Alle officieren en onderofficieren
zullen kunnen overkomen
Autobussen voor „Oostpriesterhulp"
r
flié het Dagboek Van
EIMR
II DE STEM
VAN DE DODE
Roulettespeler pleegt
fraude
Vliegtuig te Willemstad
vermist
Gevecht tussen politie
en zeelieden
WONDERBARE VISVANGST w
Generaal Buurman van
Vreeden teruggekeerd
Voor korporaals en soldaten zijn echter
de mogelijkheden beperkt
Door auto aangereden
Visser verdronken
in het Schildmeer
Internationaal luchtverkeer op
vliegveld Beek
Taak van Duitse „Rücksack-priester" verlicht
Kerk, pastorie en
pakhuis
m
ACTIVITEIT VAN
VULKANEN
Twee broers in de
RÜn verdronken
VRIJDAG 28 JULI 1950
PAGINA
OVERGANG K.N.I.L. NAAR K.L.
Twee mecaniciens om het
leven gekomen?
te Delfzijl
Herman v. d. Eerenbeemt
zestig jaar
Emigrantenvluchten naar
Australië
Amerikaanse shooting stars
op Schiphol
Geen audiëntie
Eén dode, één zwaar
gewonde
BERTHA DE HART0GH BLIJFT
BIJ HAAR PLEEGMOEDER
Beslissing Hof van Appèl
te Singapore
'Onrust in Indonesië
Bandung zed waarschijnlijk
geen gevaar lopen
Internationale vereniging
ex-politieke gevangenen
Voor bot or broiwork - be tor o wot, dus
K O NIK KL IJK E SCH E E P JE 5 WO L F A BR I EK EN V E ENE Np A A L
MAX MURRAY
Groot militair vertoon
op Schiphol
Op vragen van het Tweede-Kamerlid
Fens (K.V.P.) in verband met de over
gang van Europese K.N.I.L.-militairen
naar de Koninklijke Landmacht, heb
ben de minister en de Staatssecretaris
van Oorlog geantwoord, dat het hun
bekend is, dat bij een deel der militairen
ernstige ongerustheid is ontstaan om
trent de wijze, waarop de mogelijkheid
van overgang naar de Koninklijke
Landmacht zal worden gerealiseerd.
Ten aanzien van de oorzaken, die tot
deze ongerustheid aanleiding hebben
gegeven, merken zij het volgende op:
artikel 32 van de overeenkomst ter uit
voering van de artikelen 2 en 2q van het
Uniestatuut bepaalt, dat het militaire
personeel van het K.N.I.L. na de over
dracht van de souvereiniteit: deels be
stemd is om in dienst te treden bij de
republiek der Verenigde Staten van
Indonesië; deels bestemd is om in dienst
te treden bij het Koninkrijk der Neder
landen; deels bestemd is om af te
vloeien. De enige mogelijkheid, tot dus
ver aan het Europese personeel in vas
te dienst van het K.N.I.L. geboden om
in dienst te treden bij het Koninkrijk
der Nederlanden is de overgang naar de
K.L. en naar de L.S.K., overeenkomstig
de vastgestelde „algemene richtlijnen
voor de overgang naar K.L. en L.S.K.".
Overneming van K.N.I.L.-personeel kan
nimmer betekenen, dat de minister en
de Staatssecretaris geroepen zouden zijn
om, zonder acht te slaan op wezenlijke
belangen van de opbouw van K.L. en
L.S.K., allen, die zich van het K.N.I.L.
zouden melden, zonder uitzondering
over te nemen. Het behouden van een
evenwichtige personeelsformatie in K.L.
en L.S.K. is voorwaarde voor de levens
kracht daarvan. In principe moesten de
minister en de Staatssecretaris zich dan
ook voorbehouden uit te maken, wie
naar leger en luchtmacht zouden kun
nen overkomen.
Het verheugt hen intussen thans
mede te kunnen delen, dat het mo
gelijk is gebleken om, op grond van
de binnengekomen antwoorden op
de onder het K.N.I.L.-personeel ge
houden enquête, te besluiten tot op
neming in het leger en in de lucht
macht van alle officieren en onder
officieren, die de wens tot deze
overgang te kennen hebben gege
ven, met uitzondering van een kleine
groep, waarover nadere mededelin
gen zullen worden gedaan. Voor
wat betreft de korporaals en solda-
Te Rotterdam is een 31-jarige hande
laar gearresteerd, die er van verdacht
wordt zich door fraude en oplichting
zeventigduizend gulden te hebben toege
ëigend. Hij was verslaafd geraakt aan
het roulettespel en daardoor in grote
moeilijkheden gekomen.
