Vormingsinstituut „Rusthoek" van K.V.P. thans opengesteld PERMANENT 4' SCHELDE P&JSMAAC Militaire actie in de Zuid-Molukken Mensen op reis „Kaderleden van partij moeten inzicht in concrete staatkunde hebben Utrecht wijnstad voor de duur der Jaarbeurs 01/// SS e SOCIALE BLINDENWET IN ONS LAND NOODZAAK Wachter, wat is er van de nacht? fcV>' Kinderroof in Bandung Goed geordende vrijheid haarden KORSTEN van 1848 Rede van Andriessen Vlot kapseist v&FA/Hvpe OUDERS VAN BERTHA HOREN HAAR STEM Pseudo-vogelpest onder wilde eenden Niet alleen liefdadigheid Meer steun van particuliere zijde wmm Goederenvervoer met binnenschepen Ook Europees kind het slachtoffer Gewapende overvallen op ondernemingen ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1950 PAGINA 5 99 Rede dr. Albering Oude Proever NhlEKBH J^GeneWi Tt^cktVüdiHüMdit éotteiKtjJo verschijnen als de zomer gaat ve rdwiinen 1950 Waorden onder dwang ingegeven? - Wetsontwerp ingediend Wilde vaairt in handen van bedrijfsleven Liturgische weekkalender Heerengracht 408 Amsterdam (Van onze verslaggever) „Rusthoek" is een der grootste en mooiste buitenplaatsen van Baarn, gelegen op 4 H.A. grond, die vóór 1880 tot de landgoederen van Prins Hendrik der Neder landen behoorden. Het was in 1905 dat aan de toenmaals befaamde bouwheren Schille en Haverkamp door de Amsterdamse tabakshandelaar Willem Jiskoot opdracht werd gegeven de huidige villa te bouwen, een enigszins sobere aan duiding voor het architectonisch schone gebouw, dat eerder doet denken aan een vriendelijk Gelders kasteeltje. Overigens heeft het buiten zijn naam weinig eer aangedaan, want het wisselde meermalen van eigenaar en diende o.a. Seyss Inquart tot residentie en de Canadezen tot stafkwartier. Doch zijn vreemdsoor- tigste bestemming heeft het misschien thans wel gevonden. Of is het niet vreemd maar veeleer een symptoom van een dynamische ontwikkeling op sociaal-econo misch terrein, dat in dit gebouw, gegrondvest op kapitaal „uit de tabak", spoedig een onderwerp als Bezitsspreiding stellig ter sprake zal komen? Want „Rust hoek" heeft sinds enige tijd. weer een nieuwe eigenaar en het is het Vormings instituut der K. V. P. dat er sinds gisteren onderdak vindt. kennis der beginselen zijn bij de vol voering van ons staatkundig werk no dig. De besturen der stands- en jeugd organisaties behoeven dus niet voor „concurrentie" te vrezen. Hun werk ligt op algemeen godsdienstig, cultureel en sociaal terrein; het instituut beperkt zijn vormingswerk tot zuiver staatkun dig en politiek gebied. Met het Centrum voor Staatkundige Vorming zal een goede samenwerking mogelijk zijn, daar beider werkzaam heden in een eigen vlak liggen. Voorts betekent de oprichting van het insti tuut, dat de leiding van de partij het katholieke volksdeel wil versterken in zijn overtuiging, dat een eigen partij vorming der Nederlandse katholiekeu in de huidige verhoudingen noodzake lijk is. Sneller ging een zo veeleisende harte- Wens wellicht nooit in vervulling. Op een vergadering van de Partijraad in Februari 1949 kwam het onderwerp voor het eerst ter sprake en nu, reeds anderhalf jaar later, kan partijvoorzit ter W. J. Andriessen zijn eerste adspi- I rant-kaderleden hinnenkort tussen het j eeuwenoud geboomte in de richting van het bordes zien verdwijnen. Niemand anders dan de heer Andries- j sen zal echter ook beter weten, dat men bouwvakarbeiders die momenteel de laatste hand aan het gebouw leggen niet bij hun arbeid moet storen, en het Was dan ook in hotel Zeiler te Baarn. dat hij zijn getrouwen en gasten ter plechtige opening, o.w. de ministers Van Schaik, Rutten en Struycken, welkom heette. De steeds groter wordende staatstaak- zo zei de heer Andriessen in zyn rede, en de steeds verder gaande staatsbe moeiing geheel afgezien van het feit of die overal even wenselijk is en op Verschillende terreinen, als in de P.B.O.. niet moet worden omgebogen eisen van de burger veel meer kennis en inzicht Van het waarom der concrete staatkun de, dan een halve eeuw geleden. Dat inzicht en die kennis moeten ten minste aan de kaderleden der partij worden bij gebracht, die dan op hun beurt in bre dere kring weer de nodige voorlichting kunnen geven. Doch tevens zullen hun de beginselen en normen, niet slechls hit eigen kring, maar ook van politiek andersgezinden, moeten worden bijge bracht, opdat kennis en inzicht ook ef fectief kunnen zijn. Het doel van het instituut blijft bin nen de doelstelling der partij, want het woord van Schaepman een school van Werklieden met rotsvast geloof en ken nis" is niet uitsluitend voor de katholie ke arbeiders