NAARDEN, STAD MET ZES BASTIONS Nood óók in de kerftabaksindustrie DE TIEN van „Radio Anno Santo" wonen heel hoog Het raadhuis wordt weer in oude glorie hersteld I Accijnsverlaging zou de oplossing brengen Verpleging en behandeling in een ziekenhuis Meer Duitse producten op de Nederlandse markt MENNOVANCOEHOORN, EEN INGENIEUR Regelmatige zeshoek Ontstemming over de eenzijdige actie van de sigarenfabrikanten Concertgebouw-tournée definitief afgelast Het muntstuk en de sigaret spelen bij de lift een grote rol Op zoek naar een biechtvader Moeilijkheden t.a.v. de boter-export verwacht ZATERDAG 20 MEI 1950 PAGINA 5 VESTINGBOUWKUNDIG UNICUM SI Spaanse wandaden WEDEROPBOUWDAG 1950 TE ROTTERDAM GEOPEND Waarderende woorden van minister Spitzen Staatssubsidie Belgische kaasindustrie mmm. Telefoneren aan boord van Rijnschepen ZIEKENFONDS VERZEKERING Indische oorlogsslachtoffers geïdentificeerd De bus, die van station Bussum naar de vesting Naarden rijdt, volgt een route, die ons in staat stelt, een aardige indruk te krijgen van dit merkwaardige stadje. De Burgemeester van Wettumweg voert ons door de 17e eeuwse verdedigingswerken, dan rijden we een klein stukje langs de Westelijke binnenwal en midden in de Turfpoortstraat zien we rechts het Spaanse Huis, waar in 1572 de helft van Naardens mannelijke burgers werd uitgemoord. Tenslotte stappen we in de Marktstraat uit en we bevinden ons recht tegenover de twee mooiste gebouwen van Naarden: de laat-middel- eeuwse Grote Kerk, waarvan Wte de toren reeds buiten de grachten zagen opdoemen, en het vroeg-zeventiende-eeuwse stadhuis, dat nu in de steigers Staat. Maar met de bus gaan we er wel wat erg vlug langs. Laten we daarom eens terug wandelen en vestingwerken, Spaanse Huis en Raadhuis nog eens rus tig nader bezien. Vanuit het uitgangspunt van onze wandeling kunnen we aan Weerszijden van de Marktstraat, op een paar honderd meter afstand, de wal len zien liggen, die het stadje omringen. Naarden is maar een heel klein plaatsje; maar weinig Nederlandse steden zijn drie eeuwen lang zo prachtig geconserveerd. Dat het precies 600 jaar geleden ont stane Naarden er grotendeels nog net zo uitziet als toen in 1635 de nieuwe vesting werd voltooid, is een gelukkige omstandigheid, die we te danken heb ben aan de strategische waarde die men tot in onze eeuw nog aan deze stad hechtte. In ieder van de zes eeuwen van haar bestaan is de oude hoofdstad van het Gooi minstens eenmaal door vreem de krijgslieden overvallen of bezet. Na de Utrechtenaren waren het de Gelder sen, na de. Spanjaarden de Fransen van Lodewijk de Veertiende., na de Pruisen Napoleons troepen en tenslotte heeft ook Naarden in de afgelopen oorlog van Duitse wandaden te lijden gehad. De naar Amsterdam en de andere Noord- Hollandse plaatsen optrekkende vijan delijke legers moest Naarden tot staan brengen. Eerst in 1926 achtte men de strategische betekenis van het plaatsje zodanig verminderd, dat de vesting- Werken bij Koninklijk Besluit werden opgeheven En dat dit pas in 1926 ge beurd is, vinden wij een gelukkige om standigheid. Want wat zou men me.t dit stedebouwkundig unicum in de 19e eeuw gedaan hebben, als het Departement van Defensie reeds», toen tot de ontdekking Was gekomen, dat men met 17e. eeuwse bastions geen modern leger meer tot stilstand kan brengen? Het geringe begrip dat men een honderd jaar gele den nog maar al te vaak aan de dag legde voor historische monumenten, kon men tot voor kort aan de achter- Zijde van de Grote Ke.rk geïllustreerd zien, waar een wanstaltig bouwsel was aangebracht, dat men nu echter geluk kig radicaal verwijderd heeft. In onze tijd gaat men oordeelkundiger te werk. Enkele jaren nadat de vesting door de militaire overheid was vrijgegeven, werd de stichting „Menno van Coe- hoorn" in het leven geroepen, die zich ten doel stelt vestingmonumenten in stand te houden. Dergelijke monumen ten (wij denken hierbij ook aan Wil lemstad) zijn niet alleen van architecto nisch, maar ook van natuur-historisch oogpunt waard dat zij behouden blij ven Menno van Coehoorn is een pas sende naam voor deze instelling, want