i
1
Boog vav Allahd
I
T-uiS&n Keui ca dippen
Sociëteit van het GoddelijE: Woord
bestaat 75 jaar
Haar missionarissen verspreid
over heel de wereld
Koopvaardijvloot wordt uitgerust
tegen duikbootaanvallen
II DE STEM
VAN DE DODE
Overpeinzingen
VEEL GELEDEN IN
DE OORLOG
R.K. LEERGANGEN
Verongelukte Firefly
geborgen
Nieuw kabinet R.I.
Drie Nederlanders
gefusilleerd
Defensieopdrachten krijgen voorrang
hoven particuliere orders
Geen kapel bij Voorschoten
DE SUPER MARGARINE
GEWAARBORGD gehalte vitaminen a d
Nederlands artikel
in Osservatore
DONDERDAG 7 SEPTEMBER 1950
PAGINA 3
Bevordering van de
wetenschap
Lich. Opvoeding M.O.
naar Den Bosch
Piloot had zwemvest
goed aan
Van der Taks Bergingsbedrijf is er in
Nationalistische partij zal
oppositie vormen
WIE WORDT OPVOLGER
VAN RUM?
Sapomo en Abdul Hakim
genoemd
Duitsers voor het gerecht
Brand op Brits schip
BEGROTING VAN MARINE VOOR 1950
Staking op ondernemingen
duurt nog voort
door
MAX MURRAY
STUDIE IN INDOLOGIE
Mededeling ministerie
O., K. en W.
van Snorrebor 1
Camembert
Amateur
Tien jaar geleden en thans
Prutswagens
In deze eerste dagen van Septem
ber straalt hoog boven het dorpje
Steyl bij Venlo een verlichte we
reldbol. versierd met een kroon en
een kruis. Een duidelijk-sprekend
symbool van het grote werk, dat in
de afgelopen 75 jaar is verricht door
de missionarissen van Steyl. Mor
gen viert n.l. de Sociëteit van het
Goddelijk Woord (Societas Verbi
Divini) haar 75-jarig bestaan. Er is
veel reden om deze dag te herden
ken.
Pater Arnold Janssen, die in 1875
een cafétje aan de Maas verander
de in een Missiehuis, had een groot
ideaal: mee te werken aan de we
reldbekering. AI hadden velen geen
vertrouwen in zijn onderneming,
hijzelf had een onomstotelijk ver
trouwen op God, zette door en zó
Is zijn stichting een werk van we
reldbetekenis geworden en voor
duizenden de weg naar tijdelijk en
eeuwig geluk.
De Sociëteit met haar 2200 Priesters
(van wie 1 Kardinaal, 2 Aartsbisschop
pen, 13 Bisschoppen en 5 Apostolische
Prefecten), 1050 scholastieken en 1400
broeders is nu verspreid over de hele
Wereld. Het eerste en voornamaste
Werk is de heidenbekering. Daarom
zijn aan haar zorgen toevertrouwd mis
sies in China, Japan, Philippijnen, In
donesië, N.-Guinea, India, Afrika en
ook neger- en Indianenmissies in Ame
rika met een gezamenlijk getalvan 59
millioen heidenen en bijna één mil-
lioen christenen-
Veel heeft de congregatie ook gedaan
voor de ontwikkeling van de bevolking
in die landen. Zij leidt nu drie univer
siteiten (Peking-China, Cebu-Philippij-
nen en Nagoya-Japan), tientallen mid
delbare scholen, waarvan al 13 op de
Philippijnen met 5997 studenten. Op de
volksscholen in de missie, die door de
Sociëteit zijn gesticht en worden ge
leid, zijn 94,000 kinderen, waarbij nog
komen de leerlingen van 21 parochie
scholen in de negermissie van Noord-
Amerika. Behalve de opleidingssemina
ries voor de eigen Congregatie (met
3400 klein-seminaristen en 1050 scholas
tieken) leidt zij nog 15 seminaries voor
Wereldgeestelijken. Daarbij komen nog
een groot aantal kweekscholen en
scholen voor vak- en ambachtsonder-
wijs.
Wereldberoemd is ook het internatio
nale instituut tot bevordering van da
volkenkunde (ethnologie) en de taalwe
tenschap (linguïstiek): „Anthropos".
Dit staat onder leiding van P. Wilh.
Schmidt Fr oidville-Zwitserland) en
heeft zijn vertakkingen, over de hele
wereld. In Nederland is het instituut
vertegenwoordigd door P. B. Vroklage,
professor aan de universiteit van Nijme-
aen. Het wetenschappelijk tijdschrift
yAnihroposverschijnt met een jaarlijk-
&e omvang van 1000 blz
Groot belang hechtte P. Arnold Jans-
SëD ook: aan het apostolaat van de pers.
