Vormingsinstituut „Rusthoek" van
K.V.P. thans opengesteld
PERMANENT
4'
SCHELDE
P&JSMAAC
Militaire actie in de Zuid-Molukken
Mensen op reis
„Kaderleden van partij moeten inzicht
in concrete staatkunde hebben
Utrecht wijnstad voor de duur
der Jaarbeurs
01///
SS
e
SOCIALE BLINDENWET IN ONS
LAND NOODZAAK
Wachter, wat is er
van de nacht?
fcV>'
Kinderroof in
Bandung
Goed geordende
vrijheid
haarden
KORSTEN van 1848
Rede van Andriessen
Vlot kapseist
v&FA/Hvpe
OUDERS VAN BERTHA
HOREN HAAR STEM
Pseudo-vogelpest onder
wilde eenden
Niet alleen liefdadigheid
Meer steun van
particuliere zijde
wmm
Goederenvervoer met
binnenschepen
Ook Europees kind het
slachtoffer
Gewapende overvallen
op ondernemingen
ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1950
PAGINA 5
99
Rede dr. Albering
Oude Proever
NhlEKBH
J^GeneWi
Tt^cktVüdiHüMdit
éotteiKtjJo
verschijnen
als de
zomer gaat
ve rdwiinen
1950
Waorden onder dwang
ingegeven?
-
Wetsontwerp ingediend
Wilde vaairt in handen
van bedrijfsleven
Liturgische weekkalender
Heerengracht 408 Amsterdam
(Van onze verslaggever)
„Rusthoek" is een der grootste en mooiste buitenplaatsen van Baarn, gelegen op
4 H.A. grond, die vóór 1880 tot de landgoederen van Prins Hendrik der Neder
landen behoorden. Het was in 1905 dat aan de toenmaals befaamde bouwheren
Schille en Haverkamp door de Amsterdamse tabakshandelaar Willem Jiskoot
opdracht werd gegeven de huidige villa te bouwen, een enigszins sobere aan
duiding voor het architectonisch schone gebouw, dat eerder doet denken aan een
vriendelijk Gelders kasteeltje. Overigens heeft het buiten zijn naam weinig eer
aangedaan, want het wisselde meermalen van eigenaar en diende o.a. Seyss
Inquart tot residentie en de Canadezen tot stafkwartier. Doch zijn vreemdsoor-
tigste bestemming heeft het misschien thans wel gevonden. Of is het niet vreemd
maar veeleer een symptoom van een dynamische ontwikkeling op sociaal-econo
misch terrein, dat in dit gebouw, gegrondvest op kapitaal „uit de tabak", spoedig
een onderwerp als Bezitsspreiding stellig ter sprake zal komen? Want „Rust
hoek" heeft sinds enige tijd. weer een nieuwe eigenaar en het is het Vormings
instituut der K. V. P. dat er sinds gisteren onderdak vindt.
kennis der beginselen zijn bij de vol
voering van ons staatkundig werk no
dig. De besturen der stands- en jeugd
organisaties behoeven dus niet voor
„concurrentie" te vrezen. Hun werk ligt
op algemeen godsdienstig, cultureel en
sociaal terrein; het instituut beperkt
zijn vormingswerk tot zuiver staatkun
dig en politiek gebied.
Met het Centrum voor Staatkundige
Vorming zal een goede samenwerking
mogelijk zijn, daar beider werkzaam
heden in een eigen vlak liggen. Voorts
betekent de oprichting van het insti
tuut, dat de leiding van de partij het
katholieke volksdeel wil versterken in
zijn overtuiging, dat een eigen partij
vorming der Nederlandse katholiekeu
in de huidige verhoudingen noodzake
lijk is.
Sneller ging een zo veeleisende harte-
Wens wellicht nooit in vervulling. Op
een vergadering van de Partijraad in
Februari 1949 kwam het onderwerp
voor het eerst ter sprake en nu, reeds
anderhalf jaar later, kan partijvoorzit
ter W. J. Andriessen zijn eerste adspi- I
rant-kaderleden hinnenkort tussen het j
eeuwenoud geboomte in de richting van
het bordes zien verdwijnen.
Niemand anders dan de heer Andries- j
sen zal echter ook beter weten, dat men
bouwvakarbeiders die momenteel de
laatste hand aan het gebouw leggen
niet bij hun arbeid moet storen, en het
Was dan ook in hotel Zeiler te Baarn.
dat hij zijn getrouwen en gasten ter
plechtige opening, o.w. de ministers Van
Schaik, Rutten en Struycken, welkom
heette.
De steeds groter wordende staatstaak-
zo zei de heer Andriessen in zyn rede,
en de steeds verder gaande staatsbe
moeiing geheel afgezien van het feit
of die overal even wenselijk is en op
Verschillende terreinen, als in de P.B.O..
niet moet worden omgebogen eisen van
de burger veel meer kennis en inzicht
Van het waarom der concrete staatkun
de, dan een halve eeuw geleden. Dat
inzicht en die kennis moeten ten minste
aan de kaderleden der partij worden bij
gebracht, die dan op hun beurt in bre
dere kring weer de nodige voorlichting
kunnen geven. Doch tevens zullen hun
de beginselen en normen, niet slechls
hit eigen kring, maar ook van politiek
andersgezinden, moeten worden bijge
bracht, opdat kennis en inzicht ook ef
fectief kunnen zijn.
