„WESTWALL 1944" volgende
week in Arnhem
"lilt hdDGgb&ek ifan
lAWDfHENóElAAR
II DE STEM
VAN DE DODE
7<ussatL neut en dippen
De 5 pet. loonsverhoging
in de landbouw
Redemptoristen naar
Brazilië
Moordenaars in arrest
Verdreven Duitsers eisen van
Nederland rechtsherstel
.•O
MATCHCRAFT
Overpeinzingen
De strijd van de Guards
PI
ARUBA DIRECT ONDER
NEDERLAND?
uur
met een
VRIJDAG 15 SEPTEMBER 1950
PAGINA 3
NIEUWE BRITSE OORLOGSFILM
t.
Dispensatie aangevraagd
voer de tuinbouw
Eduard van Beinum
11 October terug
Telegram aan Statenleden
Zeeridder overleden
Geen audiëntie
RAT noch MUIS ontsnapt
aan het onweerstaanbare
De ramp ap St. Maarten
SCHADE IS ZEER
ERNSTIG
MAX MURRAY
Milward's
Super/tengel
in luxe uitvoering
van Snorrebor
Engelen
Smakelijk eten
Geruststellend
<Van onze redacteur)
Bij de zesde herdenking van de „Slag om Arnhem" zal de volgende week in een
der Arnhemse bioscopen de première voor Nederland gaan van de Arthur Rank
Film „Westwall 1344", gemaakt door Terence Young, die ook „Their's the Glory'
in het Nederlands „De Slag om Arnhem" op zijn naam heeft staan. Waar
hij in laatstgenoemde film de titanenstrijd verbeeldt van de Eerste britse Lucht
landingsdivisie, die na een wanhopig gevecht tegen een Duitse tankcolonne, in
Tegen en modder, met achterlating van vele doden en gewonden, uit Arnhem
moest vertrekken, in „Westwall 1944" geeft Terence Young een getrouw ver
slag van de oorlogsverrichtingen van dat andere beroemde Britse legeronderdeel,
de „Guards Armoured Division", die na een stelle opmars door Frankrijk en
België via Eindhoven en Nijmegen in de modder van de geïnundeerde Betuwe
bleef steken, terwijl de noodkreten van de parachutisten aan de andere oever van
de Rijn door hun koptelefoons weerklonken.
Er zijn boze dingen over deze dappere Armoured Guards gezegd. Burgers m
de Betuwe kunnen nog niet begrijpen dat de tanks voor de Rijn bleven staan,
terwijl de weg naar Arnhem, volgens hen, vrij was. Een hooggeplaatst man heeft
eens verklaard, dat de slag om Arnhem verloren ging door een „thee drinkend
bataljon". „Westwall 1944" vertelt alleen, dat de Guards bijna in de Betuwse
modder verdronken, dat er geen thee meer was en dat het front voor Arnhem
zo breed was als de hoofdweg, die zodanig onder vuur lag, dat niemand het
waagde erop te komen.
Hoe dat ook «ij, wij hebben van een
lange officier van de Guards in die Sep
temberdagen van 1944 onze eerste Engelse
sigaret gekregen. In onze herinnering
heet die officier daarom onze bevrijder.
Dat was op Dinsdag na de aanval der
Amerikaanse parachutisten op Nijmegen.
Toen wij op die prille Septembermorgen,
die allang weer was vermoord door het
wrede krijgsbedrijf, uit de sombere kroch
ten van de schuilkelders kropen, stond de
officier met een massieve Shetman-tank
voor ons huis. Zijn mannen hadden ach
ter het muurtje in de tuin gaten gegra
ven en lagen daarin te slapen. Wij vroe
gen die officier of hij een Hollandse si
garet wilde roken. Hij vond het beter_ dat
wij een Engelse probeerden. Toen wij de
sigaret wilden aansteken, vloog er een
granaat door de lucht. De officier trok
ons in een kuil achter het tuinmuurtje.
Scherven vlogen over ons heen en alle
ruiten van ons huis waren stuk. De si
garet was in de modder gevallen. Wij wul-
den hem oprapen, maar de officier gaf
ons een nieuwe. Even later lagen wij
weer in de kuil. Toen waren ook de
deuren en het dak van ons huis kapot.
's Middags zijn de tanksvertrokken.
Wij hebben in „Westwall 1944" die
helemaal door overlevenden van de
Guards Armoured Division wordt ge
speeld en op historische grond is opge
nomen niet hoeven te zoeken naar het
bekende gezicht van de officier. Toen de
Guards uit de Betuwe terugkeerden, was
hij er niet meer bij. Zijn tank stond
uitgebrand bij de Waalbrug en hij heeft
nu een wit kruisje op Jonkerbos.
„Westwall 1944" begint met een char
mante, spitse satire op het Britse mili
tairisme, dat zich openbaart bij de op
leiding van nieuwe recruten, na de
terugtocht uit Duinkerken. Het is een
Verrukkelijk ironische persiflage van de
Britse soldatencultuur, van stramme be
ften, stampende voeten, gepoetste schoe
nen en schreeuwende sergeant-majoors,
tiie een soldaat voor luilak uitschelden
Wanneer hij op een fiets freewheelt.
