Aansporing van de Bisschoppen tot
dragen van scapulier
-"JUS-AO"*"""
ZUIDERZEEMUSEUM GEOPEND
AKKERTJES
Een cultureel verzuim hersteld
DE STILLE
MAX
Overpeinzingen
Bijna 200 millioen gulden speciale
belasting voor motorrijtuigen
RESA - HILVERSUM
•sNacM*
Delegatie Ned. Antillen
naar Den Haag
van Snorrebor 1
Nog geen 20 pet voor aanleg en
onderhoud van wegen
Grieven en wensen
van A.N.W.B.
MAANDAG 3 JULI 1950
PAGINA 3
HERDERLIJK SCHRIJVEN
„Meer waard dan de schoonste
onderscheiding"
GIREREN mogelijk op
SPAARBANKBOEKJES
Ho. 200.000
Examens
wakkeri door P|fn!S
CONGRES VAN N.A.T.U.
extra sterke
SLAAT IN
grootste en de beste!
PERMANENT ZUIDERZEEDORP
Geslaagd dank zij
door
PATRICK PURCELL
Hoofdprijzen loterij
Katholiek Thuisfront
Gisteren is in alle kerken van ons land het volgende herderlijk schrijven
van de Bisschoppen voorgelezen:
Van 1 Juli 1950 tot 1 Juli 1951 gedenkt de Orde van de Carmel, over de
gehele wereld, dat de H. Maagd Maria vóór zeven eeuwen het scapulier
heeft geschonken aan de H. Simon Stock, Generaal der Carmelieten, als
een teken van Haar bijzondere liefde. Daar het scapulier tezamen met de
rozenkrans ook onder de gewone gelovigen de meest verbreide uiting is
geworden van de godsvrucht tot onze Hemelse Moeder en de mensheid
hierdoor ontelbare weldaden heeft ontvangen, willen Wij bij gelegenheid
van dit eeuwfeest uw bijzondere aandacht op deze devotie vestigen.
Wat is de betekenis van het scapulier?
Het scapulier is eigenlijk het schouder
kleed van de Carmelieten. De gewone
gelovigen dragen het in een zeer ver
kleinde vorm, zoals wij die kennen.
Toen de H. Maagd dit kleed aan de H.
Simon toonde, beloofde Zij aan degenen,
die het godsvruchtig zouden dragen,
heel bijzondere gunsten. Het is dus al
lereerst een kleed door Maria aange
wezen als een passend kleed voor Haar
kinderen. Wie dat kleed aanneemt,
wordt opgenomen onder de dienaren
der H. Maagd, die Haar bijzonder zijn
toegewijd.
Wat dè toewijding is aan de H. Maagd
hebben Wij U enkele jaren geleden uit
eengezet, toen onze H. Vader de Paus
op het einde van het jaar 1942 alle ge
lovigen had opgeroepen om zich aan
Maria toe te wij den. Door onze toewijding
aan de H. Maagd erkennen wij. dat aan
de Moeder van Onze Heer Jezus, de H.
Moeder Gods de Meóeverlosseres en
de Middelares van alle genaden, welke
Jezus Christus voor ons heeft verdiend
een geheel bijzondere eer en verdiend
toekomt. Wij stellen ons volle vertrou
wen op haar koninklijke macht en Haar
moederlijke bescherming. Wij verkla
ren daarbij tevens, dat wij van onze
kant ons in alles als Haar trouwe die
naren en innig-liefhebbende kinderen
willen gedragen, Haar navolgen in Hare
deugden, voor zover dit mogelijk is, Haar
wensen vervullen, Haar eren en bemin
nen en ook Haar door anderen doen
eren en liefhebben en onder Hare lei
ding het Rijk van Haar Goddelijke Zoon
én in onszelven én in anderen, zoveel
wij kunnen, doen groeien en bloeien. Al
lereerst moet dus het scapulier, dat wij
dragen, ons dagelijks herinneren, dat wij
als kinderen Gods en als kinderen van
Maria moeten leven.
Op de tweede plaats is het voor ons
een herinnering aan de bijzondere be
scherming, welke de H. Maagd aan het
godvruchtig dragen van Haar kleed ver
bonden heeft. Haar bescherming strekt
zich uit over geheel ons leven, maar
bijzonder over het uur van ons sterven,
zoals wij ook telkens aan Maria vragen:
bid voor ons, nu en in het uur van on
ze dood.
Dat uur is het gewichtigste van ons
leven. Zij heeft beloofd, dat Zij Haar
kinderen zal bewaren voor het vuur der
hel. Het is inderdaad onmogelijk, dat
wie dagelijks zich herinnert een kind
van Maria te zijn en dagelijks tot Haar
zijn toevlucht neemt, door Haar zou
verlaten worden. En het is een alge-
meen bekende uitspraak van talloze hei-
Iigen: Een kind van Maria kan nooit
verloren gaan. Gelukkig dan degene, die
dagelijks daar aan denkt en dagelijks
zijn toevlucht tot Haar neemt. Dat ge
schiedt door degenen, die het scapulier
met godsvrucht dragen. Aan degenen,
die bij het godsvruchtig dragen van het
scapulier nog enkele bepaalde gebeden
en verstervingen voegen, heeft de H.
