„WESTWALL 1944" volgende week in Arnhem "lilt hdDGgb&ek ifan lAWDfHENóElAAR II DE STEM VAN DE DODE 7<ussatL neut en dippen De 5 pet. loonsverhoging in de landbouw Redemptoristen naar Brazilië Moordenaars in arrest Verdreven Duitsers eisen van Nederland rechtsherstel .•O MATCHCRAFT Overpeinzingen De strijd van de Guards PI ARUBA DIRECT ONDER NEDERLAND? uur met een VRIJDAG 15 SEPTEMBER 1950 PAGINA 3 NIEUWE BRITSE OORLOGSFILM t. Dispensatie aangevraagd voer de tuinbouw Eduard van Beinum 11 October terug Telegram aan Statenleden Zeeridder overleden Geen audiëntie RAT noch MUIS ontsnapt aan het onweerstaanbare De ramp ap St. Maarten SCHADE IS ZEER ERNSTIG MAX MURRAY Milward's Super/tengel in luxe uitvoering van Snorrebor Engelen Smakelijk eten Geruststellend <Van onze redacteur) Bij de zesde herdenking van de „Slag om Arnhem" zal de volgende week in een der Arnhemse bioscopen de première voor Nederland gaan van de Arthur Rank Film „Westwall 1344", gemaakt door Terence Young, die ook „Their's the Glory' in het Nederlands „De Slag om Arnhem" op zijn naam heeft staan. Waar hij in laatstgenoemde film de titanenstrijd verbeeldt van de Eerste britse Lucht landingsdivisie, die na een wanhopig gevecht tegen een Duitse tankcolonne, in Tegen en modder, met achterlating van vele doden en gewonden, uit Arnhem moest vertrekken, in „Westwall 1944" geeft Terence Young een getrouw ver slag van de oorlogsverrichtingen van dat andere beroemde Britse legeronderdeel, de „Guards Armoured Division", die na een stelle opmars door Frankrijk en België via Eindhoven en Nijmegen in de modder van de geïnundeerde Betuwe bleef steken, terwijl de noodkreten van de parachutisten aan de andere oever van de Rijn door hun koptelefoons weerklonken. Er zijn boze dingen over deze dappere Armoured Guards gezegd. Burgers m de Betuwe kunnen nog niet begrijpen dat de tanks voor de Rijn bleven staan, terwijl de weg naar Arnhem, volgens hen, vrij was. Een hooggeplaatst man heeft eens verklaard, dat de slag om Arnhem verloren ging door een „thee drinkend bataljon". „Westwall 1944" vertelt alleen, dat de Guards bijna in de Betuwse modder verdronken, dat er geen thee meer was en dat het front voor Arnhem zo breed was als de hoofdweg, die zodanig onder vuur lag, dat niemand het waagde erop te komen. Hoe dat ook «ij, wij hebben van een lange officier van de Guards in die Sep temberdagen van 1944 onze eerste Engelse sigaret gekregen. In onze herinnering heet die officier daarom onze bevrijder. Dat was op Dinsdag na de aanval der Amerikaanse parachutisten op Nijmegen. Toen wij op die prille Septembermorgen, die allang weer was vermoord door het wrede krijgsbedrijf, uit de sombere kroch ten van de schuilkelders kropen, stond de officier met een massieve Shetman-tank voor ons huis. Zijn mannen hadden ach ter het muurtje in de tuin gaten gegra ven en lagen daarin te slapen. Wij vroe gen die officier of hij een Hollandse si garet wilde roken. Hij vond het beter_ dat wij een Engelse probeerden. Toen wij de sigaret wilden aansteken, vloog er een granaat door de lucht. De officier trok ons in een kuil achter het tuinmuurtje. Scherven vlogen over ons heen en alle ruiten van ons huis waren stuk. De si garet was in de modder gevallen. Wij wul- den hem oprapen, maar de officier gaf ons een nieuwe. Even later lagen wij weer in de kuil. Toen waren ook de deuren en het dak van ons huis kapot. 's Middags zijn de tanksvertrokken. Wij hebben in „Westwall 1944" die helemaal door overlevenden van de Guards Armoured Division wordt ge speeld en op historische grond is opge nomen niet hoeven te zoeken naar het bekende gezicht van de officier. Toen de Guards uit de Betuwe terugkeerden, was hij er niet meer bij. Zijn tank stond uitgebrand bij de Waalbrug en hij heeft nu een wit kruisje op Jonkerbos. „Westwall 1944" begint met een char mante, spitse satire op het Britse mili tairisme, dat zich openbaart bij de op leiding van nieuwe recruten, na de terugtocht uit Duinkerken. Het is een Verrukkelijk ironische persiflage van de Britse soldatencultuur, van stramme be ften, stampende voeten, gepoetste schoe nen en schreeuwende sergeant-majoors, tiie een soldaat voor luilak uitschelden Wanneer hij op een fiets freewheelt. Enige weken na D-day steken de Guards over naar Europa. Zij ondergaan hun