bij was het vooral die in de tweede helft van de 17e eeuw zoveel voor de vestingbouw in Nederland deed. Waar- schiinljik was hij ook de. bouwer van de vesting Naarden, waaraan van 1675 tot 1685 gewerkt werd. Zijn voornaamste werken ontstonden echter enige tijd la ter, toen hii tot Oppervestingbouwmees- ter' der Republiek was benoemd. Het was een belangrijke wetenschap in die veelbewogen jaren en in Coehoorns tijd werd hei vak dan ook aan de Leidse Universiteit gedoceerd. Inge nieurs werden deze ontwerpers toen al genoemd. Om nu op Naarden terug te komen: het oude stadsplan had een vijfhoekige Vorm. De verdedigingswerken waren echter na de Spaanse tijd in verval ge raakt, zoals men zich vooral na het Het vroeg zeventiende eeuwse stadhuis vanNaarden, dat nu in de steigers staat, omdat het van binnen en van buiten grondig wordt gerestaureerd. wegtrekken der Fransen, in 1673, reali seerde. Volgens de nieuwste theorieën werd de defensie gereorganiseerd. Zoals op bijgaande luchtfoto is te zien, gaf men de stadskern een zestal uitbouwen, bastions genaamd De verbindingslijn van de punten van deze bastions, welke lijn de buitenpolygoon werd genoemd, vormt een regelmatige zeshoek. Rondom deze kern werd een gracht gelegd, waarin op gelijke afstanden eilandjes liggen, die ravelijnen heten. De rechte stukken tussen de bastions noemde men gordijnen of courtines. De binnenste of hoofdgracht wordt omgeven door een strook land. waarover de zogenaamde bedekte weg loopt en daarom heen is de buitengracht aangelegd. Gaan we nu weer eens na hoe we de stad vanuit de richting Bussum ziin binnengekomen. Als we deze route ditmaal wandelend afleggen, zullen we dit alles, vooral als we een luchtfoto bij de. hand hebben, precies terugvinden. De Burgemeester van Wettumweg. die we nu volgen, blijkt dan via een ravelijn naar een courtine te lopen en over de hoofd gracht zien we aan onze rechterhand uit op het Zuidwestelijk bastion Een luchtfoto, die in Naarden als brief kaart verkocht wordt, een andere dan de hiernaast afgebeelde, laat ons vooral de ligging van deze weg zien. Vervolgen we nu onze weg naar de Turfpoortstraat. Hier ligt dus het Spaan se Huis, dat eertijds als stadhuis van Naarden dienst deed, vervolgens Waag was, en nu herinneringen bergt aan de pionier van het Christelijk onderwijs de Tsjechoslowaak Comenius, die als bal ling in Naarden stierf en aldaar hegra ven ligt. Een kleurig reliëf boven de ingang geeft een voorstelling van de moord op Naardens burgerij door de Spanjaarden en de gevelsteen rechts daarnaast legt deze gebeurtenis nog eens in woorden vast. Op 1 December 15/2 r Weinig Nederlandse steden hebben zo'n fraai grondplan als de vesting Naarden, die in 1685 voltooid werd. Duidelijk ziet men in de binnengracht, vóór de cour tines (de rechte stukken die de zes bastions verbinden), de eilandjes liggen die ravelijnen werden genoemd. Over de strook land. tussen binnen- en buitengracht loopt de zogenaamde bedekte weg. In het Groothandelsgebouw te Rotter dam, waarvan Vrijdag, op Wederop- bouwdag 1950, de onderverdieping of ficieel geopend werd door minister Spit zen, heeft deze bewindsman, optredend voor zijn collega van Wederopbouw, met grote waardering' gesproken over wat in Rotterdam in deze vijf naoorlogse jaren is tot stand gekomen. „De verwoestin gen in Rotterdam, die op een nationale tamp geleken, hebben gevoerd naar een nationale opleving. Hier wordt in Ne derland een voorbeeld gegeven van durf en ondernemingsgeest", aldus de mi nister. Tijdens een tocht door de stad zijn de Rederijbrug, de Leuvesluis en het pa viljoen Rotterdam op Dijkzigt, een on derdeel van de grote tentoonstelling «.Rotterdam Ahoy". op officiële wijze geopend. De Belgische kabinetsraad heeft be sloten ter bescherming van de Belgi sche kaasindustrie tegen de buiten landse concurrentie een subsidie van fr- 90 millioen te verlenen aan de on dernemingen, die Belgische melk ver kerken tot sommige kaassoorten, volle melkpoeder en gecondenseerde melk. Benoemd tot ridder in de orde van vlranje-Nassau, j. m Krohof, te s-Gra- Venhage, adm. hoofdambtenaar