Politie onder Binnenlandse Zaken
Jussen neus en uppen.
Eric de Noormaw - Ve omAetl^ecte
IVOROL: Gezonde tanden - Gezond tandvlees
VOLLEDIGE STAATSREGELING VOOR
NIEUW-GUINEA VOORGESTELD
DE STILLE
MAN
Standpunt Vereniging
van Ned. gemeenten
STROP VAN ONGEVEER
EEN HALF MILLIOEN
Apparaat moet gedecentraliseerd zijn
Dagelijks bestuur S.E.R.
Vragen van Wel ter
OPSPORING VAN
DELFSTOFFEN
Raad van Diensthoofden als adviseurs
REORGANISATIE
GASPRODUCTIE
Wij werden geroepen
DONDERDAG 29 JUNI 1950
PAGINA 3
Pseudo-vogelpest
Minister Mansholt in
Barneveld
UITSTEL EERSTE OEFENING
H.B.S. bevoordeeld boven
het gymnasium?
Slagvaardig
Vooral niet Zondag
Een brandkast met
gewetensgeld
Neo-epicurisme
Record vasten
„MET PRINS BERNHARD
OP REIS"
Tentoonstelling te Utrecht
geopend
i HIH
EX-DIRECTEUR VAN ORANJE
NASSAUMIJN VOOR HET HOF
Zware eis wegens deviezen-
smokkel
DADER VAN ROOFOVERVAL TE
DRIEHUIS VEROORDEELD
Zes jaar gevangenisstraf
Over Militaire Inlichtingen
dienst in Indonesië
ZWARTE OOIEVAAR
Nieuwe wettelijke regeling
voor Geologische Stichting
Troepenschepen op weg
naar huis
Do slga rot van vooroorlogse kwal Ito ill
GO oont Go
door
PATRICK PURCELL
Wordt vervolgd)
Commissie Iter son
Stichting kolen-.1 delings-
bedrijven
CRITIÉK IN EERSTE KAMER
OP „VADER EN ZOON"
„Een verschrikkelijk bewijs
van decadentie"
Gedenkboek voor H. M.
de Koningin
Woensdagmiddag heeft minister S. L.
Mansholt, vergezeld van dr. E. J. A. A.
Quaedvlieg, hoofd van de Veeartsenij-
kundige Dienst, zich te Barneveld ten
gemeentehuize door burgemeester Kunt-
ze laten voorlichten omtrent het on
heil dat de pseudo-vogelpest te Barne
veld gesticht heeft. Na het onderhoud,
dat ongeveer één uur duurde, werd de
centrale pluimveeslachtplaats te Barne
veld bezocht en een bedrijf, waarop
juist de pseudo-vogelpest geconstateerd
Was.
Zowel uit een onderhoud als door het
bezoek van de bedrijven werd duidelijk,
dat te Barneveld strenge en doeltref
fende maatregelen genomen werden. Er
is de laatste tien dagen slechts sprake
van een lichte uitbreiding.
Rekent men, dat alle kippen legkip
pen waren, dan hebben de pluimvee
houders tezamen toch nog een strop van
circa een half millioen. Inmiddels zjjn
te Barneveld alle maatregelen genomen
om met de inenting te beginnen.
Het Eerste-Kamerlid, de heer Algra,
heeft aan de minister van Oorlog ge
vraagd, of bij de vaststelling van de
regeling, volgens welke degenen die in
het jaar waarin zij de achttienjarige
leeftijd bereiken, worden ingeschreven
als student aan een universiteit of ho
geschool, uitstel van eerste oefening
kunnen verkrijgen, de volstrekte nood
zaak is gebleken om een leeftijdsgrens
te stellen voor abituriënten van hogere
burgerscholen en gymnasia, waardoor
de leerlingen van de laatstgenoemde in
stellingen in het nadeel geraken, aange
zien de studie aan een gymnasium één
jaar langer duurt dan die aan een
H.B.S.?
Zo die noodzaak niet afdoende is ge
bleken, is de minister dan alsnog be
reid de leeftijdsgrens voor hen, die eind
examen gymnasium met goed gevolg heb
ben afgelegd, met één jaar te verlen
gen?
Mocht de noodzaak volstrekt dwin
gend zijn gebleken, is de minister dan
bereid de motieven voor het stellen van
een leeftijdsgrens te publiceren om al
le schijn te vermijden dat hier de
H.B.S. boven het gymnasium wordt be
voordeeld?
