Bioscoopbedrijf in moeilijkheden MGR. PAOLO GIOBBE Minister Stikker's dubbele taak besproken Hongaarse communisten en de Nederlandse filmcensuur DE STILLE MAX POLITIEKE MOORD OPGEHELDERD O.E.E.C.-functie gecombineerd met die van minister zonder portefeuille? Wil Nederland Nieuw- Guinea behouden? HERDENKING VAN DE GEVALLENEN In de Ridderzaal op 4 Mei Gezantschap kreeg voor filmvertoning geen zaal BIJZETTING URN UIT INDONESIË Recettes met ruim 30 pet gedaald Herdenking geboortedag Willem van Oranje Winnaar flOOO.- Waarborg-kleding alleen bij Kreymborg: j in 25 zaken over geheel Nederland Vijf en twintig jaar bisschop Echtpaar gedood op 7 Mei 1945 (^Ter verrijking van geest en hart^ DINSDAG 25 APRIL 1950 PAGINA 3 Buitenland in Eerste Kamer DOM A. H. JANSSENSf Tweede groep leerling- vliegers naar de V-S. Naschrift Koningin zal krans bij Nat. Monument leggen Eerste kwartaal 1950 wijst op verdere daling Prins Bernhard naar de V.S. REBUS ,ORGELCOMITé LOBITH' PROGRAMMARAAD WERELDOMROEP door PATRICK PURCILL OMMEN BOUWDE „KIPPENHOKKEN" Doch er verrezen woningen Clandestiene plakkers Gisteravond heeft de Eerste Kamer een begin gemaakt met de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken. De beraadslagingen werden geopend door de heer Reyers (C.H.), die uitdruk king gaf aan het respect en de waarde ring van zijn fractie voor 's ministers werkkracht. Spr. zei, dat hij het wel gewenst zou zien, dat de minister had aangegeven, waaruit het eigen stempel van onze politiek bestaat. Wat de functie van minister Stikker als politiek bemiddelaar der O.E.E.C. aangaat verklaarde spr., dat het te be treuren zou zijn als de benoeming in deze functie de verhoudingen met Belgié ongunstig zou beïnvloeden. Hij vroeg zich af, of deze functie niet beter ge combineerd kan worden met die van minister zonder portefeuille. Z.i. behoren de Uniezaken onderge bracht te worden bij de minister van Buitenlandse Zaken. Thans worden ze door twee departementen behandeld. Aan welke minister worden de stukken over Indonesië geadresseerd? Spr. meen de, dat deze zaken hier door hetzelfde departement moeten worden behandeld als in Indonesië. Naar zijn oordeel hangt de rechtsverhouding tot Indonesië in de lucht. De heer Van Heuven Goedhart (Arb.) betoogde, dat het van grote waarde is voor Nederland, dat de minister met zo belangrijk internationaal werk belast is. Zijn benoeming is een eer voor ons va derland en voor hem zelf. Spr. was van oordeel, dat het werk van het departe ment een minister van Buitenlandse Zaken geheel opeist. Daarbij komt het lidmaatschap van tal van internationale organisaties, dat verplichtingen mee brengt. En thans komt daarbij het werk van de politieke bemiddelaar van de O.E.E.C. Met alle waardering voor de werkkracht van de minister, meende spr., dat men geen taken op zich moet nemen, die boven de kracht gaan. Naar spr.'s oordeel zouden er drie oplossingen kunnen gevonden wor den: aftreden als minister, overgang van de huidige post naar die van minister zonder portefeuille of over gang van de huidige situatie naar die van minister met een beperkte portefeuille. De beide eerstgenoem de oplossingen wenste spr. niet. Hij meende echter, dat men zou kunnen komen tot een beperking der minis teriële verantwoordelijkheid tot die aangelegenheden, die de O.E.E.C. en de Raad van Europa betreffen, zoals de heer Van der Goes van Naters in de Tweede Kamer heeft verdedigd. Prof. Beaufort (K.V.P.) getuigde van zijn instemming met 's ministers beleid in het algemeen. In de benoeming van de minister tot politiek bemiddelaar zag spr. waardevolle mogelijkheden voor Nederland en de minister zelf. Intussen zijn er ook gevaren aan ver bonden. Als oplossing zag spr. de mo gelijkheid de minister te doen ter zij- He staan, door een minister zonder por tefeuille. Spr. bracht ter sprake de ontvoering Van 28.000 Griekse kinderen, die niet worden teruggegeven. Hij zei te weten, dat de regering ten deze machteloos is, doch hij meende, dut hij aan zijn plicht tekort zou schieten als niet openlijk ge protesteerd werd tegen een hemelter gend misdrijf, zoals dat in de wereld geschiedenis niet is voorgekomen. De heer Wendelaar (V.V.D.) was het met het beleid der regering ten aanzien van Indonesië niet eens. De Uniepartner komt in uitlatingen en daden meermalen in strijd met de R.T.C.