Enige weken na D-day steken de Guards
over naar Europa. Zij ondergaan hun
Vuurdoop en trekken op door Frankrijk,
België en Nederland. Terence Young
heeft op knappe wijze oorlogsjournaals
in .zijn beelden weten te verwerken. Zijn
Verhaal loopt, doorspekt met soldaten
humor, maar toch schuilt in dit laatste
öe zwakte van de film. In films schiinen
Soldaten zo gemakkelijk te sterven. Alles
's zo gewoon. Het is immers oorlog! „De
rrwr»sen vergeten zo snel de ellende en
herinneren zich alleen de romantiek",
Zegt een der hoofdfiguren. „En daarom
komt er steeds een nieuwe oorlog". Is
dit het motief van het laatste deel en
laat Young om die woorden kracht bij
ie zetten aan het eind de béide hoofd
personen sterven in de sneeuw van het
Ardennenoffensief, toch is de sfeer van
zijn het vorig jaar vervaardigde
'elaas niet geheel in overeenstemming
tnet de ernst van deze woorden en de
Wreedheid en ellende van de strijd.
Vooral in deze tijd, nu de mens huna
Weer vertrouwd is geraakt met het be-
Srip „oorlog". In de „Slag om Arnhem"
Was deze toen beter getroffen. Al is
«Westwall 1944" wellicht rijker dan
«Bastogne" en het merendeel der an-
Onder bescherming der parapluies groe
ven zij gaten om zich tegen de Duitse
granatenregen te beschermen.
dere oorlogsfilms, haar documentaire
waarde is belangrijk lager mede door
enkele concessies aan het publiek dan
de voortreffelijke documentaire series
over de jongste oorlog van Frank Capra
en Carol Reed.
Ten aanzien van de door de regering
vastgestelde loonbeslag deelt de Stich
ting voor de Landbouw mede. dat voor
de landbouw in engere zin (akkerbouw
en veehouderij) door de centrale organi
saties geen dispensaties zal worden aan
gevraagd. Deze bijslag dient dus, te re
kenen van 4 September, te worden in
gevoerd.
Voor de bedrijfstak tuinbouw is dis
pensatie aangevraagd van de vijf pet.
loonsverhoging. Hieruit volgt, dat de
verplichting van de werkgevers om
over te gaan tot de uitbetaling van dr
vijf pet. loonsverhoging is opgeschort,
totdat het College van Rijksbemidde
laars een beslissing zal hebben genomen
De onlangs afgetreden provinciaal
der paters Redemptoristen, pater Ch.
Donker, is belast met de vorming van
een vice-provincie in Noord-Oost-Bra-
zilië. Dit gebied heeft ruim zestien mil-
lioen inwonc.rs.
De Indonesische militaire politie te
Bandung heeft twee van de drie moor
denaars van de heer F. W. Neijhof. de
53-jarige administrateur van de Volks-
credietbank, die 2 September in zijn huis
werd neergeschoten, aangehouden. De
arrestanten behoorden tot een bende,
welke nog meer moorden en overvallen
heeft gepleegd. Eén hunner is een jaar
geleden uit de T.N.I. ontslagen.
Ingevolge advies van de behandelende
geneesheer zal Eduard van Beinum ge
durende de maand September nog rust
houden en eerst op 11 October a s. (Ope
ningsconcert seizoen 19501951) zijn
taak als dirigent van het Concertgebouw
orkest hervatten. In zijn plaats zal thans
Eduard Flipse de leiding van de reeds
aangekondigde concerten op 16 en 28
September a.s. op zich nemen. Solist op
beide concerten is Stefan Askenase.
Be geschiedenis van een tweetal
rGuards", die met hun bataljon in de
°etuwe waren blijven steken, nu vijf
jaar geleden.
e regen had de zijwegen tot modder-
f. vyc/1> 1OU.VC "J v.y 11/ ow 1/ m uuwt i
9°elen gemaakt en daarom hadden de
„Guards" parapluies gevorderd.
Advertentie
Jc slopende Rhcumatiek
aakt U humeurig en ziek,
v/'-T bovendien raakt Uw hele gestel er
qrjï ondersteboven. Ga toch zó niet verder,
l4«lf -die slopende pijnen uit Uw le-len.
bi,
Kruschen! Wonderlijk, wat die zes
^ir!erale zouten, waaruit Kruschen is
V^^Sesteldvoor U doen. Met Kruschen
rt Se de bloedzuiverende organen pre-
0^ datgene toe, wat ze nodig heoben
^eer met jeugdige kracht te kunnen
b°nneren' Het bl°ec* gaat weer
stromen en de onzuiverheden
^'or<jlU oorzaak zijn van Uw tergende pijn,
langs natuurlijke weg afgevoerd
w*hatig en radicaal.
(Van onze correspondent)
Keer op keer vinden er in 'het ganse
West-Duitsland vergaderingen en bijeen
komsten plaats, waarop uit Nederland
verdreven Duitsers rechtsherstel eisen
voor verloren gegaan eigendom in Ne
derland.