Vuurdoop en trekken op door Frankrijk, België en Nederland. Terence Young heeft op knappe wijze oorlogsjournaals in .zijn beelden weten te verwerken. Zijn Verhaal loopt, doorspekt met soldaten humor, maar toch schuilt in dit laatste öe zwakte van de film. In films schiinen Soldaten zo gemakkelijk te sterven. Alles 's zo gewoon. Het is immers oorlog! „De rrwr»sen vergeten zo snel de ellende en herinneren zich alleen de romantiek", Zegt een der hoofdfiguren. „En daarom komt er steeds een nieuwe oorlog". Is dit het motief van het laatste deel en laat Young om die woorden kracht bij ie zetten aan het eind de béide hoofd personen sterven in de sneeuw van het Ardennenoffensief, toch is de sfeer van zijn het vorig jaar vervaardigde 'elaas niet geheel in overeenstemming tnet de ernst van deze woorden en de Wreedheid en ellende van de strijd. Vooral in deze tijd, nu de mens huna Weer vertrouwd is geraakt met het be- Srip „oorlog". In de „Slag om Arnhem" Was deze toen beter getroffen. Al is «Westwall 1944" wellicht rijker dan «Bastogne" en het merendeel der an- Onder bescherming der parapluies groe ven zij gaten om zich tegen de Duitse granatenregen te beschermen. dere oorlogsfilms, haar documentaire waarde is belangrijk lager mede door enkele concessies aan het publiek dan de voortreffelijke documentaire series over de jongste oorlog van Frank Capra en Carol Reed. Ten aanzien van de door de regering vastgestelde loonbeslag deelt de Stich ting voor de Landbouw mede. dat voor de landbouw in engere zin (akkerbouw en veehouderij) door de centrale organi saties geen dispensaties zal worden aan gevraagd. Deze bijslag dient dus, te re kenen van 4 September, te worden in gevoerd. Voor de bedrijfstak tuinbouw is dis pensatie aangevraagd van de vijf pet. loonsverhoging. Hieruit volgt, dat de verplichting van de werkgevers om over te gaan tot de uitbetaling van dr vijf pet. loonsverhoging is opgeschort, totdat het College van Rijksbemidde laars een beslissing zal hebben genomen De onlangs afgetreden provinciaal der paters Redemptoristen, pater Ch. Donker, is belast met de vorming van een vice-provincie in Noord-Oost-Bra- zilië. Dit gebied heeft ruim zestien mil- lioen inwonc.rs. De Indonesische militaire politie te Bandung heeft twee van de drie moor denaars van de heer F. W. Neijhof. de 53-jarige administrateur van de Volks- credietbank, die 2 September in zijn huis werd neergeschoten, aangehouden. De arrestanten behoorden tot een bende, welke nog meer moorden en overvallen heeft gepleegd. Eén hunner is een jaar geleden uit de T.N.I. ontslagen. Ingevolge advies van de behandelende geneesheer zal Eduard van Beinum ge durende de maand September nog rust houden en eerst op 11 October a s. (Ope ningsconcert seizoen 19501951) zijn taak als dirigent van het Concertgebouw orkest hervatten. In zijn plaats zal thans Eduard Flipse de leiding van de reeds aangekondigde concerten op 16 en 28 September a.s. op zich nemen. Solist op beide concerten is Stefan Askenase. Be geschiedenis van een tweetal rGuards", die met hun bataljon in de °etuwe waren blijven steken, nu vijf jaar geleden. e regen had de zijwegen tot modder- f. vyc/1> 1OU.VC "J v.y 11/ ow 1/ m uuwt i 9°elen gemaakt en daarom hadden de „Guards" parapluies gevorderd. Advertentie Jc slopende Rhcumatiek aakt U humeurig en ziek, v/'-T bovendien raakt Uw hele gestel er qrjï ondersteboven. Ga toch zó niet verder, l4«lf -die slopende pijnen uit Uw le-len. bi, Kruschen! Wonderlijk, wat die zes ^ir!erale zouten, waaruit Kruschen is V^^Sesteldvoor U doen. Met Kruschen rt Se de bloedzuiverende organen pre- 0^ datgene toe, wat ze nodig heoben ^eer met jeugdige kracht te kunnen b°nneren' Het bl°ec* gaat weer stromen en de onzuiverheden ^'or<jlU oorzaak zijn van Uw tergende pijn, langs natuurlijke weg afgevoerd w*hatig en radicaal. (Van onze correspondent) Keer op keer vinden er in 'het ganse West-Duitsland vergaderingen en bijeen komsten plaats, waarop uit Nederland verdreven Duitsers rechtsherstel eisen voor verloren gegaan eigendom in Ne derland. In grensplaatsen vanaf Dollard en Eems tot Aken in het uiterste Zuiden bestaan afdelingen van het machtige Verband der Auslandvertriebenen. Er gaat geen dag voorbij of in een of an dere Duitse krant verschijnen berichten over vergaderingen of protestacties