Sinds Dinsdagavond worden twee me
caniciens van de K.L.M. uit Willemstad
vermist, aldus meldt United Press
J. W. Out en T. C. den Uyl stegen
Dinsdagmiddag met een Pipercub op
voor een proefvlucht. Vóór hun vertrek
zeiden zij wat te gaan oefenen boven
zee, in de nabijheid van het vliegveld. Er
werd niets meer van hen gezien of ver
nomen.
K.L.M.-vliegtuigen stegen op om de
vermisten te zoeken, maar tot dusverre
werd geen spoor van de vermisten of
Van het vliegtuigje ontdekt Aangenomen
wordt, dat beide mannen om het lever
zijn gekomen.
Zowel Out als Den Uyl zouden vol
gende week met vacantie naar Neder
land gaan.
Op de Nieuwe weg te Delfzijl vielen
drie zeelieden, die te veel aan Bacchus
geofferd hadden, voorbijgangers lastig.
Ook een agent van politie in burger, die
met zijn echtgenote passeerde, werd
aangevallen. Het drietal werd ingere
kend, nadat politiehulp was gearriveerd,
de agenten moesten daarbij van de re
volvers gebruik maken. Een verdwaalde
kogel drong door de ruit van een wo
ning aan de overkant van het Eemska-
naal, doch de bewoners werden niet ge
troffen. De zeelieden, opvarenden van
het m.s. „Meeuw" werden opgesloten en
«konden later met hun schip naar En
geland vertrekken, nadat proces-verbaal
Was opgemaakt.
In de zalen van het Internationaal Cul
tureel Centrum te Amsterdam waren Don
derdagmiddag honderden vrienden van
Herman van den Eerenbeemt bijeen om
hem, zijn vrouw en zijn zoon gelukwen
sen aan te bieden ter gelegenheid van zijn
60ste verjaardag.
Talrijke bloemstukken gaven de .recep
tiezalen een zeer vrolijk aanzien. Vrijwel
iedereen, die op enigerlei wijze met de
organisator in contact is geweest, was ge
komen om hem de hand te drukken.
Toch was de bijeenkomst „maar" onof
ficieel. De officiële huldiging is vastgesteld
op 23 September aanstaande in de kleine
Saai van het Concertgebouw.
3, 5, 18 en 20 Augustus zal telkens een
H-L.M.-vliegtuig met emigranten naar
Australië vertrekken. Daarna zullen dit
laar nog zeven vliegtuigen met emi
granten naar dit land gaan. In totaal
?bUen dit jaar dan ongeveer duizend
-Nederlanders door de lucht naar dat
Werelddeel zijn vervoerd.
°P Schiphol komen vandaag de Ame
jakaanse Shooting Stars aan, die Zate»
~ag en Zondag deel zullen nemen aan
t,e- vliegfeesten op Ypenburg. De vlieg
jongen zijn afkomstig van de tweede
f*fherikaanse iuchtdivisie en gestation
°eerd te Lansburg.
®xt=- de Bisschop van Haarlem zal
2 Augustus geen audiëntie ver-
Aavertentie
ten, voor wier overgang aanvanke
lijk slechts zéér weinig mogelijk
heden werden gezien, is de situatie
gelukkig iets gunstiger geworden,
aangezien thans reeds meer dan
1.000 hunner voor overgang in aan
merking kunnen worden gebracht.
Het verkrijgen van een voldoende
aantal bekwame kaderleden mag op zich
zelf een belangrijk winstpunt zijn, daar
naast evenwel is het voor een goede le
ger- en luehtmachtvorming essentieel
dat het beroepskader van hoog gehalte
is. Deze eis brengt met zich, dat .bij
voortduring gestreefd moet worden naai
zodanige vorming en beoordeling van
het beroepskader, dat dit zal bestaan uit
krachten, die ten volle berekend zijn
voor haar taak. Voor het gehele be
roepskader staan de minister en de
Staatssecretaris het stelsel voor, dat, in
dien blijkt, dat leden daarvan mindei
geschikt zijn voor de hun opgedragen
taak, dienstverlating op sociaal verant
woorde wijze te allen tijde mogelijk
moet zijn. Een grondige selectie tot het
bereiken van dit doel moet dan ook in
de volgende jaren worden verwacht.
Op grond van richtlijnen betreffende
de bepaling van de voldoende geschikt
heid zowel de lichamelijke als de al
gemene om bij de KL of de LSK te
dienen, heeft de commissie-Sjoerdsma
een klein aantal candidaten ongeschikt
geacht voor overgang. Zij, die menen
ten onrechte te zijn afgewezen, zullen
in de gelegenheid worden gesteld hun
belangen nader door een commissie te
doen beoordelen.
Op de Rijksweg Nijmegen-Druten on
der het dorp Winssen (gemeente Ewijk)
zijn gisteravond de twee gezusters Sch.
uit Bergharen, die per fiets de weg wil
den oversteken, aangereden door 'n auto.