Maagd een spoedige verlossing uit het
vagevuur beloofd.
Meerdere geleerde en heilige Pausen
o.a. Paulus V, Benedictus XIV en allen,
die daarop yolgden, hebben de predi
king van deze beloften toegestaan en
ook van hun kant vele voorrechten aan
het dragen van het scapulier verbonden.
Ook krijgen degenen, die het scapulier
godvruchtig dragen, deel aan de gebe
den en goede werken, welke in de Orde
van de Carmel door de kloosterlingen,
priesters, broeders en zusters, geschoei
de en ongeschoeide, veelvuldig worden
verricht.
Dit alles, B. G. is voor Ons een re
den om u aan te sporen, volgens de
goede gewoonte van onze ouders en
voorouders, dat scapulier zelf te dra
gen en ook uw kinderen daarmede
van jongsaf te sieren. Het is het ere-
kleed der Moeder Gods, meer waard
dan de schoonste decoratie dezer we
reld. Het is nog niet zo lang geleden,
dat alle vrome ouders zich tot plicht
rekenden hun kinderen aanstonds bij
het H. Doopsel of kort daarna te doen
inschrijven in de Broederschap van
het scapulier. In de Synoden der ver,
schillende Bisdommen wordt er ook
nu op aangedrongen om wanneer het
scapulier niet bij het *H Doopsel is op
gelegd, het te ontvangen bij de eerste
H. Communie of bij de Plechtige Her
nieuwing der Doopbeloften. Ook be
staat in vele kerken het gebruik om
op de 16e Juli of daaropvolgende Zon
dag de gelovigen, die nog niet zijn in
gekleed, op hun verlangen plechtig in
de Broederschap op te nemen. Wij
kunnen deze goede gebruiken niet
krachtig genoeg aanbevelen.
Om nu onze dankbaarheid aan God
en aan de H. Moeder des Heren te be
tuigen voor de grote zegeningen en de
dikwerf wonderbare gunsten, welke
door het scapulier verkregen zijn en om
de devotie tot de H. Maagd door het
steeds dragen van het scapulier zoveel
mogelijk te bevorderen, schrijven Wij
voor, dat op Zondag 16 Juli in alle ker
ken en kapellen het Feest van Onze
Lieve Vrouw van de Berg Carmel plech
tig worde gevierd en dat op die dag de
H. Mis van dat feest als geprivilegieerde
H. Mis plechtig gezongen worde. Ver
der bevelen Wij aan dat door voorbe
reidende oefeningen de betekenis en de
grote voorrechten van het scapulier nog
nader worden uiteengezet, dat op die dag
of in de dagen der voorbereiding aan
alle gelovigen, die dit verlangen, groten
en kleinen, op plechtige wijze het sca
pulier worde opgelegd en dat de feest
dag met een plechtig Lof worde be
sloten.
En zal dit Ons gezamenlijk Herdelijk
schrijven op Zondag 2 Juli, de feestdag
van O. L. Vrouw Visitatie, in alle tot
Onze Kerkprovincie behorende kerken
en in alle kapellen, waarover een rector
is aangesteld, onder alle vastgestelde
H.H. Missen, op de gebruikelijke wijze
worden voorgelezen.
Gegeven te Utrecht,
de 14e Juni van het jaar O. H. 1950.
f JOH. KARDINAAL DE JONG
Aartsbisschop van Utrecht,
t P. A. W. HOPMANS,
Bisschop van Breda,
t Dr. J. H. G. LEMMENS,
Bisschop van Roermond,
t J. P. HUIBERS,
Bisschop van Haarlem,
t W. P. A. M. MUTSAERTS,
Bisschop van 's-Hertogenbosch.
Het is thans, zo vernemen wij van de
Zijde van de P.T.T: weer mogelijk, om
bijschrijvingen op het spaarbankboekje
te gireren. De bedragen moeten dan ge
stort worden op nummer 200.000 van
het Centraal Girokantoor. Op he-t stor-
tingsdeel moet vermeld staan het post
kantoor van uitgifte van het spaar
bankboekje en de naam van de houder.
Het spaarbankboekje behoeft voor deze
bijschrijvingen niet opgezonden te wor
den. Wel moet het boekje, wanneer
men er bedragen van wil afhalen, eerst
opgezonden worden.
Dit gireren op de spaarbankboekjes,
dat vóór de oorlog ook bestond, is weer
mogelijk geworden, nadat de nieuwe
•.lichting" van jongelui met Mulo-diplo
ma op het Centrale Girokantoor ge
lamineerd en aangenomen is.
