Politie onder Binnenlandse Zaken Jussen neus en uppen. Eric de Noormaw - Ve omAetl^ecte IVOROL: Gezonde tanden - Gezond tandvlees VOLLEDIGE STAATSREGELING VOOR NIEUW-GUINEA VOORGESTELD DE STILLE MAN Standpunt Vereniging van Ned. gemeenten STROP VAN ONGEVEER EEN HALF MILLIOEN Apparaat moet gedecentraliseerd zijn Dagelijks bestuur S.E.R. Vragen van Wel ter OPSPORING VAN DELFSTOFFEN Raad van Diensthoofden als adviseurs REORGANISATIE GASPRODUCTIE Wij werden geroepen DONDERDAG 29 JUNI 1950 PAGINA 3 Pseudo-vogelpest Minister Mansholt in Barneveld UITSTEL EERSTE OEFENING H.B.S. bevoordeeld boven het gymnasium? Slagvaardig Vooral niet Zondag Een brandkast met gewetensgeld Neo-epicurisme Record vasten „MET PRINS BERNHARD OP REIS" Tentoonstelling te Utrecht geopend i HIH EX-DIRECTEUR VAN ORANJE NASSAUMIJN VOOR HET HOF Zware eis wegens deviezen- smokkel DADER VAN ROOFOVERVAL TE DRIEHUIS VEROORDEELD Zes jaar gevangenisstraf Over Militaire Inlichtingen dienst in Indonesië ZWARTE OOIEVAAR Nieuwe wettelijke regeling voor Geologische Stichting Troepenschepen op weg naar huis Do slga rot van vooroorlogse kwal Ito ill GO oont Go door PATRICK PURCELL Wordt vervolgd) Commissie Iter son Stichting kolen-.1 delings- bedrijven CRITIÉK IN EERSTE KAMER OP „VADER EN ZOON" „Een verschrikkelijk bewijs van decadentie" Gedenkboek voor H. M. de Koningin Woensdagmiddag heeft minister S. L. Mansholt, vergezeld van dr. E. J. A. A. Quaedvlieg, hoofd van de Veeartsenij- kundige Dienst, zich te Barneveld ten gemeentehuize door burgemeester Kunt- ze laten voorlichten omtrent het on heil dat de pseudo-vogelpest te Barne veld gesticht heeft. Na het onderhoud, dat ongeveer één uur duurde, werd de centrale pluimveeslachtplaats te Barne veld bezocht en een bedrijf, waarop juist de pseudo-vogelpest geconstateerd Was. Zowel uit een onderhoud als door het bezoek van de bedrijven werd duidelijk, dat te Barneveld strenge en doeltref fende maatregelen genomen werden. Er is de laatste tien dagen slechts sprake van een lichte uitbreiding. Rekent men, dat alle kippen legkip pen waren, dan hebben de pluimvee houders tezamen toch nog een strop van circa een half millioen. Inmiddels zjjn te Barneveld alle maatregelen genomen om met de inenting te beginnen. Het Eerste-Kamerlid, de heer Algra, heeft aan de minister van Oorlog ge vraagd, of bij de vaststelling van de regeling, volgens welke degenen die in het jaar waarin zij de achttienjarige leeftijd bereiken, worden ingeschreven als student aan een universiteit of ho geschool, uitstel van eerste oefening kunnen verkrijgen, de volstrekte nood zaak is gebleken om een leeftijdsgrens te stellen voor abituriënten van hogere burgerscholen en gymnasia, waardoor de leerlingen van de laatstgenoemde in stellingen in het nadeel geraken, aange zien de studie aan een gymnasium één jaar langer duurt dan die aan een H.B.S.? Zo die noodzaak niet afdoende is ge bleken, is de minister dan alsnog be reid de leeftijdsgrens voor hen, die eind examen gymnasium met goed gevolg heb ben afgelegd, met één jaar te verlen gen? Mocht de noodzaak volstrekt dwin gend zijn gebleken, is de minister dan bereid de motieven voor het stellen van een leeftijdsgrens te publiceren om al le schijn te vermijden dat hier de H.B.S. boven het gymnasium wordt be voordeeld? (Van onze Haagse redactie) Mr. P. J. Oud, burgemeester van Rotterdam, heeft gisteren als voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Ge meenten het standpunt van de Vereni ging uiteengezet met betrekking tot het politievraagstuk. Hij heeft hierbij o.a. verklaard, dat het rapport Langemeyer dat, zoals bekend, is uitgebracht door een commissie, die destijds door minister van Maarseveen werd ingesteld ter be studering van het politie-vraagstuk voor de Vereniging een grote teleurstel ling heeft gebracht. Het heeft geen en kel resultaat opgeleverd en zou alleen nog belangrijk kunnen zijn, omdat het nog eens een overzicht geeft van het gehele vraagstuk. Met is overigens een