NAARDEN, STAD MET ZES BASTIONS
Nood óók in de kerftabaksindustrie
DE TIEN van „Radio Anno Santo" wonen heel hoog
Het raadhuis wordt weer in oude
glorie hersteld
I
Accijnsverlaging zou de
oplossing brengen
Verpleging en behandeling in een
ziekenhuis
Meer Duitse producten op de
Nederlandse markt
MENNOVANCOEHOORN,
EEN INGENIEUR
Regelmatige zeshoek
Ontstemming over de eenzijdige actie van de
sigarenfabrikanten
Concertgebouw-tournée
definitief afgelast
Het muntstuk en de sigaret spelen bij de
lift een grote rol
Op zoek naar een
biechtvader
Moeilijkheden t.a.v. de boter-export verwacht
ZATERDAG 20 MEI 1950
PAGINA 5
VESTINGBOUWKUNDIG UNICUM
SI
Spaanse wandaden
WEDEROPBOUWDAG 1950
TE ROTTERDAM GEOPEND
Waarderende woorden van
minister Spitzen
Staatssubsidie Belgische
kaasindustrie
mmm.
Telefoneren aan boord van
Rijnschepen
ZIEKENFONDS VERZEKERING
Indische oorlogsslachtoffers
geïdentificeerd
De bus, die van station Bussum naar de vesting Naarden rijdt, volgt een
route, die ons in staat stelt, een aardige indruk te krijgen van dit
merkwaardige stadje. De Burgemeester van Wettumweg voert ons door
de 17e eeuwse verdedigingswerken, dan rijden we een klein stukje langs de
Westelijke binnenwal en midden in de Turfpoortstraat zien we rechts het
Spaanse Huis, waar in 1572 de helft van Naardens mannelijke burgers werd
uitgemoord. Tenslotte stappen we in de Marktstraat uit en we bevinden ons
recht tegenover de twee mooiste gebouwen van Naarden: de laat-middel-
eeuwse Grote Kerk, waarvan Wte de toren reeds buiten de grachten zagen
opdoemen, en het vroeg-zeventiende-eeuwse stadhuis, dat nu in de steigers
Staat.
Maar met de bus gaan we er wel wat erg vlug langs. Laten we daarom eens
terug wandelen en vestingwerken, Spaanse Huis en Raadhuis nog eens rus
tig nader bezien. Vanuit het uitgangspunt van onze wandeling kunnen we aan
Weerszijden van de Marktstraat, op een paar honderd meter afstand, de wal
len zien liggen, die het stadje omringen. Naarden is maar een heel klein
plaatsje; maar weinig Nederlandse steden zijn drie eeuwen lang zo prachtig
geconserveerd.
Dat het precies 600 jaar geleden ont
stane Naarden er grotendeels nog net
zo uitziet als toen in 1635 de nieuwe
vesting werd voltooid, is een gelukkige
omstandigheid, die we te danken heb
ben aan de strategische waarde die men
tot in onze eeuw nog aan deze stad
hechtte. In ieder van de zes eeuwen van
haar bestaan is de oude hoofdstad van
het Gooi minstens eenmaal door vreem
de krijgslieden overvallen of bezet. Na
de Utrechtenaren waren het de Gelder
sen, na de. Spanjaarden de Fransen van
Lodewijk de Veertiende., na de Pruisen
Napoleons troepen en tenslotte heeft
ook Naarden in de afgelopen oorlog van
Duitse wandaden te lijden gehad. De
naar Amsterdam en de andere Noord-
Hollandse plaatsen optrekkende vijan
delijke legers moest Naarden tot staan
brengen. Eerst in 1926 achtte men de
strategische betekenis van het plaatsje
zodanig verminderd, dat de vesting-
Werken bij Koninklijk Besluit werden
opgeheven En dat dit pas in 1926 ge
beurd is, vinden wij een gelukkige om
standigheid. Want wat zou men me.t dit
stedebouwkundig unicum in de 19e eeuw
gedaan hebben, als het Departement van
Defensie reeds», toen tot de ontdekking
Was gekomen, dat men met 17e. eeuwse
bastions geen modern leger meer tot
stilstand kan brengen? Het geringe
begrip dat men een honderd jaar gele
den nog maar al te vaak aan de dag
legde voor historische monumenten,
kon men tot voor kort aan de achter-
Zijde van de Grote Ke.rk geïllustreerd
zien, waar een wanstaltig bouwsel was
aangebracht, dat men nu echter geluk
kig radicaal verwijderd heeft. In onze
tijd gaat men oordeelkundiger te werk.
