Ongedwongen sfeer bij de genodigden Jusien neus en dippen „REEDS MENIG RESULTAAT GEBOEKT" Meer emigranten schepen Natsir aanvaardt opdracht Talrijke officiële persoonlijkheden Wij luisteren naar II DE STEM VAN DE DODE Overpeinzingen Wil aanwezig om goede verstandhouding te bewaren en te verbeteren „Ouwe jongen, hoe maak je het?" J AUTO-ONGELUK BIJ GERARDMER VRIJDAG BEGINT DE OPERATIE CUPOLA Elf gevangenen in vrijheid gesteld Generaal Scheffelaar te Balikpapan Mgr. P.A.W. Hopmans van Snorrebor Bertha Hertogh moet naar haar ouders m DINSDAG 22 AUGUSTUS 1950 PAGINA 3 DR. HIRSCHFELD TERUG IN ONS LAND 40.000 aanvragen voor Australië Sukarno moet zyn mond houden over N.-Guinea Voorzitter Deli-plantersver. in arrest „Kota Agoeng" hedenavond in Rotterdam PAX ROM ANA CONGRESSISTEN IN RIJKSMUSEUM Nederlanders gewand Luchtoefening voor West-Europa Post voor „Piot Hein" door MAX MURRAY (Wordt vervolgd) Evacuatie ex-K.N.I.L.-ersuit Makassar voltooid Vijf en tachtig jaar Mr. Stikker: Démarche bij Britse regering De bolhoed jubileert! Schoonmaakwoede (Van een speciale verslaggever) Maandagavond keerde dr. H. M. Hirschfeld, de kort geleden afgetreden Hoge Commissaris in Indonesië, per K.L.M.-toestel uit Djakarta op Schiphol terug. Een uitgebreid gezelschap, onder Wie de ministers Stikker, Götzen en staatssecretaris Moorman, trad hem op het platform ter begroeting tegemoet. Ook een vertegenwoordiger van de In donesische H.C. in Den Haag, dr. Mo hammed Rum, kwam daar zijn opwach ting maken. Na aankomst legde dr. Hirschfeld een „persoonlijke verklaring" af, waarin hij betoogde, dat hij na opgedane ervaring tot de overtuiging was gekomen, dat Vruchtbare samenwerking tussen Neder land en Indonesië op velerlei gebied tot de practisch realiseerbare mogelijkhe den behoorde. „Ondanks alle moeilijk heden die overwonnen moeten worden," aldus dr. Hirschfeld. „werd reeds menig resultaat geboekt." En hij gewaagde in dit verband van een oprechte wil tot samenwerking van beide zijden. De afgetreden H.C. vervolgde: „Het Valt niet te ontkennen, dat sinds de sou- vereiniteitsoverdracht zich een aantal moeilijkheden van ernstige aard voor deden. Voor een deel vonden zij haar oorzaak in het feit, dat het tijdsverloop tussen het accoord der R.T.C. en de fei telijke souvereiniteitsoverdracht zeer kort was, waardoor een aantal zaken, die met het verleden verbonden waren, Pas na de souvereiniteitsoverdracht konden worden afgewikkeld." Dr. Hirschfeld was echter de overtuiging toegedaan, dat, zodra de finale afwikke ling van deze zaken zal zijn voltooid, op een aanzienlijke vermindering van de conflictstof kan worden gerekend. Hij constateerde vervolgens, dat ook ongetwijfeld interne moeilijkheden in Indonesië haar invloed hebben gehad, maar hij legde er de nadruk op, dat bij de uiteindelijke oplossing van een aan tal moeilijkheden, waarmee hij in aan raking was geweest, steeds van weers kanten de wil aanwezig bleek te zijn om de goede verstandhouding te be waren en te verbeteren. „Wanneer zich," aldus dr. Hirschfeld, „ondanks deze goe de verstandhouding ook verder nog moeilijkheden kunnen voordoen, dan is het ons beider belang deze tot de ge ringst mogelijke proporties terug te brengen." En de ex-Hoge Commissaris liet daar op volgen: „Bjj de beoordeling van de moeilijkheden, waarop ik doelde, zal men steeds goed doen zich te realiseren, dat Nederland en Indonesië beide sou- vereine staten zjjn. Dit laatste is vooral nodig wanneer men meent in beschou wing te moeten treden over interne In donesische aangelegenheden." Dr. Hirschfeld releveerde de aange name samenwerking die hij in de achter hem liggende periode had gehad met de Indonesische regering, de Nederlandse gemeenschap in Indonesië en met de vertegenwoordigers van vreemde