Alle officieren en onderofficieren zullen kunnen overkomen Autobussen voor „Oostpriesterhulp" r flié het Dagboek Van EIMR II DE STEM VAN DE DODE Roulettespeler pleegt fraude Vliegtuig te Willemstad vermist Gevecht tussen politie en zeelieden WONDERBARE VISVANGST w Generaal Buurman van Vreeden teruggekeerd Voor korporaals en soldaten zijn echter de mogelijkheden beperkt Door auto aangereden Visser verdronken in het Schildmeer Internationaal luchtverkeer op vliegveld Beek Taak van Duitse „Rücksack-priester" verlicht Kerk, pastorie en pakhuis m ACTIVITEIT VAN VULKANEN Twee broers in de RÜn verdronken VRIJDAG 28 JULI 1950 PAGINA OVERGANG K.N.I.L. NAAR K.L. Twee mecaniciens om het leven gekomen? te Delfzijl Herman v. d. Eerenbeemt zestig jaar Emigrantenvluchten naar Australië Amerikaanse shooting stars op Schiphol Geen audiëntie Eén dode, één zwaar gewonde BERTHA DE HART0GH BLIJFT BIJ HAAR PLEEGMOEDER Beslissing Hof van Appèl te Singapore 'Onrust in Indonesië Bandung zed waarschijnlijk geen gevaar lopen Internationale vereniging ex-politieke gevangenen Voor bot or broiwork - be tor o wot, dus K O NIK KL IJK E SCH E E P JE 5 WO L F A BR I EK EN V E ENE Np A A L MAX MURRAY Groot militair vertoon op Schiphol Op vragen van het Tweede-Kamerlid Fens (K.V.P.) in verband met de over gang van Europese K.N.I.L.-militairen naar de Koninklijke Landmacht, heb ben de minister en de Staatssecretaris van Oorlog geantwoord, dat het hun bekend is, dat bij een deel der militairen ernstige ongerustheid is ontstaan om trent de wijze, waarop de mogelijkheid van overgang naar de Koninklijke Landmacht zal worden gerealiseerd. Ten aanzien van de oorzaken, die tot deze ongerustheid aanleiding hebben gegeven, merken zij het volgende op: artikel 32 van de overeenkomst ter uit voering van de artikelen 2 en 2q van het Uniestatuut bepaalt, dat het militaire personeel van het K.N.I.L. na de over dracht van de souvereiniteit: deels be stemd is om in dienst te treden bij de republiek der Verenigde Staten van Indonesië; deels bestemd is om in dienst te treden bij het Koninkrijk der Neder landen; deels bestemd is om af te vloeien. De enige mogelijkheid, tot dus ver aan het Europese personeel in vas te dienst van het K.N.I.L. geboden om in dienst te treden bij het Koninkrijk der Nederlanden is de overgang naar de K.L. en naar de L.S.K., overeenkomstig de vastgestelde „algemene richtlijnen voor de overgang naar K.L. en L.S.K.". Overneming van K.N.I.L.-personeel kan nimmer betekenen, dat de minister en de Staatssecretaris geroepen zouden zijn om, zonder acht te slaan op wezenlijke belangen van de opbouw van K.L. en L.S.K., allen, die zich van het K.N.I.L. zouden melden, zonder uitzondering over te nemen. Het behouden van een evenwichtige personeelsformatie in K.L. en L.S.K. is voorwaarde voor de levens kracht daarvan. In principe moesten de minister en de Staatssecretaris zich dan ook voorbehouden uit te maken, wie naar leger en luchtmacht zouden kun nen overkomen. Het verheugt hen intussen thans mede te kunnen delen, dat het mo gelijk is gebleken om, op grond van de binnengekomen antwoorden op de onder het K.N.I.L.-personeel ge houden enquête, te besluiten tot op neming in het leger en in de lucht macht van alle officieren en onder officieren, die de wens tot deze overgang te kennen hebben gege ven, met uitzondering van een kleine groep, waarover nadere mededelin gen zullen worden gedaan. Voor wat betreft de korporaals en solda- Te Rotterdam is een 31-jarige hande laar gearresteerd, die er van verdacht wordt zich door fraude en oplichting zeventigduizend gulden te hebben toege ëigend. Hij was verslaafd geraakt aan het roulettespel en daardoor in grote moeilijkheden gekomen. Sinds Dinsdagavond worden twee me caniciens van de K.L.M. uit Willemstad vermist, aldus meldt United Press J. W. Out en T. C. den Uyl stegen Dinsdagmiddag met een Pipercub op voor een proefvlucht. Vóór hun vertrek zeiden zij wat te gaan oefenen boven zee, in de nabijheid van het vliegveld. Er werd niets meer van hen gezien of ver nomen. K.L.M.