bedoeld, doch geldt in zijn volle kracht voor het gehele katholie ke volk van Nederland. Geloof in de eeuwige waarheden en Vervolgens memoreerde de heer An driessen hoe men hem, na de kader- dagen te Weert, de uitlating in de schoenen heeft willen schuiven, dat de doorbraakidee de bedoeling had de stijgende invloed der Katholieken tegen te houden cf te verminderen. Dit is on juist. Spr. trok hier slechts de nood wendige conclusie uit de praemisse, door een bepaald weekblad in een uit lating gesteld. Men moet dus niet spr. hierop aanvallen, maar het bedoelde weekblad. Wanneer Het Vrije Volk na een onjuiste interpretatie van spr.'s woorden daaraan dan nog toevoegt, dat de confessionele partijen hun emancipa tie-taak hebben volbracht en nu nog slechts aan „Prinzipienreiterei" en con fessionele machtspolitiek doen, dan weten wij hoe de P. v. d. A. over onze eigen partijformatie denkt. Wanneer men echter een volksgroep, die zich uit een diep gewortelde over tuiging in een eigen partij heeft geor ganiseerd, deze dingen verwijt, dan hapert er iets aan de juiste instelling. Een dergelijk pijnlijk oordeel is niet bijster geschikt om de onderlinge ver houdingen gunstig te beïnvloeden, want in feite wordt hier de ernstige beschul diging gelanceerd dat het algemeen welzijn bij de gelaakte groep en haar partij niet veilig is. Laat men haar bedoelingen en inten ties niet intact, dan zal de K.V.P. der- Wanneer de bezoeker van de Utrecht se Jaarbeurs zich 's avonds wat zal wil- 1en verpozen, dan is het geenszins nood zakelijk dat hij de trein neemt naar Amsterdam of Den Haag, want de Dom stad zelf zal hem in die dagen attracties bieden, die ieder waarachtig Europeaan 'er harte zullen gaan. Utrecht zal in die dagen wijnstad zijn, en het zullen spe ciaal de Franse wijnen zijn, die hun „bouquet" voor de bezoekers zullen ten toon spreiden. Onder leiding van de V.V.V. Utrecht en het Benelux-Comité heeft een aantal autoriteiten en persvertegenwoordigers gisteren daarvan in de meest letterlijke Zin des woordS een voorproefje mogen genieten. Gestart „Chez Madame Bene lux" op het Oudkerkhof belandde men 'n Finjé's Stadskelder aan de Oude Gracht, waar in de gewelven van het yoormalige Barbaraklooster een half mil- üoen flessen wijn en zeer oude, eerbied waardige fusten de bezoeker in de ge- Paste stemming brengen. Doch al zijn wij dan geen „Chevalier de Tastevin" ge- Worden, al kunnen wij niet als een We- rumeus Buning u deze voortreffelijke Beaujolais beschrijven, wij deden toch biet als verschillende autoriteiten en enige collega's, die het water boven de Wijn profereerden. Toen men namelijk op een gegeven moment met een vlotje de Oude Gracht moest oversteken om ook de Dépendance te bewonderen èn te beproeven, werd het voor vier man bestemde vlot met veertien man af geladen. waarop het natuurlijk, na enige schommelen, midden in de Oude Gracht kapseisde. Gelukkig bestond de totale schade naast de natte pakken slechts uit enige brillen en een wandelstok, doch hoe dankte uw correspondent de Liéve Heer dat hij voor de verleiding van een tweede glas Beaujolais was be zweken en bij de tweede groep was ingedeeld. Hij was nu ook geen slachtoffer van het talrijke publiek klokslag twaalf bur vond het ongeval plaat:. en wel gemoed en droog van buiten kon hij 'hans in een ordentelijke boot de tocht baar de Raadskelder voortzetten. 'Hoe han men toch zeggen, dat Utrecht een s'ijve stad is, waar de Vroede Vaderen Zelf de wijnhandel hebben bedreven. Teruggekeerd op het Oudkerkhof wacht te ons daar het pièce de résistance, de „Bibliothèque des Vins". waar ons een voortreffelijke Beaune werd geschonken. Helaas, hebben wij deze bibliotheek of is het vinotheek? slechts kort mo gen „doorsnuffelen." De heer Andriessen riep ons naar Baarn. Wij vertrokken met niet zo erg hooggestemde gedachten over de K.V.P. In de loop van de mid dag verqnderde dat wel weer. Doch de Jaarbeursbezoeker weet nu althans waar hij wezen moet. gelijke aantijgingen niet over haar kant laten gaan. Dit is ook een der vruchten van de emancipatie. Na namens het partijbestuur allen, die er aan hebben meegewerkt de stichting van het instituut mogelijk te maken, hartelijk te hebben bedankt, besloot voorzitter Andriessen zijn rede met Gods zegen en rijke vrucht over „onze klein menselijke arbeid" af te smeken. Vervolgens was het woord aan de directeur van het nieuwe instituut, dr. L. A. H. Albering. Het besef van het gebrek aan zelfbewustzijn der vooroor logse democratie, aldus de secretaris der partij, en de gelegenheid tot bezinning op haar wezen en waarden gedurende