-overeenkomst. Hij vroeg zich af waar dat heen leidt en wat Nederland daartegen doet. Spr. verklaarde Nieuw-Guinea te be schouwen als Nederlands gebied. Er zijn goede kansen het te behouden. Wil de regering dat? Spreker betwijfelde het. Hij wilde in ieder geval, dat de Staten- Generaal gelegenheid krijgen in volle vrijheid er over te oordelen. Tegen elf uur brak spr. zijn rede af. Devoorzitter verdaagde de vergade ring tot Dinsdagochtend. In de Ridderzaal worden 4 Mei, des middags drie uur, op de traditionele wijze zij, die in de laatste oorlog waar ter wereld ook in de strijd om de vrij heid het leven lieten, herdacht. Deze herdenking, die dus een internationaal karakter draagt zal worden bijgewoond door vele ministers, ambassadeurs en gezanten. Het Tóonkunstkoor, de Amerikaanse tenor Donald Dame en de pianisten Felix de Nobel en Eduardo del Pueyo zullen tijdens de herdenking muziek en zang laten horen. Als sprekers treden op prof. mr. R. Kranenburg, voorzitter der Eerste Ka mer, minister mr. J. R. H. van Schaik en prof. dr. K. Dijk. Op 68-jarige leeftijd is te Hilversum in de R.K, Ziekenverpleging, waar hij reeds enige tijd in verband met een hartaandoening werd verpleegd, overle den de hoogeerw. pater Albertus Hen- ricus Janssens, abt van het Cisterciër,- ser klooster te Pont Colbert te Versail les en oud generaal-abt der Cisterciën- ser Orde. Dom Janssens werd te Tilburg geboren. Als een der eerste Nederlanders deed hij zijn intrede in het klooster te Nieuwkuyk, waar de Franse Cister- ciënsers van het klooster Pont Col bert te Versailles verbleven na hun verdrijving uit Frankrijk in' het begin van deze eeuw. In 1924 werd Dom Jans sens gekozen tot abt van het klooster te Versailles als opvolger van abt Ber nard Maréchal Zijn toepassing van het kerkelijk asylrecht brachten hem na deze oorlog in moeilijkheden met de wereldlijke autoriteiten, hetgeen zijn re patriëring noodzakelijk maakte. Hij ver bleef te Hilversum in de woning van zijn zuster. In October van het vorig jaar vierde hij het zilveren jubileum van zijn abtswijding. De plechtige Requiemmis zal Vrijdag om 10 uur in de O.L. Vrouwekerk te Hilversum worden opgedragen, waarna het stoffelijk overschot op het klooster kerkhof van „Mariënkroon" te Nieuw kuyk ter aarde zal worden besteld. Naar wij vernemen zal binnenkort een tweede groep Nederlandse leerling- vliegers naar Amerika gaan om daar op geleid te worden. Zoals bekend is, zal de eerste groep, van vierenveertig leer ling vliegers, binnenkort naar Amerika. (Van onze correspondent') Het leidende blad van de Hongaarse communistische partij, „Szabad Nép". meldt, dat het gezantschap van de Hon gaarse volksrepubliek in Den Haag, zoals dat ook door alle andere legaties gebeurt, 4 April als nationale feestdag met een receptie wilde vieren. Men was van plan in een der zalen van het Stede lijk Museum een feestelijkheid te orga niseren, waarbij een Hongaarse film zou worden vertoond De keus viel op de film Mevrouw Szabó", Na een proef voorstelling werd tegen de film geen be zwaar gemaakt, zo schrijft „Szabad Nép". De leden van de Nederlandse filmkeuring schijnen echter niet waakzaam genoeg geweest te zijn. De Nederlandse minister raad bemoeide zich zelf met de kwestie en kwam tot de conclusie, dat de ver toning van deze „propagandistische film" niet kon worden toeg.estaan. De betreffende film, zo schrijft het communistische blad, was inderdaad propagandistisch. Zij maakte propaganda Voor de vreedzame arbeid. De misdaad van de film „Mevrouw Szabó" is, dat zij, zoals trouwens alle filmproducten uit de volksdemocratieën, niet de roem van de geldmagnaten, doch van de arbeid ver kondigt. De lucht van deze film is niet ge-marshalliseerd. Zij ademt de atmo sfeer van het bevrijde, optimistische