De 29-jarige mej. Sch. is kort daarop aan
haar verwondingen overleden; haar 19-
jarige zuster werd zwaar gewond naar
een ziekenhuis te Nijmegen vervoerd.
Het dertienjarige Nederlandse meisje
Bertha de Hartogh mag bij haar Maleise
pleegmoeder Aminah blijven, zo heeft
het Hof van Appèl te Singapore beslist.
Het Hof annuleerde een vroeger ge
rechtelijk bevel, op grond waarvan Ber
tha aan haar ouders in Nederland moest
worden teruggegeven.
De pleegmoeder vluchtte met Bertha
het oerwoud in toen de Japanners in
1942 Malakka binnenvielen. Zij heeft
sindsdien het meisje als haar eigen kind
opgevoed. Aminah had tegen de beslis
sing van de rechtbank beroep aangete
kend. „Ik wil niet langer leven als ik
mijn dochtertje moet verliezen", heeft
zij verklaard. Ook het meisje wilde niet
terug.
Enkele vissers troffen Woensdagmor
gen op het Schildmeer een ogenschijn
lijk onbemand roeibootje aan. Bij nader
onderzoek bleek dit de boot te zijn van
de heer H. M. uit Veendam, die op het
Schildmeer aan het vissen was. De heer
M., die toevallijder was, hing levenloos
over de rand van de boot in het water.
Het gelukte niet de levensgeesten weer
op te wekken. Het slachtoffer was ge
huwd en vader van 2 kinderen.
Het vliegveld Zuid-Limburg te Beek
is thans opengesteld voor internationaal
luchtverkeer. Men is kort geleden ge
reed gekomen met het herstel en de ver
nieuwing van de twee startbanen.
(Van onze Utrechtse correspondent)
Anderhalf jaar geleden begon de Ne
derlandse pater Werenfried van Stra
ten van zijn Norbertijnenklooster in
Vlaanderen uit de Oostpriesterhulp;
rond Pasen droeg hij zijn liefdefakkel
van geestdrift naar zijn vaderland over,
gistermorgen in Utrecht en twee dagen
daarvoor in Koenigstein heeft hij de
eerste materiële gevolgen van zijn wek
roep in Nederland kunnen aanschou
wen: twee grote opleggerbussen, zoals
deze na de oorlog door de N.S. werden
gebruikt, doch geheel omgebouwd om
als kerk, als pastorie, ais pakhuis dienst
te doen. Rondrijdend door Duitsland,
bemand met één West-Europese (voor
lopig nog slechts Hollandse of Vlaamse)
en één Duitse priester, zal men met de
ze bus, die naast zijn altaar nog een
versterkerinstallatie en vijf ton aan le
vensmiddelen en textiel vervoert, de
Duitse „Rücksack-priester" te hulp ko
men.
In Jalta en Potsdam zijn besluiten ge
nomen, waardoor een kwart van het
voormalige Duitse rijksgebied door com
munistische landen is opgeslokt. De
Duitse bevolking „mocht" verhuizen tij
dens de barre winter van 1946. Drie
millioen stierven er tijdens het trans
port; nog eens drie millioen werden er
naar Siberië gedeporteerd; de overige
twaalf millioen werden in het reeds
overvolle Duitsland gespuid.
Van deze twaalf millioen is de helft
katholiek en zij brachten op hun lij
densweg 6000 priesters mee, Ostpriester
van de Ostflüchtlinge. Zij kwamen te
recht in volledig protestantse of ont
kerstende streken en is het wonder, dat
zij in deze diaspora het slechtst gehuis
vest werden? Het gemiddeld aantal dor
pen, dat deze priesters moeten bedienen
bedraagt 30, maar er is ook een pastoor
in Sleeswijk-Holstein, die er 107 heeft.
Lange tijd zon^r vervoermiddel, slecht
gekleed, ondervoed, zijn deze priesters
van ontbering gestorven.
Van de oorspronkelijke 6000 in 1946
zijn er nog 2800 in leven, van wie
slechts 36 jonger dan 30 jaar zijn. Deze
priesters, die vijf jaar lang (of nog lan
ger?) over Christus' goedheid hebben
moeten preken, zonder ook maar één
daad van materiële goedheid te hebben
kunnen stellen, deze priesters moe-
t e n in leven blijven, totdat in de oude
kazerne te Koenigstein, die thans als
seminarie dienst doet, de priesterroepin
gen uit de Ostflüchtlinge hun wijding
hebben ontvangen en de taak kunnen
overnemen.
Om deze priesters in leven te houden,
om mee te helpen die infectie, die in
het hart van het Avondland onder deze
verlaten christenen voortwoekert, te be
strijden, levert Oostpriesterhulp zijn
materiële bijdragen aan deze priesters.
