Ongedwongen sfeer bij de genodigden
Jusien neus en dippen
„REEDS MENIG RESULTAAT GEBOEKT"
Meer emigranten
schepen
Natsir aanvaardt
opdracht
Talrijke officiële persoonlijkheden
Wij luisteren naar
II DE STEM
VAN DE DODE
Overpeinzingen
Wil aanwezig om goede verstandhouding
te bewaren en te verbeteren
„Ouwe jongen, hoe
maak je het?"
J
AUTO-ONGELUK BIJ
GERARDMER
VRIJDAG BEGINT DE
OPERATIE CUPOLA
Elf gevangenen in
vrijheid gesteld
Generaal Scheffelaar
te Balikpapan
Mgr. P.A.W. Hopmans
van Snorrebor
Bertha Hertogh moet
naar haar ouders
m
DINSDAG 22 AUGUSTUS 1950
PAGINA 3
DR. HIRSCHFELD TERUG IN ONS LAND
40.000 aanvragen voor
Australië
Sukarno moet zyn mond
houden over N.-Guinea
Voorzitter Deli-plantersver.
in arrest
„Kota Agoeng" hedenavond
in Rotterdam
PAX ROM ANA CONGRESSISTEN IN RIJKSMUSEUM
Nederlanders gewand
Luchtoefening voor
West-Europa
Post voor „Piot Hein"
door
MAX MURRAY
(Wordt vervolgd)
Evacuatie ex-K.N.I.L.-ersuit
Makassar voltooid
Vijf en tachtig jaar
Mr. Stikker:
Démarche bij Britse regering
De bolhoed jubileert!
Schoonmaakwoede
(Van een speciale verslaggever)
Maandagavond keerde dr. H. M.
Hirschfeld, de kort geleden afgetreden
Hoge Commissaris in Indonesië, per
K.L.M.-toestel uit Djakarta op Schiphol
terug. Een uitgebreid gezelschap, onder
Wie de ministers Stikker, Götzen en
staatssecretaris Moorman, trad hem op
het platform ter begroeting tegemoet.
Ook een vertegenwoordiger van de In
donesische H.C. in Den Haag, dr. Mo
hammed Rum, kwam daar zijn opwach
ting maken.
Na aankomst legde dr. Hirschfeld een
„persoonlijke verklaring" af, waarin hij
betoogde, dat hij na opgedane ervaring
tot de overtuiging was gekomen, dat
Vruchtbare samenwerking tussen Neder
land en Indonesië op velerlei gebied tot
de practisch realiseerbare mogelijkhe
den behoorde. „Ondanks alle moeilijk
heden die overwonnen moeten worden,"
aldus dr. Hirschfeld. „werd reeds menig
resultaat geboekt." En hij gewaagde in
dit verband van een oprechte wil tot
samenwerking van beide zijden.
De afgetreden H.C. vervolgde: „Het
Valt niet te ontkennen, dat sinds de sou-
vereiniteitsoverdracht zich een aantal
moeilijkheden van ernstige aard voor
deden. Voor een deel vonden zij haar
oorzaak in het feit, dat het tijdsverloop
tussen het accoord der R.T.C. en de fei
telijke souvereiniteitsoverdracht zeer
kort was, waardoor een aantal zaken,
die met het verleden verbonden waren,
Pas na de souvereiniteitsoverdracht
konden worden afgewikkeld." Dr.
Hirschfeld was echter de overtuiging
toegedaan, dat, zodra de finale afwikke
ling van deze zaken zal zijn voltooid,
op een aanzienlijke vermindering van
de conflictstof kan worden gerekend.
Hij constateerde vervolgens, dat ook
ongetwijfeld interne moeilijkheden in
Indonesië haar invloed hebben gehad,
maar hij legde er de nadruk op, dat bij
de uiteindelijke oplossing van een aan
tal moeilijkheden, waarmee hij in aan
raking was geweest, steeds van weers
kanten de wil aanwezig bleek te zijn
om de goede verstandhouding te be
waren en te verbeteren. „Wanneer zich,"
aldus dr. Hirschfeld, „ondanks deze goe
de verstandhouding ook verder nog
moeilijkheden kunnen voordoen, dan is
het ons beider belang deze tot de ge
ringst mogelijke proporties terug te
brengen."
En de ex-Hoge Commissaris liet daar
op volgen: „Bjj de beoordeling van de
moeilijkheden, waarop ik doelde, zal
men steeds goed doen zich te realiseren,
dat Nederland en Indonesië beide sou-
vereine staten zjjn. Dit laatste is vooral
nodig wanneer men meent in beschou
wing te moeten treden over interne In
donesische aangelegenheden."