volk. De Nederlandse regering verklaarde, óat de autoriteiten van de Residentie Van het ministerie van Justitie de in structie hadden gekregen om voor het geval, dat de Hongaarse legatie deze film desondanks zou willen vertonen, de zaal liet ten beschikking te stellen. Wij moeten vaststellen, zo heet het in het bericht van de „Szabad Nép", dat het optreden van de Ne derlandse regering in strijd is met de elementaire eisen van de hoffe lijkheid. De Nederlandse censuur heeft het „recht" om aan de biosco pen en theaters, die aan haar con trole onderworpen zijn, voor te schrijven, welke films en toneel stukken mogen worden gegeven, doch zij heeft niet het recht om aan het Hongaarse gezantschap de wet te stellen. Men hoeft er zich natuurlijk niet over te verwonderen, dat de Hollandse stad houders van de U.S.A. zich tot derge- anH praktijken verlagen. Wat zou men üers kunnen verwachten van een re- die n°g Pas geleden de gedele- van uCn van het wereldvredescongres omriat3- grondgebied heeft verjaagd, j ^ij bang was voor het werk van wac Satie? De Nederlandse regering de wal?'- dat ket volk van Nederland keliit r d zou vernemen over de wer- -Uke verhoudingen en de gelukkige ontwikkeling in de volksdemocratieën. Deze angst is een teken van zwakheid. De brutale provocatie stelt de Neder landse regering echter aan de kaak. Bovenstaande beschouwing van Hon gaarse zijde is wel een tikje misleidend. Inderdaad is de film in kwestie niet voor vertoning vrijgegeven en inderdaad is de zaal, die men voor vertoning uitgezocht had, niet beschik baar gesteld, maar die zaal was een ruimte in het gemeentemuseum, alwaar alleen z.g. culturele filmvertoningen mogen plaats hebben. Afgezien van dit alles leest men met verbazing in dat Hongaarse blad, dat de Nederlandse censuur van alles mag, behalve wanneer het Hongaarse gezantschap er anders over denkt. RED. Zaterdag zal, zoals reeds bericht is, de plechtige bijzetting van de urn met de aarde der Erevelden in Indonesië in het Nationale Monument op het Midden Dam-terrein te Amsterdam geschieden. De plechtigheid', die door H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Bernhard zal worden bijgewoond, begint om half drie met een bijeenkomst in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. In deze samenkomst zal de minister zonder portefeuille, de heer L. Götzen, het woord voeren. Zijn rede wordt voorafgegaan door schriftlezing door de waarnemende hoofd-vlootaalmoezenier, de zeereerw. heer A. O. H. Brugmans. De plechtigheid zal worden opgeluisterd door orgelspel en zang van Laurens Bogtman en van het Nederlands Kamerkoor. De oud- hoofd-legerpredikant ds. J. C. Konings berger zal tenslotte voorgaan in gebed. Vervolgens zal de urn door vier ver tegenwoordigers van de strijdkrachten naar het Midden Dam-terrein worden gedragen. Na een korte toespraak door minister Götzen en de aanvaarding van de zorg voor de urn door de burgemees ter van Amsterdam, zal H. M. de Konin gin een krans leggen aan de voet van het monument. Verscheidene autoriteiten zullen dit voorbeeld volgen. De plechtigheid wordt besloten met een taptoe en een défilé, waarbij gele genheid bestaat bloemen bij het monu ment te leggen. De Zoon van fëric deïjoocmm j 62. Alles vindt plaats in enkele seconden. Reeds heft de sluipmoordenaar zijn luapen voor de lafhartige stqot. Gewaarschuwd door Eric's kreet wendt de cran- voerder zich om. Te laat! Nee! Met een forse sprong heeft de Noorman zich tussen hem en de krijger geworpen. Zijn arm zwaait met alle kracht naar voren. Wanhopig tracht de soldaat de slag nog af te weren, doch eer hij zijn zwaard halverwege heeft kunnen krijgen, ojitglipt het wapen reeds aan de machteloos geworden vuist „Voor de tweede maal: bravo!" lacht de aanvoerder, als Eric naast hem schuift. En nu hij de stem van zo nabij hoort heeft de Noorman nogmaals het onbestemde gevoel deze man vroeger ontmoet te hebben. Maar waar „Daar zou ik thans m'n hoofd niet over breken," raadt de aanvoerder grinnikend zijn gedachten. „Eerst moeten we Lauri's jachthonden