f
ROMME: WIJ MOETEN OPKOMEN VOOR RECHT
DER INDONESISCHE ZELFBESCHIKKING
Eric de Noorman - Va om Tjecfct
[F
I
DE TIEN van „Radio Anno Santo" in de handel
Werkclassificatie bij het
overheidspersoneel
w
DE STILLE
MAN
D
AANTAL BEDDEN VOOR SANATORIA
WORDT MET 2000 VERGROOT
Oprollen deelstaten en onder de voet lopen
van de minderheden flagrante schennis van
R.T.C.-accoord, aldus Gerbrandy
Eindexamen Engels op
gymnasia
„Opvang-centra" voor
gerepatrieerden
NEDERL. WERKGEVERS WENSEN VRIJMAKING
VAN INTER-EUROPESE HANDEL
Voorzichtigheid is echter geboden
DE MARSHALL-HULP
Loven en bieden, maar ze lieten zich niet door
de marskramers en kooplui nemen
Inleiding van dr. Dijsselbloem op tweede dag
van het ARKA-congres
Nieuwe herstellingsoorden in aanbouw
VRIJDAG 26 MEI 1950
PAGINA 3
INDONESIË-DEBAT IN TWEEDE KAMER
„Deze nota is
waardeloos"
Schriftelijk gedeelte moet
worden overgemaakt
Huisvestingsmoeilijkheden
„Geëigende stappen"
Niet-naleving Uniestatuut
voor Uniehof?
Geniet van de mooie
dagen
Amerikaanse Senaat keurt
compromis-voorstel goed
Gouden jubilea
bij paters Trappisten
Pater L. Leblanc naar
Indonesië
Audiëntie
Voor beter breiwerk - betere woldus
koninklijke scheepjeswolfabrieken veenendaal
door
PATRICK PURCILL
so
(Wordt vervolgd)
E.C.A.-hulp voor Suriname?
Verdachte van moord weer
vrij'ge laten
Elf sprekers hebben gisteren in de Tweede Kamer het woord gevoerd over de
fcgerings-nota over Indonesië; de laatste verliet om één uur des nachts het
spreekgestoelte. Vóór het debat begon, was besloten, dat het beperkt zou worden
tot drie met elkaar samenhangende onderwerpen, n.l. de ontwikkeling der staat
kundige verhoudingen, het zelfbeschikkingsrecht der Indonesische volkeren en
de toestand der in Indonesië verblijvende Nederlanders uit een oogpunt van
Veiligheid en rechtszekerheid.
De heer R o m m e (KVP) gaf te kennen, dat hy nog niet tot een generale con
cluderende beoordeling wilde komen, maar met de volstrekte reserve der rege
ling, dat thans nog niet te beoordelen is in hoeverre de situatie zich ontwikkelt
in een voor de verhouding tussen Nederland en Indonesië gunstige dan wel
ongunstige richting kon zijn fractie zich niet integraal verenigen. Wel onder
schreef spr. zonder enige reserve de opvatting der regering, dat men zich niet
door de wisselvalligheden der gebeurtenissen mag laten afleiden van het hoofd
doel, dat Nederland zich in zijn verhouding met Indonesië moet stellen en dat
gelegen is in de. bevordering van een werkelijke samenwerking tussen Nederland
en f idonesië, die de weerstand kan verhogen tegen de bedreiging van vrede en
welvaart, waaraan deze wereld in toenemende mate bloot staat.
Spr. betoogde, dat de omzetting
van de federale in een unitarischc
staat niet alleen de uitvoering van
het zelfbeschikkingsrecht en de
voorlopige constitutie van Indonesië
raakt, maar ook een der overeen
komsten van de Ronde Tafelconfe
rentie. Spr. verzette zich tegen de
eenzijdige niet-nakoming van de
overeenkomst. Eenzijdige verbreking
van afspraken speelt in de kaart van
de tendenzen van het communisme.
Uit rcchts-oogpunt is het niet nako
men van een overeenkomst fout; het
te laten passeren zou ook uit be-
lcidsoogpunt fout wezen. Spr. meen
de, dat materieel moet worden opge
komen voor het recht der Indonesi
sche zelfbeschikking. Nu heeft de
regering verklaard, dat zij de ge-
e.igendc stappen heeft ondernomen.
Hij zei gaarne te willen vernemen,
welke stappen dit zijn.
De heer Van der Goes van Naters
(Arb.) vond, dat men voorzichtig moet
zijn met het aannemen van kwade trouw
Van de zijde der regering van de V.S.I.
Een andere weg dan de thans door haar
gekozene zou wellicht nog groter span
ningen hebben opgeroepen.
Volgens de heer Gerbrandy (A.R.)
staat Nederland voor een crisis in de
Unieverhouding en voor een débacle
Van het regeringsbeleid. De hoofdzaak
van die débacle is voor hem het oprol
len der deelstaten, het onder de voet
lopen van de minderheden en de fla
grante schennis van het R.T.C.-accoord.