van de verdreven Duitsers. Nu is het moge lijk, dat een zeer' gering deel van deze uitgewezen Duitsers deze uitwijzing wellicht niet had verdiend, maar voor het overgrote deel van de verdrevenen gaat dit argument niet op. Thans heeft ook de. afdeling Aken van het Verbond der Verdrevenen tot de West-Duitse regering in Bonn het ver zoek gericht om met de Nederlandse regering te gaan onderhandelen over teruggave van eigendom van verdreven Duitse mijnwerkers, die hier voor en tijdens de oorlog hebben gewerkt. De afdeling Aken. heeft er de Duitse rege ring op attent gemaakt, dat zij terug gave verlangt, voordat het vredesver drag met Nederland gesloten zou zijn. De Akense afdeling wijst er op, dat reeds met de Franse regering een der gelijke overeenkomst zou zijn bereikt. Mocht de Duitse regering de zaak bij de Nederlandse regering aanhangig ma ken, waartoe zij misschien geneigd zal zijn gezien de recente uitlatingen van Landrat dr. Pilatus over het zelfkantgebied en mocht de Nederlandse regering genegen zijn een en ander in overweging te ne men, hetgeen niet met evenveel waar schijnlijkheid aan te nemen valt als de bereidheid der Duitse regering om een balletje op te gooien over de kwestie, dan zou men wellicht de aandacht mo gen vestigen op het feit, dat een even tueel „rechtsherstel" ons op meer dan 10.000.000 Mark zou komen te staan. Want dit is naar een royale schatting de waarde van de geblokkeerde vermo gens van verdreven Duitsers, die thans in en rondom Aken wonen. Het grootste deel van deze vermogens en eigendom men zou behoren aan Duitse mijnwer kers, die in Nederland gewerkt hebben of nog werken. Op he.t ogenblik werken slechts en kele honderden Duitse mijnwerkers in verschillende Nederlandse mijnen. Voor de oorlog waren het er enkele duizen den. Vijf Statenleden voor Aruba, de heren Eman. De Cuba, Geerman, Tromp en Amelink, hebben een telegram gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer. Hierin wordt o.m. medegedeeld, dat vol gens de heer Tromp uit de notulen van de conferentie met de Eerste Kamer, die in zijn bezit zijn, blijkt, dat hij gepro testeerd heeft tegen de 128-verhouding in de zetelverdeling. De indruk, die de commissie uit de Tweede Kamer mocht hebben van de algehele overeenstem ming, alhoewel de heer Tromp ook in deze conferentie uitdrukkelijk tegen de 128-verhouding had geprotesteerd, blijft voor rekening van deze commissie, aldus het telegram, dat vervolgt: Aruba heeft voorlopig liever de 88- verhouding zonder autonomie dan een 128-verhouding met autonomie. Ver zocht wordt de interimregeling met de voorgestelde zetelverdeling te verwer pen en nieuw overleg te openen. Indien dan nog geen oplossing wordt bereikt, laat de Ronde-Tafelconferentie Aruba in dat geval een afzonderlijke status geven direct onder Nederland, aldus het tele gram. In de ouderdom van 71 jaar is te Den Helder overleden zeeridder Klaas Bijl, stam mend- uit de tijd van Dorus Rijkers en Janus Kuiper. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal Dinsdag 19 en Woensdag 20 September geen audiëntie verlenen. Eric en re Boog 24. Een gesmoord gegrauw uitstotend stortte de reusachtige, aapachtige krijger zich op Eric. Toen het geluid tot de Noorman doordrong, voelde hij zich ijskoud wor den. Dit was hetzelfde gegrauw, dat hij gehoord had in de duistere gang, waar Gudrun stierf. Wild wendde hij zich om en zag een kolossale, donkere vorm op zich toe schieten. Het wezen had een reusachtig zwaard omklemd. Het licht sloeg vonken uit zijn gouden harnas. Zo angstaanjagend zag het er uit, dat de Noorman een kreet van schrik niet kon weerhouden. Tijd om zijn zwaard te trekken bleef hem nauwelijks over. Reeds had het grom mende ding hem bijna bereikt. Eric's hersens werkten bliksemsnel. Koelbloedig hief hij zijn fakkel op en Sloeg er mee naar zijn aanvaller. Brullend week de reusachtige gestalte terug, en bijna, op hetzelfde ogenblik trok de Noorman zijn wapen. Een soepele beweging bracht hem buiten het bereik van het grote zwaard. Doch die voorsprong duurde maar een ogenblik. Dol van woede en pijn stormde het aap achtige ding opnieuw op hem toe. Daar, temidden der verlaten rotswoningen, bij het spookachtige licht van een flikkerende flambouw, vocht Eric één der zwaarste gevechten van zijn leven. Hu 'was veel