoor
stellingen.
Blijkens de in het verslag opgenomen
statistieken zijn de recettes over het ge
hele land sedert 1946 met ruim 30 pot.
gedaald. Hierbij zij aangetekend, dat op
grond van de ervaring van het eerste
kwartaal 1950 verwacht moet worden,
dat in dit jaar een verdere daling tot
ca. 40 pet. zal plaats vinden.
In verband met de herdenking van de
geboortedag van Prins Willem van Oran
je is gistermiddag in de Nieuwe Kerk te
Delft op het praalgraf een krans ge-
'egd door het Algemeen Nederlands
Verbond. De voorzitter, de heer E. H.
Bos sprak een korte herdenkingsrede
uit 'waarin hij de betekenis van Willem
van Oranje voor de vestiging van de
Nederlandse staat uiteenzette. Nadat de
krans in nationale kleuren bij het mau
soleum was geplaatst, speelde de orga
nist Dirk Janszn. Zwart het Wilhelmus.
Z K. H. Prins Bernhard zal 1 Mei
met' het lijnvliegtuig van de K. L. M.
naar Ne.w York vliegen, om op 5 Mei
dP Holland Fair", de grote Nederland
se exporttentoonstelling, die in Phila-
dephia wordt gehouden, te openen.
Advertentie
F. A. VONK,
Rijnstraat 14, Pannerden.
De programma's bestonden in het af
gelopen jaar, naar het land van oor
sprong der hoofdfilms gerekend, voor
72.25 pet. uit Amerikaanse, 11.44 pet. uit
Engelse, 3.24 pet: uit Franse en 1.96 pet.
uit Nederlandse films. De overige lan
den leverden 11.11 pet. van het bio-
seoopprogramma, waarvan Italië 2.64
pet. en Oostenrijk 2.56 pet.
Het aantal ingevoerde hoofdfilms
bedroeg in het afgelopen jaar 433, dit is
vergeleken bij de 497 films, die in 1946
werden geïmporteerd, een vermindering
van ruim 60 hoofdfilms.
De copievervaardiging geschiedt meer
en meer door de Nederlandse industrie.
Bedroeg het aantal ingevoerde 35 mm.
copieën in 1946 nog ruim 1000. sedert
dat jaar is het met bijna de helft ver
minderd.
Het aantal op 1 Januari 1950 in be
drijf zijnde bioscopen bedroeg 488; het
aantal filmverhuurkantoren 43, het aan
tal filmfabrieken 10, het aantal filmpro
ductiezaken 7 en het aantal reisbiosco
pen 20.
Advertentie
Bij beschikking van de staatssecretaris
van O., K. en W. zijn tot het tijdstip
waarop nieuwe wettelijke voorzieningen
met betrekking tot de wereldomroep in
werking treden, benoemd in de pro
grammaraad tot lid en voorzitter: P. A.
Kerstens, en tot leden: H. Algra, mr. F.
J. Brevet, mevr. E. van Hall-Nijhoff,
L. Hanekroot, J. A. van Houten, mr. J.
W. de Jong Schouwenburg, mr. J. A.
Jonkman, mr. A. W. Schade v. Westrum,
A. N. van Velsen, en mr. G. A. M.
Vogelaar.
Morgen, Woensdag 26 April, op de
feestdag van de H. Liduina, herdenkt
Mgr. Paolo Giobbe, Apostolisch Inter
nuntius te Den Haag, de dag, waarop hij
vfjf en twintig jaar geleden tot Bisschop
werd gewijd. Daaraan was op 30 Maait
1925 zijn benoeming tot titulair-Aartsbis-
schop van Ptolemaïs in Thebaïde vooraf
gegaan. Op deze dag viert Mgr. Giobbe
ook zijn vijf en twintigjarig jubileum
als diplomaat. Want een kwart eeuw ge
leden werd hij benoemd tot Apostolisch
Internuntius in Columbia, een functie,
welke hij tien jaar heeft bekleed.
Daarop volgde
zijn benoeming in
Den Haag, waar al
len, die het voor
recht genoten met
hem in aanraking
te komen, de Pau
selijke afgezant
leerden kennen al?
een zeer beminne
lijk priester, ge
vormd tot een voor
treffelijk diplomaat
beslist in zijn op
treden en vooral
van een zeer inne
mende bescheiden
heid.