Hij vroeg opgaaf van de Nederlandse
onderdanen, die sinds de souvereiniteits-
overdracht zijn geliquideerd of gevan
gen genomen. Na ingegaan te zijn op de
opheffing van de deelstaat Oost-Java
betoogde spr., dat er op Zuid-Celebes
iets bestaat, dat lijkt op staat van oorlog
tussen de Uniepartners; de regering doet
daarbij alsof haar neus bloedt. Spr. stel
de de regering der V.S.I. verantwoorde
lijk voor de daden van guerilla's. Er is
gelegenheid geweest om Ambon demo
cratisch te laten beslissen en er zijn bin.
nenskamers toezeggingen gedaan, maar
dat paste niet in de bedoelingen van dr.
Van Mook en. zijn trawanten, zegt spr.
De voorzitter zegt het woord
„trawanten" niet te kunnen toelaten.
Dé heer Gerbrandy vervangt het
door „medewerkers".
De heer Schouten (A.R.): Is tra
wanten beledigend?
De voorzitter: Dat beslis ik.
De heer Gerbrandy zette zijn rede
voort, opmerkend dit een onbenul
ligheid te achten.
De voorzitter hamerde luid en
verzoekt het woord „onbenulligheid"
terug te nemen.
De heer Gerbrandy voldeed daar-
Het schriftelijk eindexamen Engels
Van gymnasia en de afdelingen gym
nasium van lycea zal, zo is vanwege
het departement van Onderwijs be
paald, moeten worden overgemaakt.
Men is n.l. tot de ontdekking gekomen,
dat het stuk, dat als eindexamen-opga
ve Engels door het departement was
Uitgegeven, reeds voorkomt in een
bloemlezing van de Engelse literatuur,
die op verschillende scholen in het
Noorden des lands wordt gebruikt. De
mogelijkheid zou dus kunnen bestaan,
dat eindexamen-candidaten ter toetsing
van hun Engelse kennis een stuk ter
Vertaling kregen, dat in klasseverband
reeds in behandeling was geweest. Om
alle twijfel uit te sluiten, is thans door
hef departement bepaald, dat het
schriftelijk examen Engelse taal moet
Worden overgemaakt.
Naar de regering in het wetsontwerp
huisvesting gerepatrieerden aan de
Tweede Kamer mededeelt, zullen bü de
*j>Wst van een groot aantal repatrianten
JJJt Indonesië „opvang-centra" en geza
menlijke woonoorden niet kunnen wor
den ontbeerd. De algemene leiding van
?e huisvesting geschiedt van een cen
taal punt uit.
.De provinciale inspecteurs houden
h.mr vorderingsbevoegdheid, waarvan
echter slechts bij hoge uitzondering
Êebruik maken.
Deze inspecteurs wordt enige mede-
«sJSgenschap gegeven bij de weigering
wan vergunningen tqt ingebruikneming
k" an woongelegenheden.
De zorg voor de huisvesting van de
^repatrieerden wordt niet aar, de ge-
d?eentebesturen onttrokken. De vorde-
ypgsbevoegdheid draagt bij uitstek het
a«rakter van een stok achter de deur
oor de gevallen, waarin een gemeente
fcen oog blijkt te hebben voor de be-
ahgen var, deze veelal zwaar getroffen
eroep.
Een raming van het aantal repatrian-
r n geeft het volgende ruwe beeld: Vijf
.zesduizend gezinnen van KNIL-mili-
en veertienhonderd gezinnen van
j-"iriuepersoneel, vijfentachtigduizend
W-U-militairen, waarvan in ongeveer zes
zevenduizend gevallen woonruimte
keri Woi'den verschaft, en een onbe-
de aantal gezinnen van personeel van
ge Vo°rmalige Nederlands-Indische re-
UxjAr-r, algemene conferentie van de
ten ?UO te Florence is gisteren beslo-
Norp d?nesië, Transjordanië en Zuid-
ea als lid aan te nemen.
aan en verzoekt niet voor kleinig
heden onderbroken te worden.
Spr. achtte tenslotte een betere natio
nale politiek noodzakelijk.
De heer Tilanus (CH) gaf te kennen,
dat de nota hem in zoverre bevredigt,
dat ze een onopgesmukte uiteenzetting
geeft. Hij vroeg wat er van de republi
keinse federatieve structuur is gekomen.
Z.i. bestaat de mogelijkheid van een
nieuw soort federalisme. Een zekere de
centralisatie zal nodig zijn, doch dit zijn
interne Indonesische kwesties. Ook deze
spreker wilde weten wat de „geëigende
stappen" der regering zijn geweest.
De heer Goedhart (Arb.) stelde vast,
dat de Indonesische situatie een somber
beeld vertoont. Herinnerend aan de toe
stand hier te lande na de bevrijding
vond hij, dat bescheidenheid en voor
zichtigheid passen bij de beoordeling
van de toestand in Indonesië, welke een
overgangstoestand is. Spr. zei vertrou
wen te hebben in de figuren, die daar
vooraan staan, doch hij vroeg zich af of
zij opgewassen zullen zijn tegen de te
genwerkende krachten.
