ENCYCLIEK over dwalingen, die de grondslagen van de Katholieke Leer bedreigen Belevenissen van de struisvogel Rasmus m THANS RIA VAN DER HORST HET FEESTVARKEN Topprestaties op eerste dag met Russen in de frontlinie Zatopek dè man op 10 km Gr. Galliard derde 100 m rug Nederl. waterpoloteam bovenaan Hoog totaal Flamingo's tegen Free Foresters GEEN NEDERLANDSE SUCCESSEN Drie Kanaalzwemmers gecapituleerd DONDERDAG 24 AUGUSTUS 1950 PAGINA 5 Aan onze Eerbiedwaardige Broeders, de Patriarchen, Primaten, Aarts bisschoppen en Bisschoppen en aan de plaatselijke kerkelijke overheden, die in vrede en gemeenschap leven met de Apostolische Stoel n. Kan men een encycliek naast zich neerleggen? Aantasting H. Schrift Het gif overal door gedrongen Plaats der philosophie Dagelijks kinder verhaal door Clevin Weer Europ. zwemtitel voor Nederland EUROPESE ATHLETIEKKAMP BEGONNEN Derde zege;, 112 NEDERL. ZWEMPLOEG NAAR PARIJS Athletiekconcours te Amsterdam Commando over stoottroepen overgedragen Marathonlopers Niveau boven Oslo Courses Duindigt Engelse League Bel brengt verwarring ondanks samba's, tango's en gebraden kuikens Helaas gaan zij die zo zeer op het nieuwe gesteld zijn maar ai te gemak kelijk van hun dédain voor de scholas tische theologie over tot een gebrek aan eerbied en zelfs tot minachting te genover hét leergezag van de Kerk, die niet haar volle gezag achter deze theolo- logie staat. Zij stellen dit leergezag voor ais een hinderpaal voor de vooruitgang eu een belemmering voor de ontwikke ling der wetenschap. Sommige niet- katholieken zien dit gezag aan voor een onrechtmatige dwang die er de beter ontwikkelde theologen van weerhoudt, hun opvattingen te wijzigen. En hoewel dit heilig leergezag voor iedere theo loog inzake geloof en zeden de eerste en algemene norm moet zijn omdat onze Heer Jesus Christus aan de Kerk de hele schat van het geloof heeft toe vertrouwd, d.w.z. de Heilige Schrift en de goddelijke overlevering, om deze te beschermen, te verdedigen en uit te leggen vergeet men toch telkens weer de plicht der gelovigen om ook die dwalingen te mijden die min of meer tot ketterij naderen, dus „om ook die constituties en decreten in acht te ne- tnen waarin de H. Stoel dit soort dwa lingen verworpen en verboden heeft" (Kerkelijk wetboek canon 1324, cfr. Cone. Vat. D.B. 1820, Gonst. De fide cath. Cap 4, de fide et ratione, t>ost canones). Enkelen hebben met op zet de gewoonte aangenomen geen acht te slaan op hetgeen de Pausen van Ro me in hun encyclieken zeggen over de aard en de inrichting der Kerk, en dat alleen maar om een minder nauw om- Schreven opvatting te kunnen handha ven die zij uit de geschriften der oude Vaders, met name uit die der Griekse, menen te kunnen opmaken. De Pausen, zo zeggen ze, willen zich niet uitspreken over kwesties waarover de theologen disputeren en daarom moet men naar de eerste bronnen teruggaan om de nieuwe constituties en decreten van het kerkelijk leergezag uit de geschriften der ouden te verklaren. Al lijkt dit nu wel goed gezegd, toch bevat het een dwaling. Het is waar dat de Pausen over het algemeen de theo logen vrij laten inzake kwesties waar over de vooraanstaande leraars van mening verschillen, maar de geschiede nis leert ook dat er in verschillende kwesties, die éérst omstreden waren, later geen meningsverschil meer ge duld werd. Ook mag men niet denken dat men het met de encyclieken niet eens hoeft te zijn omdat de Pausen daarin hun hoogste leergezag niet uitoefenen. Maar ook op wat net gewone leergezag leert is het woord van toepassing: „Wie U hoort, hoort- Mij" (Lucas 10, 16) en meestal is hetgeen de encyclieken leren reeds een deel van de katholieke leer. Wanneer de Pausen uitdrukkelijk een oordeel uitspreken over een kwestie die tot op dat ogenblik omstreden was, dan begrijpt ieaereen dat die kwestie volgens ae gedachte en de wil van de Pausen niet langer als een voor theo logen vrije kwestie is te beschouwen. Ook is het waar, dat de theologen ge durig terug moeten grijpen op de bron- hen der Goddelijke Openoaring. Hun taak is het immers aan te geven op welke Wijze datgene wat het KerkelijK. leerge zag leert expliciet en impliciet in de uod- deiyke Overlevering is terug te v.nden, (Pius IX „Inter gravissimas' 28 Octooer 1870, „Acta", deei I, p. 260). Het staat in eik geval vast, dat deze dubbele bron van de leer der Goddelijke Openbaring zo vele en zo grote schatten van waarheid bevat, dat zij nimmer uitgeput