De eerete bus arriveerde twee da
gen her reeds in Koenigstein, de
tweede werd gistermorgen door Z.
Em. Johannes Kardinaal De Jong
persoonlijk ingezegend, waarna de
Vicaris-Generaal, Mgr. D. Huurde-
man onder een stralende zomerhe-
mel het eerste H. Misoffer aan het
altaar opdroeg, waarbij een schare
van genodigden, gasten en weldoe-
Kardinaal de Jong zegent de nieuwe
bus, bestemd voor de Oost-Priester
hulp, in.
ners deemoedig in het grint knielde
tijdens de Consecratie.
Ook Abt Ondersteyn van Heeswijk en
Deken Wiegerink van Utrecht woonden
de plechtigheid bij. En zou iemand an
ders dan pater Van Straten zelf in zijn
oude studentenstad Utrecht op méér be
zielende wijze het woord hebben kun
nen voeren? Hulp aan de Duitse over
weldigers? Neen, een liefdedaad van
christenen aan Christenen, omdat de
Wereldkerk in gevaar is! Nederland
heeft het woord verstaan; in Augustus
volgen nog twee bussen. Nederland, hebt
gij dit woord verstaan? In December
moeten er twintig zijn. Want wij zijn de
Strijdende Kerk!
rc<c en, cCe zurarte nuZi&f
25. Steeds sneller volgde Eric het spoor, dat zich thans langs de oever van de beek
voortslingerde. Naar de afdrukken te oordelen had de Zwarte Ruiter zich gehaast.
WaarheenDaarmee hielden de gedachten van de Noorman zich bezig terwijl hij
z'n paard aanhoudend tot groter spoed aanzette. York's verbazing over Eric's
veranderde houding was begrijpelijk. Eindelijk zag de Noorman verband in het
gewir-war van feiten en gebeurtenissen. Eindelijk ook besefte hij de grimmige
ernstwelke er achter het mysterie school. Alle luchthartigheid was hem afgegleden.
Vastberaden joeg hij voort, voorbereid op alles.
Langzaam werd de boomgroei minder. De bodem, oneffen en hellend, vertoonde
reeds 't eerste begin van rotsen, die verderop in hooggebergte overgingen. Het hele
landschap had een sombere grootsheid, welke de Noorman ondanks zichzelf beklemde.
Het spoor was hier moeilijker te volgen, maar hij verloor het geen ogenblik
meer uit het oog. Soms dacht hij even aan York. Hij had een flauw idee waarop
zijn strijdmakker gestuit was. Ongerust maakte hij zich niet over hem. De kleine
man was zeer wel in staat op zichzelf te passen. Maar Eric had zijn onbesuisdheid
leren kennen. Er moesten zich niet te veel complicaties voordoen, wilde Yark een
situatie overzien. Inwendig was hij blij dat hij het laatste gedeelte van de tocht alleen
kon maken. Bij al z'n moed kwam het zwaard van de Stijfhoofdige toch wel wat
erg gemakkelijk los uit de schede
„Feitelijk een vreemde geschiedenis," mompelde Eric nadenkend, zijn paard
behoedzaam langs een smal rotspad verder leidend. „De oude Agar dood. Diens
dochter Astara verdwenen. Sigurd leenheer, en een Zwarte Ruiter die beurtelings
de armen besteelt en ze geschenken geeft. Het wordt tijd dat ik deze zaak tot een
oplossing breng
En zozeer was hij op het spoor geconcentreerd, dat hij de zwarte schaduw niet
bp merkte, welke behoedzaam achter hem oprees en hem tussen de rotsen volgde
Nieuwe actviteit in de kraters van
verschillende vulkanen, verwekken on
rust in Indonesië. De vulkanologische
dienst is het meest bezorgd over de ac
tiviteit in de krater van de Tangkoeban
Prahoe. zestien km. van Bandung. Men
acht hét vrijwel zeker, dat binnen een
paar weken een geweldige lavauitbar
sting de krater zal doen overlopen, aldus
meldt A. P.
De heer W. A. Petroeschevsky, het
hoofd van de vulkanologische dienst,
acht het onwaarschijnlijk, dat Bandung
bij een uitbarsting gevaar zal lopen,
maar zo liet hij er op volgen, „het is
nooit mogelijk iets met zekerheid over
vulkaanuitbarstingen te zeggen."
Vulkanplogische experts zullen per
vliegboot naar het eiland Krakatau,
tussen Java en Sumatra, vertrekken, om
daar een onderzoek in te stellen naar
de vier uitbarstingen op 3 Juli. Het
is drie jaar geleden, dat het laatste
wetenschappelijke onderzoek op het
eiland is ingesteld. De periodieke uit
barstingen van de Krakatau. worden
echter ais normaal beschouwd.