(Van onze Haagse redactie)
Mr. P. J. Oud, burgemeester van
Rotterdam, heeft gisteren als voorzitter
van de Vereniging van Nederlandse Ge
meenten het standpunt van de Vereni
ging uiteengezet met betrekking tot het
politievraagstuk. Hij heeft hierbij o.a.
verklaard, dat het rapport Langemeyer
dat, zoals bekend, is uitgebracht door
een commissie, die destijds door minister
van Maarseveen werd ingesteld ter be
studering van het politie-vraagstuk
voor de Vereniging een grote teleurstel
ling heeft gebracht. Het heeft geen en
kel resultaat opgeleverd en zou alleen
nog belangrijk kunnen zijn, omdat het
nog eens een overzicht geeft van het
gehele vraagstuk. Met is overigens een
staalkaart van meningen. Alleen het
minderheidsrapport is van enig belang.
De Vereniging is op de eerste plaats
van oordeel, dat het politie-apparaat
gedecentraliseerd moet zijn. Een gecen
traliseerd apparaat levert te grote
gevaren op voor de rechtsstaat. Op de
tweede plaats, dat de politie behoort
te ressorteren onder het ministerie
van Binnenlandse Zaken.
De politie-taak is een bestuurstaak
het voorkomen van het verstoren van
de openbare orde en bovendien is het
ministerie van Binnenlandse Zaken van
ouds gewend te werken met een gede
centraliseerd bestuursapparaat. Bij het
ministerie van Justitie liggen de zaken
precies anders. Hier werkt men in geheel
gecentraliseerde sfeer. Dit maakt het
departement van Justitie ongeschikt om
een binding te hebben met de politie.
Daar komt nog bij, aldus het standpunt
van de Vereniging, dat de politie een
machtsapparaat is, dat, ook in dienst
van de orde en veiligheid, kan misbruikt
worden. In het algemeen, aldus mr. Oud,
moet het ministerie van Justitie zo wei
nig mogelijk bemoeienis hebben met de
politie en controle kunnen blijven uit
oefenen.
Tot 1940 is de toestand zo geweest,
dat in alle gemeenten gemeentelijke po
litie bestond. Alleen de gemeenten be
neden de 5000 inwoners konden, wanneer
de gemeenteraad dit uitdrukkelijk ver
zocht, de politie-taak laten overnemen
door het Rijk. De komst van de Duitse
bezetter heeft het hele systeem omver
geworpen en er iets volkomen on-Neder-
lands van gemaakt. De burgemeester was
Slagvaardigheid is wel een van de eer
ste vereisten voor een goed dirigent. Ri
chard Duncan, de dirigent van het stede
lijk philharmonisch orkest in Omaha
(U.S.A.) heeft het bewijs geleverd, dat
hij althans aan dit vereiste in hoge
mate voldoet. Het Pioenpark, waar hij
de openluchtconcerten dirigeert, is in de
onmiddelijke nabijheid van het spoor
wegemplacement gelegen en de concer-
fXL^lut
ten ondervinden veel hinder van het
treinlawaai, omdat het niet allemaal mo
derne atonale muziek is, die Duncan
uitvoert. Toen dezer dagen weer een
trein met bijbehorend geraas voorbij-
stoomde, zette Richard Duncan ijlings
oen conducteurspet op en liet het orkest
„Casey Jones" spelen, een „Tondich-
tung" waarin op hoogst natuurlijke
wijze het fluiten van een locomotief
wordt nagebootst.
In Birma wilden de kappers één dag
in de week sluiten. Een gerechtvaardigd
verlangen, want ook kappers hebben
rust nodig, al was het alleen maar om
het haar te laten groeien. Ofschoon
niet christelijk kozen de Birmaanse Fi
garo's de Zondag als rustdag uit, daar
mee onbewust handelend in de lijn van
de H. Schrift. Zij kregen echter hun zin
niet en gingen dus.in staking. Ondertus
sen wendden de kappers zich tot de
communistische vakcentrale en die de
creteerde, dat, als de kapperszaken een
dag per week dicht moesten zijn, dat
op Maandag diende te geschieden, om
dat volgens Birmaans bijgeloof de Maan
dag als een ongeluksdag speciaal voor
haarknippen wordt beschouwd.
Zo trokken de communisten, die tegen
alle geloof, behalve in hun eigen leer
stellingen, te keer gaan, dankbaar pro
fijt van het Birmaanse bijgeloof. Hoe
meer de communisten in Birma echter
te vertellen krijgen, hoe kaler de Birma-
nen, ook de kappers, er op den duur
vanaf zullen komen.
Vier jaar geleden werd uit de slaap
kamer van mevr. Annie Warren te Fall
River in Amerika een brandkast met ef
fecten ter waarde van 100U dollar en
verzekeringspolissen gestolen. Onlangs
heeft de heer Warren de brandkast met
volledige inhoud ongeschonden in zijn
tuin teruggevonden. We kunnen ons be
grijpen, dat het geweten van de dief
zich na vier jaar wat al te bezwaard
heeft gevoeld.