Het is deze be
scheidenheid, die
Mgr. Giobbe het
besluit deed nemen
zieh te onttrekken
aan enig officieel
eerbetoon bij gele
genheid van zijn
zeventigste verjaar
dag.
Zij zou zijn pei-
soon betreffen en
hij heeft dat willen
mijden. Morgen
echter herdenkt hij
de verheffing tot de
waardigheid van
het bisschopsambt
Deze voor een pries
ter zo hoge uitver
kiezing zal te Den
Haag met kerke
lijke luister worden
gevierd. En wel
licht is er daarna
nog gelegenheid de
Internuntius te be
wijzen hoezeer wij
ook de mens in deze
priester eren.
3
„Wel, jonge man, wat kan ik voor je
doen?"
Het kwam zo onverhoeds, dat Peter,
die niet beter wist of de priester kende
hem reeds of had minstens over hem
horen spréken, in grote verlegenheid
moest zoeken naar een antwoord.
„Het spijt mij erg, kanunnik, dat ik u
zo kom overvallen, maar weet u. ik ben
de nieuwe hulponderwijzer in Carriglea
en ik dacht zo, dat het hoog tijd werd
eens bij u aan te koipen en u, als direc
teur van de school, te bedanken voor
mijn benoeming hier."
De kanunnik pakte een bronzen doosje
van tafel en knipte het deksel open.
„Ah. juist, juist, en hoe heet u ook
al weer?"
„O'Dea, kanunnik. Peter O'Dea".
.,Ja. ja, en snuift u misschien, Mr.
O'Dea?" onderwijl de doos aanbiedend.
Peter schudde zijn hoofd waarop de ka
nunnik beurtelings elk van zijn neusga
ten van een flinke dosis snuifpoeder
voorzag. „Wel, Mr. O'Dea, het is mis
schien niet de normale gang van zaken,
en wat mij betreft, een erkenning van
zwakte, maar feitelijk hoeft u mij hele
maal niet te bedanken. Ik heb zo weinig
te vertellen over dergelijke dingen in die
uithoek van mijn parochie." Hij snoof
nog eens. „Ik ben nu iets langer dan vijf
tien jaar zielenherder in Killrone. De
eerste vijf jaren heb ik hardnekkig ge
tracht de volledige zeggenschap over
mijn eigen, scholen te krijgen. Het was
beter geweest, als ik mijn eigen boontjes
had gedopt. Totdat, ik eindelijk verstan
dig werd, of de moed verloor, precies zo
als u dat wilt opvatten. Sindsdien staat
Mr. Coady mij wel toe over de geeste
lijke zaken van zijn pupillen te waken,
maar in alle tijdelijke aangelegenheden,
of het nu een ultimatum aan het depar
tement van onderwijs, een uitbrander
voor de concierge of het aanstellen van
een nieuwe hulponderwijzer is, geeft hij
de orders en ik gehoorzaam."
Peter voelde zich ietwat onbehaaglijk,
forceerde een glimlachje en zei weife
lend: ..Mr. Coady schijnt een merkwaar
dig man te zijn."
„Merkwaardig", echode de kanunnik.
„Ierland heeft zijns gelijke nog nooit
gekend." De oude priester staarde ern
stig naar zijn bezoeker. .,U denkt er na
tuurlijk wel aan, Mr. ehO'Dea. dat
ik vooropstel, dat u mijn zienswijze niet
aan onze vriend Coady overbrengt. Ten
overvloede zou ik nog kunnen zeggen,
dat Coady en ik in geen tien jaar een
woord hebben gewisseld, strikt zakelijke
uitgezonderd."
De kanunnik zuchtte. ,.Mr. Coady is
een temperamentvol heerschap, die niet
gewoon is zijn mening onder stoelen of
banken te steken. Ik weet best, dat hij
mij gewoonlijk betitelt als: Die kerkelij
ke ouwe zuurpruim, daarboven in Kill
rone, is 't niet?"
Peter, waarheidlievend als hij was
bloosde en begon te hakkelen, zei ten
slotte, toen hij de zachte ogen zag twin
kelen, met een flauwe hoop niet al te
overmoedig te zijn:
„Wel, toen ik hem vertelde, dat ik
u ging bezoeken, zei hij inderdaad, dat
hij een enkele maal woorden met u had
glimlachte wei-
gehad".
Kanunnik Costigan
willend.