AMSTERDAM Cand. rechten: C. Ger-
retsen, Bussum; T. Koopmans, Amsterdam;
G. Fokke (Den Haag); E. Dienaar, Am
sterdam; mej. E. v. d. Brugh, Tiel; mej.
M. Wijnstroom, Bloemendaal. Cand. Ind.
recht: H. Duty, Amsterdam en J. de Groot,
Giesendam. Doctoraal Econ.: F. Bosman,
Amsterdam. Cand. econ.: E. Ernst, Amster
dam; J. de Vries, Heemstede; O. Putscher,
Amsterdam; H. Stuurman, Haarlem; H.
Knorringa, Amsterdam; H. Mey, Amster
dam; D. Hoonakker, Amsterdam; G. Muys,
Amsterdam en H. Rudelsheim, Amsterdam.
Cand. Engels: mej. I. Engelsman, A'dam.
AMSTERDAM Cand. econ. H. Schel
haas Ezn. (Hoogeveen), T. v. Vugt (Am
sterdam); P. Wijmenga (Garijp Fr.), M. Flo-
hil (Heemstede); cand.ex. rechten de dames
Ferwerda, Kampen; W. Huber, Amster-
dam; M. Karssen, Bussum; J. Scheffer,
Zaandam; A. v. d. Steenhoven, Amsterdam;
de heren J Berg, Boskoop; W. v. d.
■Bos, Pijnakker; A. Kooyman, Peursum; H.
d. Mije, Haarlem: A. Popma, Amster
dam; A. Vonk, Haarlem; W. Spanjaard, Am
sterdam; M. v. Breda, Diemen; W. Breuke
jaar, Amsterdam en J. Offringa, Hazers-
>Voude.
's-GRAVENHAGE Tweede ged. D. v. d.
®urgt, Halfweg, R. Haenen, Utrecht en J.
Ameyden, Leiden*
Advertentie
Pijn die U wakker houdt, ontneemt U
het beste geneesmiddel: DE SLAAP!
Zorg voor een goede nachtrust; neem
één of twee AKKERTJES"als U wakker
ligt van de pijn en 's-morgens voelt
ge U uitgerust en daardoor beter dan
de dag te voren. AKKERTJES werken
rechtstreeks op de pijnhaard. zijn on
schadelijk en gemakkelijk in te nemen.
helpen direct
(Van onze verslaggever)
Ter gelegenheid van haar tienjarig be
staan is door de N.A.T.U., de Nederlandse
Amateur Toneel Unie, Zaterdag j.l. in de
Koninklijke Schouwburg te Den Haag
een congres gehouden, dat door de mi
nister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen, prof. dr. Th. Rutten is ge
opend. Na, mede namens de regering, de
vereniging geluk gewenst te hebben met
dit jubileum, verklaarde de minister blij
te zijn de gelegenheid te hebben, ook
weer namens de regering, blijk te kun
nen geven van de waardering, die hij de
N.A.T.U. toedroeg. Het amateurtoneel, zo
vervolgde hij, is een van de weinige' din
gen, waarvan nog gehoopt mag worden,
dat het de toenemende massificatie, die
in ons land plaats heeft en door niets of
niemand geremd schijnt te kunnen wor
den, een halt toe zal kunnen roepen.
De landelijke voorzitter van de NATU,
mr. P. J. Cleveringa, die hierop het woord
voerde, bedankte prof. Rutten voor zijn
vleiende woorden, waaraan hij tevens
nog toevoegde, dat de NATU zonder de
steun van de regering en ook van het
Prins Bernhardfonds, nooit de grotere
projecten aan had kunnen pakken.
In de Koninklijke Schouwburg te Den
Haag is in het kader van het tienjarig
jubileum van de Nederlandse Amateur
Toneel Unie, door leden van 7 verschil
lende bij de Unie aangesloten verenigin
gen, een opvoering gegeven van het be
kende stuk „Mariken van Nieumeghen".
Zaterdagavond zyn in een vergadering
van de Staten der Nederlandse Antillen
de volgende personen tot lid van de de
legatie der Nederlandse Antillen geko
zen: Tromp (Unie Nationaal Aruba),
Debrot (KVP), Plantz van Sint Maarten
(lid van de coalitie), Da Costa Gomez
(Nationale Volkspartij), Eman (Arubaan
se Volkspartij cn Kroon (Democratische
Party).
Advertentie
per rol
rüc en. ate 2ur&^te ruiter"
3 Na de jonge edelman'te hebben weggezonden, zat Eric geruime tijd peinzend
voor zich uit te kijken. Wie was deze Yark de Stijfhoofdige, dat hij hem zulk een
uitdagende boodschap liet toekomenEn wat was er gaande in Agar's gebied? Die
vragen bleven hem bezig houden. Hij trachtte ze van zich af te zetten door een
paar regeringsstukken door te kijken. Maar met een geërgerd gebaar wierp hij die
reeds na enkele ogenblikken terug op de tafel, om daarna vastbesloten het vertrek
uit te lopen naar de kamer van vrouwe Winonah. Zij zat aan haar toilettafel, en
toen ze de betrokken trek op het gezicht van haar echtgenoot zag, speelde er een
glimlach om haar lippen.