Zelf stichtte hij in Steyl de eerste druk
kerij die in de loop van de jaren nog
gevolgd is door 17 drukkerijen in de
verschillende werelddelen, waarvan er
nu enkele door oorlogsomstandigheden
vernietigd of onteigend zpn. Machtig
veel is door deze drukkerijen voor de
Dezer dagen heeft het curatorium van
de R. K. Leergangen besloten, de M.O.-
opleiding voor de akte lichamelijke op-
Voeding, welke gegeven wordt door het
ft. K Centrale Instituut tot vorming van
Leerkrachten in de Gymnastiek (het
C.I.L.G.), over te brengen van Tilburg
Baar Den Bosch. Het nieuwe leerjaar
zal nog deze maand in Den Bosch in
zetten.
Zoals men weet, bestaan er in ons
land op dit gebied in totaal vier oplei
dingen, n.L in Amsterdam, Den Haag,
Groningen en de enige katholieke van
de R. K. Leergangen.
Voor het practische gedeelte van de
opleiding gymnastiek krijgt het insti
tuut voorlopig de beschikking over de
gemeentelijke gymnastiekzaal, welke
kortgeleden geheel is gemoderniseerd.
Voorts is bij de zaal een kleedruimte
en een nieuwe wasgelegenheid gereed
gekomen.
De theoretische opleiding zal worden
gegeven in een. aantal leslokalen van
de B.L.O.-school aan de Keizerstraat.
De sportterreinen in "het Plantsoen
Sullen worden gebruikt voor het buiten-
Werk, n.l. voor de practische klein- en
grootterreinspelen en voor de athletiek.
Ge ter plaatse aanwezige kleedlokalen
Zullen eveneens door de studenten van
het instituut worden gebruikt.
De lessen zullen 's Woensdags en
's Zaterdags worden gegeven van 10.30
V»t 18.30 uur.
Behalve voor de M. O.rakte wordt
dok opgeleid voor de akte S, dit is de
fikte L O. voor lichamelijke opvoeding.
Zaterdag 16 September zal de offici
ële opening van het nieuwe (27ste) cur
susjaar plaats vinden.
^menwerking met de Koninklijke
"iarine in geslaagd, de bü Kijkduin
Verongelukte Firefly te lichten. Het
"ergingsvaartuig „Ram" is, met het
Vliegtuig op sleeptouw, gisteravond om
Scs uur bij Hoek van Holland de Nieuwe
V'aterweg binnengelopen en zal daar
stroom blijven liggen. Het toestel,
ijat nog half onder water ligt, zal heden
£°or de bok „Kondor" op de wal
°rden gezet.
- Zoals bekend, is het stoffelijk over
shot van de piloot op het strand bij
J'oordwijk gevonden; hij bleek niet ge-
J;°nd te zijn. Het daarna ingestelde
oorlopjge onderzoek heeft, naar wij
(jah de Marine vernemen, uitgewezen,
alle reddingsmiddelen volmaakt in
»,de waren. Van de Born had zijn
reinvest goed aan. De mogelijkheid
ba°rht niet uitgesloten geacht, dat hij
do verlaten van zijn vliegtuig nog
Whet zinkende toestel is meegetrok-
tar k-v- doordat een lijn 'van zijn
^achute of zijn rubberboot nog vast-
dr,: dat dit de oorzaak van zijn ver
ding is geweest
verspreiding van het Rijk Gods gedaan.
Veel heeft de Sociëteit in de laatste
oorlog geleden. 574 leden, onder wie 3
Bisschoppen, zijn door oorlogsgeweld of
in concentratiekampen om het leven
gekomen, 130 worden er nog vermist.
Veel missiehuizen en staties, waaronder
in Holland het Missiehuis St. Willibrord
te Uden, zijn verwoest. Maar vol moed
hebben de leden na de oorlog het werk
weer aangepakt.
In Nederland heeft de Sociëteit ook
goed wortel geschoten. Uit de verschil
lende Missiehuizen St. Willibrord in
Uden (nu tijdelijk in Steyl), St. Francis-
cus Xaverius in Teteringen, St. Lamber-
tus in Helvoirt en St. Jan in Soester-
berg zijn reeds méér dan 500 priesters
en broeders voortgekomen.
Tot de. vele hoogwaardigheidsbekle
ders die uit deze Sociëteit zijn voortge
komen, behoort ook de Nederlander Z.H.
Exc. Mgr. Mart. N. Lucas, titulair-Aarts
bisschop van Adulis, geboren te Haar
lem, en thans Apostolisch Delegaat van
Zuid-Afrika.
Een van de ernstigste gevolgen van
de oorlog is voor SVD, dat Steyl voor
Duitse orde-candidaten nog altijd geslo
ten moet blijven, terwijl voor de oorlog
vele roepingen uit het Duitse grensland
in Steyl tot ontplooiing konden komen.