mo gendheden aldaar. „Ik heb reden dank baar te zijn voor de wijze waarop men mij daar tegemoet trad," zo vatte hij een en ander samen. Op een desbetreffende vraag ver klaarde dr. Hirschfeld tenslotte, dat hij na enige tijd vacantie zijn „oude werk zaamheden" wel zou hervatten. Naar wij vernemen zullen de „Siba- jak", de „Johan van Oldebamevelt" en de „Volendam" zodanig worden omge bouwd, dat deze schepen zullen aange past zijn aan het emigrantenvervoer. Zo als bekend, hebben de sohepen reeds menige emigrant naar het nieuwe va derland vervoerd. De „Volendam" is in reparatie genomen; het staat op dit mo ment nog niet vast of het oude schip in de vaart zal blijven. Verder bestaan er plannen om enige schepen, die gebruikt werden voor het vervoer van en naar Indonesië van troepen en gezinnen, om te bouwen tot emigrantenschepen. Men zal er zich op toeleggen om op tijd klaar te komen, zo dat aan de drang en aan de noodzaak om te emigreren bij de Stichting Landverhuizing Nederland liggen ruim 40.000 aanvragen voor emigratie naar Australië! zoveel mogelijk tegemoet gekomen kan worden. Mohammed Natsir, die zoals wU gisteren in een groot deel van onze op lage reeds meldden door Sukarno is aangezocht als formateur van het nieu we Indonesische kabinet, heeft vandaag deze aanwijzing aanvaard. Zijn partij, de Masjumi, gaat hiermede accoord. Over het programma van het nieuwe kabinet zijn er nog enige moeilijkheden. Zij bestaan merkwaardigerwijze tussen de formateur en Sukarno. De eerste is gelegen in de politieke strategie ten aanzien van het vraagstuk-Nieuw Gui nea. Natsir eist, volgens Aneta, dat het nieuwe kabinet in zijn geheel de politiek ten aanzien van N. Guinea bepaalt en dat Sukarno zich hier in het openbaar geheel buiten houdt. In Indonesische kringen heeft namelijk de laatste rede van Sukarno voor wat N. Guinea be treft een bijzonder slechte indruk ge maakt en men vreest, dat de president door zijn „onbesuisde uitlatingen" de re- geringspolitiek doorkruist. De kans is groot, dat Sukarno de eis van Natsir zal inwilligen. Het bovenstaande betekent echter niet, dat Natsir niet eveneens er van overtuigd is, dat N. Guinea Indone sisch gebied is en zo spoedig mogelijk aangesloten dient te worden bij de een heidsstaat. Voorts verneemt het ANP nog, dat Natsir overweegt Rum aan te zoeken voor de portefeuille van minister van Buitenlandse Zaken, aangezien Sjahrir tot heden niet bereid is een zetel in het kabinet te aanvaarden. De voorzitter van de Deli-plantersver- eniging, de heer A. L. S. Spoor, is Zon dag te Medan door de polisie militair gearresteerd. De redenen voor deze ar restatie zijn niet bekend, doch vermoed wordt, dat zij in verband staat met de activiteit van de sociale dienst der plan tersvereniging, die zich bewoog op het gebied van onderzoek naar de politieke overtuiging van de arbeiders. De „Kota Agoeng" van de Kon. Hotter- damsce Lloyd, het eerste pergrimsschip van dit jaar het bracht duizend Moham medaanse bedevaartgangers van Indonesië naar Mekka wordt hedenavond om streeks zéven uur aan de Lloydkade te Rotterdam verwacht. Eric en de Boog van Allard n AU de drukke bezigheden van Maandag bracht de avond weer een geheel Y andere sfeer. De deelnemers aan het congres werden in het Rijksmuseum ontvangen door de regering en het gemeentebestuur van Amsterdam. Waardiger plaats voor ontvangst bestaat er wel niet dan tegen de achtergrond van de meesterstukken der Nederlandse schilderkunst. De opkomst der congres- sisten, als steeds voorbeeldig, vulde weldra de ter beschikking gestelde zalen bijna geheel. Ook van officiële zijde was de belangstelling zeer groot. Z.Exc. prof. Kutten en burgemeester d'Ailly lieten zich de belangrijke figuren van het congres voorstellen. m*n*sters Van