In Parijs is een internationale bewe
ging in het leven geroepen van mensen,
die alleen maar lekker willen eten en
drinken en vrolijk zijn. Reeds 420 leden
in vijf verschillende landen hebben zich
opgegeven. Een triester bewijs van hoe
treurig het met de wereld van vandaag
gesteld is, is moeilijk denkbaar. Het
„Laat ons heden vrolijk zijn, want mor
gen sterven wij" is een motto dat altijd
in benarde tijden opgang heeft gemaakt
en loopt onvermijdelijk uit op zo niet
een algemene, dan toch een persoonlijke
kater.
Het wereldrecord vasten is niet door
de Duitser Schmitz, over wie wjj on
langs in deze rubriek berichtten, ge
wonnen, maar door de 40-jarige fakir
Burmah, die met 53 dagen en een uur
zijn Duitse mededinger één uur heeft
overtroffen. Burmah heeft ook in een
glazen kist gezeten, maar had als gezel
schap twee pythons en tientallen adders
meegenomen, die evenals hij gedwongen
werden te vasten. Terwijl Schmitz hals-
over-kop naar het ziekenhuis moest wor
den gebracht, stapte Burmah te Rijssel
in Frankrijk kalm uit zijn doorzichtige
gevangenis en had niet eens direct be
hoefte aan eten. De meegenomen adders
hadden alle zonder uitzondering het
loodje gelegd. Van de twee pythons was
er slechts een even erg als Burmahs
concurrent Schmitz aan toe, maar de an
der lag kalm te slapen. Noch de adders,
noch de pythons hebben Burmah gebe
ten, vermoedelijk omdat aan de grote
vaster toch geen lekker hapje meer te
behalen viel.
Burmah deelde mede, dat hij binnen
enkele maanden met zijn 30-jarige Fran
se secretaresse zal gaan trouwen. Zij
schijnt erg op een slanke lijn gesteld te
zijn en over het koken behoeft zij zich
natuurlijk geen kopzorg te maken.
niet langer meer het hoofd van de po
litie.
„Wat ons erg hindert is, aldus mr.
Oud. dat in 1945, toen- de Staten-Gene-
raal dus nog niet werkten, door
de Regering een politiebesluit werd uit
gevaardigd, dat een streep haalde door
de wettelijke organisatie van de politie,
zoals die sinds 1851 bestond. De rechten,
die aan de Nederlandse gemeenten ge-
gever. waren, werden haar door de
Nederlandse wetgever door een K. B.
ontnomen. Drie weken later kwam de
voorlopige Staten-Generaal bijeen, maar
klaarblijkelijk heeft men zolang niet
kunnen wachten!" Wel maakte men een
splitsing in de gemeenten in deze zin,
dat de grote gemeenten 127 in getal
hun gemeentepolitie kregen; in alle
andere gemeenten kwam Rijkspolitie.
Ondanks het feit, dat men de burge
meester verantwoordelijk liet voor het
handhaven van de openbare orde gaf
men hem geen apparaat in handen; gaf
men hem geen ongedeeld gezag over het
politie-apparaat en liet men een toe
stand, die dopr een dictatoriaal regiem
geschapen was, voortbestaan.
Dit alles heeft tot vele wrijvingen en
moeilijkheden aanleiding gegeven. De
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
heeft van meet af aan bezwaren tegen
deze toestand ingebracht. Zij heeft in
1947 een speciaal congres aan deze
materie gewijd, waarbij een resolutie
werd aangenomen, die met algemene
stemmen werd aanvaard en zij heeft
verder de wens uitgesproken, dat de
Regering een commissie in zou stellen,
die het vraagstuk grondig zou bestu
deren, om de Regering van advies te
dienen bij het bereiken van een com
promis. Het resultaat is, zoals gezegd,
voor de Vereniging teleurstellend ge
weest
De Vereniging van Nederlandse Ge
meenten zal nu allereerst haar stand
punt onder de aandacht van de Regering
brengen. Verder zal zij aan de publieke
mening een indruk geven van de wijze,
waarop men in gemeentelijke kringen
tegenover het vraagstuk staat. De Ver
eniging heeft daarom van haar orgaan,
„De Nederlandse Gemeente" een speciaal
politienummer gemaakt, waarin het
politiebesluit van 1945; de resolutie van
het politie-congres en het rapport van
de Commissie Langemeyer onder de
loupe worden genomen en waarin ver
der een aantal deskundigen artikelen
hebben geschreven. Mr. Oud schrijft
over „De politie in de rechtsstaat"; de
heer J. Tuin over „Politie en bestuurs-
stelsel"; Mr. dr. C. N. M. Kortmann over
„Organisch politiebestel" en dr. W. P.