Enkele jaren nadat de vesting door de
militaire overheid was vrijgegeven,
werd de stichting „Menno van Coe-
hoorn" in het leven geroepen, die zich
ten doel stelt vestingmonumenten in
stand te houden. Dergelijke monumen
ten (wij denken hierbij ook aan Wil
lemstad) zijn niet alleen van architecto
nisch, maar ook van natuur-historisch
oogpunt waard dat zij behouden blij
ven Menno van Coehoorn is een pas
sende naam voor deze instelling, want
bij was het vooral die in de tweede
helft van de 17e eeuw zoveel voor de
vestingbouw in Nederland deed. Waar-
schiinljik was hij ook de. bouwer van de
vesting Naarden, waaraan van 1675 tot
1685 gewerkt werd. Zijn voornaamste
werken ontstonden echter enige tijd la
ter, toen hii tot Oppervestingbouwmees-
ter' der Republiek was benoemd. Het
was een belangrijke wetenschap in die
veelbewogen jaren en in Coehoorns
tijd werd hei vak dan ook aan de
Leidse Universiteit gedoceerd. Inge
nieurs werden deze ontwerpers toen al
genoemd.
Om nu op Naarden terug te komen:
het oude stadsplan had een vijfhoekige
Vorm. De verdedigingswerken waren
echter na de Spaanse tijd in verval ge
raakt, zoals men zich vooral na het
Het vroeg zeventiende eeuwse stadhuis
vanNaarden, dat nu in de steigers
staat, omdat het van binnen en van
buiten grondig wordt gerestaureerd.
wegtrekken der Fransen, in 1673, reali
seerde. Volgens de nieuwste theorieën
werd de defensie gereorganiseerd. Zoals
op bijgaande luchtfoto is te zien, gaf
men de stadskern een zestal uitbouwen,
bastions genaamd De verbindingslijn
van de punten van deze bastions, welke
lijn de buitenpolygoon werd genoemd,
vormt een regelmatige zeshoek. Rondom
deze kern werd een gracht gelegd,
waarin op gelijke afstanden eilandjes
liggen, die ravelijnen heten. De rechte
stukken tussen de bastions noemde men
gordijnen of courtines. De binnenste of
hoofdgracht wordt omgeven door een
strook land. waarover de zogenaamde
bedekte weg loopt en daarom heen is
de buitengracht aangelegd. Gaan we nu
weer eens na hoe we de stad vanuit de
richting Bussum ziin binnengekomen.
Als we deze route ditmaal wandelend
afleggen, zullen we dit alles, vooral als
we een luchtfoto bij de. hand hebben,
precies terugvinden. De Burgemeester
van Wettumweg. die we nu volgen,
blijkt dan via een ravelijn naar een
courtine te lopen en over de hoofd
gracht zien we aan onze rechterhand
uit op het Zuidwestelijk bastion Een
luchtfoto, die in Naarden als brief
kaart verkocht wordt, een andere dan
de hiernaast afgebeelde, laat ons vooral
de ligging van deze weg zien.
Vervolgen we nu onze weg naar de
Turfpoortstraat. Hier ligt dus het Spaan
se Huis, dat eertijds als stadhuis van
Naarden dienst deed, vervolgens Waag
was, en nu herinneringen bergt aan de
pionier van het Christelijk onderwijs de
Tsjechoslowaak Comenius, die als bal
ling in Naarden stierf en aldaar hegra
ven ligt. Een kleurig reliëf boven de
ingang geeft een voorstelling van de
moord op Naardens burgerij door de
Spanjaarden en de gevelsteen rechts
daarnaast legt deze gebeurtenis nog eens
in woorden vast. Op 1 December 15/2
r
Weinig Nederlandse steden hebben zo'n fraai grondplan als de vesting Naarden,
die in 1685 voltooid werd. Duidelijk ziet men in de binnengracht, vóór de cour
tines (de rechte stukken die de zes bastions verbinden), de eilandjes liggen die
ravelijnen werden genoemd. Over de strook land. tussen binnen- en buitengracht
loopt de zogenaamde bedekte weg.
In het Groothandelsgebouw te Rotter
dam, waarvan Vrijdag, op Wederop-
bouwdag 1950, de onderverdieping of
ficieel geopend werd door minister Spit
zen, heeft deze bewindsman, optredend
voor zijn collega van Wederopbouw, met
grote waardering' gesproken over wat in
Rotterdam in deze vijf naoorlogse jaren
is tot stand gekomen. „De verwoestin
gen in Rotterdam, die op een nationale
tamp geleken, hebben gevoerd naar een
nationale opleving. Hier wordt in Ne
derland een voorbeeld gegeven van durf
en ondernemingsgeest", aldus de mi
nister.
Tijdens een tocht door de stad zijn de
Rederijbrug, de Leuvesluis en het pa
viljoen Rotterdam op Dijkzigt, een on
derdeel van de grote tentoonstelling
«.Rotterdam Ahoy". op officiële wijze
geopend.
De Belgische kabinetsraad heeft be
sloten ter bescherming van de Belgi
sche kaasindustrie tegen de buiten
landse concurrentie een subsidie van
fr- 90 millioen te verlenen aan de on
dernemingen, die Belgische melk ver
kerken tot sommige kaassoorten, volle
melkpoeder en gecondenseerde melk.
