Aansporing van de Bisschoppen tot dragen van scapulier -"JUS-AO"*""" ZUIDERZEEMUSEUM GEOPEND AKKERTJES Een cultureel verzuim hersteld DE STILLE MAX Overpeinzingen Bijna 200 millioen gulden speciale belasting voor motorrijtuigen RESA - HILVERSUM •sNacM* Delegatie Ned. Antillen naar Den Haag van Snorrebor 1 Nog geen 20 pet voor aanleg en onderhoud van wegen Grieven en wensen van A.N.W.B. MAANDAG 3 JULI 1950 PAGINA 3 HERDERLIJK SCHRIJVEN „Meer waard dan de schoonste onderscheiding" GIREREN mogelijk op SPAARBANKBOEKJES Ho. 200.000 Examens wakkeri door P|fn!S CONGRES VAN N.A.T.U. extra sterke SLAAT IN grootste en de beste! PERMANENT ZUIDERZEEDORP Geslaagd dank zij door PATRICK PURCELL Hoofdprijzen loterij Katholiek Thuisfront Gisteren is in alle kerken van ons land het volgende herderlijk schrijven van de Bisschoppen voorgelezen: Van 1 Juli 1950 tot 1 Juli 1951 gedenkt de Orde van de Carmel, over de gehele wereld, dat de H. Maagd Maria vóór zeven eeuwen het scapulier heeft geschonken aan de H. Simon Stock, Generaal der Carmelieten, als een teken van Haar bijzondere liefde. Daar het scapulier tezamen met de rozenkrans ook onder de gewone gelovigen de meest verbreide uiting is geworden van de godsvrucht tot onze Hemelse Moeder en de mensheid hierdoor ontelbare weldaden heeft ontvangen, willen Wij bij gelegenheid van dit eeuwfeest uw bijzondere aandacht op deze devotie vestigen. Wat is de betekenis van het scapulier? Het scapulier is eigenlijk het schouder kleed van de Carmelieten. De gewone gelovigen dragen het in een zeer ver kleinde vorm, zoals wij die kennen. Toen de H. Maagd dit kleed aan de H. Simon toonde, beloofde Zij aan degenen, die het godsvruchtig zouden dragen, heel bijzondere gunsten. Het is dus al lereerst een kleed door Maria aange wezen als een passend kleed voor Haar kinderen. Wie dat kleed aanneemt, wordt opgenomen onder de dienaren der H. Maagd, die Haar bijzonder zijn toegewijd. Wat dè toewijding is aan de H. Maagd hebben Wij U enkele jaren geleden uit eengezet, toen onze H. Vader de Paus op het einde van het jaar 1942 alle ge lovigen had opgeroepen om zich aan Maria toe te wij den. Door onze toewijding aan de H. Maagd erkennen wij. dat aan de Moeder van Onze Heer Jezus, de H. Moeder Gods de Meóeverlosseres en de Middelares van alle genaden, welke Jezus Christus voor ons heeft verdiend een geheel bijzondere eer en verdiend toekomt. Wij stellen ons volle vertrou wen op haar koninklijke macht en Haar moederlijke bescherming. Wij verkla ren daarbij tevens, dat wij van onze kant ons in alles als Haar trouwe die naren en innig-liefhebbende kinderen willen gedragen, Haar navolgen in Hare deugden, voor zover dit mogelijk is, Haar wensen vervullen, Haar eren en bemin nen en ook Haar door anderen doen eren en liefhebben en onder Hare lei ding het Rijk van Haar Goddelijke Zoon én in onszelven én in anderen, zoveel wij kunnen, doen groeien en bloeien. Al lereerst moet dus het scapulier, dat wij dragen, ons dagelijks herinneren, dat wij als kinderen Gods en als kinderen van Maria moeten leven. Op de tweede plaats is het voor ons een herinnering aan de bijzondere be scherming, welke de H. Maagd aan het godvruchtig dragen van Haar kleed ver bonden heeft. Haar bescherming strekt zich uit over geheel ons leven, maar bijzonder over het uur van ons sterven, zoals wij ook telkens aan Maria vragen: bid voor ons, nu en in het uur van on ze dood. Dat uur is het gewichtigste van ons leven. Zij heeft beloofd, dat Zij Haar kinderen zal bewaren voor het vuur der hel. Het is inderdaad onmogelijk, dat wie dagelijks zich herinnert een kind van Maria te zijn en dagelijks tot Haar zijn toevlucht neemt, door Haar zou verlaten worden. En het is een alge- meen bekende uitspraak van talloze hei- Iigen: Een kind van Maria kan nooit verloren gaan. Gelukkig dan degene, die dagelijks daar aan denkt en dagelijks zijn toevlucht tot Haar neemt. Dat ge schiedt door degenen, die het scapulier met godsvrucht dragen. Aan degenen, die bij het godsvruchtig dragen