de oorlog, deden de verwachting ontstaan dat een bewust democratisch streven na de bevrijding kleur en bezieling zou geven aan het politieke leven, een ver wachting, die door de na-oorlogse om standigheden m.n. door maatschappelijke wijzigingen niet in vervulling is gegaan. Hoezeer de massabeïnvloeding van be tekenis kan zijn, het politiek bewust maken eist op de eerste plaats de vor ming of verdere ontwikkeling van de politiek leiding gevende personen, der intellectuelen en der vooraanstaande figuren uit de sociale organisaties. .Want de mentaliteit van het volk, zijn streven en zijn verlangen, worden momenteel niet zozeer „gemaakt" door het officiële gesproken* of geschreven woord, als wel door het gesprek in beperkte kring. De vorming van het politieke kader en het daaruit voortvloeiende blijvend contact ook actief door gevraagde menings uiting over voor te leggen vraagstukken zullen de „stem des volks" tot in de partijleiding doen doordringen en het zelf-doen stimuleren. Aan het bezwaar der intellectuelen, al dan niet academisch gevormd, dat de vergaderingen der partij voor hen zo weinig aantrekkelijks be zitten, wil het Instituut tegemoet komen door het organiseren van een „diepere vorming", die hopelijk de offerzin bij deze groep wakker zal roepen, nodig om de door de andere bevolkingsgroepen met klem gevraagde leiding te kunnen geven. Deze vorming, waarvan gehoopt wordt dat zij in het bijzonder ook de studenten, zo priesters als leken, zal trekken, kan voor; de harmonische op bouw van onze gemeenschap van grote betekenis worden. Als derde taak wil het Instituut gesprekcentrum zijn voor representatieve figuren uit de vele groe peringen van ons volksdeel. Advertentie De edelste grondstoffen, een eeuwenoud recept, het meesterschap van de vakman, zij schenken U een superieure genever waaraan reeds acht geslachten de voor keur gaven. Advertentie NATIONALE BINNENKORT IN DIT BLAD De heer Tiessen heeft Vrijdagmiddag een bejbek gebracht aan de familie Hertogh te Bergen op Zoom. Bij het onderhoud waren tevens uitgenodigd enkele leden van het comité-Bertha Hertogh. De heer Tiessen gaf tijdens dit onderhoud een uitvoerige uiteenzetting van hetgeen hij tijdens zijn verblijf in Singapore betreffende de kwestie-Ber- tha Hertogh is te weten gekomen en van de bemoeiingen, die hij gedaan heeft in het belang van de ouders van het kind. Hij zette uiteen, welke betrekkin gen hij had gehad met personen en in stanties, zowel in Singapore als in Ne derland, en gaf als zijn mening, dat alles in het werk moet worden gosteld om Bertha zo snel mogelijk weer met haar ouders te verenigen. Op verzoek van de heer Hertogh draaide de heer Tiessen de plaat, waarop hij in Singapore de stem van Bertha heeft vastgelegd, zodat de heer en me vrouw Hertogh de stem van hun doch tertje hebben kunnen beluisteren. Mevr. Hertogh, die de Maleise tekst met in tense aandacht aanhoorde en deze be hoorlijk kon verstaan, herkende ogen blikkelijk de stem van haar kind, maar gaf als haar mening, dat wat Bertha zei, onmogelijk spontaan uitgesproken kan zijn en dat dit haar slechte onder dwang- kon zijn Ingegeven. In een massale vergadering van Mos lims te Singapore hebben deze ver klaard, dat zij Bertha Hertogh tegen iedere poging om haar aan haar ouder§ terug te geven zullen beschermen. De vergadering nam een resolutie aan, waarin besloten wyri door een delega tie van Moslims protest te laten indie nen bij de Nederlandse consul-generaal in Singapore tegen dé nieuwe zaak met betrekking tot Bertha Hertogh, welke Maandag a.s. in kort geding zal dienen en waarbij het Hof verzocht wordt het huwelijk van Bertha onwettig te ver klaren en haar aan haar ouders terug te doen geven. De voorzitter van de vergadering verklaarde, dat deze zaak „de waaAgheid van de Islam raakt". „De NedRianders mogen gewaarschuwd zijn, dat de Moslims zich aan de Koran houdbn en niets viezen". Langs de Friese kust van het IJssel- meer zijn deze week een aantal dode wil de eenden aangespoeld die, naar thans gebleken is, gestorven zijn aan pseudo- vogelpest. De burgemeester van Lem- sterland heeft in dit verband via de dorpsomroeper een mededeling doen uit. gaan, waarin hij waarschuwt tegen het medenemen en eten van gevonden dode eenden. Ons land telt op het ogenblik ongeveer 4500 blinden, van wie 2100 tussen de 18 en 65 jaar. Een Rijksenquête heeft uitgewezen, dat slechts 10 vanhen in staat is geheel in eigen levensonderhoud te voorzien. Hoewel de verschillende Blin- denbonden er naar streven deze mensen werk te verschaffen, blijkt het rende ment daarvan dikwijls onvoldoende. Toch