Het heilig vuur, dat eens pater Jans
sen bezielde, toen hij in zijn priesters de
woorden „EN HET WOORD IS VLEES
GEWORDEN" belichaamd wilde zien, is
echter niet gedoofd. Zoals de Congrega
tie van het Goddelijk Woord in het ver
leden reusachtige taken tot een goed
einde wist te brengen, zó zal ook de toe
komst zijn. Want de energie en de geest,
die de stichter heeft gekend, zijn nog
altijd vaardig over de missionarissen van
Steyl.
Radio-Indonesië meldt, dat het
nieuwe Indonesische kabinet in het
parlement rekent op de steun van
minstens 110 van de 235 leden.» Een
vooraanstaand lid van de nationalisti
sche partij, welke partij ijj het kabinet
niet is vertegenwoordigd, heeft ver
klaard, dat de nationalistische partij in
het nieuwe parlement de oppositie zal
vormen, maar dat het kabinet toch op
haar steun kan rekenen als het in het
belang is van Indonesië.
Minister-president Natsir heeft tegen
over de pers nog verklaard, dat zijn
kabinet een onafhankelijke buitenland
se politiek zal voeren. De kwestie-
Nieuw Guinea moet worden opgelost
volgens de richtlijnen van de Ronde
Tafel Conferentie, zo zei hij.
Na de plechtige beëdiging in het
paleis Rijswijk, waarbij vier nieuwe
ministers afwezig waren, is het kabinet-
Natsir in eerste zitting bijeengekomen.
In welingelichte kringen werd aan
Aneta medegedeeld, dat in de eerste
kabinetszittingen ook de aanwijzing van
de nieuwe Hoge Commissaris in Neder
land zal worden besproken. In verband
hiermede noemden politieke waarne
mers een tweetal candidaten, namelijk
de afgetreden minister van Justitie,
Supomo en de gewezen republikeinse
minister van Financiën, Abdul Hakim,
die onlangs werd aangewezen als direc
teur van de Javabank.
Het bestuur van het onlangs in een
nieuw gebouw aan de Loolaan te Apel
doorn heropende museum Felua heeft
enige belangrijke schenkingen ontvan
gen, o.a. een bekertje van omstreeks
1800 vóór Chr„ dat bij de grintafgraving
op de begraafplaats Heidehof in Ugche-
len ^gemeente Apeldoorn) is gevonden,
Een gezelschap ouden van dagen uit Vlijmen heeft in 25 auto's en een autobus een
bezoek gebracht aan het paleis Soestdijk, waar H. M. de Koningin het gezelschap
ontving. De heer C. de Laat en zijn zuster, mevrouw A. v. d. Wielde Laat, boden
do Koningin een hondenmand aan, die een product is van de laatste Vlijmense
huisindustrie, de maqdenmakerijH. M. Koningin Juliana en prinses Irene bekijken
met belangstelling het geschenk.
Voor de Bijzondere Strafkamer te
Rotterdam hebben terecht gestaan de
38-jarige Duitse kantonrechter W. K.
uit Helmstedt en de 36-jarige Duitse
chauffeur E. J." uit Kiel. K. werd er van
verdacht 29 Maart 1945, toen hij „Ober-
leutnant" bij de „Kriegsmarine" was, te
lefonisch opdracht te hebben gegeven
aan de „Obermaat" F. om de Nederlan
ders Jan Kanters, Arie van de Merwe
en Pieter Troost zonder vorm van pro
ces nabij Dubbeldam te fusilleren.
F., die het eerst terecht stond, gaf toe
met een automatisch pistool de mensen
te hebben doodgeschoten. In zijn requi
sitoir noemde de officier van Justitie
dit een gebeurtenis, die een diepe in
druk in Dubbeldam heeft achtergelaten.
„Drie mensen waren rechteloos gefusil
leerd; zij konden zelfs geen afscheid
van hun familie meer nemen". Hij eiste
een gevangenisstraf van drie jaar met
sftrck
Requisitoir en pleidooi zullen Woens
dag 13 September worden gehouden.
Door kortsluiting in de signaallamp is
brand uitgebroken in het kompashuis
van het in de Maashaven te Rotterdam
liggende Britse motorschip „Langlee-
scont". Hoewel de brand zich aanvanke
lijk ernstig liet aanzien, kon het vuur
toch spoedig door de bemanning met een
schuimblusapparaat bedwongen worden.
Het kompashuis liep echter schade op.
17. „Wat voert gij hier uit!" beet de Noorman Hector grimmig toe, terwijl hij
dreigend op hem toe kwam. „Vertel! Dit is de tweede maal, dat ik u hier in de
gewelven vind!"
Hij zag hoe de ander sullig zijn schouders ophaalde, waarbij het domme gelaat zich
vertrok in een angstige grimas. Zijn argwaan groeide. Zoveel onnozelheid kon niet
natuurlijk zijn.
„Spreek!" beval Eric krachtig.