In grensplaatsen vanaf Dollard en
Eems tot Aken in het uiterste Zuiden
bestaan afdelingen van het machtige
Verband der Auslandvertriebenen. Er
gaat geen dag voorbij of in een of an
dere Duitse krant verschijnen berichten
over vergaderingen of protestacties van
de verdreven Duitsers. Nu is het moge
lijk, dat een zeer' gering deel van deze
uitgewezen Duitsers deze uitwijzing
wellicht niet had verdiend, maar voor
het overgrote deel van de verdrevenen
gaat dit argument niet op.
Thans heeft ook de. afdeling Aken
van het Verbond der Verdrevenen tot de
West-Duitse regering in Bonn het ver
zoek gericht om met de Nederlandse
regering te gaan onderhandelen over
teruggave van eigendom van verdreven
Duitse mijnwerkers, die hier voor en
tijdens de oorlog hebben gewerkt. De
afdeling Aken. heeft er de Duitse rege
ring op attent gemaakt, dat zij terug
gave verlangt, voordat het vredesver
drag met Nederland gesloten zou zijn.
De Akense afdeling wijst er op, dat
reeds met de Franse regering een der
gelijke overeenkomst zou zijn bereikt.
Mocht de Duitse regering de zaak bij
de Nederlandse regering aanhangig ma
ken, waartoe zij misschien geneigd zal zijn
gezien de recente uitlatingen van Landrat
dr. Pilatus over het zelfkantgebied en
mocht de Nederlandse regering genegen
zijn een en ander in overweging te ne
men, hetgeen niet met evenveel waar
schijnlijkheid aan te nemen valt als de
bereidheid der Duitse regering om een
balletje op te gooien over de kwestie,
dan zou men wellicht de aandacht mo
gen vestigen op het feit, dat een even
tueel „rechtsherstel" ons op meer dan
10.000.000 Mark zou komen te staan.
Want dit is naar een royale schatting
de waarde van de geblokkeerde vermo
gens van verdreven Duitsers, die thans
in en rondom Aken wonen. Het grootste
deel van deze vermogens en eigendom
men zou behoren aan Duitse mijnwer
kers, die in Nederland gewerkt hebben
of nog werken.
Op he.t ogenblik werken slechts en
kele honderden Duitse mijnwerkers in
verschillende Nederlandse mijnen. Voor
de oorlog waren het er enkele duizen
den.
Vijf Statenleden voor Aruba, de heren
Eman. De Cuba, Geerman, Tromp en
Amelink, hebben een telegram gezonden
aan de voorzitter van de Eerste Kamer.
Hierin wordt o.m. medegedeeld, dat vol
gens de heer Tromp uit de notulen van
de conferentie met de Eerste Kamer, die
in zijn bezit zijn, blijkt, dat hij gepro
testeerd heeft tegen de 128-verhouding
in de zetelverdeling. De indruk, die de
commissie uit de Tweede Kamer mocht
hebben van de algehele overeenstem
ming, alhoewel de heer Tromp ook in
deze conferentie uitdrukkelijk tegen de
128-verhouding had geprotesteerd,
blijft voor rekening van deze commissie,
aldus het telegram, dat vervolgt:
Aruba heeft voorlopig liever de 88-
verhouding zonder autonomie dan een
128-verhouding met autonomie. Ver
zocht wordt de interimregeling met de
voorgestelde zetelverdeling te verwer
pen en nieuw overleg te openen. Indien
dan nog geen oplossing wordt bereikt,
laat de Ronde-Tafelconferentie Aruba in
dat geval een afzonderlijke status geven
direct onder Nederland, aldus het tele
gram.
In de ouderdom van 71 jaar is te Den
Helder overleden zeeridder Klaas Bijl, stam
mend- uit de tijd van Dorus Rijkers en
Janus Kuiper.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal
Dinsdag 19 en Woensdag 20 September
geen audiëntie verlenen.
Eric en re Boog
24. Een gesmoord gegrauw uitstotend stortte de reusachtige, aapachtige krijger
zich op Eric. Toen het geluid tot de Noorman doordrong, voelde hij zich ijskoud wor
den. Dit was hetzelfde gegrauw, dat hij gehoord had in de duistere gang, waar Gudrun
stierf. Wild wendde hij zich om en zag een kolossale, donkere vorm op zich toe
schieten. Het wezen had een reusachtig zwaard omklemd. Het licht sloeg vonken uit
zijn gouden harnas. Zo angstaanjagend zag het er uit, dat de Noorman een kreet
van schrik niet kon weerhouden.
Tijd om zijn zwaard te trekken bleef hem nauwelijks over. Reeds had het grom
mende ding hem bijna bereikt. Eric's hersens werkten bliksemsnel. Koelbloedig hief
hij zijn fakkel op en Sloeg er mee naar zijn aanvaller. Brullend week de reusachtige
gestalte terug, en bijna, op hetzelfde ogenblik trok de Noorman zijn wapen. Een
soepele beweging bracht hem buiten het bereik van het grote zwaard. Doch die
voorsprong duurde maar een ogenblik. Dol van woede en pijn stormde het aap
achtige ding opnieuw op hem toe.