Ook de Keloet, een Oost-Javaanse
vulkaan, is de laatste tijd een bron van
ongerustheid geweest. De temperatuur
van het lavameer in de krater is de
laatste maanden enigermate gestegen,
maar heeft nog niet het kookpunt be
reikt. Bromo, een goenoeng api (vuur
berg) vijftig km verder naar het Oos
ten, is in Mei begonnen met het uit
stoten van grote wolken rook en as.
Sindsdien is de rook dikwijls tot een
hoogte van bijna tweekm boven de
top gestegen,
Gistermiddag zijn in de Rijn nabij
Wageningen bij het baden verdronken
de 16-jarige scholier J.S.W. en de 19-
jarige scholier P.J.W.. Beiden zijn zoons
van de gemeente-ambtenaar J.W. uit
Wageningen. Zij konden niet zwemmen.
Een tragische bijkomstigheid is, dat de
oudste zoon uit dit gezin twee jaar ge
leden in Indonesië is gesneuveld.
Op het dezer dagen in Den Haag ge
houden congres van de Vereniging van
ex-politieke gevangenen uit de bezet
tingstijd is besloten tot oprichting van
een internationale vereniging van ex-
politieke gevangenen, tot welke vereni
ging België, Duitsland. Frankrijk en
Nederland wensten toe te treden.
Het dagelijks bestuur zal worden ge
vormd door de heren K. R. van Staal
(Nederland), die tot voorzitter der exe
cutieve is gekozen, pater Damien Reu-
mont (België), secretaris en Jean
Kreher (Frankrijk). Voor Nederland
zijn als gedelegeerden aangewezen de
heren W. F. R. Bisschoff van Heems-
kerek te Wassenaar, W. Ch. J. M. varf;
Lanschot te Eindhoven, mr. B. W.
Stomps te Aerdenhout en J. P. B. M.
de Swart te 's-Hertogenbosch.
Gedurende de zomermaanden is het
doorgaans een moeilijke taak om aas
visjes in het leven te houden. De visjes
voor de snoek, zo van dertien centimeter,
die gaan nog wel. Maar juist de kleintjes
voor baars en snoekbaars liggen al spoe
dig op apegapen. En toch wil je wel
eens op roofvis hengelen: vooral als
brasem en karper geen teken van him
aanwezigheid geven. Nu kan je wel
overgaan tot het gebruik van lepeltjes,
spinnertjes en al die andere kunstaasjes,
maar ja, u weet hoe het gaat. 's Winters,
als de aasvisjes bij wijze van spreken
niet dood kunnen of willen gaan, dan
denk je aan brasemen. Terwijl je in
de brasemtijd juist wel eens met een
voorntje snoeken wiL Ondanks alle last
en zorgen die je ermee op de hals haalt.
Nog afgezien van de keertjes, dat alles
voor niets is geweest, omdat je, aan de
waterkant gekomen, niet anders dan
lijkjes in het aasketeltje kunt waar
nemen.
Vaak begint het zo: inplaats van de
gebruikelijke tien visjes koop je er maar
zes terwiÜe van een verminderd zuur
stof-verbruik. Vlug naar huis fietsen om
ze daar onder een dun stroompje kraan
water te zetten. Een half uurtje later
is er minstens één, die de gevolgen van
de reis niet te boven kwam: blijven dus
vijf. De volgende morgen bij het vertrek
wordt nogmaals een exemplaar levenloos
aangdtroffen en verwijderd: resteren er
vier. Na zo snel mogelijk gereden te
hebben en, met het oog op schokken,
vooral niet over stenen of door kuilen,
komen we op de plaats van bestemming.
Ons eerste werk geldt het aaskitje: twee
stuks steendood. Gauw het water ver
verst en zie, de laatste twee zwemmen
nog en wij prijzen ons gelukkig.
Het vissen neemt een aanvang en we
slaan een aasje aan. Jammerlijk genoeg
zijn we het reeds na tien minuten kwijt
doordat onze haak in de planten komt
vast te zitten. Na enig getrek komt alles
vrij, ook het voorntje. De haak komt,
versierd met planten, weer boven water;
doch het voorntje niet. Om dan de kroon
op het werk te zetten hebben we het
laatste visje in zijn gevangenis bloot
gesteld aan de warme stralen van de
zon. Als we het dekseltje van de aas
ketel oplichten zien we dat ook de laat
ste der Mohicanen overleden is.
