Samenwerking van 4 beroemde geneesmiddelen Chefarine „4 \mi EMILE ERENS, oprecht hagiograaf Vrijheid en geluk Prijsregeling gedistilleerd een'Mensen op reis sociale aangelegenheid Vitaal op de leeftijd der allersterksten E I DE STILLE MAN Wij luisteren naar geneesten verfiaaitde fvuid KORSTEN van 1848 4 Boycot van Nederl. scheepsbouw Maatregel tegen drank misbruik Meningsverschil bij de Ned. Spoorwegen J.J. A BOLLER r V. J ZATERDAG 29 APRIL 1950 PAGINA 3 De 4 bestanddelen van Chefarine „4" zijn elk stuk voor stuk al beroemd voor het bestrijden van zware hoold- en andere pijnen, tegen griep en verkoudheid. Haar tezamen in één tablet verenigd werken ze nog beter. Ook in dit geval dus: Eendracht maakt machtI VIERVOUDIGE WERKING Heerengracht 408 Amsterdam JUBILEUMVERGADERING VAN DE A.R.K.A. Huldiging van jubilarissen Advies goedgekeurd in Portugees parlement door PATRICK PURCILL Tussen personeelsraad en directie Liturgische weekkalender In ieder mensenhart leeft een onweer staanbare drang naar geluk. Rijk en arm. jong en oud, allen trachten op hun manier uit hun omstandigheden net maximum aan geluk en vreugde te per sen, waartoe het leven hun de.kans biedt. Litteratuur en kunst hebben de eeuwen door in dit streven een onuitputtelijke bron van inspiratie gevonden, omdat hierin het menselijk karakter in zijn ein deloze verscheidenheid zo duidelijk aan de dag treedt. Niet iedereen verstaat echter onder geluk hetzelfde. Al naar gelang van het verschil in levensopvatting hebben den kers en dichters in de loop der tijden hiervan sterk van elkander afwijkende definities gegeven. Geen enkele bepaling echter is zó dui delijk, zó bevredigend, zó alles omvat tend als die, waarmee een groot en be roemd wijsgeer het geluk aanduidde als „de rust in het bezit". Wanneer een mens zich een bepaald doel stelt, met al zijn krachten naar de verwezenlijking daarvan streeft, en dan eindelijk bereikt wat hij verlangt, dan is zijn voldoening des te groter, naar mate hij ongehinderder en door minder belemmerd van zijn verworven „bezit" kan genieten. Omdat echter geen aards goed vrij is Van zorgen en schaduwzijden, is het be zit in volkomen ongestoorde rust een onmogelijkheid. Bovendien zijn stoffe lijke zaken nu eenmaal niet bij machte de algemeen-menselijke oneindigheids- drang geheel te bevredigen. Dit te wil len ontkennen helpt totaal niets. Wij kunnen daardoor alleen onze innerlijke onrust verergeren. En tenslotte alle hou vast verliezen. Hierop doelt het diepe woord van St. Augustinus: „Ons hart is niet gerust, totdat het rust in U, o God." Daarom kunnen wij ook met zekerheid, aan de hand van bovengenoemde definitie van geluk, aannemen, dat alléén het veilige bezit van de waarheid in staat is de mens het geluk te schenken, waarnaar zijn hele wezen smacht. De waarheid omtrent aard en doel van zijn bestaan, de waarheid betreffende de juiste waar deverhouding van alle dingen in het leven, en vooral de waarheid omtrent God. Als wij die bezitten, zijn wij in staat het leven en de wereld in het juiste licht te zien, bijzaken van hoofd zaken te onderscheiden en ons leven zó in te richten, dat wij niet, door onze be langstelling en onze activiteit verkeerd te richten, zelf oorzaak worden van blij vende onvoldaanheid of, erger nog, van volslagen mislukking. De waarheid is één en onvergankelijk. Godzelf heeft ze ons geopenbaard. Geen andere, veilige weg staat voor ons open dan het volgen van Gods wil en leiding in al ons doen en denken. Nooit zal het leven een pro bleem kunnen opwerpen, waarin Zijn H. Wet geen klaarheid brengt. Omdat Hij, onze Schepper en ons Doel, Zelf de weg heeft uitgestippeld, die wij te gaan heb ben en ons alle hulpmiddelen heeft ge schonken om ons deze zaak mogelijk en gemakkelijker te maken. Strikt genomen is het allemaal zo een voudig. De Heer van hemel en aarde heeft de mens geschapen om eeuwig ge lukkig te zijn. De kortste, dus de rechte weg naar dit doel heeft Hij ons gewezen: een onwankelbaar geloof in en volgen van Zijn leiding. Een blind vertrouwen, dat het alleen zó maar goed kan zijn. Niemand verdient dit geloof, dit vertrou wen meer dan God. Slimmer willen zijn dan de Wetgever van het heelal is een zonderling soort hoogmoed, die met dit geloof direct in strijd is. En toch ligt hier de oorzaak van alle ellende in de seovhiedems der mensheid. Bibliotheken zouden vol te schrijven zijn met bewij zen om dit te staven. Maar de eigenwijze mens weet alles beter, en liever dan zijn hoofd nederig te buigen voor God, meent hijzelf de kracht te bezitten het leven naar zijn hand te