Berghuis over „Het dualisme van het
politiebesluit". Verder heeft een groot
aantal burgemeesters in het kort hun
mening te kennen gegeven over dit
vraagstuk. Allen zijn ze het er wel over
eens, dat de politie gedecentraliseerd
behoort te zijn en een gemeentelijke taak
is. Sommigen pleiten bovendien nog
voor de noodzaak van een centraal
apparaat, dat ingezet zou moeten wor
den voor uitzonderlijke gevallen.
De Sociaal-Economische Raad is Woens
dag voor de tweede maal in een niet-
openbare vergadering bijeen geweest. De
raad heeft uit zijn midden het dagelijks
bestuur gekozen, waarvan deel uitmaken
prof. F. de Vries, voorzitter; prof. mr.
W. F. de Gaay Fortman; prof. mr. B. C.
Slotemaker; prof. dr. J. A. Veraart en
ir. H. Vos, allen aangewezen door de
overheid en voorts de heren mr. H. Th.
Asser (hoofdgroep verzekering); A. C.
de Bruijn (Ned. Kat.h. Arbeidersbewe
ging), C. van den Heuvel (Ned. Chr. i
Boeren- en Tuindersbond), Th. S. J.
Hooy, (Ned. Kath. Middenstandsbond),
H. Oosterhuis (N.V.V.), M. Ruppert
(C.N.V.), T. J. Twijnstra (Verbond Ned.
Werkgevers), E. A. Vermeulen fN.V.V.)
De commissaris der Koningin in de
provincie Utrecht, de heer M. A. Rei-
nalda, heeft Woensdagmiddag de Neder
landse driekleur aan de mast voor het
jaarbeursgebouw gehesen, waarna ook
de vlaggen van de andere deelnemende
landen in top gingen. Dit was het sein.
dat „Met Prins Bernhard op reis" open
stond om tot en met 8 Juli de hopelijk
zeer vele bezoekers te ontvangen. Wint
de baten van de tentoonstelling met de
daaraan verbonden attracties tkomen
aan de gezamenlijke militaire fondsen
e de nazorginstellingen.
Voor de commissaris der Koningin
door het hijsen van de vlag de tentoon
stelling opende, sprak hij een korte rede
uit. Hij schetste de reis van Prins
Bernhard als van de allergrootste be
tekenis voor ons volk. Als een missie
van een koninklijk ambassadeur waar-
van de waarde niet hoog genoeg kan
worden geschat. Wanneer we de balans
van de reis opmaken, aldus de heer
Reinalda, blijft een groot gevoel van
voldoening over. Dit in een tentoonstel
ling vast te leggen, ten behoeve van
het Nederlandse volk, kan naar zijn
mening niet anders dan indruk maken
op dat Nederlandse volk.
Na de opening maakten de vele ge
nodigden een rondgang over de exposi
tie en woonden zij een filmreportage
over de reis bij, een van de talrijke
attracties der tentoonstelling.
116De wonderlijk lichte ogen van de Vala staren Eric eensklaps warm aan.
„Die laatste antwoorden op mijn vraag zijn mij een bewijszegt zij,, „ik dank
Orl van de Dvergars voor zijn scherpe verduidelijking, maar uw woorden geven
de doorslag, heer Eric. .Slechts iemand die zelf rechtvaardig en trouw is, die overtuigd
is van het goed recht van zijn zaak, kan alles op een rechtvaardige beslissing laten
aankomen, zoals gij gedaan hebt en om dezelfde reden mistrouwt Lauri de wet, wetend
dat hij ongelijk heeft en wil geen rechten eerbiedigen. Ik stel u in 't gelijk, heer Eric!
Niemand kan een betere bewijsvoering verlangen dan die welke gijzelt door uw
optreden hebt gegeven."
Een daverend gejuich gaat op onder de menigte. Maar nog eenmaal gebaart dc
Vala om stilte. ,De kleine Erwin wordt aan zijn ouders toegewezen en u, Lauri,
veroordeel ik om voor altijd uit dit rijk te worden verbannen. Orl, gij wiens ogen in
de duisternis zien en die over machten beschikt, welke die van de magiër over
treffen, wilt gij toezien, dat dit bevel ten scherpste wordt nagekomen?" De kleine
vorst der Dvergars knikt zwijgend. Met een enkel gebaar beveelt hij de sidderende
Lauri met hem mee te komen en samen schrijden zij heen.
Eric kijkt Orl na met een gevoel van grote dankbaarheid. Veel tijd om daarover
te denken heeft hij overigens niet, want op hetzelfde ogenblik slaat Winonah haar
armen om zijn hals „O, Eric, nu is alles in orde Stevig houdt de Noorman
haar tegen zich aangedrukt en Erwin, die achter hen staatkan een kreet van
verrassing niet onderdrukken, maar Pum-Pum duwt hem achteruit. „Gij hier, gij
te jong voor zijn", zegt hij streng, „gij nog geen snor, Pum-Pum wel. Daarom
Pum-Pum begrijpt vader en moeder blij. Stil!"