bij de centrale dienst der arbeidsinspectie. werden de mannen van Naarden (die de Spanjaarden hadden binnengelaten nadat zij de belofte hadden verkregen dat de stad gespaard zou worden) 's morgens door een heraut opgeroepen om op het stadhuis te verschijnen. Daar zouden, zo werd hun verteld, de voorwaarden voor de overgave bekend worden gemaakt. Nauwelijks waren zij het huis binnen gegaan of er weerklonk een trompet signaal. „Op dat sein stortten de Span jaarden onder ijsselijk geschrei met zwaard, knots, ponjaard en schietgeweer op de ineengedrongen hoop van burge ren in", zo schreef een ooggetuige, die de verschrikkingen overleefde. „Het ge kerm klonk de hele stad door." 486 man nen vonden de dood. Toen deze onmen selijke slachting volbracht was stoven de Spanjaarden de stad in en gingen daar al even meedogenloos te werk. Tot het jaar 1700 werd deze ramp nog steeds ieder jaar op de eerste December her dacht. Als we nu de Marktstraat inslaan zien we het tegenwoordige stadhuis aan alle kanten in de steigers staan. Hard wordt er gewerkt aan de restauratie van dit uit 1601 daterende, met een hoge trap gevel getooide, bouwwerk. Want in Augustus, met de viering van het zes honderd-jarig bestaan van de stad, moet alles klaar zijn. Hele plafonds zijn ver nieuwd, muren werden uitgebroken, een grote houten trap is gedemonteerd om hersteld te worden en sommige vloeren worden opnieuw geplaveid. De hal is vergroot, de trouwzaal krijgt nu een in gang opzij en de burgemeesterskamer wordt meer bewoonbaar gemaakt. Onder toezicht van Monumentenzorg wordt er echter angstvallig voor gewaakt dat ook in het interieur het oorspronkelijk karak ter gehandhaafd blijft. We hebben ons via een ladder een weg naar boven ge baand en constateerden daar hoe de Burgerzaal reeds prachtig gerestaureerd is, met nieuwe zware balken tegen de zoldering die van dezelfde fraaie orna menten voorzien werden als de ver molmde, nu verwijderde, oude exempla ren De forse gevel wordt geheel schoon gemaakt en gereoareerd en de stoep krijgt nu twee trapjes aan weerszijden, inplaats van de ene trap aan de voor kant. Het stadhuis van Naarden is straks in Augustus weer even fraai en deugdelijk als toen het drie en een halve eeuw ge leden werd gebouwd. Een passende zetel voor de vroede vaderen van een stadje waarop Nederland trots kan ziin. H. BRONKHORST (In de krant van 16 Mei verscheen een artikel over Oud-Naarden en in die van 6 April een bijdrage over de Grote Kerk in de vesting Naarden. ,Red.) Het Spaanse Huis aan de Turfpoortstraat, dat in 1572 (toen hier de helft van Naardens mannelijke bevolking werd uitgemoord) stadhuis was en later als Waag werd gebruikt. Het is nu Comenius Museum. De kerftabaksfabrikanten zijn enigermate ontstemd over de vrij eenzijdige actie van de sigarenindustrie in haar streven naar verlaging van de accijns op sigaren. In een gedeelte van onze oplage van gisteren vermeldden wij dit reeds in het kort. Wel iswaar wordt niet ontkend, dat de nood in de sigarenindustrie aanzienlijk is en zeer acuut, doch zij menen, dat ook de beide andere takken van tabakver werkende industrie in minstens zo grote mate door de accijns worden getroffen. Toegegeven wordt evenwel, dat deze nood niet zo sprekend is als in de sigaren industrie, waar de productie meer arbeidsintensief is dan in beide andere takken van industrie, zodat een terugslag als thans tot gelding komt meer werkloosheid bij de sigarenindustrie veroorzaakt dan bij de kerftabaks- en sigarettenindustrie. Toch, zo stelt men het van de zijde der kerftabaksfabrikanten, is de toestand in deze tak welhaast catastrofaal. In de laatste paar maanden zijn van de ca. 150 fabrieken in ons land er reeds on geveer een vijftiental gesloten, waarbij en kele middelgrote bedrijven en gevreesd moet worden, dat deze tendens in de komende maanden steeds verder en in versterkte mate voortgang zal vinden. Men betreurt het, dat de actie van de si garenfabrikanten tot verlaging van de accijns niet geschied is in samenwerking met de andere twee groepen, welke in Een tafereeltjedat men dezer dagen veel