ENCYCLIEK over dwalingen, die de
grondslagen van de Katholieke Leer bedreigen
Belevenissen van de struisvogel Rasmus
m
THANS RIA VAN DER HORST
HET FEESTVARKEN
Topprestaties op eerste dag met
Russen in de frontlinie
Zatopek dè man op 10 km
Gr. Galliard derde 100 m rug
Nederl. waterpoloteam
bovenaan
Hoog totaal Flamingo's
tegen Free Foresters
GEEN NEDERLANDSE
SUCCESSEN
Drie Kanaalzwemmers
gecapituleerd
DONDERDAG 24 AUGUSTUS 1950
PAGINA 5
Aan onze Eerbiedwaardige Broeders, de Patriarchen, Primaten, Aarts
bisschoppen en Bisschoppen en aan de plaatselijke kerkelijke overheden,
die in vrede en gemeenschap leven met de Apostolische Stoel
n.
Kan men een encycliek
naast zich neerleggen?
Aantasting H. Schrift
Het gif overal door
gedrongen
Plaats der philosophie
Dagelijks
kinder
verhaal
door
Clevin
Weer Europ. zwemtitel voor Nederland
EUROPESE ATHLETIEKKAMP BEGONNEN
Derde zege;, 112
NEDERL. ZWEMPLOEG
NAAR PARIJS
Athletiekconcours te
Amsterdam
Commando over stoottroepen
overgedragen
Marathonlopers
Niveau boven Oslo
Courses Duindigt
Engelse League
Bel brengt verwarring
ondanks samba's, tango's
en gebraden kuikens
Helaas gaan zij die zo zeer op het
nieuwe gesteld zijn maar ai te gemak
kelijk van hun dédain voor de scholas
tische theologie over tot een gebrek
aan eerbied en zelfs tot minachting te
genover hét leergezag van de Kerk, die
niet haar volle gezag achter deze theolo-
logie staat. Zij stellen dit leergezag voor
ais een hinderpaal voor de vooruitgang
eu een belemmering voor de ontwikke
ling der wetenschap. Sommige niet-
katholieken zien dit gezag aan voor een
onrechtmatige dwang die er de beter
ontwikkelde theologen van weerhoudt,
hun opvattingen te wijzigen. En hoewel
dit heilig leergezag voor iedere theo
loog inzake geloof en zeden de eerste en
algemene norm moet zijn omdat
onze Heer Jesus Christus aan de Kerk
de hele schat van het geloof heeft toe
vertrouwd, d.w.z. de Heilige Schrift en
de goddelijke overlevering, om deze te
beschermen, te verdedigen en uit te
leggen vergeet men toch telkens weer
de plicht der gelovigen om ook die
dwalingen te mijden die min of meer
tot ketterij naderen, dus „om ook die
constituties en decreten in acht te ne-
tnen waarin de H. Stoel dit soort dwa
lingen verworpen en verboden heeft"
(Kerkelijk wetboek canon 1324, cfr.
Cone. Vat. D.B. 1820, Gonst. De fide
cath. Cap 4, de fide et ratione,
t>ost canones). Enkelen hebben met op
zet de gewoonte aangenomen geen acht
te slaan op hetgeen de Pausen van Ro
me in hun encyclieken zeggen over de
aard en de inrichting der Kerk, en dat
alleen maar om een minder nauw om-
Schreven opvatting te kunnen handha
ven die zij uit de geschriften der oude
Vaders, met name uit die der Griekse,
menen te kunnen opmaken. De Pausen,
zo zeggen ze, willen zich niet uitspreken
over kwesties waarover de theologen
disputeren en daarom moet men naar
de eerste bronnen teruggaan om de
nieuwe constituties en decreten van het
kerkelijk leergezag uit de geschriften
der ouden te verklaren.
Al lijkt dit nu wel goed gezegd, toch
bevat het een dwaling. Het is waar dat
de Pausen over het algemeen de theo
logen vrij laten inzake kwesties waar
over de vooraanstaande leraars van
mening verschillen, maar de geschiede
nis leert ook dat er in verschillende
kwesties, die éérst omstreden waren,
later geen meningsverschil meer ge
duld werd.
Ook mag men niet denken dat men
het met de encyclieken niet eens hoeft
te zijn omdat de Pausen daarin hun
hoogste leergezag niet uitoefenen. Maar
ook op wat net gewone leergezag leert
is het woord van toepassing: „Wie U
hoort, hoort- Mij" (Lucas 10, 16) en
meestal is hetgeen de encyclieken leren
reeds een deel van de katholieke leer.
Wanneer de Pausen uitdrukkelijk een
oordeel uitspreken over een kwestie
die tot op dat ogenblik omstreden was,
dan begrijpt ieaereen dat die kwestie
volgens ae gedachte en de wil van de
Pausen niet langer als een voor theo
logen vrije kwestie is te beschouwen.
Ook is het waar, dat de theologen ge
durig terug moeten grijpen op de bron-
hen der Goddelijke Openoaring. Hun taak
is het immers aan te geven op welke
Wijze datgene wat het KerkelijK. leerge
zag leert expliciet en impliciet in de uod-
deiyke Overlevering is terug te v.nden,
(Pius IX „Inter gravissimas' 28 Octooer
1870, „Acta", deei I, p. 260). Het staat in
eik geval vast, dat deze dubbele bron van
de leer der Goddelijke Openbaring zo vele
en zo grote schatten van waarheid bevat,
dat zij nimmer uitgeput kan raken.