Benoemd tot ridder in de orde van
vlranje-Nassau, j. m Krohof, te s-Gra-
Venhage, adm. hoofdambtenaar bij de
centrale dienst der arbeidsinspectie.
werden de mannen van Naarden (die de
Spanjaarden hadden binnengelaten nadat
zij de belofte hadden verkregen dat de
stad gespaard zou worden) 's morgens
door een heraut opgeroepen om op het
stadhuis te verschijnen. Daar zouden, zo
werd hun verteld, de voorwaarden voor
de overgave bekend worden gemaakt.
Nauwelijks waren zij het huis binnen
gegaan of er weerklonk een trompet
signaal. „Op dat sein stortten de Span
jaarden onder ijsselijk geschrei met
zwaard, knots, ponjaard en schietgeweer
op de ineengedrongen hoop van burge
ren in", zo schreef een ooggetuige, die de
verschrikkingen overleefde. „Het ge
kerm klonk de hele stad door." 486 man
nen vonden de dood. Toen deze onmen
selijke slachting volbracht was stoven
de Spanjaarden de stad in en gingen
daar al even meedogenloos te werk. Tot
het jaar 1700 werd deze ramp nog steeds
ieder jaar op de eerste December her
dacht.
Als we nu de Marktstraat inslaan zien
we het tegenwoordige stadhuis aan alle
kanten in de steigers staan. Hard wordt
er gewerkt aan de restauratie van dit
uit 1601 daterende, met een hoge trap
gevel getooide, bouwwerk. Want in
Augustus, met de viering van het zes
honderd-jarig bestaan van de stad, moet
alles klaar zijn. Hele plafonds zijn ver
nieuwd, muren werden uitgebroken, een
grote houten trap is gedemonteerd om
hersteld te worden en sommige vloeren
worden opnieuw geplaveid. De hal is
vergroot, de trouwzaal krijgt nu een in
gang opzij en de burgemeesterskamer
wordt meer bewoonbaar gemaakt. Onder
toezicht van Monumentenzorg wordt er
echter angstvallig voor gewaakt dat ook
in het interieur het oorspronkelijk karak
ter gehandhaafd blijft. We hebben ons
via een ladder een weg naar boven ge
baand en constateerden daar hoe de
Burgerzaal reeds prachtig gerestaureerd
is, met nieuwe zware balken tegen de
zoldering die van dezelfde fraaie orna
menten voorzien werden als de ver
molmde, nu verwijderde, oude exempla
ren De forse gevel wordt geheel schoon
gemaakt en gereoareerd en de stoep
krijgt nu twee trapjes aan weerszijden,
inplaats van de ene trap aan de voor
kant.
Het stadhuis van Naarden is straks in
Augustus weer even fraai en deugdelijk
als toen het drie en een halve eeuw ge
leden werd gebouwd. Een passende zetel
voor de vroede vaderen van een stadje
waarop Nederland trots kan ziin.
H. BRONKHORST
(In de krant van 16 Mei verscheen een
artikel over Oud-Naarden en in die van
6 April een bijdrage over de Grote Kerk
in de vesting Naarden. ,Red.)
Het Spaanse Huis aan de Turfpoortstraat, dat in 1572 (toen hier de helft van
Naardens mannelijke bevolking werd uitgemoord) stadhuis was en later als
Waag werd gebruikt. Het is nu Comenius Museum.
De kerftabaksfabrikanten zijn enigermate ontstemd over de vrij eenzijdige actie
van de sigarenindustrie in haar streven naar verlaging van de accijns op sigaren. In
een gedeelte van onze oplage van gisteren vermeldden wij dit reeds in het kort. Wel
iswaar wordt niet ontkend, dat de nood in de sigarenindustrie aanzienlijk is en
zeer acuut, doch zij menen, dat ook de beide andere takken van tabakver
werkende industrie in minstens zo grote mate door de accijns worden getroffen.
Toegegeven wordt evenwel, dat deze nood niet zo sprekend is als in de sigaren
industrie, waar de productie meer arbeidsintensief is dan in beide andere takken
van industrie, zodat een terugslag als thans tot gelding komt meer werkloosheid
bij de sigarenindustrie veroorzaakt dan bij de kerftabaks- en sigarettenindustrie.
Toch, zo stelt men het van de zijde der
kerftabaksfabrikanten, is de toestand in deze
tak welhaast catastrofaal.
In de laatste paar maanden zijn van de
ca. 150 fabrieken in ons land er reeds on
geveer een vijftiental gesloten, waarbij en
kele middelgrote bedrijven en gevreesd moet
worden, dat deze tendens in de komende
maanden steeds verder en in versterkte
mate voortgang zal vinden.