Dr. Hirschfeld releveerde de aange
name samenwerking die hij in de achter
hem liggende periode had gehad met de
Indonesische regering, de Nederlandse
gemeenschap in Indonesië en met de
vertegenwoordigers van vreemde mo
gendheden aldaar. „Ik heb reden dank
baar te zijn voor de wijze waarop men
mij daar tegemoet trad," zo vatte hij
een en ander samen.
Op een desbetreffende vraag ver
klaarde dr. Hirschfeld tenslotte, dat hij
na enige tijd vacantie zijn „oude werk
zaamheden" wel zou hervatten.
Naar wij vernemen zullen de „Siba-
jak", de „Johan van Oldebamevelt" en
de „Volendam" zodanig worden omge
bouwd, dat deze schepen zullen aange
past zijn aan het emigrantenvervoer. Zo
als bekend, hebben de sohepen reeds
menige emigrant naar het nieuwe va
derland vervoerd. De „Volendam" is in
reparatie genomen; het staat op dit mo
ment nog niet vast of het oude schip in
de vaart zal blijven.
Verder bestaan er plannen om enige
schepen, die gebruikt werden voor het
vervoer van en naar Indonesië van
troepen en gezinnen, om te bouwen tot
emigrantenschepen. Men zal er zich op
toeleggen om op tijd klaar te komen, zo
dat aan de drang en aan de noodzaak
om te emigreren bij de Stichting
Landverhuizing Nederland liggen ruim
40.000 aanvragen voor emigratie naar
Australië! zoveel mogelijk tegemoet
gekomen kan worden.
Mohammed Natsir, die zoals wU
gisteren in een groot deel van onze op
lage reeds meldden door Sukarno is
aangezocht als formateur van het nieu
we Indonesische kabinet, heeft vandaag
deze aanwijzing aanvaard. Zijn partij,
de Masjumi, gaat hiermede accoord.
Over het programma van het nieuwe
kabinet zijn er nog enige moeilijkheden.
Zij bestaan merkwaardigerwijze tussen
de formateur en Sukarno. De eerste is
gelegen in de politieke strategie ten
aanzien van het vraagstuk-Nieuw Gui
nea. Natsir eist, volgens Aneta, dat het
nieuwe kabinet in zijn geheel de politiek
ten aanzien van N. Guinea bepaalt en
dat Sukarno zich hier in het openbaar
geheel buiten houdt. In Indonesische
kringen heeft namelijk de laatste rede
van Sukarno voor wat N. Guinea be
treft een bijzonder slechte indruk ge
maakt en men vreest, dat de president
door zijn „onbesuisde uitlatingen" de re-
geringspolitiek doorkruist. De kans is
groot, dat Sukarno de eis van Natsir zal
inwilligen. Het bovenstaande betekent
echter niet, dat Natsir niet eveneens er
van overtuigd is, dat N. Guinea Indone
sisch gebied is en zo spoedig mogelijk
aangesloten dient te worden bij de een
heidsstaat.
Voorts verneemt het ANP nog, dat
Natsir overweegt Rum aan te zoeken
voor de portefeuille van minister van
Buitenlandse Zaken, aangezien Sjahrir
tot heden niet bereid is een zetel in het
kabinet te aanvaarden.
De voorzitter van de Deli-plantersver-
eniging, de heer A. L. S. Spoor, is Zon
dag te Medan door de polisie militair
gearresteerd. De redenen voor deze ar
restatie zijn niet bekend, doch vermoed
wordt, dat zij in verband staat met de
activiteit van de sociale dienst der plan
tersvereniging, die zich bewoog op het
gebied van onderzoek naar de politieke
overtuiging van de arbeiders.
De „Kota Agoeng" van de Kon. Hotter-
damsce Lloyd, het eerste pergrimsschip
van dit jaar het bracht duizend Moham
medaanse bedevaartgangers van Indonesië
naar Mekka wordt hedenavond om
streeks zéven uur aan de Lloydkade te
Rotterdam verwacht.
Eric en de Boog van Allard
n
AU de drukke bezigheden van Maandag bracht de avond weer een geheel
Y andere sfeer. De deelnemers aan het congres werden in het Rijksmuseum
ontvangen door de regering en het gemeentebestuur van Amsterdam.
Waardiger plaats voor ontvangst bestaat er wel niet dan tegen de achtergrond
van de meesterstukken der Nederlandse schilderkunst. De opkomst der congres-
sisten, als steeds voorbeeldig, vulde weldra de ter beschikking gestelde zalen bijna
geheel. Ook van officiële zijde was de belangstelling zeer groot. Z.Exc. prof.