sneller dan dit wezen der duisternis, maar diens grote wapen hakte in zinneloze woede op hem in, terwijl de zware borstplaten ondoordringbaar schenen. In zijn ene hand hield de Noorman de fakkel. Als die uitdoofde, was hij verloren. Het weerzinwekkende monster voor hem was gewend aan de duisternis. Hun zwaarden schampten langs elkaar. Eric's lemmet flitste bliksemend heen en weer. Met enkele felle slagen wist hij eijn tegenstatider in de verdediging te bren gen, en daarna dreef hij hem onstuimig terug naar de rotswand. Grauwend, zich wanhopgi verwerend, weck 't aapachtige monster achteruit. Angst en duivelse woede fikkerden in de kleine oogjes. Eric gunde hem geen ogenblik rust. Alleen deze uiterst snelle aanvallen konden hem het leven redden, besefte hij. De rug van het goudgeharnaste wezen raakte de rotsen. Hier hield het zich nog even staande, brede houwen uitdelend. Maar de Noorman zag dat het niet lang meer kon duren. Al zijn krachten verzamelend sprong hij onverwachts naar voren, ontweek de wilde slag en stootte zijn zwaard met ontembare kracht omhoog. Indien de stoot doel getroffen had, was het gevecht daarmee beslist geweest. Maar het monster week plotseling terug. Eric's zwaard raakte de rotswand. En terwijl eev wee gevoel van schrik in hem omhoog welde, merkte de Noorman hoe zijn zwaard als een glazen staaf brak op de harde rots. Meteen suisde een uitval van zijn zegevierende tegenstander op hem neer. De vorige maand heb ik mij weer eens kunnen ergeren aan het verlies van een zestal voorn- en brasem-simmetjes. En dat kwam doordat ik ze kans loos verspeelde aan een paar karpers. Deze woestelingen wisten wel raad met die mooi afgestelde snoertjes van silk dubbel nul. In een geliefkoosd viswater bij mij in de buurt zit veel brasem en voorn, doch minder karper. Maar het meet direct gezegd worden dat de edelkarperwant die is het, die er zit. stuk' voor stuk ver boven de tien pond komt. En deze heren aan een brasemhengel te van gen is totaal uitgesloten. In die plas vis ik dan ook altijd met twee hengels: een brasemhengel en een karperslok met reel, silk 40/100 en een gesmede haakEn nu kun je bij voorbaat, behoudens de uitzondering welke hoogstens één keer per jaar voorkomt en zodoende de regel bevestigt, op je vingers uitrekenen dat, indien een karper in jouw buurt komt, hij zorgvuldig om het stevige snoer heen zwemt, om zich dan te buiten te gaan aan het voor andere waterbewoners bestemde aas. Met alle bekende brokken veroorzakende gevolgen van dien. 't ls alsof de duvel er mee speelt, want steevast laten ze het karperaas onberoerd liggen en gaan er met het lichte spulletje vandoor. En mede omdat er in deze voortdurende bron van ergernis een aardig aantal dubbeltjes ging zitten, heb ik mij tijdelijk van mijn medemensen afgezonderd. In stilte heb ik mijn gedachten een wijle het instrument laten bespelen, dat karperen heet. Toen de laatste slotac- coorden verstorven waren, had ik in mijn hoofd een potpourri gecompo-, neerd. Derhalve toog ik huiswaarts en begon met een volledige inventarisatie van mijn materiaal. Het duurde niet lang of ik had in de gatén, dat ik ver schillende inkopen zou moeten doen, wilde ik mijn compositie niet als de een of andere onvoltooide laten afsterven. Ik had bij een winkelier eens een En gelse concoursstok zien staan. Het was een drie-delige lichte tonkinhengel met een splitcane top. Die top had een spe ciaal verloop, in feite een dubbel ver loop, waardoor de hengel de gewenste, buitengewoon moeilijk verkrijgbare ac tie krijgt, zo belangrijk voor de wed strijd-hengelaar. Deze stok was voor zien van een lange kurkgreep met reel- ringen en was verder gemonteerd met ver van de hengel afstaande lichtge wicht geleidogen. Dit laatste opdat met Advertentie Advertentie haal een doos bij Uw Drogist/j De voorzitter van het college van Algemeen Bestuur der Nederlandse An tillen, mr. N. Debrot, die j.l. Vrijdag en Zaterdag met de gouverneur, de voor zitter van de Staten, de directeur van Openbare Werken en de heer Krafft van het Ondersteuningsfonds op Sint Maarten is geweest om de schade, ver oorzaakt door de orkaanramp, op te nemen, deelde bij zijn terugkeer te Wil lemstad mede, dat hij de schade zéér ernstig vond. De heer Krafft, die op Sint Maarten is gebleven om de hulpverlening te organi