De wijze waarop de federale struc
tuur overboord is gezet achtte hij
in strijd met de RTC-overeenkomst.
De kaarten over de zaak-Westerling
moeten naar zijn oordeel op tafel
komen. Welke Nederlanders hebben
de hand gehad in deze rebellie,
vroeg de heer Goedhart, die specta
culaire staffen wenste.
In de avondvergadering zei de heer
Weiter (KNP) dat de nota voor hem
waardeloos is, ze bevat geen woord van
verontschuldiging jegens het Nederland
se volk voor het falen der regering. De
minderheden zyn bij de RTC z.i. op
zettelijk achtergesteld en het misstaat
de regering thans bezorgdheid te tonen
over het zelfbeschikkingsrecht. De re
gering had de RTC-overeenkomst slechts
mogen sluiten onder waarborgen, waar
de republiek niet onder uit kon. Wat
nu gebeurt is woord voor woord voor
speld door de oppositie, zo zei spr., die
de regering niet alleen staatsrechtelijk,
maar ook moreel verantwoordelijk
achtte.
Hij vroeg wat de regering gedaan
heeft toeft de schending van de over
eenkomst inzake het zelfbeschikkings
recht tot haar kennis kwam. Hij wenste
de verzekering, dat de Nederlandse
strijdkrachten in Indonesië op geen en
kele wijze zullen worden gebezigd om
het unitaristisch streven der VSI te
steunen.
Spr. was van oordeel dat het een
slechte politiek geweest moet zijn, die
de belediging mogelijk maakte, dat
Ambon de Nederlandse vlag terugstuur
de. Hij bepleitte de belangen der Indi
sche Nederlanders en der ambtenaren
en betoogde, dat Nieuw-Guinea geen
object voor onderhandelingen mag zijn.
Volgens de heer Oud (VVD) is in In
donesië de voorlopige constitutie niet
nageleefd. Er wordt gehandeld in strijd
met de beginselen, welke men elkaar
beloofd had te zullen naleven. Is de
regering van oordeel, dat de niet-nale
ving van het Uniestatuut aan het Unie
hof moet worden voorgelegd? Na uit
voerig te zijn ingegaan op de wet op de
souvereiniteitsoverdracht, waarbij de re
gering op zich nam te doen wat zij kan
om het zelfbeschikkingsrecht tot zijn
recht te doen komen, vroeg spr. welke
stappen de regering terzake gedaan
heeft.
De heer Van de Wetering (CH) ging
uitvoerig in op het zelfbeschikkings
recht en zei met zorg vervuld te zijn
over het drama, dat zich dreigt af te
spelen op Ambon.
De heer Schmal (CH), zich aanslui
tend bij de betogen van de heren Van
de Wetering en Weiter inzake Ambon,
vroeg welke juridische wegen nog open
staan om Ambon te helpen.
Tegen één uus 's nachts werd de
vergadering gesloten.
De drie centrale werkgeversbonden
in Nederland het Verbond van Ne-
derlandsche Werkgevers, het R.K. Ver
bond van Werkgeversvakverenigingen
en het Verbond van Prot. Christelijke
Werkgevers hebben tot de minister
van Économische Zaken een request
gericht inzake de liberalisering van de
inter-Europese handel.
In dit request wordt o.m. opgemerkt
dat een spoedige vrijmaking van de in
ter-Europese handel van beslissende
betekenis wordt geaeht voor de toe
komst van West-Europa in het alge
meen en voor die van Nederland in het
bijzonder
Tot dusver hebben de maatregelen
tot vrijmaking van het goederenver
keer, ondernomen onder auspiciën van
de O.E.E.S. zich echter beperkt tot ge
deeltelijke opheffing van de contingen-
teringen tussen de West-Europese lan
den, terwijl voorshands de andere soor
ten van handelsbarrières, in het bijzon
der de hoge douanetarieven, nog onver
minderd gehandhaafd worden.
Een werkelijke integratie der West-
Europese economie is slechts mogelijk
wanneer ook op die gebieden tot een
slechting der tolmuren wordt gekomen.
Verlaging van -douanetarieven zal de
inzet zijn van de onderhandelingen, die
in September a.s. te Torquay zullen
worden gehouden. Requestranten vrezen
echter, dat de Benelux-groep daar op
nieuw in een uitermate zwakke onder
handelingspositie zal verkeren gezien
het feit, dat het Beneluxtarief reeds
tot de laagste der wereld behoort en
niet is opgezet als onderhandelings
tarief. Bovendien is een groot deel
der tariefposten reeds bij vorige over
eenkomsten „geconsolideerd".