Daarom wint de theologie dan ook
nieuwe kracht door het hesiuderen van
de heilige bronnen, terwijl de specuiaue,
die een verder onderzoek van de schat
ten des geioois nalaat, steriel blijft, zoals
Wij uit ervaring kunnen constateren.
Daarom kan ook de zogenaamde positieve
theologie niet zo maar met de geschied
kunde worden gelijkgesteld.
God heeft immers aan Zijn Kerk be
halve de bronnen, waarover Wij hier
boven spraken, ook een levend leer
gezag geschonken om alles duidelijk
te maken en te ontwikkelen wat
slechts verborgen lag in het „deposi-
tum fidei".
En deze schat des geloofs is door onze
Goadeiyite verlosser met aan ae afzon-
deriyke gelovigen en ook met aan ae
theoiogen zeif nagelaten om met gezag
te women geinteipreteeru, maar aueeu
tan het leergezag van üe Kerk. Wanneer
hu de Kerk dit gezag uitoeient, zoals in
de loop aer tijaen nernaalde malen ge
beurd is, hetzij langs de gewone, heizij
tangs de buitengewone weg, dan is hei
°Verduidel(jk, aat men een volkomen
Verkeerde weg volgt aoor auidelijke ain-
&en te willen verklaren uit onauidelijKe
fch dat iedereen gehouden is, de omge-
keerae weg te bewandelen.
Ook Onze onvergetelijke Voorganger,
Pius xX, zeide dit reeds toen hij sprak
°ver ae verneven taak van ae tneoiogie
0th aan te tonen, hoe de leer van de
h.erk reeds in de bronnen is vervat
•'Precies in de zin, waarin de Kerk naar
0thschreven heeft".
Maar keren v»ij terug tot de nieuwe
theorieën, waar Wij niemoven over
sPraken. Er zijn dan verschillende men-
Seh, aie theorieën naar voren brengen,
bie het Goddelijk gezag van de Hemge
^chrut aantasten, kij gaan zover, dat zij
?e ware zin van ae uitspraak van net
Vaticaans Concilie over God als uitein
delijke Auteur van de Heilige Schrift
yeraraaien aoor een reeds meerdere ma-
*eh veroordeelde stelling weer te gaan
"PWerpen, ais zou de onreilbaarheio van
?e Heilige Schrift slechts betrekking
lebben op Oe Oeien, üie gaan over God
h over vragen van moraal en gods-
'°nst. ValsenjK spreken zij over een
jhehseüjke zui van oe Godoelijke boe-
£en. waaronder naar hun theorieën de
rJ>ddeüjke betekenis verborgen ligt. Bij
y® interpretatie van de Hemge Schrift
en Z'J met ae analogie van net Geloof
h de Overlevering geen rekening nou-
Vart zodat veeleer de leer van de Heilige
g acteren afgewogen wordt tegen de H.
Vb aie door de exegeten op zui-
ftiB i menselijke wijze geïnterpreteerd
ihtB w°rden dan dat de H. Schrift ge.
jU®rPreteerd wordt in de Geest van oe
boertdle lmmers door Christus als Be-
Cj0fi en Lerares van de hele door
®teid ?e°Penbaarde Geloofsschat aange-
Bn
his LVendien zou de woordelijke beteke-
daarv ae H' Schrift en de interpretatie
onqPLa,n' die door zoveel grote exegeten
deern oezicht van de Kerk is bestu-
een VolSens deze valse theorie voor
\t'1JkeneUWe Schriftinterpretatie moeten
ljjke J}: die zij de symbolische of geeste-
ernen. Volgens deze exegese zul
len tenslotte eens de Boeken van het
Oude Testament, die nu als een dode
bron in de Kerk verborgen zouden lig
gen, geopend worden. Op deze wijze, zo
beweren zij, verdwijnen alle moeilijk
heden, die nu een hindernis vormen voor
allen die aan de woordelijke zin van de
H. Schrift vasthouden.
Iedereen kan constateren, hoe al deze
theorieën ver af staan van de grondbe
ginselen en van de normen van de
Schriftinterpretatie, die werden opge
steld door onze Voorganger Leo XIII,
Zaliger Gedachtenis, in Zijn Encycliek
„Providentissimus" en door Benedictus
XV in de Encycliek „Spiritus Paraclitus"
en door Ons Zelf in de Encycliek „Divino
afflante spiritu".
We behoeven ons er niet over te
verwonderen dat het gif van deze ver
nieuwingen in alle onderdelen van de
theologie doorgedrongen is. Zo heeft
men er aan getwijfeld of het menselijke
verstand zonder de hulp van de Godde
lljke Openbaring en de Genade met
bewijzen uit de Schepping het bestaan
van een persoonlijke God bewijzen
kan. Men ontkende, dat de wereld een
begin heeft gehad en dat de Schepping
nodig was, dat zij uit de noodzakelijke
vrijgevigheid van God voortspruiten
moest. Ontkend werd eveneens de
eeuwige en onfeilbare Voorkennis van
God van de vrije handelingen der men
sen. Al deze theorieën zijn in tegen
spraak met de Verklaringen van het
Vaticaans Concilie. (Cfr. Cone. Vatic.
Const. De Fide cath.; cap. 1, De Deo
rerum omnium creatore).