„Juist, zeer juist. U heeft de gave der
diplomatie, mr. O'Dea. Mijn complimen
ten. Dat heeft u daar keurig gezegd
overigens kan ik mij best indenken, wat
onze vriend Coady werkelijk zei. Maar
ik vind, dat we nu beter onze grote
blauwbaard moesten laten voor wat hij
is en over uzelf praten. Ik veronderstel,
dat u beneden in de woning van het
schoolhoofd huist. Wilt u misschien dat
ik een andei pension voor u zoek? Men
vertelt mij wel eens, dat uw huidige
woonstee gewoonlijk op een niet al te
best geredigeerd gekkenhuis lijkt".
„Och nee, ik ben best tevreden met
wat ik nu heb", zei Peter ernstig. „Het
is gemakkelijk zich te schikken naar
zijn kleine eigenaardigheden. Bovendien
he't eten en drinken is er prima en ik
amuseer me best bij hem".
„Amuseren, prachtig. Dan kunt u de
goede God danken, jongeman, dat hij u
een behoorlijke dosis gevoel voor hu
mor heeft gegeven, te meer, daar
Coady's nukken in de loop der jaren
erin slaagden bij het merendeel van ons
de humor te laten verdwijnen. Natuur
lijk heeft hij tot nu toe geen tijd of ge
legenheid gevonden zijn uitvindingen op
u toe te passen. Heeft hij bijvoorbeeld
al eens wasdag gehouden, sinds uw aan
komst hier?"
„Nog niet, kanunnik".
„Aha, dan heeft u nog wat in het voor
uitzicht, mr. O'Dea. Wacht maar tot u
hem de voorbereidingen ziet treffen
voor de grote was. Wacht maar totdat
hij het front van uw Zondagse over
hemd bederft met zijn gepatenteerde
schrobmethode! Otegen de tijd dat
u een paar jaar bij Coady bent, zal uw
zin voor humor een harde leerschool
hebben doorgemaakt. Maar, kunt u nog
al met de mensen overweg? En met de
leerlingen?"
Peter s enthousiasme overwon einde
lijk zijn aangeboren schuwheid.
„Pater, kanunnik bedoel ik, ik ben
werkelijk verbaasd over mijn eigen vor
deringen. U moet weten, dat ik gewoon
lijk verlegen van nature ben, een beetje
langzaam om vrienden te maken. Ik
verwachtte nooit iets anders te zijn dan
een vreemdeling, een indringer om het
zo te zeggen, onder deze mensen. In
plaats daarvan ondervind ik elke dag,
dat ze mij steeds meer als een der hun
nen behandelen. Er schijnt een soort
geestverwantschap te bestaan tussen mij
zelf en de dorpsbewoners hier, jong en
oud. Hun gewoonten, hun levenswijze,
ja zelfs hun uiterlijk lijken veel op die
van mijn bekenden thuis in Clare".
„Juist, juist", zei kanunnik Costigan
„Natuurlijk is daar een nogal voor de
hand liggende verklaring voor. Beide
provincies worden door hetzelfde oude
slag buitenmensen bewoond. In Clare
waren jullie altijd een beetje geïsoleerd
van wat men gewoonlijk noemt: de ze
geningen der beschaving. De Shannon,
de bergen en de zee hebben steeds hun
uiterste best gedaan, jullie daarvoor te
bewaren".
Hier streven de rivier en de heuvels
naar hetzelfde doel. Evenals in Clare is
het volk van Carriglea een oud, trots
erf gastvrij volk. Is het daarom zover
wonderlijk, dat u zo'n sterke gelijke
nis bemerkt tussen deze mensen en die
daarginds?"
„In ieder geval is het een goede theo
rie, pater, kanunnik bedoel ik."
(Wordt vervolgd)
(Van onze Utrechtse correspondent)
In samenwerking met de centrale re
cherche van de procureur-generaal te
Amsterdam heeft de Zuilense politie
klaarheid gebracht in een moordzaak,
die reedt dateert van 7 .Mei 1945,
In de nacht van 6 op 7 Mei van dat
jaar werd het echtpaar P. te Zuilen door
een tweetal mannen, die zich via een
met carton afgesloten raam toegang tot
de woning hadden verschaft, in de slaap
kamer met revolverschoten gedood.