moeten ook de blinden een redelijk bestaan kunnen leiden. Toen minister Drees in 1948 een Rijksblindencommissie benoemde om de noden der blinden en de mogelijkheid om deze op te lossen te onderzoeken, bleek ook de overheid zich het lot van deze blinden aan te trekreen. Trouwens ook van particuliere zijde zou meer kunnen worden gedaan, even tueel nadat er meer blinden waren ge schoold en herschoold. Als men hoort, dat in Hamburg van de tweeduizend blinden, zevenhonderd in hun eigen levensonderhoud voorzien, dan blijkt daaruit wel, dat blindheid niet nood zakelijk tot afhankelijkheid van anderen behoeft te leiden. Zolang echter de zorg voor de blinden geheel wordt overge laten aan de liefdadigheid en de toe vallige bereidheid der gemeentebesturen kan men niet verwachten dat een grote verbetering intreedt Alleen een behoor lijke sociale blindenwet kan hier wer kelijk uitkomst brengen. De commissie heeft hard gewerkt en kwam gereed met een wetsontwerp, dat alle Nederlandse blinden tussen de 18 en 65 jaar een minimum-inkomen ga randeerde, dat gedeeltelijk de verblijf- kosten verzekerde voor de jeugdige blinden, die in een blindeninstituut on derwijs genieten en dat aan de Blin denzorg een subsidie verleende, zodat deze niet meer geheel van liefdadigheid afhankelijk zou zijn. Er was rekening mee gehouden, dat degenen, die daartoe in staat zijn, voor zich zelf zouden zorgen en dat op de uitkeringen persoonlijke ijver en ar beidsrendement van invloed zouden zijr. Heel deze regeling zou per jaar een be drag vorderen van 1.250.000. De Rijkscommissie heeft dit ont werp aangeboden aan minister Joe- kes en hierover besprekingen ge voerd. Het resultaat is weinig hoop gevend. De minister schijnt van me ning te zijn, dat het Rijk deze uit gave niet kan doen in verband met zijn financiële positie. Dit te meer, waar men dan ook t.a.v. andere min der validen soortgelijke voorzienin gen zou dienen te treffen. Hier staat tegenover, dat tot nu toe geen ver zoeken van andere groepen het mi nisterie van Sociale Zaken hebben bereikt. De eerste groep, die hier voor, na de blinden, in aanmerking zou komen, zou die der doofstom men zijn. Het staat echter vast, dat deze veel minder gehandicapt wor den in hun werk dan de blinden, zodat van deze groep 90 pet. in het eigen onderhoud kan voorzien. Bovendien lijkt ons het argument, dat men de ene groep, die hulp behoeft, niet kan helpen, omdat men dan ook andere hulpbehoevenden zou moeten helpen, niet bepaald sterk. Met dat al is het thans zo, dat de jeugdblinden in totaal heeft Nederland slechts een vier honderd blinden beneden 18 jaar bij na allen in de blindeninstituten onder wijs ontvangen. Voor zover nodig, wor den de kosten hiervan door de gemeen ten gedragen. Naast het gewone lager onderwijs ontvangen de leerlingen hier, als hun capaciteiten dit toelaten, ook vakonderwijs. Menige blinde verlaat als gediplomeerd steno-typist het instituut. Naast een kleine groep blinden, die in ons land de kost verdient als kantoor bediende, telefonist (een vak dat de blinde zeer goed blijkt te liggen) of als zelfstandige in het vrije bedrijf, zijn er veel, die in de gemeentelijke werkplaat sen of in de werkplaatsen der Blinden zorginstanties werkzaam zijn als bezem binders, borstelmakers, mandenvlechters enz. In de praktijk blijkt echter dat deze bezigheden onvoldoende opleveren om in het levensonderhoud te voorzien, zo dat dit toch neerkomt op gemeentelijke armenzorg of liefdadigheid. Bovendien vallen blinden, die op deze speciale werkplaatsen werken, Ijjuiten de sociale voorzieningen. Voor de- blinden op het platteland, die werk ontvangen door bemiddeling van Blindenzorg, is de toestand eer slechter dan beter. Zij zijn in het algemeen gesproken zuiver af hankelijk van de welwillendheid van het gemeentebestuur en de financiële draag kracht der Blindenzorginstantie. Is het niet merkwaardig en te be treuren tevens, dat in ons land, dat over het algemeen op sociaal gebied zo'n goede naam heeft, geen sociale blindenwet bestaat, dit in tegenstelling met b.v. België en de Verenigde Sta ten? Op 26 April 1950 werd de Zuid-Molukse republiek uitgeroepen. Enige maanden later hadden landingen plaats op de eilanden Boeroe en Ceram van aanzienlijke eenheden der T.R.I. De gelande troepen zouden in „hevige" gevechten gewikkeld zijn öeweest, maar niet vermeld wordt met wie zij hebben gestreden- Volgens de bladen werden de „hoofdsteden" Namlea (Boeroe) en Piroe (Ceram) „ingenomen." Men moet die negorijen met een paar honderd inwoners kennenSedert vernam men niets meer van hetgeen er in de Zuidelijke