seren, deelde aldaar aan de gezaghebber mede, dat het Ondersteuningsfonds Ne derlandse Antillen, waarvan hij secreta ris-penningmeester is, thans reeds een bedrag van f2500 Cur. crt. (ongeveer f 5.000 Ned. crt.) beschikbaar heeft gesteld om de ergste nood te lenigen. regenweer het snoer niet tegen de hen gel gaat plakken en 'zodoende het in werpen zou kunnen belatten of belem meren. Ik koos de uitvoering met een lengte van 4.20 meter Thuis had ik een reel van grote dia meter met een zeer dikke as. De rem- inrichting was verstelbaar en te regelen naar de sterkte van het snoer. Voor deze draaiende reel kocht ik honderd yards zijden lijn van 3 pond trekkracht, ik zocht nog twee Rotterdammertjes uit, beide van een slank model, echte brasempennetjes om zo te zeggen. Ha ken had ik zelf wel in voorraad en dus ging ik. gewapend met mijn nieuwe aanwinsten, op huis aan. Daar aangekomen sloeg ik aan het aardappelkoken. Ik liet ze vanwege het lichtere tuig iets zachter worden dan ik anders deed. Hierna stelde ik het wekkertje op een tijdig uur en kroop onder de wol: De volgende morgen was ik mooi vroeg ter plaatse. Het was ongeveer tussen donker en licht: langzamerhand bracht ik mijn spullen in orde. Een van de Rotterdammertjes had ik op een drié meter lange onderliin van 18/100 nylon gezet met een Goudhaakje no. 14. De loodhagel had ik mooi over de on derlijn verdeeld, het onderste een deci meter van de haak af. Nog even gepeild met een klein peillo'odje; ik houd name lijk niet van die zware moppen lood, die in de vaak zachte bodem wegzak ken. Toen sloeg ik een aasje aan en zou moeten blijken of mijn compositie in de smaak viel. Mijn schepnet had ik al binnen miin bereik klaar gelegd. Hier voor had ik geen extra onkosten hoeven te maken; mijn net is groot genoeg. Want vissen met zulk teer en breekbaar tuig verlangt een schepnet van grote af metingen, zodat de vis, eenmaal uitge speeld, zonder moeite geschept kan worden. Niets is teleurstellender dan, als je een zware vis met succes aan licht tuig gedrild hebt, tot de ontdekking te komen, dat de beugel te klein is óf het net zelf niet diep genoeg. En pro beer maar eens een twaalf-ponds kar per met je handen op de wal te krijgen. Het beioofde een mooie dag te worden met een Westelijke wind. De zon ver dreef de laatste vochtigheid van de och tendnevel. Tweemaal was de Rotter dammer op een lakse en weifelende ma nier omhoog gekomen, doch beide ke ren waren 't brasems, die zich zonder omhaal of tegenstand overgaven. Vieze dingen eigenlijk, die brasems; alles komt onder hun slijm te zitten. Zelfs het snoer heeft er balletles van tussen de loodkorreltjes zitten. Toch geven die ..vloermatten" nog wel een beetie vol doening, bij gebrek aan beter. Als het spul maar licht is. Helemaal zeker was ik niet, doch toch 'l door 47 „Inderdaad," zei Firth. „Ik heb ze min of meer overbluft en gezegd, dat ze u hun verhaal moesten vertellen, in specteur. De dokter kon het niet góed over zijn hart verkrijgen, omdat juf frouw Joyce erbij betrokken is, ziet u, en het lijdt geen twijfel dat het al met al een vervelende geschiedenis is." „Ja. dat komt vaker voor. Maar, ziet u, dokter Daw. die dingen komen toch doorgaans vroeg of laat aan het licht. Als de andere aanwezigen ons mis schien zouden willen verontschuldigen, dan kunnen u en de juffrouw en ik ons tot de zaak bepalen." „Als u er niets op tegen hebt," zei Joyce, „dan had ik liever, dat ze ble ven. Zij zijn volkomen op de hoogte. Als we hen weg lieten gaan zou dat de schijn wekken alsof we ons schaam den." Ze verhief haar stem een weinig. ,.En, inspecteur Fowler, ikik be doel wij willen er de nadruk op leggen, dat dit niet het geval is." Inspecteur Fowler dacht bij zichzelf, dat het hun zedelijke plicht was, zich te schamen, maar hij volstond met te zeggen: „Zoals u wilt." Naderhand terugdenkend aan dit on derhoud, bedacht inspecteur Fowler, welk een zonderlinge indruk deze ver toning op een vreemde toeschouwer ge maakt zou hebben, indien zo iemand het gesprek bijgewoond had en geluisterd had naar deze bedaarde dorpsdokter, die het relaas deed van zijn liefde voor de verloofde van één zijner patiënten hun korte ontmoetingen in bossen en op landwegen. terwijl Dan Everard op dat ogenblik pas vier uren dood was. Het kwam hem toen als al te dol