in Rome waarneemt: een der Neder landse bisschoppen, mgr. Baeten, zegent pelgrims. zelfs nog grotere mate onder de hoge be lasting lijden dan de eerste. Indien men immers ziet, dat bij een ge middelde prijs van f 45.90 per duizend siga ren in 1939 de accijns f 5.70 bedroeg en deze in 1950, bij een prijs per duizend stuks van f 194.30, f 52.90 uitmaakte, dan constateert men, dat de accijnsstijging in absolute zin vernegenvoudigd is. Bij kerftabak moet men deze stijging evenwel op een veelvoud van 12 stellen, terwijl bij sigaretten dit veelvoud slechts 4 y2 uitmaakt. Het behoeft dan ook niet te verwonderen, dat de kleinhandelsprijs van kerftabak in verhouding tot die van siga ren in veel grotere mate is gestegen sinds voor de oorlog. Stelt men b.v. deze klein handelsprijs voor kerftabak in 1936 op 100, dan is deze in April 1950 gestegen tot 717, terwijl die van sigaren bij een zelfde uit gangspunt „slechts" gestegen is tot ca. 410 Men kan het ook zo stellen, dat waar vóór de oorlog een half pond tabak van de goedkoopste en meest gerookte soort ca 25 ct. kostte, men thans de goedkoopste klasse op f 2.50 per half pond kan stellen, waarbij dan nog aangetekend wordt, dat thans dit soort nog verliesgevend is voor de fabrikant. Het behoeft dan ook geen verwondering te wekken, zo merken deze fabrikanten op, dat de omzet van kerftabak sedert de laat ste maanden met sprongen daalt. In cijfers uitgedrukt: vóór de oorlog rookte de ge middelde Nederlander per jaar 1,8 kg. ta bak, terwijl dit cijfer in 1949 nog slechts 1,3 kg. bedraagt, een cijfer dat in April 1950 al ver onder dit peil ligt. De conclusie ligt h.i. voor de hand. De doorsnee Nederlander is niet meer in staat zich de „luxe" te permitteren evenveel te roken, als hij vóór de oorlog deed. Luxe inderdaad, maar een luxe, die de gemiddelde roker toch eerder een dagelijkse behoefte zou noemen. Er mag nog een andere conclusie uit wor den getrokken, en dit geldt zowel voor de tabaksindustrie, als voor de sigaren- en si garetten-industrie, de overheid is hier min of meer bezig de kip met de gouden eieren te slachten. Immers bij een sterk dalend tabaksverbruik zal ook de accijnsopbrengst in gelijke mate dalen. Het komt de tabakverwerkende in dustrieën dan ook voor, dat de overheid, indien zij de tabaksaccijns over de gehele linie, let wel niet voor de sigarenin dustrie alléén, verlaagt, weliswaar met on middellijk inkomstenverlies rekening zal moeten houden, doch in de toekomst bij een wederom toenemend tabaksverbruik ook haar inkomsten weer ziet toenemen, terwijl dan bovendien de tabaksindustrie wreei lonend kan worden, derhalve minder werk loosheid, en last but not least een ietwat draaglijker prijs van het rokertje van ons allen. En dit laatste mag niet geheel en al onderschat worden. Resumerend mag wor den opgemerkt: geen eenzijdige accijns.ver- laging voor de sigaren, maar voor alle ta baksartikelen. Overigens menen wij, dat de precaire si>» tuatie van de tabakverwerkende in dustrieën eerst dan tot een oplossing komt, wanneer de exorbitante prijzen voor de ruwe tabak sterk zullen dalen, iets wat naar de mening van de tabaksfabrikanten echter voorlopig niet verwacht mag wor den. Uit Amerika wordt thans bericht dat de tournee van het Concertgebouw-or kest door de V.S. door de National Con cert and Artists Corporation thans de finitief is geannuleerd. De woordvoer der van deze organisatie heeft gezegd, dat de eisen van 't orkest onmogelijk in gewilligd konden worden. Dat gold vooral de eis, dat niet gereisd zou be hoeven te worden op de dagen waarop het orkest in New York en Chicago zou spelen; daardoor werd een gedeelte van de tournee onmogelijk. (Van onze correspondent) Eind van de vorige maand werd onder voorzitterschap van ir. 5 D. H. van der Toorn, hoofddirecteur van de P.T.T., een bespreking gehouden met vertegenwoor digers van een aantal P.T.T.