,,Je hoeft niets te zeggen," zei ze. „Er is iets dat je bezig houdt. Je bent van plan
uit te trekken, nietwaar
Er is niemand die me zo begrijpt als jij." Eric wierp haar een warme blik toe.
„Ja Winonah, ik geloof dat het nodig is om eens een onderzoek tn het Oosten m
ie stellen. Het zal niet lang duren."
„Hoeveel escorte neem je mee?"
„Niemand," zei Eric grimmig. „Dit betreft een erezaak!"
Geen uur later verliet hij zijn burcht en dreef zijn paard in Oostelijke richting
door de eindeloze wouden van zijn rijk. Na de lange periode van ingespannen
regeren voelde hij hier een weldadige rust over zich komen. De tocht duurde ver-
scheidene dagen, maar toen hij tegen de de avond eindelijk de grens van Agar t
gebied bereikte, voelde hij zich frisser dan ooit. Het leek hem nu te laat om nog op
onderzoek uit. te gaan. Hij dreef zijn paard een eindweegs de struiken in, op zoek
naar een geschikte kampplaats. Doch juist toen hij zich uit het zadel wilde slingeren
klonk er een zacht gekraak achter hem.
„Handen omhoog," beval een zachte stem.
Tussen de bomen was, onhoorbaar als een schim, plotseling een ruiter opgedoken.
Een enorme wolfshond stond naast hem, en zowel dit dier als de pijl, tveike ae
gemaskerde op hem richtte, deden Eric beseffen dat hu er beter aan deed, dit
bevel op te volgen.
Advertentie
QEL/mei garantie-certificaat
(Van onze speciale verslaggever)
Zaterdagmiddag is een begin gemaakt met het herstel van misschien het
ernstigste cultureel verzuim, in deze eeuw in Nederland begaan; te Enk
huizen is achttien jaar na de voltooiing van de Afsluitdijk het Zuiderzee
museum geopend. Was het misschien uit schaamte, dat de overheid by
deze plechtigheid zo slecht vertegenwoordigd bleek? Een Minister was er
niet, Staatssecretaris Mr. J. M, L, Th. Cals liet te elfder ure verstek gaan,
zodat tenslotte de heer E. A. Kuypers, administrateur bij het Ministerie
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de opening verrichtte. Want
het is tenslotte aan het particulier initiatief te danken geweest en in het
bijzonder aan de voortvarendheid van een kleine stad als Enkhuizen, dat
het museum er nog gekomen is vóór het helemaal te laat mocht heten en
aan het werk van de drooglegging inderdaad een vlek zou hebben gekleefd.
Het Zuiderzeemuseum is gevestigd in
het monumentale Peperhuis, een pakhuis
van de Oost-Indische Compagnie te Enk
huizen. daterende van 1625. Enkhuizen
verrichtte reeds in 1930 baanbrekend
werk met de grote Zuiderzee Visserij
Tentoonstelling, waar zich leven en be
drijf rond de oude binnenzee nog eens
in al hun glorie en eigenlijk nauwelijks
gekende economische en culturele rijk
dom vertoonden, de inventarisatie als
het ware van een bezit aan historische
land- en volkseigen sehoonheid, dat op
het punt stond te verdwijne. Dat toen
De Nederlandse Jeugdgemeenschap, die Zaterdag in Utrecht haar eerste lustrum vierde,, zag ook de beschermvrouwe van
Nederlands jeugd, onze zelf nog jonge vorstin onder de aan wezigen. De voormalige kapittelzaal, thans groot-auditorium
van Utrechts Universiteit, bood een fleurig aanzicht van talloze vaandels en vlaggen, in alle verscheidenheid toch elk
met de N.J.G.-wimpel gesierd. O.a. voerde staatssecretaris mr. J. M. L Cals er het woord.
de overheid heeft nagelaten met het
zeldzame materiaal, op deze tentoonstel
ling, bijeen gebracht, het begin te maken
van een verzameling, waaruit een mu
seum groeien zou, is iets dat men haar
ernstig moet verwijten. Het was uit de
ruime beurs, waarover men destijds be
schikte, gemakkelijk aan te kopen ge
weest, het meeste bovendien voor een
appel en ei te krijgen. Sedertdien is zeer
veel naar alle kanten verstoven, of ge
heel verloren gegaan./
Pas tijdens de jaren van de bezetting
hebben particulierenin stilte de plan
nen geconcretiseerd om een verzame
ling aan te leggen van cultuurgoed
rond de Zuiderzee, dat op het punt
stond geheel verloren te gaan, zoals
kledingstukken, gebruiksvoorwerpen,
scheepstypen enz. Reeds toen was er
strijd over de plaats van vestiging: in
Amsterdam droomde men van een Zui
derzeemuseum als een ander Skansen
in het Buiten V en verder traden Enk
huizen en Harderwijk het sterkst naar
voren. De stad aan het Krabbersgat
heeft tenslotte het pleit gewonnen, niet
het minst dank zij de offers, welke het
gemeentebestuur en de burgerij bereid
bleken voor dit ideaal te brengen. De
stad schonk voor dit doel f 100.000, de
burgerij bracht f 35.000 bijeen en ten
slotte schonk een firma ter plaatse bet
prachtige „Peperhuis", het Compagnie
pakhuis, dat de laatste tijd als zaad
opslagplaats in gebruik was. In 1948
werd het Zuiderzeemuseum officieel
te Enkhuizen gevestigd, de heer S. J.