Daar, temidden der verlaten rotswoningen, bij het spookachtige licht van een
flikkerende flambouw, vocht Eric één der zwaarste gevechten van zijn leven. Hu
'was veel sneller dan dit wezen der duisternis, maar diens grote wapen hakte in
zinneloze woede op hem in, terwijl de zware borstplaten ondoordringbaar schenen.
In zijn ene hand hield de Noorman de fakkel. Als die uitdoofde, was hij verloren.
Het weerzinwekkende monster voor hem was gewend aan de duisternis.
Hun zwaarden schampten langs elkaar. Eric's lemmet flitste bliksemend heen en
weer. Met enkele felle slagen wist hij eijn tegenstatider in de verdediging te bren
gen, en daarna dreef hij hem onstuimig terug naar de rotswand. Grauwend, zich
wanhopgi verwerend, weck 't aapachtige monster achteruit. Angst en duivelse woede
fikkerden in de kleine oogjes. Eric gunde hem geen ogenblik rust. Alleen deze
uiterst snelle aanvallen konden hem het leven redden, besefte hij. De rug van het
goudgeharnaste wezen raakte de rotsen. Hier hield het zich nog even staande, brede
houwen uitdelend. Maar de Noorman zag dat het niet lang meer kon duren. Al zijn
krachten verzamelend sprong hij onverwachts naar voren, ontweek de wilde slag en
stootte zijn zwaard met ontembare kracht omhoog. Indien de stoot doel getroffen
had, was het gevecht daarmee beslist geweest. Maar het monster week plotseling
terug. Eric's zwaard raakte de rotswand. En terwijl eev wee gevoel van schrik in
hem omhoog welde, merkte de Noorman hoe zijn zwaard als een glazen staaf brak
op de harde rots. Meteen suisde een uitval van zijn zegevierende tegenstander
op hem neer.
De vorige maand heb ik mij weer eens kunnen ergeren aan het verlies van
een zestal voorn- en brasem-simmetjes. En dat kwam doordat ik ze kans
loos verspeelde aan een paar karpers. Deze woestelingen wisten wel raad
met die mooi afgestelde snoertjes van silk dubbel nul. In een geliefkoosd viswater
bij mij in de buurt zit veel brasem en voorn, doch minder karper. Maar het meet
direct gezegd worden dat de edelkarperwant die is het, die er zit. stuk' voor stuk
ver boven de tien pond komt. En deze heren aan een brasemhengel te van
gen is totaal uitgesloten. In die plas vis ik dan ook altijd met twee hengels: een
brasemhengel en een karperslok met reel, silk 40/100 en een gesmede haakEn
nu kun je bij voorbaat, behoudens de uitzondering welke hoogstens één keer per
jaar voorkomt en zodoende de regel bevestigt, op je vingers uitrekenen dat, indien
een karper in jouw buurt komt, hij zorgvuldig om het stevige snoer heen zwemt,
om zich dan te buiten te gaan aan het voor andere waterbewoners bestemde aas.
Met alle bekende brokken veroorzakende gevolgen van dien. 't ls alsof de duvel
er mee speelt, want steevast laten ze het karperaas onberoerd liggen en gaan er
met het lichte spulletje vandoor. En mede omdat er in deze voortdurende bron
van ergernis een aardig aantal dubbeltjes ging zitten, heb ik mij tijdelijk van
mijn medemensen afgezonderd.
In stilte heb ik mijn gedachten een
wijle het instrument laten bespelen, dat
karperen heet. Toen de laatste slotac-
coorden verstorven waren, had ik in
mijn hoofd een potpourri gecompo-,
neerd. Derhalve toog ik huiswaarts en
begon met een volledige inventarisatie
van mijn materiaal. Het duurde niet
lang of ik had in de gatén, dat ik ver
schillende inkopen zou moeten doen,
wilde ik mijn compositie niet als de een
of andere onvoltooide laten afsterven.
Ik had bij een winkelier eens een En
gelse concoursstok zien staan. Het was
een drie-delige lichte tonkinhengel met
een splitcane top. Die top had een spe
ciaal verloop, in feite een dubbel ver
loop, waardoor de hengel de gewenste,
buitengewoon moeilijk verkrijgbare ac
tie krijgt, zo belangrijk voor de wed
strijd-hengelaar. Deze stok was voor
zien van een lange kurkgreep met reel-
ringen en was verder gemonteerd met
ver van de hengel afstaande lichtge
wicht geleidogen. Dit laatste opdat met
Advertentie
Advertentie
haal een doos bij Uw Drogist/j
De voorzitter van het college van
Algemeen Bestuur der Nederlandse An
tillen, mr. N. Debrot, die j.l. Vrijdag en
Zaterdag met de gouverneur, de voor
zitter van de Staten, de directeur van
Openbare Werken en de heer Krafft
van het Ondersteuningsfonds op Sint
Maarten is geweest om de schade, ver
oorzaakt door de orkaanramp, op te
nemen, deelde bij zijn terugkeer te Wil
lemstad mede, dat hij de schade zéér
ernstig vond.