staalkaart van meningen. Alleen het minderheidsrapport is van enig belang. De Vereniging is op de eerste plaats van oordeel, dat het politie-apparaat gedecentraliseerd moet zijn. Een gecen traliseerd apparaat levert te grote gevaren op voor de rechtsstaat. Op de tweede plaats, dat de politie behoort te ressorteren onder het ministerie van Binnenlandse Zaken. De politie-taak is een bestuurstaak het voorkomen van het verstoren van de openbare orde en bovendien is het ministerie van Binnenlandse Zaken van ouds gewend te werken met een gede centraliseerd bestuursapparaat. Bij het ministerie van Justitie liggen de zaken precies anders. Hier werkt men in geheel gecentraliseerde sfeer. Dit maakt het departement van Justitie ongeschikt om een binding te hebben met de politie. Daar komt nog bij, aldus het standpunt van de Vereniging, dat de politie een machtsapparaat is, dat, ook in dienst van de orde en veiligheid, kan misbruikt worden. In het algemeen, aldus mr. Oud, moet het ministerie van Justitie zo wei nig mogelijk bemoeienis hebben met de politie en controle kunnen blijven uit oefenen. Tot 1940 is de toestand zo geweest, dat in alle gemeenten gemeentelijke po litie bestond. Alleen de gemeenten be neden de 5000 inwoners konden, wanneer de gemeenteraad dit uitdrukkelijk ver zocht, de politie-taak laten overnemen door het Rijk. De komst van de Duitse bezetter heeft het hele systeem omver geworpen en er iets volkomen on-Neder- lands van gemaakt. De burgemeester was Slagvaardigheid is wel een van de eer ste vereisten voor een goed dirigent. Ri chard Duncan, de dirigent van het stede lijk philharmonisch orkest in Omaha (U.S.A.) heeft het bewijs geleverd, dat hij althans aan dit vereiste in hoge mate voldoet. Het Pioenpark, waar hij de openluchtconcerten dirigeert, is in de onmiddelijke nabijheid van het spoor wegemplacement gelegen en de concer- fXL^lut ten ondervinden veel hinder van het treinlawaai, omdat het niet allemaal mo derne atonale muziek is, die Duncan uitvoert. Toen dezer dagen weer een trein met bijbehorend geraas voorbij- stoomde, zette Richard Duncan ijlings oen conducteurspet op en liet het orkest „Casey Jones" spelen, een „Tondich- tung" waarin op hoogst natuurlijke wijze het fluiten van een locomotief wordt nagebootst. In Birma wilden de kappers één dag in de week sluiten. Een gerechtvaardigd verlangen, want ook kappers hebben rust nodig, al was het alleen maar om het haar te laten groeien. Ofschoon niet christelijk kozen de Birmaanse Fi garo's de Zondag als rustdag uit, daar mee onbewust handelend in de lijn van de H. Schrift. Zij kregen echter hun zin niet en gingen dus.in staking. Ondertus sen wendden de kappers zich tot de communistische vakcentrale en die de creteerde, dat, als de kapperszaken een dag per week dicht moesten zijn, dat op Maandag diende te geschieden, om dat volgens Birmaans bijgeloof de Maan dag als een ongeluksdag speciaal voor haarknippen wordt beschouwd. Zo trokken de communisten, die tegen alle geloof, behalve in hun eigen leer stellingen, te keer gaan, dankbaar pro fijt van het Birmaanse bijgeloof. Hoe meer de communisten in Birma echter te vertellen krijgen, hoe kaler de Birma- nen, ook de kappers, er op den duur vanaf zullen komen. Vier jaar geleden werd uit de slaap kamer van mevr. Annie Warren te Fall River in Amerika een brandkast met ef fecten ter waarde van 100U dollar en verzekeringspolissen gestolen. Onlangs heeft de heer Warren de brandkast met volledige inhoud ongeschonden in zijn tuin teruggevonden. We kunnen ons be grijpen, dat het geweten van de dief zich na vier jaar wat al te bezwaard heeft gevoeld. In Parijs is een internationale bewe ging in het leven geroepen van mensen, die alleen maar lekker willen eten en drinken en vrolijk zijn. Reeds 420 leden in vijf verschillende landen hebben zich opgegeven. Een triester bewijs van hoe treurig het met de wereld van vandaag gesteld is, is moeilijk denkbaar. Het „Laat ons heden vrolijk zijn, want mor gen sterven