Bouma, de geestelijke vader van het
plan, benoemd tot directeur, terwijl
zich een Vereniging van Vrienden van
het Zuiderzeemuseum formeerde om
hem zo veel mogelijk ter zijde te staan.
Over de restauratie van het Peperhuis
en de inrichting als museum hebben wij
reeds eerder uitvoerig geschreven, ook
over het uiteindelijk plan, dat naast het
binnenmuseum, onder te brengen in het
Peperhuis en zijn belendingen, voorziet
in de vestiging van een buitenmuseum
vóór de Wierdijk, waartoe een terrein in
het open water wordt opgespoten. Hier
zal een permanent Zuiderzeedorp verrij
zen met eigen havens, waar de karakte
ristiek van alle vroegere visserscentra iri
vertegenwoordigd zal zijn: huizen, rche-
Advertentie
(Bekende Schriftelijke Cursus)
Vraagt ons prospectus:
Eng., Frans, Spaans, Kerklatijn, Italiaans.
•NED. M.O. WISKUNDE M.O. Ki en K5
61
„Je had moeten proberen hem wat
zachter te stemmen". Peteer schudde
zijn hoofd. „Hij is een zeer principieel
man. weet je, en onbuigzaam. Wanneer
Jij, al ben je een republikeins kolonel
of generaal, of wat dan ook, de Vrijsta
ters niet wilt bevechten, en toch aan
je principes wenst vast te houden, dan
is de bisschop je enige hoop op een
vreedzame regeling".
„Ik ben niet gek!" Ned Gorman schud
de een lange wijsvinger onder Peters
neus. „Als wij onze geweren neerleg
den, besef je dan niet, dat de vrede die
zou volgen van korte duur zou zijn?"
Peter kwam bij Gorman aan de deur
staan. Samen keken zij toe, hoe de trage
regenwolken langzaam langs de som
bere Augustushemel dreven. „Vroeg of
laat zal alles toch opgehelderd moeten
worden," verkondigde de schoolmeester,
critisch de kop van zijn pijp bestude
rend. „Hoe eerder je daarmee begint,
des te meer ellende zal voorkomen wor
den, des te minder verwoesting zal
worden aangericht, des te meer mensen
levens zullen aan beide zijden gespaard
blijven. Nu of nooit is hét tijd, om de
zaak te regelen".
Gorman keerde zich om en lachte.
„Buiten al je andere kwaliteiten, Peter,
bezit je ook de gave om in de toekomst
te kunnen zien". Hij pauzeerde, en likte
zijn droge lippen.
„Ondanks zijn hoge leeftijd werkt
Jer Coady dag en nacht voor de vrede.
Gisteren kreeg ik bericht van hem, dat
Mick Collins, na zijn terugkeer uit Cork,
er in heeft toegestemd morgenavond in
Clonmel met Coady en mijzelf een rus
tig onderonsje te hebben. Als wij tot
overeenstemming kunnen komen, zal
Collins de Vrijstaters hier ervan in ken
nis stellen en dan hebben we om te be
ginnen in dit district wapenstilstand.
Indien er vrede in één graafschap ge
sloten kan worden, zal de rest van het
land niet lang aarzelen, het voorbeeld
te volgen, zodat ik over een week of
twee, wanneer dit bloedvergieten ach
ter de rug is, stilletjes in mijn vuistje
zal lachen over Zijne Hoogwaardige Ex
cellentie de Bisschop."
Buiten sprong iemand van zijn fiets
af en begon als een waanzinnige aan
de poort te rammelen, onderwijl
schreeuwend: „Ned! Ned! Is Ned Gor
man daar?"
„Dat is Regan," riep Gorman, en
snelde door de gang naar de open
staande voordeur met Peter op zijn
hielen „Hier ben ik, Packey! Wat voor
de duivel is er aan de hand?"
„Goed nieuws!" juichte Packey.
„Groot nieuws! Mick Collins is gister
avond in het graafschap Cork vanuit
een hinderlaag neergeschoten."
„God sta ons heden bij!" bad Peter.
„God ontferme zich over een goed
mens," zei Ned, „vriend of vijand, dat
is niet de dood die ik hem toegewenst
zou hebben."