Men betreurt het, dat de actie van de si
garenfabrikanten tot verlaging van de
accijns niet geschied is in samenwerking
met de andere twee groepen, welke in
Een tafereeltjedat men dezer dagen veel in Rome waarneemt: een der Neder
landse bisschoppen, mgr. Baeten, zegent pelgrims.
zelfs nog grotere mate onder de hoge be
lasting lijden dan de eerste.
Indien men immers ziet, dat bij een ge
middelde prijs van f 45.90 per duizend siga
ren in 1939 de accijns f 5.70 bedroeg en deze
in 1950, bij een prijs per duizend stuks van
f 194.30, f 52.90 uitmaakte, dan constateert
men, dat de accijnsstijging in absolute zin
vernegenvoudigd is.
Bij kerftabak moet men deze stijging
evenwel op een veelvoud van 12 stellen,
terwijl bij sigaretten dit veelvoud slechts
4 y2 uitmaakt. Het behoeft dan ook niet te
verwonderen, dat de kleinhandelsprijs van
kerftabak in verhouding tot die van siga
ren in veel grotere mate is gestegen sinds
voor de oorlog. Stelt men b.v. deze klein
handelsprijs voor kerftabak in 1936 op 100,
dan is deze in April 1950 gestegen tot 717,
terwijl die van sigaren bij een zelfde uit
gangspunt „slechts" gestegen is tot ca. 410
Men kan het ook zo stellen, dat waar
vóór de oorlog een half pond tabak van de
goedkoopste en meest gerookte soort ca
25 ct. kostte, men thans de goedkoopste
klasse op f 2.50 per half pond kan stellen,
waarbij dan nog aangetekend wordt, dat
thans dit soort nog verliesgevend is voor de
fabrikant.
Het behoeft dan ook geen verwondering
te wekken, zo merken deze fabrikanten op,
dat de omzet van kerftabak sedert de laat
ste maanden met sprongen daalt. In cijfers
uitgedrukt: vóór de oorlog rookte de ge
middelde Nederlander per jaar 1,8 kg. ta
bak, terwijl dit cijfer in 1949 nog slechts
1,3 kg. bedraagt, een cijfer dat in April
1950 al ver onder dit peil ligt.
De conclusie ligt h.i. voor de hand. De
doorsnee Nederlander is niet meer in staat
zich de „luxe" te permitteren evenveel te
roken, als hij vóór de oorlog deed. Luxe
inderdaad, maar een luxe, die de gemiddelde
roker toch eerder een dagelijkse behoefte
zou noemen.
Er mag nog een andere conclusie uit wor
den getrokken, en dit geldt zowel voor de
tabaksindustrie, als voor de sigaren- en si
garetten-industrie, de overheid is hier min
of meer bezig de kip met de gouden eieren
te slachten. Immers bij een sterk dalend
tabaksverbruik zal ook de accijnsopbrengst
in gelijke mate dalen.
Het komt de tabakverwerkende in
dustrieën dan ook voor, dat de overheid,
indien zij de tabaksaccijns over de gehele
linie, let wel niet voor de sigarenin
dustrie alléén, verlaagt, weliswaar met on
middellijk inkomstenverlies rekening
zal moeten houden, doch in de toekomst bij
een wederom toenemend tabaksverbruik ook
haar inkomsten weer ziet toenemen, terwijl
dan bovendien de tabaksindustrie wreei
lonend kan worden, derhalve minder werk
loosheid, en last but not least een ietwat
draaglijker prijs van het rokertje van ons
allen. En dit laatste mag niet geheel en al
onderschat worden. Resumerend mag wor
den opgemerkt: geen eenzijdige accijns.ver-
laging voor de sigaren, maar voor alle ta
baksartikelen.
Overigens menen wij, dat de precaire si>»
tuatie van de tabakverwerkende in
dustrieën eerst dan tot een oplossing komt,
wanneer de exorbitante prijzen voor de
ruwe tabak sterk zullen dalen, iets wat
naar de mening van de tabaksfabrikanten
echter voorlopig niet verwacht mag wor
den.
Uit Amerika wordt thans bericht dat
de tournee van het Concertgebouw-or
kest door de V.S. door de National Con
cert and Artists Corporation thans de
finitief is geannuleerd. De woordvoer
der van deze organisatie heeft gezegd,
dat de eisen van 't orkest onmogelijk in
gewilligd konden worden. Dat gold
vooral de eis, dat niet gereisd zou be
hoeven te worden op de dagen waarop
het orkest in New York en Chicago zou
spelen; daardoor werd een gedeelte van
de tournee onmogelijk.