zetten. Men zou zo zeggen, dat de jongste .geschiedenis toch meer dan vol doende bewijzen heeft geleverd, en nog dagelijks levert, van de hopeloze en onvermijdelijke verwarring en ver wildering, waartoe wij komen, als wij Gods wetten miskennen. Het tragische hiervan is in zekere zin niet op de eer ste plaats, dat wij door een dergelijk ge drag Gods geboden hoogmoedig naast ons neer leggen, maar vooral, dat wij zó blind zijn, dat wij nog niet eens inzien, hoezeer wij daardoor onze eigen natuur misvormen en geweld aandoen, die zich alleen maar tot een volmaakte mense lijkheid kan ontwikkelen als zij Gods Advertentie geboden tot norm neemt. Geen wonder overigens, want God heeft de mens im mers geschapen! Buiten Gods geboden bestaat er een voudig geen veiligheid voor ons. En geen ware vrijheid! Vooral dit laatste raakt de kern van ons leven. Het is op vallend hoe weinig mensen in staat zijn duidelijk onder woorden te brengen, wat eigenlijk de menselijke vrijheid is. In feite komt het hierop neer, dat verreweg de meesten het wezen der vrijheid zoe ken in een mindere of meerdere mate van ongebondenheid, van zelfbestem- mingsrecht, van willekeur of hoe men het noemen wil. Het is natuurlijk hier niet de plaats om daarover een diepzin nig betoog te houden. Enige algemene begrippen volstaan om de katholieke leer begrijpelijk te maken. Wanneer wij over de menselijke vrijheid spreken, moeten wij ons eerst goed bewust zijn, dat de goddelijke openbaring ons de mens heeft doen kennen als besmet met de gevolgen der erfzonde. Maar diezelfde mens heeft van God de opdracht gekre gen met behulp van de genade zich tot een volmaakte menselijkheid te ontwik kelen. Dat betekent, dat hij zijn verstand en wil waardoor hij zich van de ove rige zichtbare schepselen onderscheidt moet gebruiken om al zijn vermogens te doen uitgroeien tot een zo groot moge lijke overeenstemming met de absolute waarheid, m.a.w. de wil van God. Anders gezegd, de mens moet zoveel mogelijk trachten te worden zoals hij door God bedoeld is: een geestelijk-stoffelijk we zen, in wie een zo volmaakt mogelijke harmonie heerst tussen de beide samen stellende delen. Met dien verstande, dat het voornaamste deel: de geest, in alle omstandigheden de leiding heeft. De feitelijke toestand van de mens is echter zó, dat tengevolge van de erfzonde de rollen juist omgekeerd zijn. Duizend en een voorbeelden zijn aan te halen om te verduidelijken, dat ons verstand belet wordt de waarheid zuiver te zien, omdat onze neigingen ten kwade te sterk spre ken. En als wij tóch soms het juiste in zicht zouden hebben, dan komt een nieuwe moeilijkheid uit de zwakke wil voort, die de kracht niet opbrengt om datgene, wat wij als goed en te-doen hebben leren kennen, ook werkelijk uit te voeren. Het is daarom duidelijk, dat al deze belemmeringen, die ons verstand en onze wil verhinderen goed te func- tionneren, tegelijk onze werkelijke, vrij heid aan banden te leggen. Want al die verkeerde neigingen beletten ons ons zelf te zijn, helemaal ons-zelf zonder hin derlijke gebondenheid aan onze zwak heden. Hoe meer een mens zich heeft weten los te maken van zijn hartstochten en verkeerde neigingen, des te vrijer staat hij in het leven, des te scherper ziet hij de zuivere waarheid, omdat zijn oogkleppen weggevallen zijn. Daarom is het ook zo hopeloos mis de menselijke vrijheid te zien in ongebondenheid en willekeur. Want dat werkt immers juist het tegenovergestelde in de hand, een regelrechte slavernij n.l. aan onze lagere strevingen. Eén voorbeeld moge hier vol staan. Wanneer onverstandige ouders hun kind in alles zijn zin zouden geven, dan mogen zij zich er niet over ver bazen, dat de veeleisendheid van hun nakomeling met de dag toeneemt, dat zo n kind zich zelf hoe langer hoe meer als het middelpunt van heel zijn omge ving gaat zien, dat zijn eigen zelfzuch tige verlangens de norm wdrden voor zijn hele verdere leven. Iedereen zal wel willen toegeven, dat zo'n mens een on mogelijk creatuur wordt voor de samen leving. Zo is het ook begrijpelijk, dat de ka tholieke leer eenvoudig de zaak zó stelt: hoe groter iemands gebondenheid aan Gods wet is, hoe meer zo iemand zich zelf wordt en hoe groter zijn werkelijke vrijheid is. En hoe minder men slaaf is van zelfzucht, onmatigheid, liefdeloos heid, enz., enz., hoe groter de kans is op een waarlijk gelukkig leven. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat een nauwgezet naleven van Gods geboden ons per se een hemel op aarde garan deert. Ons leven is nu eenmaal een strijd, en de „vrijheid' der kinderen Gods" wordt slechts veroverd door veel moeite en zelfverloochening. Maar wel houdt dit in. dat een overtuigd geloof in God en in de waarde van onze strijd om het waarlijke mens-zijn ons vrijwaart van alle innerlijke onrust, ons alle lijden en leed in het juiste licht doet zien en ons leven die eeuwigheidszin geeft, die het de moeite waard maakt. En is dat met precies datgene, wat de tegenwoordige wereld zo bitter ontbreekt? De liturgie van de H. Kerk is vol van getuigenissen, dat de veiligheid, de vrij heid en het ware geluk in ons leven staat of valt met ons geloof en vertrou wen in God. De waarheid kennen wij: door onze rede, maar vooral door de goddelijke openbaring. Een waarlijk ge lukkig leven is niet mogelijk buiten het onvoorwaardelijk aanvaarden en conse quent beleven van deze waarheid. Het Epistel van de H. Mis van morgen spreekt b.v. hierover een zeer duidelijke taal! Voor tijd en eeuwigheid is het voor ons van het allergrootste belang, dat wij ons eens afvragen, hoe wij tegenover deze waarheid staan. En een eerlijk ge wetensonderzoek instellen of wij het leven wel op de juiste, door God aan gegeven wijze tegemoet treden. Vóór dien hebben wij geen recht tot klagen. En nadien hebben wij zeer waarschijn lijk onze handen te vol om daarvoor nog tijd te vinden. L. Advertentie Telefoon 37132 - 37133 CENTRALE VERWARMING OLIE STOOKIN STALLATIES Van onze Brabantse redactie) Vrijdagavond is de 25ste jaarvergade ring van de hoofdgroep Gemeente ambtenaren van de A.R.K.A. te Tilburg geopden. Uiteraard stond deze vergade ring in het teken van het jubileum, waar behalve de hoofdgroep ook nog drie bestuursleden hun zilveren feest vierden. Na een korte, inleidende werk vergadering, werd de rest van de avond daarom aan de huldiging der jubilaris sen en een prettige feestviering gewijd. De feestrede werd uitgesproken door mr. dr. Sens, gemeente-secretaris van Heerlen. Deze spreker achtte dit zilve ren feest een zeer geschikte gelegenheid om elkaar eens iets goeds en waarde- rends te zeggen. Dit goede en waarde rende gold dan in de eerste plaats de jubilerende hoofdgroep, die met de jaren volgens spr was toegenomen in wijsheid, schoonheid en plichtsbetrachting. In humoristische bewoordingen huldigde hij verder deze jubilaresse, die hij om haar strijdbaarheid vergeleek met Jean ne d'Arc. Na de vereniging waren de drie jubi lerende bestuursleden, de heren A. M. Teyssen, H. W. Michels en W. J. J. van Dijck, aan de beurt om een vloed van uiterst waarderende woorden in ont vangst te nemen. Deze hulde werd door alle aanwezigen met grote instemming begroet. Na deze feestrede spraken o.m. nog de heer B. van Elk, alg. voorzitter van de A.R.K.A. en de heer Loerakker, voor zitter van het feestcomité, die de fees telingen fraaie geschenken overhandig den. De Zoon van deï]ö<Mnan Advertentie 66. De ochtend breekt aan, wanneer Eric en de hond de rand van het woud bereiken. Rossig breekt de zon boven de horizon en over het wijde land ligt de nevel nog in wijde vegen. Wolf heeft het spoor van Erwin vu goed te pakken, want de Noorman heeft moeite om het schrandere dier vast te houden. Doch terwijl dit hem met blijdschap vervult, moet hij toch ietwat onrustig terugdenken aan de laatste woorden, welke de boer hem nariep. >f. het gebied der Dvergars ligt voor u!" Er klonk angst in de stem van de man toen hij dat zei. Waarom? Wie zijn deze mysterieuze Dvergars en welke gevaren dreigen er in hun gebied? Ploseling herinnert hij zich dat de boer hem reeds eerder daarover heeft gesproken. Dat was toen deze hem, vergezeld van zijn vrouw, de weg wees naar de burcht van Eric. Ook toen had diezelfde angst in de stem van de andere geklonken, terwijl hij op het door nevel omhulde bergland wees dat zij passeerden Ook toen had hij er eigenlijk niet over durven spreken en was er haastig aan voorbij gegaan op de nieuwsgierige vraag van de Noorman. Peinzend fronst Eric de wenkbrauwen. Hij weet niet goed wat hiervan te denken. Voorlopig zet hij het hele probleem maar van zich af en concentreert zich op de hond, die met steeds toenemende snelheid het spoor volgt, dat zich tussen de laatste boomgroepen doorslingert. Tot hij er eensklaps weer aan herinnerd wordt. Want Wolf voert hem in rechte lijn op een nevelplek in de verte toe. Overal elders is de ochtendmist langzaam opgetrokken, maar daarginds hangt het nevelgordijn dichter dan ooit. Wanneer zü naderkomen kan Eric vaag enkele rotspieken zien schemeren.Hel landschap is aÉmber geworden. Slechts dode bomen en versplinterde stammen steken nog omhoogEr waait een kille wind, welke