Het doel van het instituut blijft bin
nen de doelstelling der partij, want het
woord van Schaepman een school van
Werklieden met rotsvast geloof en ken
nis" is niet uitsluitend voor de katholie
ke arbeiders bedoeld, doch geldt in zijn
volle kracht voor het gehele katholie
ke volk van Nederland.
Geloof in de eeuwige waarheden en
Vervolgens memoreerde de heer An
driessen hoe men hem, na de kader-
dagen te Weert, de uitlating in de
schoenen heeft willen schuiven, dat de
doorbraakidee de bedoeling had de
stijgende invloed der Katholieken tegen
te houden cf te verminderen. Dit is on
juist. Spr. trok hier slechts de nood
wendige conclusie uit de praemisse,
door een bepaald weekblad in een uit
lating gesteld. Men moet dus niet spr.
hierop aanvallen, maar het bedoelde
weekblad. Wanneer Het Vrije Volk na
een onjuiste interpretatie van spr.'s
woorden daaraan dan nog toevoegt, dat
de confessionele partijen hun emancipa
tie-taak hebben volbracht en nu nog
slechts aan „Prinzipienreiterei" en con
fessionele machtspolitiek doen, dan
weten wij hoe de P. v. d. A. over onze
eigen partijformatie denkt.
Wanneer men echter een volksgroep,
die zich uit een diep gewortelde over
tuiging in een eigen partij heeft geor
ganiseerd, deze dingen verwijt, dan
hapert er iets aan de juiste instelling.
Een dergelijk pijnlijk oordeel is niet
bijster geschikt om de onderlinge ver
houdingen gunstig te beïnvloeden, want
in feite wordt hier de ernstige beschul
diging gelanceerd dat het algemeen
welzijn bij de gelaakte groep en haar
partij niet veilig is.
Laat men haar bedoelingen en inten
ties niet intact, dan zal de K.V.P. der-
Wanneer de bezoeker van de Utrecht
se Jaarbeurs zich 's avonds wat zal wil-
1en verpozen, dan is het geenszins nood
zakelijk dat hij de trein neemt naar
Amsterdam of Den Haag, want de Dom
stad zelf zal hem in die dagen attracties
bieden, die ieder waarachtig Europeaan
'er harte zullen gaan. Utrecht zal in die
dagen wijnstad zijn, en het zullen spe
ciaal de Franse wijnen zijn, die hun
„bouquet" voor de bezoekers zullen ten
toon spreiden.
Onder leiding van de V.V.V. Utrecht
en het Benelux-Comité heeft een aantal
autoriteiten en persvertegenwoordigers
gisteren daarvan in de meest letterlijke
Zin des woordS een voorproefje mogen
genieten. Gestart „Chez Madame Bene
lux" op het Oudkerkhof belandde men
'n Finjé's Stadskelder aan de Oude
Gracht, waar in de gewelven van het
yoormalige Barbaraklooster een half mil-
üoen flessen wijn en zeer oude, eerbied
waardige fusten de bezoeker in de ge-
Paste stemming brengen. Doch al zijn wij
dan geen „Chevalier de Tastevin" ge-
Worden, al kunnen wij niet als een We-
rumeus Buning u deze voortreffelijke
Beaujolais beschrijven, wij deden toch
biet als verschillende autoriteiten en
enige collega's, die het water boven de
Wijn profereerden.
Toen men namelijk op een gegeven
moment met een vlotje de Oude
Gracht moest oversteken om ook de
Dépendance te bewonderen èn te
beproeven, werd het voor vier man
bestemde vlot met veertien man af
geladen. waarop het natuurlijk, na
enige schommelen, midden in de
Oude Gracht kapseisde. Gelukkig
bestond de totale schade naast de
natte pakken slechts uit enige
brillen en een wandelstok, doch hoe
dankte uw correspondent de Liéve
Heer dat hij voor de verleiding van
een tweede glas Beaujolais was be
zweken en bij de tweede groep was
ingedeeld.
Hij was nu ook geen slachtoffer van
het talrijke publiek klokslag twaalf
bur vond het ongeval plaat:. en wel
gemoed en droog van buiten kon hij
'hans in een ordentelijke boot de tocht
baar de Raadskelder voortzetten. 'Hoe
han men toch zeggen, dat Utrecht een
s'ijve stad is, waar de Vroede Vaderen
Zelf de wijnhandel hebben bedreven.
Teruggekeerd op het Oudkerkhof wacht
te ons daar het pièce de résistance, de
„Bibliothèque des Vins". waar ons een
voortreffelijke Beaune werd geschonken.
Helaas, hebben wij deze bibliotheek
of is het vinotheek? slechts kort mo
gen „doorsnuffelen." De heer Andriessen
riep ons naar Baarn. Wij vertrokken
met niet zo erg hooggestemde gedachten
over de K.V.P. In de loop van de mid
dag verqnderde dat wel weer. Doch de
Jaarbeursbezoeker weet nu althans waar
hij wezen moet.
gelijke aantijgingen niet over haar kant
laten gaan. Dit is ook een der vruchten
van de emancipatie.
Na namens het partijbestuur allen,
die er aan hebben meegewerkt de
stichting van het instituut mogelijk te
maken, hartelijk te hebben bedankt,
besloot voorzitter Andriessen zijn rede
met Gods zegen en rijke vrucht over
„onze klein menselijke arbeid" af te
smeken.
Vervolgens was het woord aan de
directeur van het nieuwe instituut, dr.