van het scapulier nog enkele bepaalde gebeden en verstervingen voegen, heeft de H. Maagd een spoedige verlossing uit het vagevuur beloofd. Meerdere geleerde en heilige Pausen o.a. Paulus V, Benedictus XIV en allen, die daarop yolgden, hebben de predi king van deze beloften toegestaan en ook van hun kant vele voorrechten aan het dragen van het scapulier verbonden. Ook krijgen degenen, die het scapulier godvruchtig dragen, deel aan de gebe den en goede werken, welke in de Orde van de Carmel door de kloosterlingen, priesters, broeders en zusters, geschoei de en ongeschoeide, veelvuldig worden verricht. Dit alles, B. G. is voor Ons een re den om u aan te sporen, volgens de goede gewoonte van onze ouders en voorouders, dat scapulier zelf te dra gen en ook uw kinderen daarmede van jongsaf te sieren. Het is het ere- kleed der Moeder Gods, meer waard dan de schoonste decoratie dezer we reld. Het is nog niet zo lang geleden, dat alle vrome ouders zich tot plicht rekenden hun kinderen aanstonds bij het H. Doopsel of kort daarna te doen inschrijven in de Broederschap van het scapulier. In de Synoden der ver, schillende Bisdommen wordt er ook nu op aangedrongen om wanneer het scapulier niet bij het *H Doopsel is op gelegd, het te ontvangen bij de eerste H. Communie of bij de Plechtige Her nieuwing der Doopbeloften. Ook be staat in vele kerken het gebruik om op de 16e Juli of daaropvolgende Zon dag de gelovigen, die nog niet zijn in gekleed, op hun verlangen plechtig in de Broederschap op te nemen. Wij kunnen deze goede gebruiken niet krachtig genoeg aanbevelen. Om nu onze dankbaarheid aan God en aan de H. Moeder des Heren te be tuigen voor de grote zegeningen en de dikwerf wonderbare gunsten, welke door het scapulier verkregen zijn en om de devotie tot de H. Maagd door het steeds dragen van het scapulier zoveel mogelijk te bevorderen, schrijven Wij voor, dat op Zondag 16 Juli in alle ker ken en kapellen het Feest van Onze Lieve Vrouw van de Berg Carmel plech tig worde gevierd en dat op die dag de H. Mis van dat feest als geprivilegieerde H. Mis plechtig gezongen worde. Ver der bevelen Wij aan dat door voorbe reidende oefeningen de betekenis en de grote voorrechten van het scapulier nog nader worden uiteengezet, dat op die dag of in de dagen der voorbereiding aan alle gelovigen, die dit verlangen, groten en kleinen, op plechtige wijze het sca pulier worde opgelegd en dat de feest dag met een plechtig Lof worde be sloten. En zal dit Ons gezamenlijk Herdelijk schrijven op Zondag 2 Juli, de feestdag van O. L. Vrouw Visitatie, in alle tot Onze Kerkprovincie behorende kerken en in alle kapellen, waarover een rector is aangesteld, onder alle vastgestelde H.H. Missen, op de gebruikelijke wijze worden voorgelezen. Gegeven te Utrecht, de 14e Juni van het jaar O. H. 1950. f JOH. KARDINAAL DE JONG Aartsbisschop van Utrecht, t P. A. W. HOPMANS, Bisschop van Breda, t Dr. J. H. G. LEMMENS, Bisschop van Roermond, t J. P. HUIBERS, Bisschop van Haarlem, t W. P. A. M. MUTSAERTS, Bisschop van 's-Hertogenbosch. Het is thans, zo vernemen wij van de Zijde van de P.T.T: weer mogelijk, om bijschrijvingen op het spaarbankboekje te gireren. De bedragen moeten dan ge stort worden op nummer 200.000 van het Centraal Girokantoor. Op he-t stor- tingsdeel moet vermeld staan het post kantoor van uitgifte van het spaar bankboekje en de naam van de houder. Het spaarbankboekje behoeft voor deze bijschrijvingen niet opgezonden te wor den. Wel moet het boekje, wanneer men er bedragen van wil afhalen, eerst opgezonden worden. Dit gireren op de spaarbankboekjes, dat vóór de oorlog ook bestond, is weer mogelijk geworden, nadat de nieuwe •.lichting" van jongelui met Mulo-diplo ma op het Centrale Girokantoor ge lamineerd en aangenomen is. AMSTERDAM Cand. rechten: C. Ger- retsen, Bussum; T. Koopmans, Amsterdam; G. Fokke (Den Haag); E. Dienaar, Am sterdam; mej. E. v. d. Brugh, Tiel; mej. M. Wijnstroom, Bloemendaal. Cand. Ind. recht: H. Duty, Amsterdam en J. de Groot, Giesendam. Doctoraal