Hector snakte naar adem. Alles aan hem scheen onmacht en bleke schrik uit te
stralen.
„H-h-hhhhectttor werd mee eh meegesleurd" bracht hij eindelijk lispelend
uit. „M-m-m-meegesleurd door een M-m-m-monsterrrU!"
„Praat geen onzin!" Eric haalde korzelig de schouders op. Was dit een goedkoop
uituluchtje? Hij stelde de dienaar enige strenge vragen. Maar hoewel deze zich aller
hevigst in zijn eigen woorden verwarde, en doorlopend naar adem snakte, bleef hij
toch bij wat hij gezegd had. Hij had in de burchtzaal gestaan, toen hij plotseling
aangegrepen werd door een groot ruig ding, dat Iwm gromrr\end meevoerde.
,Ji-h-het was een ding d-dat hier niet h-h-hoorde, hee-heer.' Ik verzette mij
eh dapper. Maar het voerde mij mee. G-g-griezelig, hè7"
„Waar bracht het u dan heen?" wou Eric sceptisch weten.
Hierheenmompelde Hector sullig.
„Bij deze deur7"
Bij deze deur, jaeh ja.'"
„En wat gebeurde er toen?"
T-t-toen llliet het me los zei Hector innig voldaan. „Om d-deze deur open te
maken. En toen p-pakte het me ntet w-weer, maar het ging ge-gewoon weg."
Hij wierp Eric een glazige blik toe, die scheen te moeten uitdrukken, dat alles
hiermee toch tot algemene tevredenheid was opgelost. Maar plotseling verscheen
er schrik in zijn ogen toen hij zag, dat Eric op het punt stond de deur te openen.
„N-nee, nee!" zei hij angstig. „Ge m-moogt niet naar binnen!"
„Waarom niet?" vroeg Eric, wiens argwaan weer enkele graden steeg. Steeds
sterker kreeg hij het gevoel, dat deze man iets trachtte te verbergen.
,jZ-zoo maarV-van heer AUard!" lispelde Hector, slecht op zijn gemak. „Dit
is d-de Ver-Verboden Deur
Het begon Eric plotseling te vervelen.
„Kom mee!" gebood hij strak. En de angstige Hector bij de arm grijpend,
opende hij de deur en trad met hem naar binnen. Tot zijn verbijstering zag hij dat
in de verte enkele flambouwen brandden. Iemand moest de Verboden Deur voor
hen hebben geopend. En dat kon onmogelijk lang geleden zijnJ
Verschenen is de Memorie van Ant
woord van de minister van Marine op
het voorlopig verslag der Tweede Kamer
over de begroting van Marine voor 1950.
Aan deze Memorie is het volgende ont
leend:
Naar aanleiding van de door vele le
den geuite mening, dat de minister in
de nota inzake het defensiebeleid een
ernstige kans zou hebben verzuimd om
de Kamer nader omtrent het marine-
beleid in te lichten," merkt hij op, dat
dit, in tegenstelling tot het beleid ten
aanzien van de andere onclerdelen der
krijgsmacht ten aanzien van de Ko
ninklijke Marine, na de indiening van
de ontwerp-begroting 1950 geen princi
piële wijzigingen onderging, zodat met
een nota van wijziging kon worden vol
staan. De minister wil echter gaarne
erkennen, dat het uit een oogpunt van
volledigheid wellicht juister ware ge
weest indien hü deze beweegredenen in
meergenoemde nota nadrukkelijk had
vermeld.
De minister deelt vervolgens mede,
dat, gelet op de aangegane verplich
tingen en de te beschermen belangen, de
Nederlandse vloot, zoals deze voor 1955
is geprojecteerd, wat betreft de typen,
aan de vereiste samenstelling zal vol
doen. Wat betreft de aantallen merkt liy
op, dat het noch financieel, noch uit een
oogpunt van personeel- en materieel
beleid voor Nederland mogelijk zal zijn
een maritieme macht te scheppen, die
alle taken gelijktijdig zal kunnen ver
vullen. Vandaar dan ook, dat hij in de
Memorie van Toelichting stelde, dal ten
volle profijt zal moeten worden getrok
ken van de karakteristieke eigenschap
van de vloot: de mobiliteit.
Als gevolg van het feit, dat ver
schillende industrieën tot die capaci
teit bezet zijn en mede door het feit,
dat het tengevolge van de grote vraag
naar geschoold technisch personeel bij
die industrieën, voor de Koninklijke
Marine uiterst moeilijk is op de be
staande salariëring in bepaalde tech
nische vakken geschoold personeel te
behouden of aan te trekken begin
nen zich moeilijkheden af te tekenen,
welke een vlot verloop van de aan
bouw dreigen te belemmeren. Hoewel
nog niet kan worden gezegd, dat deze
moeilijkheden de opleveringsdata in
ongunstige zin zullen beïnvloeden,
blijft de minister hieraan voortdurend
zijn aandacht schenken.