L. A. H. Albering. Het besef van het
gebrek aan zelfbewustzijn der vooroor
logse democratie, aldus de secretaris der
partij, en de gelegenheid tot bezinning
op haar wezen en waarden gedurende de
oorlog, deden de verwachting ontstaan
dat een bewust democratisch streven na
de bevrijding kleur en bezieling zou
geven aan het politieke leven, een ver
wachting, die door de na-oorlogse om
standigheden m.n. door maatschappelijke
wijzigingen niet in vervulling is gegaan.
Hoezeer de massabeïnvloeding van be
tekenis kan zijn, het politiek bewust
maken eist op de eerste plaats de vor
ming of verdere ontwikkeling van de
politiek leiding gevende personen, der
intellectuelen en der vooraanstaande
figuren uit de sociale organisaties. .Want
de mentaliteit van het volk, zijn streven
en zijn verlangen, worden momenteel
niet zozeer „gemaakt" door het officiële
gesproken* of geschreven woord, als wel
door het gesprek in beperkte kring. De
vorming van het politieke kader en het
daaruit voortvloeiende blijvend contact
ook actief door gevraagde menings
uiting over voor te leggen vraagstukken
zullen de „stem des volks" tot in de
partijleiding doen doordringen en het
zelf-doen stimuleren. Aan het bezwaar
der intellectuelen, al dan niet academisch
gevormd, dat de vergaderingen der partij
voor hen zo weinig aantrekkelijks be
zitten, wil het Instituut tegemoet komen
door het organiseren van een „diepere
vorming", die hopelijk de offerzin bij
deze groep wakker zal roepen, nodig om
de door de andere bevolkingsgroepen
met klem gevraagde leiding te kunnen
geven. Deze vorming, waarvan gehoopt
wordt dat zij in het bijzonder ook de
studenten, zo priesters als leken, zal
trekken, kan voor; de harmonische op
bouw van onze gemeenschap van grote
betekenis worden. Als derde taak wil
het Instituut gesprekcentrum zijn voor
representatieve figuren uit de vele groe
peringen van ons volksdeel.
Advertentie
De edelste
grondstoffen, een
eeuwenoud recept,
het meesterschap
van de vakman, zij
schenken U een
superieure genever
waaraan reeds acht
geslachten de voor
keur gaven.
Advertentie
NATIONALE
BINNENKORT IN DIT BLAD
De heer Tiessen heeft Vrijdagmiddag
een bejbek gebracht aan de familie
Hertogh te Bergen op Zoom. Bij het
onderhoud waren tevens uitgenodigd
enkele leden van het comité-Bertha
Hertogh. De heer Tiessen gaf tijdens dit
onderhoud een uitvoerige uiteenzetting
van hetgeen hij tijdens zijn verblijf in
Singapore betreffende de kwestie-Ber-
tha Hertogh is te weten gekomen en van
de bemoeiingen, die hij gedaan heeft
in het belang van de ouders van het
kind. Hij zette uiteen, welke betrekkin
gen hij had gehad met personen en in
stanties, zowel in Singapore als in Ne
derland, en gaf als zijn mening, dat alles
in het werk moet worden gosteld om
Bertha zo snel mogelijk weer met haar
ouders te verenigen.
Op verzoek van de heer Hertogh
draaide de heer Tiessen de plaat, waarop
hij in Singapore de stem van Bertha
heeft vastgelegd, zodat de heer en me
vrouw Hertogh de stem van hun doch
tertje hebben kunnen beluisteren. Mevr.
Hertogh, die de Maleise tekst met in
tense aandacht aanhoorde en deze be
hoorlijk kon verstaan, herkende ogen
blikkelijk de stem van haar kind, maar
gaf als haar mening, dat wat Bertha zei,
onmogelijk spontaan uitgesproken kan
zijn en dat dit haar slechte onder dwang-
kon zijn Ingegeven.
In een massale vergadering van Mos
lims te Singapore hebben deze ver
klaard, dat zij Bertha Hertogh tegen
iedere poging om haar aan haar ouder§
terug te geven zullen beschermen. De
vergadering nam een resolutie aan,
waarin besloten wyri door een delega
tie van Moslims protest te laten indie
nen bij de Nederlandse consul-generaal
in Singapore tegen dé nieuwe zaak met
betrekking tot Bertha Hertogh, welke
Maandag a.s. in kort geding zal dienen
en waarbij het Hof verzocht wordt het
huwelijk van Bertha onwettig te ver
klaren en haar aan haar ouders terug
te doen geven. De voorzitter van de
vergadering verklaarde, dat deze zaak
„de waaAgheid van de Islam raakt".
„De NedRianders mogen gewaarschuwd
zijn, dat de Moslims zich aan de Koran
houdbn en niets viezen".
Langs de Friese kust van het IJssel-
meer zijn deze week een aantal dode wil
de eenden aangespoeld die, naar thans
gebleken is, gestorven zijn aan pseudo-
vogelpest. De burgemeester van Lem-
sterland heeft in dit verband via de
dorpsomroeper een mededeling doen uit.
gaan, waarin hij waarschuwt tegen het
medenemen en eten van gevonden dode
eenden.
Ons land telt op het ogenblik ongeveer 4500 blinden, van wie 2100 tussen de 18 en
65 jaar. Een Rijksenquête heeft uitgewezen, dat slechts 10 vanhen in staat
is geheel in eigen levensonderhoud te voorzien. Hoewel de verschillende Blin-
denbonden er naar streven deze mensen werk te verschaffen, blijkt het rende
ment daarvan dikwijls onvoldoende. Toch moeten ook de blinden een redelijk
bestaan kunnen leiden. Toen minister Drees in 1948 een Rijksblindencommissie
benoemde om de noden der blinden en de mogelijkheid om deze op te lossen te
onderzoeken, bleek ook de overheid zich het lot van deze blinden aan te trekreen.