de nevelmassa zacht doet deinen. Onwillekeurig huivert de Noorman even. De intense stilte, de bijna spookachtige doodsheid jaagt zelfs hem schrik aan. Een ogenblik aarzelt hij op de grens van de grauwe nevels. Een instinct, hetl diep in hem, waarschuwt dat daarginds iets huist, waartegen mensenmachten tevergeefs zijn. Maar het spoor van Erwin verdwijnt achter de mistbanken en dat geeft de doorslag. Met een gemompelde geruststelling tot de hond treedtrhij behoed zaam de nevels binnen, die achter hem dichtvloeien en hem omsluiten als een waas van klamheid M.V. &CO soms DAM KON. MËUSEIFASKIIK kleiweg 2-»4ia. e*70* Meubelen en betimmeringen voor: Directiekamers Vergaderzalen Hotels Woningen Schepen Adviezen voor binnenhuisarchitectuur TOONKAMERS Utrechts Biooenhuis Museumiaaa IJDasdtt TcL 1728) De nationale vergadering van Portu gal heeft de regering geadviseerd, or ders tot het bouwen van schepen in Ne derland ongedaan te maken. Deze aanbeveling werd goedgekeurd na een debat, tijdens hetwelk de afge vaardigde Luis Demorais Alcada be toogd had, dat van vijftien schepen, die Nederland voor Portugese scheepvaart maatschappijen had gebouwd, acht van slechte constructie waren en dat de re paratie van deze schepen een last voor de volkshuishouding betekenden. Wij moeten nooit meer schepen in Neder land kopen of laten bouwen, aldus deze afgevaardigde. Reeds eerder, in Januari j.l. heeft de heer Alcada deze aangelegenheid in het Portugese parlement besproken. Naar aanleiding hiervan heeft het Nederland se Eerste Kamerlid de heer Brongersma (Arb.) vragen gesteld aan de ministers van Economische Zaken en van Buiten landse Zaken. (Van onze Utrechtse correspondent) In het Voedselvoorzieningsblad is op 6 April 1.1. een verordening „Glasprijzen jenever enz." gepubliceerd, waarin wordt bepaald, dat sterke drank bij verkoop per glas niet mag worden verkocht be neden de daarvoor vastgestelde prijzen. Deze verordening bekrachtigt juridisch de bestaande toestand, welke tot nu toe op een onderlinge afspraak der bedrijfs- genoten was gebaseerd. De minimumprij zen variëren, naar gelang de klasse van het bedrijf, waarin de drank wordt ge schonken, van 2340 cent voor jonge jenever en van 2845 cent voor oude je never. Op het voorlichtingscongres van de vakgroep logementen en aanverwante bedrijven, dat Vrijdag te Utrecht werd gehouden, heeft de voorzitter van de vakgroep, de heer A. Staalman, een toe lichting op deze verordening gegeven. De prijsregeling is op initiatief van de ondernemers zelf tot stand geko men. Hun ontwerpplan is door de vak groep gedistilleerd overgenomen en mile Erens heeft immer het ge luk gevonden in de stilte en in een weldadige eenzaamheid heeft hij het gekweekt en groot gebracht als de talloze anjers, die door zijn zorgen tot bloei zijn gekomen. Zo wordt het ook begrijpelijk, dat deze katholieke schrijver vrijwel nooit op de voorgrond is getreden daaraan trouwens ook geen behoefte had en dat hij voor de grote wereld buiten hem als het ware ongemerkt de leeftijd der allersterksten bereikte. Doch het zij tevens gezegd, dat Erens zijn gaven van geest en hart niet binnen die beslotenheid hield. Zoals de faam van zijn anjers zich in de loop der jaren overat heen verbreidde, zo vonden zijn boeken vooral in katho lieke kringen een warm onthaal. En wie ooit in de gelegenheid is ge weest de vijf en tachtig-jarige Erens in het Oude Slot te Heemstede, waar hij sedert het einde van de vorige eeuw woont, te bezoeken, heeft zonder twij fel ervaren, dat deze schrijvende kwe ker de stilte niet voor zich zelf behoudt, maar haar gebruikt om vele anderen er mede gelukkig te maken. He.t werk van Erens is niet indruk wekkend van omvang, maar het proza, dat hij zijn lezers voorzette, is opval lend zuiver van toon en altijd gericht op een eerlijke weergave, waar het de historische gegevens betreft. Wellicht rekent men dit laatste een schrijver moeilijk als een verdienste toe., maar waar Erens zijn onderwerpen vrijwel steeds gekozen heeft in de levens der heiligen, mag men het ontbreken van alle pathos en opgeschroefde schoon- Adverten tie schrijverij zo niet als een verdienste, dan toch in ieder geval als een waar devol argument zien, dat tot lezen uitnodigt. He.t totaal der beschreven heiligen levens in Nederland overziende kun nen wij helaas niet zeggen, dat wij in de Lage Landen gelukkig bedeeld zijn geworden. Over de hoeveelheid boeken natuurlijk geen klagen, maar wie de moed had er één geheel door te worstelen, ontbrak alle lust om aan een tweede te beginnen. En daarom was het een