Kutten en burgemeester d'Ailly lieten zich de belangrijke figuren van het
congres voorstellen.
m*n*sters Van Maarseveen, Struycken en Teulings bewogen zich, evenals
staatssecretaris Cals, minder officieel onder de deelnemers. Ook de bisschoppen
mgr. Beck, coadjutor van Brendwood, Mgr. Blanchet, rector van het Insiitut Ca-
tholique van Parijs, Mgr. Charrière. bisschop van Lausanne, Genève en Prei.
bourg, Mgr. Slohans van Litauen en Mgr. Buszco, apostolisch delegaat voor de
Oekrainische Belo-Russische katholieken in Nederland, België en Denemarken,
waren aanwezig.
Om half tien arriveerde Z. K. H.
Prins Bernhard. Terstond daarna nam
minister Rutten het woord om de
congressisten namens de regering wel
kom te heten. Op welsprekende wijze
herinnerde hij de leden aan de bete
kenis van Pax Romana, waarvan al
leen reeds de naam doet uitkomen dat
de vrede haar doelstelling is. De mi
nister wees erop, hoe enkel een op
innerlijke overtuiging berustende cul
tuur de vrede kan bewaren en hoezeer
Pax Romana hier een bijzondere taak
heeft.
Vervolgens werd het woord gevoerd
door burgemeester d'Ailly, die op de
hem innemende wijze de congressisten
in Amsterdam welkom heette, herinner
de aan het vorige congres der Pax Ro
mana te Amsterdam (1925) en hoopte,
dat de congressisten zowel zouden ge
nieten van het materieel genot der ver
versingen als van het geestelijk genot
der Amsterdamse kunstschatten. Ir. Mil-
lot, de voorzitter der M.I.I.C., bedankte
Z. K. H. Prins Bernhard voor zijn aan
wezigheid en regering en gemeentebe
stuur voor de hartelijke ontvangst. Hij
Wees op de betekenis van de aanwezig
heid van het christelijk denken in deze
verdeelde wereld en eindigde met een
huldebetuiging aan de Koningin en het
Nederlandse volk.
Na deze drie korte, maar voortref
felijke toespraken kregen de gasten
gelegenheid de tentoonstelling van
meesterwerken uit het Berlijnse Kaiser
Friedrich Museum te bezichtigen. Wij
geloven, dat in dergelijke omstandig
heden de schilderijen wel voortreffe
lijk werken als kunstzinnige entou
rage, maar dat zij niet gemakkelijk met
de nodige concentratie bekeken wor
den. Het is nu eenmaal niet bevorder
lijk voor de artistieke beschouwing, als
je verzonken in een Rembrandt op je
schouders geslagen wordt en wordt aan
gesproken met een: „hè, ouwe jongen,
boe maak je het?"
Daarbij is de menselijke natuur wel
so zwak, dat men de voortreffelijke
Rijnwijn op het buffet nogal gemakke
lijk prefereert boven de geschilderde
wijn in de geschilderde roemers onzer
geschilderde voorvaderen.
Prins Bernhard onderhield zich na af
loop van het officiële gedeelte der re
ceptie met de aanwezige bisschoppen
en liet zich daarna de belangrijke figu
ren uit de Pax Romana-wereld voor
stellen, met wie hij lange tijd in ge
sprek bleef. De- prins toonde niet alleen
een grote belangstelling voor de aange
legenheden der Pax Romana, maar
bleek ook goed geïnformeerd ten op
zichte van haar doelstelling en werk
zaamheden. Na een uur verliet de
Prins hel Rijksmuseum, de leden der
regering bleven nog geruime tijd met
hun vele vrienden uit het Thijmgenoot-
schap en buitenlandse gasten napraten.
D.
Het Pax Romana-congres, door rege
ring en gemeentebestuur van Amster
dam in het Rijksmuseum ontvangen,
luistert met alle aandacht naar de toe
spraak van minister Rutten. Z. K. H.
Prins Bernhard en burgemeester mr.
Am. J. d'Ailly te midden van de con
gressisten.
3. Gramstorig wendde Eric zich om. De poort bleef gesloten. Wellicht deed hij
er verstandiger aan het verlaten gebouw van de andere zijde te naderen, overwoog
de Noorman. Op dat ogenblik klonk een gedempt gekraak tot hem door, en toen hij
zich verrast omkeerde zag hij hoe een der deuren op een kier geopend werd. Hel
licht van een omhoog gehouden lantaarn, verwaasd door de regen, bescheen hem.
Haastig kwam hij terug en zag dat deze omhoog gehouden werd door een dom
uitziende figuur, in de dracht van een bediende, die hem verbaasd aanstaarde.
„Wateh wenst u?" vroeg de man lispelend.