voor dat hij. inspecteur Fowler, naar zoiets geluisterd kon hebben met een zeker begrip en medeleven. Toen de brief van Angela Pewsey ter sprake kwam, be gon de inspecteur tot zijn eigen afgrij zen, zelfs een greintje sympathie voor haar moordenaar te voelen. Dokter Daw gaf een volledig verslag van alles, beginnend bij het begin en aan één stuk door vertellend. Hij zocht noch zichzelf, noch Joyce te veront schuldigen, en toen hij uitgesproken was, overhandigde hij de brief. Hij repte er met geen woord over, dat Firth de brief reeds eerder gezien had, en de in specteur verkeerde in de waan, dat de brief niet eerder uit zijn handen was ge weest. Hij vouwde hem open en las hem zorgvuldig van het begin tot het eind. „U zult begrijpen, dokter, dat ik dit onder mijn berusting zal moeten hou den. Het kan eventueel als bewijsmate riaal dienen." „Volkomen." Inspecteur Fowler vouwde de brief zorgvuldig op en stak hem weg. Toen, na een kort stilzwijgen, zei hij: „Ik kan niets beloven, maar indien deze brief niet ter zake dienende is, zal ik hem niet voorleggen. Ik hoop, dat ik u hem terug kan geven en de inhoud vergeten." Mevrouw Sim glimlachte tegen Joyce. Celia kreeg aanvechtingen om te huilen en schold zichzelf verwoed voor een dwazin. Dokter Daw knikte. „Ja, als dat mo gelijk is, dan zou ik het zeer op prijs stellen." Inspecteur Fowler stond op en keek op het gezelschap neer. Hij voelde zich nu weer zekerder van zijn gezag. „Ik moet u er natuurlijk op voorbe reiden, dat hetgeen u me verteld heeft, tot bepaalde informaties aanleiding zal geven." „Ja, dat begrijp ik." „En, verder, dokter Daw en u, juf frouw, moet ik verzoeken, deze streek niet te verlaten zonder mij van te voren ingelicht te hebben." Zij knikten en hij lichtte zijn hoed voor mevrouw Sim. wenste hen allen goedenmorgen en stapte de oprijlaan af. Terwijl hij het kerkhof overstak, stond er een diepe rimpel tussen zijn ogen. „Mogelijk, dat hij die oude gier niet vermoord heeft," mompelde hij. „Maar dan begrijp ik niet, waarom niet." Toen inspecteur Fowler op het poli tiebureau terugkeerde, vond hij daar agent Wilks, die hem aan de deur op wachtte. Er was een dringend gesprek uit Londen voor hem doorgekomen en zij hadden de oproeper aan de lijn ge houden. Brigadier Piggott had uit Londen iets te rapporteren. „Ik geloof, dat ik iets te pakken heb," zei hij. „Goed zo", zei de inspecteur knorrig. „Steek van wal en doe niet zo zelfvol daan," „Het Detectivebureau „Lynx" blijkt één en dezelfde te zijn als Willie Black. Ik weet niet of u zioh die herinnert. Hij zat vroeger in Bow Street en heefit op eigen verzoek ontslag gekregen. Eeri puike kerel was het „Goed, goed. Ik ken Willie Black be ter dan jij. Ik heb je niet gevraagd om hem op te hemelen." „Nee, dat zei ik alleen maar om uit te laten komen, dat wat hij zegt, betrouw baar is. „Ja, ja, maar wat heeft hij nou ge zegd?" „Wel, hij noemde dadelijk een naam, die u goed kent." „Wie?" .Majoor George Torrens". „Aha.Afijn ga door. Wat moest die van Willie Black hebben"? „Hij wilde het me niet dadelijk ver teilen. Ik moest hem eerst duideiijk ma ken dat het om een moordzaak ging". Hoor eens even, Piggott. Ik weet wel, dat dit telefoongesprek niet uit jouw portemonnaie betaald wordt, maar hoogst waarschijnlijk zijn er nog meer mensen, die gebruik willen maken van de lijn. Als je van plan bent er een paar uur voor te nemen, waarschuw dan de centrale. Nou, voor de dag ermee. Brigadier Piggott stelde met ongepaste vrijmoedigheid vast, dat tot dusverre in specteur Fow;ler het meest aan het woord was geweest. Kennelijk jiad inspecteur Fowler nog kort eeledeft langer hoffe lijk moeten wezen dan met zijn tempe rament overeenkwam. „Uitstekend, Sir. Nu dan, Willie Black is jarenlang doende geweest, majoor Ge orge Torrens' zuster te schaduwen". Er volgde een stilzwijgen aan de an dere kant van de lijn, waaruit brigadier Pigott opmaakte, dat de stand i-0 in zijn voordeel was. „Weet je dat zeker, Piggott"? „Absoluut". „Maar waarom laat hij zijn zuster dan schaduwen? Van een andere vrouw is hier geen sprake. Als hij er maar aan dacht, nog eens te trouwen, dan zou het hele dorp het weten". En grimmig voeg de hij eraan toe: „Ze weten hier alles". „Schijnbaar toch niet, dat er een juf frouw Torrens bestaat". (Wordt vervolgd) verbeeldde