-vliegtuigen stegen op om de vermisten te zoeken, maar tot dusverre werd geen spoor van de vermisten of Van het vliegtuigje ontdekt Aangenomen wordt, dat beide mannen om het lever zijn gekomen. Zowel Out als Den Uyl zouden vol gende week met vacantie naar Neder land gaan. Op de Nieuwe weg te Delfzijl vielen drie zeelieden, die te veel aan Bacchus geofferd hadden, voorbijgangers lastig. Ook een agent van politie in burger, die met zijn echtgenote passeerde, werd aangevallen. Het drietal werd ingere kend, nadat politiehulp was gearriveerd, de agenten moesten daarbij van de re volvers gebruik maken. Een verdwaalde kogel drong door de ruit van een wo ning aan de overkant van het Eemska- naal, doch de bewoners werden niet ge troffen. De zeelieden, opvarenden van het m.s. „Meeuw" werden opgesloten en «konden later met hun schip naar En geland vertrekken, nadat proces-verbaal Was opgemaakt. In de zalen van het Internationaal Cul tureel Centrum te Amsterdam waren Don derdagmiddag honderden vrienden van Herman van den Eerenbeemt bijeen om hem, zijn vrouw en zijn zoon gelukwen sen aan te bieden ter gelegenheid van zijn 60ste verjaardag. Talrijke bloemstukken gaven de .recep tiezalen een zeer vrolijk aanzien. Vrijwel iedereen, die op enigerlei wijze met de organisator in contact is geweest, was ge komen om hem de hand te drukken. Toch was de bijeenkomst „maar" onof ficieel. De officiële huldiging is vastgesteld op 23 September aanstaande in de kleine Saai van het Concertgebouw. 3, 5, 18 en 20 Augustus zal telkens een H-L.M.-vliegtuig met emigranten naar Australië vertrekken. Daarna zullen dit laar nog zeven vliegtuigen met emi granten naar dit land gaan. In totaal ?bUen dit jaar dan ongeveer duizend -Nederlanders door de lucht naar dat Werelddeel zijn vervoerd. °P Schiphol komen vandaag de Ame jakaanse Shooting Stars aan, die Zate» ~ag en Zondag deel zullen nemen aan t,e- vliegfeesten op Ypenburg. De vlieg jongen zijn afkomstig van de tweede f*fherikaanse iuchtdivisie en gestation °eerd te Lansburg. ®xt=- de Bisschop van Haarlem zal 2 Augustus geen audiëntie ver- Aavertentie ten, voor wier overgang aanvanke lijk slechts zéér weinig mogelijk heden werden gezien, is de situatie gelukkig iets gunstiger geworden, aangezien thans reeds meer dan 1.000 hunner voor overgang in aan merking kunnen worden gebracht. Het verkrijgen van een voldoende aantal bekwame kaderleden mag op zich zelf een belangrijk winstpunt zijn, daar naast evenwel is het voor een goede le ger- en luehtmachtvorming essentieel dat het beroepskader van hoog gehalte is. Deze eis brengt met zich, dat .bij voortduring gestreefd moet worden naai zodanige vorming en beoordeling van het beroepskader, dat dit zal bestaan uit krachten, die ten volle berekend zijn voor haar taak. Voor het gehele be roepskader staan de minister en de Staatssecretaris het stelsel voor, dat, in dien blijkt, dat leden daarvan mindei geschikt zijn voor de hun opgedragen taak, dienstverlating op sociaal verant woorde wijze te allen tijde mogelijk moet zijn. Een grondige selectie tot het bereiken van dit doel moet dan ook in de volgende jaren worden verwacht. Op grond van richtlijnen betreffende de bepaling van de voldoende geschikt heid zowel de lichamelijke als de al gemene om bij de KL of de LSK te dienen, heeft de commissie-Sjoerdsma een klein aantal candidaten ongeschikt geacht voor overgang. Zij, die menen ten onrechte te zijn afgewezen, zullen in de gelegenheid worden gesteld hun belangen nader door een commissie te doen beoordelen. Op de Rijksweg Nijmegen-Druten on der het dorp Winssen (gemeente Ewijk) zijn gisteravond de twee gezusters Sch. uit Bergharen, die per fiets de weg wil den oversteken, aangereden door 'n auto. De 29-jarige mej. Sch. is kort daarop aan haar verwondingen