„Mijn naam luidt Eric," antwoordde de Noorman kort. Zijn humeur was er onder
het wachten niet beter op geworden. „Ik ben overvallen door het noodweer. Kan
ik hier vannacht onderdak vinden voor mij en mijn paard
De bediende bewoog aarzelend zijn lantaarn. Vreemde schaduwen gleden over
zijn gelaat. „Er komen hier heel weinig gastenmompelde hij onwillig. „Heel
weinig gasteneh. Ik weet niet of mijn meester dit goed zal keuren." Hij glim
lachte onnozel. „Kunt u het niet ergens anders proberen, heer?"
„Ik vrees dat dat moeilijk zal gaan." Inwendig woedend over de ongastvrije hou
ding deed Eric een stap naar voren. De bediende maakte een beweging of hii ver
schrikt de poort wilde sluiten. „Olispelde hij ongelukkig. ,JDat ehtreft
heel slecht. Misschien is het toch beter... eh... dat u ergens anders Veel
beter eh
Hij zweeg plotseling. Ver achter hem verscheen eensklaps een ander licht. Vanwaar
hij stond kon Eric zien dat het omhoog gehouden werd door een vage gestalte, die
uit het hoofdgebouw van de burcht kwam getreden. En meteen drong een bevende
stem tot hem doorangstig roepend boven het gerucht van de regen uit.
„Wie klopt daar aan de poortHector? Is Gudrun eindelijk teruggekomen
DINSDAG
HILVERSUM II, 298 m. KRO: 18.00
Ben. Gigli, 18.20 sport, 18.30 strijdkr.,
19.00 nieuws, 19.15 actualiteiten, 19.25
Dit is leven, 19.40 amusem.muz., 20.00
nieuws, 20.05 Inpromptu v. Chopin, 20.12
trio v. Brahms, 20.45 Pax Romana-
congres, 20.55 ouv. Julius Caesar van
Handel, conc. in Bes v. Bach, werk van
Fauré, Carnaval in As v. Saint-Saëns,
22.00 Cone. Weens Bach-festival, Partita
in d kl. t„ 22.40 Pater Jelsma, 23.00
nieuws, 23.15 lichte muz.
HILVERSUM I, 402 m. AVRO: 18.00
nieuws, 18.15 amusemmuz., 18.30 amuse-
mentsmuz., 19.00 brief uit Londen, 19.05
amusem.muz., 20.00 nieuws, 20.05 zoek
licht. 20.15 amusemumz., 20.55 2e bedrijf
De keizer v. Amerika, v. Shaw, 21.20
amusemmuz., 21.50 buitenl. overz., 22.05
La Sonnambula, opera v. Bellini. 2e
acte, 23.00 nieuws, 23.15 wereldkam
pioenschappen wielrennen, 23.35 werk
van Debussy.
WOENSDAG
HILVERSUM H. 298 m. NCRV: 7.00
nieuws, 7.15 gram., 7.30 Noorse dansen
v. Grieg, 8.00 nieuws, 8.45 amusemumz.,
9.00 zieken, 9.30 ouv. Don Giovanni V.
Mozart, symph. in C v. Schubert, 11.00
vioolrecital, 11.30 amusem.muz., 11.55
pianoconc. in G v. Beethoven, 12 33
kerkorgel, 13.00 nieuws, 13.15 Mandoli-
nata, 13.45 kamermuz. uit de 17e en 18e
eeuw, 14.15 lichte muz., 15.00 kamer
muz., 15.45 Vocaal ensemble, 16.15
jeugd, 17.00 lichte muz., 17.15 pianoduo,
18.00 koren en korpsen, 18.30 strijdkr.
19.00 nieuws, 19.15 boek, 19.30 amusem.
muz., 19.40 radiokrant, 20.00 nieuws,
20.05 ouv. Egmont v. Beethoven, symph.
in C v. Mozart, symph. in G v. Mahler,
uitz. uit Salzburg, 22.15 zangrecital, 22.30
Choraal 3 v. Franck, 23.00 nieuws, 23.15
lichte muz.
HILVERSUM I, 402 m. VARA: 7.00
nieuws, 7.18 amusem.muz., 8.00 nieuws,
8.18 amusemumz., 8.50 vrouw, 9.00 piano,
9.35 kerkorgel. VPRO: 10.00. VARA: 10.20
kookles, 10.35 vrouw, 11.00 amusem.muz.,
12.00 Hawaiimuz.. 12.33 platteland, 13.00
nieuws, 13.15 lichte muz., 14.00 gespro
ken portret, 14.15 Balletsuite v. v. Gluck,
symph. in E v. Haydn, 15.00 amusem.
muz., 15.20 Met Scott naar de Zuidpool,
hoorspel, 15.50 Zuid-Afrikaanse liedjes,
16.00 Vragen staat vrij, 16.30 zieken, 17.00
amusem., 17.30 jazz-muz., 17.45 reger -
uitz., 18.00 nieuws, 18.20 amusem.muz.