Een dochtertje van het echtpaar, dat
sliep in de kamer, waar de daders het
eerst binnentraden, en door het gerucht
ontwaakte, werd echter ongemoeid ge
laten.
Voor zover thans bekend is, heeft
deze moord een politieke achtergrond.
In de oorlog bestond te Zuilen een
ongeorganiseerde verzetsgroep, welke
een tijd lang onder leiding stond van
een zekere Van Santen, die wegens zijn
illegale activiteit door de Duitsers werd
gefusilleerd. Door een lid van deze ver
zetsgroep, mej. T., werd de echtgenote
van P. ervan verdacht inlichtingen over
de groep aan de Duitsers te hebben ver
strekt, om welke reden er op werd aan
gedrongen haar te liquideren.
In de avond van 6 Mei werd hoe
wel de capitulatie toen reeds had plaats
gevonden alsnog besloten de liquida
tie doorgang te doen vinden. Twee leden
van de groep, J. C. v. d. H. en J. T. B.
verklaarden zich bereid deze uit te voe
ren; hun revolvers ontvingen zij van
mej. T.
Op genoemde wijze hebben zij zich
des nachts toegang tot de slaapkamer
verschaft en daar zoals thans vast
staat eerst de vrouw en daarna de
man van het leven beroofd.
De daders, die verleden week, even
als mej. T„ zijn gearresteerd, hebben
een volledige bekentenis afgelegd en
zijn in het Huis van Bewaring te
Utrecht ingesloten.
Zij hebben verklaard ook de echt
genoot P., die met de zaak overigens
niets uitstaande had, te hebben ver
moord, daar zij vreesden door hem
herkend te worden.
De zaak is thans eerst tot klaarheid
gekomen, doordat een lid van de illegale
groep, die wegens een ander feit was
gearresteerd, over deze kwestie inlich
tingen aan de officier van justitie had
verstrekt.
Zoals bekend, is de machtiging aan ge
meentebesturen om voor de uitvoering
van bepaalde bouwwerken de vereiste
Rijksgoedkeuring te verlenen, ten aan
zien van het gemeentebestuur van Om
men ingetrokken.
Het ministerie van Wederopbouw en
Volkshuisvesting deelt mede. dat in Om
men het Rijksbureau Justitionele Bouw-
contróle vier en dertig processen-verbaal
en rapporten opgemaakt heeft ter zake
van bouwen zonder rijksgoedkeuring. In
een aantal gevallen waren bovendien de
voorschriften der gemeentelijke bouw
verordening volledig genegeerd. In vier
van deze gevallen had het gemeentebe
stuur vergunning verleend voor de bouw
van een kippenhok. Op de bouwaanvra-
gen waren als bouwkosten bedragen op
gegeven, variërend van f 485 tot f 500. In
werkelijkheid evenwel werden woningen
gebouwd, waarvan de kosten het drie
tot zevenvoudige bedroegen.
Deze feiten hebben het vertrouwen,
dat het gemeentebestuur van Ommen de
hem overgedragen taak nauwgezet zou
uitvoeren, zodanig geschokt, dat beslo
ten werd de verleende bevoegdheid in
te trekken. Voorlopig zal deze bevoegd
heid weer door het betrokken rijks
orgaan worden uitgeoefend.
Zaterdagnacht zijn in Den Haag twee
clandestiene plakkers aangehoudén, die
verkiezingsleuzen van de C. P. N. ver
spreidden. Biljetten en stijfsel zijn in be
slag genomen, de plakkers kregen pro
ces-verbaal.