(Van onze correspondent)
Eind van de vorige maand werd onder
voorzitterschap van ir. 5 D. H. van der
Toorn, hoofddirecteur van de P.T.T., een
bespreking gehouden met vertegenwoor
digers van een aantal P.T.T.-administra-
ties en van de Internationale Rijn» ft
commissie ter bestudering van net
radio-, telegrafie, en telefonieverkeer
met op de Rijn varende schepen. Verle
den jaar zijn er reeds inleidende bespre
kingen gevoerd. Het zal in de toekomst
nodig zijn op verschillende plaatsen
langs de Rijn zend- en ontvangstations
in te richten, die de met radio uitge
ruste schepen op de Rijn in verbinding
zullen stellen met het internationale
telefoonnet. De schepen zullen dan met
elke telefoonabonné, waar deze ook
woont, telefoongesprekken kunnen voe
ren en omgekeerd. Voorlopige proeven
zullen worden gedaan op golflengten
tussen 100 en 180 meter; het ligt even
wel ook in de bedoeling dergelijke
proeven te nemen op zeer korte golven
tussen 2 en 10 meter.
De tien logeren in Rome in Penzione Esquilino." Dat is een riante gelegen
heid op de vijfde verdieping van een heel hoog gebouw op de Piaza Esqui
lino. Tenzij men een hartkwaal wil riskeren door een onnoemlijk aantal
trappen te beklimmen, kan men het pension bereiken met een lift. Maar dat is
een heel eigenaardiq vervoermiddel, dat men slechts met een munt kan bedienen.
Dat in alle letterlijkheid verheffende muntstuk is verkrijgbaar bij de portier tegen
de luttele som van vijf lire. Men kan het zich ook aanschaffen via een meestal wel
aanwezig bruin-gebrand-heer-in-polo-hemd. Maar dat kost dan nog een sigaret
extra.
Een van de grootste charmes van dat „Penzione Esquilino is, dat het gelegen
is in de schaduw van de Santa Maria Maggiore,een majesteitelijke basiliek, waar
van men het luisterrijke front van trappen en pilaren direct kan ontwaren als men
in het „Penzione" even het hoofd uit het raam steekt De tien hebben allemaat
zo'n raam tot hun beschikking. Een prachtig uitzicht, daar zijn ze het allemaal
over eens.
mij de overgang, maar ik kan er óók
niets aan doen naar een biechtvader.
Een Hollander wel te verstaan, hooguit
een Vlaming, maar liefst een Hollander
in verband' met de jubilé-aflaat be
grijpt u. Het stond nu eenmaal in „de
voorwaarden", die juffrouw Smeets en
mijnheer Dijkers voor alle zekerheid
nog eens door- en (bij brokken) vóór
lazen.
Dat geschiedde op de Via Merulana;
en daar moest ook dat kerkje liggen,
waar een Nederlandse Franciscaner
Pater bereid zou ziin de tien van him
gezamenlijke zondenlast te ontdoen. Die
pater was er inderdaad, maar op dat
uur van de dag had hij geen gelegen-
heid om biecht te horen. Daar stond
echter tegenover dat hij in de Sint Jan
van Lateranen een Belgische pater wist.
die daar vrijwel altijd gereed zat. En
je bent tot boete geneigd of je bent het
niet wat lag meer voor de hand, dan dat
wij 'ons toen op pad begaven naar da*
beroemde kerkgebouw?
Inmiddels had Simon Visser het danig
warm; in Breskens op de dijk was het
heel wat koeler dan hier op de Via
Merulana in Rome. Ook had Simon Vis
ser een heel klein beetje „de pest" in.
Want laat nu iemand hem gevraagd
hebben of hij niet beter thuis kan blij
ven in verband met „de groote stad" en
„de vreemde taal." En dat kon Simon
Visser nu niet goed verkroppen. Zich
het bezwete voorhoofd bissend met
een grote zakdoek, liep hij zoetjes
naast mij te mopperen. Alsof hij nie'
meer in grote steden en nog wel in
grotere dtyn deze was geweest, en alsof
Maar de Piaza Esquilino en de Santa
Maria Maggiore zijn Rome nog niet.
Vandaar dat wij de tien en ik van
morgen een prille poging hebben ge
daan om iets meer van de Heilige Stad
te ontdekken.
Mijnheer Dijkers had zich daartoe ge
stoken in een soort padvinderscostuum
dat hem heel sportief stond; maar Dries-
sen zette er onverveerd zijn hoed bij op.
Want, onder ons gezegd en gezwegen, die
onbetamelijke Italiaanse zon ligt hem
niet helemaal. Joane Schoenmakers hield
vast aan haar blauwe mutsje, wat trou
wens ook een heel opwekkend kleding
stuk is; en Hilde Benders zag er in haai
zon-gele japonnetje en met de lint-ach-
tige doek in heur donker haar uit als
een echte Romeinse. Zelfs Simon Visser
had zich gestoken in een blauw polo-
hemd met rijg-draden van voren; maar
hij had er zijn jasje bij aangehouden.