overleden; haar 19- jarige zuster werd zwaar gewond naar een ziekenhuis te Nijmegen vervoerd. Het dertienjarige Nederlandse meisje Bertha de Hartogh mag bij haar Maleise pleegmoeder Aminah blijven, zo heeft het Hof van Appèl te Singapore beslist. Het Hof annuleerde een vroeger ge rechtelijk bevel, op grond waarvan Ber tha aan haar ouders in Nederland moest worden teruggegeven. De pleegmoeder vluchtte met Bertha het oerwoud in toen de Japanners in 1942 Malakka binnenvielen. Zij heeft sindsdien het meisje als haar eigen kind opgevoed. Aminah had tegen de beslis sing van de rechtbank beroep aangete kend. „Ik wil niet langer leven als ik mijn dochtertje moet verliezen", heeft zij verklaard. Ook het meisje wilde niet terug. Enkele vissers troffen Woensdagmor gen op het Schildmeer een ogenschijn lijk onbemand roeibootje aan. Bij nader onderzoek bleek dit de boot te zijn van de heer H. M. uit Veendam, die op het Schildmeer aan het vissen was. De heer M., die toevallijder was, hing levenloos over de rand van de boot in het water. Het gelukte niet de levensgeesten weer op te wekken. Het slachtoffer was ge huwd en vader van 2 kinderen. Het vliegveld Zuid-Limburg te Beek is thans opengesteld voor internationaal luchtverkeer. Men is kort geleden ge reed gekomen met het herstel en de ver nieuwing van de twee startbanen. (Van onze Utrechtse correspondent) Anderhalf jaar geleden begon de Ne derlandse pater Werenfried van Stra ten van zijn Norbertijnenklooster in Vlaanderen uit de Oostpriesterhulp; rond Pasen droeg hij zijn liefdefakkel van geestdrift naar zijn vaderland over, gistermorgen in Utrecht en twee dagen daarvoor in Koenigstein heeft hij de eerste materiële gevolgen van zijn wek roep in Nederland kunnen aanschou wen: twee grote opleggerbussen, zoals deze na de oorlog door de N.S. werden gebruikt, doch geheel omgebouwd om als kerk, als pastorie, ais pakhuis dienst te doen. Rondrijdend door Duitsland, bemand met één West-Europese (voor lopig nog slechts Hollandse of Vlaamse) en één Duitse priester, zal men met de ze bus, die naast zijn altaar nog een versterkerinstallatie en vijf ton aan le vensmiddelen en textiel vervoert, de Duitse „Rücksack-priester" te hulp ko men. In Jalta en Potsdam zijn besluiten ge nomen, waardoor een kwart van het voormalige Duitse rijksgebied door com munistische landen is opgeslokt. De Duitse bevolking „mocht" verhuizen tij dens de barre winter van 1946. Drie millioen stierven er tijdens het trans port; nog eens drie millioen werden er naar Siberië gedeporteerd; de overige twaalf millioen werden in het reeds overvolle Duitsland gespuid. Van deze twaalf millioen is de helft katholiek en zij brachten op hun lij densweg 6000 priesters mee, Ostpriester van de Ostflüchtlinge. Zij kwamen te recht in volledig protestantse of ont kerstende streken en is het wonder, dat zij in deze diaspora het slechtst gehuis vest werden? Het gemiddeld aantal dor pen, dat deze priesters moeten bedienen bedraagt 30, maar er is ook een pastoor in Sleeswijk-Holstein, die er 107 heeft. Lange tijd zon^r vervoermiddel, slecht gekleed, ondervoed, zijn deze priesters van ontbering gestorven. Van de oorspronkelijke 6000 in 1946 zijn er nog 2800 in leven, van wie slechts 36 jonger dan 30 jaar zijn. Deze priesters, die vijf jaar lang (of nog lan ger?) over Christus' goedheid hebben moeten preken, zonder ook maar één daad van materiële goedheid te hebben kunnen stellen, deze priesters moe- t e n in leven blijven, totdat in de oude kazerne te Koenigstein, die thans als seminarie dienst doet, de priesterroepin gen uit de Ostflüchtlinge hun wijding hebben ontvangen en de taak kunnen overnemen. Om deze priesters in leven te houden, om mee te helpen die infectie, die in het hart van het Avondland onder deze verlaten christenen voortwoekert, te be strijden, levert Oostpriesterhulp zijn materiële bijdragen aan deze priesters. De eerete bus arriveerde twee