Maarseveen, Struycken en Teulings bewogen zich, evenals staatssecretaris Cals, minder officieel onder de deelnemers. Ook de bisschoppen mgr. Beck, coadjutor van Brendwood, Mgr. Blanchet, rector van het Insiitut Ca- tholique van Parijs, Mgr. Charrière. bisschop van Lausanne, Genève en Prei. bourg, Mgr. Slohans van Litauen en Mgr. Buszco, apostolisch delegaat voor de Oekrainische Belo-Russische katholieken in Nederland, België en Denemarken, waren aanwezig. Om half tien arriveerde Z. K. H. Prins Bernhard. Terstond daarna nam minister Rutten het woord om de congressisten namens de regering wel kom te heten. Op welsprekende wijze herinnerde hij de leden aan de bete kenis van Pax Romana, waarvan al leen reeds de naam doet uitkomen dat de vrede haar doelstelling is. De mi nister wees erop, hoe enkel een op innerlijke overtuiging berustende cul tuur de vrede kan bewaren en hoezeer Pax Romana hier een bijzondere taak heeft. Vervolgens werd het woord gevoerd door burgemeester d'Ailly, die op de hem innemende wijze de congressisten in Amsterdam welkom heette, herinner de aan het vorige congres der Pax Ro mana te Amsterdam (1925) en hoopte, dat de congressisten zowel zouden ge nieten van het materieel genot der ver versingen als van het geestelijk genot der Amsterdamse kunstschatten. Ir. Mil- lot, de voorzitter der M.I.I.C., bedankte Z. K. H. Prins Bernhard voor zijn aan wezigheid en regering en gemeentebe stuur voor de hartelijke ontvangst. Hij Wees op de betekenis van de aanwezig heid van het christelijk denken in deze verdeelde wereld en eindigde met een huldebetuiging aan de Koningin en het Nederlandse volk. Na deze drie korte, maar voortref felijke toespraken kregen de gasten gelegenheid de tentoonstelling van meesterwerken uit het Berlijnse Kaiser Friedrich Museum te bezichtigen. Wij geloven, dat in dergelijke omstandig heden de schilderijen wel voortreffe lijk werken als kunstzinnige entou rage, maar dat zij niet gemakkelijk met de nodige concentratie bekeken wor den. Het is nu eenmaal niet bevorder lijk voor de artistieke beschouwing, als je verzonken in een Rembrandt op je schouders geslagen wordt en wordt aan gesproken met een: „hè, ouwe jongen, boe maak je het?" Daarbij is de menselijke natuur wel so zwak, dat men de voortreffelijke Rijnwijn op het buffet nogal gemakke lijk prefereert boven de geschilderde wijn in de geschilderde roemers onzer geschilderde voorvaderen. Prins Bernhard onderhield zich na af loop van het officiële gedeelte der re ceptie met de aanwezige bisschoppen en liet zich daarna de belangrijke figu ren uit de Pax Romana-wereld voor stellen, met wie hij lange tijd in ge sprek bleef. De- prins toonde niet alleen een grote belangstelling voor de aange legenheden der Pax Romana, maar bleek ook goed geïnformeerd ten op zichte van haar doelstelling en werk zaamheden. Na een uur verliet de Prins hel Rijksmuseum, de leden der regering bleven nog geruime tijd met hun vele vrienden uit het Thijmgenoot- schap en buitenlandse gasten napraten. D. Het Pax Romana-congres, door rege ring en gemeentebestuur van Amster dam in het Rijksmuseum ontvangen, luistert met alle aandacht naar de toe spraak van minister Rutten. Z. K. H. Prins Bernhard en burgemeester mr. Am. J. d'Ailly te midden van de con gressisten. 