ik mij een klein bewijsje waar te nemen. Ik bleef scherp oplet ten en ja hoor: mijn pen schoof een centimetertje omhoog, nog een streepje en daar zakte hij langzaam weg. Ik gaf hem de tijd en liet hem flink doortrek ken, zodat de haak diep in de bek zou komen te zitten. Wanneer dit het geval is dan loopt het dunne onderlijntje minder kans om tijdens langdurig dril len doorgeschuurd te worden door het „plaatje" van de haak. Toen ik met een lichte tik vastsloeg. nam de karper on middellijk schot. Alles liep goed en de lichtafgestelde reel vormde voor de ris geen beletsel om in één keer wel ze ventig meter ver weg te razen. Pas toen durfde ik wat meer spanning uit te oefenen. Maar ook nu voelde hij zich nog heer en meester van de situatie. Op allerlei manieren poogde hij zich te ontdoen van de hinderlijke lijn. Op een gegeven moment zat ik met een lege reel en tot mijn geluk beperkte de kar per zich, onder die voor mij zo critieke omstandigheden, tot heer. en weer zwemmen in een halve cirkel. Soms kwam hij terug, recht op me af en dan had ik de grootste moeite om de lijn strak te houden. Had mijn reel een durine as gehad dan had ik zeker alle contact met de 4'is verloren. Het eerste half uur kon ik hem slechts volgen zo goed en zo kwaad als het ging. Pas na zeventig minuten be gon ik werkelijke tekenen van ver moeidheid bij hem te bemerken. Doch ook toen had ik mijn handen aan hem vol: verschillende keren was het alleen maar door bliksemsnel reageren, dat ik het niet tegen hem aflegde. Want ook ik was niet vrij van vermoeienis. Tot dat moment had ik hem niet dichterbij kunnen krijgen dan op een dertig me ter. En het heeft precies een uur en veertig minuten geduurd voordat ik hem te zien kreeg. Een half uur daar na, dus meer dan twee uur van hard vechten, gaf hij zich gewonnen. Hij hing toen als het ware aan mijn lijntje in het water. Totaal óp gleed hij het net in en met twee handen aan de stok lichtte ik dit heerschap van zestien pond op de wallekant. Niemand die mij meer kan wijsma ken dat karperen met zwaar tuig dient te geschieden. Als alles maar in even redigheid is en in zuivere balans. Dan pas valt er met karperen sport te bele ven. D Advertentie 2MMI riiiuKiititnitiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiniiiiiiittiiiiifiiiiiiiuiiiiiniiia „Wat vind je eigenlijk van die nieu we rage van zeepkistenraces?" vroeg Snorrebor onverwachts. Waarom vraag je dat? Je wilt er toch niet aan mee gaan doen?" „Ik ben nog niet kinds," antwoordde Snorrebor verontwaardigd. „Maar m'n getrouwde zoon, die in Arnhem woont, had het er laatst over. Zijn kinderen hadden er aan mee gedaan. Ze waren met rode koppen, maar zonder prijs teruggekomen. Ze hadden geweldig veel plezier gehad, want ze hadden een zeepkist in mekaar gereden. Dat ze geen prijs hadden gewonnen, was een tegenvaller voor m'n zoon, want z'n radiotoestel, een oudje van voor de oorlog, doet het niet al te best meer. Hij vroeg me, of ik misschien nog een lege zeepkist over had en of ik die dan maar wou opsturen. Nou, daar kon ik hem niet aan helpen. We hebben nooit gehamsterd en kopen zeep altijd maar bij het stuk en bij het pakje. Maar als ik er wel een had gehad, zou ik niet hebben geweten, wat ik had moeten doen, want een lid van de K.V.P.- fractie heeft in de gemeenteraad van Arnhem er over geklaagd, dat voor zo'n zeepkistenrace de openbare weg een hele Zondagmiddag afgesloten is geweest, een macht politie op de been was, er entréeprijzen van om-en- bij twee gulden werden geheven en de hele opzet volgens hem „ongezonde wedstrijdsensatie" moet worden ge acht." „Daar kan ik in komen," ant woordde ik. „Wanneer b.v. op Konin ginnedag nf bij een andere feestelijke gelegenheid een zeepkistenrace voor kinderen wordt georganiseerd bij wijze van volksvermaak als koek- happen en zaklopen, en iedereen daar voor niets naar kan gaan kijken, dan bestaat daartegen naar mijn mening niet het minste bezwaar, mits het gewone verkeer geen al te grote overlast wordt aangedaan en de vei ligheid voor de kinderen en de om standers behoorlijk gewaarborgd is. Het ineenknutselen van zeepkistve hikels heeft m.i. zelfs een goede pae- dagogische kant in deze technische eeuw. En het prikkelen van een ge zonde wedijver onder kinderen kan óók z'n voordelen hebben. Maar de opzet van de race in 'Arnhem op een doodgewone Zondag blijkt volgens hot K.V.P.