„Het is hetzelfde lot, dat ieder ander
Vrijstater, die zich aan zijn kant ge
schaard heeft, boven het hoofd hangt."
verklaarde Regan verbitterd.
„Het is hetzelfde lot Packey, dat ieder
van ons nu bedreigt," vertelde Gorman
hem. „Zonder Collins kan er geen
vreedzame regeling komen. Nu zal er
niets anders volgen dan wraak en
bloed. Vlug naar de Fogarty's, Packey,
Fintan is misschien neutraal, maar hij
zal best weten, waar de meeste van
onze jongens zich ophouden. Roep
iedereen bij elkaar, en voor de maan
opkomt, ontmoet ik jullie bij Rath-
cash Cross. En je kunt ieder, die ge
neigd is de witte vlag uit te steken,
meedelen, dat wij deze afgelopen maan
den misschien voor een republiek heb
ben gevochten, maar dat we vanaf he
den voor ons leven zullen moeten
vechten."
„Het is onnodig, hun dat te vertel
len." Onder het spreken pakte Regan
zijn fiets. „Zo stom zijn ze niet."
„Ik zelf ga naar de loopgraaf," ver
volgde Gorman. „Die plaats is niet lan
ger veilig. Zij is te goed bekend. Vóór
donker zal ik die paar mannen van
daar naar Rathcash sturen, en als er
tegen die tijd geen bericht uit het
hoofdkwartier is, zullen we iets op
ons eigen houtje moeten verzinnen."
Packey, op het punt zijn fiets te be
klimmen, riep een woord van waar
schuwing. „Wees voorzichtig, Ned! De
hele dag hebben er enkele wagens met
Vrijstaters rondgezworven, en ze kwa
men hier niet om vliegen te vangen."
„Sinds menig jaar heb ik tamelijk
goed op mijzelf gelet, jongen!" ant
woordde Gorman scherp en was in huis
teruggekeerd, voordat Regan's armza
lig vehikel uit het gezicht was ver
dwenen.
Zwijgend pakte Ned Gorman zijn ge
weer. zijn hoed, en zijn loopgravenjas
bij elkaar, en gespte zijn koppelriem
vast voordat hij glimlachend tegen Pe
ter zei: „Dus, Zijne Hoogw. Excellentie
de Bisschop zal achteraf gezien toch nog
het laatste lachen."
Peter O'Dea, ofschoon sedert lang ge
wend zijn gevoelens te verbergen, had
moeite, zijn gedachten onder woorden
te brengen, terwijl hij toezag hoe zijn
vriend de grendel van het geweer op
en neer schoof.
„Je bent een echte dwaas, Ned, je
bevecht je eigen landgenoten in een
oorlog, die je evenzeer verafschuwt als
ik. Je kunt niet winnen jongen, en jij
zelf zou niet willen winnen op deze
manier, zelfs al kon je het. Wij Ieren
kunnen dit probleem niet oplossen door
eigen landgenoten te doden. Hoe meer
mannen jullie vermoorden, des te groter
wordt het probleem. Deze kwestie van
Vrijstaat of Republiek, behoort door
koele hoofden aan een conferentietafel
geregeld te worden, niet door heethoof
den met geweren."
„Zo wilde ik het regelen, rondom een
tafel." Ned Gorman haalde voor de
laatste maal de grendel van het geweer
over en plantte de kolf gemakshalve
onder zijn oksel, om het geweer direct
in de aanslag te kunnen hebben. „Maar
vertel me nu eens, beste kerel: Waar
kan men heden ten dage in Ierland een
koel hoofd vinden, nu Mick Collins in
Cork vermoord is? Er is geen terug
tocht mogelijk voor een van beide par
tijen, hoezeer sommigen van ons er
misschien naar zouden verlangen. De
kogel, die Mick doodde, zal nog meer
doden eisen'
Hij wandelde de keuken uit met het
geweer even gemakkelijk onder zijn
arm, alsof hij een dag er op uit trok om
in het moeras op snippen te gaan ja
gen. Bij het hek draaide hij zich om.
„Je bent altijd een oprecht vriend
voor me geweest Peter. Wanneer wij
van de mannen, die beweren aan onze
kant te staan, slechts dezelfde mede
werking kregen als wij van jou, die
nooit tot onze partij behoorde, gehad
hebben, zou ik nu hoge verwachtingen
voor Ierland's toekomst koesteren. Als
iedereen in dit land even geschikt was
als jij, zouden wij geen excuus voor
schietpartijen hebben. Een paar rustige,
verstandige mannen meer op dit ogen
blik, Peter, zou het merendeel van ons
ten goede komen."
(Wordt vervolgd)
pen, nevenbedrijven, de mensen natuur
lijk in klederdracht. Dit dorp zal een
..levend museum" zijn, bewoond als een
normaal dorp, een reservaat als het
ware van Flevisch leven, zoals dat
tegen die tijd elders langs de droog
gelegde binnenzee in zijn oude vorm
en sfeer practisch verdwenen zal zijn.