kan raken. Daarom wint de theologie dan ook nieuwe kracht door het hesiuderen van de heilige bronnen, terwijl de specuiaue, die een verder onderzoek van de schat ten des geioois nalaat, steriel blijft, zoals Wij uit ervaring kunnen constateren. Daarom kan ook de zogenaamde positieve theologie niet zo maar met de geschied kunde worden gelijkgesteld. God heeft immers aan Zijn Kerk be halve de bronnen, waarover Wij hier boven spraken, ook een levend leer gezag geschonken om alles duidelijk te maken en te ontwikkelen wat slechts verborgen lag in het „deposi- tum fidei". En deze schat des geloofs is door onze Goadeiyite verlosser met aan ae afzon- deriyke gelovigen en ook met aan ae theoiogen zeif nagelaten om met gezag te women geinteipreteeru, maar aueeu tan het leergezag van üe Kerk. Wanneer hu de Kerk dit gezag uitoeient, zoals in de loop aer tijaen nernaalde malen ge beurd is, hetzij langs de gewone, heizij tangs de buitengewone weg, dan is hei °Verduidel(jk, aat men een volkomen Verkeerde weg volgt aoor auidelijke ain- &en te willen verklaren uit onauidelijKe fch dat iedereen gehouden is, de omge- keerae weg te bewandelen. Ook Onze onvergetelijke Voorganger, Pius xX, zeide dit reeds toen hij sprak °ver ae verneven taak van ae tneoiogie 0th aan te tonen, hoe de leer van de h.erk reeds in de bronnen is vervat •'Precies in de zin, waarin de Kerk naar 0thschreven heeft". Maar keren v»ij terug tot de nieuwe theorieën, waar Wij niemoven over sPraken. Er zijn dan verschillende men- Seh, aie theorieën naar voren brengen, bie het Goddelijk gezag van de Hemge ^chrut aantasten, kij gaan zover, dat zij ?e ware zin van ae uitspraak van net Vaticaans Concilie over God als uitein delijke Auteur van de Heilige Schrift yeraraaien aoor een reeds meerdere ma- *eh veroordeelde stelling weer te gaan "PWerpen, ais zou de onreilbaarheio van ?e Heilige Schrift slechts betrekking lebben op Oe Oeien, üie gaan over God h over vragen van moraal en gods- '°nst. ValsenjK spreken zij over een jhehseüjke zui van oe Godoelijke boe- £en. waaronder naar hun theorieën de rJ>ddeüjke betekenis verborgen ligt. Bij y® interpretatie van de Hemge Schrift en Z'J met ae analogie van net Geloof h de Overlevering geen rekening nou- Vart zodat veeleer de leer van de Heilige g acteren afgewogen wordt tegen de H. Vb aie door de exegeten op zui- ftiB i menselijke wijze geïnterpreteerd ihtB w°rden dan dat de H. Schrift ge. jU®rPreteerd wordt in de Geest van oe boertdle lmmers door Christus als Be- Cj0fi en Lerares van de hele door ®teid ?e°Penbaarde Geloofsschat aange- Bn his LVendien zou de woordelijke beteke- daarv ae H' Schrift en de interpretatie onqPLa,n' die door zoveel grote exegeten deern oezicht van de Kerk is bestu- een VolSens deze valse theorie voor \t'1JkeneUWe Schriftinterpretatie moeten ljjke J}: die zij de symbolische of geeste- ernen. Volgens deze exegese zul len tenslotte eens de Boeken van het Oude Testament, die nu als een dode bron in de Kerk verborgen zouden lig gen, geopend worden. Op deze wijze, zo beweren zij, verdwijnen alle moeilijk heden, die nu een hindernis vormen voor allen die aan de woordelijke zin van de H. Schrift vasthouden. Iedereen kan constateren, hoe al deze theorieën ver af staan van de grondbe ginselen en van de normen van de Schriftinterpretatie, die werden opge steld door onze Voorganger Leo XIII, Zaliger Gedachtenis, in Zijn Encycliek „Providentissimus" en door Benedictus XV in de Encycliek „Spiritus Paraclitus" en door Ons Zelf in de Encycliek „Divino afflante spiritu". We behoeven ons er niet over te verwonderen dat het gif van deze ver nieuwingen in alle onderdelen van de theologie doorgedrongen is. Zo heeft men er aan getwijfeld of het menselijke verstand zonder de hulp van de Godde lljke Openbaring en de Genade met bewijzen uit de Schepping het bestaan van een persoonlijke God bewijzen kan. Men ontkende, dat de wereld een begin heeft gehad en dat de Schepping nodig was, dat zij uit de noodzakelijke vrijgevigheid van God voortspruiten moest. Ontkend werd eveneens de eeuwige en onfeilbare Voorkennis van God van de vrije handelingen der men sen. Al deze theorieën zijn in tegen spraak met de Verklaringen van het Vaticaans Concilie. (Cfr. Cone. Vatic. Const. De Fide cath.; cap. 1, De Deo rerum omnium creatore). Enkelen vragen zich zelfs af. of de engelen persoonlijke schepselen zijn, of er een essentieel .verschil bestaat tussen fie materie en de geest. Anderen