Onze ontdekkingstocht strandde al
na een paar passen op een marskra
mer, die in zijn zangerigste Ita
liaans de religieuze voorwerpen
aanprees, die hij in een soort lade
met zich mee torste. Mijnheer Dij
kers begon aanstonds moeizaam te
onderhandelen over een rozenkrans,
dat nam heel wat tijd in beslag, zo
dat Hilde Benders en student Sluy-
mer van de gelegenheid gebruik
maakten om in een nabijgelegen
winkeltje wat postzegels te kopen.
Toen gingen wij op zoek vergeel
hij zijn Duits en Engels en zelfs zijn
Esperanto niet kende
In de St. Jan van Lateranen was nét
een processie bezig van Portugese pel
grims; zwart-gesluierde, trots-schone
vrouwen, die vol vuur een melancho-
liek-eentonige melodie zongen: „Ave
ave, ave, Maria." De tien stonden enke
le minuten vol ontzag terzijde te kij
ken naar die ingehouden-driftige de
votie.
Maar toen was er weer de noodzaak van
het biechten. Wij vonden een Engelse
en een Spaanse biechtstoel, maar de
Belgische pater bleef ons onthouden.
En zo kwam het
dat wij enkele mi
nuten later op een
terrasje, weer in de
Via Merulana za
ten. Wij dronken er
vino bianco of ca-
pucino en wij weer
den de talrijke
kooplieden af, die
ons ansichtkaarten
of niets dan hun
armoede aanboden.
Hilde Benders gaf
pepermuntjes aan
twee zwartogige
kroeskoppige meis-
kes; want die Ita
liaanse kindertjes
zijn zo schattig.
Driessen zette zijn
hoed wat steviger
op zijn hoofd, knip
oogde tegen het he
le gezelschap en
stak een verse si
gaar op; Joaneke
Schoenmakers riep
„Hé Broa bant",
toen een vrouw
voorbijkwam mei
een paar grote ron
de broden onder
haar arm. Maar wij
hadden niét ge
biecht
Evenwel, Joaneke
Schoenmoakers en
Driessen hadden
ieder dezelfde af
beelding van Z. H.
de Paus gekocht. En
die van Joaneke
was voor Monseig
neur.
HERMAN
HOFHIKZEN.
i
Vjrzekerden bij een algemeen zie
kenfonds hebben recht op volledige
verpleging en behandeling in een
ziekenhuis voor de tijd van ten hoogste
twee-en-veertig verpleegdagen per ge
val, echter alleen op medische indicatie
en onder toezicht vanwege het bestuur
van het ziekenfonds of van de contro
lerend geneeskundige.
De aanvrage tot opneming in een zie
kenhuis moet (vergezeld van een me
dische motivering van de arts, die de
opneming noodzakelijk acht, voor de
controlerend geneeskundige van het
fonds) tijdig vóór de opneming door of
namens de patiënt bij het bestuur van
het fonds worden ingediend.
Doet zich een spoedgeval voor (dit is
een geval, waarin tijd of gelegenheid
voor het indienen van de aanvrage
vóór de opneming' heeft ontbroken),
aan moet de aanvrage binnen tweemaal
vier en twintig uur Zon- en feest
dagen niet medegerekend na de op
neming worden ingediend. In dat geval
dient bij de aanvrage tevens te worden
aangegeven, waarom een spoedgeval
aanwezig was.
Is naar het oordeel van het bestuur
van het fonds dat advies van zijn
controlerend geneeskundige krijgt
geen spoedgeval aanwezig of voldoet de
aanvrage niet aan de hierboven mede
gedeelde voorwaarden, dan komen de
ieeds gemaakte ziekenhuiskosten in
het algemeen niet voor rekening van
het fonds.
Het fonds deelt, na advies van zijn
controlerend geneeskundige te hebben
ingewonnen, de beslissing op de aan
vrage aan de patiënt mede en, als de
aanvrage is ingewilligd, tevens, welk
ziekenhuis voor de opneming in aan
merking komt en voor hoeveel dagen
ten hoogste verpleging en behandeling
kunnen worden toegestaan. Is de door
het fonds voor het verblijf in het zie
kenhuis toegestane termijn naar het
oordeel van degene, die in het zieken
huis de behandeling verricht, niet lang
genoeg, dan kan verlenging - worden
aangevraagd, natuurlijk binnen het al
gemene maximum van twee-en-veertig
dagen.
Verblijft een patiënt reeds in een zie
kenhuis maar niet voor rekening van
zijn fonds en maakt hij op verder ver
blijf voor rekening van zijn fonds aan
spraak, dan moet een aanvrage daar
voor bij het fonds worden ingediend.
Het fonds behandelt aanvragen inzake
verder verblijf in een ziekenhuis op de
zelfde wijze als aanvragen tot op
neming.