Mocht in de toekomst .blüken, dat be
paalde voor de maritieme defensie van
Advertentie
Eis de ECHTE MEPPELER KLUIT
Willekeurige namaak-Kluitjes kunnen wij NIET garanderen.
eminent belang zijnde industrieën zo
danig met particuliere orders zijn be
zet, dat defensieopdrachten daardoor in
het gedrang zouden komen, dan zullen
maatregelen worden overwogen en zo
nodig voorstellen worden gedaan ten
einde de prioriteit voor defensieopdrach
ten te verzekeren.
Tot het inrichten van een kapel in het
marinierskamp „Woestduin" te Doorn
en op het marinevliegkamp Valkenburg
zal eerst kunnen worden overgegaan
nadat andere de hoogste prioriteit
vragende bouwprojecten zijn ver
werkt. De minister acht het niet ver
antwoord totaanbouw van een kapel
bij het marineopkomstcentrum Voor
schoten over te gaan.
De minister deelt de mening van
vele leden, dat het van het grootste
gewicht is, dat op voortvarende
wijze wordt gewerkt aan de uitrus
ting van de koopvaardijvloot tegen
duikbootaanvallen. Behalve geschut
nit eigen voorraad wordt thans re
gelmatig geschut verkregen uit
M.D.A.P.-steun. Eind 1950 zal voor
ruim 5 pCt. van de schepen voor de
grote vaart en voor 34,5 pCt. voor
de schepen van de kustvaart bewape
ning aanwezig zijn. Deze percen
tages zullen eind 1951 zijn resp. 15
pCt. en 44 pCt.
Tot dusver nam 1651 man koop-
vaardijpersoneel aan de verkorte
cursus voor de behandeling van
koopvaardjjbewapening deel.
Aan de leden, die meenden te weten,
dat er tien Marva's zijn met drie-en-
twintig verzorgsters, deelt de minister
mede, dat de sterkte van het korps op
het ogenblik 530 Marva's bedraagt, on
der wie er 97 zijn, die tot het huishou
delijk personeel kunnen worden gere
kend, alzo ongeveer 18 pCt. van de to
tale sterkte. De minister meent dat, ge
zien de bijzondere verzorging, welke hij
voor dit korps nodig acht, dit percen
tage geenszins verontrustend is.
Van een uitvinding van het Schnor-
kel-apparaat door de betrokken Neder
landse officier kan naar de mening van
de minister, niet worden gesproken. Het
probleem was overal ter wereld reeds
lang in studie. De verdienste van de
betrokken is, dat hij bepaalde ideeën
heeft ontwikkeld en het is niet juist,
dat deze ideeën door de autoriteiten zijn
afgekeurd. Hoewel de officier geen
rechten kon doen gelden, heeft de mi
nister toch gemeend, dat er aanleiding
was diens verdiensten te belonen.
Van de zijde van het Indonesische mi
nisterie van Arbeid vernam Aneta, dat de
besprekingen tussen de Sarbuprl en het
A.L.S. die door tussenkomst van het mi
nisterie worden gevoerd, niet zulk een
vlot verloop hebben, als te voren wel ver
wacht werd. De Sarbupri heeft deze
kwestie helemaal in handen van de rege
ring gelegd en zal zich houden aan even
tuele door de regering genomen besluiten.
De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat
de regering handelend zal optreden met
de invoering van een loonregeling.
'l
40
Er volgde een lange pauze, die hij,
om de een of andere onverklaarbare
reden, erg prettig vond. Ze keek niet
naar hem, maar lag heel stil, haar ogen
gericht op het lommer boven haar, en
toen, tot zijn ontsteltenis, zag hij dat ze
huilde. Haar lippen bewogen niet. maar
als vanzelf vulden zich haar ogen met
tranen, die langs haar wangen neer
drupten.
„Celia." Hij sprong op uit zijn stoel en
li et zich naast haar neervallen. „Celia,
wat is er?"
Ze draaide zich om en begroef haar
hoofd in haar armen. „Ik vind het erg
naar, maaralles is ook zo ver
ward!"
„Ik heb je van streek gemaakt." t
„Ik geloof, dat ik liever heb dat je
bars bent, zoals gisteren, dan zo lief als
daarnet. Ik geloof, dat ik er niet tegen
kan."
„Maar waarom dan?" Hij streek haar
zachtjes over het haar. „Waar kun je
niet tegen?"
„Dat je lief tegen mij bent, geloof
ik."
„Maar ik ben altijd lief tegen je."
„Ik je hebt het totnogtoe beter we
ten te verbergen."
„Maar wil je dan niet, dat ik lief te
gen je ben?"
„Ik geloof van wel, ja."
„Waarom huil je dan?"