Enkelen vragen zich zelfs af. of de
engelen persoonlijke schepselen zijn, of er
een essentieel .verschil bestaat tussen fie
materie en de geest. Anderen verwerpen
de stelling, dat de boven-natuurlijke orde
een vrij geschenk van God is, met de be
wering, dat God geen met verstand be
gaafde wezens zou kunnen scheppen, zon-
aer deze schepselen tot de aanschouwing
van de Heerlijkheid voor te bestemmen
Hiermede volstaat men echter nog niet;
het begrip erfzonde wordt met veronacht
zaming van de beslissingen van het Con
cilie van Trente, evenals die der zonde in
het algemeen, als een belediging van God
en het begrip van de voldoening, die Chris
tus voor ons verdiende, ontkend. Er zijn
er ook die beweren dat de leer van de
transsubstantiatie, die zou steunen op de
verouderde philosophische stelling van de
substantie, eveneens gewijzigd zou moe
ten worden, zodat de werkelijke tegenwoor
digheid van Christus'in de Heilige Eucha
ristie tot een zekere symboliek gereduceerd
zou kunnen worden. Zo zouden de Ge
daantes slechts symbolen zijn van de gees
telijke tegenwoordigheid van Christus en
van Zijn innige vereniging met de Gelovige
lidmaten in het Mystieke Lichaam van
Christus.
Sommigen voelen zich niet gebonden door
de enige jaren geleden in een zendbrief
geopenbaarde leer die gebaseerd is op de
bronnen der Openbaring en waarin ver
klaard'wordt dat het mystieke Lichaam van
Christus en de Rooms-Katholieke Kerk
identiek zijn. (Litt. Encycl. MysW Corp.
Christi, AAS, XXXI, 193sq.).
Anderen beweren, dat de noodzake
lijkheid van het lidmaatschap van de
ene, ware Kerk, om het eeuwig geluk te
verwerven, niet meer is dan een ijdele
formule. Weer anderen tenslotte ont
kennen, dat de argumenten voor de ge
loofwaardigheid van het christelijk ge
loof, voor de rede als zodanig kenbaar
zijn.
Het staat vast, dat deze en dergelijke
dwalingen zijn binnengeslopen in de har
ten van enkele van Onze zonen, die zich
zelf lieten misleiden door onverstandige
zielenijver of een wetenschap, die deze
naam niet verdient. Wij worden door hun
gedrag gedwongen met grote bezorgd
heid en droefheid, reeds lang bekende
waarheden te herhalen en hen te wijzen
op oude dwalingen en op de gevaren van
andere dwalingen, waaraan zij zijn bloot
gesteld.
Men kent de grote waarde, die de Kerk
hecht aan de rede, die in staat is met
zekerheid het bestaan van een persoon
lijke God aan te tonen en die ook zon
der enige moeite, uit goddelijke tekenen
de grondslagen van het christelijk geloof
kan bewijzen. Die de wet, die de Schep
per in het hart der mensen heeft gegrift,
nauwkeurig kan omschrijven en die ten
slotte tot op zekere hoogte een werke
lijke en zeer vruchtbare kennis kan be
reiken van de mysteries. (Cfr. Vaticaans
Concilie D.B., 1796). Het verstand zal
evenwel nooit deze functie voldoende en
zeker kunnen vervullen, wanneer het
niet behoorlijk gevormd isj dat wil zeg
gen, wanneer het niet is doordrongen
van die gezonde filosofie, die wij van de
voorafgaande christelijke eeuwen gekre
gen hebben als een erfdeel. Een erfdeel
dat sinds lang bestaat en dat juist daar
om zo'n groot gezag gekregen heeft, om
dat het leergezag van de Kerk zélf zijn
beginselen en essentiële opvattingen
die grote geleerden langzaamaan hadden
ontdekt en omschreven aan de maat
staf van de Goddelijke Openbaring heeft
aangepast. Diezelfde philosophie, die
door de Kerk is erkend en toegelaten,
verdedigt de werkelijke waarde van de
menselijke kennis, de vaststaande begin
selen van de Metaphysica de beginse
len van het toereikende verstand, van de
causaliteit en de finaliteit en tenslotte
de mogelijkheid voor het verstand om
een zekere en onveranderlijke waarheid
te vinden.
In deze philosophie zijn er zeker ver
schillende kwesties, die middellijk of
onmiddellijk op geloof en zeden betrek
king hebben en die de Kerk overlaat
aan de vrije discussie oer vakgeleerden.
Maar voor verschillende andere, kwes
ties, vooral van de beginselen en hoofo-
lijnen waar wij het hierboven over had
den, is die zelfde vrijheiü niet mogelijk.
Zelfs in deze essentiële kwesties mag
men de philosophie een meer sprekende
en rijkere rol geven, men kan haar
kracht vergroten, door het vinden van
nieuwe doelmatige uitdrukkingen, door
haar te bevrijden van minder schoolse
termen, door haar ook voorzichtig te
verrijken met bepaalde bijdragen van
de menselijke geest. Maar nooit mag
men haar ondergraven ot haar met val
se beginselen compromitteren of haar al
leen maar eren als een enorm doch ver
ouderd monument. Want de waarheid
en elk harer philosophische uitingen
kunnen met aan dagelijkse veranderin
gen onderhevig zijn. Dit klemt te meer,
wanneer het gaat over beginselen, die
aan de rede als zodanig bekend zijn. Ox
wanneer het gaat over stellingen, die
steunen op de eeuwenoude wijsheid en
op hun overeenstemming met de godde
lijke openbaring.