uit elkaar slaan. Val aan. heer Eric!" Zij aan zij dringen zij naar voren, en hun voorbeeld zweept de mannen op tot een doldrieste stormloop op de laatste van Lauri's mannen. De laatste weerstanden worden gebroken. Hier en daar vluchten reeds schichtige gestalten weg in het duistere woud. De uitslag is niet twijfelachtig meer. Terwijl hij toeziet hoe zij vluchten vraagt Eric zich af wie deze mannen toch zijn, die met zoveel verbetenheid op de soldaten van de magiër aanvallen? Tot een plotselinge manestraal over het gelaat van de man naast hem de oplossing brengt. Want in die man herkent hij ineens de boer, die hij eenmaal uit de handen van Lauri's mannen redde. En meteen klinken hem de laatste woorden weer in de oren, welke de man toen bij het afscheid tot hem gesproken heeft: „Ik ga mij aan- sluiten bij de Lynx der Wouden De Lynx der Wouden! Dit moeten de mannen zijn, die zich bij deze gevreesde vrijheidsstrijder hebben aangesloten, liever dan langer onrecht van Lauri te dulden. Alles wordt hem nu duidelijk. Hartelijk begroet hij de boerdie hem op zijn verzoek naar de aanvoerder brengt. Deze geeft zijn mannen juist orders omtrent de achter- volging der uiteengeslagen krijgers, maar als hij Eric ziet naderen treedt hij op hem toe en drukt hem lachend de hand. Nu pas heeft de Noorman tijd om aandachtig het gelaat van de Lynx der Wouden op te nemen. „Maar wij kennen elkaar!" roept hij dan uit. ,JZijt gij niet...!" Hij aarzelt verrast. In het zo juist verschenen verslag over 1949 van dewerkzaamheden van de Ned. Bioscoopbond deelt de directeur dezer organisatie, de heer J. G. J. Bos man mede, dat het bioscoopbezoek, ver geleken bij vóór de oorlog, nog vrij be vredigend is, al ligt het ten achter bij dat in de ons omringende landen, waar een nationale productie zowel als de volksaard en het ontbreken van be paalde confessionele bezwaren een gro tere belangstelling in de hand werken. Heel wat ernstiger ziet het er uit met de ontvangsten. De terugloop hiervan besprekend, alsmede de on mogelijkheid om een aanpassing te ver krijgen aan de algemene kosten- index, concludeert het verslag, dat een verlaging van de extra lasten op het film- en bioscoopbedrijf de enige uit komst zal blijken te zijn, wil de winst gevendheid gehandhaafd worden. De reserves van het bedrijf zijn reeds in het bezit van de fiscus, en indien deze ontwikkelingsgang zich voortzet, zullen noodgedwongen sluitingen ofwel een prijsgeven van veler onafhankelijkheid ontstaan, nog afgezien van de kwali teitsvermindering der programma's Het verslag memoreert, dat een uit gebreid onderzoek gaande is naar de mogelijkheid ener herziening van de vermakelijkheidsbelasting op filmvoor stellingen. Blijkens de in het verslag opgenomen statistieken zijn de recettes over het ge hele land sedert 1946 met ruim 30 pot. gedaald. Hierbij zij aangetekend, dat op grond van de ervaring van het eerste kwartaal 1950 verwacht moet worden, dat in dit jaar een verdere daling tot ca. 40 pet. zal plaats vinden. In verband met de herdenking van de geboortedag van Prins Willem van Oran je is gistermiddag in de Nieuwe Kerk te Delft op het praalgraf een krans ge- 'egd door het Algemeen Nederlands Verbond. De voorzitter, de heer E. H. Bos sprak een korte herdenkingsrede uit 'waarin hij de betekenis van Willem van Oranje voor de vestiging van de Nederlandse staat uiteenzette. Nadat de krans in nationale kleuren bij het mau soleum was geplaatst, speelde de orga nist Dirk Janszn. Zwart het Wilhelmus. Z K. H. Prins Bernhard zal 1 Mei met' het lijnvliegtuig van de K. L. M. naar Ne.w York vliegen, om op 5 Mei dP Holland Fair", de grote Nederland se exporttentoonstelling, die in Phila- dephia wordt gehouden, te openen. Advertentie F. A. VONK, Rijnstraat 14, Pannerden. De programma's bestonden in het af gelopen jaar, naar het land van oor sprong der hoofdfilms gerekend, voor 72.25 pet. uit Amerikaanse, 11.44 pet. uit Engelse, 3.24 pet: uit Franse en 1.96 pet. uit Nederlandse films. De overige lan den leverden 11.11 pet. van het bio- seoopprogramma, waarvan