3. Gramstorig wendde Eric zich om. De poort bleef gesloten. Wellicht deed hij er verstandiger aan het verlaten gebouw van de andere zijde te naderen, overwoog de Noorman. Op dat ogenblik klonk een gedempt gekraak tot hem door, en toen hij zich verrast omkeerde zag hij hoe een der deuren op een kier geopend werd. Hel licht van een omhoog gehouden lantaarn, verwaasd door de regen, bescheen hem. Haastig kwam hij terug en zag dat deze omhoog gehouden werd door een dom uitziende figuur, in de dracht van een bediende, die hem verbaasd aanstaarde. „Wateh wenst u?" vroeg de man lispelend. „Mijn naam luidt Eric," antwoordde de Noorman kort. Zijn humeur was er onder het wachten niet beter op geworden. „Ik ben overvallen door het noodweer. Kan ik hier vannacht onderdak vinden voor mij en mijn paard De bediende bewoog aarzelend zijn lantaarn. Vreemde schaduwen gleden over zijn gelaat. „Er komen hier heel weinig gastenmompelde hij onwillig. „Heel weinig gasteneh. Ik weet niet of mijn meester dit goed zal keuren." Hij glim lachte onnozel. „Kunt u het niet ergens anders proberen, heer?" „Ik vrees dat dat moeilijk zal gaan." Inwendig woedend over de ongastvrije hou ding deed Eric een stap naar voren. De bediende maakte een beweging of hii ver schrikt de poort wilde sluiten. „Olispelde hij ongelukkig. ,JDat ehtreft heel slecht. Misschien is het toch beter... eh... dat u ergens anders Veel beter eh Hij zweeg plotseling. Ver achter hem verscheen eensklaps een ander licht. Vanwaar hij stond kon Eric zien dat het omhoog gehouden werd door een vage gestalte, die uit het hoofdgebouw van de burcht kwam getreden. En meteen drong een bevende stem tot hem doorangstig roepend boven het gerucht van de regen uit. „Wie klopt daar aan de poortHector? Is Gudrun eindelijk teruggekomen DINSDAG HILVERSUM II, 298 m. KRO: 18.00 Ben. Gigli, 18.20 sport, 18.30 strijdkr., 19.00 nieuws, 19.15 actualiteiten, 19.25 Dit is leven, 19.40 amusem.muz., 20.00 nieuws, 20.05 Inpromptu v. Chopin, 20.12 trio v. Brahms, 20.45 Pax Romana- congres, 20.55 ouv. Julius Caesar van Handel, conc. in Bes v. Bach, werk van Fauré, Carnaval in As v. Saint-Saëns, 22.00 Cone. Weens Bach-festival, Partita in d kl. t„ 22.40 Pater Jelsma, 23.00 nieuws, 23.15 lichte muz. HILVERSUM I, 402 m. AVRO: 18.00 nieuws, 18.15 amusemmuz., 18.30 amuse- mentsmuz., 19.00 brief uit Londen, 19.05 amusem.muz., 20.00 nieuws, 20.05 zoek licht. 20.15 amusemumz., 20.55 2e bedrijf De keizer v. Amerika, v. Shaw, 21.20 amusemmuz., 21.50 buitenl. overz., 22.05 La Sonnambula, opera v. Bellini. 2e acte, 23.00 nieuws, 23.15 wereldkam pioenschappen wielrennen, 23.35 werk van Debussy. WOENSDAG HILVERSUM H. 298 m. NCRV: 7.00 nieuws, 7.15 gram., 7.30 Noorse dansen v. Grieg, 8.00 nieuws, 8.45 amusemumz., 9.00 zieken, 9.30 ouv. Don Giovanni V. Mozart, symph. in C v. Schubert, 11.00 vioolrecital, 11.30 amusem.muz., 11.55 pianoconc. in G v. Beethoven, 12 33 kerkorgel, 13.00 nieuws, 13.15 Mandoli- nata, 13.45 kamermuz. uit de 17e en 18e eeuw, 14.15 lichte muz., 15.00 kamer muz., 15.45 Vocaal ensemble, 16.15 jeugd, 17.00 lichte muz., 17.15 pianoduo, 18.00 koren en korpsen, 18.30 strijdkr. 19.00 nieuws, 19.15 boek, 19.30 amusem. muz., 19.40 radiokrant, 20.00 nieuws, 20.05 ouv. Egmont v. Beethoven, symph. in C v. Mozart, symph. in G v. Mahler, uitz. uit Salzburg, 22.15 zangrecital, 22.30 Choraal 3 v. Franck, 23.00 nieuws, 23.15 lichte muz. HILVERSUM I, 402 m. VARA: 7.00 nieuws, 7.18 amusem.muz., 8.00 nieuws, 8.18 amusemumz., 8.50 vrouw, 9.00 piano, 9.35 kerkorgel. VPRO: 10.00. VARA: 10.20 kookles, 10.35 vrouw, 11.00 amusem.muz., 12.00 Hawaiimuz.. 12.33 platteland, 13.00 nieuws, 13.15 lichte muz., 14.00 gespro ken portret, 14.15 Balletsuite v. v. Gluck, symph. in E v. Haydn, 15.00 amusem. muz., 15.20 Met Scott naar de Zuidpool, hoorspel, 15.50 Zuid-Afrikaanse liedjes, 16.00 Vragen staat vrij, 16.30 zieken, 17.00 amusem., 17.30 jazz-muz., 17.45 reger - uitz., 18.00 nieuws, 18.20 amusem.muz. RVU: 18.30 behandeling van kiespijn en tandbederf vroeger en nu. VARA: 19.00 pari. overz., 19.15 gram. VPRO: 19.30 jeugd, 19.40 weekkroniek, 19.45 vacantie- programma. VARA: 20.00 nieuws, 20.05 Op de korrel, 20.15 operafragm., 2100 De late roos, hoorspel, 22.00 Marshall programma, 22.15 amusemmuz., 