AI wat de menselijke rede en de op
rechte onderzoekingen aan waarheid
kunnen ontdekken, kan nooit in tegen
spraak komen tot reeds eerder ontdekte
waarheden. God, die de waarheid zelf is,
heeft het menselijk verstand geschapen en
geeft de mens leiding, maar toch niet
zó, dat hij elke dag iets nieuws tegen
komt, dat met de pas verworven waar
heden in strijd is, doch door hem juist
de gelegenheid te geven, de dwalingen te
herzien, die zouden zijn ingeslopen, op
dat hij zo het ware bij het ware voegt
in een gelijke orde en volgens de har
monie, die tot uiting komt in het wezen
zelf van de dingen, waaruit wij het wa
re opmaken. Daarom moet de christen
die philosoof of theoloog is, niet haastig
en lichtzinnig alle nieuwe dingen in zich
opnemen, die men dagelijks verzint
maar hij moet alles zeer zorgvuldig on
derzoeken en afwegen, om de reeds ver
worven waarheid niet met groot ge
vaar en groot nadeel voor zijn geloof
te verliezen of te bederven.
(Wordt vervolgd)
enhogen^^ST^ j»
-.Copyright P EB. Box 6 Copenhogen
«i
(Van een speciale verslaggever)
WENEN, 23 Augustus. In het Ne
derlandse kamp was de stemming Woens
dagavond uitstekend en tijdens de maal
tijd is natuurlijk nog lang nagekaart
over de wedstrijden van de dag, die
zulke verheugende Nederlandse succes
sen opleverden: Ria van der Horst Euro
pees kampioene 100 meter rugslag en
Greetje Galliard derde in hetzelfde
nummer; een schitterende zege van onze
waterpoloploeg in de ontmoeting met
Frankrijk, waarbij spel van hoge klasse
werd vertoond, en een verrassende vier
de plaats van Leni LantingKeiler bij
het schoonspringen. Vooral deze laatste
prestatie verdient onderstreept te wor
den, want al levert ze geen titel op
het was de eerste maal dat een Neder
landse springster by Olympische of
Europese kampioenschappen zo hoog in
het klassement eindigde.
Woénsdagavond heeft de Nederlandse
ploeg zich te goed kunnen doen aan een
maaltijd, die door Irma Schumacher
was uitgezocht. De chef d'équipe, de heer
J. Armbrust, heeft namelijk de dagorder
uitgevaardigd, dat elk lid van de ploeg,
dat een Europese titel wint, het menu
voor de volgende dag mag samenstellen.
Een aardig idee, dat natuurlijk met grote
instemming werd ontvangen.
En nu was het de beurt van Ria van
der Horst, het nieuwe feestvarken in de
Nederlandse zwemfamilie, de Europese
kampioene op de 100 m. rugslag, om haar
wensen aan de kok te laten doorgeven.
Greet Galliard deelt met haar prachtige
derde plaats mee in de eer.
De tijden van de Nederlandse meisjes
zijn, vooral indien men in aanmerking
neemt, dat dezelfde dag de series reeds
waren verzwommen, goed.
Het was een prachtige race tegen de
Duitse Gertrud Herrbruck, die nog juist
voor Gr. Galliard als tweede haar hand
tegen het startblok sloeg. Later vertelde
Ria v. d. Horst ons, dat haar keerpunt
half mislukte, waardoor Herrbruck tot
een felle aanval werd gestimuleerd. „Ik
moest er toen op de helft van de tweede
baan wel even hard aan trekken," zei
Ria. Nu, Ria heeft er hard aan ge
trokken. Met haar sterke armslag maak
te zij zich in de eindspurt van Gertrud
Herrbruck los en won tenslotte met een
lengte. Herrbruck had zich kennelijk moe
gevochten, want op de laatste tien meter
kwam Greet Galliard. die zich vlak na
het keerpunt van de tweede positie zag
gedrongen, bijna naast haar. Het verschil
bedroeg nog geen halve armlengte.
Zo stonden voor de derde maal twee
blauwe meisjes gelijktijdig op het ere-
platform en zo klonk voor de tweede
maal ons volkslied door de van hitte
trillende lucht, terwijl de Nederlandse
driekleuren aan de eremasten zich
nauwelijks bewogen.
Maar dit prachtige succes was niet
het enige waarom de stemming er van
daag weer zo goed in zat. En dan bedoe
len wij ook niet de monsterzege van
ons waterpolo-zevental op Frankrijk
hoe mooi deze ook was. Neen, het is de
vierde plaats die Leni Lanting-Keller
bereikte bij het schoonspringen, die zo'n
voldaanheid in het Nederlandse kamp
bracht.
Een Nederlandse springster op de
vierde plaats, dat was tijdens Europese
of Olympische kampioenschappen nog
nooit voorgekomen.
En dat de deelneemsterslijst niet zwak
bezet was, bewees wel het feit, dat de
Oostenrijkse springsters zich van deel
neming terugtrokken, toen zij een dag
naar de training hadden gekeken. Er
werd schitterend gesprongen door de
Franse meisjes, Mady Moreau en Nicole
Pelissard, die dan ook met vlag en wim
pel als eerste en tweede eindigden. Een
tijd lang heeft de Nederlandse verte-
Een moment uit de waterpolowedstrijd
tussen Nederland en Zwitserland te We
nen. Smol bedreigt het Zwitserse doei
98. Lieve hemelwat zaten er een prachtige din
gen in die kist. Heel mooie sterke pakken voor een
kapitein en nog prachtige uniformen, bruine ribs-
fluwelen jasjes, waar je> heerlijk mee in de hei kunt
liggen, petten en een verrekijker en een landkaart.