Daartoe biedt de ligging van Enk
huizen het grote voordeel van blijvend
open water, waar de visserij althans op
beperkte schaal altijd mogelijk zal zijn.
Bovendien bevinden zich in dit deel van
het IJsselmeer de beste visgronden. In
het museumdorp krijgen t.z.t. ook exem
plaren van verdwijnende of meestal reeds
verdwenen scheepstypen een plaats, die
nu nog in do Oosterhaven, aan de stads-
zij van het museum gemeerd zijl)
In de taveerne gelijkvloers, bijzon
der decoratief met viswant versierd,
waarbij een meerman, een zeewijf, zo
als uit de legenden van Edam. Muiden
Westerschouwen, het pièce de resis
tance vormt, kwam Zaterdagmiddag
een zeer talrijk gezelschap van be
langstellenden uit geheel het land voor
de opening van het museum bijeen.
Voor hen sprak prof. G. v. d. Leeuw
over de betekenis van het Zuiderzee
museum en verder voerden het woord
burgemeester Admiraal van Enkhuizen
als voorzitter van de Commissie van
Bijstand, de heer Sybrandy als voor
zitter van de Vereniging van Zuider-
zeevrienden en de heer Bouma, direc
teur van het Museum. De opening
werd namens de minister verricht
door de heer E. A. Kuypers. Voor het
provinciaal bestuur van Noordholland
was de loco-commissaris, de heer
Bouman, aanwezig. De plechtigheid
werd muzikaal opgeluisterd door het
trio Ter Burg, dat een bewerking van
oud-Nederlandse dansen ten gehore
bracht. Na afloop sloegen de autori
teiten en verdere genodigden van het
bordes vóór het stadhuis een défilé
gade van de plaatselijke sportvereni
gingen, die met muziek door de fees
telijk bevlagde stad trokken
Voor de bezoekers van het museum
is de geschiedenis %'an de Zuiderzee
uitgebeeld en de rol die zij door de
eeuwen heen heeft gespeeld als bron
van welvaart en cultuur voor ons land.
Het thans geëxposeerde materiaal is
slechts een voorlopige opstelling, waar
bij in verband met de nog beperkte
plaatsruimte een keuze moest worden
gemaakt uit het talrijke bezit, waar men
reeds over beschikt Pas in 1952, wan
neer het gebouwen-complex geheel ge
reed is, volgt een definitieve tentoonstel
ling. Wij komen op deze voorlopige in
richting en hetgeen er thans te zien is
nog terug.
De vijf grootste prijzen van de loterij
ten bate van Katholiek Thuisfront zijn
thans bekend gemaakt.
De hoofdprijs, een Kaiser-Frazer auto
is gevallen op lot no. 74030. De bezitter
van lot 25565 mag zoveel kopen als hij
wil tot een bedrag van f 2500 en Katho
liek Thuisfront betaalt de rekening.
Soortgelijke prijzen vielen op de num
mers 111457, 195421 en 56380, op vertoon
waarvan respectievelijk f 1500.f 750.
en f 250. besteed mag worden.
'iiitiiiimtiitiiiuiiHtiniiuititimiiimiiiiuimiiimimtmtMirc
„Al te goed is buurmansgek en het
ziet er naar uit, dat wij aardig op weg
zijn de gek van onze buurlui te wor
den, want die hebben ons al verschil
lende keren lelijk voor de gek gehou
den.
„Wat bedoel je daarmee
„Nou, dat is nog al wiedus. Moet je
m'n zoon -Jan maar 's over horen".
Snorrebor hees zich wat overeind in
zijn leren leunstoel, waar het paarde-
haar bit plukken uitstak.
„Hebben we indertijd niet vóór alle
anderen de oorlog aan Japan ver
klaard'En hebben we geen stank voor
dank gekregen? Nu het om Nieuw-
Guinea gaat, draait Australië bij, maar
daarvoor? En hoe hebben de Verenig
de Naties en de Unci onze voorbeel
dige correctheid waaraan Israël een
puntje kan zuigen, beantwoord? En
toch lopen we inzake Korea nu weer
ons de tong uit de mond om ons hals
overkop accoord te verklaren met de
resolutie van de Verenigde Naties". Er
kwam een angstaanjagende grimmig
heid op zijn gezicht en in zijn waterige
oogjes staken glimmende spelden.
„Maar Snorrebor", zei ik, „je spreekt
bijna als Weiter. Behalve stank hebben
we toch ook Marshall-dollars gekre
gen en je zult toch niet willen be
llieren, dat dat geld stinkt. Bovendien
gaat het in Korea om het wereldcom
munisme en dat is erger voor de men
sen dan de pseudo-vogelpest voor de
kippen".