Onder verwijzing naar de rede van
de minister in de Eerste Kamer, waar
in deze mededeelde, dat de regering
eveneens op het standpunt staat dat
het probleem der excessieve douane
tarieven onmiddellijk in aansluiting op
dat der liberalisatie een bevredigende
oplossing moet vinden, vervolgt het
request; Zolang op dit punt geen re
sultaat verzekerd is, schuilen in de
voorgenomen liberalisatie voor onze
nijverheid ernstige risico's. Jonge in
dustrieën kunnen, wanneer zij niet
enige steun door invoerrechten genie
ten, in moeilijkheden komen als zij
direct aan de volle concurrentie wor
den blootgesteld voordat zij tot een
zekere wasdom zijn gekomen. Buiten
landse industrieën zyn dikwijls in staat
hier tegen uiterst lage prijzen te leve
ren, doordat zy van een door hoge in
voerrechten beschermde eigen markt
kunnen profiteren, waar de Neder
landse producten niet in kunnen ko
men. Buitenlandse industrieën beschik
ken soms over speciale grondstoffen
uit valutagebieden, voor welke onze
industrie geen of onvoldoende deviezen
ter beschikking krijgt.
Het is daarom redelijk, dat bij de te
treffen maatregelen door de regering
de nodige voorzichtigheid in acht wordt
genomen en het doet ons genoegen te
hebben ku men constateren, dat de be
trokken instanties hiervoor ook een
open oog hebben.
Wanneer Nederland dus toch een
reële bijdrage tot het door de O.E.E.S.
beoogde doel levert, heeft zulks de in
stemming van de verbonden, mits men
zich voldoende bewust blijft van de
risico's die daarbij door onze industrie
moeten worden aanvaard.
Requestranten achten die stappen
slechts verantwoord voor zover dit
streven naar liberalisatie in andere
landen niet alleen wordt gevolgd maar
ook niet illusoir wordt gemaakt door
het handhaven van excessieve douane
tarieven en andere belemmeringen die
een vrijer goederenverkeer in de weg
staan.
88. Op enige afstand van hen ligt een man. Getroffen door een pijl schijnt hij
met inspanning van zijn laatste krachten dieper boswaarts te zijn gekropen, om
tenslotte hier te blijven liggen; uitgeput en niet bi.) machte om verder te gaan.
„Wie is deze man?" flitst het door Eric's hersens, terwijl hij behoedzaam op hem
toetreedt. Doch reeds is de Lynx der Wouden hem voorbij gesneld. „Agir!" roept hij
gesmoord uit. „Het is de aanvoerder van de verspieders in Baldon's burcht
Hij knielt naast de stille gestalte en heft diens hoofd op.
Jiy... waar zijn de anderen...! Agir!"
Ineens is Eric alles duidelijk. De aanvoerder der verspieders Het briefje, waarin
de laatste regels zo duidelijk aangaven, dat de mannen overvallen werden Agir
moet kans hebben gezien te ontsnappen. Welk een kolossale ^inspanning hij hiervoor
aan de dag heeft moeten leggen kan de Noorman slechts ternauwerdnood beseffen.
Tot het uiterste achtervolgd door Baldon's krijgersdodelijk gewond, is het hem als
door een wonder gelukt de aandacht van zijn achtervolgers te ontgaan. Eric voelt
een diepe bewondering voor deze dappere in zich opkomen.
„Agir!" herhaalt de Lynx zacht. Een trek van verdriet groeft zich rond de mond
van de geharde aanvoerder, nu hij een zijner makkers stervend terug moet vinden.
Langzaam heft de gewonde het hoofd op en opent, als met eindeloze moeite, de ogen.
„Lynx..." Er glimt iets van voldaanheid in zijn brekende ogen; de voldaanheid van
een goed koerier die op het laatste ogenblik de kans krijgt een belangrijke tijding
aan een vriend over te geven.
„Lynx goed dat je geko men bent!"
Rustig maar, ouwe jongen. We nemen je mee! Kalm!!"
De gewonde schudt traag het hoofd.
Niet mee. Mij hebben zete pakken." Hij slikt moeilijk. „Luister belang
rijk Baldon Goud Langs Arendsrots!Begrijp je Goud.... langs
Atendsrots
De laatste woorden gaan vergezeld van een zacht gereutel. „Niet vergeten
Arcnds rotDan valt zijn hoofd terzijde en zijn lichaam wordt slap in de
armen van de Lynx.
Langzaam richt de aanvoerder zijn blik op Eric.
„Hij is dood zegt hij moeilijk. „Maar zowaar de goden rechtvaardigheid ken-
nen, dit zal Baldon mij betalen
Advertentie
De Amerikaanse Senaat heeft met 47 te
gen 27 stemmen tenslotte zijn goedkeuring
gehecht aan het compromis-voorstel voor
de hulpverlening aan het buitenland, waar
onder de Marshall-hulp voor Europa.
Het wetsontwerp voor de hulpverlening
aan het buitenland in 1950/51 staat een
bedrag van 3.248.450.000 toe, waarvan
S 2.977.000.000 gereserveerd zal worden voor
het Europese Herstel-Programma.
In het oorspronkelijke compromisvoorstel
werd een bedrag genoemd van 3.121.450.000
maar na de uiteenzetting, die Paul Hoffman
voor de toewijzingscommissie van de Se
naat heeft gegeven (hij deelde mede dat
niet 150 millioen maar ongeveer 277 mil-
lioen dollar kon worden overgebracht van
dit jaar naar het volgende) werd het cijfer
in het compromisvoorstel verhoogd tot
3.248.450.000.