Een leger in ballingschap door luite
nant-generaal W. Anders, oud-opper
bevelhebber der Poolse strijdkrachten
in de U.S.S.R. en oud-bevelhebber van
het tweede Poolse legercorps in Italië,
behandelt de geschiedenis van het
Poolse leger gedurende de Tweede We
reldoorlog. Polen hebben bijgedragen in
de bevrijding van Zuid-Nederland, maar
niet alleen daarom is dit boek voor Ne
derlanders lezenswaard. (Over de krijgs-
verrichtinen in ons land wordt door ge
neraal Anders slechts in een enkele
regel gesproken). In Noord-Afrika on
der Alexander maar vooral gedurende
de Slag bij Monte Cassino hebben de
Poolse troepen zich grote roem verwor
ven, gebeurtenissen die in dit boek wel
uitvoerig verhaald worden. Maar ook
deze wapenfeiten zouden ons wellicht,
nu we immers reeds zoveel oorlogs-
lectuur voorgezet kregen, niet meer
kunnen bewegen dit werk ter hand te
nemen. Voor de Polen, die van deze
strijdkrachten deel uitmaakten, was de
dag van de wapenstilstand niet tevens
die van de bevrijding. Generaal Anders
bepaalt zich dan ook niet slechts tot de
militaire aspecten van deze krijgsge
schiedenis; aan de tragische politieke
verwikkelingen waarvan zijn troepen
het slachtoffer werden, besteedt hij niet
minder aandacht. Hoe de Poolse erf
vijand Rusland gedurende en vooral na
de jongste oorlog de Polen aan zich
onderwierp en hoe de Westerse gealli
eerden op de verschillende internatio
nale conferenties waarin de Poolse zaak
ter tafel kwam tekort schoten wordt
zakelijk, zonder dat Anders zich door
rancuneuze gevoelens laat meeslepen,
beschreven. Uitgeverij Born te Assen
zorgde voor een keurige uitgave van
dit belangrijke historische werk.
H. Br.
Gids voor het Maatschappelijk Werk
te Amsterdam De Sociale Raad deed
de vierde druk verschijnen van deze
practische gids, waarin een vijfhonderd
tal hoofdstedelijke instellingen van alle
richtingen, met korte oriënterende be
schrijving, zijn opgenomen. Het over
zichtelijke handboekje, onmisbaar voor
wie met de dagelijkse praktijk van het
werk te maken heeft, is te verkrijgen
aan het bureau van de Sociale Raad te
Amsterdam.
De greep naar het kind De kinder
rechter kan een jongen of meisje tijde
lijk. in het eigen gezin, onder toezicht
stellen van een gezinsvoogd of gezins
voogdes. Theo C. Droogh schreef, ten be
hoeve dier tijdelijke voogden, onder bo
vengenoemde titel een boekje, waarin
hij in verhalende vorm een gezinsvoog
des laat optreden. Spelenderwijs brengt
hij daarbij de nodige juridische stof on
der de aandacht van de lezer, terwi.il
een wettelijke documentatie en lijst van
instellingen die zich met verwaarloosde
en misdadige jeugd bezig houden zijn toe
gevoegd. Geen handleiding maar een in
leiding noemt mr. W. H. Ariëne. voorzit
ter van het Kath. Verbond van Kinder
bescherming (onder welks auspiciën de
uitgave staat) in zijn voorwoord dit aan
trekkelijke boekje, dat degenen, voor wie
het geschreven is. van veel nut kan zijn.
A. Bgi.
Gezinnen in nood „Het vraagstuk
van het onmaatschappelijk gedrag", zo
als de ondertitel luidt, wordt door dr,
H. van Rooy in een bekende, maar uiter
mate héldere gedocumenteerde studie
uiteengezet, in deeltje no. 13 van de
Volkspaedagogische bibliotheek, uitgave
Vrij Nederland, Amsterdam. De schrijver,
privaat-docent in de criminologie aan de
rijksuniversiteit, geeft in de eerste hoofd
stukken een grondige analyse, in bondige
formulering van verschijnselen, begrin,
oorzaken der onmaatschappelijkheid, om
vervolgens over te gaan tot de situatie
der gezinnen in kampen, tijdens de oor
log door evacuatie ontstaan. En hoe be
staande onbevredigende toestanden ver
beterd zouden kunnen worden.
Het onmaatschappelijk gezin staat in
de belangstelling sinds het wetsontwerp
(in bijlage hier aan toegevoegd) aanhan
gig is gemaakt, dat overheidstoezicht op
deze gezinnen wil uitoefenen. Bovenge
noemde objectieve, erudiete uiteenzet
ting, door een uitermate deskundig ka
tholiek, die op gereserveerde, zeer pret
tig leesbare, pakkende wijze de zaak in
al haar aspecten openlegt, kan ieder, die
met de kwestie te maken heeft, tot be
trouwbare en leerzame gide dienen.
Maatschappelijke werk(st)ers en zQ,
die, hoe dan ook. in de dagelijkse prak
tijk met het onmaatschappelijk gezin
maken hebben, doen zichzelf te kort als
ze van deze voortreffelijke publicatie
A. BgL geen kennis nemen.
A. BgL