verkwikking, toen in 1925 „De heilige pelgrim" verscheen van Emile Erens, het eerlijke verhaal over he.t leven van Benoit Labre, de heilige bedelaar Gods. Een nieuw ge luid. dat no£ niet weerklank vond. die 'men had mogen verwachten. Zijn beschrijving van het leven van de Pastoor van Ars, dat kort daarop verscheen, vond algemene instemming en kreeg Nederland in Erens de hagio graaf, die het zo hard nodig had. In 1940 kwam zijn boek „Kluizenaressen" van de pers, waarin de levens van Sint Pelagia en Jeanne Marguerite de Mont morency beschreven werden, en ten slotte kwam het vorig jaar zijn laatste boek over het leven van Marguerite Marie Alacoque. n een der ruime kamers van het Oude Slot vertelt Erens over zijn werk, rustig en bedachtzaam, en zijn vrouw vult hem zo nodig aan, waar hij zichzelf wat bescheidenlijk op de achtergrond plaatst. In dit oude ver trek met zijn balken-zoldering hangt de sfeer van Limburg's hartelijkheid rond het vuur en telkens weer breekt zich de herinnering door aan het goede Zuiden. Emile Erens ziet zich weer als kind in de ouderlijke woning „Het Kamp' in Schaesberg, waar hij in 1865 werd ge- „Ga toch zitten, jullie uilskuikens", schreeuwde hij, „met js gezwam en je smerige politiek". Overdonderd en mak als lammetjes namen ze dan weer Plaats. „Hou je gemak nou en luister Paar het allereerste en allervoornaamste pondbeginsel bij je pogingen om Ier land te bevrijden. Dat is: Je mond dicht te houden in plaats van staan te blaffen en te buldeien. Leer zwijgen als het graf bereid in alle stilte de plannen voor. «de dag' wi-' klaar zuHen zijn" Hij smeet de bijlsteel terug in de ek „Geen woord vóór of tégen Par- Pell heb ik gezegd toen hij nog leefde en evenmin toen hij onder de groene zoden lag. Dat komt op de eerste plaats •ndat wij beiden mannen van Wicklow aren en bergbewoners voelen zich nu PnrPa1., altijd tot elkaar aangetrok- t Hij speurde even vinnig het ver- t doch vond geen opgeheven otd, behalve dan dat van de neutrale Waarnemer peter O'Dea. tweedens zei ik geen woord vóór gen.. Harnell. omdat hij hoopte Ier- Vattmnru i maken. ofschoon zijn op- rm j helemaal niet de mijne was." ady retireerde naar zijn stoel en ging zitten. Allen zagen, hoe het voor hoofd boven de machtige baard zich fronste, toen hij zijn pijp begon te stop pen. Zijn gedachten waren een beetje afgedwaald. „Maar och, wat voor nut heeft het, met jullie te praten. Toen jullie geld duivels nog druk bezig waren goud stukken in een sok op te potten in de schoorsteen, koesterden wij reeds het vuur der vrijheid in Wicklows woeste dalen. Dit zeg ik jullie: Als God er van ons enigen wil sparen, dan zullen we nog eens onze slag slaan op de vochtige heuvelruggen voor ons Ier land." Scherp keerde hij zich toj Andy Gor man: ..En we zullen op jouw goedkeu ring niet wachten, knaap." „Goedkeuring!" riep Fonsy. „Wat zou hij in 's hemelsnaam anders goed kun nen vinden dan één ding, slavernij en onderwerping voor eeuwig en altijd, die laffe pierewaaier." „Hij is niet de enigste die Gorman heet!" schreeuwde Andy's broer Ned, het heethoofd van de familie- Tegen die overmacht moest Andy zwaarder geschut in het veld brengen en hij merkte hevig sarcastisch op: „O, natuurlijk zullen jullie in de be klaagdenbank, als Lalor. de klabak, je ooit nog eens te grazen krijgt, donde rende redevoeringen afsteken, die door niemand vergeten zullen worden. En allemaal, over hoe jullie er op uit trok ken om Ierland te bevrijden in de keuken van Coady." Zo groeiden de dagen tot weken, de weken werden tot maanden en de ja ren gleden haast onmerkbaar voorbij voor dit zo wonderlijk goed bij elkaar oassend tweetal. Want wie zou er nu aandacht schenken aan zo'n kleinigheid als het heenvlieden van de tijd, wan neer je vingers konden glijden langs het toetsenbord van een goede bando nion, of als je pols zo'n dartele melo die op een viool kon vormen; wan neer er steeds lenige, jonge kerels te vinden waren om de horlepijp te dan sen op de tegelvloer; als Ier Coady de wijsheid van alle geleerden voorlas uit zijn beduimelde boeken, daarbij uitleg gend en aanvullend, hetgeen zij had den te zeggen, maar ook evengoed m staat hun leerstellingen te verwerpen als de opvattingen van de schrijvers mochten verschillen met de mening van Jer Coady. Oh, wat was het gemakke lijk die tijd te laten glippen als droog zand tussen kindervingers, met het merendeel van alle herrieschoppers uit de parochie verzameld in de warme keuken; met Fonsy Farrell steeds be reid om een robbertje te spelen, of een ballade te dichten, al naar gelang zijn