verwerpen de stelling, dat de boven-natuurlijke orde een vrij geschenk van God is, met de be wering, dat God geen met verstand be gaafde wezens zou kunnen scheppen, zon- aer deze schepselen tot de aanschouwing van de Heerlijkheid voor te bestemmen Hiermede volstaat men echter nog niet; het begrip erfzonde wordt met veronacht zaming van de beslissingen van het Con cilie van Trente, evenals die der zonde in het algemeen, als een belediging van God en het begrip van de voldoening, die Chris tus voor ons verdiende, ontkend. Er zijn er ook die beweren dat de leer van de transsubstantiatie, die zou steunen op de verouderde philosophische stelling van de substantie, eveneens gewijzigd zou moe ten worden, zodat de werkelijke tegenwoor digheid van Christus'in de Heilige Eucha ristie tot een zekere symboliek gereduceerd zou kunnen worden. Zo zouden de Ge daantes slechts symbolen zijn van de gees telijke tegenwoordigheid van Christus en van Zijn innige vereniging met de Gelovige lidmaten in het Mystieke Lichaam van Christus. Sommigen voelen zich niet gebonden door de enige jaren geleden in een zendbrief geopenbaarde leer die gebaseerd is op de bronnen der Openbaring en waarin ver klaard'wordt dat het mystieke Lichaam van Christus en de Rooms-Katholieke Kerk identiek zijn. (Litt. Encycl. MysW Corp. Christi, AAS, XXXI, 193sq.). Anderen beweren, dat de noodzake lijkheid van het lidmaatschap van de ene, ware Kerk, om het eeuwig geluk te verwerven, niet meer is dan een ijdele formule. Weer anderen tenslotte ont kennen, dat de argumenten voor de ge loofwaardigheid van het christelijk ge loof, voor de rede als zodanig kenbaar zijn. Het staat vast, dat deze en dergelijke dwalingen zijn binnengeslopen in de har ten van enkele van Onze zonen, die zich zelf lieten misleiden door onverstandige zielenijver of een wetenschap, die deze naam niet verdient. Wij worden door hun gedrag gedwongen met grote bezorgd heid en droefheid, reeds lang bekende waarheden te herhalen en hen te wijzen op oude dwalingen en op de gevaren van andere dwalingen, waaraan zij zijn bloot gesteld. Men kent de grote waarde, die de Kerk hecht aan de rede, die in staat is met zekerheid het bestaan van een persoon lijke God aan te tonen en die ook zon der enige moeite, uit goddelijke tekenen de grondslagen van het christelijk geloof kan bewijzen. Die de wet, die de Schep per in het hart der mensen heeft gegrift, nauwkeurig kan omschrijven en die ten slotte tot op zekere hoogte een werke lijke en zeer vruchtbare kennis kan be reiken van de mysteries. (Cfr. Vaticaans Concilie D.B., 1796). Het verstand zal evenwel nooit deze functie voldoende en zeker kunnen vervullen, wanneer het niet behoorlijk gevormd isj dat wil zeg gen, wanneer het niet is doordrongen van die gezonde filosofie, die wij van de voorafgaande christelijke eeuwen gekre gen hebben als een erfdeel. Een erfdeel dat sinds lang bestaat en dat juist daar om zo'n groot gezag gekregen heeft, om dat het leergezag van de Kerk zélf zijn beginselen en essentiële opvattingen die grote geleerden langzaamaan hadden ontdekt en omschreven aan de maat staf van de Goddelijke Openbaring heeft aangepast. Diezelfde philosophie, die door de Kerk is erkend en toegelaten, verdedigt de werkelijke waarde van de menselijke kennis, de vaststaande begin selen van de Metaphysica de beginse len van het toereikende verstand, van de causaliteit en de finaliteit en tenslotte de mogelijkheid voor het verstand om een zekere en onveranderlijke waarheid te vinden. In deze philosophie zijn er zeker ver schillende kwesties, die middellijk of onmiddellijk op geloof en zeden betrek king hebben en die de Kerk overlaat aan de vrije discussie oer vakgeleerden. Maar voor verschillende andere, kwes ties, vooral van de beginselen en hoofo- lijnen waar wij het hierboven over had den, is die zelfde vrijheiü niet mogelijk. Zelfs in deze essentiële kwesties mag men de philosophie een meer sprekende en rijkere rol geven, men kan haar kracht vergroten, door het vinden van nieuwe doelmatige uitdrukkingen, door haar te bevrijden van minder schoolse termen, door haar ook voorzichtig te verrijken met bepaalde bijdragen van de menselijke geest. Maar nooit mag men haar ondergraven ot haar met val se beginselen compromitteren of haar al leen maar eren als een enorm doch ver ouderd monument. Want de waarheid en elk harer philosophische uitingen kunnen met aan dagelijkse veranderin gen onderhevig