Italië 2.64 pet. en Oostenrijk 2.56 pet. Het aantal ingevoerde hoofdfilms bedroeg in het afgelopen jaar 433, dit is vergeleken bij de 497 films, die in 1946 werden geïmporteerd, een vermindering van ruim 60 hoofdfilms. De copievervaardiging geschiedt meer en meer door de Nederlandse industrie. Bedroeg het aantal ingevoerde 35 mm. copieën in 1946 nog ruim 1000. sedert dat jaar is het met bijna de helft ver minderd. Het aantal op 1 Januari 1950 in be drijf zijnde bioscopen bedroeg 488; het aantal filmverhuurkantoren 43, het aan tal filmfabrieken 10, het aantal filmpro ductiezaken 7 en het aantal reisbiosco pen 20. Advertentie Bij beschikking van de staatssecretaris van O., K. en W. zijn tot het tijdstip waarop nieuwe wettelijke voorzieningen met betrekking tot de wereldomroep in werking treden, benoemd in de pro grammaraad tot lid en voorzitter: P. A. Kerstens, en tot leden: H. Algra, mr. F. J. Brevet, mevr. E. van Hall-Nijhoff, L. Hanekroot, J. A. van Houten, mr. J. W. de Jong Schouwenburg, mr. J. A. Jonkman, mr. A. W. Schade v. Westrum, A. N. van Velsen, en mr. G. A. M. Vogelaar. Morgen, Woensdag 26 April, op de feestdag van de H. Liduina, herdenkt Mgr. Paolo Giobbe, Apostolisch Inter nuntius te Den Haag, de dag, waarop hij vfjf en twintig jaar geleden tot Bisschop werd gewijd. Daaraan was op 30 Maait 1925 zijn benoeming tot titulair-Aartsbis- schop van Ptolemaïs in Thebaïde vooraf gegaan. Op deze dag viert Mgr. Giobbe ook zijn vijf en twintigjarig jubileum als diplomaat. Want een kwart eeuw ge leden werd hij benoemd tot Apostolisch Internuntius in Columbia, een functie, welke hij tien jaar heeft bekleed. Daarop volgde zijn benoeming in Den Haag, waar al len, die het voor recht genoten met hem in aanraking te komen, de Pau selijke afgezant leerden kennen al? een zeer beminne lijk priester, ge vormd tot een voor treffelijk diplomaat beslist in zijn op treden en vooral van een zeer inne mende bescheiden heid. Het is deze be scheidenheid, die Mgr. Giobbe het besluit deed nemen zieh te onttrekken aan enig officieel eerbetoon bij gele genheid van zijn zeventigste verjaar dag. Zij zou zijn pei- soon betreffen en hij heeft dat willen mijden. Morgen echter herdenkt hij de verheffing tot de waardigheid van het bisschopsambt Deze voor een pries ter zo hoge uitver kiezing zal te Den Haag met kerke lijke luister worden gevierd. En wel licht is er daarna nog gelegenheid de Internuntius te be wijzen hoezeer wij ook de mens in deze priester eren. 3 „Wel, jonge man, wat kan ik voor je doen?" Het kwam zo onverhoeds, dat Peter, die niet beter wist of de priester kende hem reeds of had minstens over hem horen spréken, in grote verlegenheid moest zoeken naar een antwoord. „Het spijt mij erg, kanunnik, dat ik u zo kom overvallen, maar weet u. ik ben de nieuwe hulponderwijzer in Carriglea en ik dacht zo, dat het hoog tijd werd eens bij u aan te koipen en u, als direc teur van de school, te bedanken voor mijn benoeming hier." De kanunnik pakte een bronzen doosje van tafel en knipte het deksel open. „Ah. juist, juist, en hoe heet u ook al weer?" „O'Dea, kanunnik. Peter O'Dea". .,Ja. ja, en snuift u misschien, Mr. O'Dea?" onderwijl de doos aanbiedend. Peter schudde zijn hoofd waarop de ka nunnik beurtelings elk van zijn neusga ten van een flinke dosis snuifpoeder voorzag. „Wel, Mr. O'Dea, het is mis schien niet de normale gang van zaken, en wat mij betreft, een erkenning van zwakte, maar feitelijk hoeft u mij hele maal niet te bedanken. Ik heb zo weinig te vertellen over dergelijke dingen in die uithoek van mijn parochie." Hij snoof nog eens. „Ik ben nu iets langer dan vijf tien jaar zielenherder in Killrone. De eerste vijf jaren heb ik hardnekkig ge tracht de volledige zeggenschap over mijn eigen, scholen te krijgen. Het was beter geweest, als ik mijn eigen boontjes had gedopt. Totdat, ik eindelijk verstan dig werd, of de moed verloor, precies zo als u dat wilt opvatten. Sindsdien staat Mr. Coady mij wel toe over de geeste lijke zaken van zijn pupillen te waken, maar in alle