wij" is een motto dat altijd in benarde tijden opgang heeft gemaakt en loopt onvermijdelijk uit op zo niet een algemene, dan toch een persoonlijke kater. Het wereldrecord vasten is niet door de Duitser Schmitz, over wie wjj on langs in deze rubriek berichtten, ge wonnen, maar door de 40-jarige fakir Burmah, die met 53 dagen en een uur zijn Duitse mededinger één uur heeft overtroffen. Burmah heeft ook in een glazen kist gezeten, maar had als gezel schap twee pythons en tientallen adders meegenomen, die evenals hij gedwongen werden te vasten. Terwijl Schmitz hals- over-kop naar het ziekenhuis moest wor den gebracht, stapte Burmah te Rijssel in Frankrijk kalm uit zijn doorzichtige gevangenis en had niet eens direct be hoefte aan eten. De meegenomen adders hadden alle zonder uitzondering het loodje gelegd. Van de twee pythons was er slechts een even erg als Burmahs concurrent Schmitz aan toe, maar de an der lag kalm te slapen. Noch de adders, noch de pythons hebben Burmah gebe ten, vermoedelijk omdat aan de grote vaster toch geen lekker hapje meer te behalen viel. Burmah deelde mede, dat hij binnen enkele maanden met zijn 30-jarige Fran se secretaresse zal gaan trouwen. Zij schijnt erg op een slanke lijn gesteld te zijn en over het koken behoeft zij zich natuurlijk geen kopzorg te maken. niet langer meer het hoofd van de po litie. „Wat ons erg hindert is, aldus mr. Oud. dat in 1945, toen- de Staten-Gene- raal dus nog niet werkten, door de Regering een politiebesluit werd uit gevaardigd, dat een streep haalde door de wettelijke organisatie van de politie, zoals die sinds 1851 bestond. De rechten, die aan de Nederlandse gemeenten ge- gever. waren, werden haar door de Nederlandse wetgever door een K. B. ontnomen. Drie weken later kwam de voorlopige Staten-Generaal bijeen, maar klaarblijkelijk heeft men zolang niet kunnen wachten!" Wel maakte men een splitsing in de gemeenten in deze zin, dat de grote gemeenten 127 in getal hun gemeentepolitie kregen; in alle andere gemeenten kwam Rijkspolitie. Ondanks het feit, dat men de burge meester verantwoordelijk liet voor het handhaven van de openbare orde gaf men hem geen apparaat in handen; gaf men hem geen ongedeeld gezag over het politie-apparaat en liet men een toe stand, die dopr een dictatoriaal regiem geschapen was, voortbestaan. Dit alles heeft tot vele wrijvingen en moeilijkheden aanleiding gegeven. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft van meet af aan bezwaren tegen deze toestand ingebracht. Zij heeft in 1947 een speciaal congres aan deze materie gewijd, waarbij een resolutie werd aangenomen, die met algemene stemmen werd aanvaard en zij heeft verder de wens uitgesproken, dat de Regering een commissie in zou stellen, die het vraagstuk grondig zou bestu deren, om de Regering van advies te dienen bij het bereiken van een com promis. Het resultaat is, zoals gezegd, voor de Vereniging teleurstellend ge weest De Vereniging van Nederlandse Ge meenten zal nu allereerst haar stand punt onder de aandacht van de Regering brengen. Verder zal zij aan de publieke mening een indruk geven van de wijze, waarop men in gemeentelijke kringen tegenover het vraagstuk staat. De Ver eniging heeft daarom van haar orgaan, „De Nederlandse Gemeente" een speciaal politienummer gemaakt, waarin het politiebesluit van 1945; de resolutie van het politie-congres en het rapport van de Commissie Langemeyer onder de loupe worden genomen en waarin ver der een aantal deskundigen artikelen hebben geschreven. Mr. Oud schrijft over „De politie in de rechtsstaat"; de heer J. Tuin over „Politie en bestuurs- stelsel"; Mr. dr. C. N. M. Kortmann over „Organisch politiebestel" en dr. W. P. Berghuis over „Het dualisme van het politiebesluit". Verder heeft een groot aantal burgemeesters in het kort hun mening te kennen gegeven over dit vraagstuk. Allen zijn ze het er wel over eens, dat de politie gedecentraliseerd behoort te zijn en een gemeentelijke taak is. Sommigen pleiten bovendien