Econ.: F. Bosman, Amsterdam. Cand. econ.: E. Ernst, Amster dam; J. de Vries, Heemstede; O. Putscher, Amsterdam; H. Stuurman, Haarlem; H. Knorringa, Amsterdam; H. Mey, Amster dam; D. Hoonakker, Amsterdam; G. Muys, Amsterdam en H. Rudelsheim, Amsterdam. Cand. Engels: mej. I. Engelsman, A'dam. AMSTERDAM Cand. econ. H. Schel haas Ezn. (Hoogeveen), T. v. Vugt (Am sterdam); P. Wijmenga (Garijp Fr.), M. Flo- hil (Heemstede); cand.ex. rechten de dames Ferwerda, Kampen; W. Huber, Amster- dam; M. Karssen, Bussum; J. Scheffer, Zaandam; A. v. d. Steenhoven, Amsterdam; de heren J Berg, Boskoop; W. v. d. ■Bos, Pijnakker; A. Kooyman, Peursum; H. d. Mije, Haarlem: A. Popma, Amster dam; A. Vonk, Haarlem; W. Spanjaard, Am sterdam; M. v. Breda, Diemen; W. Breuke jaar, Amsterdam en J. Offringa, Hazers- >Voude. 's-GRAVENHAGE Tweede ged. D. v. d. ®urgt, Halfweg, R. Haenen, Utrecht en J. Ameyden, Leiden* Advertentie Pijn die U wakker houdt, ontneemt U het beste geneesmiddel: DE SLAAP! Zorg voor een goede nachtrust; neem één of twee AKKERTJES"als U wakker ligt van de pijn en 's-morgens voelt ge U uitgerust en daardoor beter dan de dag te voren. AKKERTJES werken rechtstreeks op de pijnhaard. zijn on schadelijk en gemakkelijk in te nemen. helpen direct (Van onze verslaggever) Ter gelegenheid van haar tienjarig be staan is door de N.A.T.U., de Nederlandse Amateur Toneel Unie, Zaterdag j.l. in de Koninklijke Schouwburg te Den Haag een congres gehouden, dat door de mi nister van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen, prof. dr. Th. Rutten is ge opend. Na, mede namens de regering, de vereniging geluk gewenst te hebben met dit jubileum, verklaarde de minister blij te zijn de gelegenheid te hebben, ook weer namens de regering, blijk te kun nen geven van de waardering, die hij de N.A.T.U. toedroeg. Het amateurtoneel, zo vervolgde hij, is een van de weinige' din gen, waarvan nog gehoopt mag worden, dat het de toenemende massificatie, die in ons land plaats heeft en door niets of niemand geremd schijnt te kunnen wor den, een halt toe zal kunnen roepen. De landelijke voorzitter van de NATU, mr. P. J. Cleveringa, die hierop het woord voerde, bedankte prof. Rutten voor zijn vleiende woorden, waaraan hij tevens nog toevoegde, dat de NATU zonder de steun van de regering en ook van het Prins Bernhardfonds, nooit de grotere projecten aan had kunnen pakken. In de Koninklijke Schouwburg te Den Haag is in het kader van het tienjarig jubileum van de Nederlandse Amateur Toneel Unie, door leden van 7 verschil lende bij de Unie aangesloten verenigin gen, een opvoering gegeven van het be kende stuk „Mariken van Nieumeghen". Zaterdagavond zyn in een vergadering van de Staten der Nederlandse Antillen de volgende personen tot lid van de de legatie der Nederlandse Antillen geko zen: Tromp (Unie Nationaal Aruba), Debrot (KVP), Plantz van Sint Maarten (lid van de coalitie), Da Costa Gomez (Nationale Volkspartij), Eman (Arubaan se Volkspartij cn Kroon (Democratische Party). Advertentie per rol rüc en. ate 2ur&^te ruiter" 3 Na de jonge edelman'te hebben weggezonden, zat Eric geruime tijd peinzend voor zich uit te kijken. Wie was deze Yark de Stijfhoofdige, dat hij hem zulk een uitdagende boodschap liet toekomenEn wat was er gaande in Agar's gebied? Die vragen bleven hem bezig houden. Hij trachtte ze van zich af te zetten door een paar regeringsstukken door te kijken. Maar met een geërgerd gebaar wierp hij die reeds na enkele ogenblikken terug op de tafel, om daarna vastbesloten het vertrek uit te lopen naar de kamer van vrouwe Winonah. Zij zat aan haar toilettafel, en toen ze de betrokken trek op het gezicht van haar echtgenoot zag, speelde er een glimlach om haar lippen. ,,Je hoeft niets te zeggen," zei ze. „Er is iets dat je bezig houdt. Je bent van plan uit te trekken, nietwaar Er is niemand die me zo begrijpt als jij." Eric wierp haar een warme blik toe. „Ja Winonah, ik geloof dat het nodig is om eens een onderzoek tn het Oosten m ie stellen. Het zal niet lang