Haar lichaam trilde, half van het hui
len, half van het lachen. „Dat is een
bespottelijke vraag. In ieder geval huil
ik al niet meer".
„Wel waar".
„Niet waar, ik wil tenminste niet meer
huilen".
„Celia, je bent gek".
„Weet ik. Leuk hè?"
„Maar niettemin mag ik je graag
lijden".
,Je gaat toch niet weer lief tegen me
worden?"
„Nee-nee-nee. Niets daarvan. Uc zal
me uitsluitend verkneukelen over je
verdriet. Ik vind het gewoonweg een
genot, grote huilebalk. Is dat beter?"
„Het past althans beter bij jou, dat
moet ik zeggen".
„Goed zo. Vertel me nu liever waarom
je huilde".
„Ik huilde, omdat de kleine jongen
van hiernaast mijn hoepel heeft afge
pakt. De hoofdzaak is, dat de reden kin
derachtig was". Ze graaide naar haar
handtasje en begon, zonder op hem te
letten, haar gezicht op te kalefateren.
.Firth liet zich naast haar op het
kleedje achterover zakken en keek om
hoog naar de blauwe hemel. „Celia".
„Ja?" Ze zat nu naast hem overeind.
„Het was om Graham Ward, niet
waar?"
„Ik denk van wel".
„Hij laat zich niet meer zien".
„Hij vindt dat waarschijnlijk het ver
standigste, zolang dit miserabele zaakje
aan de gang is".
„Bel hem eens op".
„Heb ik gedaan".
„En?"
„Hij zei, dat hij het voor alle betrok
kenen het beter achtte, dat hij uit de
buurt bleef. Hij zei, dat hij naar de stad
zou gaan".
„Dat was niet erg verstandig van hem,
Celia".
„Ik weet niet was je bedoelt", zei ze
ontwijkend.
„Soms kan weggaan veel op vluchten
lijken, engel".
Ze boog zich naar hem toe en keek
hem boos aan. „Noem mij geen „engel"
en zeg geen afschuwelijke dingen".
„Neem me niet kwalijk." Er was een
stilzwijgen, toen zei hij: „Celia, weet
jij waarmee Angela Pewsey Graham
Ward bedreigde?"
„Nee, ik heb er geen idee van."
„Vonden jullie het allebei niet beter,
die brieven aan de politie te geven?"
„Ik wel, maar Graham verzette zich
met hand en tand. Hij zei, dat alles
beter was dan dat het bekend werd."
„Ja, maar wat bedoelde hij met „het"?
Jij, voor jou, had niet veel te vrezen."
„Dat vond ik ook, maar hij zei, dat
ze het tot iets afschuwelijks zouden op
blazen en je weet hoe het in dorpen
toegaat. Moeder had een uitgestreken
gezicht moeten trekken. Ik voor mij
geloof niet, dat ze er een zier om zou
geven, maar Graham beweerde, dat we
het moesten vermijden. En dan, het
was nog geen afperserij."
„Niet om geld tenminste. Maar ik
stel erg veel belang in datgene, waar
voor hij zo bang is."
„Waarom? Ik helemaal niet."
„M'n lieve Celia, je schiet er werke
lijk niets mee op, met niet openhartig
tegenovei jezelf te zijn. De politie zal
iedereen ondervragen die, in hoe ge
ringe mate ook, bij de zaak betrokken
is geweest. Vroeg of laat komt Graham
Ward ook aan de beurt. Wil je niets
te binnen schieten, dat ze te weten kan
zijn gekomen en dat ze hem voor de
voeten gegooid heeft? Hij haatte haar
om de een of andere reden toch nogal.
dat moet zelfs jij toegeven."
„Niet meer dan een boel andere men
sen haar haatten." En ze voegde er on
geduldig aan toe: „Ik heb het je toch
gezegd, zodra ik in de gaten kreeg waar
die brief heen wilde. Ik heb hem in het
vuur gegooid. Ik heb maar ene bladzij
gelezen en dat was genoeg." Ze hui
verde.
„En stond er niets definitief* in wat
je gelezen hebt?"
„Nee, het was een soort redevoering;
allerlei Zinspelingen en hoe goed het
toch was om me te bedenken eer het
te laat was. Er was iets, dat ik diende
te weten, als ik tenminste de rest van
mijn levensdagen niet in schande wilde
slijten. De man, die ik op het punt
stond te trouwen mocht dan galant en
knap zijn, maar wie ging er nu alleen
op het uiterlijk af zulk soort ge
wauwel. Ik werd woest."
„Zo woest, dat één bladzij genoeg
was; daarna heb je de brief n het vuur
gegooid."
„Dat weet je immers."
„Precies; en daarna ben je naar mij
toegekomen om me te vragen of ik uit
wilde zoeken wie hem geschreven
had." Hij lachte. „Ziedaar."
„Graham had er niets mee te maken."
„Desondanks wou ik, dat hij niet was
weggegaan."