nog voor de noodzaak van een centraal apparaat, dat ingezet zou moeten wor den voor uitzonderlijke gevallen. De Sociaal-Economische Raad is Woens dag voor de tweede maal in een niet- openbare vergadering bijeen geweest. De raad heeft uit zijn midden het dagelijks bestuur gekozen, waarvan deel uitmaken prof. F. de Vries, voorzitter; prof. mr. W. F. de Gaay Fortman; prof. mr. B. C. Slotemaker; prof. dr. J. A. Veraart en ir. H. Vos, allen aangewezen door de overheid en voorts de heren mr. H. Th. Asser (hoofdgroep verzekering); A. C. de Bruijn (Ned. Kat.h. Arbeidersbewe ging), C. van den Heuvel (Ned. Chr. i Boeren- en Tuindersbond), Th. S. J. Hooy, (Ned. Kath. Middenstandsbond), H. Oosterhuis (N.V.V.), M. Ruppert (C.N.V.), T. J. Twijnstra (Verbond Ned. Werkgevers), E. A. Vermeulen fN.V.V.) De commissaris der Koningin in de provincie Utrecht, de heer M. A. Rei- nalda, heeft Woensdagmiddag de Neder landse driekleur aan de mast voor het jaarbeursgebouw gehesen, waarna ook de vlaggen van de andere deelnemende landen in top gingen. Dit was het sein. dat „Met Prins Bernhard op reis" open stond om tot en met 8 Juli de hopelijk zeer vele bezoekers te ontvangen. Wint de baten van de tentoonstelling met de daaraan verbonden attracties tkomen aan de gezamenlijke militaire fondsen e de nazorginstellingen. Voor de commissaris der Koningin door het hijsen van de vlag de tentoon stelling opende, sprak hij een korte rede uit. Hij schetste de reis van Prins Bernhard als van de allergrootste be tekenis voor ons volk. Als een missie van een koninklijk ambassadeur waar- van de waarde niet hoog genoeg kan worden geschat. Wanneer we de balans van de reis opmaken, aldus de heer Reinalda, blijft een groot gevoel van voldoening over. Dit in een tentoonstel ling vast te leggen, ten behoeve van het Nederlandse volk, kan naar zijn mening niet anders dan indruk maken op dat Nederlandse volk. Na de opening maakten de vele ge nodigden een rondgang over de exposi tie en woonden zij een filmreportage over de reis bij, een van de talrijke attracties der tentoonstelling. 116De wonderlijk lichte ogen van de Vala staren Eric eensklaps warm aan. „Die laatste antwoorden op mijn vraag zijn mij een bewijszegt zij,, „ik dank Orl van de Dvergars voor zijn scherpe verduidelijking, maar uw woorden geven de doorslag, heer Eric. .Slechts iemand die zelf rechtvaardig en trouw is, die overtuigd is van het goed recht van zijn zaak, kan alles op een rechtvaardige beslissing laten aankomen, zoals gij gedaan hebt en om dezelfde reden mistrouwt Lauri de wet, wetend dat hij ongelijk heeft en wil geen rechten eerbiedigen. Ik stel u in 't gelijk, heer Eric! Niemand kan een betere bewijsvoering verlangen dan die welke gijzelt door uw optreden hebt gegeven." Een daverend gejuich gaat op onder de menigte. Maar nog eenmaal gebaart dc Vala om stilte. ,De kleine Erwin wordt aan zijn ouders toegewezen en u, Lauri, veroordeel ik om voor altijd uit dit rijk te worden verbannen. Orl, gij wiens ogen in de duisternis zien en die over machten beschikt, welke die van de magiër over treffen, wilt gij toezien, dat dit bevel ten scherpste wordt nagekomen?" De kleine vorst der Dvergars knikt zwijgend. Met een enkel gebaar beveelt hij de sidderende Lauri met hem mee te komen en samen schrijden zij heen. Eric kijkt Orl na met een gevoel van grote dankbaarheid. Veel tijd om daarover te denken heeft hij overigens niet, want op hetzelfde ogenblik slaat Winonah haar armen om zijn hals „O, Eric, nu is alles in orde Stevig houdt de Noorman haar tegen zich aangedrukt en Erwin, die achter hen staatkan een kreet van verrassing niet onderdrukken, maar Pum-Pum duwt hem achteruit. „Gij hier, gij te jong voor zijn", zegt hij streng, „gij nog geen snor, Pum-Pum wel. Daarom Pum-Pum begrijpt vader en moeder blij. Stil!" Maar de bevestiging van de dwerg, dat de grote blonde man zijn vader is, doet de jongen een schreeuw van"vreugde slaken. Misschien heeft hij de laatste tijd. een zwak vermoeden