Maar de bevestiging van de dwerg, dat de grote blonde man zijn vader is, doet de
jongen een schreeuw van"vreugde slaken. Misschien heeft hij de laatste tijd. een
zwak vermoeden in die richting gehad, maar nu hij zekerheid heeft, is hij niet
meer te houden. Opgewonden rent hij op Eric toe. De Noorman vangt hem op in
zijn sterke armen én houdt hem lachend omhoog.
Van alle zijden dringen zijn getrouwen naar voren en juichen hem toe, en terwijl
een warm gevoel van vreugde zich van Eric meester maakt, weet hij, dat zijn
eindeloze strijd en beproevingen thans achter de rug zijn. Zijn vrouw en zijn kind
zijn bij hem. Zijn volk juicht hem toeEric, de Noorman is weer thuis.
EINDE VAN HET VIJFTIENDE AVONTUUR.
De zaak tegen de voormalige directeur
der Oranje Nassaumijn te Heerlen, ir.
F. J. C. B., diende gisteren in hoger be
roep voor het Gerechtshof te Den Bosch.
2 Maart j.l. was B. door de bijzondere
politierechter te Maastricht veroordeeld
tot een geldboete van f 15.000 subs, twee
maanden hechtenis en met verbeurdver
klaring van een bedrag van f 2025, we
gens deviezensmokkel te Maastricht in
het tijdvak van 1 December 1948 tot 7
Februari 1950. De Officier van Justitie
tekende tegen het vonnis van de politie
rechter appèl aan.
De eis tegen ir. B. was een principale
gevangenisstraf van drie maanden, een
boete van f 15.000 subs, twee maanden
hechtenis en verbeurdverklaring van een
bedrag van f 2025.
Uitspraak 11 Juli.
De 28-jarige ijzervlechter J. Sp. uit
Haarlem, die op 22 September van het
vorig jaar, een brutale overval pleegde
op het postagentschap in een oude boer
derij aan de Driehuizerkerkweg, werd
hedenmorgen veroordeeld tot een ge
vangenisstraf van zes jaar. De man had
de kantoorhoudster eerst in het gezicht
geslagen en daarna uit het geldkistje
een bedrag van f 339 ontvreemd. De of
ficier had in zijn requisitoir eveneens
zes jaar gevangenisstraf geëist.
Het Tweede-Kamerlid Weiter (KNP)
heeft aan de minister voor Uniezaken
en Overzeese Rijksdelen gevraagd of
het hem bekend is, dat door of namens
het Legercommando in Indonesië aan
het personeel van de toenmalige Mili
taire Inlichtingendienst in Indonesië, in
1948, ten einde dit personeel in dienst
te houden en een goed georganiseerd
korps inlichtingen in het leven te roe
pen hetgeen inderdaad is geschied in
de loop van 1949 schriftelijk en mon
deling toezeggingen zijn gedaan, hou
dende beloften van opneming in vaste
dienst als beroepsmilitair, hetzij als bur
gerambtenaar? Is de minister niet van
oordeel, dat deze toezeggingen behoren
te worden gehonoreerd?
In de buurtschap Oele nabij Hen
gelo heeft een vogelkenner op korte
afstand een hoogst zeldzame zwarte
ooievaar waargenomen.
Advertentie
Verschenen is een ontwerp van wet,
dat enkele wijzigingen voorstelt t.a.v. de
wettelijke voorzieningen voor dè Geo
logische Stichting, bij de wet van 22 De
cember 1939 opgericht. Het doel van de
Geologische Stichting werd aanvankelijk
in de eerste plaats gezien in het voltooi
er. van de geologische kaart van het rijk
en het verzamelen en bewaren van aiie
gegevens, welke voor deze kaart van
belang zijn, en voorts in het verrichten
van geologisch onderzoek in het Lim
burgse mijngebied. Mede met het oog op
de intensieve exploratie van delfstoffen,
welke sinds geruime tijd in ons land
plaats vindt, bleek het noodzakelijk het
arbeidsveld van deze stichting uit te
breiden. In verband hiermede heeft de
minister van Economische Zaken de
stichtingsbrief gewijzigd en de taak van
de Geologische Stichting opnieuw vast
gesteld.
Zij zal zich nu bezighouden met de op
sporing van delfstoffen, voor zover deze
door het rijk ter hand wordt genomen
en met het verlenen van economisch-
geologische bijstand en eventueel het
houden van economisch-geologisch toe
zicht door anderen. Verder zal zü de mi
nister adviseren in geologische aange
legenheden en geologisch onderzoek ten
behoeve van het mijnwezen verrichten,
officiële geologische kaarten enz. verza
melen en verzorgen, opdrachten uitvoe
ren en adviezen geven op haar gebied
aan overheidsinstanties en particulieren.