.Alles goed en wel. We hadden met
die accoordverklaring inzake Korea
heus niet zo'n haast behoeven te maken
en te minder nu Indonesië zich afzijdig
houdt. We hebben onze handen al vol
aan de eigen boontjes, die nog gedopt
moeten worden. We hadden best nog
een beetje kunnen wachten, al was het
alleen maar by wijze van demonstra
tie. Wat geeft al dat hard lopen, als
ze toch over je heen lopen?"
„Wou je soms, dat wij wéér onder de.
voet werden gelopen als door de
Nazi's? De bolsjewieken zullen het nog
heel wat hardzoolser doen dan de
Duitsers, wees daar maar zeker van.
Nee, Snorrebor, je moet de dingen
groot zien. Is het niet prachtig, dat
grootmoedigheid aardig op weg is een
nationale deugd te worden? Groot-
moedigen zijn in de wereld altijd voor
gek verklaard door de kleinmoedigen"
Snorrebor knipperde met de ogen
en reed onrustig op z'n stoel heen en
weei.
Jk kan de dingen niet groter zien
dan ze zijn. Dat lukt me met m'n pen
sioentje óók niet. En onze grootmoe
digheid heeft soms verdacht veel van
kleinmoedigheid", antwoordde hij
stuurs.
„Je bent met het verkeerde been
uit bed gestapt, Snorrebor. Wat weet
jij nou van wereldpolitiek!"
„Och ja, weet ik ook eigenlijk veel",
kreunde Snorrebor.
Juist, Snorrebor, er ziin te veel
mensen, die „weet ik veel" voort
durend in de mond hebben en toch
maar praten alsof ze alles weten", zei
ik tevreden.
(Van onze Haagse redactie)
In het Palace-Hotel te Scheveningen is Zaterdagmiddag de Algemene Ver
gadering van de A.N.W.B. gehouden. De heer P. F. Zimmerman, voorzitter
van de A.N.W.B., heeft hierbij een rede uitgesproken, waarin op menig ter
rein grieven en wensen kenbaar gemaakt zijn, die de belangen van verkeer
en toerisme raken. Op de eerste plaats was daar de brandende kwestie van
de belastingdruk op het wegverkeer, die door de verhoging van de benzine
belasting aanmerkelijk verzwaard is. De situatie is thans zodanig, dat de ge
bruikers van motorvoertuigen in Nederland, naast de normale belastingen,
byna 200 millioen gulden per jaar aan speciale belastingen opbrengen, waar
van nog geen 20% en dit steekt de A.N.W.B. zeer erg gebruikt wordt
voor aanleg en onderhoud van wegen.
Het wegverkeer, zo meende de heer
Zimmerman, is ernstig geschokt in zijn
vertrouwen in deze Regering en de
samenwerkende organisaties op vex-
keers- en vervoersgebied hebben tot
taak, deze critiek en dit gebrek aan
vertrouwen telkens opnieuw daar te
uiten, waar dit gehoord dient te wor
den.
Ook de dreigende kwestie van de
militaire oefenterreinen geeft treden
tot ongerustheid bij de A.N.W.B Reeds
jaren lang is betoogd, dat er in ons
land niet voldoende z.g hoge gronden
beschikbaar zijn om de oefenterreinen
in te richten, die voor de moderne oor
logvoering nodig zijn. Telkens is er
daarbij op gewezen, dat ons land aan
het gebruik van de moderne wapens
alleen meedoet als lid van de groep van
West-Europese mogendheden, die hun
verdediging gezamenlijk organiseren.
Waarom, aldus de heer Zimmerman, or
ganiseert men dan ook deze opleiding
en deze oefeningen niet gezamenlijk?
Indien dit niet mogelijk is, waarom
wordt dan de mogelijkheid van het hou
den van oefeningen elders toch telkens
opnieuw verworpen? Er is in ons dicht
bevolkte land bijna geen ruimte meer
over voor de recreatie van ons volk en
als men deze weinige daarvoor ge
schikte natuurterreinen nu nog in ge
bruik wil nemen als schiet- en oefen
terrein, dan ontneemt men ons volk iets,
dat dit niet missen kan.
Over onze grenzen is ruimte te over.
In Duitsland en Frankrijk is ruimte
om te schieten, te graven, te rijden en
te oefenenVolgens de heer Zimmer
man zou de samenwerking in West-
Europees verband hierdoor beter ge
diend zijn, dan wanneer een klein
landje alles voor zichzelf aanlegt en
aanschaft en zich op eigen gelegenheid
tn de oorlogvoering gaat bekwamen.
Verder wees de heer Zimmerman op
het gevaar van het leegstaan, verval
len en verkommeren van kastelen en
grote landhuizen. In plaats pan te zijn
een uiting van de welvaart in onze
historie, zijn deze gebouwen thans
uitingen van onze armoede; de eige
naars zijn niet bij machte ze te on
derhouden De overheid zal aan dit
probleem meer aandacht moeten be
steden.
De A.N.WrB. heeft op dit ogenblik
ruim 230.000 leden Daarmede behoort
hij tot de grootste der Nederlandse ver
enigingen.