Trouwens ook van particuliere zijde
zou meer kunnen worden gedaan, even
tueel nadat er meer blinden waren ge
schoold en herschoold. Als men hoort,
dat in Hamburg van de tweeduizend
blinden, zevenhonderd in hun eigen
levensonderhoud voorzien, dan blijkt
daaruit wel, dat blindheid niet nood
zakelijk tot afhankelijkheid van anderen
behoeft te leiden. Zolang echter de zorg
voor de blinden geheel wordt overge
laten aan de liefdadigheid en de toe
vallige bereidheid der gemeentebesturen
kan men niet verwachten dat een grote
verbetering intreedt Alleen een behoor
lijke sociale blindenwet kan hier wer
kelijk uitkomst brengen.
De commissie heeft hard gewerkt en
kwam gereed met een wetsontwerp, dat
alle Nederlandse blinden tussen de 18
en 65 jaar een minimum-inkomen ga
randeerde, dat gedeeltelijk de verblijf-
kosten verzekerde voor de jeugdige
blinden, die in een blindeninstituut on
derwijs genieten en dat aan de Blin
denzorg een subsidie verleende, zodat
deze niet meer geheel van liefdadigheid
afhankelijk zou zijn.
Er was rekening mee gehouden, dat
degenen, die daartoe in staat zijn, voor
zich zelf zouden zorgen en dat op de
uitkeringen persoonlijke ijver en ar
beidsrendement van invloed zouden zijr.
Heel deze regeling zou per jaar een be
drag vorderen van 1.250.000.
De Rijkscommissie heeft dit ont
werp aangeboden aan minister Joe-
kes en hierover besprekingen ge
voerd. Het resultaat is weinig hoop
gevend. De minister schijnt van me
ning te zijn, dat het Rijk deze uit
gave niet kan doen in verband met
zijn financiële positie. Dit te meer,
waar men dan ook t.a.v. andere min
der validen soortgelijke voorzienin
gen zou dienen te treffen. Hier staat
tegenover, dat tot nu toe geen ver
zoeken van andere groepen het mi
nisterie van Sociale Zaken hebben
bereikt. De eerste groep, die hier
voor, na de blinden, in aanmerking
zou komen, zou die der doofstom
men zijn. Het staat echter vast, dat
deze veel minder gehandicapt wor
den in hun werk dan de blinden,
zodat van deze groep 90 pet. in het
eigen onderhoud kan voorzien.
Bovendien lijkt ons het argument, dat
men de ene groep, die hulp behoeft, niet
kan helpen, omdat men dan ook andere
hulpbehoevenden zou moeten helpen,
niet bepaald sterk. Met dat al is het
thans zo, dat de jeugdblinden in
totaal heeft Nederland slechts een vier
honderd blinden beneden 18 jaar bij
na allen in de blindeninstituten onder
wijs ontvangen. Voor zover nodig, wor
den de kosten hiervan door de gemeen
ten gedragen. Naast het gewone lager
onderwijs ontvangen de leerlingen hier,
als hun capaciteiten dit toelaten, ook
vakonderwijs. Menige blinde verlaat als
gediplomeerd steno-typist het instituut.
Naast een kleine groep blinden, die in
ons land de kost verdient als kantoor
bediende, telefonist (een vak dat de
blinde zeer goed blijkt te liggen) of als
zelfstandige in het vrije bedrijf, zijn er
veel, die in de gemeentelijke werkplaat
sen of in de werkplaatsen der Blinden
zorginstanties werkzaam zijn als bezem
binders, borstelmakers, mandenvlechters
enz. In de praktijk blijkt echter dat deze
bezigheden onvoldoende opleveren om
in het levensonderhoud te voorzien, zo
dat dit toch neerkomt op gemeentelijke
armenzorg of liefdadigheid.
Bovendien vallen blinden, die op deze
speciale werkplaatsen werken, Ijjuiten de
sociale voorzieningen. Voor de- blinden
op het platteland, die werk ontvangen
door bemiddeling van Blindenzorg, is de
toestand eer slechter dan beter. Zij zijn
in het algemeen gesproken zuiver af
hankelijk van de welwillendheid van het
gemeentebestuur en de financiële draag
kracht der Blindenzorginstantie.
Is het niet merkwaardig en te be
treuren tevens, dat in ons land, dat
over het algemeen op sociaal gebied
zo'n goede naam heeft, geen sociale
blindenwet bestaat, dit in tegenstelling
met b.v. België en de Verenigde Sta
ten?
Op 26 April 1950 werd de Zuid-Molukse republiek uitgeroepen.
Enige maanden later hadden landingen plaats op de eilanden Boeroe en
Ceram van aanzienlijke eenheden der T.R.I. De gelande troepen zouden in
„hevige" gevechten gewikkeld zijn öeweest, maar niet vermeld wordt met wie
zij hebben gestreden-
Volgens de bladen werden de „hoofdsteden" Namlea (Boeroe) en Piroe
(Ceram) „ingenomen." Men moet die negorijen met een paar honderd inwoners
kennenSedert vernam men niets meer van hetgeen er in de Zuidelijke
Molukken gebeurt. De „Hang Toea" kruist als een spookschip misschien nog
wel rond in de Zuid-Molukse wateren.
aangewezen op Boeroe, maar vooral op
Ceram of Noeosa Ina, d.i. Moeder-
eiland.