da gen her reeds in Koenigstein, de tweede werd gistermorgen door Z. Em. Johannes Kardinaal De Jong persoonlijk ingezegend, waarna de Vicaris-Generaal, Mgr. D. Huurde- man onder een stralende zomerhe- mel het eerste H. Misoffer aan het altaar opdroeg, waarbij een schare van genodigden, gasten en weldoe- Kardinaal de Jong zegent de nieuwe bus, bestemd voor de Oost-Priester hulp, in. ners deemoedig in het grint knielde tijdens de Consecratie. Ook Abt Ondersteyn van Heeswijk en Deken Wiegerink van Utrecht woonden de plechtigheid bij. En zou iemand an ders dan pater Van Straten zelf in zijn oude studentenstad Utrecht op méér be zielende wijze het woord hebben kun nen voeren? Hulp aan de Duitse over weldigers? Neen, een liefdedaad van christenen aan Christenen, omdat de Wereldkerk in gevaar is! Nederland heeft het woord verstaan; in Augustus volgen nog twee bussen. Nederland, hebt gij dit woord verstaan? In December moeten er twintig zijn. Want wij zijn de Strijdende Kerk! rc<c en, cCe zurarte nuZi&f 25. Steeds sneller volgde Eric het spoor, dat zich thans langs de oever van de beek voortslingerde. Naar de afdrukken te oordelen had de Zwarte Ruiter zich gehaast. WaarheenDaarmee hielden de gedachten van de Noorman zich bezig terwijl hij z'n paard aanhoudend tot groter spoed aanzette. York's verbazing over Eric's veranderde houding was begrijpelijk. Eindelijk zag de Noorman verband in het gewir-war van feiten en gebeurtenissen. Eindelijk ook besefte hij de grimmige ernstwelke er achter het mysterie school. Alle luchthartigheid was hem afgegleden. Vastberaden joeg hij voort, voorbereid op alles. Langzaam werd de boomgroei minder. De bodem, oneffen en hellend, vertoonde reeds 't eerste begin van rotsen, die verderop in hooggebergte overgingen. Het hele landschap had een sombere grootsheid, welke de Noorman ondanks zichzelf beklemde. Het spoor was hier moeilijker te volgen, maar hij verloor het geen ogenblik meer uit het oog. Soms dacht hij even aan York. Hij had een flauw idee waarop zijn strijdmakker gestuit was. Ongerust maakte hij zich niet over hem. De kleine man was zeer wel in staat op zichzelf te passen. Maar Eric had zijn onbesuisdheid leren kennen. Er moesten zich niet te veel complicaties voordoen, wilde Yark een situatie overzien. Inwendig was hij blij dat hij het laatste gedeelte van de tocht alleen kon maken. Bij al z'n moed kwam het zwaard van de Stijfhoofdige toch wel wat erg gemakkelijk los uit de schede „Feitelijk een vreemde geschiedenis," mompelde Eric nadenkend, zijn paard behoedzaam langs een smal rotspad verder leidend. „De oude Agar dood. Diens dochter Astara verdwenen. Sigurd leenheer, en een Zwarte Ruiter die beurtelings de armen besteelt en ze geschenken geeft. Het wordt tijd dat ik deze zaak tot een oplossing breng En zozeer was hij op het spoor geconcentreerd, dat hij de zwarte schaduw niet bp merkte, welke behoedzaam achter hem oprees en hem tussen de rotsen volgde Nieuwe actviteit in de kraters van verschillende vulkanen, verwekken on rust in Indonesië. De vulkanologische dienst is het meest bezorgd over de ac tiviteit in de krater van de Tangkoeban Prahoe. zestien km. van Bandung. Men acht hét vrijwel zeker, dat binnen een paar weken een geweldige lavauitbar sting de krater zal doen overlopen, aldus meldt A. P. De heer W. A. Petroeschevsky, het hoofd van de vulkanologische dienst, acht het onwaarschijnlijk, dat Bandung bij een uitbarsting gevaar zal lopen, maar zo liet hij er op volgen, „het is nooit mogelijk iets met zekerheid over vulkaanuitbarstingen te zeggen." Vulkanplogische experts zullen per vliegboot naar het eiland Krakatau, tussen Java en Sumatra, vertrekken, om daar een onderzoek in te stellen naar de vier uitbarstingen op 3 Juli. Het is drie jaar geleden, dat het laatste wetenschappelijke onderzoek op het eiland is ingesteld. De periodieke uit barstingen van de Krakatau. worden echter ais normaal