23.00 nieuws, 23.15 amusem.muz. Een auto met zes Nederlandse toeris ten is Maandag op de weg naar Gerard- mer op een stilstaande vrachtauto ge reden, aldus meldt A.F.P. De bestuurder van de auto liep een ernstige verwon ding aan de hals op; zijn toestand is ernstig. Zijn echtgenote en drie der in zittenden zijn gewond of liepen zware kneuzingen op. De. vrachtwagen werd door de schok voortgeduwd on reed tegen drie personen op, die juist wilden instappen. Zij werden eveneens gewond. De slachtoffers van het ongeval zijn te Colmar en Gerardmer in het zieken huis opgenomen. Vrfldag om twaalf uur zal de operatie Cupola beginnen, waaraan wordt deel genomen door 400 a 450 Britse, Franse, Belgische en Nederlandse vliegtuigen. Deze gecombineerde luchtvaartmanoeu vres hebben tot doel vast te stellen in hoeverre de West-Europese industriële centra beschermd kunnen worden. Het gebied van de operatie Cupola strekt zich uit van het Noorden van Nederland tot een punt even ten Westen van Pa rijs en van de monding van de Seine tot de Rijn. De aanvallende Amerikaanse en Brit se bommenwerpers „zullen hun aanval len moeten beperken tot het gebied, dat wij kunnen verdedigen", verklaar den officieren van het hoofdkwartier van de Westerse Unie gisteren op een persconferentie te Fontainebleau. De oefeningen eindigen Zondagmid dag. Ongeveer 40 pet. van de deel nemende vliegtuigen zullen tot de R.A.F behoren. „De aanvallen" zullen worden uitgevoerd door Britse en Amerikaanse bommenwerpers, die in Groot-Brittan- nië gestationneerd zijn en een paar Brit se Mosquito jachtbommenwerpers uit Duitsland. Zij zullen de luchtmacht van „Witland" vormen en ongeveer 25 eskaders jagers zullen „blauwland" voorstellen. De oefening staat onder lei ding van luchttmaarschalk Sir James Robb, de opperbevelhebber van de luchtmacht van de Westerse Unie. Britse Vampires uit Duitsland zullen opereren van het viegveld Gilze-Rjjen Voor poststukken, bestemd voor opvaren den van Hr. Ms. torpedobootjager „Piet Hein", die Donderdag j.l. vertrokken is voor het eerste traject van haar wereld reis geldt de volgende regeling: Brieven en briefkaarten, niet zwaarder dan tien gram, kunnen gefrankeerd worden volgens Din- nenlands tarief en moeten geadresseerd worden met vermelding van kwaliteit, naam en stamboeknummer, „a/b Hr. Ms. Piet Hein, Amsterdam, Schlphol-Marine". Alle andere stukken moeten volgens nor male tarieven gefrankeerd worden. Naar de woordvoerder van de mili taire gouverneur van Djakarta-Raja aan Aneta heeft medegedeeld, zijn elf Personen uit de Glodok-gevangems in ^Ujheid gesteld nL: Alexander Albort ^enninghof Stelling, Hoesein Effendi, ®ugene Murat Roumemper, August Hendrik Runga, Willy Hendrikus Hoo- Per> Rudy Beer, Jong Kiem Tjong, Her kan Brender a Brandis, Willem van Hroekhuyzen, Vokert Elias Molen, ■Hisuf Bar nas. 'L Ï6 „Ik verzeker U, mevrouw", zei inspec teur Fowler, „dat U allen met rust ge laten zult worden zodra de moordenaar gevonden is". „Ach ja," mompelde mevrouw Sim afwezig, „de landloper natuurlijk". De inspecteur glimlachte Het was bedoeld als een verdraagzaam, wereld wijs glimlachje, maar het viel een beetje anders uit. Celia gichelde ergens onr, misschien kwam het door de spanning. Maar de inspecteur scheen heel tevre den. „Ik zie, U het met me eens bent, juffrouw Sim". Ze slikte en zei: „Ja, natuurlijk. Ik bedoel, ik weet het niet". „Dat is altijd moeilijk met Celia ge weest, inspecteur, sinds ze een klein meis je was al. Zelfs als het om lekkers ging. Gaf je haar twee snoepjes, dan kon je op je vingers uittellen, dat ze geen van beide op zou eten omdat ze niet kon besluiten, waaraan ze eerst zou begin nen. Dat is haar enig redmiddel tegen dikte geweest". „Dat hebt U me anders nooit verteld, moeder". „Natuurlijk