Daar het voorstel reeds door het Wl"s
van Afgevaardigden werd goedgekeurd,
wordt het naar het Witte Huis gezonden ter
ondertekening door president Truman, waar
na het wetskracht krijgt.
Het. was feest Woensdag in de Trap
pistenabdij „Maria Toevlucht" onder
Zundert. Niet alleen herdacht men het
vijftig-jarig bestaan van de kloosterge
meenschap, maar tevens werd het gou
den klooster jubileum gevierd van va
der abt. Dom Alph. van Kalken. Een
groot aantal geestelijke en wereldlijke
autoriteiten heeft de viering van deze
jubilea bijgewoond. Onder hen was
ook Breda's grijze bisschop, Mgr. P.
Hopmans. Deze was echter alleen bij de
kerkelijke plechtigheden aanwezig; la
ter werd hij vertegenwoordigd door de
vicaris-generaal van het. bisdom. Mgr.
dr. W. Koenraadt.
Na de kerkelijke herdenking werd een
feestzitting gehouden, waar o.m. pater
prior. Mgr. Koenraadt en burgemees
ter Manders van Zundert het woord
voerden. De vrienden van de abdij heb
ben ter gelegenheid van het feest een
nieuw orgel geschonken en de buurt
bewoners hebben een dankkapel laten
bouwen, die met een symbolisch gebaar
aan de abdij werd overgedragen.
De hoogeerw. pater L. Leblanc, Pro
vinciaal overste van de Priesters van
het H. Hart, vertrekt 30 Mei naar Indo
nesië om aldaar de canonieke visitatie
te verrichten.
Hij hoopt midden Augustus terug te
zijn. Tijdens zijn afwezigheid zal pater
Ph. Collignon hem vervangen.
De Aartsbisschop van Utrecht, Z. E.
Joh. Kardinaal de Jong, zal in de ko
mende week alleen op Dinsdag en
Woensdag audiëntie verlenen.
Op de trappen van de Santa Maria Maggiore staat een marskramer, die in
allerbeminnelijkst gebroken Hollands Oranje boven" roept als er Neder
landse pelgrims voorbij komen. Via deze verrassende streling van de
vaderlandse gevoelens probeert deze man een eventxieel mercantiele
transactie meteen een loyale en gulle basis te geven. Maar tevergeefs.
Want sinds lange tijd wordt iedere naar Rome pelgrimerende buitenlander voor
gehouden dat Italiaanse marskramers en kooplieden een mens vér overvragen;
Nederlanders weten reeds vóór zij enig idee hebben omtrent de St. Piet er, dat
de kooplui in Rome afzetters zijn Voeg daarbij hun aangeboren gave om af te
dingen, dan zult u begrijpen dat 'die handelsman van de Maggiore geen schijn
van kans had; ook niet bij de tien. Trouwens ik moet zeggen, dat hij zijn onaf
wendbaar ongunstige reputatie alle eer aandeed door bij tijd en wijle met een
verbluffend gebrek aan schaamtegevoel de aanvankelijke prijs voor een bepaald
religieus voorwerp voor de helft te laten zakken.
Driessen, die als veekoopman het een
en ander afweet van loven en bieden,
zou ongetwijfeld in zijn element zijn ge
weest bij dergelijke transacties, ware
het niet dat hij zo slecht met de Ita
liaanse taal overweg kon. Maar hij deed
nochtans zijn best. Ik heb hem heftig
met drie rozenkransen voor het ont
hutste gelaat van de koopman zien
zwaaien, terwijl hij steeds riep: „Drie
honderd ken je krijgen"; zó dreigend,
dat minder door de wol geverfde lieden
dan de Italiaan hem de souvenirs wel
licht van schrik voor niets hadden ge
geven.
Maar als het op afrekenen aan
kwam, dan was Driessen hoe kan
het anders aanmerkelijk minder
zeker van zijn zaak. Dan kón het
gebeuren dat hij een van de talrijk-
gevarieerde Italiaanse bankbiljetten
met een mistroostig gebaar tussen
duim en wijsvinger hield en droef
geestig vroeg: „Wat is dat nou voor
een bakbeestl" Maar de hemel had
die koopman bijgestaan als Driessen
met Néderlands geld had kunnen
werken.
Er werd daar veel onderhandeld en
gekocht door de tien op de trappen van
de Santa Maria Maggiore. Soms stortten
zij zich zó als zij de basiliek uitkwamen,
van de devotie in het mercantiele.
Joaneke Schoenmoakers werd bij haar
contact met de Italiaanse koopman altijd
terzijde gestaan door de ridderlijke Van
Soestbergen, die bovendien een heel af
doende manier van „afpingelen" han
teerde. Hij nam het begeerde voorwerp
op, bekeek het met licht-afkeurend ge
zicht en wierp het zonder meer weer
terug, als de koopman begon met een
prijs te noemen. Dat hielp vrijwel altijd.