-administra- ties en van de Internationale Rijn» ft commissie ter bestudering van net radio-, telegrafie, en telefonieverkeer met op de Rijn varende schepen. Verle den jaar zijn er reeds inleidende bespre kingen gevoerd. Het zal in de toekomst nodig zijn op verschillende plaatsen langs de Rijn zend- en ontvangstations in te richten, die de met radio uitge ruste schepen op de Rijn in verbinding zullen stellen met het internationale telefoonnet. De schepen zullen dan met elke telefoonabonné, waar deze ook woont, telefoongesprekken kunnen voe ren en omgekeerd. Voorlopige proeven zullen worden gedaan op golflengten tussen 100 en 180 meter; het ligt even wel ook in de bedoeling dergelijke proeven te nemen op zeer korte golven tussen 2 en 10 meter. De tien logeren in Rome in Penzione Esquilino." Dat is een riante gelegen heid op de vijfde verdieping van een heel hoog gebouw op de Piaza Esqui lino. Tenzij men een hartkwaal wil riskeren door een onnoemlijk aantal trappen te beklimmen, kan men het pension bereiken met een lift. Maar dat is een heel eigenaardiq vervoermiddel, dat men slechts met een munt kan bedienen. Dat in alle letterlijkheid verheffende muntstuk is verkrijgbaar bij de portier tegen de luttele som van vijf lire. Men kan het zich ook aanschaffen via een meestal wel aanwezig bruin-gebrand-heer-in-polo-hemd. Maar dat kost dan nog een sigaret extra. Een van de grootste charmes van dat „Penzione Esquilino is, dat het gelegen is in de schaduw van de Santa Maria Maggiore,een majesteitelijke basiliek, waar van men het luisterrijke front van trappen en pilaren direct kan ontwaren als men in het „Penzione" even het hoofd uit het raam steekt De tien hebben allemaat zo'n raam tot hun beschikking. Een prachtig uitzicht, daar zijn ze het allemaal over eens. mij de overgang, maar ik kan er óók niets aan doen naar een biechtvader. Een Hollander wel te verstaan, hooguit een Vlaming, maar liefst een Hollander in verband' met de jubilé-aflaat be grijpt u. Het stond nu eenmaal in „de voorwaarden", die juffrouw Smeets en mijnheer Dijkers voor alle zekerheid nog eens door- en (bij brokken) vóór lazen. Dat geschiedde op de Via Merulana; en daar moest ook dat kerkje liggen, waar een Nederlandse Franciscaner Pater bereid zou ziin de tien van him gezamenlijke zondenlast te ontdoen. Die pater was er inderdaad, maar op dat uur van de dag had hij geen gelegen- heid om biecht te horen. Daar stond echter tegenover dat hij in de Sint Jan van Lateranen een Belgische pater wist. die daar vrijwel altijd gereed zat. En je bent tot boete geneigd of je bent het niet wat lag meer voor de hand, dan dat wij 'ons toen op pad begaven naar da* beroemde kerkgebouw? Inmiddels had Simon Visser het danig warm; in Breskens op de dijk was het heel wat koeler dan hier op de Via Merulana in Rome. Ook had Simon Vis ser een heel klein beetje „de pest" in. Want laat nu iemand hem gevraagd hebben of hij niet beter thuis kan blij ven in verband met „de groote stad" en „de vreemde taal." En dat kon Simon Visser nu niet goed verkroppen. Zich het bezwete voorhoofd bissend met een grote zakdoek, liep hij zoetjes naast mij te mopperen. Alsof hij nie' meer in grote steden en nog wel in grotere dtyn deze was geweest, en alsof Maar de Piaza Esquilino en de Santa Maria Maggiore zijn Rome nog niet. Vandaar dat wij de tien en ik van morgen een prille poging hebben ge daan om iets meer van de Heilige Stad te ontdekken. Mijnheer Dijkers had zich daartoe ge stoken in een soort padvinderscostuum dat hem heel sportief stond; maar Dries- sen zette er onverveerd zijn hoed bij op. Want, onder ons gezegd en gezwegen, die onbetamelijke Italiaanse zon ligt hem niet helemaal. Joane Schoenmakers hield vast aan haar blauwe mutsje, wat trou wens ook een heel opwekkend kleding stuk is; en Hilde Benders zag er in haai zon-gele japonnetje en met de lint-ach- tige doek in heur donker haar uit als een echte Romeinse. Zelfs Simon Visser had zich gestoken in een blauw polo- hemd met rijg-draden van voren; maar hij had er zijn jasje bij aangehouden. Onze ontdekkingstocht strandde al na een paar passen op een marskra mer, die in zijn zangerigste Ita liaans de religieuze voorwerpen aanprees, die hij in een soort lade met zich mee torste. Mijnheer Dij kers begon aanstonds moeizaam te onderhandelen over een