duren." „Hoeveel escorte neem je mee?" „Niemand," zei Eric grimmig. „Dit betreft een erezaak!" Geen uur later verliet hij zijn burcht en dreef zijn paard in Oostelijke richting door de eindeloze wouden van zijn rijk. Na de lange periode van ingespannen regeren voelde hij hier een weldadige rust over zich komen. De tocht duurde ver- scheidene dagen, maar toen hij tegen de de avond eindelijk de grens van Agar t gebied bereikte, voelde hij zich frisser dan ooit. Het leek hem nu te laat om nog op onderzoek uit. te gaan. Hij dreef zijn paard een eindweegs de struiken in, op zoek naar een geschikte kampplaats. Doch juist toen hij zich uit het zadel wilde slingeren klonk er een zacht gekraak achter hem. „Handen omhoog," beval een zachte stem. Tussen de bomen was, onhoorbaar als een schim, plotseling een ruiter opgedoken. Een enorme wolfshond stond naast hem, en zowel dit dier als de pijl, tveike ae gemaskerde op hem richtte, deden Eric beseffen dat hu er beter aan deed, dit bevel op te volgen. Advertentie QEL/mei garantie-certificaat (Van onze speciale verslaggever) Zaterdagmiddag is een begin gemaakt met het herstel van misschien het ernstigste cultureel verzuim, in deze eeuw in Nederland begaan; te Enk huizen is achttien jaar na de voltooiing van de Afsluitdijk het Zuiderzee museum geopend. Was het misschien uit schaamte, dat de overheid by deze plechtigheid zo slecht vertegenwoordigd bleek? Een Minister was er niet, Staatssecretaris Mr. J. M, L, Th. Cals liet te elfder ure verstek gaan, zodat tenslotte de heer E. A. Kuypers, administrateur bij het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de opening verrichtte. Want het is tenslotte aan het particulier initiatief te danken geweest en in het bijzonder aan de voortvarendheid van een kleine stad als Enkhuizen, dat het museum er nog gekomen is vóór het helemaal te laat mocht heten en aan het werk van de drooglegging inderdaad een vlek zou hebben gekleefd. Het Zuiderzeemuseum is gevestigd in het monumentale Peperhuis, een pakhuis van de Oost-Indische Compagnie te Enk huizen. daterende van 1625. Enkhuizen verrichtte reeds in 1930 baanbrekend werk met de grote Zuiderzee Visserij Tentoonstelling, waar zich leven en be drijf rond de oude binnenzee nog eens in al hun glorie en eigenlijk nauwelijks gekende economische en culturele rijk dom vertoonden, de inventarisatie als het ware van een bezit aan historische land- en volkseigen sehoonheid, dat op het punt stond te verdwijne. Dat toen De Nederlandse Jeugdgemeenschap, die Zaterdag in Utrecht haar eerste lustrum vierde,, zag ook de beschermvrouwe van Nederlands jeugd, onze zelf nog jonge vorstin onder de aan wezigen. De voormalige kapittelzaal, thans groot-auditorium van Utrechts Universiteit, bood een fleurig aanzicht van talloze vaandels en vlaggen, in alle verscheidenheid toch elk met de N.J.G.-wimpel gesierd. O.a. voerde staatssecretaris mr. J. M. L Cals er het woord. de overheid heeft nagelaten met het zeldzame materiaal, op deze tentoonstel ling, bijeen gebracht, het begin te maken van een verzameling, waaruit een mu seum groeien zou, is iets dat men haar ernstig moet verwijten. Het was uit de ruime beurs, waarover men destijds be schikte, gemakkelijk aan te kopen ge weest, het meeste bovendien voor een appel en ei te krijgen. Sedertdien is zeer veel naar alle kanten verstoven, of ge heel verloren gegaan./ Pas tijdens de jaren van de bezetting hebben particulierenin stilte de plan nen geconcretiseerd om een verzame ling aan te leggen van cultuurgoed rond de Zuiderzee, dat op het punt stond geheel verloren te gaan, zoals kledingstukken, gebruiksvoorwerpen, scheepstypen enz. Reeds toen was er strijd over de plaats van vestiging: in Amsterdam droomde men van een Zui derzeemuseum als een ander Skansen in het Buiten V en verder traden Enk huizen en Harderwijk het sterkst naar voren. De stad aan het Krabbersgat heeft tenslotte het pleit gewonnen, niet het minst dank zij de offers, welke het gemeentebestuur en de burgerij bereid bleken voor dit