Voor wat betreft de maatschappelijke,
staatkundige en economische toestan
den der Zuidelijke Molukken kan ge
zegd worden, dat zij uit twee ongelijk-
ling is van de landingen op Boeroe en V^heeRrfram tueerd, doordat
Ceram, grote en schaarsbevolkte eilan- f tt hp 1 ukeni 1 en Hike Molukken
t-L u:en Boeroe en de Zuidelijke eilanden- lrlH.
groepen met een jonge geschiedenis en
een geringe ontwikkeling tegenover
het kleine, historische gebied van de
eigenlijke specerij-eilanden, de Ambon-
Oeliassers-groep en de Banda-groep.
Destijds schreef Van Deventer, de be
kende voorvechter der ethische politiek,
nadat hij een reis naar Ceram en Sa-
Men vraagt zich af wat wel de bedoe-
den. De binnenlanden worden bewoond
door de heidense Alfoeren, terwijl de
bevolking der kustnegorijen uit Chris
tenen en Mohammedanen bestaat.
Het is strategisch in theorie zeer
goed gezien, dat men de sago-voorraad-
schuren van Ambon en de Oeliassers
(Saparoea, Haroekoe en Noesa Laoet)
- 2 „1 i IldCid L I1JJ CCU 1C1S Ui
poogt af te grendelen. Amhnn paroea had gemaakt: „Tussen beide
Op Java teven er een.aantal Ambon- £Uanden ligt%en ruimtë, die men in
nezen, die uit Am enige uren stomens oversteekt; tussen
geboren, geheel vervreemd zijn van hun beschavingen van beide gebieden
land van oorsprong Het betreffende ligt egn tljdsv*rloop van eeuwen". Al
advicis zal wel g J h heeft deze tegenstelling in de loop der
dier lieden, die ontgroeid zijn aan net tijd. h schernta verloren
eisen land en tot hoge posities zijn op- "Jnen \eei van naar scnerpte verioren,
a). „ÏSnhlipk met enige beperking kan zij toch nog
geklommen in de p op beden van toepassing worden
Sago is het volksvoedsel in de Mo- verklaard
lukken en het eiland Amboina is niet streken,
rijk aan sagodoessoens. Men heeft en-*
artikelen, leeft de bevolking dienover
eenkomstig zoals vrijwel alle Indone
sische volken dat trouwens nog doen
van dag tot dag. De betrekkelijke over
vloed, die de bodem van nature biedt,
of het gemak, waarmee men in het ont
brekende kan voorzien, sluit de nood
zaak uit, zowel om over te gaan tot een
bebouwing van enige betekenis van ei
gen bodem, ais om zich met ernst toe
te leggén op handel of industrie. Het
onderling hulpbetoon, in Indonesië „toe-
loeng menoeloeng", op Ambon „masohi"
genaamd, heerst nog algemeen en krach
tig en openbaart zich o.a. bij huizen
bouw en winning van sago. Dit onder
ling hulpbetoon wordt geboren uit het
besef van nauwe saamhorigheid. En de
ze saamhorighêid wordt nog geaccen-
doordat de bewoner der Zuide-
cen geheel ander mens
is dan de Indonesiër. Zij behoren n.L
tot een oorspronkelijk Melanesische be
volkingslaag, die zich weliswaar in de
loop der eeuwen met andere bevolkingen
heeft vermengd, maar die niettemin
overwegend het Melanesische karakter
heeft behouden. Zij vormen dan ook
een geheel aparte bevolkingsgroep, die
zich physiek volkomen onderscheidt van
de Indonesiërs. De Melanesische ken
merken overheersen de prae-Maleise. Dit
heeft ook zijn stempel gedrukt op de
geestelijke gesteldheid en het volkska
rakter der Zuid-Mdlukse bevolking. In
nerlijk vormt de Zuid-Molukken-bewo-
ner zo mogelijk nog meer dan uiterlijk
kele vrij grote aanplantingen, b.v. te
Hoetoemoeri en Waai, en ook op de
Oeliassers zijn min of meer grote aan
plantingen. Men is echter in hoofdzaak
het tegenbeeld van de Indonesiër, die
n van toepassing worden tot de bevon<;ing van het Westelijk ge-
op de hiervoren genoemde deene van de Archipel behorend, naar
lichaam en ziel moet worden ingedeeld
bii de Mongoloïde Maleiers.
De sinds eeuwen gekerstende Ambo
nees is ook religieus de antipode van
de voor het overgrote, d.w.z. 9/10e deel
Mohammedaanse Indonesiër en staat in
zijn dénken en doen veel dichter bij de
Europeaan, dan de Maleier.
Wat nu de bevolking van Ceram en
Boeroe betreft het volgende. Gewapen
derhand moest door het Gouvernement
op Ceram worden opgetreden gedurende
1903 t/m 1909 en in 1914 en 1915 in de
onderafdeling West Ceram; in 1904, 1908,
1912 en 1919 in de onderafdeling Wa-
Het economisch aspect van die Moluk
se samenlevingen kan men wellicht het
best omschrijven als een zelfgenoeg
zame producten-huishouding. Alle ar
beid, die gepresteerd wordt, strekt tot
voortbrenging van datgene, wat nood
zakelijk is voor direct levensonderhoud
van de groepsgenoten. Daar op eigen
bodem, althans op de eilanden in de on
middellijke omgeving, voldoende voor
raden aanwezig zijn om levensonderhoud
aan allen te verschaffen, bepaalt de
arbeid zich tot het winnen van sago,
vruchten en andere consumptie-artike- - SL .-
len, tot vissen, jagen en het boüwen hw; m 1912 inde onderM^mg^AmOi^.