Om dit mogelijk te maken behoort de
Stichting een vaste financiële basis ge
boden te worden, die zal bestaan in
een vaste jaarlijkse bijdrage.
Uit Tandjong Priok zijn dezer dagen
weer enkele troepenschepen naar Ne
derland vertrokken, waarop zich ech
ter vrijwel geen gesloten onderdelen be
vinden. 11 Juni vertrok de Atlantis met
aan boord in hoofdzaak militairen van
het KNIL. 19 Juni begon de „General W.
C. Langfitt" de reis naar Nederland met
behalve individuele militairen ruim 200
man LSK, en de 41e zelfst. brigade ver
bindingsafdeling. 22 Juni is de „General
Muyr" uit Priok naar Nederland ver
trokken.
Drie schepen naderen thans de Neder
landse kust. De „General Harry Tay
lor" wordt tegen het eind van deze
week in Amsterdam verwacht, de
„Goya" omstreeks 3 Juli eveneens te
Amsterdam en de „Kota Inten", om
streeks 5 Juli te Rotterdam.
Verschenen is het ontwerp van wet
Bewindsregeling Nieuw-Guinea". Uit
de Memorie van Toelichting blijkt, dat
de regering de voorkeur heeft gegeven
aan een min of meer volledige Staats
regeling voor Nieuw-Guinea. Aangezien
de Indische Staatsregeling niet dan na
ingrijpende wijzigingen aangepast zou
kunnen worden aan het ontwikkelings
peil van Nieuw-Guinea, leek het aan
gewezen uit te gaan van de Surinaamse
Staatsregeling.
Daarbij is echter rekening gehouden
met de sindsdien aangebrachte techni
sche wijzigingen, welke geen verband
hielden met verdergaande verlening van
autonomie, een en ander aangepast aan
de verhoudingen in Nieuw-Guinea. Ver
volgens zijn enkele bepalingen uit de
Indische Staatsregeling opgenomen
welke kunnen worden beschouwd als de
hoeksteen van het Nederlandse beleid
ter bescherming van de inheemse bevol
king in het voormalige Nederlandsch
Indië.
Een afzonderlijk adviescollege zoals
de Raad van Advies in Suriname
en de Executive Council van de Austra
lische regeling schijnt voor Nieuw-Gui
nea minder geëigend. De bestuurscon'
structie zou topzwaar worden. Waar de
gouverneur echter wel behoefte heeft
aan een adviserend college, is als zodanig
de Raad van Diensthoofden gedacht. De
ontwikkeling van de inheemse bevolking
is over het algemeen van dien aard,
dat vooralsnog slechts een uiterst gering
percentage in staat kan worden geacht
op lager niveau deel te nemen aan het
bestuur des lands.
Door de mogelijkheid open te stellen,
dat de gouverneur zich terzijde doet
staan door een of meer adviescolleges,
bestaande uit volkshoofden en andere
Advertentie
58
Toen was hij in de duisternis en de
regen verdwenen
Het vertrek van de Lalors bracht het
eerste teken van de oorlog nabij de deur
van de schoolmeester, maar de komst
van de Engelse soldaten bracht iets
meer dan een voorteken.
Hoopvolle mensen, en Peter O Dea
was één van hen, beweerden soms, dat
er daar zulke lui als Ned Gorman en
Packey Regan elders opereerden, weinig
reden toestond, wssrom de Engelsen ooit
Carriglea met een bezoek zouden ver
eren. Maar komen deden zij, en de lege
vrachtwagens voor het café, de m zwart-
en-khaki geklede chauffeurs, die met
bierglazen in de hand bij de ingang op
en neer liepen, voorspelden weinig goeds
voor de naaste toekomst van het dorp
aan de bezorgde Peter, die, met Markie
aan de hand, van school naar huis liep.
Schorre stemmen, die in de herberg een
liedje uit Vlaanderen brulden, achter
volgden de onderwijzer, terwijl hij zich
huiswaarts haastte.
Drie Duitse officieren passeerden de
linie
Parlez-vous?
Drie Duitse officieren passeerden de
linie
Parlez-vous?
Drie Duitse officieren passeerden de
Voor vrouwtjes en de wijn.
Inkey pinkey parlez-vous.
linip
Peter was na het eten druk bezig Mar
kie in de nobele kunst van het borden
wassen te onderrichten, toen hij uit het
dorp daarboven motorgeronk, de knal
van een geweerschot en dronkemansge
lach hoorde. Hij vouwde de theedoek op
en deed het zelfs met zorg, ofschoon
hem het hart in de keel klopte. Toen
hoorde hij een scherp, afgebeten com
mando en zag. dat de vrachtwagens met
afgezette motor de heuvel af kwamen
rijden en bij zijn eigen poort stoppen.