ideaal te brengen. De stad schonk voor dit doel f 100.000, de burgerij bracht f 35.000 bijeen en ten slotte schonk een firma ter plaatse bet prachtige „Peperhuis", het Compagnie pakhuis, dat de laatste tijd als zaad opslagplaats in gebruik was. In 1948 werd het Zuiderzeemuseum officieel te Enkhuizen gevestigd, de heer S. J. Bouma, de geestelijke vader van het plan, benoemd tot directeur, terwijl zich een Vereniging van Vrienden van het Zuiderzeemuseum formeerde om hem zo veel mogelijk ter zijde te staan. Over de restauratie van het Peperhuis en de inrichting als museum hebben wij reeds eerder uitvoerig geschreven, ook over het uiteindelijk plan, dat naast het binnenmuseum, onder te brengen in het Peperhuis en zijn belendingen, voorziet in de vestiging van een buitenmuseum vóór de Wierdijk, waartoe een terrein in het open water wordt opgespoten. Hier zal een permanent Zuiderzeedorp verrij zen met eigen havens, waar de karakte ristiek van alle vroegere visserscentra iri vertegenwoordigd zal zijn: huizen, rche- Advertentie (Bekende Schriftelijke Cursus) Vraagt ons prospectus: Eng., Frans, Spaans, Kerklatijn, Italiaans. •NED. M.O. WISKUNDE M.O. Ki en K5 61 „Je had moeten proberen hem wat zachter te stemmen". Peteer schudde zijn hoofd. „Hij is een zeer principieel man. weet je, en onbuigzaam. Wanneer Jij, al ben je een republikeins kolonel of generaal, of wat dan ook, de Vrijsta ters niet wilt bevechten, en toch aan je principes wenst vast te houden, dan is de bisschop je enige hoop op een vreedzame regeling". „Ik ben niet gek!" Ned Gorman schud de een lange wijsvinger onder Peters neus. „Als wij onze geweren neerleg den, besef je dan niet, dat de vrede die zou volgen van korte duur zou zijn?" Peter kwam bij Gorman aan de deur staan. Samen keken zij toe, hoe de trage regenwolken langzaam langs de som bere Augustushemel dreven. „Vroeg of laat zal alles toch opgehelderd moeten worden," verkondigde de schoolmeester, critisch de kop van zijn pijp bestude rend. „Hoe eerder je daarmee begint, des te meer ellende zal voorkomen wor den, des te minder verwoesting zal worden aangericht, des te meer mensen levens zullen aan beide zijden gespaard blijven. Nu of nooit is hét tijd, om de zaak te regelen". Gorman keerde zich om en lachte. „Buiten al je andere kwaliteiten, Peter, bezit je ook de gave om in de toekomst te kunnen zien". Hij pauzeerde, en likte zijn droge lippen. „Ondanks zijn hoge leeftijd werkt Jer Coady dag en nacht voor de vrede. Gisteren kreeg ik bericht van hem, dat Mick Collins, na zijn terugkeer uit Cork, er in heeft toegestemd morgenavond in Clonmel met Coady en mijzelf een rus tig onderonsje te hebben. Als wij tot overeenstemming kunnen komen, zal Collins de Vrijstaters hier ervan in ken nis stellen en dan hebben we om te be ginnen in dit district wapenstilstand. Indien er vrede in één graafschap ge sloten kan worden, zal de rest van het land niet lang aarzelen, het voorbeeld te volgen, zodat ik over een week of twee, wanneer dit bloedvergieten ach ter de rug is, stilletjes in mijn vuistje zal lachen over Zijne Hoogwaardige Ex cellentie de Bisschop." Buiten sprong iemand van zijn fiets af en begon als een waanzinnige aan de poort te rammelen, onderwijl schreeuwend: „Ned! Ned! Is Ned Gor man daar?" „Dat is Regan," riep Gorman, en snelde door de gang naar de open staande voordeur met Peter op zijn hielen „Hier ben ik, Packey! Wat voor de duivel is er aan de hand?" „Goed nieuws!" juichte Packey. „Groot nieuws! Mick Collins is gister avond in het graafschap Cork vanuit een hinderlaag neergeschoten." „God sta ons heden bij!" bad Peter. „God ontferme zich over een goed mens," zei Ned, „vriend of vijand, dat is niet de dood die ik hem toegewenst zou hebben." „Het is hetzelfde lot, dat ieder ander Vrijstater, die zich aan zijn kant ge schaard heeft, boven het hoofd hangt." verklaarde Regan verbitterd. „Het is hetzelfde lot Packey, dat ieder van ons nu bedreigt," vertelde Gorman hem. „Zonder Collins kan er geen vreedzame regeling komen. Nu