zijn. Dit klemt te meer, wanneer het gaat over beginselen, die aan de rede als zodanig bekend zijn. Ox wanneer het gaat over stellingen, die steunen op de eeuwenoude wijsheid en op hun overeenstemming met de godde lijke openbaring. AI wat de menselijke rede en de op rechte onderzoekingen aan waarheid kunnen ontdekken, kan nooit in tegen spraak komen tot reeds eerder ontdekte waarheden. God, die de waarheid zelf is, heeft het menselijk verstand geschapen en geeft de mens leiding, maar toch niet zó, dat hij elke dag iets nieuws tegen komt, dat met de pas verworven waar heden in strijd is, doch door hem juist de gelegenheid te geven, de dwalingen te herzien, die zouden zijn ingeslopen, op dat hij zo het ware bij het ware voegt in een gelijke orde en volgens de har monie, die tot uiting komt in het wezen zelf van de dingen, waaruit wij het wa re opmaken. Daarom moet de christen die philosoof of theoloog is, niet haastig en lichtzinnig alle nieuwe dingen in zich opnemen, die men dagelijks verzint maar hij moet alles zeer zorgvuldig on derzoeken en afwegen, om de reeds ver worven waarheid niet met groot ge vaar en groot nadeel voor zijn geloof te verliezen of te bederven. (Wordt vervolgd) enhogen^^ST^ j» -.Copyright P EB. Box 6 Copenhogen «i (Van een speciale verslaggever) WENEN, 23 Augustus. In het Ne derlandse kamp was de stemming Woens dagavond uitstekend en tijdens de maal tijd is natuurlijk nog lang nagekaart over de wedstrijden van de dag, die zulke verheugende Nederlandse succes sen opleverden: Ria van der Horst Euro pees kampioene 100 meter rugslag en Greetje Galliard derde in hetzelfde nummer; een schitterende zege van onze waterpoloploeg in de ontmoeting met Frankrijk, waarbij spel van hoge klasse werd vertoond, en een verrassende vier de plaats van Leni LantingKeiler bij het schoonspringen. Vooral deze laatste prestatie verdient onderstreept te wor den, want al levert ze geen titel op het was de eerste maal dat een Neder landse springster by Olympische of Europese kampioenschappen zo hoog in het klassement eindigde. Woénsdagavond heeft de Nederlandse ploeg zich te goed kunnen doen aan een maaltijd, die door Irma Schumacher was uitgezocht. De chef d'équipe, de heer J. Armbrust, heeft namelijk de dagorder uitgevaardigd, dat elk lid van de ploeg, dat een Europese titel wint, het menu voor de volgende dag mag samenstellen. Een aardig idee, dat natuurlijk met grote instemming werd ontvangen. En nu was het de beurt van Ria van der Horst, het nieuwe feestvarken in de Nederlandse zwemfamilie, de Europese kampioene op de 100 m. rugslag, om haar wensen aan de kok te laten doorgeven. Greet Galliard deelt met haar prachtige derde plaats mee in de eer. De tijden van de Nederlandse meisjes zijn, vooral indien men in aanmerking neemt, dat dezelfde dag de series reeds waren verzwommen, goed. Het was een prachtige race tegen de Duitse Gertrud Herrbruck, die nog juist voor Gr. Galliard als tweede haar hand tegen het startblok sloeg. Later vertelde Ria v. d. Horst ons, dat haar keerpunt half mislukte, waardoor Herrbruck tot een felle aanval werd gestimuleerd. „Ik moest er toen op de helft van de tweede baan wel even hard aan trekken," zei Ria. Nu, Ria heeft er hard aan ge trokken. Met haar sterke armslag maak te zij zich in de eindspurt van Gertrud Herrbruck los en won tenslotte met een lengte. Herrbruck had zich kennelijk moe gevochten, want op de laatste tien meter kwam Greet Galliard. die zich vlak na het keerpunt van de tweede positie zag gedrongen, bijna naast haar. Het verschil bedroeg nog geen halve armlengte. Zo stonden voor de derde maal twee blauwe meisjes gelijktijdig op het ere- platform en zo klonk voor de tweede maal ons volkslied door de van hitte trillende lucht, terwijl de Nederlandse driekleuren aan de eremasten zich nauwelijks bewogen. Maar dit prachtige succes was niet het enige waarom de stemming er van daag weer zo goed in zat. En dan bedoe len wij ook niet de monsterzege van ons waterpolo-zevental op Frankrijk hoe mooi deze ook was. Neen, het is de vierde plaats die Leni Lanting-Keller bereikte bij het schoonspringen, die zo'n voldaanheid in het Nederlandse kamp bracht. Een Nederlandse springster op de vierde plaats, dat was tijdens Europese of Olympische kampioenschappen nog nooit voorgekomen. En dat de deelneemsterslijst niet zwak bezet was, bewees wel het feit, dat de Oostenrijkse springsters zich van deel neming terugtrokken, toen zij een dag