RVU: 18.30 behandeling van kiespijn en
tandbederf vroeger en nu. VARA: 19.00
pari. overz., 19.15 gram. VPRO: 19.30
jeugd, 19.40 weekkroniek, 19.45 vacantie-
programma. VARA: 20.00 nieuws, 20.05
Op de korrel, 20.15 operafragm., 2100
De late roos, hoorspel, 22.00 Marshall
programma, 22.15 amusemmuz., 23.00
nieuws, 23.15 amusem.muz.
Een auto met zes Nederlandse toeris
ten is Maandag op de weg naar Gerard-
mer op een stilstaande vrachtauto ge
reden, aldus meldt A.F.P. De bestuurder
van de auto liep een ernstige verwon
ding aan de hals op; zijn toestand is
ernstig. Zijn echtgenote en drie der in
zittenden zijn gewond of liepen zware
kneuzingen op. De. vrachtwagen werd
door de schok voortgeduwd on reed
tegen drie personen op, die juist wilden
instappen. Zij werden eveneens gewond.
De slachtoffers van het ongeval zijn
te Colmar en Gerardmer in het zieken
huis opgenomen.
Vrfldag om twaalf uur zal de operatie
Cupola beginnen, waaraan wordt deel
genomen door 400 a 450 Britse, Franse,
Belgische en Nederlandse vliegtuigen.
Deze gecombineerde luchtvaartmanoeu
vres hebben tot doel vast te stellen in
hoeverre de West-Europese industriële
centra beschermd kunnen worden. Het
gebied van de operatie Cupola strekt
zich uit van het Noorden van Nederland
tot een punt even ten Westen van Pa
rijs en van de monding van de Seine tot
de Rijn.
De aanvallende Amerikaanse en Brit
se bommenwerpers „zullen hun aanval
len moeten beperken tot het gebied,
dat wij kunnen verdedigen", verklaar
den officieren van het hoofdkwartier
van de Westerse Unie gisteren op een
persconferentie te Fontainebleau.
De oefeningen eindigen Zondagmid
dag. Ongeveer 40 pet. van de deel
nemende vliegtuigen zullen tot de R.A.F
behoren. „De aanvallen" zullen worden
uitgevoerd door Britse en Amerikaanse
bommenwerpers, die in Groot-Brittan-
nië gestationneerd zijn en een paar Brit
se Mosquito jachtbommenwerpers uit
Duitsland. Zij zullen de luchtmacht
van „Witland" vormen en ongeveer 25
eskaders jagers zullen „blauwland"
voorstellen. De oefening staat onder lei
ding van luchttmaarschalk Sir James
Robb, de opperbevelhebber van de
luchtmacht van de Westerse Unie.
Britse Vampires uit Duitsland zullen
opereren van het viegveld Gilze-Rjjen
Voor poststukken, bestemd voor opvaren
den van Hr. Ms. torpedobootjager „Piet
Hein", die Donderdag j.l. vertrokken is
voor het eerste traject van haar wereld
reis geldt de volgende regeling: Brieven en
briefkaarten, niet zwaarder dan tien gram,
kunnen gefrankeerd worden volgens Din-
nenlands tarief en moeten geadresseerd
worden met vermelding van kwaliteit, naam
en stamboeknummer, „a/b Hr. Ms. Piet
Hein, Amsterdam, Schlphol-Marine".
Alle andere stukken moeten volgens nor
male tarieven gefrankeerd worden.
Naar de woordvoerder van de mili
taire gouverneur van Djakarta-Raja
aan Aneta heeft medegedeeld, zijn elf
Personen uit de Glodok-gevangems in
^Ujheid gesteld nL: Alexander Albort
^enninghof Stelling, Hoesein Effendi,
®ugene Murat Roumemper, August
Hendrik Runga, Willy Hendrikus Hoo-
Per> Rudy Beer, Jong Kiem Tjong, Her
kan Brender a Brandis, Willem van
Hroekhuyzen, Vokert Elias Molen,
■Hisuf Bar nas.
'L
Ï6
„Ik verzeker U, mevrouw", zei inspec
teur Fowler, „dat U allen met rust ge
laten zult worden zodra de moordenaar
gevonden is".
„Ach ja," mompelde mevrouw Sim
afwezig, „de landloper natuurlijk".
De inspecteur glimlachte Het was
bedoeld als een verdraagzaam, wereld
wijs glimlachje, maar het viel een
beetje anders uit.
Celia gichelde ergens onr, misschien
kwam het door de spanning.
Maar de inspecteur scheen heel tevre
den. „Ik zie, U het met me eens bent,
juffrouw Sim".
Ze slikte en zei: „Ja, natuurlijk. Ik
bedoel, ik weet het niet".
„Dat is altijd moeilijk met Celia ge
weest, inspecteur, sinds ze een klein meis
je was al. Zelfs als het om lekkers ging.