Molukken gebeurt. De „Hang Toea" kruist als een spookschip misschien nog wel rond in de Zuid-Molukse wateren. aangewezen op Boeroe, maar vooral op Ceram of Noeosa Ina, d.i. Moeder- eiland. Voor wat betreft de maatschappelijke, staatkundige en economische toestan den der Zuidelijke Molukken kan ge zegd worden, dat zij uit twee ongelijk- ling is van de landingen op Boeroe en V^heeRrfram tueerd, doordat Ceram, grote en schaarsbevolkte eilan- f tt hp 1 ukeni 1 en Hike Molukken t-L u:en Boeroe en de Zuidelijke eilanden- lrlH. groepen met een jonge geschiedenis en een geringe ontwikkeling tegenover het kleine, historische gebied van de eigenlijke specerij-eilanden, de Ambon- Oeliassers-groep en de Banda-groep. Destijds schreef Van Deventer, de be kende voorvechter der ethische politiek, nadat hij een reis naar Ceram en Sa- Men vraagt zich af wat wel de bedoe- den. De binnenlanden worden bewoond door de heidense Alfoeren, terwijl de bevolking der kustnegorijen uit Chris tenen en Mohammedanen bestaat. Het is strategisch in theorie zeer goed gezien, dat men de sago-voorraad- schuren van Ambon en de Oeliassers (Saparoea, Haroekoe en Noesa Laoet) - 2 „1 i IldCid L I1JJ CCU 1C1S Ui poogt af te grendelen. Amhnn paroea had gemaakt: „Tussen beide Op Java teven er een.aantal Ambon- £Uanden ligt%en ruimtë, die men in nezen, die uit Am enige uren stomens oversteekt; tussen geboren, geheel vervreemd zijn van hun beschavingen van beide gebieden land van oorsprong Het betreffende ligt egn tljdsv*rloop van eeuwen". Al advicis zal wel g J h heeft deze tegenstelling in de loop der dier lieden, die ontgroeid zijn aan net tijd. h schernta verloren eisen land en tot hoge posities zijn op- "Jnen \eei van naar scnerpte verioren, a). „ÏSnhlipk met enige beperking kan zij toch nog geklommen in de p op beden van toepassing worden Sago is het volksvoedsel in de Mo- verklaard lukken en het eiland Amboina is niet streken, rijk aan sagodoessoens. Men heeft en-* artikelen, leeft de bevolking dienover eenkomstig zoals vrijwel alle Indone sische volken dat trouwens nog doen van dag tot dag. De betrekkelijke over vloed, die de bodem van nature biedt, of het gemak, waarmee men in het ont brekende kan voorzien, sluit de nood zaak uit, zowel om over te gaan tot een bebouwing van enige betekenis van ei gen bodem, ais om zich met ernst toe te leggén op handel of industrie. Het onderling hulpbetoon, in Indonesië „toe- loeng menoeloeng", op Ambon „masohi" genaamd, heerst nog algemeen en krach tig en openbaart zich o.a. bij huizen bouw en winning van sago. Dit onder ling hulpbetoon wordt geboren uit het besef van nauwe saamhorigheid. En de ze saamhorighêid wordt nog geaccen- doordat de bewoner der Zuide- cen geheel ander mens is dan de Indonesiër. Zij behoren n.L tot een oorspronkelijk Melanesische be volkingslaag, die zich weliswaar in de loop der eeuwen met andere bevolkingen heeft vermengd, maar die niettemin overwegend het Melanesische karakter heeft behouden. Zij vormen dan ook een geheel aparte bevolkingsgroep, die zich physiek volkomen onderscheidt van de Indonesiërs. De Melanesische ken merken overheersen de prae-Maleise. Dit heeft ook zijn stempel gedrukt op de geestelijke gesteldheid en het volkska rakter der Zuid-Mdlukse bevolking. In nerlijk vormt de Zuid-Molukken-bewo- ner zo mogelijk nog meer dan uiterlijk kele vrij grote aanplantingen, b.v. te Hoetoemoeri en Waai, en ook op de Oeliassers zijn min of meer grote aan plantingen. Men is echter in hoofdzaak het tegenbeeld van de Indonesiër, die n van toepassing worden tot de bevon<;ing van het Westelijk ge- op de hiervoren genoemde deene van de Archipel behorend, naar lichaam en ziel moet worden ingedeeld bii de Mongoloïde Maleiers. De sinds eeuwen gekerstende Ambo nees is ook religieus de antipode van de voor het overgrote, d.w.z. 9/10e deel Mohammedaanse Indonesiër en staat in zijn dénken en doen veel dichter bij de Europeaan, dan de Maleier. Wat nu de bevolking van Ceram en Boeroe betreft het volgende. Gewapen derhand moest door het Gouvernement op Ceram worden opgetreden gedurende 1903 t/m 1909 en in 1914 en 1915 in de onderafdeling West Ceram; in 1904, 1908, 1912 en 1919 in de onderafdeling Wa- Het economisch aspect van die Moluk se samenlevingen kan men wellicht het best omschrijven als een zelfgenoeg zame producten-huishouding. Alle ar beid, die gepresteerd wordt, strekt tot voortbrenging van datgene, wat nood zakelijk is voor direct levensonderhoud van de groepsgenoten. Daar op eigen bodem, althans op de eilanden in de on middellijke omgeving, voldoende voor raden aanwezig zijn om levensonderhoud aan allen te verschaffen, bepaalt de arbeid zich tot het winnen van sago, vruchten en andere consumptie-artike- - SL .