naar de training hadden gekeken. Er werd schitterend gesprongen door de Franse meisjes, Mady Moreau en Nicole Pelissard, die dan ook met vlag en wim pel als eerste en tweede eindigden. Een tijd lang heeft de Nederlandse verte- Een moment uit de waterpolowedstrijd tussen Nederland en Zwitserland te We nen. Smol bedreigt het Zwitserse doei 98. Lieve hemelwat zaten er een prachtige din gen in die kist. Heel mooie sterke pakken voor een kapitein en nog prachtige uniformen, bruine ribs- fluwelen jasjes, waar je> heerlijk mee in de hei kunt liggen, petten en een verrekijker en een landkaart. „Laten we meteen al die kleren passen," zei Rasmus en hij hing een laken tussen ttuee bomen in, zodat, ze een heel goeie kleedkamer haddenJammer genoeg pasten de uniformen niet al te best, maar toch stonden ze keurig. Op de kaart stond de plaats aan gegeven, waar een goudschat begraven lag. „Nou," zei Rasmus, „laten we eerst onze oude kleren maar weer aan doen, want die zitten veel gemakkelijker. Dan zullen we later wel eens naar die schat gaan kijken. We hebben de tijd, want we zitten op een onbewoond eiland, moet je denken." Gisteren begonnen de Free Foresters fti Den Haag aan hun tweede wedstrijd in ons land. Een sterk elftal van de Flamingo's was hun tegenstander, dat onder aanvoering stond van mr. Van Manen, die na het winnen van de toss eerst verkoos te batten. Op een tótaal van 13 boekten de En gelsen hun eerste succes tot Planten voor slechts twee runs door Darwell Smith op het bowlen van MacCorqua- dale uitgevangen werd. Tussen De Beus en Mulder liep het totaal tot 45 op, toen Mulder voor 15 door Jackson gebowld werd, terwijl even later De Beus voor 27 onfortuinlijk run-out ging. Dit was voorlopig het laatste succes, dat de Free Foresters zouden boeken, want met Herklots en Van den Bosch samen, werd de stand van niet minder dan 127 runs voor het vierde wicket opgezet. Beide batsmen lieten een keur van slagen zien. Herklots, die met zijn score op 7 gemist was, gaf later geen schijn van kans meer, terwijl Van den Bosch elke bal op zijn bat kreeg. Pas op 186 wist de snelle bowler Jackson door de verdediging van Her klots te dringen, die in zijn 84 niet min der dan 11 vieren gescoord had. Aanvoerder Van Manen bracht in ge zelschap van Van den Bosch de 200 op, doch 1 run later was het de beurt aan Van den Bosch, toen ook hij door Jack son voor een zeer fraaie 52 (5 x 4) ge bowld werd. Hierna liet Van Manen nog mooi spel zien, zag Sillevis voor 7 gevangen, maar even voor de theepauze, om kwart over vier, ontlaadde zich een hevig onweer met plasregens boven het veld, waardoor aan het spel voor giste ren een einde kwam. Van Manen was met 31 n.o., terwijl het totaal tot 235 voor 6 opgelopen was Te Zwolle v.'xrd een Jeugdvoetbalwedstrijd van de K.N.V.B. gespeeld tussen Oost en Noord, welke door Noord werd gewonnen met 52. Te Brussel zijn Woensdagmiddag de wedstrijden begonnen voor de Europese athletiekkampioenschappen. Kogelsto ten dames. Kampioene werd Andreeva (USSR), rechts, met een worp van 14.32 m. 2de, Totchenova (USSR) en 3de Ostermeyer (Frankrijk). (Van een speciale verslaggever) BRUSSEL, Woensdagavond. In het'Brusselse Heysel-stadion heeft de eerste dag van de Europese athle tiekkampioenschappen een weelde van topprestaties achtergelaten. Oslo-1946 kan vergeten worden. Toen de 28-jarige Tsjechische artillerie-officier Emile Zatopek om vijf minuten over half negen in een door schijnwerpers nauwelijks opgeheven duisternis zijn eerste Europese tienduizend-meter-titel bijéén geworsteld had, was het niveau van de vorige kampioenschappen vijfmaal omhoog gebracht. Zatopek had voor zijn 10 km. namelijk slechts 29 minuten 12 seconden nodig (Helno, 1948 29.52). De blonde Russin Andreeva stapte om kwart voor zeven reeds op het ere- podium, nadat zij de kogel 11 meter 32 van zich af had gestoten (Sevrjukova, 1946, 14 m. 16), de Russische speerwerpster Smelnitskaia luisterde in triomf naar het Russische vólkslied, na èen worp van 47 M. 55 (Majutskaja 1946, 46 M. 25), en de hink-stap-sprong was voor hun slanke landgenoot Tcherabakovdie zich met 15 meter 39 van de rest van Europa had verwijderd (Rautio, 1946, 15.1,). Van de Nederlandse ploegen bereikte niemand een finale. De speerwerpster Ans Koning niet, de hink-stap-springer Van Egmond niet en de sprinter Lam- mers niet. Andere Nederlanders om een finale niet te bereiken waren vanavond niet beschikbaar. En in de marathon