gemoedsstemming. Onder schooltijd zelf vloog de tijd niet minder snel voorbij, want Peter had al direct gemerkt dat er geen be ter onderwijzer bestond dan Jeremiah Coady, ondanks al zijn eigenaardighe den, en geen betere leerlingen, dan de genen, die onder zijn bevelen stonden Zo leefden, toen tegen de naderende eeuwwisseling een oude koning stierf en opgevolgd werd door een bejaarde ko ning; terwijl in de buitenwereld een nieuwe generatie opgroeide en een nieuw tijdperk ingeluid werd, Peter O'Dea en Jer Coady, onbezorgd als God in Frankrijk, als twee vreemde mon niken in een zonderling klooster. En het deerde hun geen zier, al lag de rest der schepping in puin, zo lang als Car- riglea maar heelhuids ontsnapte aan de algehele vernietiging. HOOFDSTUK II Door de bladeren van de forse es, die het huis tegen de winterse Zuid-Wester stormen beschermde, goot de zomerzon haar gouden stralen in de keuken van de onderwijzerswoning. Na het ontbijt sloeg Jer Coady zijn benen over elkaar en begon langzaam en tevreden zijn eerste pijp te stoppen, wat voor hem, op deze vrije Zaterdag ochtenden, het toppunt van alle genoe gens betekende. „Peter," begon hij, onderwijl met zijn stompe wijsvinger tabak in de pijpekop proppend, „als ik nog tien jaar jonger was, zette ik dat verwenste geschool- meester vlug aan de kant en ging ik met een eigen klein variété-gezelschap door het land zwerven, zoiets als Bar- num en Bailey met hun circus ginds in Amerika, alleen een beetje bescheide ner natuurlijk. In mijn circus, beste jongen, zou zelfs maar één enkele at tractie te zien zijn, maar dat was dan ook een wonder, dat nog nooit of te nimmer eerder in dit land vertoond was: een Ier met even weinig ambitie voor politiek als Fonsy Farrell's oude kater voor philosophie. En, wis en waarachtig Peter, ik zou een slordig duitje verdienen, door jou voor een shilling te kijk te zetten." De aangesprokene zette zich cp het raamkozijn om zijn repliek te overpein zen. Maar, terwijl hij nog nadacht, werd de voordeur opengesmeten en een op gewonden zestienjarig joch kwam de keuken binnengestoven. „Alle duivels, Packey", riep Coady, „het lijkt wel of ze je achterna zitten" (Wordt vervolgd) EMILE ERENS boren, wandelt door de wijde omge ving en denkt met plezier terug aan zijn tochten rond Brussel en elders in het Belgische land. Daar leerde hij de druiventeeit kennen, die toen bij ons in het Westland nog slechts beperkt werd beoeJend. Deze cultuur had de liefde van Erens en het Plan rijpte bij hem om zich daarop boven de Moerdijk toe te leggen. Verschillende omstandigheden waren oorzaak, dat de druiventeelt bij een plan bleef, maar na een gedegen verkenningstocht kon hij zich in Heem stede vestigen en waren het de anjers, waaraan hij zijn bijzondere zorgen wijdde. Het lan<l van de. literatuur had Erens toen reeds schoorvoetend betreden en zijn debuut maakte hij met zijn „Korte Verhalen", waarin zijn religieuze ten- denz duidelijk waarneembaar was. De beweging van „Tachtig" leefde in die dagen nog in volle glorie, maar Erens hield zich min of meer afzijdig en gaf zijn werk een opvallend persoonlijk ka rakter. Hij voelde niets voor „literatuur om de literatuur' en hij zelf zegt het met dezelfde woorden nog eens nadruk kelijk. Met dankbaarheid herinnert hij echtea- aan de gunstige invloed die zijn oudere broer de bekende Frans Erens op hem gehad heeft en deze moet in hem de liefde tot schrijven hebben ge cultiveerd. Hoe komt men er toe een boek te schrijven? Erens stelt zichzelf deze vraag en zijn antwoord is als het ware een stukje literatuur, dat hij met fijne zinnen neerschrijft op een onzichtbaar stuk papier. Het is een korte schets uit het leven op Rolduc, waar hij jaren ge leden studeerde. Zoals veelal gebruike lijk werd daar onder het middagmaal in de refter voorgelezen. Men weet, hoe dat gaat, slechts enkelen is het recht voorbehouden het verhaal te. volgen, want het is voor degenen, die hun plaats hebben op verre afstand van de lector, vrijwel onmogelijk iets anders te ho ren dan een onbestemd geluid in de ruimte. Maar de jonge Erens had het geluk, dat zijn plaats vlak bij de. kathe der was en zo kon hij met belangstel ling het verhaal volgen, dat als eerste verschenen was over het leven van Be noit Labre. Jaren later kwam hij daar op terug en in 1925 verscheen zijn sober relaas over het leven van deze bedelaar, even heilig als zonderling. Zo heeft ieder boek zijn eigen ge schiedenis, maar Erens vertelt liever over de schoonheid, die boeken van an deren hem gebracht hebben. Maar die anderen zullen Maandag al leen over