beschouwd. Ook de Keloet, een Oost-Javaanse vulkaan, is de laatste tijd een bron van ongerustheid geweest. De temperatuur van het lavameer in de krater is de laatste maanden enigermate gestegen, maar heeft nog niet het kookpunt be reikt. Bromo, een goenoeng api (vuur berg) vijftig km verder naar het Oos ten, is in Mei begonnen met het uit stoten van grote wolken rook en as. Sindsdien is de rook dikwijls tot een hoogte van bijna tweekm boven de top gestegen, Gistermiddag zijn in de Rijn nabij Wageningen bij het baden verdronken de 16-jarige scholier J.S.W. en de 19- jarige scholier P.J.W.. Beiden zijn zoons van de gemeente-ambtenaar J.W. uit Wageningen. Zij konden niet zwemmen. Een tragische bijkomstigheid is, dat de oudste zoon uit dit gezin twee jaar ge leden in Indonesië is gesneuveld. Op het dezer dagen in Den Haag ge houden congres van de Vereniging van ex-politieke gevangenen uit de bezet tingstijd is besloten tot oprichting van een internationale vereniging van ex- politieke gevangenen, tot welke vereni ging België, Duitsland. Frankrijk en Nederland wensten toe te treden. Het dagelijks bestuur zal worden ge vormd door de heren K. R. van Staal (Nederland), die tot voorzitter der exe cutieve is gekozen, pater Damien Reu- mont (België), secretaris en Jean Kreher (Frankrijk). Voor Nederland zijn als gedelegeerden aangewezen de heren W. F. R. Bisschoff van Heems- kerek te Wassenaar, W. Ch. J. M. varf; Lanschot te Eindhoven, mr. B. W. Stomps te Aerdenhout en J. P. B. M. de Swart te 's-Hertogenbosch. Gedurende de zomermaanden is het doorgaans een moeilijke taak om aas visjes in het leven te houden. De visjes voor de snoek, zo van dertien centimeter, die gaan nog wel. Maar juist de kleintjes voor baars en snoekbaars liggen al spoe dig op apegapen. En toch wil je wel eens op roofvis hengelen: vooral als brasem en karper geen teken van him aanwezigheid geven. Nu kan je wel overgaan tot het gebruik van lepeltjes, spinnertjes en al die andere kunstaasjes, maar ja, u weet hoe het gaat. 's Winters, als de aasvisjes bij wijze van spreken niet dood kunnen of willen gaan, dan denk je aan brasemen. Terwijl je in de brasemtijd juist wel eens met een voorntje snoeken wiL Ondanks alle last en zorgen die je ermee op de hals haalt. Nog afgezien van de keertjes, dat alles voor niets is geweest, omdat je, aan de waterkant gekomen, niet anders dan lijkjes in het aasketeltje kunt waar nemen. Vaak begint het zo: inplaats van de gebruikelijke tien visjes koop je er maar zes terwiÜe van een verminderd zuur stof-verbruik. Vlug naar huis fietsen om ze daar onder een dun stroompje kraan water te zetten. Een half uurtje later is er minstens één, die de gevolgen van de reis niet te boven kwam: blijven dus vijf. De volgende morgen bij het vertrek wordt nogmaals een exemplaar levenloos aangdtroffen en verwijderd: resteren er vier. Na zo snel mogelijk gereden te hebben en, met het oog op schokken, vooral niet over stenen of door kuilen, komen we op de plaats van bestemming. Ons eerste werk geldt het aaskitje: twee stuks steendood. Gauw het water ver verst en zie, de laatste twee zwemmen nog en wij prijzen ons gelukkig. Het vissen neemt een aanvang en we slaan een aasje aan. Jammerlijk genoeg zijn we het reeds na tien minuten kwijt doordat onze haak in de planten komt vast te zitten. Na enig getrek komt alles vrij, ook het voorntje. De haak komt, versierd met planten, weer boven water; doch het voorntje niet. Om dan de kroon op het werk te zetten hebben we het laatste visje in zijn gevangenis bloot gesteld aan de warme stralen van de zon. Als we het dekseltje van de aas ketel oplichten zien we dat ook de laat ste der Mohicanen overleden is. Enkele weken geleden beleefde Ik een kleine variant op het bovenstaan de. Toen ik van huis vertrok bezat ik vier goed levende witvisjes. Na het op tuigen van mijn hengel waren ze alle maal reeds naar betere gewesten ver trokken. En nu