Hierboven schreef ik, dat het fonds
mededeelt, welk ziekenhuis voor de op
neming in aanmerking komt. Dit bete
kent niet, dat de verzekerde geen vrije
keuze van ziekenhuis zou hebben. Het
recht op die vrije keuze is in de rege
ling' van het ziekenfondswezen zelfs
verankerd. Met name wordt met de le
vensbeschouwing van de verzekerde
rekening gehouden. Het zal slechts zel
den voorkomen, dat een verzekerde een
ander ziekenhuis kiest dan dat. hetwelk
de behandelend en de controlerend ge
neeskundige adviseren. Kiest de pa
tiënt echter een ziekenhuis zonder be
schikbare specialist of voldoende hulp
middelen of een ziekenhuis, waar niet
beschikbaar is de specialist, tot wiens
bijzondere bevoegdheid de behandeling
van de aandoening behoort, waaraan de
verzekerde lijdt, dan moet de controle
rend geneeskundige wel verklaren, dat
de aandoening, waarvoor de opneming
is aangevraagd, naar zijn oordeel in dit
ziekenhuis niet behoorlijk kan worden
behandeld. Dan is dus geen medische
indicatie voor opneming in dat zieken
huis aanwezig. (Over het begrig: medi
sche indicatie hoop ik een volgende
maal wat te vertellen).
Het is ook mogelijk, dat bepaalde zie
kenhuizen met betrekking tot verple
ging en behandeling van ziekenfonds
verzekerden slechts in aanmerking ko
men voor personen tot een bepaalde
leeftijdsgrens of van een bepaald ge
slacht dan wel slechts voor bijzondere
aandoeningen of kunstbewerkingen.
Ziekenhuizen, waarin niet geregeld
specialistische hulp ter beschikking kan
worden gesteld of die niet volledig zijn
ingericht en van hulpmiddelen voorzien,
komen slechts voor een bepaalde groep
van lijders in aanmerking. Ziekenhui
zen, welke niet over een volledige
outillage beschikken, kunnen, mits me
dische indicatie aanwezig is, toch wel
van belang zijn voor opneming van pa
tiënten, bij wie de verpleging meer dan
de behandeling op de voorgrond staat.
Gevallen, waarin een huisarts of
vroedvrouw ziekenhuisbehandeling voor
rekening van een ziekenfonds op zich
neemt, zijn niet volstrekt uitgesloten,
maar komen weinig voor, omdat met
goede wil en aanpassingsvermogen zo
wel van de kant van de arts als van
de omgeving van de patiënt de behan
deling thuis zal kunnen geschieden.
Behalve in uitzonderingsgevallen, waar
in het medisch niet verantwoord zou
zijn, de behandeling thuis te doen ge
schieden. bestaat in deze gevallen geen
medische indicatie voor opneming in
een ziekenhuis. Voor zover hier of daar
behandeling door huisartsen of vroed
vrouwen voorkomt, gebeurt dat meer in
kleine plaatsen dan in grote steden. In
de laatste geschiedt opneming in een
ziekenhuis in de meeste gevallen om
specialistische behandeling mogelijk te
maken
Daar het recht op verpleging en be
handeling in een ziekenhuis voor ten
hoogste twee-en-veertig dagen sedert 1
April jongstleden ook voor alle geestes
zieken geldt, wordt van genoemde da
tum af onder ziekenhuis mede begrepen
een inrichting, vermeld op een door de
Ziekenfondsraad na overleg met de in
specteurs van het Staatstoezicht op
krankzinnigen en krankzinnigengestich
ten opgestelde lijst. Hierdoor is de ge
legenheid geopend om geesteszieken zo
wel met als zonder gerechtelijke mach
tiging, dus hetzij in een gestichtsafde
ling, hetzij in een zogenaamde open af
deling of inrichting voor rekening van
een fonds te doen verplegen.
Zoals ik in de aanvang van dit stukje
heb medegedeeld, hebben verzekerden
recht op verpleging en behandeling in
een ziekenhuis onder toezicht vanwege
het bestuur van het fonds of van de
controlerend geneeskundige. Op het
fondsbestuur rust namelijk de taak, te
beoordelen, of een medische indicatie
voor opneming in een ziekenhuis aan
wezig is. Dit bestuur echter heeft geen
medische bevoegdheid en kan dus deze
verantwoordelijkheid niet dragen, tenzij
het een orgaan heeft, dat het kan voor
lichten. Vandaar de controlerend ge
neeskundige. Dat het bestuur in het al
gemeen niet van diens advies zal af
wijken, spreekt vanzelf
Hierboven schreef ik. dat verzekerden
bij eem ziekenfonds recht hebben op
volledige verpleging en behandeling in
een ziekenhuis voor de tijd van ten
hoogste twee-en-veertig dagen per ge
val.' Laat mij er hier nog aan toe voe
gen, dat zij tegen betaling van een ge
ringe premie voor een aanvullende ver
zekering recht kunnen krijgen op ver
pleging en behandeling gedurende méér
dan twee-en-veertig dagen.
