WERELDSITUATIE STELT ONS VOOR NIEUWE PROBLEMEN Eric Huldiging dr. Maria Montessori II DE STEM VAN DE DODE I Tuósen neus en tippen Op economisch gebied is grote waakzaamheid geboden Troepenverplaatsingen in heel Indonesië Nieuw academisch jaar begonnen Nijmegen overschrijdt de duizend Belangrijke opdracht aan Redemptoristen VIER JUBILARISSEN OP HET RETRAITEHUIS „L0Y0LA" TE VUGHT OPNIEUW DE ZAAK POOS EN SLAGTER DINSDAG 19 SEPTEMBER 1950 PAGINA 3 TROONREDE VAN H. M. KONINGIN JULIANA INLICHTINGEN OVER DIE METEOOR Man van de trap gegooid? Onderwijsvoorzieningen Vier provincies in Brazilië Erepromoties te Amsterdam Rectoraatsoverdrachten aan Universiteiten en Hogescholen Amsterdam Millioenen dames Overige universiteiten en hogescholen Tilburg Zes zittingen nodig door MAX MURRAY De veiligheid van de Grote Drie Satire Zaagsel als kunstmest Taxichauffeur (Vervolg van pag. 1) Met dankbaarheid gedenk ik hoe- velen hun militaire dienst overzee met inzet van hun gehele persoon hebben verricht, en ook thans nog gedurende de laatste en wellicht zwaarste periode van hun verblijf in Indonesië vervullen. Met eerbied stel ik vast, hoevelen bereid bleken om als vrijwilligers deel te nemen aan het Nederlandse aandeel in de strijd macht der Verenigde Naties in Ko rea. De regering weet zich door de wilskracht der natie gesterkt in haar streven om Nederland zijn plaats te doen innemen in de kring der lan den, die zich doelbewust opmaken om de kans op het behoud van de vrede te vergroten door de zeker heid te scheppen, dat een aanval ge zamenlijk zou worden weerstaan. De gang van zaken in de wereld stelt Nederland ook op economisch, sociaal en financieel gebied voor nieuwe vraag stukken. Behalve aan de noodzaak tot opvoering der nationale weerbaarheid is daarbij vooral te denken aan de sterke stijging der prijzen van vele grondstof fen op de wereldmarkt, een stijging, waartegen Nederland alléén niets ver mag, en die voor ons land een bijzonder ongunstige uitwerking heeft, omdat het zelf zo weinig grondstoffen voortbrengt Onder deze omstandigheden eist het te volgen beleid hernieuwde nauwgezette overweging. Een herziening van de rangorde in dringendheid der uitgaven op het gebied der overheidswerkzaamheid, met inbe grip van die der lagere overheden, zal onvermijdelijk zijn. Een verdere verla ging van de belastingdruk zal om gelijke oorzaak voorshands niet in vooruitzicht kunnen worden gesteld. De handhaving van het monetaire evenwicht, in de laat ste jaren bevorderd door de Marshall hulp, zal onder de gewijzigde omstan digheden moeilijker worden. Het is ech ter een gebiedende eis, dat dit evenwicht wordt bewaard, zowel als voorwaarde voor het herstel van het nog steeds ont brekende evenwicht in de betalingsba lans, als omdat een stijgend prijspeil noodlottige gevolgen medebrengt -oor 't levensniveau van een groot deel van ons volk. In verband daarmede zal ook in de financiële politiek aan sociale gezichts punten bijzondere aandacht worden be steed. Evenzeer is op economisch gebied gro te waakzaamheid geboden. Mocht de ontwikkeling dieper en meer omvattend overheidsingrijpen wenselijk doen zyn dan zal de regering niet aarzelen hier toe over te gaan. Na urgent gebleken maatregelen op het gebied van de loon- en prijspolitiek te hebben genomen, heeft de regering over het verder te dezen aanzien te voeren beleid het advies ge vraagd van de dit jaar tot stand geko men Sociaal-Economische Raad. Ter bereiking van een doeltreffende maatschappelijke organisatie is het van groot belang, dat lichamen, als bedoeld in de wet op de bedrijfsorganisatie, tot «tand komen. De regering zal de be drijfsorganisatie zoveel mogelijk bevor deren. mede door bij nieuwe wettelijke maatregelen, waar mogelijk, bevoegdhe den aan bedrijfslichamen toe te kennen. De bevordering van de industrialisatie, die tot nog toe niet onbevredigend ver loopt, blijft een kernpunt van de econo mische politiek. Ook op verdere verho ging van de productiviteit van landbouw en visserij blijft het streven der regering gericht J De werkgelegenheid bleef zich in het algemeen, in aanmerking genomen het grote aantal gedemobiliseerden, dat ge plaatst moest worden, gunstig ontwikke len. Waar zich in enkele gebieden van ons land met veelal eenzijdige bestaans- bronnen regionale structuele werkloos heid begon af te tekenen, werden voor zieningen getroffen om deze gebieden aantrekkelijker te maken voor industrie- Vestiging. Op dit gebied zijn reeds enke le resultaten van betekenis bereikt. De sterke bevolkingsgroei en de