rozenkrans, dat nam heel wat tijd in beslag, zo dat Hilde Benders en student Sluy- mer van de gelegenheid gebruik maakten om in een nabijgelegen winkeltje wat postzegels te kopen. Toen gingen wij op zoek vergeel hij zijn Duits en Engels en zelfs zijn Esperanto niet kende In de St. Jan van Lateranen was nét een processie bezig van Portugese pel grims; zwart-gesluierde, trots-schone vrouwen, die vol vuur een melancho- liek-eentonige melodie zongen: „Ave ave, ave, Maria." De tien stonden enke le minuten vol ontzag terzijde te kij ken naar die ingehouden-driftige de votie. Maar toen was er weer de noodzaak van het biechten. Wij vonden een Engelse en een Spaanse biechtstoel, maar de Belgische pater bleef ons onthouden. En zo kwam het dat wij enkele mi nuten later op een terrasje, weer in de Via Merulana za ten. Wij dronken er vino bianco of ca- pucino en wij weer den de talrijke kooplieden af, die ons ansichtkaarten of niets dan hun armoede aanboden. Hilde Benders gaf pepermuntjes aan twee zwartogige kroeskoppige meis- kes; want die Ita liaanse kindertjes zijn zo schattig. Driessen zette zijn hoed wat steviger op zijn hoofd, knip oogde tegen het he le gezelschap en stak een verse si gaar op; Joaneke Schoenmakers riep „Hé Broa bant", toen een vrouw voorbijkwam mei een paar grote ron de broden onder haar arm. Maar wij hadden niét ge biecht Evenwel, Joaneke Schoenmoakers en Driessen hadden ieder dezelfde af beelding van Z. H. de Paus gekocht. En die van Joaneke was voor Monseig neur. HERMAN HOFHIKZEN. i Vjrzekerden bij een algemeen zie kenfonds hebben recht op volledige verpleging en behandeling in een ziekenhuis voor de tijd van ten hoogste twee-en-veertig verpleegdagen per ge val, echter alleen op medische indicatie en onder toezicht vanwege het bestuur van het ziekenfonds of van de contro lerend geneeskundige. De aanvrage tot opneming in een zie kenhuis moet (vergezeld van een me dische motivering van de arts, die de opneming noodzakelijk acht, voor de controlerend geneeskundige van het fonds) tijdig vóór de opneming door of namens de patiënt bij het bestuur van het fonds worden ingediend. Doet zich een spoedgeval voor (dit is een geval, waarin tijd of gelegenheid voor het indienen van de aanvrage vóór de opneming' heeft ontbroken), aan moet de aanvrage binnen tweemaal vier en twintig uur Zon- en feest dagen niet medegerekend na de op neming worden ingediend. In dat geval dient bij de aanvrage tevens te worden aangegeven, waarom een spoedgeval aanwezig was. Is naar het oordeel van het bestuur van het fonds dat advies van zijn controlerend geneeskundige krijgt geen spoedgeval aanwezig of voldoet de aanvrage niet aan de hierboven mede gedeelde voorwaarden, dan komen de ieeds gemaakte ziekenhuiskosten in het algemeen niet voor rekening van het fonds. Het fonds deelt, na advies van zijn controlerend geneeskundige te hebben ingewonnen, de beslissing op de aan vrage aan de patiënt mede en, als de aanvrage is ingewilligd, tevens, welk ziekenhuis voor de opneming in aan merking komt en voor hoeveel dagen ten hoogste verpleging en behandeling kunnen worden toegestaan. Is de door het fonds voor het verblijf in het zie kenhuis toegestane termijn naar het oordeel van degene, die in het zieken huis de behandeling verricht, niet lang genoeg, dan kan verlenging - worden aangevraagd, natuurlijk binnen het al gemene maximum van twee-en-veertig dagen. Verblijft een patiënt reeds in een zie kenhuis maar niet voor rekening van zijn fonds en maakt hij op verder ver blijf voor rekening van zijn fonds aan spraak, dan moet een aanvrage daar voor bij het fonds worden ingediend. Het fonds behandelt aanvragen inzake verder verblijf in een ziekenhuis op de zelfde wijze als aanvragen tot op neming. Hierboven schreef ik, dat het fonds mededeelt, welk ziekenhuis voor de op neming in aanmerking komt. Dit bete kent niet, dat de verzekerde geen vrije keuze van ziekenhuis zou hebben. Het recht op die vrije keuze is in de rege ling' van het ziekenfondswezen zelfs verankerd. Met name wordt met de le vensbeschouwing van de verzekerde rekening gehouden. Het