mocht ik proberen wat ik wilde, het lukte me niet om ter plaatse ook maar één witje op de kop te tikken. Ten einde raad heb ik een dood visje aangeslagen en mijn pen zo gesteld, dat het met het lood op de grond kwam te liggen, zowat een meter of zes uit de wal. Ik stak een sigaretje op en vervolgde mijn tot dusver vruch teloze jacht op aasvisjes. Geen enkel succesje mocht ik boeken, behalve dat van twee bleitjes van ver boven de Advertentie SCHEEFJESWOL maat. Deze liet ik maar weer zwem men; ze konden mij nergens toe dienen. Ondertussen was het een uur of zeven geworden en het leek mij het beste maar in te pakken. Ik demonteerde het voorntuigje en wilde daarna ook de snoekhengel ontdoen van de reel en andere spullen. Tot mijn verbazing was de dobber verdwenen en ik zag het lijntje strak naar het midden staan. Ik bekeek mijn reel en ontdekte dat er heel wat meters lijn afgelopen waren. Omdat ik niet wist hoelang de vis met het aas bezig was, wachtte ik een paar minuten. Het water was schoon en vrij van planten en het deerde niet of er veel lijn uit was. Pas toen de reel lang zaam begon te draaien ten teken dat de vis liep, sloeg ik vast. Direct voelde ik de zo begeerde tegenstand van een slachtoffer. Na weinige ogenblikken verslapte die al en kon ik langzaam maar vrij regelmatig de lijn verkorten. Ik moest langer draaien dan ik gedacht had. Doch na verloop van betrekkelijk korte tijd kwam aan de oppervlakte van het water een snoek aanglijden. De kop een beetje scheef gehouden zeilde hij het net in. Hij woog ongeveer vijf pond en de haak had hij zover ingeslikt dat ik de lijn moest afsnijden, 't Was niks voor een Esox Lucius om van de grond af een dood visje te verorberen Ik vond het merkwaardig, doch tevens een buitenkansje. Na een nieuwe haak aangezet te hebben wierp ik nogmaals een lijkje als aas uit. Onbegrijpelijkerwijs zakte de dobber in één keer door naar beneden. Ik dacht dat de kurk wat verschoven was en wilde ophalen. Toen ik echter de hengeltop oplichtte voelde ik weer stand en terstond liet ik mijn top zak ken. Ook deze keer liep de vis weg maar van tijd tot tijd kon ik toch een glimpje opvangen van de wit-groene Rotterdammer. Zelfs kwam hij na een poosje plat op het water liggen. Even bekeek ik de situatie, maar toen een verandering uitbleef, draaide ik de lijn strak. Daarbij had ik mijn hengel naar de dobber laten wijzen en toen sloeg ik nogmaals. Het wilde; stoten, dat mijn hengel krom boog, vërried dat ik op weg v/as een tweede zoetwaterbewoner van element te doen verwisselen. Hoewel deze heviger vocht dan de eerste, ver moedde ik hem toch aanmerkelijk lichter in gewicht. Dat kwam aardig goed uit, want binnen vijf minuten had ik een prachtige baars van een kilo in mijn handen. Geanimeerd door de onverwachte vangsten legde ik ten derde male in. Mijn maag begon te knorren dus greep ik naar een boterhammetje. Nog had ik de eerste hap niet door mijn keel of ik constateerde tot mijn verbazing en genoegen, dat wederom een vis zich vergreep aan de eerst zo door mij ver wenste levenloze voorns. Ik liet alles maar zyn -loop en at rustig mijn kuchie op. Daarna nam ik mijn hengel ter hand. De lijn strak zetten hoefde ik niet te doen, omdat de vis daar zelf voor zorgde. Toen hij het snoer strak- gezwommen had, tikte ik vast. Na een worsteling van misschien zes of zeven minuten completeerde ik het trio slacht offers met een snoekbaars van vier pond. In de wolken zag ik op mijn leefnet neer en dacht bij mijzelf, dat het ge luk soms toch wel op een erg vreemde manier komt. Juist dan wanneer je het totaal niet aan ziet komen. Het laatste aasvisje ging te water. Al hoewel ik eigenlijk niet meer op een stootje durfde hopen speet het me, dat ik geen voorntjes meer had. Levend of dood: vandaag scheen het weinig ver schil te maken. En zoals dat gaat, je krijgt het gevoel alsof er niets verkeerd kan gaan. Toen mijn pen voor de vierde keer