tijdelijke aangelegenheden, of het nu een ultimatum aan het depar tement van onderwijs, een uitbrander voor de concierge of het aanstellen van een nieuwe hulponderwijzer is, geeft hij de orders en ik gehoorzaam." Peter voelde zich ietwat onbehaaglijk, forceerde een glimlachje en zei weife lend: ..Mr. Coady schijnt een merkwaar dig man te zijn." „Merkwaardig", echode de kanunnik. „Ierland heeft zijns gelijke nog nooit gekend." De oude priester staarde ern stig naar zijn bezoeker. .,U denkt er na tuurlijk wel aan, Mr. ehO'Dea. dat ik vooropstel, dat u mijn zienswijze niet aan onze vriend Coady overbrengt. Ten overvloede zou ik nog kunnen zeggen, dat Coady en ik in geen tien jaar een woord hebben gewisseld, strikt zakelijke uitgezonderd." De kanunnik zuchtte. ,.Mr. Coady is een temperamentvol heerschap, die niet gewoon is zijn mening onder stoelen of banken te steken. Ik weet best, dat hij mij gewoonlijk betitelt als: Die kerkelij ke ouwe zuurpruim, daarboven in Kill rone, is 't niet?" Peter, waarheidlievend als hij was bloosde en begon te hakkelen, zei ten slotte, toen hij de zachte ogen zag twin kelen, met een flauwe hoop niet al te overmoedig te zijn: „Wel, toen ik hem vertelde, dat ik u ging bezoeken, zei hij inderdaad, dat hij een enkele maal woorden met u had glimlachte wei- gehad". Kanunnik Costigan willend. „Juist, zeer juist. U heeft de gave der diplomatie, mr. O'Dea. Mijn complimen ten. Dat heeft u daar keurig gezegd overigens kan ik mij best indenken, wat onze vriend Coady werkelijk zei. Maar ik vind, dat we nu beter onze grote blauwbaard moesten laten voor wat hij is en over uzelf praten. Ik veronderstel, dat u beneden in de woning van het schoolhoofd huist. Wilt u misschien dat ik een andei pension voor u zoek? Men vertelt mij wel eens, dat uw huidige woonstee gewoonlijk op een niet al te best geredigeerd gekkenhuis lijkt". „Och nee, ik ben best tevreden met wat ik nu heb", zei Peter ernstig. „Het is gemakkelijk zich te schikken naar zijn kleine eigenaardigheden. Bovendien he't eten en drinken is er prima en ik amuseer me best bij hem". „Amuseren, prachtig. Dan kunt u de goede God danken, jongeman, dat hij u een behoorlijke dosis gevoel voor hu mor heeft gegeven, te meer, daar Coady's nukken in de loop der jaren erin slaagden bij het merendeel van ons de humor te laten verdwijnen. Natuur lijk heeft hij tot nu toe geen tijd of ge legenheid gevonden zijn uitvindingen op u toe te passen. Heeft hij bijvoorbeeld al eens wasdag gehouden, sinds uw aan komst hier?" „Nog niet, kanunnik". „Aha, dan heeft u nog wat in het voor uitzicht, mr. O'Dea. Wacht maar tot u hem de voorbereidingen ziet treffen voor de grote was. Wacht maar totdat hij het front van uw Zondagse over hemd bederft met zijn gepatenteerde schrobmethode! Otegen de tijd dat u een paar jaar bij Coady bent, zal uw zin voor humor een harde leerschool hebben doorgemaakt. Maar, kunt u nog al met de mensen overweg? En met de leerlingen?" Peter s enthousiasme overwon einde lijk zijn aangeboren schuwheid. „Pater, kanunnik bedoel ik, ik ben werkelijk verbaasd over mijn eigen vor deringen. U moet weten, dat ik gewoon lijk verlegen van nature ben, een beetje langzaam om vrienden te maken. Ik verwachtte nooit iets anders te zijn dan een vreemdeling, een indringer om het zo te zeggen, onder deze mensen. In plaats daarvan ondervind ik elke dag, dat ze mij steeds meer als een der hun nen behandelen. Er schijnt een soort geestverwantschap te bestaan tussen mij zelf en de dorpsbewoners hier, jong en oud. Hun gewoonten, hun levenswijze, ja zelfs hun uiterlijk lijken veel op die van mijn bekenden thuis in Clare". „Juist, juist", zei kanunnik Costigan „Natuurlijk is daar een nogal voor de hand liggende verklaring voor. Beide provincies worden door hetzelfde oude slag buitenmensen bewoond. In Clare waren jullie altijd een beetje geïsoleerd van wat men gewoonlijk noemt: de ze geningen der beschaving. De Shannon, de bergen en de zee hebben steeds hun uiterste best gedaan, jullie daarvoor te bewaren". Hier streven de rivier