zal slechts zel den voorkomen, dat een verzekerde een ander ziekenhuis kiest dan dat. hetwelk de behandelend en de controlerend ge neeskundige adviseren. Kiest de pa tiënt echter een ziekenhuis zonder be schikbare specialist of voldoende hulp middelen of een ziekenhuis, waar niet beschikbaar is de specialist, tot wiens bijzondere bevoegdheid de behandeling van de aandoening behoort, waaraan de verzekerde lijdt, dan moet de controle rend geneeskundige wel verklaren, dat de aandoening, waarvoor de opneming is aangevraagd, naar zijn oordeel in dit ziekenhuis niet behoorlijk kan worden behandeld. Dan is dus geen medische indicatie voor opneming in dat zieken huis aanwezig. (Over het begrig: medi sche indicatie hoop ik een volgende maal wat te vertellen). Het is ook mogelijk, dat bepaalde zie kenhuizen met betrekking tot verple ging en behandeling van ziekenfonds verzekerden slechts in aanmerking ko men voor personen tot een bepaalde leeftijdsgrens of van een bepaald ge slacht dan wel slechts voor bijzondere aandoeningen of kunstbewerkingen. Ziekenhuizen, waarin niet geregeld specialistische hulp ter beschikking kan worden gesteld of die niet volledig zijn ingericht en van hulpmiddelen voorzien, komen slechts voor een bepaalde groep van lijders in aanmerking. Ziekenhui zen, welke niet over een volledige outillage beschikken, kunnen, mits me dische indicatie aanwezig is, toch wel van belang zijn voor opneming van pa tiënten, bij wie de verpleging meer dan de behandeling op de voorgrond staat. Gevallen, waarin een huisarts of vroedvrouw ziekenhuisbehandeling voor rekening van een ziekenfonds op zich neemt, zijn niet volstrekt uitgesloten, maar komen weinig voor, omdat met goede wil en aanpassingsvermogen zo wel van de kant van de arts als van de omgeving van de patiënt de behan deling thuis zal kunnen geschieden. Behalve in uitzonderingsgevallen, waar in het medisch niet verantwoord zou zijn, de behandeling thuis te doen ge schieden. bestaat in deze gevallen geen medische indicatie voor opneming in een ziekenhuis. Voor zover hier of daar behandeling door huisartsen of vroed vrouwen voorkomt, gebeurt dat meer in kleine plaatsen dan in grote steden. In de laatste geschiedt opneming in een ziekenhuis in de meeste gevallen om specialistische behandeling mogelijk te maken Daar het recht op verpleging en be handeling in een ziekenhuis voor ten hoogste twee-en-veertig dagen sedert 1 April jongstleden ook voor alle geestes zieken geldt, wordt van genoemde da tum af onder ziekenhuis mede begrepen een inrichting, vermeld op een door de Ziekenfondsraad na overleg met de in specteurs van het Staatstoezicht op krankzinnigen en krankzinnigengestich ten opgestelde lijst. Hierdoor is de ge legenheid geopend om geesteszieken zo wel met als zonder gerechtelijke mach tiging, dus hetzij in een gestichtsafde ling, hetzij in een zogenaamde open af deling of inrichting voor rekening van een fonds te doen verplegen. Zoals ik in de aanvang van dit stukje heb medegedeeld, hebben verzekerden recht op verpleging en behandeling in een ziekenhuis onder toezicht vanwege het bestuur van het fonds of van de controlerend geneeskundige. Op het fondsbestuur rust namelijk de taak, te beoordelen, of een medische indicatie voor opneming in een ziekenhuis aan wezig is. Dit bestuur echter heeft geen medische bevoegdheid en kan dus deze verantwoordelijkheid niet dragen, tenzij het een orgaan heeft, dat het kan voor lichten. Vandaar de controlerend ge neeskundige. Dat het bestuur in het al gemeen niet van diens advies zal af wijken, spreekt vanzelf Hierboven schreef ik. dat verzekerden bij eem ziekenfonds recht hebben op volledige verpleging en behandeling in een ziekenhuis voor de tijd van ten hoogste twee-en-veertig dagen per ge val.' Laat mij er hier nog aan toe voe gen, dat zij tegen betaling van een ge ringe premie voor een aanvullende ver zekering recht kunnen krijgen op ver pleging en behandeling gedurende méér dan twee-en-veertig dagen. Te Amsterdam wordt voor de verple ging en behandeling van ziekenfonds verzekerden in een ziekenhuis geheel door de