Een grote zeilprauw in de baai van Amahei Zuid-Ceram
van woningen en ook tot 't onderhouden
van een buurtverkeer met de omliggen
de eilanden (vooral Ceram). Men be
trekt van daar meer in het bijzonder al
datgene, wat de eigen bodem niet, of
onvoldoende, dan wel ten koste van
meer arbeid zou opleveren. Dit buurt
verkeer geschiedt niet met handelsoog
merken en om ruilverkeer te bedrijven.
Een systeem van vriendschapsverbon
den, „péla" geheten, verleent aan de
ene stam de open deur. terwijl daarte
genover hulp en bijstand tegen stam-
vijanden wordt gewaarborgd. Men acht
zich door zulk een verbond zodanig aan
elkaar vermaagschapt, dat huwelijken
onder péla-genoten bij de adat verbo
den zijn en als bloedschande worden
aangemerkt.
Waar de arbeid uitsluitend het karak
ter draagt van produttie van verbruiks-
Op Boeroe moest militair worden inge
grepen in de jaren 1913 en 1917.
In het Westen van Ceram werd de
grootste tegenstand ondervonden. De
voornaamste reden hiervan moet worden
gezocht in het krijgshaftig karakter van
de op Ceram wonende stammen. Steeds
leefden zij met elkander in oorlog, doch
wanneer het er op .aan kwgm de vreem
deling te bestrijden, betoonden zij zich
solidair tot het uiterste.
Jan Pietersz. Coen rapporteerde over
Ceram aan „die Heeren Zeventien":
't Geberchte van Ceram is bewoond met
een seècker volck die gemeenlyck Al-
foures of boeren genaempt worden. Zij
gevoelen wel datter een God is maer
hebben weynich kennisse van religie
ende plegen seer vreemde superstitie".
Een Alfoer van West-Ceram, met parang
(kapmes) en schild.
Ook de grote Georgius Everhardus
Rumphius, de Plinius indicus en blinde
Ziener van Ambon spreekt in zijn
„Ambonse historie" over de Ceramse
Alfoeren als van „wilde bergboeren" en
vergeet natuurlijk niet van hun „oude
heydense superstitiën" gewag te maken.
In een Maleise publicatie in een Am-
bons blad lezen wij: „De aard der zwar
te Alfoeren (d.z. de bewoners van West-,
Ceram) is ruw en moedig. Zij houden
zich aan de gebruiken hunner voor
ouders (tètèknènèk-mojang) en de oer-
zeden zitten hun in het bloed. Zij zijn
wild, vechtlustig en strijdbaar en wonen
hoog op de ontoegankelijke bergen aan
de bovenloop der rivieren."
Over het gehele eiland, dat half zo
groot is als Nederland, verheft zich een
hoog gebergte en het binnenland i? zo
sterk geaccidenteerd, dat de desappre
ciatie der Nederlandse fuseliers „Op
Ceram vind je nergens een plekje om
je bittertje neer te zetten", tot een ge
vleugeld woord is geworden.
De weerbaarheid der Cerammers zal
nog verhoogd zijn doordat het in de oor
logstijd en daarna niet moeilijk was om
in het bezit te komen van moderne
vuurwapens en voorraden munitie.
Wij vernemen vrijwel niets omtrent
de krijgsverrichtingen der T.R.I. op de
Zuid-Molukse grote eilanden en dat
komt zeker niet, omdat het de op Ce
ram en Boeroe gelande troepen naar
wens gaat.
Wij voorspellen de Javaanse leger
eenheden geen gemakkelijke tijd en
verwachten van hun operaties weinig
of geen succes.
G. L. T.
Bij de Tweede Kamer is ingediend
een wetsontwerp tot „regeling voor het
vervoer van goederen met binnensche
pen". Uit de Memorie van Toelichting
blijkt, dat de minister de mogelijkheid
heeft geschapen, te eniger tijd de rege
ling van de bevrachting in de wilde
vaart, kortweg genoemd de beursrege-
ling, in handen van het bedrijfsleven te
stellen. Hij wil reeds thans verklaren,
dat hU voornemens is zo spoedig mo
gelijk tot deze overdracht over te gaan,
zodra voldoende waarborgen zijn gebo
den voor een behoorlijke uitvoering van
deze regeling.
Hoewel de minister van oordeel is,
dat de beursdwang, zoals deze tot heden
werd toegepast, onvoldoende mogelijk
heden liet tot een doelmatige bedrijfs
voering, ziet hij anderzijds zeer wel in,
dat het handhaven van de beursdwang.
ook na de overdracht van de beurs-
regeling aan het bedrijfsleven, oen be
langrijke bindende factor is voor de
bedrijfsgenoten en het groeiende orga
nisatiebesef ten goede komt. In vervoer
derskringen is een grote meerderheid
van oordeel dat de beursdwang niet
gemist kan worden, terwijl in verla
derskringen een toenemende drang naar
vrijheid is waar te nemen. Er is hier
dus sprake van een belangentegenstel
ling. .waarvoor in de wetgeving eer
dusdanige oplossing moet worden ge
vonden, dat aan de belangen van de
beide genoemde groepen voldoende
recht wordt gedaan.
De minister stelt zich voor de beurs-
regeling over te dragen aan een orgaan,
dat is samengesteld uit vertegenwoor
digers van de vervoerders en van de
verladers, indien deze zich althans tot
het formeren van een dergelijk orgaan
bereid verklaren.