in die richting gehad, maar nu hij zekerheid heeft, is hij niet meer te houden. Opgewonden rent hij op Eric toe. De Noorman vangt hem op in zijn sterke armen én houdt hem lachend omhoog. Van alle zijden dringen zijn getrouwen naar voren en juichen hem toe, en terwijl een warm gevoel van vreugde zich van Eric meester maakt, weet hij, dat zijn eindeloze strijd en beproevingen thans achter de rug zijn. Zijn vrouw en zijn kind zijn bij hem. Zijn volk juicht hem toeEric, de Noorman is weer thuis. EINDE VAN HET VIJFTIENDE AVONTUUR. De zaak tegen de voormalige directeur der Oranje Nassaumijn te Heerlen, ir. F. J. C. B., diende gisteren in hoger be roep voor het Gerechtshof te Den Bosch. 2 Maart j.l. was B. door de bijzondere politierechter te Maastricht veroordeeld tot een geldboete van f 15.000 subs, twee maanden hechtenis en met verbeurdver klaring van een bedrag van f 2025, we gens deviezensmokkel te Maastricht in het tijdvak van 1 December 1948 tot 7 Februari 1950. De Officier van Justitie tekende tegen het vonnis van de politie rechter appèl aan. De eis tegen ir. B. was een principale gevangenisstraf van drie maanden, een boete van f 15.000 subs, twee maanden hechtenis en verbeurdverklaring van een bedrag van f 2025. Uitspraak 11 Juli. De 28-jarige ijzervlechter J. Sp. uit Haarlem, die op 22 September van het vorig jaar, een brutale overval pleegde op het postagentschap in een oude boer derij aan de Driehuizerkerkweg, werd hedenmorgen veroordeeld tot een ge vangenisstraf van zes jaar. De man had de kantoorhoudster eerst in het gezicht geslagen en daarna uit het geldkistje een bedrag van f 339 ontvreemd. De of ficier had in zijn requisitoir eveneens zes jaar gevangenisstraf geëist. Het Tweede-Kamerlid Weiter (KNP) heeft aan de minister voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen gevraagd of het hem bekend is, dat door of namens het Legercommando in Indonesië aan het personeel van de toenmalige Mili taire Inlichtingendienst in Indonesië, in 1948, ten einde dit personeel in dienst te houden en een goed georganiseerd korps inlichtingen in het leven te roe pen hetgeen inderdaad is geschied in de loop van 1949 schriftelijk en mon deling toezeggingen zijn gedaan, hou dende beloften van opneming in vaste dienst als beroepsmilitair, hetzij als bur gerambtenaar? Is de minister niet van oordeel, dat deze toezeggingen behoren te worden gehonoreerd? In de buurtschap Oele nabij Hen gelo heeft een vogelkenner op korte afstand een hoogst zeldzame zwarte ooievaar waargenomen. Advertentie Verschenen is een ontwerp van wet, dat enkele wijzigingen voorstelt t.a.v. de wettelijke voorzieningen voor dè Geo logische Stichting, bij de wet van 22 De cember 1939 opgericht. Het doel van de Geologische Stichting werd aanvankelijk in de eerste plaats gezien in het voltooi er. van de geologische kaart van het rijk en het verzamelen en bewaren van aiie gegevens, welke voor deze kaart van belang zijn, en voorts in het verrichten van geologisch onderzoek in het Lim burgse mijngebied. Mede met het oog op de intensieve exploratie van delfstoffen, welke sinds geruime tijd in ons land plaats vindt, bleek het noodzakelijk het arbeidsveld van deze stichting uit te breiden. In verband hiermede heeft de minister van Economische Zaken de stichtingsbrief gewijzigd en de taak van de Geologische Stichting opnieuw vast gesteld. Zij zal zich nu bezighouden met de op sporing van delfstoffen, voor zover deze door het rijk ter hand wordt genomen en met het verlenen van economisch- geologische bijstand en eventueel het houden van economisch-geologisch toe zicht door anderen. Verder zal zü de mi nister adviseren in geologische aange legenheden en geologisch onderzoek ten behoeve van het mijnwezen verrichten, officiële geologische kaarten enz. verza melen en verzorgen, opdrachten uitvoe ren en adviezen geven op haar gebied aan overheidsinstanties en particulieren. Om dit mogelijk te maken behoort de Stichting een vaste financiële basis ge boden te worden, die zal bestaan in een vaste jaarlijkse bijdrage. Uit Tandjong Priok zijn dezer dagen weer enkele troepenschepen naar Ne derland vertrokken, waarop zich ech ter vrijwel geen gesloten onderdelen be vinden. 