Gemeente (afdeling Wettelijke Aansprakelijkheid, Verhaals- en Verze keringszaken) gezorgd; daarbij hebben de fondsen de ziekenhuisverpleging her verzekerd. Het controlerend orgaan in de hoofd stad is de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst, waarbij de ver zekerden zich voor opneming in een ziekenhuis ook moeten melden. Een soortgelijke regeling bestaat te Haarlem, waar echter vermoedelijk in de loop van dit jaar een andere regeling zal worden ingevoerd; te zijner tijd zal daarvan mededeling worden gedaan. A. J. LUIKING A Administrateur bij de Ziekenfondsraad. Voor een oordeel over Ue betekenis van de gisteren in Den Haag na ruim een week onderhandelen met de Duitsers afgesloten handelsbesprekingen is het beste uitgangs punt een vergelijking van de im- en ex portcijfers in het handelsverkeer tussen beide landen. In September van het vorig jaar stond tegenover onze uitvoer naar Duitsland ter waarde van 16 millioen gul den, een invoer uit Duitsland van 24 mil lioen gulden; in October werd dit 32 tegen over 20 millioen; in November 74 tegen 22 millioen; in December bereikte Nederland het hoogtepunt met 102 tegen 35 millioen, dan volgen Januari 1950 met 85 tegenover 40 millioen, Februari met 60 tegen 55 mil lioen en Maart met 86 tegen 69 millioen. Deze cijfers tezamen wijzen duidelijk op het aanzier^ijke passieve saldo voor Duits- land op de betalingsbalans. Deze kwestie was bij het overleg kardinaal; men krijgt althans niet de indruk, dat, m.b.t. een speciaal facet ervan, de extra-heffingen (op groenten, meel- en chocolade-artike len enz.), spijkers met zware koppen zijn geslagen. De bevredigende oplossing voor de Ne derlandse agrarische export, waar het uit gegeven communiqué van spreekt, gelijkt wel enigszins een wissel op de toekomst. De heffipgen immers zullen niet worden omgezet in een verhoging van de tarieven en eind Juni wel aflopen, doch wat er dan gaat gebeuren wordt weer een kwestie van overleg. Van Duitse zijde schijnt te zijn toegezegd, dat men zal houden aan do verplichtingen ingevolge de O.E.E.C., waar in deze resulteren is echter niet precies duidelijk. Positiever resultaten ziet men in de uitbreiding van de Duitse uitvoer naar Nederland, door opheffing, c.q. uitbreiding van contingenten; dit speelt vooral ten aan zien van de invoer van producten der Duit se staal- en ijzer industrie. De Duitsers ha len hun achterstand in door het loskomen van leveranties op lange termijn. Ook zal een sanerende werking uitgaan van een betere controle op de herkomst van verschillende goederen; hiermee is door de Nederlandse handel door het onderschui ven van goederen, die niet van Nederland se oorsprong waren, nog al eens vreemd gemanipuleerd. Het vraagstuk van de Rijnvaart is als zo danig eigenlijk nog blijven liggen; de re geling heeft met betrekking tot de stukgoe deren wèl doch voor de massagoederen niet bevredigend gewerkt. Hier ligt ook de vraag wat onder vrije vaart moet worden ver staan; de Nederlandse interpretatie richt zich niet alleen op technische, doch ook op economische vrijheid. Het vrijgeven van het tourisme beduidt voor Nederland, dat reizen naar Duitsland onder de regeling van het touristenboekje komen te vallen. Te verwachten is, da* onze export enigs zins zal teruglopen; zo kunnen zich moei lijkheden voordoen ten aanzien van de boteruitvoer; de bedoeling is, dat voor de landbouwproducten telkens, waar nodig, overleg in de gemengde commissie zal wor den gepleegd. Te Tandjonggadai nabij Bukit Tinggi (Fort de Koek) zijn de graven en mas sagraven van oorlogsslachtoffers, die tijdens de Japanse bezettingstijd aldaar zeer waarschijnlijk zijn geëxecuteerd, opengelegd. De stoffelijke overschotten van de volgende personen konden wor den geïdentificeerd: gen.-maj. R. T. Overakker, kol. G. F. V. Gosenson. die beiden een leidende rol hebben gespeeld in de verzetsactie tegen het Japanse leger op Sumatra in 1942. res.-kapt. G. J. Boekenoogen (voorheen administra teur van de B.PM. te Pangkalan Bran- dan) en èerste-luitenant H. van Zan ten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 5