Gaf je haar twee snoepjes, dan kon je
op je vingers uittellen, dat ze geen van
beide op zou eten omdat ze niet kon
besluiten, waaraan ze eerst zou begin
nen. Dat is haar enig redmiddel tegen
dikte geweest".
„Dat hebt U me anders nooit verteld,
moeder".
„Natuurlijk niet", zei haar moeder rus
tig, „bet valt me nu pas ha".
„U zult het misschien wel prettig vin
den te weten", zei de inspecteur, „dat
ik altijd heel makkelijk kan besluiten".
„Wat een zegen zou U zijn in een
huishouden", merkte mevrouw Sim op.
„Ik heb namelijk besloten", ging hij
voort, „dat juffrouw Pewsey niet door
een landloper vermoord is".
„De inspecteur heeft mij verteld",
zei Firth, „dat hij naar het motief zoekt".
„Grote hemel, Firth, je hebt de inspec
teur toch zeker alles verteld"?
Firth keek ontdaan, deed zijn mond
open en sloot hem weer zonder iets te
zeggen.
„Ik hoop in zijn eigen belang", zei
inspecteur Fowler, „dat hij niets ver
zwegen heeft",
„O, nee," protesteerde mevrouw Sim
dadelijk. „Integendeel, hij heeft overal
zijn diensten aangeboden. Agent Wilks
was er zelfs door in zijn wiek gescho
ten."
Inspecteur Fowler wierp zijn lang
werpig hoofd achterover en lachte har
telijk, en Celia merkte in het voorbij
gaan, dat de inspecteur een vals gebit
had.
„Dus onze jonge vriend hier had het
plan opgevat de zaak zelf op te lossen?"
Hij schudde het hoofd,U had
beter moeten weten, mijnheer Prentice."
Firth bracht het tot een schaapachtige
grijns. „En nu gaat u zeker zeggen, dat
u mijn hulp weigert?" zei hij.
De inspecteur lachte opnieuw. „Van
zelf."
„Wie weet, bedenkt u zich nog wel
eens, inspecteur."
„Ik geloof van niet. Nee, ik durf er
zelfs wel een eed op te doenMaar
wat de dames hier betreft, van hen
heb ik een boel hulp nodig." Hij wendde
zich tot mevrouw Sim. „U zei iets over
een motief mevrouw. U, die de mensen
hier kent, zou mij misschien wel iets
wijzer kunnen maken. Degëhe die juf
frouw Pewsey vermoord heeft, had daar
kennelijk een goede reden voor."
„Ja, maar ziet u, inspecteur, dan
praat ik over mijn vrienden."
„En als één van uw vrienden nu eens
de moordenaar was, mevrouw Sim, wat
zoudt u daar dan van zeggen
Het antwoord scheen niet te zijn wat
hij verwacht had. „Ik weet heel weinig
van uw beroep, inspecteur, maar uit uw
manier van doen maak ik op dat het
uitzoeken van een misdrijf nogal een
belangrijke zaak is. Ik ben ervan over
tuigd, dat iemand vermoorden van wei
nig goede smaak getuigt, om het maar
zacht uit te drukken. Maar ik beschouw
het niet als mijn plicht u te vertellen,
wie Angela Pewsey -vermoord heeft."
„Moet ik dus aannemen," zei Tom
Fowler, zwaar ademhalend, „dat u weet
wie de moord gepleegd heeft?"
„Misschien." Ze glimlachte hem toe,
als om de pil te vergulden.
„Dan vraag ik u ten tweeden male,
mevrouw Sim, wie volgens u die vrouw
vermoord heeft."
Firth rees half overeind. Dit ging een
totaal andere kant op dan hij verwacht
had. „Hoor eens hier, inspecteur
Mevrouw Sim hief een bezwerende
hand op. „Maar, inspecteur, dat hebben
we u toch al verteld?"
„Verteld? Mij?"
„Natuurlijk die landloper immers."
„Die landloper." Inspecteur Fowler
haalde zijn zakdoek te voorschijn en
wiste zich langzaam het voorhoofd af.
„Firth, jongen, wil jij iets te drinken
halen voor de inspecteur? Ik begrijp
wel dat we hem erg vervelen en dat
hij een zware dag achter de rug heeft."
Firth schonk een glas in en de inspec-
teus nam het zonder iets te zeggen aan.
„Moeder," zei Celia met tegenzin, „u
weet toch dat de inspecteur niet gelooft
dat het een landloper is geweest."
„Nee," zei de inspecteur dof, „ik ge
loof niet dat het een landloper was. Ik
heb gevraagd of u iemand kende, die
een motief en de gelegenheid gehad
kan hebben om juffrouw Pewsey te do
den."