11 Juni vertrok de Atlantis met aan boord in hoofdzaak militairen van het KNIL. 19 Juni begon de „General W. C. Langfitt" de reis naar Nederland met behalve individuele militairen ruim 200 man LSK, en de 41e zelfst. brigade ver bindingsafdeling. 22 Juni is de „General Muyr" uit Priok naar Nederland ver trokken. Drie schepen naderen thans de Neder landse kust. De „General Harry Tay lor" wordt tegen het eind van deze week in Amsterdam verwacht, de „Goya" omstreeks 3 Juli eveneens te Amsterdam en de „Kota Inten", om streeks 5 Juli te Rotterdam. Verschenen is het ontwerp van wet Bewindsregeling Nieuw-Guinea". Uit de Memorie van Toelichting blijkt, dat de regering de voorkeur heeft gegeven aan een min of meer volledige Staats regeling voor Nieuw-Guinea. Aangezien de Indische Staatsregeling niet dan na ingrijpende wijzigingen aangepast zou kunnen worden aan het ontwikkelings peil van Nieuw-Guinea, leek het aan gewezen uit te gaan van de Surinaamse Staatsregeling. Daarbij is echter rekening gehouden met de sindsdien aangebrachte techni sche wijzigingen, welke geen verband hielden met verdergaande verlening van autonomie, een en ander aangepast aan de verhoudingen in Nieuw-Guinea. Ver volgens zijn enkele bepalingen uit de Indische Staatsregeling opgenomen welke kunnen worden beschouwd als de hoeksteen van het Nederlandse beleid ter bescherming van de inheemse bevol king in het voormalige Nederlandsch Indië. Een afzonderlijk adviescollege zoals de Raad van Advies in Suriname en de Executive Council van de Austra lische regeling schijnt voor Nieuw-Gui nea minder geëigend. De bestuurscon' structie zou topzwaar worden. Waar de gouverneur echter wel behoefte heeft aan een adviserend college, is als zodanig de Raad van Diensthoofden gedacht. De ontwikkeling van de inheemse bevolking is over het algemeen van dien aard, dat vooralsnog slechts een uiterst gering percentage in staat kan worden geacht op lager niveau deel te nemen aan het bestuur des lands. Door de mogelijkheid open te stellen, dat de gouverneur zich terzijde doet staan door een of meer adviescolleges, bestaande uit volkshoofden en andere Advertentie 58 Toen was hij in de duisternis en de regen verdwenen Het vertrek van de Lalors bracht het eerste teken van de oorlog nabij de deur van de schoolmeester, maar de komst van de Engelse soldaten bracht iets meer dan een voorteken. Hoopvolle mensen, en Peter O Dea was één van hen, beweerden soms, dat er daar zulke lui als Ned Gorman en Packey Regan elders opereerden, weinig reden toestond, wssrom de Engelsen ooit Carriglea met een bezoek zouden ver eren. Maar komen deden zij, en de lege vrachtwagens voor het café, de m zwart- en-khaki geklede chauffeurs, die met bierglazen in de hand bij de ingang op en neer liepen, voorspelden weinig goeds voor de naaste toekomst van het dorp aan de bezorgde Peter, die, met Markie aan de hand, van school naar huis liep. Schorre stemmen, die in de herberg een liedje uit Vlaanderen brulden, achter volgden de onderwijzer, terwijl hij zich huiswaarts haastte. Drie Duitse officieren passeerden de linie Parlez-vous? Drie Duitse officieren passeerden de linie Parlez-vous? Drie Duitse officieren passeerden de Voor vrouwtjes en de wijn. Inkey pinkey parlez-vous. linip Peter was na het eten druk bezig Mar kie in de nobele kunst van het borden wassen te onderrichten, toen hij uit het dorp daarboven motorgeronk, de knal van een geweerschot en dronkemansge lach hoorde. Hij vouwde de theedoek op en deed het zelfs met zorg, ofschoon hem het hart in de keel klopte. Toen hoorde hij een scherp, afgebeten com mando en zag. dat de vrachtwagens met afgezette motor de heuvel af kwamen rijden en bij zijn eigen poort stoppen. Hij zag geen kans meer het kind ergens in veiligheid