niet", zei haar moeder rus tig, „bet valt me nu pas ha". „U zult het misschien wel prettig vin den te weten", zei de inspecteur, „dat ik altijd heel makkelijk kan besluiten". „Wat een zegen zou U zijn in een huishouden", merkte mevrouw Sim op. „Ik heb namelijk besloten", ging hij voort, „dat juffrouw Pewsey niet door een landloper vermoord is". „De inspecteur heeft mij verteld", zei Firth, „dat hij naar het motief zoekt". „Grote hemel, Firth, je hebt de inspec teur toch zeker alles verteld"? Firth keek ontdaan, deed zijn mond open en sloot hem weer zonder iets te zeggen. „Ik hoop in zijn eigen belang", zei inspecteur Fowler, „dat hij niets ver zwegen heeft", „O, nee," protesteerde mevrouw Sim dadelijk. „Integendeel, hij heeft overal zijn diensten aangeboden. Agent Wilks was er zelfs door in zijn wiek gescho ten." Inspecteur Fowler wierp zijn lang werpig hoofd achterover en lachte har telijk, en Celia merkte in het voorbij gaan, dat de inspecteur een vals gebit had. „Dus onze jonge vriend hier had het plan opgevat de zaak zelf op te lossen?" Hij schudde het hoofd,U had beter moeten weten, mijnheer Prentice." Firth bracht het tot een schaapachtige grijns. „En nu gaat u zeker zeggen, dat u mijn hulp weigert?" zei hij. De inspecteur lachte opnieuw. „Van zelf." „Wie weet, bedenkt u zich nog wel eens, inspecteur." „Ik geloof van niet. Nee, ik durf er zelfs wel een eed op te doenMaar wat de dames hier betreft, van hen heb ik een boel hulp nodig." Hij wendde zich tot mevrouw Sim. „U zei iets over een motief mevrouw. U, die de mensen hier kent, zou mij misschien wel iets wijzer kunnen maken. Degëhe die juf frouw Pewsey vermoord heeft, had daar kennelijk een goede reden voor." „Ja, maar ziet u, inspecteur, dan praat ik over mijn vrienden." „En als één van uw vrienden nu eens de moordenaar was, mevrouw Sim, wat zoudt u daar dan van zeggen Het antwoord scheen niet te zijn wat hij verwacht had. „Ik weet heel weinig van uw beroep, inspecteur, maar uit uw manier van doen maak ik op dat het uitzoeken van een misdrijf nogal een belangrijke zaak is. Ik ben ervan over tuigd, dat iemand vermoorden van wei nig goede smaak getuigt, om het maar zacht uit te drukken. Maar ik beschouw het niet als mijn plicht u te vertellen, wie Angela Pewsey -vermoord heeft." „Moet ik dus aannemen," zei Tom Fowler, zwaar ademhalend, „dat u weet wie de moord gepleegd heeft?" „Misschien." Ze glimlachte hem toe, als om de pil te vergulden. „Dan vraag ik u ten tweeden male, mevrouw Sim, wie volgens u die vrouw vermoord heeft." Firth rees half overeind. Dit ging een totaal andere kant op dan hij verwacht had. „Hoor eens hier, inspecteur Mevrouw Sim hief een bezwerende hand op. „Maar, inspecteur, dat hebben we u toch al verteld?" „Verteld? Mij?" „Natuurlijk die landloper immers." „Die landloper." Inspecteur Fowler haalde zijn zakdoek te voorschijn en wiste zich langzaam het voorhoofd af. „Firth, jongen, wil jij iets te drinken halen voor de inspecteur? Ik begrijp wel dat we hem erg vervelen en dat hij een zware dag achter de rug heeft." Firth schonk een glas in en de inspec- teus nam het zonder iets te zeggen aan. „Moeder," zei Celia met tegenzin, „u weet toch dat de inspecteur niet gelooft dat het een landloper is geweest." „Nee," zei de inspecteur dof, „ik ge loof niet dat het een landloper was. Ik heb gevraagd of u iemand kende, die een motief en de gelegenheid gehad kan hebben om juffrouw Pewsey te do den." „Ik zou zeggen," aarzelde Firth, „dat mevrouw Sim zo goed geantwoord heeft als zij kon." Maar mevrouw Sim moest daar niets van hebben. „Nee, Firth, als de inspecteur vragen wil stellen, mag je hem niet tegenhou denWat wilde u ook weer weten, inspecteur?" „Motief en gelegenheid," zei de in specteur. „Ik wilde weten of u iemand