en de heuvels naar hetzelfde doel. Evenals in Clare is het volk van Carriglea een oud, trots erf gastvrij volk. Is het daarom zover wonderlijk, dat u zo'n sterke gelijke nis bemerkt tussen deze mensen en die daarginds?" „In ieder geval is het een goede theo rie, pater, kanunnik bedoel ik." (Wordt vervolgd) (Van onze Utrechtse correspondent) In samenwerking met de centrale re cherche van de procureur-generaal te Amsterdam heeft de Zuilense politie klaarheid gebracht in een moordzaak, die reedt dateert van 7 .Mei 1945, In de nacht van 6 op 7 Mei van dat jaar werd het echtpaar P. te Zuilen door een tweetal mannen, die zich via een met carton afgesloten raam toegang tot de woning hadden verschaft, in de slaap kamer met revolverschoten gedood. Een dochtertje van het echtpaar, dat sliep in de kamer, waar de daders het eerst binnentraden, en door het gerucht ontwaakte, werd echter ongemoeid ge laten. Voor zover thans bekend is, heeft deze moord een politieke achtergrond. In de oorlog bestond te Zuilen een ongeorganiseerde verzetsgroep, welke een tijd lang onder leiding stond van een zekere Van Santen, die wegens zijn illegale activiteit door de Duitsers werd gefusilleerd. Door een lid van deze ver zetsgroep, mej. T., werd de echtgenote van P. ervan verdacht inlichtingen over de groep aan de Duitsers te hebben ver strekt, om welke reden er op werd aan gedrongen haar te liquideren. In de avond van 6 Mei werd hoe wel de capitulatie toen reeds had plaats gevonden alsnog besloten de liquida tie doorgang te doen vinden. Twee leden van de groep, J. C. v. d. H. en J. T. B. verklaarden zich bereid deze uit te voe ren; hun revolvers ontvingen zij van mej. T. Op genoemde wijze hebben zij zich des nachts toegang tot de slaapkamer verschaft en daar zoals thans vast staat eerst de vrouw en daarna de man van het leven beroofd. De daders, die verleden week, even als mej. T„ zijn gearresteerd, hebben een volledige bekentenis afgelegd en zijn in het Huis van Bewaring te Utrecht ingesloten. Zij hebben verklaard ook de echt genoot P., die met de zaak overigens niets uitstaande had, te hebben ver moord, daar zij vreesden door hem herkend te worden. De zaak is thans eerst tot klaarheid gekomen, doordat een lid van de illegale groep, die wegens een ander feit was gearresteerd, over deze kwestie inlich tingen aan de officier van justitie had verstrekt. Zoals bekend, is de machtiging aan ge meentebesturen om voor de uitvoering van bepaalde bouwwerken de vereiste Rijksgoedkeuring te verlenen, ten aan zien van het gemeentebestuur van Om men ingetrokken. Het ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting deelt mede. dat in Om men het Rijksbureau Justitionele Bouw- contróle vier en dertig processen-verbaal en rapporten opgemaakt heeft ter zake van bouwen zonder rijksgoedkeuring. In een aantal gevallen waren bovendien de voorschriften der gemeentelijke bouw verordening volledig genegeerd. In vier van deze gevallen had het gemeentebe stuur vergunning verleend voor de bouw van een kippenhok. Op de bouwaanvra- gen waren als bouwkosten bedragen op gegeven, variërend van f 485 tot f 500. In werkelijkheid evenwel werden woningen gebouwd, waarvan de kosten het drie tot zevenvoudige bedroegen. Deze feiten hebben het vertrouwen, dat het gemeentebestuur van Ommen de hem overgedragen taak nauwgezet zou uitvoeren, zodanig geschokt, dat beslo ten werd de verleende bevoegdheid in te trekken. Voorlopig zal deze bevoegd heid weer door het betrokken rijks orgaan worden uitgeoefend. Zaterdagnacht zijn in Den Haag twee clandestiene plakkers aangehoudén, die verkiezingsleuzen van de C. P. N. ver spreidden. Biljetten en stijfsel zijn in be slag genomen, de plakkers kregen pro ces-verbaal. Een leger in ballingschap door luite nant-generaal W. Anders, oud-opper bevelhebber der Poolse strijdkrachten in de U.S.S.R. en oud-bevelhebber van het tweede Poolse legercorps in Italië, behandelt de geschiedenis van het Poolse leger gedurende de Tweede We reldoorlog. Polen hebben bijgedragen in de bevrijding van