De laatste tijd doen in Bandung hard
nekkige geruchten de ronde over kin
derroof op vrij grote schaal. Deze geruch
ten zijn niet van grond ontbloot, gezien
het grote aantal vermissingen dat in de
laatste twee maanden bij de verschil
lende politie-secties werd aangegeven.
Het betreft hier voornamelijk school
gaande kinderen tussen de zeven en tien
jaar, in hoofdzaak van Indonesische en
Chinese landaard. Ook is er echter één
geval bekend van een Europees kind,
dat niet van school naar huis terug
keerde. Positieve gevallen van kinder
roof zijn echter nog niet bekend, maar
de mogelijkheid is niet uitgesloten dat
ouders, van wie een kind werd geroofd,
hiervan geen aangifte durven doen in
verband met eventuele represailles van
de zijde der kinderrovers.
Zo- is de correspondent van Aneta te
Bandung een geval ter ore gekomen van
een Chinees jongetje, dat in Djakarta
niet naar de ouderlijke woning terug,
keerde. De vader kreeg kort hierop be.
zoek van een drietal lieden, die hem ver
telden, dat hij zijn zoontje, dat zich er.
gens in Bandung moest bevinden, terug
zou krijgen, indien hij een bedrag van
tienduizend rupiah zou betalen. Zo met,
dan zou hij zijn kind nooit terug zien.
Dit zou eveneens het eeval zijn, indien
hij van een en ander aangifte bij de
politie zou doen.
Donderdag en Vrijdag heeft boven de
Nederl. Bovenwindse eilanden St. Maar
ten, Saba en St. Eustatius een gevaarlijke
'Saba en St. Eeustatius een gevaarlijke
orkaan gewoed, waarvan de nadering uit
het Oosten uit de richting van Antigua
was aangekondigd. Het vliegveld van
St. Maarten kwam door hoge zeeën on
der water te staan en de radiomast woei
ZONDAG 3 September: 14de Zondag
na Pinksteren; Mis v. d. dag; 2 tot alle
heiligen; 3 naar keuze; Credo; prefatie
v. d. H. Drievuldigheid; groen. Roer
mond: kerkwijding v, d. kathedraal; Mis
Terribilis; 2. gebed v. d. Zondag; Cre
do; prefatie van de H. Drievuldigheid;
laatste evangelie v. d. Zondag; wit.
MAANDAG: Mis v. d. 14de Zondag na
Pinksteren; 2 tot alle heiligen; 3 voor
alle overledenen; 4 naar keuze; (Roer
mond: 2 kerkwijding); gewone prefatie;
groen.
DINSDAG: H. Laurentius Justinianus,
bisschop, belijder; Mis Statuit; 2 tot al
le heiligen; 3 naar keuze; (Roermond;
2 kerkwijding; 3 tot de H. Maagd; Cre
do) gewone prefatie; wit
WOENSDAG: Mis v, d. 14de Zondag
na Pinksteren; 2 tot alle heiligen; 3.
naar keuze; gewone prefatie: groen.
Roermond: onder het octaaf v. kerkwij
ding; Mis Terribilis; 2. tot de H. Maagd;
3 voor kerk of Paus; Credo; gewone
prefatie; wit.
DONDERDAG: als Woensdag.
VRIJDAG: Mana-geboorte; eigen Mis;
(in gelezen Missen: 2 H. Hadrianus;
Breda: 3 voor de Bisschop); Credo; pre
fatie v. O. L. Vrouw; wit.
ZATERDAG: Mis v. h. feest v. Maria-
geboorte; 2 H. Gorgonius; 3 tot de H.
Geest; prefatie v. O. L. Vrouw; wit
Roermond: onder het octaaf v. Kerkwij
ding; Mis Terribilis; 2 H. Gorgonius; 3
tot de H. Maagd; Credo; gewone prefa
tie; wit.
ZONDAG 10 September: 15de Zondag
na Pinksteren; Mis v. d. dag; 2. H. Nico-
laas; (Roermond: 2 kerkwijding; 3 H.
Nicolaas; 4 H. Theodardus); Credo; pre
fatie v. d. H. Drievuldigheid; groen.
Advertentie
Telefoon 37X32 37133
CENTRALE VERWARMING
OLIE STOOKIN STALLATIE3
Over de bloeiende Veluwe-heide ligt
een taptemelkkleurig plasticgordijn.
De diesel naar Zwolle zit vol met
Zaterdagmiddagklanten.
In het hoekje bij het raam zit het
meisje. Naast haar de jongeman. Tus
sen hen in liggen twee handen ineen
gestrengeld op het leer van de zit
ting.
„Heb jij deze week wat verkocht,
Jan?" vraagt het meisje.
Jan is reiziger-in-bakstenen, slank-
lang en geboren in Zwolle.
„Ik mag niet moppni. En jij. zit jij
nog steeds bii die familie in die spoor-
waagn?''
Het meisje, dikkort. blijkt kraamver
zorgster te zijn. Uit de flarden ge
sprek valt ov te maken, dat het jonge
paar over twee weken in de echt ver
bonden gaat worden.
Beiden staren naar buiten, vermoe
delijk. zonder iets ie zien.
„Waar denk je aan. Jan?"
Jan^denkt aan de trouwmis-met-lo
per, de bouquet voor het brvidsmeisje-
in-oud-rose en de bruidssuikers voor
de misdienaars-met-rooie-toog, maar
zegt:
,Jk kan me maar niet voorstellen,
dat ik het ben. die over veertien da
gen met jou ga trouwen, Tonny."