hem spreken, wanneer hem een intieme huldiging ten deel valt in de sociëteit Teisterbant te Haarlem, ter gelegenheid van zijn vijf en tachtigste verjaardag, die hij Donderdag j.l. vier de. En zo zal het ook goed zijn, want te lang is die algemene erkenning wegge bleven. H. vervolgens door de minister bekrach tigd. Wellicht wekt het de indruk, dat de ondernemers hiermee hun eigen be lang hebben willen dienen, aldus de heer Staalman, doch men bedenke, dat ons bedrijfsleven reeds jaren pogingen in het werk stelt om het drankmis bruik tegen te gaan. Zonder de mini mumprijzen zou er vrije concurrentie ontstaan, waardoor de prijzen van je never snel zouden dalen en het drank misbruik zou toenemen. De prijsregeling is derhalve niet louter een economische, doch vooral een so ciale aangelegenheid. Sedert het begin van dit jaar is er overleg tussen de personeelsraad en de directie van de Nederlandsche Spoorween over de opvoering van de productie in verband met de toegekende 5 pCt. loons verhoging, meer speciaal over de door de directie voorgestelde maatregel het aantal diensturen in de hoofdgebouwen en overige administratiekantoren tot 42 op te voeren. Deze besprekingen zijn op een meningsverschil uitgelopen tussen de personeelsraad en de directie. Dé per soneelsraad heeft nadrukkelijk ver klaard, dat hij de beslissing van de di rectie niet aanvaardt. Zij wordt be schouwd als eenzijdig door de directie genomen, zonder medewerking van de personeelraad. ZONDAG 30 April: 3de Zondag na Pasen; Mis v. d. dag; 2 H. Catharina; 3 octaaf v. d. H. Joseph; Credo; Paasprefatie; wit. MAANDAG: H.H. Philippus en Jacobus, apostelen; eigen Mis; Credo; pref. v. d. Apostelen; rood. DINSDAG: H. Athanasius, bisschop, bel., kerkleraar; eigen Mis; 2 octaaf v. d. H. Joseph; (Den Bosch: 3 voor de Bisschop): Credo; pref. v. d. H. Joseph; wit; Haar lem: Kerkwijding v. d. Kathedraal; Mis Terribilis; 2 H. Athanasius; Credo; Paas- pref.; wit. WOENSDAG; H. Kruisvinding; eigen Mis; 2 octaaf v. d. H. Joseph; 3 H.H. Alexander en gezell.; Credo; pref. v. h. H. Kruis: rood. DONDERDAG: H. Monica, weduwe; eigen Mis; (Haarlem: 2 Kerkwijding; Credo): Paaspref.; wit. VRIJDAG: H. Pius V, Paus, belijder; Mis Si diligis; (Haarlem: 2 Kerkwijding; Credo): pref. v. d. Apostelen; wit. Eerste Vrij dag v. d. maand: plechtige votiefmis ter ere van het H. Hart: Mis Cogitationes; Cre do; pref. v. h. H. Hart; wit. ZATERDAG: H. Joaynes voor de latijnse poort: eigen Mis; (Haarlem: 2 Kerkwijding). Credo; pref. v. d. Apostelen; rood. ZONDAG 7 Mei: 4de Zondag na Pasen; Mis* v. d. dag; 2 H. Stanislaus; Credo; Paasprefatie; wit; Haarlem: 3 Kerkwij ding; Breda, Roermond: 2 H. Domitianus: 3 H. Stanislaus. Het dikke heertje laat zijn korte beentjes wiebelen op de cadans van de autobus. Zijn vlezige vingers liggen als ineengestrengelde saucijsjes op de puddingbuik. Hij heeft een stem als een klok. waarmee bij de weinige pas- sagiers naar het Gooi zijn opvattin gen verkondigt. „Niks. ik zeg niks, kennen wij meer, meneer. Een fatsoenlijk huis kunnen wij niet meer bouwen. Van België kunnen wij geen voetbalwedstrijd meer winnen. De koffie kan maar niet van de bon, sigaren kunnen wij tegen een beetje prijs niet meer ma ken, ga zo maar door. Ik begrijp er niets van meneer. Absoluut niets. Ik zou die hoge heren zelf wel eens wil len spreken." Eerlijk gezegd verveelt de man ons stierlijk met zijn gekanker. „Vraagt U eens een audiëntie aan. bij minister Drees", adviseren wij. „Hij zou wat te horen krijgen, me neertje. Geen klein beetje." In gedachten zien wij de kalme en nuchtere Minister-President al dou chen onder de woordenvloed van onze Saucijs. Met een paar forse remschokken stopt de bus. Saucijs schiet als een ballon naar voren en hikt. „Chaufjeren-ken-ne-ze-ook-al niet- meer." Hakkelaarsbruglacht de conduc trice. Wij nemen de pauze direct te baat, halen een exemplaar van deze krant voor de dag en willen gaan lezen. „Aha", schettert Saucijs dan met hoorbare hoofdletters, „daar heeft U de bron van alle ellende voor U: de kranten. Die maken de rommel, de sensatie, de ellende en de oorlog. Ik zou die heren-journalisten wel eens persoonlijk willen spreken. En me- neer-de-hoofdredacteur." „Men zegt dat iedereen daar erg vriendelijk ontvangen wordt." zeg gen wij zuurzoet en met de flauwe hoop. dat. Saucijs de trappen af gekaf ferd wordt. „Nou meneer, dat doe ik dan. Ik stap er eens op af. En ik zal ze vra gen, hoe ze dat allemaal durven druk ken. Die politieke fantasieën, zo'n stripverhaal, waar je niet ran slapen kan en die klungel as „Mensen op Reis....". Advertentie ASSURANTIE KANTOOR KONIN6INNEGR33 DEN HAAG TH.. 184120-114571-778871 ZATERDAG HILVERSUM I. 402 m. KRO: 18.10 Charles Trenet, 18.15 journalistiek week- overz., 18.25 amusem.muz.. 18.50 paler Jelsma, 19.00 nieuws, 19.15 bijzetting v. de urn op de Dam, 19.25 echo van het Binnenhof,19.35 ouv. Breugnon Kaba- levsky. Notenkrakersuite v. Tschai- kowsky, 20.00 nieuws, 20.05 gewone man, 20.12 Bagatelle v. Scarlatescu, 20 15 Lichtbaken. 