kent, die die twee dingen gehad heeft." „Maar natuurlijk." „Aha." „Pardon?" „Wie hebben er dan motief en gele genheid gehad, mevrouw?" Mevrouw Sim lachte. „Wij allemaal natuurlijk. Juffrouw Pewsey moet een uitgelezen slachtoffer geweest zijn. Ze zat aan haar spinnewiel hondenhaar te spinnen voor de breikrans." „Hondenhaar? Hondenhaar?" De in specteur begon te geloven, dat hij niet goed bij zijn verstand was. „Jazeker, inspecteur Fowler. Geen enkele hond met lang haar ontsnapte aan arme Angela haar aandacht. De eige naars van die honden waren niet erg in hun schik, want Angela wilde hen er toe bewegen, dat ze de arme beesten op ge zette tijden plukten. Ze zei, dat het on vaderlandlievend was om het niet te. doen, omdat ze een oude nijverheid tot nieuw leven wilde wekken en daardoor allerlei klassen van mensen warme kleren bezorgen. Ze had Celia gedreigd een jumper van hondenhaar voor haar te maken." Generaal-majoor Scheffelaar vertoeft op het ogenblik te Balikpapan in ver band met dreigende moeilijkheden met oud-leden van het K.N.I.L. en de A.P.R.I.S. (Indonesische troepen) aldaar. De evacuatie van oud-leden van het K.N.I.L. uit Makassar is thans geheel voltooid. Zij zijn over verschillende delen van Indonesië verspreid. Z. H. Exc. Mgr. P. A. W. Hopmans, bisschop van Breda, werd vandaag 85 jaar. Sinds 1914 heeft hij het kleinste der Nederlandse bisdommen bestuurd en er zijn enorme werkkracht aan ge geven. „Mihi vivere Christus est" had hy zich bij zijn wijding tot wapen spreuk gekozen en dat is de richtlijn gebleven voor zijn bisschoppelijk beleid. Wat hij tot stand heeft gebracht op het gebied van onderwijs en opvoeding, jeugdbeweging, Katholieke Actie, sociale organisaties is daarvan doortrokken. mm z „We hebben toch kerels van sta vast gehad," zei Snorrebor, terwijl hij mij zijn krant toestak. „Moet je lezen van die sergeant van het K. N. 1. L. Voss, die als ridder vierde klasse in de Militaire Willemsorde is ingeschre ven. Toen Voss in 1943 door de Japan ners geëxecuteerd zou worden, vroeg hij als laatste gunst, dat ze hem het rood-wit-blauw om de borst zouden wikkelen. Een blinddoek wilde hij niet. „Ik ben een Hollander en durf te sterven," zei die. Terwijl hij al door een paar schoten getroffen was, riep hij met zijn laatste adem nog: „Leve de Koningin!" Waar vind je tegenwoordig nog zulke kerels?" Snorrebor pinkte de druppel, die zijn waterige ogen deed overlopen, weg en snufte. ,!Als de nood aan de man komt, dan zijn ze er weer," zei ik, „reken maar van yes." ,Js de nood dan nog niet "hoog ge noeg gestegen?" vroeg Snorrebor. „Schijnbaar niet," antwoordde ik onzeker. Op vragen van het Tweede-Kamer lid Bruins Slot (A.R.) betreffende het weder onder de ouderlijke macht brengen van het in het buitenland verblijvend minderjarig Nederlandse meisje Bertha Hertogh. heeft de mi nister van Buitenlandse Zaken ge antwoord, dat hij van mening is, dat Nederlandse ouders, die niet ontzet of ontheven zijn uit de ouderlijke macht, een onvervreemdbaar recht hebben op de verzorging en opvoe ding van hun minderjarige kinderen Een démarche bij de Britse regering tot sluiting van de ontwikkeling van deze zaak werd reeds 29 Juli 1950, dos de dag, volgende op het vonnis van de Court of Appeal te Singapore, onderno men. Deze is door meer stappen van de hoogste Nederlandse vertegenwoordiger bij de hoogst aanwezige ambtenaar van het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken gevolgd. De minister zal voortgaan al het moge lijke te doen, ten einde te bereiken, dat het bedoelde kind wederom met haar ouders wordt verenigd. De bolhoed, de kroon der burgerlijk heid, die, sinds de kronen en de burger lijkheid enigszins in discrediet zijn ge raakt, tot de verdwijnende soort behoort, viert zijn honderdjarig