zal er niets anders volgen dan wraak en bloed. Vlug naar de Fogarty's, Packey, Fintan is misschien neutraal, maar hij zal best weten, waar de meeste van onze jongens zich ophouden. Roep iedereen bij elkaar, en voor de maan opkomt, ontmoet ik jullie bij Rath- cash Cross. En je kunt ieder, die ge neigd is de witte vlag uit te steken, meedelen, dat wij deze afgelopen maan den misschien voor een republiek heb ben gevochten, maar dat we vanaf he den voor ons leven zullen moeten vechten." „Het is onnodig, hun dat te vertel len." Onder het spreken pakte Regan zijn fiets. „Zo stom zijn ze niet." „Ik zelf ga naar de loopgraaf," ver volgde Gorman. „Die plaats is niet lan ger veilig. Zij is te goed bekend. Vóór donker zal ik die paar mannen van daar naar Rathcash sturen, en als er tegen die tijd geen bericht uit het hoofdkwartier is, zullen we iets op ons eigen houtje moeten verzinnen." Packey, op het punt zijn fiets te be klimmen, riep een woord van waar schuwing. „Wees voorzichtig, Ned! De hele dag hebben er enkele wagens met Vrijstaters rondgezworven, en ze kwa men hier niet om vliegen te vangen." „Sinds menig jaar heb ik tamelijk goed op mijzelf gelet, jongen!" ant woordde Gorman scherp en was in huis teruggekeerd, voordat Regan's armza lig vehikel uit het gezicht was ver dwenen. Zwijgend pakte Ned Gorman zijn ge weer. zijn hoed, en zijn loopgravenjas bij elkaar, en gespte zijn koppelriem vast voordat hij glimlachend tegen Pe ter zei: „Dus, Zijne Hoogw. Excellentie de Bisschop zal achteraf gezien toch nog het laatste lachen." Peter O'Dea, ofschoon sedert lang ge wend zijn gevoelens te verbergen, had moeite, zijn gedachten onder woorden te brengen, terwijl hij toezag hoe zijn vriend de grendel van het geweer op en neer schoof. „Je bent een echte dwaas, Ned, je bevecht je eigen landgenoten in een oorlog, die je evenzeer verafschuwt als ik. Je kunt niet winnen jongen, en jij zelf zou niet willen winnen op deze manier, zelfs al kon je het. Wij Ieren kunnen dit probleem niet oplossen door eigen landgenoten te doden. Hoe meer mannen jullie vermoorden, des te groter wordt het probleem. Deze kwestie van Vrijstaat of Republiek, behoort door koele hoofden aan een conferentietafel geregeld te worden, niet door heethoof den met geweren." „Zo wilde ik het regelen, rondom een tafel." Ned Gorman haalde voor de laatste maal de grendel van het geweer over en plantte de kolf gemakshalve onder zijn oksel, om het geweer direct in de aanslag te kunnen hebben. „Maar vertel me nu eens, beste kerel: Waar kan men heden ten dage in Ierland een koel hoofd vinden, nu Mick Collins in Cork vermoord is? Er is geen terug tocht mogelijk voor een van beide par tijen, hoezeer sommigen van ons er misschien naar zouden verlangen. De kogel, die Mick doodde, zal nog meer doden eisen' Hij wandelde de keuken uit met het geweer even gemakkelijk onder zijn arm, alsof hij een dag er op uit trok om in het moeras op snippen te gaan ja gen. Bij het hek draaide hij zich om. „Je bent altijd een oprecht vriend voor me geweest Peter. Wanneer wij van de mannen, die beweren aan onze kant te staan, slechts dezelfde mede werking kregen als wij van jou, die nooit tot onze partij behoorde, gehad hebben, zou ik nu hoge verwachtingen voor Ierland's toekomst koesteren. Als iedereen in dit land even geschikt was als jij, zouden wij geen excuus voor schietpartijen hebben. Een paar rustige, verstandige mannen meer op dit ogen blik, Peter, zou het merendeel van ons ten goede komen." (Wordt vervolgd) pen, nevenbedrijven, de mensen natuur lijk in klederdracht. Dit dorp zal een ..levend museum" zijn, bewoond als een normaal dorp, een reservaat als het ware van Flevisch leven, zoals dat tegen die tijd elders langs de droog gelegde binnenzee in zijn oude vorm en sfeer practisch verdwenen zal zijn. Daartoe biedt de ligging van Enk huizen het grote voordeel van blijvend open water, waar de visserij althans op beperkte schaal altijd mogelijk zal zijn. Bovendien bevinden zich in dit deel van het IJsselmeer