De heer Krafft, die op Sint Maarten is
gebleven om de hulpverlening te organi
seren, deelde aldaar aan de gezaghebber
mede, dat het Ondersteuningsfonds Ne
derlandse Antillen, waarvan hij secreta
ris-penningmeester is, thans reeds een
bedrag van f2500 Cur. crt. (ongeveer
f 5.000 Ned. crt.) beschikbaar heeft
gesteld om de ergste nood te lenigen.
regenweer het snoer niet tegen de hen
gel gaat plakken en 'zodoende het in
werpen zou kunnen belatten of belem
meren. Ik koos de uitvoering met een
lengte van 4.20 meter
Thuis had ik een reel van grote dia
meter met een zeer dikke as. De rem-
inrichting was verstelbaar en te regelen
naar de sterkte van het snoer. Voor
deze draaiende reel kocht ik honderd
yards zijden lijn van 3 pond trekkracht,
ik zocht nog twee Rotterdammertjes
uit, beide van een slank model, echte
brasempennetjes om zo te zeggen. Ha
ken had ik zelf wel in voorraad en dus
ging ik. gewapend met mijn nieuwe
aanwinsten, op huis aan.
Daar aangekomen sloeg ik aan het
aardappelkoken. Ik liet ze vanwege het
lichtere tuig iets zachter worden dan
ik anders deed. Hierna stelde ik het
wekkertje op een tijdig uur en kroop
onder de wol:
De volgende morgen was ik mooi
vroeg ter plaatse. Het was ongeveer
tussen donker en licht: langzamerhand
bracht ik mijn spullen in orde. Een van
de Rotterdammertjes had ik op een
drié meter lange onderliin van 18/100
nylon gezet met een Goudhaakje no. 14.
De loodhagel had ik mooi over de on
derlijn verdeeld, het onderste een deci
meter van de haak af. Nog even gepeild
met een klein peillo'odje; ik houd name
lijk niet van die zware moppen lood,
die in de vaak zachte bodem wegzak
ken. Toen sloeg ik een aasje aan en zou
moeten blijken of mijn compositie in de
smaak viel. Mijn schepnet had ik al
binnen miin bereik klaar gelegd. Hier
voor had ik geen extra onkosten hoeven
te maken; mijn net is groot genoeg.
Want vissen met zulk teer en breekbaar
tuig verlangt een schepnet van grote af
metingen, zodat de vis, eenmaal uitge
speeld, zonder moeite geschept kan
worden. Niets is teleurstellender dan,
als je een zware vis met succes aan licht
tuig gedrild hebt, tot de ontdekking
te komen, dat de beugel te klein is óf
het net zelf niet diep genoeg. En pro
beer maar eens een twaalf-ponds kar
per met je handen op de wal te krijgen.
Het beioofde een mooie dag te worden
met een Westelijke wind. De zon ver
dreef de laatste vochtigheid van de och
tendnevel. Tweemaal was de Rotter
dammer op een lakse en weifelende ma
nier omhoog gekomen, doch beide ke
ren waren 't brasems, die zich zonder
omhaal of tegenstand overgaven. Vieze
dingen eigenlijk, die brasems; alles
komt onder hun slijm te zitten. Zelfs
het snoer heeft er balletles van tussen
de loodkorreltjes zitten. Toch geven die
..vloermatten" nog wel een beetie vol
doening, bij gebrek aan beter. Als het
spul maar licht is.
Helemaal zeker was ik niet, doch toch
'l
door
47
„Inderdaad," zei Firth. „Ik heb ze
min of meer overbluft en gezegd, dat
ze u hun verhaal moesten vertellen, in
specteur. De dokter kon het niet góed
over zijn hart verkrijgen, omdat juf
frouw Joyce erbij betrokken is, ziet u,
en het lijdt geen twijfel dat het al met
al een vervelende geschiedenis is."
„Ja. dat komt vaker voor. Maar, ziet
u, dokter Daw. die dingen komen toch
doorgaans vroeg of laat aan het licht.
Als de andere aanwezigen ons mis
schien zouden willen verontschuldigen,
dan kunnen u en de juffrouw en ik ons
tot de zaak bepalen."
„Als u er niets op tegen hebt," zei
Joyce, „dan had ik liever, dat ze ble
ven. Zij zijn volkomen op de hoogte.
Als we hen weg lieten gaan zou dat de
schijn wekken alsof we ons schaam
den." Ze verhief haar stem een weinig.
,.En, inspecteur Fowler, ikik be
doel wij willen er de nadruk op leggen,
dat dit niet het geval is."
Inspecteur Fowler dacht bij zichzelf,
dat het hun zedelijke plicht was, zich
te schamen, maar hij volstond met te
zeggen: „Zoals u wilt."
Naderhand terugdenkend aan dit on
derhoud, bedacht inspecteur Fowler,
welk een zonderlinge indruk deze ver
toning op een vreemde toeschouwer ge
maakt zou hebben, indien zo iemand het
gesprek bijgewoond had en geluisterd
had naar deze bedaarde dorpsdokter,
die het relaas deed van zijn liefde voor
de verloofde van één zijner patiënten
hun korte ontmoetingen in bossen en
op landwegen. terwijl Dan Everard
op dat ogenblik pas vier uren dood was.