bestaan. Als een vorstelijk persoon heeft de bolhoed vele titels. Hij wordt dophoed, pothoed, kaas bolletje enz. genoemd. Ten onrechte heeft hij zelfs korte tijd de naam van Garibaldi-hoed gedragen, maar de hoofddeksels van de Garibaldisten, die het Italiaanse koninkrijk stichtten, droe gen hoeden van een ander en minder scrupuleus fatsoen. In Nederland heeft het zgn. kaasbolletje met zijn burgerlijke stijfheid en hardheid zo goed als afge daan. Wie zich thans als „meneer" wenst te waarmerken, draagt een min of meêr slappe gleufhoed. Moeten wij hierin een symbool zien van de verslapping der moraal en van het fatsoen op allerlei gebied, die voor de brave en conventio nele burgerlijkheid heeft plaats gemaakt? De bolhoed, eenmaal het distinctief van de ware „gentleman" of van wie daarvan althans de uiterlijke schijn wenste aan te nemen, werd natuurlijk in Engeland, het land der officieel gepaten teerde „gentlemen", geboren. In Enge land, waar hij „bowler"- of „derby"-hat wordt geheten, staat hij dan ook nog hoog in aanzien. Hij is er zelfs het voor geschreven hoofddeksel voor onofficiële gelegenheden, waarbij de Koning aan wezig is. In October a.s. zal het eeuw feest er gevierd worden en zullen de hoedenmakers de 84-jarige heer H. T. IX KROCKv Bowler, van de familie, die de bolhoed heeft ontworpen, een feest aanbieden. Deze oude heer weet, dat de eerste kaas bol door een van zijn voorouders werd geconstrueerd, maar verkeert in het on zekere of zijn vader dan wel zijn oom het vaderschap van het hoofddeksel moet worden toegekend. De allereerste bol hoed was eigenlijk een soort van nette valhelm, uitgevonden door William Coke, een zwierig familielid van de graaf van Leicester, dat verzot was op steeplecha ses, waarbij zoals men weet, duikelingen uit het zadel schering en inslag plegen te zijn. De voordien bij de paardenrennen gebruikelijke hoge hoed beschermde het hoofd van de ruiter onvoldoende en moest niet zelden als een trekharmonica zonder muziek het veld van eer ruimen. William Coke bedacht toen een stijve, ronde vilten hoed met platte rand en wilde het ontwerp door zijn plaatselijke hoedenmaker te Norfolk laten uitvoeren. Deze wist er echter geen raad mee en zond het door naar de firma James Lock en Co. te Londen, die een clientèle van elegante lieden uit de upper ten had. James Lock vervaardigde twee exem plaren. Het ene verhuisde naar het hoofd van de paardensport-minnende Coke, het andere bleef een jaar lang onverkocht. Maar tegen de tijd van de grote Londen- se tentoonstelling in 1851 droeg iedere heer, die modieus gekleed wou zijn, een „derby", zelfs prins Albert, de gemaal van Koningin Victoria, niet uitgezonderd. De definitieve naam „bowlerhat" maakte het meeste opgang. Hij was ontleend aan die van de zes gebroeders Bowler, die in de zaak van Lock werkzaam waren en van wie er één het eerste exemplaar moet hebben gemaakt. De naam „derby" kwam in zwang, doordat Lord Derby zich gaarne met een dophoed kroonde. In Engeland is de hoed nog steeds karak teristiek voor bankbedienden en voor de goed geklede man in de stad, ofschoon ook daar de laatste vijftien jaar de gleuf- hoed het begint te winnen. De bolhoed kan men beschouwen als het bolwerk der Victoriaanse periode. Het is een teken des tijds, dat zij met de good» old, merry nineties" tot het ver leden gaat behoren. In een garage te Montgomery in Ala bama kwam een dame met haar auto binnen en verzocht de benzine in de tank van haar wagen te verversen, daar de oude er al te lfeng in had gezeten. Ook wilde zij fris water in de radiator en verse lucht in haar banden hebben. Wij begrijpen niet, dat zij haar wagen zelf niet heeft vernieuwd, maar in bet muffe ding is blijven rijden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 3