Zuid-Nederland, maar niet alleen daarom is dit boek voor Ne derlanders lezenswaard. (Over de krijgs- verrichtinen in ons land wordt door ge neraal Anders slechts in een enkele regel gesproken). In Noord-Afrika on der Alexander maar vooral gedurende de Slag bij Monte Cassino hebben de Poolse troepen zich grote roem verwor ven, gebeurtenissen die in dit boek wel uitvoerig verhaald worden. Maar ook deze wapenfeiten zouden ons wellicht, nu we immers reeds zoveel oorlogs- lectuur voorgezet kregen, niet meer kunnen bewegen dit werk ter hand te nemen. Voor de Polen, die van deze strijdkrachten deel uitmaakten, was de dag van de wapenstilstand niet tevens die van de bevrijding. Generaal Anders bepaalt zich dan ook niet slechts tot de militaire aspecten van deze krijgsge schiedenis; aan de tragische politieke verwikkelingen waarvan zijn troepen het slachtoffer werden, besteedt hij niet minder aandacht. Hoe de Poolse erf vijand Rusland gedurende en vooral na de jongste oorlog de Polen aan zich onderwierp en hoe de Westerse gealli eerden op de verschillende internatio nale conferenties waarin de Poolse zaak ter tafel kwam tekort schoten wordt zakelijk, zonder dat Anders zich door rancuneuze gevoelens laat meeslepen, beschreven. Uitgeverij Born te Assen zorgde voor een keurige uitgave van dit belangrijke historische werk. H. Br. Gids voor het Maatschappelijk Werk te Amsterdam De Sociale Raad deed de vierde druk verschijnen van deze practische gids, waarin een vijfhonderd tal hoofdstedelijke instellingen van alle richtingen, met korte oriënterende be schrijving, zijn opgenomen. Het over zichtelijke handboekje, onmisbaar voor wie met de dagelijkse praktijk van het werk te maken heeft, is te verkrijgen aan het bureau van de Sociale Raad te Amsterdam. De greep naar het kind De kinder rechter kan een jongen of meisje tijde lijk. in het eigen gezin, onder toezicht stellen van een gezinsvoogd of gezins voogdes. Theo C. Droogh schreef, ten be hoeve dier tijdelijke voogden, onder bo vengenoemde titel een boekje, waarin hij in verhalende vorm een gezinsvoog des laat optreden. Spelenderwijs brengt hij daarbij de nodige juridische stof on der de aandacht van de lezer, terwi.il een wettelijke documentatie en lijst van instellingen die zich met verwaarloosde en misdadige jeugd bezig houden zijn toe gevoegd. Geen handleiding maar een in leiding noemt mr. W. H. Ariëne. voorzit ter van het Kath. Verbond van Kinder bescherming (onder welks auspiciën de uitgave staat) in zijn voorwoord dit aan trekkelijke boekje, dat degenen, voor wie het geschreven is. van veel nut kan zijn. A. Bgi. Gezinnen in nood „Het vraagstuk van het onmaatschappelijk gedrag", zo als de ondertitel luidt, wordt door dr, H. van Rooy in een bekende, maar uiter mate héldere gedocumenteerde studie uiteengezet, in deeltje no. 13 van de Volkspaedagogische bibliotheek, uitgave Vrij Nederland, Amsterdam. De schrijver, privaat-docent in de criminologie aan de rijksuniversiteit, geeft in de eerste hoofd stukken een grondige analyse, in bondige formulering van verschijnselen, begrin, oorzaken der onmaatschappelijkheid, om vervolgens over te gaan tot de situatie der gezinnen in kampen, tijdens de oor log door evacuatie ontstaan. En hoe be staande onbevredigende toestanden ver beterd zouden kunnen worden. Het onmaatschappelijk gezin staat in de belangstelling sinds het wetsontwerp (in bijlage hier aan toegevoegd) aanhan gig is gemaakt, dat overheidstoezicht op deze gezinnen wil uitoefenen. Bovenge noemde objectieve, erudiete uiteenzet ting, door een uitermate deskundig ka tholiek, die op gereserveerde, zeer pret tig leesbare, pakkende wijze de zaak in al haar aspecten openlegt, kan ieder, die met de kwestie te maken heeft, tot be trouwbare en leerzame gide dienen. Maatschappelijke werk(st)ers en zQ, die, hoe dan ook. in de dagelijkse prak tijk met het onmaatschappelijk gezin maken hebben, doen zichzelf te kort als ze van deze voortreffelijke publicatie A. BgL geen kennis nemen. A. BgL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 3