- len, tot vissen, jagen en het boüwen hw; m 1912 inde onderM^mg^AmOi^. Een grote zeilprauw in de baai van Amahei Zuid-Ceram van woningen en ook tot 't onderhouden van een buurtverkeer met de omliggen de eilanden (vooral Ceram). Men be trekt van daar meer in het bijzonder al datgene, wat de eigen bodem niet, of onvoldoende, dan wel ten koste van meer arbeid zou opleveren. Dit buurt verkeer geschiedt niet met handelsoog merken en om ruilverkeer te bedrijven. Een systeem van vriendschapsverbon den, „péla" geheten, verleent aan de ene stam de open deur. terwijl daarte genover hulp en bijstand tegen stam- vijanden wordt gewaarborgd. Men acht zich door zulk een verbond zodanig aan elkaar vermaagschapt, dat huwelijken onder péla-genoten bij de adat verbo den zijn en als bloedschande worden aangemerkt. Waar de arbeid uitsluitend het karak ter draagt van produttie van verbruiks- Op Boeroe moest militair worden inge grepen in de jaren 1913 en 1917. In het Westen van Ceram werd de grootste tegenstand ondervonden. De voornaamste reden hiervan moet worden gezocht in het krijgshaftig karakter van de op Ceram wonende stammen. Steeds leefden zij met elkander in oorlog, doch wanneer het er op .aan kwgm de vreem deling te bestrijden, betoonden zij zich solidair tot het uiterste. Jan Pietersz. Coen rapporteerde over Ceram aan „die Heeren Zeventien": 't Geberchte van Ceram is bewoond met een seècker volck die gemeenlyck Al- foures of boeren genaempt worden. Zij gevoelen wel datter een God is maer hebben weynich kennisse van religie ende plegen seer vreemde superstitie". Een Alfoer van West-Ceram, met parang (kapmes) en schild. Ook de grote Georgius Everhardus Rumphius, de Plinius indicus en blinde Ziener van Ambon spreekt in zijn „Ambonse historie" over de Ceramse Alfoeren als van „wilde bergboeren" en vergeet natuurlijk niet van hun „oude heydense superstitiën" gewag te maken. In een Maleise publicatie in een Am- bons blad lezen wij: „De aard der zwar te Alfoeren (d.z. de bewoners van West-, Ceram) is ruw en moedig. Zij houden zich aan de gebruiken hunner voor ouders (tètèknènèk-mojang) en de oer- zeden zitten hun in het bloed. Zij zijn wild, vechtlustig en strijdbaar en wonen hoog op de ontoegankelijke bergen aan de bovenloop der rivieren." Over het gehele eiland, dat half zo groot is als Nederland, verheft zich een hoog gebergte en het binnenland i? zo sterk geaccidenteerd, dat de desappre ciatie der Nederlandse fuseliers „Op Ceram vind je nergens een plekje om je bittertje neer te zetten", tot een ge vleugeld woord is geworden. De weerbaarheid der Cerammers zal nog verhoogd zijn doordat het in de oor logstijd en daarna niet moeilijk was om in het bezit te komen van moderne vuurwapens en voorraden munitie. Wij vernemen vrijwel niets omtrent de krijgsverrichtingen der T.R.I. op de Zuid-Molukse grote eilanden en dat komt zeker niet, omdat het de op Ce ram en Boeroe gelande troepen naar wens gaat. Wij voorspellen de Javaanse leger eenheden geen gemakkelijke tijd en verwachten van hun operaties weinig of geen succes. G. L. T. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot „regeling voor het vervoer van goederen met binnensche pen". Uit de Memorie van Toelichting blijkt, dat de minister de mogelijkheid heeft geschapen, te eniger tijd de rege ling van de bevrachting in de wilde vaart, kortweg genoemd de beursrege- ling, in handen van het bedrijfsleven te stellen. Hij wil reeds thans verklaren, dat hU voornemens is zo spoedig mo gelijk tot deze overdracht over te gaan, zodra voldoende waarborgen zijn gebo den voor een behoorlijke uitvoering van deze regeling. Hoewel de minister van oordeel is, dat de beursdwang, zoals deze tot heden werd toegepast, onvoldoende mogelijk heden liet tot een doelmatige bedrijfs voering, ziet hij anderzijds zeer wel in, dat het handhaven van de beursdwang. ook na de overdracht van de beurs- regeling aan het bedrijfsleven, oen be langrijke bindende factor is voor de bedrijfsgenoten en het groeiende orga nisatiebesef ten goede komt. In vervoer derskringen is een grote meerderheid van oordeel dat de beursdwang niet gemist kan worden, terwijl in verla derskringen een toenemende drang naar vrijheid is waar te nemen. Er is hier dus sprake van een belangentegenstel ling. .waarvoor in de wetgeving eer dusdanige oplossing moet worden ge vonden, dat aan de belangen van de beide genoemde groepen voldoende recht wordt gedaan. De minister stelt zich