misten wjj Moons en Overdijk bij de eerste tien. Enfin, morgen trekken Fanny Blankers-Koen en Wim Slijkhuis hun spikes aan Het eerste startschot van deze kam pioenschappen kon overigens pas gelost worden, nadat links van de eretribune enige middelgrote branden waren ont staan en onder witte pakken verborgen stadion-employé's de ondergelopen sin- telbaan hadden droog gedweild. Zodra de Koninklijke Frins Boudewijn met lichte stem voor de microfoon had ge zégd: „Ik verklaar de vierde Europese kampioenschappen voor geopend", stre ken regenvlagen in het stadion neer. Vijf minuten later bleek het een wolk breuk te zijn. Het werd aardedonker. De genwoordigster, dank zij een volmaakte anderhalve Auerbach-salto, gehurkt, de derde plaats bezet, maar door een min der geslaagde anderhalve contra-salto werd zij door de Deense Birte Christo- phersen vanuit derde positie verdron gen. Een mooi succes voor de Nederlandse springster en haar trainer de heer W. F. („pa") Bosch Nederland heeft Frankrijk in het Europese waterpolo-tournooi met 112 geslagen. Het was de derde overwinning voor Nederland en de derde nederlaag voor Frankrijk. Rudi van Feggelen maakte voor de rust 5 doelpunten, waardoor Nederland met de rust de leiding had met 61. Hij maakte ook in de tweede helft een goal. De andere Ne derlanders, die scoorden, waren Korevaar (2), Bijlsma (1), Cor Brasem (IJ en Kee telaar (1). De waterpolowedstrijd ItaliëZwitserland eindigde in een 12—1-overwinning voor de Italianen. Met rust leidden zij met 51. Nederland 3 3 *0 0 6 328 Z. Slavië 3 3 0 0 6 35—14 Italië 3 2 0 1 4 30—16 Zweden 2 10 12 155 Oostenrijk 2 10 12 1114 Frankrijk 3 0 0 3 0 1430 Zwitserland 4 0 0 4 0 959 De stand voor de Brediusbeker luidt thans: (dames) Nederland 55 pnt., Frankrijk 27 pnt., De nemarken 15 pnt., België 13 pnt., Duitsland 10 pnt., Zweden 7 pnt., Z. Slavië 1 pnt. De uitslagen van de finales zijn: Schoonspringen: 1 en Europees kampioene Mady Moreau (Frankrijk) 155.58 pnt.; 2. Nicole Pelissard (Frankrijk) 140.64 pnt.; 3 Birte Christopherscn vDen.) 129.63 pnt.; 4. Leni Lanting—Keller (Ned.) 126.09 pnt.: 5 -v. Paula Tatarek (Duitsland) 124.33 pnt. 4 x 200 m. vrije slag heren: 1 en Europees kampioen Zweden 9 min. 06.5; 2. Frankrijk 9 m. 10.0; 3. Z. Slavië 9 min. 12.7; 4. Italië 9 min. 33.5. 100 m. rugslag dames: 1 en Europees kam pioene. Ria van der Horst 1.17.1; 2. Gertrud Herrbruck (Duitsland) 1.17.8; 3. Gr. Gal liard 1.17.9; 4. Gerda Olsen (Den.) 1.19.2; 5. Ginette Jany (Frankr.) 1.21.5. De K.N.Z.B. heeft een uitnodiging ont vangen van de Franse Zwembond om ter gelegenheid van de landenontmoeting zwem men en waterpolo tussen Frankrijk en Spanje, die Zondag 3 September te Parijs wordt gehouden, met een kleine Nedérland- se zwemploeg aan de start te verschijnen. De Koninklijke Nederlandse Zwembond heeft de invitatie aanvaard en de sportcom- missie heeft de volgende ploeg aangewezen: Irma Schuhmacher (R.D.Z.) 100 m. vrije slag: Ria van der Horst (R.D.Z.) 100 m. rugsiag; Lies Bonnier (Aegir) 200 m. school slag; Bekkering (Sleutelstad) 200 m. school slag heren. Aan het internationaal athletiekcon cours, dat de Amsterdamsche Athletiek Club 'en „Sagitta" op Woensdagavond 30 Augustus a s. in het Olympisch Stadion te Amsterdam organiseren, nemen de Noren Boysen op de 800 meter (nummer 1 op de wereldranglijst 1950 met 1 min. 48.7 sec.) en Kaas op polsstokhoogsprin gen (nummer 2 op de Europese rang lijst 1950 met 4.28) deel. Verder is er een beperkte darr.es- landenwedstrijd NederlandEngeland— Frankrijk in het programma opgenomen. Woensdagmorgen heeft kolonetC. Wal raven het commando over het Regiment Stoottroepen te Den Bosch overgedragen aan zijn opvolger, luit.-kolonel G. Be renschot. Op het binnenplein van de Isabella-kazerne had zich voor deze commando-overdracht een klein aantal troepen opgesteld en waren enkele autoriteiten aanwezig, onder wie wet houder P. M. Gielisse, vertegenwoor digend het Bossche gemeentebestuur, kolonel Peeters namens generaal-ma- joor J. A. J. Sitsen, bévelhebber in het derde militaire gewest, en de waar nemend garnizoenscommandant, luite nant-kolonel J. Potjes. sintelbaan was slechts in fel bliksem licht zichtbaar. Iedereen vluchtte. Tegen vijf uur, toen het daglicht te rugkwam, schoten uit enige werpringen meterslange vlammen omhoog. Mer. wenste in het stadion op tijd te begin nen en brandde daarom droog wat men het eerst nodig had. Toen om vijf uur de microfoon: „Allo. allo, épreuve numéro un, le marathon' riep, wierp de zon wat bleek licht naar binnen. Het eivolle pro|ramma kon worden afgewerkt. De marathon lopers dribbelden binnen, werden aan het publiek voorgesteld, trokken hun trainingsplunje uit en wandelden naar de startlijn. Schot. Met de Noor Systad voorop tokken de mannen, die 42.1&o meter gingen lopen, een ronde lang door het stadion en bogen daarna een poort uit. Overdijk en Moons liepen vrijwel achteraan. Vervolgens werden tientallen series 100 meter horden, 100 meter en 400 me ter afgewerkt. In de werpring dis- tancieerden de Russinnen Totchenova en Andreeva zich onmiddellijk met resp. 13.92 en 14.20 meter van de overi ge kogelsto'otsters. Aan de overzijde van de eretribune zagen wij Van Egmond zich seconden lang voorovergebogen concentreren voor zijn eerste sprong. Toen de horden werden weggehaald, lag de vochtige sintelbaan omgewoeld gereed voor de honderd meter. Deson danks brak de Italiaan Leceese reeds na 10.6 sec. de finishdraad en liet de Rus Soukharev in de zesde serie de 100 me ter en zijn tegenstanders in 10.7 achter zich. Op een droge baan dreigen er dus Olympische sprinttijden. Lammers, die toch werkelijk te midden van vrij middelmatige jon gens in de startholes ging zitten, over leefde de vierde serie niet. Tot 80 meter ging hij behoorlijk met de Deen Schibsby, de Italiaan Penne en de Brit Binneington mee, daarna viel hij terug. Hij deed geen poging meer voor een scherpe finish. Vierde in 11.3. Op het middenveld was Ans Koning na een eerste zwakke 36 meter worp naar de zesde plaats geschoven, nadat zij de speer 38 m. 20 verder in het gras had gedreven. Naar-de finale moest zij echter kijken. Zij werd snel naar de ne gende plaats gedrongen en bleef daar. Er was ook geen Nederlander bij de ceremonie protocolaire der hink- stap-springers, die om acht uur voor de derde maal het Russische volkslied in het Heysel-stadion bracht. Van Eg mond eindigde als twaalfde. Met 13 meter 90. Maar het niveau van deze kampioen schappen bleef zich desondanks vrijwel voortdurend boven dat van Oslo bewe gen. Van de drie 800 meter-series ein digden er twee in om en nabjj de win- naarstijd van Gustafsson, vier jaar ge leden: 1 minuut 50. De Noorse student in de psychologie, Boysen, liep in de eerste serie direct ria het startschot weg, had voor het eerste 400 meter 53.6 nodig en finishte tenslotte gemakkelijk in 1.51.5. En de Fransman Hansenne stond in da volgende serie de Brit Par- lett het genoegen toe van een nog snel lere eerste 400 meter (53.2). maar liep daarna langs hem en na 1.50.8 over de De uitslagen van de draverijen en. ren nen te Duindigt luiden: Himalaya-prjjs. 2140 m. 1. Nusmi H 1.31.2; 2. Nemesis; 3. Narcis. W.: f 1.90, pi.: f ISO, f 1.60, koppel: f 2.80, covercal: f 5.80. Haiti-prijs 2100 m.1. Leonidas G, 1.28; 2. Nora Belwin; 3. Marianne A. W f 2.20, pl. f 1.50, f ISO, f ISO, koppel: f 4.20, cover cal: f 2.90. Hamiltonprijs, 1560 m. 1. Oviedo A, 1.34.7; 2. Ooststar; 3. Jacqueline O. W.: f 1.90, f 1.40, f 1.30, f 3.20, koppel: f 3.covercal: f2.70. Havanaprijs, 2040 m.: 7. Narciso V Zora, 1.30; 2. My Darling; 3. Louis Axkit. W.: f 35.40, pl.: 1 3.50, f 1.40, 1 2.30. Koppel: f 20.covercal: f 6. Helleboreprijs, 2100 m. 1. Missive 2.20 4; 2. Duroc; 3. Taxiol. W.: f 2.10, pl.: f 130, f 1.40 koppel: 1 5.60, covercal: f 3.20. Tota le omzet: f 29.993. Voor de eerste divisie van de Engelse League zijn gisteren de volgende voetbal wedstrijden gespeeld: ArsenalChelsea: 00; Bolton Wanderers Tottenham 14; DerbyWolves 12; FulhamCharlton 13; HuddersfieldStoke 3—1; LiverpoolManeh. Un. 21; Middlesbr. Everton 40; NewcastleWest Bromwich 1—1. Tweede divisie:- BirminghamLeicester City 20, ManchesterCardiff 21; Preston Bury 20, SouthamptonDoncaster Ro vers 11. De tiende étappe van de Ronde van Duits land van Constanz naar Augsburg, een af stand van 211 km., werd gewonnen door de Belg Breuers in de tijd van 7 uur 39 min. en 45 sec. In het algemeen klassement leidt nog steeds de Belg Gyselinck. Tweede staat de Duitser Plannenmueller. finishstreep. Dat worden finale-tijden van onder 1 minuut 50. Het was vrijwel donker, toen ten slotte de 10.000-meter-lopers zich voot de eretribune opstelden. Emile Zato pek, wereldrecordhouder met 29.2.6, vooraan. De organisatoren van dit Ethletiekfestjjn hebben blijkbaar een fijn gevoel voor symboliek. Zatopek stelde hen en trouwens niemand te leur, hoewel hij in dè kleedkamer had gezegd, dat