20.40 sonate in d kl. t. v. Benedetti. 20.43 Steek eens op heren, 21.00 Negen heit de klok, 21.45 Weet u het?, 21.55 Week-end serenade, 22.35 West-Indisch comm., 22.45 Avondgebed 23.00 nieuws. 23.15 Fantasie in f kl. t. v Chopin, Es muss ein Wunderbares sein v. Liszt, sonate in bes kl. t. v. Chopin. HILVERSUM II, 298 m. VARA: 18.00 nieuws, 18.20 pianosoli, 18.30 De West- Europese Unie meldt zich. 19.00 artis tieke staalkaart. VPRO: 19.30. VARA: 20.00 nieuws, 20.05 dingen van de dag, 20.15 Weense muz„ 20.45 Onder moeders parapluie, 21.45 socialistisch comm., 22.00 Johan Jong, 22.25 Onder de pannen. 22.45 harmonica, 23.00 nieuws, 23.15 Franse amusem.muz., 23.35 amusem. muz. ZONDAG HILVERSUM I, 402 m. KRO: 8 00 nieuws, 8.15 Ned. lied. 8.25 Hoogmis. NCRV: 9.30 nieuws. 9.45 symph. in Es v. Abel. O rest in the Lord v. Mendels sohn. KRO: 12.15 apologie. 12.35 If God is for us v. Handel, 12.40 lunchmuz., 12.55 zonnewijzer, 13.00 nieuws, 13.20 ouv. Getemde feeks v. Wagenaar, „De Boer" v. Mengelberg, plm. 13.40 bijbel. „Willem v. Nassouw" v. d. Griendt. 14.30 liederen v. Schumann, 15.00 Katholiek overleg over volkshogescholen, 15.25 fragm. operettes v. Lehar, 16.10 thuis front, 16.15 AjaxBlauw-Wit, 16.30 Ves pers. IKOR: 17.00. NCRV: 19.00 kerk orgel, 19.30 nieuws. KRO: 19.45 actuali teiten, 19.52 boek. 20.05 gewone man, 20.12 Uit en Thuis, 21.00 Het meisje in de taxi deel 2, 21.45 septet Ombach, 22.00 cabaret Chiel de Boer. 22.30 kruisklank- puzzle. 22.45 Avondgebed, 23.00 nieuws, 23.15 32 variaties in c kl. t. v. Beetho ven, Heidenröslein v. Schubert, sonate in g gr. t. „Regensonate" v. Brahms. HILVERSUM n, 298 m. VARA: 8 00 nieuws, 8.15 postduivenberichten, 8.17 zingende torens, 18.20 platteland, 8.40 werk v. Elgar, 9.00 reistips, 9.10 sport, 9.15 Slavische mars en ouv. 1812 v. Tschaikowsky, 10.00 Porgy and Bess, naar negeropera v. Gershwin, 10.25 Met en zonder omslag, 10.50 Peter Yorke en ork., 11.15 cabaret. AVRO: 12.00 man nenkoor, 12.30 Zondagclub, 12.40 Pierre Palla, 13.00 nieuws, 13.20 Spoorwegen spreken alweer, 13.30 Musette-ork., 13.50 Even afrekenen heren, 14.00 vioolsonate in e gr. t. v. Pergolesi, 14.05 boek, 14 30 symph. no. 4 en 5 v. Beethoven, 16.00 Maria Zamora, 16.30 sport. VARA: 17.00 orgel, 17.30 Ome Keesje, 17.50 Rhapsody in blue v. Gershwin. 18.00 athletiek in Heerlen, wielrennen in Amsterdam en MauritsLimburgia. 18.15 nieuws. 18.30 strijdkr. IKOR: 19.00. AVRO: 19.30 lich te muz. en zang. 20.00 nieuws, 20.05 volkslied uit alle landen. 20.25 Het hou ten paard, hoorspel deel 2, 21.00 lichte muz., 21.30 cabaret, 22.00 Speeldoos, 22.15 reportage. 22.30 wals, 23.00 nieuws, 23.15 Francis Lopez. MAANDAG HILVERSUM I, 402 m. Nationaal Programma. 7.01 felicitatie. 7.07 nieuws. 7.22 feestmuz., 8.01 felicitatie, 8.07 nieuws. 8.22 feestmuz., 9.00 Onze jonge Koningin thuis, 9.30 waterstan den. 9.33 carillonmuz., 10.00 werk van Chopin, 10.30 kath. uitz. pater Verha gen, 11.00 zieken. 11.30 Juliana v. Stol berg, causerie. 11.45 schoolkinderen brengen bloemenhulde aan de Konin gin. 12.01 zingende pijpen, muz. op alle soorten orgels, 12.30 weerpraatje, 12.33 A'damse politiekapel, 12.55 30 April 1909. 13.01 nieuws, 13.15 hoorspelprijsvraag, 13.25 Promenade-ork.. 14.00 declamatie. 14.15 Valerius-fantasie v. Boekei. fragm. uit Baron Hop v. Voormolen, Rhapsodic flamande v. Roussel, 15.00 amusem. muz.. 16.00 schooljeugd viert Konin ginnedag, 16.50 gram., 17.00 parade van omroepensembles. 17.45 De vlag aan het huis. HILVERSUM II, 298 m. 7.00—10 00 zie Hilversum I. 10.00 Ned. Hervormd predikant. 10.30 acht walsen v. Dvorék. 11.0012.30 zie Hilversum I VARA: 12.30 toespraak voorzitter VARA. 12.50 drie fragm. uit Roland Hoist's Opwaart se Wegen met declamatie en strijkers. 13.00 nieuws. 13.15 gram.. 13.35 Mei liederen. 14.00 Sechs leichte Variationen über ein Originalthema. sonate in c v. Beethoven, 14.30 hoorspel-reportage over „het Vrije Volk". 15.30 kinderkoor. 15.50 ouv. De verkochte bruid v. Smetar.a. symph. in d v. Dvorak, 16.35 vtouw. 16 55 zang, 17.30 Wij in West-Europa op de le Mei.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 3