Het kwam hem toen als al te dol voor
dat hij. inspecteur Fowler, naar zoiets
geluisterd kon hebben met een zeker
begrip en medeleven. Toen de brief van
Angela Pewsey ter sprake kwam, be
gon de inspecteur tot zijn eigen afgrij
zen, zelfs een greintje sympathie voor
haar moordenaar te voelen.
Dokter Daw gaf een volledig verslag
van alles, beginnend bij het begin en
aan één stuk door vertellend. Hij zocht
noch zichzelf, noch Joyce te veront
schuldigen, en toen hij uitgesproken
was, overhandigde hij de brief. Hij repte
er met geen woord over, dat Firth de
brief reeds eerder gezien had, en de in
specteur verkeerde in de waan, dat de
brief niet eerder uit zijn handen was ge
weest. Hij vouwde hem open en las hem
zorgvuldig van het begin tot het eind.
„U zult begrijpen, dokter, dat ik dit
onder mijn berusting zal moeten hou
den. Het kan eventueel als bewijsmate
riaal dienen."
„Volkomen."
Inspecteur Fowler vouwde de brief
zorgvuldig op en stak hem weg. Toen,
na een kort stilzwijgen, zei hij: „Ik kan
niets beloven, maar indien deze brief
niet ter zake dienende is, zal ik hem
niet voorleggen. Ik hoop, dat ik u hem
terug kan geven en de inhoud vergeten."
Mevrouw Sim glimlachte tegen Joyce.
Celia kreeg aanvechtingen om te huilen
en schold zichzelf verwoed voor een
dwazin.
Dokter Daw knikte. „Ja, als dat mo
gelijk is, dan zou ik het zeer op prijs
stellen."
Inspecteur Fowler stond op en keek
op het gezelschap neer. Hij voelde zich
nu weer zekerder van zijn gezag.
„Ik moet u er natuurlijk op voorbe
reiden, dat hetgeen u me verteld heeft,
tot bepaalde informaties aanleiding zal
geven."
„Ja, dat begrijp ik."
„En, verder, dokter Daw en u, juf
frouw, moet ik verzoeken, deze streek
niet te verlaten zonder mij van te voren
ingelicht te hebben."
Zij knikten en hij lichtte zijn hoed
voor mevrouw Sim. wenste hen allen
goedenmorgen en stapte de oprijlaan af.
Terwijl hij het kerkhof overstak,
stond er een diepe rimpel tussen zijn
ogen. „Mogelijk, dat hij die oude gier
niet vermoord heeft," mompelde hij.
„Maar dan begrijp ik niet, waarom
niet."
Toen inspecteur Fowler op het poli
tiebureau terugkeerde, vond hij daar
agent Wilks, die hem aan de deur op
wachtte. Er was een dringend gesprek
uit Londen voor hem doorgekomen en
zij hadden de oproeper aan de lijn ge
houden.
Brigadier Piggott had uit Londen iets
te rapporteren. „Ik geloof, dat ik iets
te pakken heb," zei hij.
„Goed zo", zei de inspecteur knorrig.
„Steek van wal en doe niet zo zelfvol
daan,"
„Het Detectivebureau „Lynx" blijkt
één en dezelfde te zijn als Willie Black.
Ik weet niet of u zioh die herinnert. Hij
zat vroeger in Bow Street en heefit op
eigen verzoek ontslag gekregen. Eeri
puike kerel was het
„Goed, goed. Ik ken Willie Black be
ter dan jij. Ik heb je niet gevraagd om
hem op te hemelen."
„Nee, dat zei ik alleen maar om uit te
laten komen, dat wat hij zegt, betrouw
baar is.
„Ja, ja, maar wat heeft hij nou ge
zegd?"
„Wel, hij noemde dadelijk een naam,
die u goed kent."
„Wie?"
.Majoor George Torrens".
„Aha.Afijn ga door. Wat moest die
van Willie Black hebben"?
„Hij wilde het me niet dadelijk ver
teilen. Ik moest hem eerst duideiijk ma
ken dat het om een moordzaak ging".
Hoor eens even, Piggott. Ik weet wel,
dat dit telefoongesprek niet uit jouw
portemonnaie betaald wordt, maar
hoogst waarschijnlijk zijn er nog meer
mensen, die gebruik willen maken van
de lijn. Als je van plan bent er een paar
uur voor te nemen, waarschuw dan de
centrale. Nou, voor de dag ermee.
Brigadier Piggott stelde met ongepaste
vrijmoedigheid vast, dat tot dusverre in
specteur Fow;ler het meest aan het woord
was geweest. Kennelijk jiad inspecteur
Fowler nog kort eeledeft langer hoffe
lijk moeten wezen dan met zijn tempe
rament overeenkwam.
„Uitstekend, Sir. Nu dan, Willie Black
is jarenlang doende geweest, majoor Ge
orge Torrens' zuster te schaduwen".
Er volgde een stilzwijgen aan de an
dere kant van de lijn, waaruit brigadier
Pigott opmaakte, dat de stand i-0 in zijn
voordeel was.
„Weet je dat zeker, Piggott"?
„Absoluut".
„Maar waarom laat hij zijn zuster dan
schaduwen? Van een andere vrouw is
hier geen sprake. Als hij er maar aan
dacht, nog eens te trouwen, dan zou het
hele dorp het weten". En grimmig voeg
de hij eraan toe: „Ze weten hier alles".