Celia haalde lusteloos een hand door
haar haar. „Ik ook." Ze gaf het schoor
voetend toe, bijna alsof ze liever niets
gezegd had.
XVI
Dokter Daw veroorloofde zich per
week een halve dag vrijaf, en dit was
de bewuste dag. Hij wandelde naar het
station en nam de trein naar Lewes. Hij
leunde achter in de coupé en sloot zijn
ogen. Er drukte vandaag een matheid
als een loden last op hem.
Wordt vervolgd)
(Telegrafisch van onze Romeinse
correspondent)
Voor de eerste keer in de tach
tig-jarige geschiedenis van de Osser
vatore Romano heeft dit blad giste
ren een artikel in de Nederlandse
taal opgenomen. Het blad publiceerde
de volledige tekst van de toespraak,
waarmee de Heilige Vader zich Zon
dag via de Vaticaanse radiozender
tot de ruim vijf en zeventigduizend
katholieke jonge arbeiders en ar
beidsters richtte, die in het enorme
Heijselstadion te Brussel het vijf en
twintig-jarig bestaan van de Kajot-
tersbeweging vierden. Zoals gemeld
sprak de Paus ook toen tot ieders
verrassing behalve in het Frans ook
in het Nederlands.
Wij ontvingen van het ministerie van
O., K. en W. de volgende mededeling:
De minister van Onderwijs. Kunsten en
Wetenschappen maakt bekend, dat de
studie in de indologie, bedoeld in art. 4
par. 62 e.v. van het academisch statuut
haar bestaansrecht heeft verloren. Het
ligt derhalve in het voornemen deze
studierichting op te heffen. Studenten,
die hun studie krachtens een, inmiddels
door de regering van Indonesië beëin
digde, verbintenis hebben aangevangen,
alsmede doctorandi in de indologie, die
krachtens in 1945 met de regering van
Indonesië aangegane verbintenis hebben
gestudeerd, kunnen onder bepaalde om
standigheden in aanmerking worden
gebracht voor een voorschot met oog
op verdere studiën. Ten einde de be
trokken studenten ter zake te adviseren
is een commissie van advies ingesteld.
Zij, die deze commissie om raad willen
vragen, alsmede degenen, die op een
studievoorschot aanspraak menen te
kunnen maken, dienen zich onverwijld
schriftelijk te melden bij de secretaris
van de verenigde faculteiten der rechts
geleerdheid en der letteren en wijsbe
geerte van de universiteit, waar zij zijn
ingeschreven.
De mogelijkheid om examens in de
indologie af te leggen blijft voorlopig
nog opengesteld. Nadere mededelingen
daaromtrent zullen tijdig worden gedaan.
ui mi
■MM
iimiMmitiHiiiiiitiimitiintiimiiii
„Ik heb nog eens nagedacht over wat
je gisteren naar aanleiding van de
komende prijsstijging van de sigaret
ten en de kerftabak hebt gezegd", zei
ik tegen Snorrebor. „Maar eigenlijk i*
die prijsstijging nog het gemakkelijkst
te verduren, want roken is en blijft
toch geen noodzakelijke levensbehoef
te, maar een te ontberen genot".
Snorrebor trok zijn voorhoofd in
rimpels.
„Dat ben ik niet met je eens", zei
hij dan. lyAls de mensen minder of
niet meer gaan roken,dan komt de
tabaksindustrie in het gedrang en mèt
die industrie de arbeiders die er werk
vinden. Voor die fabrikanten en die
arbeiders is het wel degelijk een nood
zakelijke levensbehoefte, dat in ieder
geval de anderen blijven roken. En
dat het een te ontberen genot zou zijn,
zou ik niet zonder meer durven bewe
ren. Daar moet je m'n neefje, die ia
het concentratiekamp heeft gezeten,
maar eens over horen. Daar was roken
voor sommigen een meer dringende
levensbehoefte dan eten, want er waren
er, die voor een rokertje hun prakkie
verkwanselden, tot ze hongeroedeem
kregen. En wat voor rokertjes waren
dat, een plukkie houtwolshag of ge
brande aardappelschillen, gerold in een
W. C.-papiertje"
,JJie dat deden, waren aan het roken
verslaafd. .Huh onbeheerste hartstocht
kun je moeilijk tot maatstaf nemen
voor normale omstandigheden", zei ik.
,JIet is maar de vraag in hoeverre
de omstandigheden van vandaag de dag
normaal zijn", antwoordde Snorrebor.
,JIoe groter zorgen, hoe meer de men
sen behoefte hebben aan roken, en aan
zorgen is er niet bepaald gebrek.
Roken is voor velen een soort medicijn
tegen de zenuwen".
..Een vergiftig medicijn" merkte tfc
op.
,JJie zijn er meer, en die doen onder
bepaalde omstandigheden nuttig dienst.