te brengen, want een twaalftal bandieten naderden reeds de voordeur. Markie waarschuwend onder geen voorwaarde de keuken te verlaten, snelde Peter met grote passen de gang door en trad de indringers op de drem pel tegemoet met een dappere uitdruk king op zijn gezicht en een misselijk ge. voel in zijn maag. Ondanks hun reputatie waren de sol daten zeer goed gehumeurd. De aan voerder zwaaide zijn geweer ter hoogte vim Peter's gezicht. „De butler van harp boosheid, vermoed ik! Zeg waarde heer, maak rechts omkeer naar je ouwe keu ken en vertel de ouwe gravin dat ik en mijn kameraden op de thee komen". Peter, retirerend voor hun aanval, be- vond zich in het midden van de keuken, terwijl Markie zich aan zijn knieën vastklampte en omringd door een troep liederlijke, aangeschoten infanteristen. Hoe heet je kerel?" vroeg de theebe zoekende hoofdman; van zijn linker mouw bengelde een chevron- van zijn sergeantsstrepen los. „O'Dea", antwoordde Peter. „Een mooie naam voor een rebel", zei een van de mannen en spuwde luidruch tig op de vloer. .En hoe noemen ze je, wanneer dat slechte bier rondgaat in dat ouwe kroeg je daar'" „Peter," antwoordde de schoolmeester plechtig, zijn blik gefascineerd door de heen en weer zwaaiende beweging van het Enfieldgeweer. „Peter O'Dea, en wat doe je voor de kost wanneer je niet bij de moorde naarstroep bent?" „Met moord heb ik niets te maken," antwoordde Peter ferm, „ik ben een loyaal onderdaan van de Kroon en een trouw dienaar van de staat". „Klets niet, kerel," waarschuwde de sergeant. „Elke rebel in dit vervloekte land is een loyale burger en een ver vloekte dienaar van de vervloekte staat. Ik laat me hangen, als we tot nu toe één vervloekte opstandeling ontmoet hebben. Is het niet?" en knipoogde naar zijn mannen. Dezen schaterde plichtsgetrouw. „Een vervloekt loyale burger en een vervloekte dienaar van de vervloekte staat," herhaalde de sergeant, die niet van plan was zo'n diepzinnige uitdruk king zo licht te laten vergeten, „En al die medeplichtige bendeleden van je? Ook allemaal vervloekt loyale burgers; ik zou er op durven zweren! Wie woont er nog meer in dit huis?" „Niemand," antwoordde Peter, nog steeds beducht voor dat eeuwig dreigend geweer. „Niemand behalve het kind en ik zelf". „Verzei de sergeant, naar hel fornuis spuwend. „Wou je ons soms wijs maken, dat je een lief kind hebt en geen lief vrouwtje? Je bent een ver vloekte leugenaar". De man grinnikte. „Vervloekte leugenaars zijn jullie rebel len, allemaal," zei de sergeant, zeer in genomen met zijn zelfbedachte aardig heid. „Ze is dood!" snauwde Peter. Het bloed steeg hem naar het hoofd bij de gedachte, dat deze vlegels zich amu seerden temidden van zijn herinnerin gen aan Tess. „Ze boft, dat ze dood is," vervolgde de sergeant. „Vrouwen worden altijd sentimenteel, wanneer wij hun lieve moordenaartjes moeten opsporen. „Me vrouw, ik weet, dat het een smerig kar wei is," zeg ik steeds," ging de sergeant met leedvermaak door, „maar daarvoor is dit ook een smerig land, een vervloekt smerig land," bevestigde de sergeant, die thans iets langer op het gelach van zijn mannen moest wachten dan bij vorige gelegenheden. „Och, schiet op sergeant," drong een droefgeestige korporaal bij de deur aan, „er is een betere kroeg verderop aan de weg. Het is maar een onnozele school meester. Hij heeft het lef niet, om zich bij een moordenaarsbende aan te slui ten. Hij heeft zelfs geen druppel whisky in huis. Alleen maar slechte wijn". Hij trok een wrang gezicht. „Ik heb even gekeken," besloot hij moedeloos. „Vervloekt loyale burgers van de ver vloekte Kroon," herhaalde de nu teleur gestelde sergeant. „We zullen gauw zien hoe vervloekt loyaal je bent. Zeg 'ns „God save the King!" „God save the King!" „Harder!" „God save the King!" „Laat het hem zingen!" stelde de kor poraal verveeld voor. „Zingen!" beval de sergeant. Peter trachtte zijn toorn te bedwin gen. „Zingen!" en het geweer zwaaide weei rond. „Send him victorious, Happy and glorious, Long