De diesel-idylle wordt nu enkele
ogenblikken voortgezet met zacht
ogenspel.
,,'t Is toch heus waar, jonger.. Voor
jou laat ik Amsterdam in de steek en
kom in Zwolle mijn verdere leven
slijten."
„Moakt U sich geen sorg, dacme."
mengt een Amsterdamse medereiziger
zich brutaal in het gesprek, „in Zwolle
slijt een menseleven niet, je ken dur
niet eens met goed fesoen dood gaon,
omdat daro nog nooit iemand wat-je-
noemt geleefd hep."
(Vervolg van pap. 1)
Maar als hij nu geen geld had om zulk
een fabriek te beginnen of geen capa
citeiten. of bij een andere baas geen
werk kon vinden? 't Is waar. dan tastte
dat alles de wezenlijke vrijheid niet
aan, maar in feite was waar hetgeen de
staatsman Groen van Prinsterer reeds in
1870 had vastgesteld, dat weliswaar al
gemene vrijheid werd gepredikt, maar
dat in werkelijkheid een ondraaglijk
slavenjuk was gelegd op de schouders
der arbeiders. Hier was derhalve spra
ke van een principiële erkenning van
het recht op het gebruik maken van de
vrijheid door iedereen, maar in de prac-
tijk werd het een voorrecht voor enke
len en een schreeuwend onrecht voor
verreweg de meeste mensen. Voor de
ondergeschikten bleef er alleen het
recht om een individueel arbeidscon
tract af te sluiten, maar zelfs daarin
werden hun de voorwaarden nog een
zijdig dictatoriaal opgelegd.
Het was de grote dr. Abraham Kuy-
per, die in 1874 voor het eerst in de
Tweede Kamer de ontwikkeling van een
speciaal Arbeidsrecht verdedigde, op
grond o.m. van het misbruik van het
recht dat anderen maakten.
We hebben de neiging om te zeggen:
de rest van de geschiedenis kennen we.
Was het aanvankelijk zeer schoorvoe
tend, langzamerhand begon zich de
staatsoverheid steeds meer met allerlei
kanten van het sociale en economische
leven te bemoeien. Eerst kwamen er al
lerlei verbodsbepalingen. Verbod van
kinderarbeid, verbod van het fabrice
ren van fosforlucifers; toen beschermen
de maatregelen, zoals het afschermen
van bepaalde gevaarlijke delen van ma
chines; daarna regelende en helpende
wetten: arbeidswet en sociale verzeke
ringswetten. Toen maatregelen om da
boeren aan een althans enigszins behoor
lijke opbrengst van hun artikelen te
helpen. Vervolgens bepalingen voor het
beschermen van de middenstand en (ab
normale omstandigheden dwingen tot
abnormale maatregelen) in de laatste
wereldoorlog en onmiddellijk daarna
groeide een toestand, waarin heej het
economisch leven was doorkruist met
prikkeldraadversperringen en voorzien
van gebods- en verbodsbordjes: dit moet
gij doen en dat moogt ge niet.
De menselijke vrijheid, eertijds tot een
aanfluiting gemaakt door enkele kapi
taalkrachtigen, werd opnieuw tot een
recht zonder inhoud, alleen de» instan
tie die er de bewerker van was Bad een
ander gezicht gekregen. Het zij toege
geven: een meer humaan gezicht, maar
met het masker van het uit marmer ge
houwen wetsgelaat. En ware het zó door
gegaan, dan zou zonder enige twijfel in
de plaats van een gruwelijk particulier
kapitalisme een misschien nog gruwelij
ker staatskapitalisme ook in ons brave
landje zijn intrede hebben gedaan.
Maar terwijl men werkte aan overheids
maatregelen en de bescherming van de
economisch zwakkeren op korte termijn
beoogde, leefden toch in hoofd en hart
van vooral de katholieke en christelijke
sociologen de gedachte en de overtuiging,
dat de mensen zelf in hun eigen vrije
organisaties de zaken moester, regelen,
waartoe zij de plicht, het recht en de
competentie bezitten. Zie. dat is de die
pe zin van de door de P.B.O. goed ge
ordende vrijheid en de wijze waarop
hiervan gebruik wordt gemaakt: er
kenning van het recht op vrijheid voor
allen, tot uitdrukking komende in de
pariteit van bestuursbevoegdheden in de
besturende organen van de P.B.O., er
kenning ook van de plicht van de over
heid om toe te zien, te leiden en te sti
muleren, dat het algemeen welzijn goed
wordt behartigd. Vandaar de samen
stelling van het hoogste bestuursorgaan
van de P.B.O., de Sociaal-Economische
Raad; 15 leden-werkgevers, 15 leden-
werknemers en 15 bestuursleden, aan
gewezen door de overheid.
Naar eerst thans wordt vernomen,
heeft een bende van ongeveer 150 ma»,
met geweren gewapend. Zaterdag 19
Augustas het emplacement van de rub
beronderneming Tjimanggu in het Sn-
kabumische aangevallen; de onderne
ming ligt tien km. van Tjibadak. De be
wakers en de overige aanwezigen wer
den bedreigd en in de woningen en het
rookhuis opgesloten. De bende verdween
met Ui ton rubber en alle aluminium
coaguleerbakken.
De yolgende dag werd het emplace
ment van de onderneming Tjikembang
aangevallen. Ook daar werd een partij
rubber buitgemaakt. Er ontstond een
vuurgevecht tussen de bewakers en
bendeleden. Ook op de thee- en rubber-
onderneming Mandaling werd geroofd.