„Laten we meteen al die kleren passen," zei Rasmus
en hij hing een laken tussen ttuee bomen in, zodat, ze
een heel goeie kleedkamer haddenJammer genoeg
pasten de uniformen niet al te best, maar toch
stonden ze keurig. Op de kaart stond de plaats aan
gegeven, waar een goudschat begraven lag. „Nou,"
zei Rasmus, „laten we eerst onze oude kleren maar
weer aan doen, want die zitten veel gemakkelijker.
Dan zullen we later wel eens naar die schat gaan
kijken. We hebben de tijd, want we zitten op een
onbewoond eiland, moet je denken."
Gisteren begonnen de Free Foresters
fti Den Haag aan hun tweede wedstrijd
in ons land.
Een sterk elftal van de Flamingo's was
hun tegenstander, dat onder aanvoering
stond van mr. Van Manen, die na het
winnen van de toss eerst verkoos te
batten.
Op een tótaal van 13 boekten de En
gelsen hun eerste succes tot Planten
voor slechts twee runs door Darwell
Smith op het bowlen van MacCorqua-
dale uitgevangen werd.
Tussen De Beus en Mulder liep het
totaal tot 45 op, toen Mulder voor 15
door Jackson gebowld werd, terwijl
even later De Beus voor 27 onfortuinlijk
run-out ging.
Dit was voorlopig het laatste succes,
dat de Free Foresters zouden boeken,
want met Herklots en Van den Bosch
samen, werd de stand van niet minder
dan 127 runs voor het vierde wicket
opgezet. Beide batsmen lieten een keur
van slagen zien. Herklots, die met zijn
score op 7 gemist was, gaf later geen
schijn van kans meer, terwijl Van den
Bosch elke bal op zijn bat kreeg.
Pas op 186 wist de snelle bowler
Jackson door de verdediging van Her
klots te dringen, die in zijn 84 niet min
der dan 11 vieren gescoord had.
Aanvoerder Van Manen bracht in ge
zelschap van Van den Bosch de 200 op,
doch 1 run later was het de beurt aan
Van den Bosch, toen ook hij door Jack
son voor een zeer fraaie 52 (5 x 4) ge
bowld werd. Hierna liet Van Manen
nog mooi spel zien, zag Sillevis voor 7
gevangen, maar even voor de theepauze,
om kwart over vier, ontlaadde zich een
hevig onweer met plasregens boven het
veld, waardoor aan het spel voor giste
ren een einde kwam.
Van Manen was met 31 n.o., terwijl
het totaal tot 235 voor 6 opgelopen was
Te Zwolle v.'xrd een Jeugdvoetbalwedstrijd
van de K.N.V.B. gespeeld tussen Oost en
Noord, welke door Noord werd gewonnen
met 52.
Te Brussel zijn Woensdagmiddag de
wedstrijden begonnen voor de Europese
athletiekkampioenschappen. Kogelsto
ten dames. Kampioene werd Andreeva
(USSR), rechts, met een worp van 14.32
m. 2de, Totchenova (USSR) en 3de
Ostermeyer (Frankrijk).
(Van een speciale verslaggever)
BRUSSEL, Woensdagavond.
In het'Brusselse Heysel-stadion heeft de eerste dag van de Europese athle
tiekkampioenschappen een weelde van topprestaties achtergelaten. Oslo-1946 kan
vergeten worden. Toen de 28-jarige Tsjechische artillerie-officier Emile Zatopek
om vijf minuten over half negen in een door schijnwerpers nauwelijks opgeheven
duisternis zijn eerste Europese tienduizend-meter-titel bijéén geworsteld had, was
het niveau van de vorige kampioenschappen vijfmaal omhoog gebracht. Zatopek
had voor zijn 10 km. namelijk slechts 29 minuten 12 seconden nodig (Helno, 1948
29.52). De blonde Russin Andreeva stapte om kwart voor zeven reeds op het ere-
podium, nadat zij de kogel 11 meter 32 van zich af had gestoten (Sevrjukova,
1946, 14 m. 16), de Russische speerwerpster Smelnitskaia luisterde in triomf naar
het Russische vólkslied, na èen worp van 47 M. 55 (Majutskaja 1946, 46 M. 25), en
de hink-stap-sprong was voor hun slanke landgenoot Tcherabakovdie zich met
15 meter 39 van de rest van Europa had verwijderd (Rautio, 1946, 15.1,).
Van de Nederlandse ploegen bereikte
niemand een finale. De speerwerpster
Ans Koning niet, de hink-stap-springer
Van Egmond niet en de sprinter Lam-
mers niet. Andere Nederlanders om een
finale niet te bereiken waren vanavond
niet beschikbaar. En in de marathon
misten wjj Moons en Overdijk bij de
eerste tien. Enfin, morgen trekken
Fanny Blankers-Koen en Wim Slijkhuis
hun spikes aan
Het eerste startschot van deze kam
pioenschappen kon overigens pas gelost
worden, nadat links van de eretribune
enige middelgrote branden waren ont
staan en onder witte pakken verborgen
stadion-employé's de ondergelopen sin-
telbaan hadden droog gedweild. Zodra
de Koninklijke Frins Boudewijn met
lichte stem voor de microfoon had ge
zégd: „Ik verklaar de vierde Europese
kampioenschappen voor geopend", stre
ken regenvlagen in het stadion neer.