to reign o'er us, God save the King, God save the King." „Je bent misschien geen geweldige rebel, kerel," zei de korporaal, „maar geloof me, je bent evenmin een gewel dige zanger." vooraanstaande inheemsen, wordt ener zijds bereikt, dat de autochthone bevol king het gevoel zal hebben mede inge schakeld te zijn in het bestuur en recht streeks gehoord te worden in aangele genheden haar belangen rakende, terwijl anderzijds deze adviescolleges een goe de leerschool kunnen zijn voor afvaar diging naar de Nieuw-Guinea Raad. Bij beschikking van de minister van Verkeer en Energie van 13 October 1945 werd ingesteld de commissie tot bestu dering van de centralisatie op het ge bied der gasvoorziening onder voorzit terschap van prof. dr. ir. F. K. Th. van Iterson. Deze commissie is onlangs met haar werkzaamheden gereedgekomen en heeft hierover een rapport uitgebracht aan de minister van Economische Zaken, waar onder de gasvoorziening thans ressor teert. Resumerend komt de commissie tot de volgende conclusies: Een ingrijpende wijziging van de open bare gasvoorziening, zowel wat de pro ductie als wat de distributie betreft, is noodzakelijk. Op beide gebieden zal on der meer naar een aanzienlijke concen tratie moeten worden gestreefd. Wat de productie aangaat moeten de redenen hiervoor worden ontleend: Aan het belang van de gasvoorziening zelve; aan het belang van de voortschrij dende industriële ontwikkeling van Ne derland, en aan het belang van een zo efficiënt mogelijk gebruik van vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen- In concreto beveelt de commissie voor de verwezenlijking der productie-reorga nisatie de volgende middelen aan: Uitbreiding van het bestaande kolen- veredclingsbedrjjf in Limburg en herstel van dat in Zeeuwsch-Vlaanderen; stich ting van een kolen vercdelings-bedrijf aan het Noordzeekanaal en productie- concentratie in het gebied van de Maas mond; concentratie der productie in en. kele gasfabrieken in het Noorden en Oosten des lands, zolang hier niet op andere wijze (bijvoorbeeld met aardgas) in de behoefte aan gas kan worden voor zien; oprichting van een of meer gas- transportmaatschappjjen voor de aanleg en het beheer van de hogedruk ea«- transportnetten. De helft van de leden der commissie is van oordeel, dat de gasdistributie in handen van de grote gemeenten respec tievelijk van combinaties van een aan tal tot eenzelfde streek behorende min der grote gemeenten moet worden ge legd. De andere helft daarentegen is voor alles voorstandster van de vor- ming van energiebedrijven. De toekenning van de Jacob Maris- prijs voor grafische en tekenkunst aan Ouborg voor zijn tekening „Vader en Zoon" heeft vrij wat critiek wakker ge roepen. In de Eerste Kamer heeft de heer Wendelaar (VVD) bij de behande ling van de begroting van O. K. en W er de aandacht van de minister voor gevraagd. Hij achtte nl. de bekroonde tekening zo exorbitant en een dermate vei schrikkelijk bewijs van decadentie dat hij het meer dan tijd vond, dat de' hoogste autoriteiten ingrijpen. ti ft Zaterdag om half elf zal op het paleis Soestdijk aan H. M. de Koningin het gedenkboek der 7 December-divisie Wij ïw !eroept:n" worden aangeboden. Het werd geschreven door Alfred van fep rang. De aanbieding geschiedt door En 1 St Britt en §eneraal E- Advertentie Die knagende Rheumatische pijnen in al Uw leden moet ge in de oorzaak aantasten. Die oorzaak is als regel onzuiver bloed. Begin daarom een Kruschen-kuur. Won derlijk die aansporende werking der zes minerale zouten, die Kruschen bevat en die de bloedzuiverende organen dag na dag op toeren houden en daarmede iaun natuurlijke krachtige werking geven. Als levér, nieren en ingewanden weer op voile toeren hun functies verrichten, kunnen onzuiverheden in het bloed zich niet meer vastzetten en daarmee is dan de oorzaak van Uw pijnen in de kiem gesmoord. Neem daarom Kruschen. Regelmatig! En.... hoe eerder hoe peter....

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 3