wegzakte, was er bij mij dan ook geen sprake van verrassing. Heimelijk had ik niet anders verwacht. Het dobbertje bleef op een paar vierkante meter heen en weer draaien, soms half boven, day weer onder water. Het zaakje wilde met tot rust komen, zodat ik het er na een poosje maar op waagde en aansloeg. Het duurde even, voordat ik wat terrein won. Een paar keer moest ik lijn toege ven doch kort daarop kreeg ik een dik kepaling te zien. Na zeker vijf vergeefse pogingen oln hem in het schepnet te krijgen heb ik hem maar domweg aan het onderiijntje op de wal getild. Onbegonnen werk om een pols- dikke paling te scheppen. Deze sinjeur woog goed drie pond. Zo zwaar had ik nog geen paling verschalkt. In mijn gedachten noem ik deze dag: „De wonderbaarlijke visvangst". Van vier soorten vis elk een mooi exemplaar; vooral de hekkensluiter. En dat aan dooie aasjes. 'L door 6 „Moord, hoor, zowaar als ik leef. Ar me ouwe juffrouw Angela Pewsey. Ik had geen reden om erg op haar gesteld te zijn dat weten we allemaal. Maar moord...." „De een noemt het moord, de ander niet!" Het was een ruwe, harde stem uit het groepje van de tapkast, die het zei. Celia en Firth draaiden zich snel om. Alle gezichten waren effen. Het was on mogelijk te raden wie de spreker was. „De brigadier noemt het in elk geval moord," antwoordde Tom Trippeitree vlug. Zijn stem klonk scherp. „En moord is het, of het sommige mensen te pas komt of niet." Hij proefde van zijn bier en hield het glas met drie vingers vast, terwijl hij de twee overige vingers ele gant boog, zoals een edelman bij het drinken doet. „De brigadier heeft er o zijn eigen ideeën over." Celia's mond viel een eindje open. „Weet hii dan wie het gedaan heeft?" „Asjeblief, juffrouw Celia. Een land loper". „Hebben ze een landloper, een onguur iemand gezien?" „Wat zegt u, meneer?" Firth lachte. „Ik heb de gekke ge woonte, in mezelf te praten. Denkt u dat zoiets meer zou kunnen voorko men?" Hij stak voor Celia en voor zich zelf een sigaret aan. „Is dat de mening van de brigadier, meneer Trippeltree?" „Dat zegt hij. Hij was er vast van overtuigd, leek mij". „Dan hoeft hij alleen maar die land loper te vinden. Vlug werk, vindt u niet? Het zal voor de mensen hier een grote opluchting zijn". „Voor sommigen wel, voor anderen niet". Het was een andere stem uit de groep stamgasten en ditmaal klonk er een zacht, instemmend gemompel. Tom Trippeltree volhardde halsstar rig bij zijn landloper. „Er zwerven dit jaar massa's landlopers in de buurt. Hier is geld terug, meneer". De deur vloog open en een man, die blijkbaar doorlopend haast had, steven de op de tapkast af. „'Avond, Tom'Avond, allemaal... Hé, hallo, Celia. Ik dacht, dat je naar de stad was". „Hallo, Eric. Nee, ik ben vanavond teruggekomenFirth, mag ik je dok ter Eric Daw voorstellen". Firth drukte de hand van een kleine, levendige man, die niettemin de indruk maakte alsof hij oververmoeid was en toch het bijltje er niet bij neer wilde leggen. Een man met opgewekte, op beurende manieren, die tegelijkertijd te druk bezet was om zich met plichtple gingen op te houden. Zijn ogen glinstér- den monter en waren toch rood van vermoeidheid. „Komt u niet bij ons zitten?" „Dank u. Ik vrees, dat ik geen tijd heb't Zelfde als anders, Tom". Hij wierp de waard een bijna verontschul digend lachtje toe. Tom had reeds een groot glas whisky ingeschonken en schoof het over de toonbank. De drank scheen de dokter goed te doen en te kalmeren. Hij scheen te beseffen, dat hij toch niet zo'n erge haast had. „Oef, wat een dag". Celia lachte vriendelijk tegen hem. „Ze moeten je altijd hebben. Moe?" Hij knikte. „Natuurlijk. Deze dag heeft alle records geslagen". „Waarom juist deze dag?" Hij leunde voorover en zei spottend dramatisch: „De moord, meisje". „Ze was een patiënt van je, niet Eric?" „Ja", zei hij, en toen, om zijn kortaf antwoord wat goed te maken: „Ze riep me zo nu en dan". Hij lachte even. „Vandaag