voor de beurs- regeling over te dragen aan een orgaan, dat is samengesteld uit vertegenwoor digers van de vervoerders en van de verladers, indien deze zich althans tot het formeren van een dergelijk orgaan bereid verklaren. De laatste tijd doen in Bandung hard nekkige geruchten de ronde over kin derroof op vrij grote schaal. Deze geruch ten zijn niet van grond ontbloot, gezien het grote aantal vermissingen dat in de laatste twee maanden bij de verschil lende politie-secties werd aangegeven. Het betreft hier voornamelijk school gaande kinderen tussen de zeven en tien jaar, in hoofdzaak van Indonesische en Chinese landaard. Ook is er echter één geval bekend van een Europees kind, dat niet van school naar huis terug keerde. Positieve gevallen van kinder roof zijn echter nog niet bekend, maar de mogelijkheid is niet uitgesloten dat ouders, van wie een kind werd geroofd, hiervan geen aangifte durven doen in verband met eventuele represailles van de zijde der kinderrovers. Zo- is de correspondent van Aneta te Bandung een geval ter ore gekomen van een Chinees jongetje, dat in Djakarta niet naar de ouderlijke woning terug, keerde. De vader kreeg kort hierop be. zoek van een drietal lieden, die hem ver telden, dat hij zijn zoontje, dat zich er. gens in Bandung moest bevinden, terug zou krijgen, indien hij een bedrag van tienduizend rupiah zou betalen. Zo met, dan zou hij zijn kind nooit terug zien. Dit zou eveneens het eeval zijn, indien hij van een en ander aangifte bij de politie zou doen. Donderdag en Vrijdag heeft boven de Nederl. Bovenwindse eilanden St. Maar ten, Saba en St. Eustatius een gevaarlijke 'Saba en St. Eeustatius een gevaarlijke orkaan gewoed, waarvan de nadering uit het Oosten uit de richting van Antigua was aangekondigd. Het vliegveld van St. Maarten kwam door hoge zeeën on der water te staan en de radiomast woei ZONDAG 3 September: 14de Zondag na Pinksteren; Mis v. d. dag; 2 tot alle heiligen; 3 naar keuze; Credo; prefatie v. d. H. Drievuldigheid; groen. Roer mond: kerkwijding v, d. kathedraal; Mis Terribilis; 2. gebed v. d. Zondag; Cre do; prefatie van de H. Drievuldigheid; laatste evangelie v. d. Zondag; wit. MAANDAG: Mis v. d. 14de Zondag na Pinksteren; 2 tot alle heiligen; 3 voor alle overledenen; 4 naar keuze; (Roer mond: 2 kerkwijding); gewone prefatie; groen. DINSDAG: H. Laurentius Justinianus, bisschop, belijder; Mis Statuit; 2 tot al le heiligen; 3 naar keuze; (Roermond; 2 kerkwijding; 3 tot de H. Maagd; Cre do) gewone prefatie; wit WOENSDAG: Mis v, d. 14de Zondag na Pinksteren; 2 tot alle heiligen; 3. naar keuze; gewone prefatie: groen. Roermond: onder het octaaf v. kerkwij ding; Mis Terribilis; 2. tot de H. Maagd; 3 voor kerk of Paus; Credo; gewone prefatie; wit. DONDERDAG: als Woensdag. VRIJDAG: Mana-geboorte; eigen Mis; (in gelezen Missen: 2 H. Hadrianus; Breda: 3 voor de Bisschop); Credo; pre fatie v. O. L. Vrouw; wit. ZATERDAG: Mis v. h. feest v. Maria- geboorte; 2 H. Gorgonius; 3 tot de H. Geest; prefatie v. O. L. Vrouw; wit Roermond: onder het octaaf v. Kerkwij ding; Mis Terribilis; 2 H. Gorgonius; 3 tot de H. Maagd; Credo; gewone prefa tie; wit. ZONDAG 10 September: 15de Zondag na Pinksteren; Mis v. d. dag; 2. H. Nico- laas; (Roermond: 2 kerkwijding; 3 H. Nicolaas; 4 H. Theodardus); Credo; pre fatie v. d. H. Drievuldigheid; groen. Advertentie Telefoon 37X32 37133 CENTRALE VERWARMING OLIE STOOKIN STALLATIE3 Over de bloeiende Veluwe-heide ligt een taptemelkkleurig plasticgordijn. De diesel naar Zwolle zit vol met Zaterdagmiddagklanten. In het hoekje bij het raam zit het meisje. Naast haar de jongeman. Tus sen hen in liggen twee handen ineen gestrengeld op het leer van de zit ting. „Heb jij deze week wat verkocht, Jan?" vraagt het meisje. Jan is reiziger-in-bakstenen, slank- lang en geboren in Zwolle. „Ik mag niet moppni. En jij. zit jij nog steeds bii die familie in die spoor- waagn?'' Het meisje, dikkort. blijkt kraamver zorgster te zijn. Uit de flarden ge sprek valt ov te maken, dat het jonge paar over twee weken in de echt ver bonden gaat worden. Beiden staren naar buiten, vermoe delijk. zonder iets ie zien. „Waar denk je aan. Jan?" Jan^denkt aan de trouwmis-met-lo per, de bouquet voor het brvidsmeisje- in-oud-rose en de bruidssuikers voor de misdienaars-met-rooie-toog, maar zegt: ,Jk kan me maar niet voorstellen, dat ik het ben. die over veertien da gen met jou ga trouwen, Tonny." De diesel-idylle wordt nu enkele ogenblikken voortgezet met zacht ogenspel. ,,'t Is toch heus waar, jonger.. Voor jou laat ik Amsterdam in de steek en kom in Zwolle mijn verdere leven slijten." „Moakt U sich geen sorg, dacme." mengt een Amsterdamse medereiziger zich brutaal in het gesprek, „in Zwolle slijt een menseleven niet, je ken dur niet eens met goed fesoen dood gaon, omdat daro nog nooit iemand wat-je- noemt geleefd hep." (Vervolg van pap. 1) Maar als hij nu geen geld had om zulk een fabriek te beginnen of geen capa citeiten. of bij een andere baas geen werk kon vinden? 