Moeten we in deze onpleizierige tijden
de kleine man nog op zijn weinige
kleine pleizertjes beknibbelen? Ik zeg
maar zo: de mens is een gezeUig huis
en dan moet de schoorsteen roken.
Ook bij de tabakverwerkende industrie
en de arbeiders die erin werken".
„Maar Lieftinck moet óók zien, dat
hij de eindjes aan elkaar knoopt",
wierp ik tegen.
„Als hij teveel aan die eindjes plukt,
zullen ze alsmaar korter worden e*
niet meer aan elkaar te krijgen zijn.
Laten we er maar over uitscheiden. Ik
heb er tabak van", zei Snorrebor en
met een vervaarlijke zwaai van zijn
tong wen telde hij de pruim in z*n mond
van rechts naar links.
Volgens de legende dankt de wereld
beroemde sterke Franse dessertkaas
haar naam aan de grote kleine Napoleon.
Toen zijn legers door het plaatsje Ca
membert bij Vimoutiers trokken bood
een zekere Mademoiselle Harel de veld
heer een stuk van door haar zelf ge
maakte kaas aan. Napoleon toonde zich
zo verrukt over de lekkernij, dat hij
het geenszins onappetijtelijke meisje een
kus gaf en de kaas naar haar dorp
noemde. Ter herdenking van deze idyl
lische gebeurtenis werd in 1928 een
standbeeld in Vimoutiers opgericht,
maar in 1944 bezweek het onder een
allerminst idyllisch bombardement van
Amerikaanse bommenwerpers. De em-
ployé's van de kaasfabriek te Wert in
Ohio hebben nu 2000 dollar aan de bur
gemeester van Vimoutiers geschonken
om een nieuw standbeeld voor Made
moiselle Harel te laten vervaardigen.
Zo worden de kleine wonden van de
oorlog soms geheeld.
De beroepsworstelaars, die in Holly
wood voor de film werken, zijn doods
benauwd voor de acteur John Hall, die,
ofschoon hij niet meer dan 171 pond
weegt, een robbertje moet vechten met
de professional Rube Wright, die 250
pond zwaar is. Na de eerste repetitie
verklaarde Rube, dat hij bang was vóór
■het einde van de opname in het zie
kenhuis te zullen moeten worden opge
nomen. want Johnnie weet van geen
ophouden en drukt door, zodat Rube
telkens de kans loopt een arm of een
been te breken. „Amateurs zijn gevaar
lijk en in het bijzonder mijnheer Hall"
zegt Wright. „Wij mensen van het vak
weten iemand op de mat te krijgen zon
der hem pijn te doen." Zodra iets een
vak wordt, is het dikwijls met de lief
hebberij gedaan.
Tien jaar geleden dansten in Perzië
de zigeunermeisjes nog als rinkelende
schellebomen met snoeren van echt gou
den munten om hun wiegende heupen.
Thans hebben ze geen gouden munten
meer, maar sieren hun middel met snoe
ren vankroonkurken van bierfles
jes. Het is wel geen goud meer, wat er
tinkelt, maar het bier is weer best. Het
goud werd verkocht voor voedsel. Tien
jaar geleden toonden de dorpelingen in
de provincie Khorassen vol trots de
bezoekers hun prachtige Perzische ta
pijten. Het kopen van een tapijt stond
toen gelijk met het brengen van geld
naar de bank. Thans hebben de kost
bare tapijten de vloer moeten ruimen
voor een goedkopere bedekking, want
het leven werd duur en de bevolking
arm en eten is belangrijker dan luxe.
De verarming van Perzië speelt de Sov
jet-Unie in de kaart, zoals overal ter
wereld.
Spanje heeft geen geld om nieuwe
auto's te kopen. Vandaar dat het een
paradijs is voor autoherstellers. Er zijn
thans 162.000 wagens geregistreerd en
daarvan zijn slechts 70.000 particuliere
„luxe wagens". Van deze 70.000 is 60%
vooroorlogs d.w.z. van vóór de Spaanse
burgeroorlog (19361937). De helft van
deze 60% werd vóór 1930 gefabriceerd.
Dat de meeste van deze welhaast prae-
historische vehikels nog lopen is uitslui
tend te danken aan de aangeboren han
digheid van de Spanjaard in het prutsen.
En zij zullen moeten blijven prutsen, zo
lang de Westerse democratieën Franco
blijven achtersteilen bij de vijand in d«
koude oorlog, Moskou.
Over enkele weken zal een Belglscne
filmmaatschappij een 16 mm. documentairs
op de markt brengen, gewijd aan Vermeer
vervalsingen. De film is vervaardigd in
nauwe samenwerking met prof. dr. P B.
Coremans. directeur van het centraal la
boratorium van de Belgische musea, die
in deze zaak van schilderijen-vervalsing
als voornaamste expert is opgetreden voor
de Nederlandse justitie.