Juffrouw Smeets kon zich zelf best
Dr. W. Dijsselbloem, directeur van het
A.R.K.A.-bureau, heeft gistermiddag op
de tweede dag van het congres, dat deze
vereniging te Rotterdam hield, een in
leiding gehouden óver werkclassificatie
bij overheidspersoneel. Hij kwam daar
bij tot de conclusie, dat de werkclassifi
catie een feit is, waaraan het huidige
mensdom evenmin kan ontkomen als
aan de machine. Zij heeft, wanneer men
haar slecht hanteert, dezelfde nadelen
als de machine en, wanneer men haar
goed hanteert, dezelfde voordelen. Een
orgSnisatie van overheidspersoneel, als
de A.R.K.A. is, kan zich niet onttrekken
aan de kennis der werkclassificatie. Zij
dient zich te prepareren op de toepas
sing daarvan door de overheid, iets wat
hem allerminst een utopie leek. Hoe zal
de ambtenaar zich anders in de toekomst
een oordeel kunnen vormen over de
loonpolitiek?
Advertentie
SCHEEPJESWOL
„Het schijnt, Packey", klaagde de
schoolmeester, ,dat je me een uiteenzet
ting geeft °ver haar afkomst en afstam
ming en haar hele familiegeschiedenis op
de koop toe; feitelijk geef je me alles,
behalve een uiteenzetting over het meis
je zelf".
„Mannen als ik moert u niet vragen
Tessie Fogarty voor u te beschrijven,
maar een Fonsy Farrell bijvoorbeeld, die
de juiste woorden bij de hand heeft en
ze weet te gebruiken". Packey haalde
zijft pijp te voorschijn. „Wel om te be
ginnen, de geldkwestie".
„Wat voor de duivel heeft geld hier
mee te maken?"
„Zoudt u zo vriendelijk willen zijn uw
beurt af te wachten en mij uit te laten
praten?"
Peter keek op zijn horrloge. „Vooruit
dan maar. Ik kan nel zo goed op de eer
ste morgen te laat komen als op elke
andere".
„Wat de dubbeltjes betreft", vervolg
de Packey onverstoorbaar, „betwijfel ik
of het meisje een zilveren sixpence op
haar naam heeft staan wetend, dat ze
pas een paar maanden geleden geslaagd
is en dat deFogarty's met heel hard
werken van de ene dag in de andere
leven. Hoewel ze, ais het daar op aan
komt, in Amerika een Oom Dick hebben
zitten, zonder kind of kraai, die half
Boston of New-York of iets dergelijks
bezit en die hun wel een pond of twee
zal nalaten, als zijn tijd gekomen is".
Packey wachtte even om zijn woorden
een goed effect te geven. „Tessie zelf is
een meisje van gemiddelde grootte, met
roodachtig haar en een vrolijke manier
van doen. Ik zie haar veel op de dans
vloer in Three Elms. Vast staat, dat ze
geen dag les zou behoeven te geven,
wanneer ze het zelf niet wilde, want er
is geen trouwlustig man rijk of arm, te
vinden, die niet graag een moord zou
willen doen, wanneer ie wist, Tessy Fo
garty als beloning voor zijn moeite te
krijgen. Maar ze geeft noch de een,
noch de andere voorkeur. Zij zal met
iedereen lachen en praten, ze gaat met
iedereen even vriendelijk om, totdat
men ten lange laatste en niet eerder, tot
de ontdekking komt, dat ze de ene man
tegen de andere uitspeelt".
„Blijkbaar een oppervlakkig juffer
tje", oordeelde Peter streng.
De conclusies, die u en ik uit een en
hetzelfde woord trekken, zouden wel
eens heel verschillend kunnen zijn,
meester. Wanneer ik van een meisje zeg,
dat ze oppervlakkig is, bedoel ik, dat ze
lijkt op Julia Stapleton in vroeger1- da
gen. En als ik var.- een meisje zeg, dat
ze vrolijk is, betekent het, dat ze op
Tessie Fogarty lijkt. Ik Iaat het verder
aan u over, het verschil hiertussen uit
te zoeken."
„Dat zal ik zeker," gaf Peter toe, en
hij maakte aanstalten er vandoor te
gaan. „Je hebt me al lang genoeg opge
houden."
„Eeo moment nog, om u wat over haar
vijf zusters te vertellen," verzocht Re
gan, terwijl hij zijn pijp in de zak stak.
„Twee broers én een zuster zijn jong ge
storven; de Fogarty's van Clashmairead
steken niet in- een goed vel. De tweede
dochter, en de derde eveneens, is non
geworden. De volgende, Judy, is dit jaar
voor de Vastentijd getrouwd met de
lange Maher uit Walshhill Nan, op een
na de jongste, is naar elders vertrokken.
Mogelijk naar Engeland. En Kitty, de
oudste, vrijt al menig jaartje stevig met
Patsy Mullins, ginds uit Barnarue."
Peter O'Dea keek nog eens op zijn
klokje en liet het weer in zijn vestzak
glijden. „Tien over negen, Packey Regan.