Hij zag geen kans meer het kind ergens
in veiligheid te brengen, want een
twaalftal bandieten naderden reeds de
voordeur. Markie waarschuwend onder
geen voorwaarde de keuken te verlaten,
snelde Peter met grote passen de gang
door en trad de indringers op de drem
pel tegemoet met een dappere uitdruk
king op zijn gezicht en een misselijk ge.
voel in zijn maag.
Ondanks hun reputatie waren de sol
daten zeer goed gehumeurd. De aan
voerder zwaaide zijn geweer ter hoogte
vim Peter's gezicht. „De butler van harp
boosheid, vermoed ik! Zeg waarde heer,
maak rechts omkeer naar je ouwe keu
ken en vertel de ouwe gravin dat ik en
mijn kameraden op de thee komen".
Peter, retirerend voor hun aanval, be-
vond zich in het midden van de keuken,
terwijl Markie zich aan zijn knieën
vastklampte en omringd door een troep
liederlijke, aangeschoten infanteristen.
Hoe heet je kerel?" vroeg de theebe
zoekende hoofdman; van zijn linker
mouw bengelde een chevron- van zijn
sergeantsstrepen los.
„O'Dea", antwoordde Peter.
„Een mooie naam voor een rebel", zei
een van de mannen en spuwde luidruch
tig op de vloer.
.En hoe noemen ze je, wanneer dat
slechte bier rondgaat in dat ouwe kroeg
je daar'"
„Peter," antwoordde de schoolmeester
plechtig, zijn blik gefascineerd door de
heen en weer zwaaiende beweging van
het Enfieldgeweer.
„Peter O'Dea, en wat doe je voor de
kost wanneer je niet bij de moorde
naarstroep bent?"
„Met moord heb ik niets te maken,"
antwoordde Peter ferm, „ik ben een
loyaal onderdaan van de Kroon en een
trouw dienaar van de staat".
„Klets niet, kerel," waarschuwde de
sergeant. „Elke rebel in dit vervloekte
land is een loyale burger en een ver
vloekte dienaar van de vervloekte staat.
Ik laat me hangen, als we tot nu toe
één vervloekte opstandeling ontmoet
hebben. Is het niet?" en knipoogde naar
zijn mannen.
Dezen schaterde plichtsgetrouw.
„Een vervloekt loyale burger en een
vervloekte dienaar van de vervloekte
staat," herhaalde de sergeant, die niet
van plan was zo'n diepzinnige uitdruk
king zo licht te laten vergeten, „En al
die medeplichtige bendeleden van je?
Ook allemaal vervloekt loyale burgers;
ik zou er op durven zweren! Wie woont
er nog meer in dit huis?"
„Niemand," antwoordde Peter, nog
steeds beducht voor dat eeuwig dreigend
geweer. „Niemand behalve het kind en
ik zelf".
„Verzei de sergeant, naar hel
fornuis spuwend. „Wou je ons soms wijs
maken, dat je een lief kind hebt en
geen lief vrouwtje? Je bent een ver
vloekte leugenaar". De man grinnikte.
„Vervloekte leugenaars zijn jullie rebel
len, allemaal," zei de sergeant, zeer in
genomen met zijn zelfbedachte aardig
heid.
„Ze is dood!" snauwde Peter. Het
bloed steeg hem naar het hoofd bij de
gedachte, dat deze vlegels zich amu
seerden temidden van zijn herinnerin
gen aan Tess.
„Ze boft, dat ze dood is," vervolgde
de sergeant. „Vrouwen worden altijd
sentimenteel, wanneer wij hun lieve
moordenaartjes moeten opsporen. „Me
vrouw, ik weet, dat het een smerig kar
wei is," zeg ik steeds," ging de sergeant
met leedvermaak door, „maar daarvoor
is dit ook een smerig land, een vervloekt
smerig land," bevestigde de sergeant,
die thans iets langer op het gelach van
zijn mannen moest wachten dan bij
vorige gelegenheden.
„Och, schiet op sergeant," drong een
droefgeestige korporaal bij de deur aan,
„er is een betere kroeg verderop aan de
weg. Het is maar een onnozele school
meester. Hij heeft het lef niet, om zich
bij een moordenaarsbende aan te slui
ten. Hij heeft zelfs geen druppel whisky
in huis. Alleen maar slechte wijn". Hij
trok een wrang gezicht. „Ik heb even
gekeken," besloot hij moedeloos.
„Vervloekt loyale burgers van de ver
vloekte Kroon," herhaalde de nu teleur
gestelde sergeant. „We zullen gauw zien
hoe vervloekt loyaal je bent. Zeg 'ns
„God save the King!"
„God save the King!"
„Harder!"
„God save the King!"