Vijf minuten later bleek het een wolk
breuk te zijn. Het werd aardedonker. De
genwoordigster, dank zij een volmaakte
anderhalve Auerbach-salto, gehurkt, de
derde plaats bezet, maar door een min
der geslaagde anderhalve contra-salto
werd zij door de Deense Birte Christo-
phersen vanuit derde positie verdron
gen.
Een mooi succes voor de Nederlandse
springster en haar trainer de heer W.
F. („pa") Bosch
Nederland heeft Frankrijk in het Europese
waterpolo-tournooi met 112 geslagen. Het
was de derde overwinning voor Nederland
en de derde nederlaag voor Frankrijk.
Rudi van Feggelen maakte voor de rust
5 doelpunten, waardoor Nederland met de
rust de leiding had met 61. Hij maakte ook
in de tweede helft een goal. De andere Ne
derlanders, die scoorden, waren Korevaar
(2), Bijlsma (1), Cor Brasem (IJ en Kee
telaar (1).
De waterpolowedstrijd ItaliëZwitserland
eindigde in een 12—1-overwinning voor de
Italianen. Met rust leidden zij met 51.
Nederland 3 3 *0 0 6 328
Z. Slavië 3 3 0 0 6 35—14
Italië 3 2 0 1 4 30—16
Zweden 2 10 12 155
Oostenrijk 2 10 12 1114
Frankrijk 3 0 0 3 0 1430
Zwitserland 4 0 0 4 0 959
De stand voor de Brediusbeker luidt
thans: (dames)
Nederland 55 pnt., Frankrijk 27 pnt., De
nemarken 15 pnt., België 13 pnt., Duitsland
10 pnt., Zweden 7 pnt., Z. Slavië 1 pnt.
De uitslagen van de finales zijn:
Schoonspringen: 1 en Europees kampioene
Mady Moreau (Frankrijk) 155.58 pnt.; 2.
Nicole Pelissard (Frankrijk) 140.64 pnt.; 3
Birte Christopherscn vDen.) 129.63 pnt.; 4.
Leni Lanting—Keller (Ned.) 126.09 pnt.: 5
-v.
Paula Tatarek (Duitsland) 124.33 pnt.
4 x 200 m. vrije slag heren: 1 en Europees
kampioen Zweden 9 min. 06.5; 2. Frankrijk
9 m. 10.0; 3. Z. Slavië 9 min. 12.7; 4. Italië
9 min. 33.5.
100 m. rugslag dames: 1 en Europees kam
pioene. Ria van der Horst 1.17.1; 2. Gertrud
Herrbruck (Duitsland) 1.17.8; 3. Gr. Gal
liard 1.17.9; 4. Gerda Olsen (Den.) 1.19.2;
5. Ginette Jany (Frankr.) 1.21.5.
De K.N.Z.B. heeft een uitnodiging ont
vangen van de Franse Zwembond om ter
gelegenheid van de landenontmoeting zwem
men en waterpolo tussen Frankrijk en
Spanje, die Zondag 3 September te Parijs
wordt gehouden, met een kleine Nedérland-
se zwemploeg aan de start te verschijnen.
De Koninklijke Nederlandse Zwembond
heeft de invitatie aanvaard en de sportcom-
missie heeft de volgende ploeg aangewezen:
Irma Schuhmacher (R.D.Z.) 100 m. vrije
slag: Ria van der Horst (R.D.Z.) 100 m.
rugsiag; Lies Bonnier (Aegir) 200 m. school
slag; Bekkering (Sleutelstad) 200 m. school
slag heren.
Aan het internationaal athletiekcon
cours, dat de Amsterdamsche Athletiek
Club 'en „Sagitta" op Woensdagavond 30
Augustus a s. in het Olympisch Stadion
te Amsterdam organiseren, nemen de
Noren Boysen op de 800 meter (nummer
1 op de wereldranglijst 1950 met 1 min.
48.7 sec.) en Kaas op polsstokhoogsprin
gen (nummer 2 op de Europese rang
lijst 1950 met 4.28) deel.
Verder is er een beperkte darr.es-
landenwedstrijd NederlandEngeland—
Frankrijk in het programma opgenomen.
Woensdagmorgen heeft kolonetC. Wal
raven het commando over het Regiment
Stoottroepen te Den Bosch overgedragen
aan zijn opvolger, luit.-kolonel G. Be
renschot. Op het binnenplein van de
Isabella-kazerne had zich voor deze
commando-overdracht een klein aantal
troepen opgesteld en waren enkele
autoriteiten aanwezig, onder wie wet
houder P. M. Gielisse, vertegenwoor
digend het Bossche gemeentebestuur,
kolonel Peeters namens generaal-ma-
joor J. A. J. Sitsen, bévelhebber in het
derde militaire gewest, en de waar
nemend garnizoenscommandant, luite
nant-kolonel J. Potjes.
sintelbaan was slechts in fel bliksem
licht zichtbaar. Iedereen vluchtte.
Tegen vijf uur, toen het daglicht te
rugkwam, schoten uit enige werpringen
meterslange vlammen omhoog. Mer.
wenste in het stadion op tijd te begin
nen en brandde daarom droog wat men
het eerst nodig had.
Toen om vijf uur de microfoon: „Allo.
allo, épreuve numéro un, le marathon'
riep, wierp de zon wat bleek licht naar
binnen. Het eivolle pro|ramma
kon worden afgewerkt. De marathon
lopers dribbelden binnen, werden aan
het publiek voorgesteld, trokken hun
trainingsplunje uit en wandelden naar
de startlijn. Schot. Met de Noor Systad
voorop tokken de mannen, die 42.1&o
meter gingen lopen, een ronde lang door
het stadion en bogen daarna een poort
uit. Overdijk en Moons liepen vrijwel
achteraan.