„Schijnbaar toch niet, dat er een juf
frouw Torrens bestaat".
(Wordt vervolgd)
verbeeldde ik mij een klein bewijsje
waar te nemen. Ik bleef scherp oplet
ten en ja hoor: mijn pen schoof een
centimetertje omhoog, nog een streepje
en daar zakte hij langzaam weg. Ik gaf
hem de tijd en liet hem flink doortrek
ken, zodat de haak diep in de bek zou
komen te zitten. Wanneer dit het geval
is dan loopt het dunne onderlijntje
minder kans om tijdens langdurig dril
len doorgeschuurd te worden door het
„plaatje" van de haak. Toen ik met een
lichte tik vastsloeg. nam de karper on
middellijk schot. Alles liep goed en de
lichtafgestelde reel vormde voor de ris
geen beletsel om in één keer wel ze
ventig meter ver weg te razen. Pas toen
durfde ik wat meer spanning uit te
oefenen. Maar ook nu voelde hij zich
nog heer en meester van de situatie.
Op allerlei manieren poogde hij zich te
ontdoen van de hinderlijke lijn. Op een
gegeven moment zat ik met een lege
reel en tot mijn geluk beperkte de kar
per zich, onder die voor mij zo critieke
omstandigheden, tot heer. en weer
zwemmen in een halve cirkel. Soms
kwam hij terug, recht op me af en dan
had ik de grootste moeite om de lijn
strak te houden. Had mijn reel een
durine as gehad dan had ik zeker alle
contact met de 4'is verloren.
Het eerste half uur kon ik hem
slechts volgen zo goed en zo kwaad als
het ging. Pas na zeventig minuten be
gon ik werkelijke tekenen van ver
moeidheid bij hem te bemerken. Doch
ook toen had ik mijn handen aan hem
vol: verschillende keren was het alleen
maar door bliksemsnel reageren, dat ik
het niet tegen hem aflegde. Want ook
ik was niet vrij van vermoeienis. Tot
dat moment had ik hem niet dichterbij
kunnen krijgen dan op een dertig me
ter. En het heeft precies een uur en
veertig minuten geduurd voordat ik
hem te zien kreeg. Een half uur daar
na, dus meer dan twee uur van hard
vechten, gaf hij zich gewonnen. Hij hing
toen als het ware aan mijn lijntje in
het water. Totaal óp gleed hij het net in
en met twee handen aan de stok lichtte
ik dit heerschap van zestien pond op
de wallekant.
Niemand die mij meer kan wijsma
ken dat karperen met zwaar tuig dient
te geschieden. Als alles maar in even
redigheid is en in zuivere balans. Dan
pas valt er met karperen sport te bele
ven. D
Advertentie
2MMI
riiiuKiititnitiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiniiiiiiittiiiiifiiiiiiiuiiiiiniiia
„Wat vind je eigenlijk van die nieu
we rage van zeepkistenraces?" vroeg
Snorrebor onverwachts.
Waarom vraag je dat? Je wilt er
toch niet aan mee gaan doen?"
„Ik ben nog niet kinds," antwoordde
Snorrebor verontwaardigd. „Maar m'n
getrouwde zoon, die in Arnhem woont,
had het er laatst over. Zijn kinderen
hadden er aan mee gedaan. Ze waren
met rode koppen, maar zonder prijs
teruggekomen. Ze hadden geweldig
veel plezier gehad, want ze hadden
een zeepkist in mekaar gereden. Dat
ze geen prijs hadden gewonnen, was
een tegenvaller voor m'n zoon, want
z'n radiotoestel, een oudje van voor de
oorlog, doet het niet al te best meer.
Hij vroeg me, of ik misschien nog een
lege zeepkist over had en of ik die dan
maar wou opsturen. Nou, daar kon ik
hem niet aan helpen. We hebben nooit
gehamsterd en kopen zeep altijd maar
bij het stuk en bij het pakje. Maar als
ik er wel een had gehad, zou ik niet
hebben geweten, wat ik had moeten
doen, want een lid van de K.V.P.-
fractie heeft in de gemeenteraad van
Arnhem er over geklaagd, dat voor
zo'n zeepkistenrace de openbare weg
een hele Zondagmiddag afgesloten is
geweest, een macht politie op de been
was, er entréeprijzen van om-en-
bij twee gulden werden geheven en
de hele opzet volgens hem „ongezonde
wedstrijdsensatie" moet worden ge
acht."
„Daar kan ik in komen," ant
woordde ik. „Wanneer b.v. op Konin
ginnedag nf bij een andere feestelijke
gelegenheid een zeepkistenrace voor
kinderen wordt georganiseerd bij
wijze van volksvermaak als koek-
happen en zaklopen, en iedereen daar
voor niets naar kan gaan kijken, dan
bestaat daartegen naar mijn mening
niet het minste bezwaar, mits het
gewone verkeer geen al te grote
overlast wordt aangedaan en de vei
ligheid voor de kinderen en de om
standers behoorlijk gewaarborgd is.