't Is waar. dan tastte dat alles de wezenlijke vrijheid niet aan, maar in feite was waar hetgeen de staatsman Groen van Prinsterer reeds in 1870 had vastgesteld, dat weliswaar al gemene vrijheid werd gepredikt, maar dat in werkelijkheid een ondraaglijk slavenjuk was gelegd op de schouders der arbeiders. Hier was derhalve spra ke van een principiële erkenning van het recht op het gebruik maken van de vrijheid door iedereen, maar in de prac- tijk werd het een voorrecht voor enke len en een schreeuwend onrecht voor verreweg de meeste mensen. Voor de ondergeschikten bleef er alleen het recht om een individueel arbeidscon tract af te sluiten, maar zelfs daarin werden hun de voorwaarden nog een zijdig dictatoriaal opgelegd. Het was de grote dr. Abraham Kuy- per, die in 1874 voor het eerst in de Tweede Kamer de ontwikkeling van een speciaal Arbeidsrecht verdedigde, op grond o.m. van het misbruik van het recht dat anderen maakten. We hebben de neiging om te zeggen: de rest van de geschiedenis kennen we. Was het aanvankelijk zeer schoorvoe tend, langzamerhand begon zich de staatsoverheid steeds meer met allerlei kanten van het sociale en economische leven te bemoeien. Eerst kwamen er al lerlei verbodsbepalingen. Verbod van kinderarbeid, verbod van het fabrice ren van fosforlucifers; toen beschermen de maatregelen, zoals het afschermen van bepaalde gevaarlijke delen van ma chines; daarna regelende en helpende wetten: arbeidswet en sociale verzeke ringswetten. Toen maatregelen om da boeren aan een althans enigszins behoor lijke opbrengst van hun artikelen te helpen. Vervolgens bepalingen voor het beschermen van de middenstand en (ab normale omstandigheden dwingen tot abnormale maatregelen) in de laatste wereldoorlog en onmiddellijk daarna groeide een toestand, waarin heej het economisch leven was doorkruist met prikkeldraadversperringen en voorzien van gebods- en verbodsbordjes: dit moet gij doen en dat moogt ge niet. De menselijke vrijheid, eertijds tot een aanfluiting gemaakt door enkele kapi taalkrachtigen, werd opnieuw tot een recht zonder inhoud, alleen de» instan tie die er de bewerker van was Bad een ander gezicht gekregen. Het zij toege geven: een meer humaan gezicht, maar met het masker van het uit marmer ge houwen wetsgelaat. En ware het zó door gegaan, dan zou zonder enige twijfel in de plaats van een gruwelijk particulier kapitalisme een misschien nog gruwelij ker staatskapitalisme ook in ons brave landje zijn intrede hebben gedaan. Maar terwijl men werkte aan overheids maatregelen en de bescherming van de economisch zwakkeren op korte termijn beoogde, leefden toch in hoofd en hart van vooral de katholieke en christelijke sociologen de gedachte en de overtuiging, dat de mensen zelf in hun eigen vrije organisaties de zaken moester, regelen, waartoe zij de plicht, het recht en de competentie bezitten. Zie. dat is de die pe zin van de door de P.B.O. goed ge ordende vrijheid en de wijze waarop hiervan gebruik wordt gemaakt: er kenning van het recht op vrijheid voor allen, tot uitdrukking komende in de pariteit van bestuursbevoegdheden in de besturende organen van de P.B.O., er kenning ook van de plicht van de over heid om toe te zien, te leiden en te sti muleren, dat het algemeen welzijn goed wordt behartigd. Vandaar de samen stelling van het hoogste bestuursorgaan van de P.B.O., de Sociaal-Economische Raad; 15 leden-werkgevers, 15 leden- werknemers en 15 bestuursleden, aan gewezen door de overheid. Naar eerst thans wordt vernomen, heeft een bende van ongeveer 150 ma», met geweren gewapend. Zaterdag 19 Augustas het emplacement van de rub beronderneming Tjimanggu in het Sn- kabumische aangevallen; de onderne ming ligt tien km. van Tjibadak. De be wakers en de overige aanwezigen wer den bedreigd en in de woningen en het rookhuis opgesloten. De bende verdween met Ui ton rubber en alle aluminium coaguleerbakken. De yolgende dag werd het emplace ment van de onderneming Tjikembang aangevallen. Ook daar werd een partij rubber buitgemaakt. Er ontstond een vuurgevecht tussen de bewakers en bendeleden. Ook op de thee- en rubber- onderneming Mandaling werd geroofd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 5