hij geen scherpe tijd zou maken. Hij had zich gisteren niet pret tig gevoeld. Na 800 meter was Zatopek deze op merking kennelijk vergeten. Hij trok van de tiende snel naar de zesde plaats, sprintte vervolgens naar de kop en ging toen rusteloos door. Het leverde hem vijf meter winst op de Noor Stokken en de rest van het veld. Stokken vocht zich binnen 400 meter weer naar hem toe. Juist toen de microfonist omriep, dat Zatopek de eerste kilometer in 2 mi nuten 58 seconden had gelopen, schoot de Tsjech wéér weg. in de bekende krampachtige stijl. En geen Stokken of een Mimoun (Frankrijk) die dit verlies na 2000 meter konden goedmaken. Acht kilometer voor de finish was -deze race beslist. Zatopek maalde door, nam 40, 100, 200 meter, met kilometertijden die even een nieuw wereldrecord beloofden. Voor de vijf duizend meter had hij 14 minuten 37 se conden nodig. Achteraan liep een verloren groep van zes man bijeen. Stokken, de Brit Aaron, de Fransman Mimoun, de Belg van de Wattijne, de Fin Koskela en de Rus Popov. De overigen vochten eenzaam tegen een minderwaardigheidscomplex. Van de Wattijne ging even later aan een uiUooppoging ten onder. Hij viel na de mislukking snel terug, nam Stokken in zjjn val mee. Zatopek die na 9000 meter plotseling een hand opstak tegen een kennis op de eretribune, was met bijna 1 ronde nog te lopen op ongeveer 40 meter van Mimoun, Koskela, Aaron en Popov gekomen, toen de bel werd geluid. Uiteraard voor Zatopek. Niet voor deze groep van vier, die nog twee ronden voor zich hadden. Maar omdat deze lopers juist bjj het luiden van de bel de finishstreep passeerden, raakte Mimoun in paniek. Hij sprintte keihard weg, dacht dat cij nog 400 meter van de finish was. Popov begon woest aan de achtervolging, Kos kela verhoogde ook het tempo. Er kwam eerst een einde aan, toen zjj 400 meter verder vlak voor Zatopek de finish passeerden, in de veronderstelling, dat voor hen de race was afgelopen. Deze race was echter slechts voor de pal na hen finishende Zatopek afgelopen in 29.12. Z ij moesten door, werden door hun opgewonden officials opnieuw in draf geschreeuwd, waarna Mimoun zich zelf het eerst weer meester was. Hij werd onbedreigd tweede, voor Koskela. derde, Aaron, vierde, en Popov, vijfde. Dit incident, veroorzaakt door op een onjuist moment luiden van de bel, heeft de Rus Popov waarschijnlijk van een bronzen medaille beroofd. Wat de marathon betreft: de onver woestbare Brit Holdin, die reeds in 1936 tweede op de Olympische Spelen van Berlijn werd, trok om kwart voor acht het Heysel-stadion overeind door speels na 2 uur 32 minuten 13.2 seconden te finishen. Gisternacht zijn weer drie Kanaal zwemmers van Kaap Gris Nez gestart. Onder hen bevond zich de 20-jarige Ne derlander Joseph van Waal, die om 2.57 uur het water ingingx Alle drie hebben moeten capituleren voor de golven en de afstand. 1 uur en 8 minuten vroeger was de 36-jarige Fransman Georges Alfonsi ge start. De laatste van het drietal was de Belg Femand Dumoulin eigenaar van een staalfabriek in Luik. Dumoulin dronk vlak voordat hij fcet water inging een glas champagne. Ook het vorige jaar toen hij in 21 uur en 48 min. naar Dover zwom, deed hij da*. Het kille Kanaalwater joeg Alfonsi, die in de Middellandse Zee heeft ge traind, de rillingen over het lichaam. Hij droeg een badpak, dat voor deze onderneming speciaal door zijn vrouw is gemaakt. Het bedekte hem geheel en liet alleen schouders, armen en hoofd vrij. Du Moulin hoopte, dat hij de tocht in 13 uur zou kunnen maken. Daarna wilde hij een kwartiertje rusten en dan meteen terugzwemmen, waarvoor hij dacht ruim 15 uur nodig te hebben. Trots op zijn prestatie van verleden jaar zei hij vertrouwen te hebben, dat hij de tocht in beide richtingen kon vol brengen. Voor het vertrek at hij nog een flinke biefstuk, aan boord ging een grote voor raad voedsel mee, o.a. vijf kuikens, sandwiches, ham, kaas, fruit, bouillon en koffie, verder gingen er nog 80 gramo- foonplaten mee. Om te beginnen wil ik wat vrolijke muziek hebben, zei Dumoulin, samba's, boogie-woogie en jitterbug muziek. In het midden van het Kanaal iets zachtere klanken, zoals walsen en tango's, als we de Engelse kust naderen klassieke muziek Schumann, Beethoven en Liszt. Wel, verder dan het afdraaien van de tango's is men in de volgboot niet geko men ,want Dumoulin had er genoeg van en gaf op evenals zijn twee tochtgeno ten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 5