Het ineenknutselen van zeepkistve
hikels heeft m.i. zelfs een goede pae-
dagogische kant in deze technische
eeuw. En het prikkelen van een ge
zonde wedijver onder kinderen kan
óók z'n voordelen hebben. Maar de
opzet van de race in 'Arnhem op een
doodgewone Zondag blijkt volgens hot
K.V.P.-raadslid een andere te zijn
geweest. Daar werden de kinderen
met hun zeepkisten ten dele gebruikt
om volwassenen geld uit de zak te
kloppen, het pleizier van de kinderen
leek daar meer middel dan doel, en
de officiële wedstrijdallure mis
plaatst."
„Dan ben ik maar blij, dat ik geen
zeepkist heb, want het hart van een
grootvader wordt zo zacht als een
kluit boter in de zon, wanneer de
kleinkinderen aan z'n kop zaniken."
zuchtte Snorrebor gerustgesteld.
De Franse pantomimespeler Marcel
Marceau, die reeds eeruime tijd in de
studio des Champs Elysées te Parijs op
treedt en vele buitenlandse tournees
maakte, zal 2 October een voorstelling
in Diligentia in Den Haag geven.
Bij de opnamen voor de film „For
heavens sake" (In 's hemels naam) za
gen de filmproducers in Hollywood zich
voor een gewetensvraag gesteld. Op
zichzelf is dat zéér verheugend, want
over het algemeen geven deze heren
weinig blijk ervan er zoiets als een
geweten op na te houden. De vraag,
waarvoor zij zich beducht voelden, was,
of een engel wel een goedkeurende blik
mag werpen naar de welgeschapen be
nen van de filmster Joan Bennet? Dat
engelen zuiver geesten zijn, die natuur
lij^ ook de schoonheid van Gods «ma
teriële schepping bewonderen, mits die
niet door de mensen ter zinnenprikke
ling misbruikt wordt, is een begrip, dat
de demonen, die de maar al te aardse
filmengelen exploiteren, natuurlijk niet
helemaal duidelijk is. De regisseur
George Seaton vond, dat een engel wel
een oogje aan Joan's kuiten mocht wa
gen, maar zijn bazen waren daar niet
zo zeker van. Tenslotte kwam men naar
Hollywoodse trant tot het volgende
compromis: engel Cliftr i Webb zal een
welgevallige blik naar de onderdanen
van Joan Bennet werpen, maar engel
Edmund Gwenn zal hem daarop betrap
pen en een schrobbering geven, met het
gevolg, dat engel Clifton Webb in de
rest van de film de ogen zedig neerge
slagen zal houden.
Het zou ons aanbevelenswaardiger lij
ken, indien de Hollywoodse filmfabri
kanten, die zo'n verwrongen beeld van
het leven op. aarde plegen te geven, in
's hemels naam de bovenaardse wereld
maar buiten het terrein van hun geld-
makershedrijf lieten.
Aan de Afrikaanse Goudkust ont
stond enige tijd geleden een enorme
vraag naar een internationaal bekend
haarverzorgingsmiddel. een vraag, die
nog steeds aanhoudt. De fabrikanten
stonden voor een voor hen aangenaam
raadsel, waarvan .zij niettemin gaarne
de oplossing wilden weten. Stel eens,
dat de negers van de Goudkust de deug
delijkheid van het middel hadden on
dervonden om hun kroeskoppen een
gladder, meer Europees aanzien te ge
ven. Daar zou stof voor een prachtige
reclame-campagne in hebben gezeten.
Thans is echter gebleken, dat de in
boorlingen tot de ontdekking zijn ge
komen dat het haarmiddel als boter
hamsmeersel hun bijzonder lekker
smaakt. Zij zijn ook verzot op suiker
klontjes, die «in parfum gedrenkt zijn,
terwijl zij zeep gebruiken als aas bij
het vissen. Of de vissen aan de Goud
kust ook zeepbellen blazen, vermeldt
het handelsoverzicht voor September
van de „United Africa Company", waar
aan deze gegevens ontleend zijn, niet.
In ieder geval lijkt het ons niet onmo
gelijk, dat nog andere industriële pro
ducten aan de Goudkust een tot nog toe
ongekend succes zouden kunnen oog
sten, zoals b.v. schoensmeer als was
middel, het bier, dat weer best is, als
haarwater en benzine als borrel.
Volgens mededelingen van de Ame
rikaanse scheepvaartmaatschappijen en
reisbureaux ondervindt het trans-At
lantische verkeer van burgers nog
steeds geen nadelige invloed van de
gespannen internationale situatie naar
aanleiding van de Koreaanse oorlog. In
tegendeel. De zaken gaan beter dan ooit.
In Juli werden 2000 paspoorten méér
uitgereikt dan in Juli van het vorige
jaar en de Cunardlijn b.v. vervoerde in
Juli en Augustus 2 pet. méér passagiers
dan in dezelfde maanden van 1949. Het
aantal boekingen in September van de
trans-Atlantische luchtvaartmaatschap
pijen bleef over het algemeen minstens
gelijk aan dat van September van het
vorige jaar, maar één maatschappij
meldde een stijging van 100 pet. en een
andere van 26 pet. De toestand is due
nog lang niet zó, dat de Amerikanen
niet meer ver van huis durven gaan.