Vervolgens werden tientallen series
100 meter horden, 100 meter en 400 me
ter afgewerkt. In de werpring dis-
tancieerden de Russinnen Totchenova
en Andreeva zich onmiddellijk met
resp. 13.92 en 14.20 meter van de overi
ge kogelsto'otsters. Aan de overzijde van
de eretribune zagen wij Van Egmond
zich seconden lang voorovergebogen
concentreren voor zijn eerste sprong.
Toen de horden werden weggehaald,
lag de vochtige sintelbaan omgewoeld
gereed voor de honderd meter. Deson
danks brak de Italiaan Leceese reeds na
10.6 sec. de finishdraad en liet de Rus
Soukharev in de zesde serie de 100 me
ter en zijn tegenstanders in 10.7 achter
zich. Op een droge baan dreigen er dus
Olympische sprinttijden.
Lammers, die toch werkelijk te
midden van vrij middelmatige jon
gens in de startholes ging zitten, over
leefde de vierde serie niet. Tot 80
meter ging hij behoorlijk met de Deen
Schibsby, de Italiaan Penne en de
Brit Binneington mee, daarna viel hij
terug. Hij deed geen poging meer voor
een scherpe finish. Vierde in 11.3.
Op het middenveld was Ans Koning
na een eerste zwakke 36 meter worp
naar de zesde plaats geschoven, nadat
zij de speer 38 m. 20 verder in het gras
had gedreven. Naar-de finale moest zij
echter kijken. Zij werd snel naar de ne
gende plaats gedrongen en bleef daar.
Er was ook geen Nederlander bij
de ceremonie protocolaire der hink-
stap-springers, die om acht uur voor
de derde maal het Russische volkslied
in het Heysel-stadion bracht. Van Eg
mond eindigde als twaalfde. Met 13
meter 90.
Maar het niveau van deze kampioen
schappen bleef zich desondanks vrijwel
voortdurend boven dat van Oslo bewe
gen. Van de drie 800 meter-series ein
digden er twee in om en nabjj de win-
naarstijd van Gustafsson, vier jaar ge
leden: 1 minuut 50. De Noorse student
in de psychologie, Boysen, liep in de
eerste serie direct ria het startschot
weg, had voor het eerste 400 meter 53.6
nodig en finishte tenslotte gemakkelijk
in 1.51.5. En de Fransman Hansenne
stond in da volgende serie de Brit Par-
lett het genoegen toe van een nog snel
lere eerste 400 meter (53.2). maar liep
daarna langs hem en na 1.50.8 over de
De uitslagen van de draverijen en. ren
nen te Duindigt luiden:
Himalaya-prjjs. 2140 m. 1. Nusmi H 1.31.2;
2. Nemesis; 3. Narcis. W.: f 1.90, pi.: f ISO,
f 1.60, koppel: f 2.80, covercal: f 5.80.
Haiti-prijs 2100 m.1. Leonidas G, 1.28; 2.
Nora Belwin; 3. Marianne A. W f 2.20, pl.
f 1.50, f ISO, f ISO, koppel: f 4.20, cover
cal: f 2.90.
Hamiltonprijs, 1560 m. 1. Oviedo A, 1.34.7;
2. Ooststar; 3. Jacqueline O. W.: f 1.90, f 1.40,
f 1.30, f 3.20, koppel: f 3.covercal: f2.70.
Havanaprijs, 2040 m.: 7. Narciso V Zora,
1.30; 2. My Darling; 3. Louis Axkit. W.:
f 35.40, pl.: 1 3.50, f 1.40, 1 2.30. Koppel:
f 20.covercal: f 6.
Helleboreprijs, 2100 m. 1. Missive 2.20 4;
2. Duroc; 3. Taxiol. W.: f 2.10, pl.: f 130,
f 1.40 koppel: 1 5.60, covercal: f 3.20. Tota
le omzet: f 29.993.
Voor de eerste divisie van de Engelse
League zijn gisteren de volgende voetbal
wedstrijden gespeeld:
ArsenalChelsea: 00; Bolton Wanderers
Tottenham 14; DerbyWolves 12;
FulhamCharlton 13; HuddersfieldStoke
3—1; LiverpoolManeh. Un. 21; Middlesbr.
Everton 40; NewcastleWest Bromwich
1—1.
Tweede divisie:- BirminghamLeicester
City 20, ManchesterCardiff 21; Preston
Bury 20, SouthamptonDoncaster Ro
vers 11.
De tiende étappe van de Ronde van Duits
land van Constanz naar Augsburg, een af
stand van 211 km., werd gewonnen door de
Belg Breuers in de tijd van 7 uur 39 min.
en 45 sec. In het algemeen klassement leidt
nog steeds de Belg Gyselinck. Tweede staat
de Duitser Plannenmueller.
finishstreep. Dat worden finale-tijden
van onder 1 minuut 50.
Het was vrijwel donker, toen ten
slotte de 10.000-meter-lopers zich voot
de eretribune opstelden. Emile Zato
pek, wereldrecordhouder met 29.2.6,
vooraan. De organisatoren van dit
Ethletiekfestjjn hebben blijkbaar een
fijn gevoel voor symboliek. Zatopek
stelde hen en trouwens niemand te
leur, hoewel hij in dè kleedkamer had
gezegd, dat hij geen scherpe tijd zou
maken. Hij had zich gisteren niet pret
tig gevoeld.