„Ik zou zeggen," aarzelde Firth, „dat
mevrouw Sim zo goed geantwoord heeft
als zij kon."
Maar mevrouw Sim moest daar niets
van hebben.
„Nee, Firth, als de inspecteur vragen
wil stellen, mag je hem niet tegenhou
denWat wilde u ook weer weten,
inspecteur?"
„Motief en gelegenheid," zei de in
specteur. „Ik wilde weten of u iemand
kent, die die twee dingen gehad heeft."
„Maar natuurlijk."
„Aha."
„Pardon?"
„Wie hebben er dan motief en gele
genheid gehad, mevrouw?"
Mevrouw Sim lachte. „Wij allemaal
natuurlijk. Juffrouw Pewsey moet een
uitgelezen slachtoffer geweest zijn. Ze
zat aan haar spinnewiel hondenhaar te
spinnen voor de breikrans."
„Hondenhaar? Hondenhaar?" De in
specteur begon te geloven, dat hij niet
goed bij zijn verstand was.
„Jazeker, inspecteur Fowler. Geen
enkele hond met lang haar ontsnapte aan
arme Angela haar aandacht. De eige
naars van die honden waren niet erg in
hun schik, want Angela wilde hen er toe
bewegen, dat ze de arme beesten op ge
zette tijden plukten. Ze zei, dat het on
vaderlandlievend was om het niet te.
doen, omdat ze een oude nijverheid tot
nieuw leven wilde wekken en daardoor
allerlei klassen van mensen warme
kleren bezorgen. Ze had Celia gedreigd
een jumper van hondenhaar voor haar
te maken."
Generaal-majoor Scheffelaar vertoeft
op het ogenblik te Balikpapan in ver
band met dreigende moeilijkheden met
oud-leden van het K.N.I.L. en de
A.P.R.I.S. (Indonesische troepen) aldaar.
De evacuatie van oud-leden van het
K.N.I.L. uit Makassar is thans geheel
voltooid. Zij zijn over verschillende
delen van Indonesië verspreid.
Z. H. Exc. Mgr. P. A. W. Hopmans,
bisschop van Breda, werd vandaag 85
jaar. Sinds 1914 heeft hij het kleinste
der Nederlandse bisdommen bestuurd
en er zijn enorme werkkracht aan ge
geven. „Mihi vivere Christus est" had
hy zich bij zijn wijding tot wapen
spreuk gekozen en dat is de richtlijn
gebleven voor zijn bisschoppelijk beleid.
Wat hij tot stand heeft gebracht op het
gebied van onderwijs en opvoeding,
jeugdbeweging, Katholieke Actie, sociale
organisaties is daarvan doortrokken.
mm z
„We hebben toch kerels van sta
vast gehad," zei Snorrebor, terwijl hij
mij zijn krant toestak. „Moet je lezen
van die sergeant van het K. N. 1. L.
Voss, die als ridder vierde klasse in
de Militaire Willemsorde is ingeschre
ven. Toen Voss in 1943 door de Japan
ners geëxecuteerd zou worden, vroeg
hij als laatste gunst, dat ze hem het
rood-wit-blauw om de borst zouden
wikkelen. Een blinddoek wilde hij
niet. „Ik ben een Hollander en durf
te sterven," zei die. Terwijl hij al
door een paar schoten getroffen was,
riep hij met zijn laatste adem nog:
„Leve de Koningin!" Waar vind je
tegenwoordig nog zulke kerels?"
Snorrebor pinkte de druppel, die
zijn waterige ogen deed overlopen,
weg en snufte.
,!Als de nood aan de man komt,
dan zijn ze er weer," zei ik, „reken
maar van yes."
,Js de nood dan nog niet "hoog ge
noeg gestegen?" vroeg Snorrebor.
„Schijnbaar niet," antwoordde ik
onzeker.
Op vragen van het Tweede-Kamer
lid Bruins Slot (A.R.) betreffende
het weder onder de ouderlijke macht
brengen van het in het buitenland
verblijvend minderjarig Nederlandse
meisje Bertha Hertogh. heeft de mi
nister van Buitenlandse Zaken ge
antwoord, dat hij van mening is, dat
Nederlandse ouders, die niet ontzet
of ontheven zijn uit de ouderlijke
macht, een onvervreemdbaar recht
hebben op de verzorging en opvoe
ding van hun minderjarige kinderen
Een démarche bij de Britse regering
tot sluiting van de ontwikkeling van
deze zaak werd reeds 29 Juli 1950, dos
de dag, volgende op het vonnis van de
Court of Appeal te Singapore, onderno
men. Deze is door meer stappen van de
hoogste Nederlandse vertegenwoordiger
bij de hoogst aanwezige ambtenaar van
het Britse ministerie van Buitenlandse
Zaken gevolgd.