heeft ze me niet geroepen. Dat deed de politie." „U schijnt erg in trek te zijn, dok ter", zei Firth. Dokter Daw lachte. „Dat is het juiste woord. Als je elke minuut bezet hebt, dan betekent een paar uur werk voor de politie een paar uur oponthoud. Ik moet nog zes visites maken". Hij keek op zijn horloge. „Ofschoon, Celia, hier ontmoeten we elkaar niet vaak. Mag ik de stand gelijk maken?" Tom Trippel tree had zijn lege glas al weggehaald. Celia schudde haar hoofd. Firth neemt het voor me over. De reis uit de stad hier naar toe heeft veel vaq zijn krach ten gevergd." Firth glimlachte. „Ik heb niet rustig kunnen slapen. Misschien dat een klein opkikkertje.Is de doodsoorzaak een geheim, dokter?" Hij lachte. „Een geheim? In Inching Round? U kent ons nog niet. Juffrouw Pewsey is met iets zwaars en hards op het hoofd geslagen." De dokter scheen bijna behagen te scheppen in de be schrijving. „Iemand heeft haar van ach teren neergeslagen, terwijl ze een volks wijsje zat te zingen." Hij lachte kort en scheen er zich dadelijk over te schamen. 1 „Dus de landloper, die we zoeken, was sterk, voorzichtig en een tegenstan der van volksdeuntjes." „Een landloper?" De dokter herstelde zich vlug. „O, ja de brigadier zei iets over een landloper. Nou" hij hief zijn glas op en zei afwezig: „Daar gaan jul lie." „Die landloper je zou haast zeggen dat hij een hekel aan haar had." De dokter wièrp een snelle blik op Firth en keek weer een andere kant uit. „Of hij was bang van haar." Hij had het meer tegen zichzelf dan tegen de ande ren. „Ja; het effect kan hetz'elfde zijn, niet- waar?" „Soms." Hij keek Firth peinzend aan. .Blijft u hier lang, meneer Prentice?" Firth schudde zijn hoofd. „Heel kort maar, denk ik."- „Firth is onze zaakwaarnemer," zei Celia vlug. „Zijn vader, bedoel ik. Hij komt hier voor zaken. Ik beweer: meer voor zijn plezier dan voor zaken, maar dat is hij natuurlijk met me oneens." „O, nee", lachte hij. „Ik ben de zaken al bijna vergetenZullen we eens opstappen?" De kleine dokter scheen aanstalten te maken hen te vergezellen, maar hij aar zelde en toen ze het café verlieten, zag Firth, dat hij weer met zijn gezicht naar de tapkast zat. Zijn geforceerde monter heid ten spijt, spraken de afhangende schouders duidelijke taal. Buiten gekomen trok hij Celia's arm knus door de zijne. Ze had hem nog niet helemaal vergeven, maar het was wel gezellig, zoals hij daar naast haar liep. „Dit dorp is anders dan anders." zei hij. „O sedert wanneer? Hoe weet je dat, als ik vragen mag?" Wordt vervolgd) Met groot militair vertoon zijn gis teravond de luitenant-generaal D. C. Buurman van Vreeden, oud-leger commandant in Indonesië, en de voormalige chef-staf van het K.N.I.L., generaal-majoor D. R. van Langen, op Schiphol bij htm aankomst in Nederland verwelkomd. Zij hadden de vaandels van het voormalige KJf. l.L. bij zich. Toen de K.L.M. Constellation „Holland" om precies kwart voor twaalf op het platform stopte, stond daar een groot gezelschap de generaal op te wachten. Wij zagen er de ministers Schokking, Van Maarseveen en Götzen, de Staats secretaris van Oorlog mr. W. H. Focke- ma Andreae, de Staatssecretaris van Marine, Schout bij Nacht H. C. W. Moorman, de chef van de generale staf generaal mr. H. J. Kruis, de chef van de Luchtmachtstaf lt-generaal C. Gie bel, de commandant zeemacht Neder land vice-admiraal J. J. L. Willinge, de Hoge Commissaris van Indonesië mr. Moh. Rum en talrijke andere hoge mili tairen. Ook de familieleden van de bei den generaals waren ter begroeting aan wezig, alsmede de president-directeur van de K.L.M. dr. A. Plesman. Generaal Buurman van Vreeden was zéér vermoeid en niet in staat de talrijke journalisten te ontvangen. Wel verklaar de hij, dat het grote vertoon van de aanwezige autoriteiten en militairen door hem beschouwd werd als een laat ste eerbetoon aan het KJVXL. gebracht-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 3