„Laat het hem zingen!" stelde de kor
poraal verveeld voor.
„Zingen!" beval de sergeant.
Peter trachtte zijn toorn te bedwin
gen.
„Zingen!" en het geweer zwaaide weei
rond.
„Send him victorious,
Happy and glorious,
Long to reign o'er us,
God save the King,
God save the King."
„Je bent misschien geen geweldige
rebel, kerel," zei de korporaal, „maar
geloof me, je bent evenmin een gewel
dige zanger."
vooraanstaande inheemsen, wordt ener
zijds bereikt, dat de autochthone bevol
king het gevoel zal hebben mede inge
schakeld te zijn in het bestuur en recht
streeks gehoord te worden in aangele
genheden haar belangen rakende, terwijl
anderzijds deze adviescolleges een goe
de leerschool kunnen zijn voor afvaar
diging naar de Nieuw-Guinea Raad.
Bij beschikking van de minister van
Verkeer en Energie van 13 October 1945
werd ingesteld de commissie tot bestu
dering van de centralisatie op het ge
bied der gasvoorziening onder voorzit
terschap van prof. dr. ir. F. K. Th. van
Iterson.
Deze commissie is onlangs met haar
werkzaamheden gereedgekomen en heeft
hierover een rapport uitgebracht aan de
minister van Economische Zaken, waar
onder de gasvoorziening thans ressor
teert.
Resumerend komt de commissie tot de
volgende conclusies:
Een ingrijpende wijziging van de open
bare gasvoorziening, zowel wat de pro
ductie als wat de distributie betreft, is
noodzakelijk. Op beide gebieden zal on
der meer naar een aanzienlijke concen
tratie moeten worden gestreefd.
Wat de productie aangaat moeten de
redenen hiervoor worden ontleend:
Aan het belang van de gasvoorziening
zelve; aan het belang van de voortschrij
dende industriële ontwikkeling van Ne
derland, en aan het belang van een zo
efficiënt mogelijk gebruik van vaste,
vloeibare en gasvormige brandstoffen-
In concreto beveelt de commissie voor
de verwezenlijking der productie-reorga
nisatie de volgende middelen aan:
Uitbreiding van het bestaande kolen-
veredclingsbedrjjf in Limburg en herstel
van dat in Zeeuwsch-Vlaanderen; stich
ting van een kolen vercdelings-bedrijf
aan het Noordzeekanaal en productie-
concentratie in het gebied van de Maas
mond; concentratie der productie in en.
kele gasfabrieken in het Noorden en
Oosten des lands, zolang hier niet op
andere wijze (bijvoorbeeld met aardgas)
in de behoefte aan gas kan worden voor
zien; oprichting van een of meer gas-
transportmaatschappjjen voor de aanleg
en het beheer van de hogedruk ea«-
transportnetten.
De helft van de leden der commissie
is van oordeel, dat de gasdistributie in
handen van de grote gemeenten respec
tievelijk van combinaties van een aan
tal tot eenzelfde streek behorende min
der grote gemeenten moet worden ge
legd. De andere helft daarentegen is
voor alles voorstandster van de vor-
ming van energiebedrijven.
De toekenning van de Jacob Maris-
prijs voor grafische en tekenkunst aan
Ouborg voor zijn tekening „Vader en
Zoon" heeft vrij wat critiek wakker ge
roepen. In de Eerste Kamer heeft de
heer Wendelaar (VVD) bij de behande
ling van de begroting van O. K. en W
er de aandacht van de minister voor
gevraagd. Hij achtte nl. de bekroonde
tekening zo exorbitant en een dermate
vei schrikkelijk bewijs van decadentie
dat hij het meer dan tijd vond, dat de'
hoogste autoriteiten ingrijpen.
ti
ft
Zaterdag om half elf zal op het paleis
Soestdijk aan H. M. de Koningin het
gedenkboek der 7 December-divisie Wij
ïw !eroept:n" worden aangeboden.
Het werd geschreven door Alfred van
fep rang. De aanbieding geschiedt door
En 1 St Britt en §eneraal E-
Advertentie
Die knagende
Rheumatische pijnen in al Uw leden
moet ge in de oorzaak aantasten.
Die oorzaak is als regel onzuiver bloed.
Begin daarom een Kruschen-kuur. Won
derlijk die aansporende werking der
zes minerale zouten, die Kruschen bevat
en die de bloedzuiverende organen dag na
dag op toeren houden en daarmede iaun
natuurlijke krachtige werking geven. Als
levér, nieren en ingewanden weer op voile
toeren hun functies verrichten, kunnen
onzuiverheden in het bloed zich niet meer
vastzetten en daarmee is dan de oorzaak
van Uw pijnen in de kiem gesmoord.
Neem daarom Kruschen. Regelmatig!
En.... hoe eerder hoe peter....