Al tien minuten van 's konings tijd ver
spild. Het wordt minstens kwart over.
eer ik in school ben, 'n armzalig begin
voor mijn eerste dag als hoofd, en een
mooi voorbeeld voor de vrolijke of op
pervlakkige mej. Tessie Fogarty,"
Hij liep vlug de weg af, terwijl Regan
hem achterna riep: „Het beste d'r mee,
meester! Let goed op uzelf, nu Jer Coady
er niet meer is om een scherm voor haar
te laten zakken, zoals bij Julia Stap
leton. Zorg dat ze geen stuk uit u bijt,
wanneer ze de leerlingen voor straf in
de hoek heeft gezet".
Peter O'Dea haalde diep adem bij het
horen van de lichte, vlugge, ferme stap
op het grindpad naar de schooldeur. Hij
keek nors naar de vijf vroegkomers, die
onrustig in de bank voor hem zaten te
draaien. In antwoord op de klop op de
deur trachtte hij zijn „Binnen" diep en
onvriendelijk te laten klinken en Jer
Coady's baardgemompel te imiteren.
Behoedzaam, om niet uit zijn rol te val
len, stond hij op zo gauw hij de eerste
plooi van de zwarte rok om de hoek ge
waar werd. Daarna liep hij waardig en
ernstig het noodlot, dat kanunnik Cos-
tigan op hem afzond, tegemoet.
Gewend als hij was aan Jer Coady's
behaarde uiterlijk, aan Packey Regan's
volle maangezicht, aan Fonsy Farrell's
drinkebroersvoorkomen, sedert lang
verzoend met dingen als Julia Staple-
ton's vrijpostige charme, sloeg de bin
nenkomst van Flann Fogarty's mooiste
dochter Peter een ogenblik met stom
heid.
Groot was ze, en ze bewoog zich on
gekunsteld met een lichte, sierlijke gra
tie, goed passend bij haar open gezicht
je, bekroond door een weelde van glan
zend kastanjebruin haar. Haar glimlach
was werkelijk aantrekkelijk. toen ze
vlug op zijn lessenaar toeliep. „Het
maakt me erg verlegen", begon ze, „te
ondervinden, dat ik in de Carriglea-
school moet beginnen met mijzelf aan
het hoofd voor te stellen. Mijn naam is
Tessie Fogarty".
„£eer aangenaam met u kennis te ma
ken!" Peter gaf haar een hand. maar
was te verbouwereerd de beleefdheid te
beantwoorden, door zijn naam eveneens
te noemen.
„En ten tweede moet ik mij veront
schuldigen. Ik weet, dat het zeer na
latig en onbehoorlijk van me is ge
weest, u niet eerder te bezoeken, maar
heus, kanunnik Costigan berichtte mij
pas op het allerlaatste nippertje. Gis
teren had ik naar u toe willen komen
als het niet zo hard was gaan regenen.
Bovendien was mijn fiets stuk, zodat ik
he.b moeten wachten tot Fintan thuis
kwam."
„O, fietst u. mej. Fogarty?" vroeg
Peter, blij een aanknopingspunt voor
een gesprek te vinden.
„Natuurlijk niet," antwoordde zij, „ik
zet mijn fliets in een glazen kastje en
iedere tweede Woensdag krijgt ie een
suikerklontje."
Aa.n het begin van zyn inleiding be
toogde dr. Dysselbloem, dat de mens niet
leeft als „homo economicus", maar als
iemand met sociale, econop|sche en
culturele behoeften. De werkclassificatie
geeft slechts een gedeeltelijke oplossing
van deze behoeften, indien zij die dan
inderdaad zou kunnen geven. Reeds
wordt de werkclassificatie in verschil
lende takken van het bedrijfsleven toe
gepast. Er bestaan echter evenveel me
thoden als bureaux en het streven is er
dan ook, om te komen tot normalisatie,
tot één systeem van werkclassificatie.
De Nederlandse Regering heeft het
nodig geoordeeld om een commissie in
het leven te roepen, die het probleem
bestudeert. Voor de landarbeiders is deze
studie nagenoeg gereedgekomen. Het
resultaat daarvan heeft echter niet de
algehele instemming van de vakbonden
voor overheidspersoneel.
De functiewaardering is wel een van
de grootste problemen, die aan de werk
classificatie vastzitten. In gedachten kan
men de mens wel scheiden in functie en
persoon, maar in de realiteit is dit on
mogelijk. Het beroep bepaalt de psyche
van de mens. De werkclassificatie kan
niet de enige norm zijn ter bepaling van
het loon. Werkclassificatie geeft alleen
antwoord op de vraag: Welke eisen stelt
de functie aan de persoon, die haar
meet vervullen.
Bij de bestuursverkiezing, die tegen
het einde van de vergadering plaats
vond, werden de aftredende bestuurs
leden mr. P. Kallen te Maastricht; P.