Enkele weken geleden beleefde Ik
een kleine variant op het bovenstaan
de. Toen ik van huis vertrok bezat ik
vier goed levende witvisjes. Na het op
tuigen van mijn hengel waren ze alle
maal reeds naar betere gewesten ver
trokken. En nu mocht ik proberen wat
ik wilde, het lukte me niet om ter
plaatse ook maar één witje op de kop
te tikken. Ten einde raad heb ik een
dood visje aangeslagen en mijn pen zo
gesteld, dat het met het lood op de
grond kwam te liggen, zowat een meter
of zes uit de wal. Ik stak een sigaretje
op en vervolgde mijn tot dusver vruch
teloze jacht op aasvisjes. Geen enkel
succesje mocht ik boeken, behalve dat
van twee bleitjes van ver boven de
Advertentie
SCHEEFJESWOL
maat. Deze liet ik maar weer zwem
men; ze konden mij nergens toe dienen.
Ondertussen was het een uur of zeven
geworden en het leek mij het beste
maar in te pakken. Ik demonteerde het
voorntuigje en wilde daarna ook de
snoekhengel ontdoen van de reel en
andere spullen. Tot mijn verbazing was
de dobber verdwenen en ik zag het
lijntje strak naar het midden staan. Ik
bekeek mijn reel en ontdekte dat er
heel wat meters lijn afgelopen waren.
Omdat ik niet wist hoelang de vis met
het aas bezig was, wachtte ik een paar
minuten. Het water was schoon en vrij
van planten en het deerde niet of er
veel lijn uit was. Pas toen de reel lang
zaam begon te draaien ten teken dat de
vis liep, sloeg ik vast. Direct voelde ik
de zo begeerde tegenstand van een
slachtoffer. Na weinige ogenblikken
verslapte die al en kon ik langzaam
maar vrij regelmatig de lijn verkorten.
Ik moest langer draaien dan ik gedacht
had. Doch na verloop van betrekkelijk
korte tijd kwam aan de oppervlakte
van het water een snoek aanglijden. De
kop een beetje scheef gehouden zeilde
hij het net in. Hij woog ongeveer vijf
pond en de haak had hij zover ingeslikt
dat ik de lijn moest afsnijden, 't Was
niks voor een Esox Lucius om van de
grond af een dood visje te verorberen
Ik vond het merkwaardig, doch tevens
een buitenkansje.
Na een nieuwe haak aangezet te
hebben wierp ik nogmaals een lijkje als
aas uit. Onbegrijpelijkerwijs zakte de
dobber in één keer door naar beneden.
Ik dacht dat de kurk wat verschoven
was en wilde ophalen. Toen ik echter
de hengeltop oplichtte voelde ik weer
stand en terstond liet ik mijn top zak
ken. Ook deze keer liep de vis weg
maar van tijd tot tijd kon ik toch een
glimpje opvangen van de wit-groene
Rotterdammer. Zelfs kwam hij na een
poosje plat op het water liggen. Even
bekeek ik de situatie, maar toen een
verandering uitbleef, draaide ik de lijn
strak. Daarbij had ik mijn hengel naar
de dobber laten wijzen en toen sloeg ik
nogmaals. Het wilde; stoten, dat mijn
hengel krom boog, vërried dat ik op weg
v/as een tweede zoetwaterbewoner van
element te doen verwisselen. Hoewel
deze heviger vocht dan de eerste, ver
moedde ik hem toch aanmerkelijk
lichter in gewicht. Dat kwam aardig
goed uit, want binnen vijf minuten
had ik een prachtige baars van een
kilo in mijn handen.
Geanimeerd door de onverwachte
vangsten legde ik ten derde male in.
Mijn maag begon te knorren dus greep
ik naar een boterhammetje. Nog had
ik de eerste hap niet door mijn keel
of ik constateerde tot mijn verbazing
en genoegen, dat wederom een vis zich
vergreep aan de eerst zo door mij ver
wenste levenloze voorns. Ik liet alles
maar zyn -loop en at rustig mijn kuchie
op. Daarna nam ik mijn hengel ter
hand. De lijn strak zetten hoefde ik
niet te doen, omdat de vis daar zelf
voor zorgde. Toen hij het snoer strak-
gezwommen had, tikte ik vast. Na een
worsteling van misschien zes of zeven
minuten completeerde ik het trio slacht
offers met een snoekbaars van vier
pond.
In de wolken zag ik op mijn leefnet
neer en dacht bij mijzelf, dat het ge
luk soms toch wel op een erg vreemde
manier komt. Juist dan wanneer je het
totaal niet aan ziet komen.
Het laatste aasvisje ging te water. Al
hoewel ik eigenlijk niet meer op een
stootje durfde hopen speet het me, dat
ik geen voorntjes meer had. Levend of
dood: vandaag scheen het weinig ver
schil te maken. En zoals dat gaat, je
krijgt het gevoel alsof er niets verkeerd
kan gaan.