-raadslid een andere te zijn geweest. Daar werden de kinderen met hun zeepkisten ten dele gebruikt om volwassenen geld uit de zak te kloppen, het pleizier van de kinderen leek daar meer middel dan doel, en de officiële wedstrijdallure mis plaatst." „Dan ben ik maar blij, dat ik geen zeepkist heb, want het hart van een grootvader wordt zo zacht als een kluit boter in de zon, wanneer de kleinkinderen aan z'n kop zaniken." zuchtte Snorrebor gerustgesteld. De Franse pantomimespeler Marcel Marceau, die reeds eeruime tijd in de studio des Champs Elysées te Parijs op treedt en vele buitenlandse tournees maakte, zal 2 October een voorstelling in Diligentia in Den Haag geven. Bij de opnamen voor de film „For heavens sake" (In 's hemels naam) za gen de filmproducers in Hollywood zich voor een gewetensvraag gesteld. Op zichzelf is dat zéér verheugend, want over het algemeen geven deze heren weinig blijk ervan er zoiets als een geweten op na te houden. De vraag, waarvoor zij zich beducht voelden, was, of een engel wel een goedkeurende blik mag werpen naar de welgeschapen be nen van de filmster Joan Bennet? Dat engelen zuiver geesten zijn, die natuur lij^ ook de schoonheid van Gods «ma teriële schepping bewonderen, mits die niet door de mensen ter zinnenprikke ling misbruikt wordt, is een begrip, dat de demonen, die de maar al te aardse filmengelen exploiteren, natuurlijk niet helemaal duidelijk is. De regisseur George Seaton vond, dat een engel wel een oogje aan Joan's kuiten mocht wa gen, maar zijn bazen waren daar niet zo zeker van. Tenslotte kwam men naar Hollywoodse trant tot het volgende compromis: engel Cliftr i Webb zal een welgevallige blik naar de onderdanen van Joan Bennet werpen, maar engel Edmund Gwenn zal hem daarop betrap pen en een schrobbering geven, met het gevolg, dat engel Clifton Webb in de rest van de film de ogen zedig neerge slagen zal houden. Het zou ons aanbevelenswaardiger lij ken, indien de Hollywoodse filmfabri kanten, die zo'n verwrongen beeld van het leven op. aarde plegen te geven, in 's hemels naam de bovenaardse wereld maar buiten het terrein van hun geld- makershedrijf lieten. Aan de Afrikaanse Goudkust ont stond enige tijd geleden een enorme vraag naar een internationaal bekend haarverzorgingsmiddel. een vraag, die nog steeds aanhoudt. De fabrikanten stonden voor een voor hen aangenaam raadsel, waarvan .zij niettemin gaarne de oplossing wilden weten. Stel eens, dat de negers van de Goudkust de deug delijkheid van het middel hadden on dervonden om hun kroeskoppen een gladder, meer Europees aanzien te ge ven. Daar zou stof voor een prachtige reclame-campagne in hebben gezeten. Thans is echter gebleken, dat de in boorlingen tot de ontdekking zijn ge komen dat het haarmiddel als boter hamsmeersel hun bijzonder lekker smaakt. Zij zijn ook verzot op suiker klontjes, die «in parfum gedrenkt zijn, terwijl zij zeep gebruiken als aas bij het vissen. Of de vissen aan de Goud kust ook zeepbellen blazen, vermeldt het handelsoverzicht voor September van de „United Africa Company", waar aan deze gegevens ontleend zijn, niet. In ieder geval lijkt het ons niet onmo gelijk, dat nog andere industriële pro ducten aan de Goudkust een tot nog toe ongekend succes zouden kunnen oog sten, zoals b.v. schoensmeer als was middel, het bier, dat weer best is, als haarwater en benzine als borrel. Volgens mededelingen van de Ame rikaanse scheepvaartmaatschappijen en reisbureaux ondervindt het trans-At lantische verkeer van burgers nog steeds geen nadelige invloed van de gespannen internationale situatie naar aanleiding van de Koreaanse oorlog. In tegendeel. De zaken gaan beter dan ooit. In Juli werden 2000 paspoorten méér uitgereikt dan in Juli van het vorige jaar en de Cunardlijn b.v. vervoerde in Juli en Augustus 2 pet. méér passagiers dan in dezelfde maanden van 1949. Het aantal boekingen in September van de trans-Atlantische luchtvaartmaatschap pijen bleef over het algemeen minstens gelijk aan dat van September van het vorige jaar, maar één maatschappij meldde een stijging van 100 pet. en een andere van 26 pet. De toestand is due nog lang niet zó, dat de Amerikanen niet meer ver van huis durven gaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 3