Na 800 meter was Zatopek deze op
merking kennelijk vergeten. Hij trok
van de tiende snel naar de zesde plaats,
sprintte vervolgens naar de kop en ging
toen rusteloos door. Het leverde hem vijf
meter winst op de Noor Stokken en de
rest van het veld. Stokken vocht zich
binnen 400 meter weer naar hem toe.
Juist toen de microfonist omriep,
dat Zatopek de eerste kilometer in 2 mi
nuten 58 seconden had gelopen, schoot
de Tsjech wéér weg. in de bekende
krampachtige stijl.
En geen Stokken of een Mimoun
(Frankrijk) die dit verlies na 2000 meter
konden goedmaken. Acht kilometer voor
de finish was -deze race beslist. Zatopek
maalde door, nam 40, 100, 200 meter,
met kilometertijden die even een nieuw
wereldrecord beloofden. Voor de vijf
duizend meter had hij 14 minuten 37 se
conden nodig.
Achteraan liep een verloren groep van
zes man bijeen. Stokken, de Brit Aaron,
de Fransman Mimoun, de Belg van de
Wattijne, de Fin Koskela en de Rus
Popov. De overigen vochten eenzaam
tegen een minderwaardigheidscomplex.
Van de Wattijne ging even later aan
een uiUooppoging ten onder. Hij viel na
de mislukking snel terug, nam Stokken
in zjjn val mee. Zatopek die na 9000
meter plotseling een hand opstak tegen
een kennis op de eretribune, was met
bijna 1 ronde nog te lopen op ongeveer
40 meter van Mimoun, Koskela, Aaron
en Popov gekomen, toen de bel werd
geluid. Uiteraard voor Zatopek. Niet
voor deze groep van vier, die nog twee
ronden voor zich hadden. Maar omdat
deze lopers juist bjj het luiden van de
bel de finishstreep passeerden, raakte
Mimoun in paniek.
Hij sprintte keihard weg, dacht dat cij
nog 400 meter van de finish was. Popov
begon woest aan de achtervolging, Kos
kela verhoogde ook het tempo.
Er kwam eerst een einde aan, toen zjj
400 meter verder vlak voor Zatopek de
finish passeerden, in de veronderstelling,
dat voor hen de race was afgelopen. Deze
race was echter slechts voor de pal na
hen finishende Zatopek afgelopen in
29.12. Z ij moesten door, werden door hun
opgewonden officials opnieuw in
draf geschreeuwd, waarna Mimoun zich
zelf het eerst weer meester was. Hij
werd onbedreigd tweede, voor Koskela.
derde, Aaron, vierde, en Popov, vijfde.
Dit incident, veroorzaakt door op een
onjuist moment luiden van de bel, heeft
de Rus Popov waarschijnlijk van een
bronzen medaille beroofd.
Wat de marathon betreft: de onver
woestbare Brit Holdin, die reeds in 1936
tweede op de Olympische Spelen van
Berlijn werd, trok om kwart voor acht
het Heysel-stadion overeind door speels
na 2 uur 32 minuten 13.2 seconden te
finishen.
Gisternacht zijn weer drie Kanaal
zwemmers van Kaap Gris Nez gestart.
Onder hen bevond zich de 20-jarige Ne
derlander Joseph van Waal, die om 2.57
uur het water ingingx Alle drie hebben
moeten capituleren voor de golven en
de afstand.
1 uur en 8 minuten vroeger was de
36-jarige Fransman Georges Alfonsi ge
start. De laatste van het drietal was de
Belg Femand Dumoulin eigenaar van
een staalfabriek in Luik.
Dumoulin dronk vlak voordat hij fcet
water inging een glas champagne. Ook
het vorige jaar toen hij in 21 uur en
48 min. naar Dover zwom, deed hij da*.
Het kille Kanaalwater joeg Alfonsi,
die in de Middellandse Zee heeft ge
traind, de rillingen over het lichaam.
Hij droeg een badpak, dat voor deze
onderneming speciaal door zijn vrouw is
gemaakt. Het bedekte hem geheel en
liet alleen schouders, armen en hoofd
vrij.
Du Moulin hoopte, dat hij de tocht in
13 uur zou kunnen maken. Daarna
wilde hij een kwartiertje rusten en dan
meteen terugzwemmen, waarvoor hij
dacht ruim 15 uur nodig te hebben.
Trots op zijn prestatie van verleden
jaar zei hij vertrouwen te hebben, dat
hij de tocht in beide richtingen kon vol
brengen.
Voor het vertrek at hij nog een flinke
biefstuk, aan boord ging een grote voor
raad voedsel mee, o.a. vijf kuikens,
sandwiches, ham, kaas, fruit, bouillon en
koffie, verder gingen er nog 80 gramo-
foonplaten mee.
Om te beginnen wil ik wat vrolijke
muziek hebben, zei Dumoulin, samba's,
boogie-woogie en jitterbug muziek. In
het midden van het Kanaal iets zachtere
klanken, zoals walsen en tango's, als we
de Engelse kust naderen klassieke
muziek Schumann, Beethoven en
Liszt.
Wel, verder dan het afdraaien van de
tango's is men in de volgboot niet geko
men ,want Dumoulin had er genoeg van
en gaf op evenals zijn twee tochtgeno
ten.