Toen mijn pen voor de vierde keer
wegzakte, was er bij mij dan ook geen
sprake van verrassing. Heimelijk had
ik niet anders verwacht. Het dobbertje
bleef op een paar vierkante meter heen
en weer draaien, soms half boven, day
weer onder water. Het zaakje wilde met
tot rust komen, zodat ik het er na een
poosje maar op waagde en aansloeg. Het
duurde even, voordat ik wat terrein
won. Een paar keer moest ik lijn toege
ven doch kort daarop kreeg ik een dik
kepaling te zien. Na zeker vijf
vergeefse pogingen oln hem in het
schepnet te krijgen heb ik hem maar
domweg aan het onderiijntje op de wal
getild. Onbegonnen werk om een pols-
dikke paling te scheppen. Deze sinjeur
woog goed drie pond. Zo zwaar had ik
nog geen paling verschalkt.
In mijn gedachten noem ik deze dag:
„De wonderbaarlijke visvangst". Van
vier soorten vis elk een mooi exemplaar;
vooral de hekkensluiter. En dat aan
dooie aasjes.
'L
door
6
„Moord, hoor, zowaar als ik leef. Ar
me ouwe juffrouw Angela Pewsey. Ik
had geen reden om erg op haar gesteld
te zijn dat weten we allemaal. Maar
moord...."
„De een noemt het moord, de ander
niet!" Het was een ruwe, harde stem
uit het groepje van de tapkast, die het
zei.
Celia en Firth draaiden zich snel om.
Alle gezichten waren effen. Het was on
mogelijk te raden wie de spreker was.
„De brigadier noemt het in elk geval
moord," antwoordde Tom Trippeitree
vlug. Zijn stem klonk scherp. „En moord
is het, of het sommige mensen te pas
komt of niet." Hij proefde van zijn bier
en hield het glas met drie vingers vast,
terwijl hij de twee overige vingers ele
gant boog, zoals een edelman bij het
drinken doet. „De brigadier heeft er
o zijn eigen ideeën over."
Celia's mond viel een eindje open.
„Weet hii dan wie het gedaan heeft?"
„Asjeblief, juffrouw Celia. Een land
loper".
„Hebben ze een landloper, een onguur
iemand gezien?"
„Wat zegt u, meneer?"
Firth lachte. „Ik heb de gekke ge
woonte, in mezelf te praten. Denkt u
dat zoiets meer zou kunnen voorko
men?" Hij stak voor Celia en voor zich
zelf een sigaret aan. „Is dat de mening
van de brigadier, meneer Trippeltree?"
„Dat zegt hij. Hij was er vast van
overtuigd, leek mij".
„Dan hoeft hij alleen maar die land
loper te vinden. Vlug werk, vindt u
niet? Het zal voor de mensen hier een
grote opluchting zijn".
„Voor sommigen wel, voor anderen
niet". Het was een andere stem uit de
groep stamgasten en ditmaal klonk er
een zacht, instemmend gemompel.
Tom Trippeltree volhardde halsstar
rig bij zijn landloper. „Er zwerven dit
jaar massa's landlopers in de buurt.
Hier is geld terug, meneer".
De deur vloog open en een man, die
blijkbaar doorlopend haast had, steven
de op de tapkast af.
„'Avond, Tom'Avond, allemaal...
Hé, hallo, Celia. Ik dacht, dat je naar
de stad was".
„Hallo, Eric. Nee, ik ben vanavond
teruggekomenFirth, mag ik je dok
ter Eric Daw voorstellen".
Firth drukte de hand van een kleine,
levendige man, die niettemin de indruk
maakte alsof hij oververmoeid was en
toch het bijltje er niet bij neer wilde
leggen. Een man met opgewekte, op
beurende manieren, die tegelijkertijd te
druk bezet was om zich met plichtple
gingen op te houden. Zijn ogen glinstér-
den monter en waren toch rood van
vermoeidheid.
„Komt u niet bij ons zitten?"
„Dank u. Ik vrees, dat ik geen tijd
heb't Zelfde als anders, Tom". Hij
wierp de waard een bijna verontschul
digend lachtje toe.
Tom had reeds een groot glas whisky
ingeschonken en schoof het over de
toonbank. De drank scheen de dokter
goed te doen en te kalmeren. Hij scheen
te beseffen, dat hij toch niet zo'n erge
haast had.
„Oef, wat een dag".
Celia lachte vriendelijk tegen hem.
„Ze moeten je altijd hebben. Moe?"
Hij knikte. „Natuurlijk. Deze dag
heeft alle records geslagen".
„Waarom juist deze dag?"
Hij leunde voorover en zei spottend
dramatisch: „De moord, meisje".
„Ze was een patiënt van je, niet
Eric?"
„Ja", zei hij, en toen, om zijn kortaf
antwoord wat goed te maken: „Ze riep
me zo nu en dan". Hij lachte even.
„Vandaag heeft ze me niet geroepen.
Dat deed de politie."