de beste visgronden. In het museumdorp krijgen t.z.t. ook exem plaren van verdwijnende of meestal reeds verdwenen scheepstypen een plaats, die nu nog in do Oosterhaven, aan de stads- zij van het museum gemeerd zijl) In de taveerne gelijkvloers, bijzon der decoratief met viswant versierd, waarbij een meerman, een zeewijf, zo als uit de legenden van Edam. Muiden Westerschouwen, het pièce de resis tance vormt, kwam Zaterdagmiddag een zeer talrijk gezelschap van be langstellenden uit geheel het land voor de opening van het museum bijeen. Voor hen sprak prof. G. v. d. Leeuw over de betekenis van het Zuiderzee museum en verder voerden het woord burgemeester Admiraal van Enkhuizen als voorzitter van de Commissie van Bijstand, de heer Sybrandy als voor zitter van de Vereniging van Zuider- zeevrienden en de heer Bouma, direc teur van het Museum. De opening werd namens de minister verricht door de heer E. A. Kuypers. Voor het provinciaal bestuur van Noordholland was de loco-commissaris, de heer Bouman, aanwezig. De plechtigheid werd muzikaal opgeluisterd door het trio Ter Burg, dat een bewerking van oud-Nederlandse dansen ten gehore bracht. Na afloop sloegen de autori teiten en verdere genodigden van het bordes vóór het stadhuis een défilé gade van de plaatselijke sportvereni gingen, die met muziek door de fees telijk bevlagde stad trokken Voor de bezoekers van het museum is de geschiedenis %'an de Zuiderzee uitgebeeld en de rol die zij door de eeuwen heen heeft gespeeld als bron van welvaart en cultuur voor ons land. Het thans geëxposeerde materiaal is slechts een voorlopige opstelling, waar bij in verband met de nog beperkte plaatsruimte een keuze moest worden gemaakt uit het talrijke bezit, waar men reeds over beschikt Pas in 1952, wan neer het gebouwen-complex geheel ge reed is, volgt een definitieve tentoonstel ling. Wij komen op deze voorlopige in richting en hetgeen er thans te zien is nog terug. De vijf grootste prijzen van de loterij ten bate van Katholiek Thuisfront zijn thans bekend gemaakt. De hoofdprijs, een Kaiser-Frazer auto is gevallen op lot no. 74030. De bezitter van lot 25565 mag zoveel kopen als hij wil tot een bedrag van f 2500 en Katho liek Thuisfront betaalt de rekening. Soortgelijke prijzen vielen op de num mers 111457, 195421 en 56380, op vertoon waarvan respectievelijk f 1500.f 750. en f 250. besteed mag worden. 'iiitiiiimtiitiiiuiiHtiniiuititimiiimiiiiuimiiimimtmtMirc „Al te goed is buurmansgek en het ziet er naar uit, dat wij aardig op weg zijn de gek van onze buurlui te wor den, want die hebben ons al verschil lende keren lelijk voor de gek gehou den. „Wat bedoel je daarmee „Nou, dat is nog al wiedus. Moet je m'n zoon -Jan maar 's over horen". Snorrebor hees zich wat overeind in zijn leren leunstoel, waar het paarde- haar bit plukken uitstak. „Hebben we indertijd niet vóór alle anderen de oorlog aan Japan ver klaard'En hebben we geen stank voor dank gekregen? Nu het om Nieuw- Guinea gaat, draait Australië bij, maar daarvoor? En hoe hebben de Verenig de Naties en de Unci onze voorbeel dige correctheid waaraan Israël een puntje kan zuigen, beantwoord? En toch lopen we inzake Korea nu weer ons de tong uit de mond om ons hals overkop accoord te verklaren met de resolutie van de Verenigde Naties". Er kwam een angstaanjagende grimmig heid op zijn gezicht en in zijn waterige oogjes staken glimmende spelden. „Maar Snorrebor", zei ik, „je spreekt bijna als Weiter. Behalve stank hebben we toch ook Marshall-dollars gekre gen en je zult toch niet willen be llieren, dat dat geld stinkt. Bovendien gaat het in Korea om het wereldcom munisme en dat is erger voor de men sen dan de pseudo-vogelpest voor de kippen". .Alles goed en wel. We hadden met die accoordverklaring inzake Korea heus niet zo'n haast behoeven te maken en te minder nu Indonesië zich afzijdig houdt. We hebben onze handen al vol aan de eigen boontjes, die nog gedopt moeten worden. We hadden best nog een beetje kunnen wachten, al was het alleen maar by wijze van