De minister zal voortgaan al het moge
lijke te doen, ten einde te bereiken, dat
het bedoelde kind wederom met haar
ouders wordt verenigd.
De bolhoed, de kroon der burgerlijk
heid, die, sinds de kronen en de burger
lijkheid enigszins in discrediet zijn ge
raakt, tot de verdwijnende soort behoort,
viert zijn honderdjarig bestaan. Als een
vorstelijk persoon heeft de bolhoed vele
titels. Hij wordt dophoed, pothoed, kaas
bolletje enz. genoemd. Ten onrechte
heeft hij zelfs korte tijd de naam van
Garibaldi-hoed gedragen, maar de
hoofddeksels van de Garibaldisten, die
het Italiaanse koninkrijk stichtten, droe
gen hoeden van een ander en minder
scrupuleus fatsoen. In Nederland heeft
het zgn. kaasbolletje met zijn burgerlijke
stijfheid en hardheid zo goed als afge
daan. Wie zich thans als „meneer" wenst
te waarmerken, draagt een min of meêr
slappe gleufhoed. Moeten wij hierin een
symbool zien van de verslapping der
moraal en van het fatsoen op allerlei
gebied, die voor de brave en conventio
nele burgerlijkheid heeft plaats gemaakt?
De bolhoed, eenmaal het distinctief
van de ware „gentleman" of van wie
daarvan althans de uiterlijke schijn
wenste aan te nemen, werd natuurlijk in
Engeland, het land der officieel gepaten
teerde „gentlemen", geboren. In Enge
land, waar hij „bowler"- of „derby"-hat
wordt geheten, staat hij dan ook nog
hoog in aanzien. Hij is er zelfs het voor
geschreven hoofddeksel voor onofficiële
gelegenheden, waarbij de Koning aan
wezig is. In October a.s. zal het eeuw
feest er gevierd worden en zullen de
hoedenmakers de 84-jarige heer H. T.
IX KROCKv
Bowler, van de familie, die de bolhoed
heeft ontworpen, een feest aanbieden.
Deze oude heer weet, dat de eerste kaas
bol door een van zijn voorouders werd
geconstrueerd, maar verkeert in het on
zekere of zijn vader dan wel zijn oom
het vaderschap van het hoofddeksel moet
worden toegekend. De allereerste bol
hoed was eigenlijk een soort van nette
valhelm, uitgevonden door William Coke,
een zwierig familielid van de graaf van
Leicester, dat verzot was op steeplecha
ses, waarbij zoals men weet, duikelingen
uit het zadel schering en inslag plegen
te zijn. De voordien bij de paardenrennen
gebruikelijke hoge hoed beschermde het
hoofd van de ruiter onvoldoende en
moest niet zelden als een trekharmonica
zonder muziek het veld van eer ruimen.
William Coke bedacht toen een stijve,
ronde vilten hoed met platte rand en
wilde het ontwerp door zijn plaatselijke
hoedenmaker te Norfolk laten uitvoeren.
Deze wist er echter geen raad mee en
zond het door naar de firma James Lock
en Co. te Londen, die een clientèle van
elegante lieden uit de upper ten had.
James Lock vervaardigde twee exem
plaren. Het ene verhuisde naar het hoofd
van de paardensport-minnende Coke, het
andere bleef een jaar lang onverkocht.
Maar tegen de tijd van de grote Londen-
se tentoonstelling in 1851 droeg iedere
heer, die modieus gekleed wou zijn, een
„derby", zelfs prins Albert, de gemaal
van Koningin Victoria, niet uitgezonderd.
De definitieve naam „bowlerhat" maakte
het meeste opgang. Hij was ontleend aan
die van de zes gebroeders Bowler, die in
de zaak van Lock werkzaam waren en
van wie er één het eerste exemplaar
moet hebben gemaakt. De naam „derby"
kwam in zwang, doordat Lord Derby
zich gaarne met een dophoed kroonde.
In Engeland is de hoed nog steeds karak
teristiek voor bankbedienden en voor de
goed geklede man in de stad, ofschoon
ook daar de laatste vijftien jaar de gleuf-
hoed het begint te winnen.
De bolhoed kan men beschouwen als
het bolwerk der Victoriaanse periode.
Het is een teken des tijds, dat zij met de
good» old, merry nineties" tot het ver
leden gaat behoren.
In een garage te Montgomery in Ala
bama kwam een dame met haar auto
binnen en verzocht de benzine in de tank
van haar wagen te verversen, daar de
oude er al te lfeng in had gezeten. Ook
wilde zij fris water in de radiator en
verse lucht in haar banden hebben. Wij
begrijpen niet, dat zij haar wagen zelf
niet heeft vernieuwd, maar in bet muffe
ding is blijven rijden.