„U schijnt erg in trek te zijn, dok
ter", zei Firth.
Dokter Daw lachte. „Dat is het juiste
woord. Als je elke minuut bezet hebt,
dan betekent een paar uur werk voor
de politie een paar uur oponthoud. Ik
moet nog zes visites maken". Hij keek
op zijn horloge. „Ofschoon, Celia, hier
ontmoeten we elkaar niet vaak. Mag ik
de stand gelijk maken?" Tom Trippel
tree had zijn lege glas al weggehaald.
Celia schudde haar hoofd. Firth neemt
het voor me over. De reis uit de stad
hier naar toe heeft veel vaq zijn krach
ten gevergd."
Firth glimlachte. „Ik heb niet rustig
kunnen slapen. Misschien dat een klein
opkikkertje.Is de doodsoorzaak een
geheim, dokter?"
Hij lachte. „Een geheim? In Inching
Round? U kent ons nog niet. Juffrouw
Pewsey is met iets zwaars en hards op
het hoofd geslagen." De dokter scheen
bijna behagen te scheppen in de be
schrijving. „Iemand heeft haar van ach
teren neergeslagen, terwijl ze een volks
wijsje zat te zingen." Hij lachte kort en
scheen er zich dadelijk over te schamen. 1
„Dus de landloper, die we zoeken,
was sterk, voorzichtig en een tegenstan
der van volksdeuntjes."
„Een landloper?" De dokter herstelde
zich vlug. „O, ja de brigadier zei iets
over een landloper. Nou" hij hief zijn
glas op en zei afwezig: „Daar gaan jul
lie."
„Die landloper je zou haast zeggen
dat hij een hekel aan haar had."
De dokter wièrp een snelle blik op
Firth en keek weer een andere kant uit.
„Of hij was bang van haar." Hij had het
meer tegen zichzelf dan tegen de ande
ren.
„Ja; het effect kan hetz'elfde zijn, niet-
waar?"
„Soms." Hij keek Firth peinzend aan.
.Blijft u hier lang, meneer Prentice?"
Firth schudde zijn hoofd. „Heel kort
maar, denk ik."-
„Firth is onze zaakwaarnemer," zei
Celia vlug. „Zijn vader, bedoel ik. Hij
komt hier voor zaken. Ik beweer: meer
voor zijn plezier dan voor zaken, maar
dat is hij natuurlijk met me oneens."
„O, nee", lachte hij. „Ik ben de zaken
al bijna vergetenZullen we eens
opstappen?"
De kleine dokter scheen aanstalten te
maken hen te vergezellen, maar hij aar
zelde en toen ze het café verlieten, zag
Firth, dat hij weer met zijn gezicht naar
de tapkast zat. Zijn geforceerde monter
heid ten spijt, spraken de afhangende
schouders duidelijke taal.
Buiten gekomen trok hij Celia's arm
knus door de zijne. Ze had hem nog
niet helemaal vergeven, maar het was
wel gezellig, zoals hij daar naast haar
liep.
„Dit dorp is anders dan anders." zei
hij.
„O sedert wanneer? Hoe weet je dat,
als ik vragen mag?"
Wordt vervolgd)
Met groot militair vertoon zijn gis
teravond de luitenant-generaal D. C.
Buurman van Vreeden, oud-leger
commandant in Indonesië, en de
voormalige chef-staf van het K.N.I.L.,
generaal-majoor D. R. van Langen,
op Schiphol bij htm aankomst in
Nederland verwelkomd. Zij hadden
de vaandels van het voormalige KJf.
l.L. bij zich.
Toen de K.L.M. Constellation „Holland"
om precies kwart voor twaalf op het
platform stopte, stond daar een groot
gezelschap de generaal op te wachten.
Wij zagen er de ministers Schokking,
Van Maarseveen en Götzen, de Staats
secretaris van Oorlog mr. W. H. Focke-
ma Andreae, de Staatssecretaris van
Marine, Schout bij Nacht H. C. W.
Moorman, de chef van de generale staf
generaal mr. H. J. Kruis, de chef van
de Luchtmachtstaf lt-generaal C. Gie
bel, de commandant zeemacht Neder
land vice-admiraal J. J. L. Willinge,
de Hoge Commissaris van Indonesië mr.
Moh. Rum en talrijke andere hoge mili
tairen. Ook de familieleden van de bei
den generaals waren ter begroeting aan
wezig, alsmede de president-directeur
van de K.L.M. dr. A. Plesman.
Generaal Buurman van Vreeden was
zéér vermoeid en niet in staat de talrijke
journalisten te ontvangen. Wel verklaar
de hij, dat het grote vertoon van de
aanwezige autoriteiten en militairen
door hem beschouwd werd als een laat
ste eerbetoon aan het KJVXL. gebracht-