demonstra tie. Wat geeft al dat hard lopen, als ze toch over je heen lopen?" „Wou je soms, dat wij wéér onder de. voet werden gelopen als door de Nazi's? De bolsjewieken zullen het nog heel wat hardzoolser doen dan de Duitsers, wees daar maar zeker van. Nee, Snorrebor, je moet de dingen groot zien. Is het niet prachtig, dat grootmoedigheid aardig op weg is een nationale deugd te worden? Groot- moedigen zijn in de wereld altijd voor gek verklaard door de kleinmoedigen" Snorrebor knipperde met de ogen en reed onrustig op z'n stoel heen en weei. Jk kan de dingen niet groter zien dan ze zijn. Dat lukt me met m'n pen sioentje óók niet. En onze grootmoe digheid heeft soms verdacht veel van kleinmoedigheid", antwoordde hij stuurs. „Je bent met het verkeerde been uit bed gestapt, Snorrebor. Wat weet jij nou van wereldpolitiek!" „Och ja, weet ik ook eigenlijk veel", kreunde Snorrebor. Juist, Snorrebor, er ziin te veel mensen, die „weet ik veel" voort durend in de mond hebben en toch maar praten alsof ze alles weten", zei ik tevreden. (Van onze Haagse redactie) In het Palace-Hotel te Scheveningen is Zaterdagmiddag de Algemene Ver gadering van de A.N.W.B. gehouden. De heer P. F. Zimmerman, voorzitter van de A.N.W.B., heeft hierbij een rede uitgesproken, waarin op menig ter rein grieven en wensen kenbaar gemaakt zijn, die de belangen van verkeer en toerisme raken. Op de eerste plaats was daar de brandende kwestie van de belastingdruk op het wegverkeer, die door de verhoging van de benzine belasting aanmerkelijk verzwaard is. De situatie is thans zodanig, dat de ge bruikers van motorvoertuigen in Nederland, naast de normale belastingen, byna 200 millioen gulden per jaar aan speciale belastingen opbrengen, waar van nog geen 20% en dit steekt de A.N.W.B. zeer erg gebruikt wordt voor aanleg en onderhoud van wegen. Het wegverkeer, zo meende de heer Zimmerman, is ernstig geschokt in zijn vertrouwen in deze Regering en de samenwerkende organisaties op vex- keers- en vervoersgebied hebben tot taak, deze critiek en dit gebrek aan vertrouwen telkens opnieuw daar te uiten, waar dit gehoord dient te wor den. Ook de dreigende kwestie van de militaire oefenterreinen geeft treden tot ongerustheid bij de A.N.W.B Reeds jaren lang is betoogd, dat er in ons land niet voldoende z.g hoge gronden beschikbaar zijn om de oefenterreinen in te richten, die voor de moderne oor logvoering nodig zijn. Telkens is er daarbij op gewezen, dat ons land aan het gebruik van de moderne wapens alleen meedoet als lid van de groep van West-Europese mogendheden, die hun verdediging gezamenlijk organiseren. Waarom, aldus de heer Zimmerman, or ganiseert men dan ook deze opleiding en deze oefeningen niet gezamenlijk? Indien dit niet mogelijk is, waarom wordt dan de mogelijkheid van het hou den van oefeningen elders toch telkens opnieuw verworpen? Er is in ons dicht bevolkte land bijna geen ruimte meer over voor de recreatie van ons volk en als men deze weinige daarvoor ge schikte natuurterreinen nu nog in ge bruik wil nemen als schiet- en oefen terrein, dan ontneemt men ons volk iets, dat dit niet missen kan. Over onze grenzen is ruimte te over. In Duitsland en Frankrijk is ruimte om te schieten, te graven, te rijden en te oefenenVolgens de heer Zimmer man zou de samenwerking in West- Europees verband hierdoor beter ge diend zijn, dan wanneer een klein landje alles voor zichzelf aanlegt en aanschaft en zich op eigen gelegenheid tn de oorlogvoering gaat bekwamen. Verder wees de heer Zimmerman op het gevaar van het leegstaan, verval len en verkommeren van kastelen en grote landhuizen. In plaats pan te zijn een uiting van de welvaart in onze historie, zijn deze gebouwen thans uitingen van onze armoede; de eige naars zijn niet bij machte ze te on derhouden De overheid zal aan dit probleem meer aandacht moeten be steden. De A.N.WrB. heeft op dit ogenblik ruim 230.000 leden Daarmede behoort hij tot de grootste der Nederlandse ver enigingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 3