Te Amsterdam wordt voor de verple
ging en behandeling van ziekenfonds
verzekerden in een ziekenhuis geheel
door de Gemeente (afdeling Wettelijke
Aansprakelijkheid, Verhaals- en Verze
keringszaken) gezorgd; daarbij hebben
de fondsen de ziekenhuisverpleging her
verzekerd.
Het controlerend orgaan in de hoofd
stad is de Gemeentelijke Geneeskundige
en Gezondheidsdienst, waarbij de ver
zekerden zich voor opneming in een
ziekenhuis ook moeten melden. Een
soortgelijke regeling bestaat te Haarlem,
waar echter vermoedelijk in de loop van
dit jaar een andere regeling zal worden
ingevoerd; te zijner tijd zal daarvan
mededeling worden gedaan.
A. J. LUIKING A
Administrateur bij de
Ziekenfondsraad.
Voor een oordeel over Ue betekenis van
de gisteren in Den Haag na ruim een week
onderhandelen met de Duitsers afgesloten
handelsbesprekingen is het beste uitgangs
punt een vergelijking van de im- en ex
portcijfers in het handelsverkeer tussen
beide landen. In September van het vorig
jaar stond tegenover onze uitvoer naar
Duitsland ter waarde van 16 millioen gul
den, een invoer uit Duitsland van 24 mil
lioen gulden; in October werd dit 32 tegen
over 20 millioen; in November 74 tegen 22
millioen; in December bereikte Nederland
het hoogtepunt met 102 tegen 35 millioen,
dan volgen Januari 1950 met 85 tegenover
40 millioen, Februari met 60 tegen 55 mil
lioen en Maart met 86 tegen 69 millioen.
Deze cijfers tezamen wijzen duidelijk op
het aanzier^ijke passieve saldo voor Duits-
land op de betalingsbalans. Deze kwestie
was bij het overleg kardinaal; men krijgt
althans niet de indruk, dat, m.b.t. een
speciaal facet ervan, de extra-heffingen
(op groenten, meel- en chocolade-artike
len enz.), spijkers met zware koppen zijn
geslagen.
De bevredigende oplossing voor de Ne
derlandse agrarische export, waar het uit
gegeven communiqué van spreekt, gelijkt
wel enigszins een wissel op de toekomst.
De heffipgen immers zullen niet worden
omgezet in een verhoging van de tarieven
en eind Juni wel aflopen, doch wat er dan
gaat gebeuren wordt weer een kwestie van
overleg. Van Duitse zijde schijnt te zijn
toegezegd, dat men zal houden aan do
verplichtingen ingevolge de O.E.E.C., waar
in deze resulteren is echter niet precies
duidelijk. Positiever resultaten ziet men in
de uitbreiding van de Duitse uitvoer naar
Nederland, door opheffing, c.q. uitbreiding
van contingenten; dit speelt vooral ten aan
zien van de invoer van producten der Duit
se staal- en ijzer industrie. De Duitsers ha
len hun achterstand in door het loskomen
van leveranties op lange termijn.
Ook zal een sanerende werking uitgaan
van een betere controle op de herkomst van
verschillende goederen; hiermee is door de
Nederlandse handel door het onderschui
ven van goederen, die niet van Nederland
se oorsprong waren, nog al eens vreemd
gemanipuleerd.
Het vraagstuk van de Rijnvaart is als zo
danig eigenlijk nog blijven liggen; de re
geling heeft met betrekking tot de stukgoe
deren wèl doch voor de massagoederen niet
bevredigend gewerkt. Hier ligt ook de vraag
wat onder vrije vaart moet worden ver
staan; de Nederlandse interpretatie richt
zich niet alleen op technische, doch ook op
economische vrijheid.
Het vrijgeven van het tourisme beduidt
voor Nederland, dat reizen naar Duitsland
onder de regeling van het touristenboekje
komen te vallen.
Te verwachten is, da* onze export enigs
zins zal teruglopen; zo kunnen zich moei
lijkheden voordoen ten aanzien van de
boteruitvoer; de bedoeling is, dat voor de
landbouwproducten telkens, waar nodig,
overleg in de gemengde commissie zal wor
den gepleegd.
Te Tandjonggadai nabij Bukit Tinggi
(Fort de Koek) zijn de graven en mas
sagraven van oorlogsslachtoffers, die
tijdens de Japanse bezettingstijd aldaar
zeer waarschijnlijk zijn geëxecuteerd,
opengelegd. De stoffelijke overschotten
van de volgende personen konden wor
den geïdentificeerd: gen.-maj. R. T.
Overakker, kol. G. F. V. Gosenson. die
beiden een leidende rol hebben gespeeld
in de verzetsactie tegen het Japanse
leger op Sumatra in 1942. res.-kapt. G.
J. Boekenoogen (voorheen administra
teur van de B.PM. te Pangkalan Bran-
dan) en èerste-luitenant H. van Zan
ten.