Sontrop te Leiden en A. van den Donk
te Den Bosch herkozen. De heer
Fluitsma te Amsterdam werd als nieuw
lid aan het Hoofdbestuur toegevoegd.
redden. Zij sprak het „due cento" ten
slotte net zo habièl uit, als zij in Maas
tricht het „twie vieftig" gewend is te
zingen.
Nee, de tien wisten van wanten en
zij lieten zich niet nemen. Maar tóch
riep die koopman bij de Maggiore ons
altijd zegevierend „Olanda, Olanda"
achterna, als wij hem, voorlopig weer
voldaan, de rug toekeerden
e Campo di fiori is in Rome wat
het Waterlooplein of Amstelveld
is in Amsterdam. Alleen: het
is een verzameling van allerbekoor
lijkste en pittoreske straatjes en
pleintjes, die er bij horen veel
uitgestrekter. De huizen zijn er ver-
schoten-koper-kleurig. Wat men zich
daar al niet kan aanschaffen als er
markt wordt gehouden: vis en een
paarlemoeren kruis, textiel en een heuse
miniatuur-St. Pieter in ivoor, bananen
en rozenkransen van allerlei structuur.
Hilde Benders kocht er een uit klei
vervaardigd vaasje in een ijzeren stan
daardje. Het kleinood was bewerkt met
allerlei quasi-onbeholpen er in gekraste
figuurtjes.
,,'t Is net antiek", zei Hilde, die zich
ook in het aesthetische niet zo gauw
liet beetnemen. Maar zij was nu een
maal verrukt van dat plezierige dingske
en zij kocht het; niet echter, dan nadat
zij 300 lires had afgedongen.
Maar Simon Visser kwam thuis met
een royale gele hoofddoek, waarop in
het zwart de St. Pieter was geschilderd.
Stevige en onmiskenbare herinnering
aan Rome. HERMAN HOFHUIZEN
De heren Lawrence Norton en Ather-
ton Lee, die een onderzoek hebben
ingesteld naar de mogelykheid om ook
voor Suriname een deel der Marshall-
dollars beschikbaar te stellen, verklaar
den tegenover de gouvemements Voor
lichtingsdienst, van mening te zijn, dat
door mechanisatie alle mogelijkheden
van het land veel beter kunnen worden
uitgebuit. Zij zijn bereid de E.C.A. te
adviseren geiden ter beschikking te stel
len.
De 17-jarige jongen, die in verband
met de moord op het 17-jarig meisje uit
Schaarsbergen was gearresteerd, is op
vrije voeten gesteld.
(Van onze Haagse redactie)
Naar wU vernemen, verwacht het mi
nisterie van Sociale Zaken tussen de
jaren 1950 en 1954 voor de sanatoria een
uitbreiding van ministens 2000 hedden.
In 1950 zullen 400 bedden; in 1951-'52
ongeveer 1000 en in 1953-'54 waarschijn
lijk nog 600 bedden aan het huidige
aantal van meer dan 11.000 worden toe
gevoegd.
Op 2 Juni a.s. zal de grote uitbreiding
van 't Groene-Kruis-Sanatorium te Delft
in gebruik worden genomen. Over enige
weken volgt verder de ingebruikneming
van het voormalig Joods kindersanato
rium te Zandvoort, de Clara-stichting,
door het St. Elisabeth-gasthuis te Haar
lem.
In aanbouw zijn thans een nieuw
kindersanatorium te Bakel (N.-Br.) met
200 bedden, waarvan 40 voor volwas
senen; een nieuw studentensanatorium
te Laren; een grote uitbreiding van het
sanatorium „Beekbergen" en een grote
uitbreiding van het Emmapaviljoen te
Zevenaar.
Binnenkort begint men met de bouw
van uitbreidingen van de sanatoria
„Hornerheide" te Horn (L.) en „Zonne-
Hilversum en volgt de verdere
uitbreiding en modernisering van het
Zeehospitium te Katwijk.
Verder bestaan er plannen tot over
plaatsing van het noodsanatorium „Solo
Mio" te Noordwijk naar landgoed
„Eikenrode" te Bennebroek; de oprich
ting van een protestants-christelyk sana
torium in W.-Brabant voor W.-Brabant
en Zeeland; de vervanging van bet
noodsanatorium „De Klokkenberg" te
Tilburg door een grotere en nieuwere
„Klokkenberg" te Breda; de herbouw
van het verwoeste Zeehospitium te Kijk.
duin en de vervanging van het Beatrix-
oord te Appelscha.
Tussen de jaren 1940 en 1949 nam het
aantal bedden voor t.b.c.-patienten regel
matig toe door uitbreiding van bestaande
sanatoria en oprichting van noodsana-
toria en door uitbreiding en oprichting
aan t.b.c.-afdelingen van ziekenhuizen.
Ongeveer 75 Zweedse paviljoens (1600
bedden) werden by sanatoria of nood-
sanatoria geplaatst, terwijl ongeveer 50
Zweedse paviljoens (1000 bedden) bij
ziekenhuizen kwamen. Het aantal t.b.c.-
bedden per 1000 inwoners bedraagt
thans 1,14.