beperktheid van de beschikbare grond blijven krachtige bevordering der emigratie eisen. Voorstellen tot het voortzetten van landaanwinning en inpoldering zullen worden ge daan. Nu de liquidatie van de gevolgen van oorlog en Bezetting steeds verder voort schrijdt, kan meer dan in vorige jaren aandacht en energie worden gewijd aan de aanpassing van ons recht aan de ont wikkeling der maatschappelijke verhou dingen. Op cultureel gebied zal het be- De vertegenwoordiger van de „repu bliek der Zuid-Molukken" te Den Haag heeft van zijn regering een telegram ontvangen, waarin wordt medegedeeld, dat „in geheel Oost-Indonesië, dus in clusief de eilanden der Noord-Molukken, grote troepenverplaatsingen en scheeps- concentraties zijn waargenomen". In hetzelfde telegram wordt mededeling gedaan van de verwachting van een aan val nog deze maand op Ambon, Hardu- «oe en Saparua. Zoals gemeld, is Donderdagavond om streeks tien minuten voor tien boven ons land een heldere meteoor waargenomen. Het is wetenschappelijk van groot be lang. dat zo veel mogelijk gegevens over deze meteoor worden verzameld, Daar om wordt een ieder, die het verschijnsel heeft gezien, verzocht te berichten wat hij heeft waargenomen. Deze gegevens dienen zo volledig en nauwkeurig moge lijk te zijn. Maar ook Indien een bericht onvolledig is, heeft het zijn waarde, en *al het gaarne worden ontvangen. De waarnemingen dienen een opgave bevatten van naam en adres van de Waarnemer, benevens van de plaats van ^aarneming. Ze moeten worden ge bonden aan het adres: Werkgroep-mete- °cen, Sterrenwacht, Utrecht. In de nacht van Zondag op Maandag heelden burgers aan de politie mede, ?at in de Van Wageningenstraat te Arn hem een man op straat lag. Bij onder fok trof men ter plaatse inderdaad een |oan aan, die een verwonding by de 'hond had. De G.G.D. kon slechts de dood consta- ®ren. Het slachtoffer bleek de 46-jarige Jyasblazer F. J. H. te zijn. De man heeft 'h£t zekere Van E„ bij wie hij al jaren ,0 de kost was, een woordenwisseling ge- hfid, waarbij Van E. hem een slag in het «eztcht toebracht en hem daarna ver- •oedelijk van de trap gooide, "an E. is gearresteerd. leid gedragen blijven door de overtui ging, dat kunsten en wetenschappen van hoge waarde zijn voor ons volk. Aan de Staten-Generaal zal worden voorgelegd een nota betreffende het ge heel van onderwijsvoorzieningen, die voor de toekomst van onze jeugd en met het oog op de behoeften onzer maat schappij wenselijk zijn. De verdere uit werking van het door het kabinet bij zijn optreden ontwikkelde program van wetgeving en bestuur, waarvan reeds verscheidene punten werden verwezen lijkt, zal voortgang hebben. In de Memo rie van Toelichting bij de begrotings hoofdstukken worden daaromtrent nade re mededelingen gedaan. Veel zal daar door ook in het nieuwe zittingsjaar van uw werkkracht worden gevraagd. Vast staat, dat een grote krachtsin spanning van heel ons volk nodig zal zijn om aan de gewijzigde verhou dingen het hoofd te bieden. Uit het geen mogelijk is gebleken in de vijf jaar, waarin Nederland zich uit de, diepste ellende omhoog heeft ge werkt, mag het vertrouwen worden geput, dat onze volkskracht ook te gen deze verzwaarde taak opgewas sen zal blijken te zijn. De regering harerzijds zal het moge lijke doen om een redelijk evenwicht te bevorderen tussen de eisen, gesteld voor de medewerking aan de collectieve vei ligheid, en het economische, sociale en culturele welzijn van ons volk. Met de bede, dat God ons allen in onze arbeid moge sterken, verklaar ik de ge wone zitting der Staten-Generaal voor geopend". De Generaal van de Redemptoristen dr. E. Buys heeft aan de Nederlandse provincie der Redemptoristen opdracht gegeven een vice-provincie te begin nen in Noord-Oost-Brazilië, teneinde ook daar te helpen voorzien in de grote nood der zielen, ontstaan door het nypend priestergebrek. Dit nieuwe gebied omvat de staten Bahia, Pernambuco, Ceara en enige kleinere staten, die het Noord-Oosten van Brazilië vormen. Dit gebied heett een totale oppervlakte van 1.263.000 vierkante kilometer met een bevolking van 16.231.000 zielen. Reeds werd een begin gemaakt in het bisdom van mgr. Muniz, een Braziliaanse Redemptorist, die bij zijn benoeming tot bisschop in het gebied van de San Fran- cisco-rivier slechts negen priesters aan trof, geschikt om te zorgen voor een bevolking van 400.000 zielen over een oppervlakte van 200.000 vierkante kilo meter verspreid. De Nederlandse Re demptoristen (tot nu toe slechts twee in getal) namen de zorg op zich voor de stad Juazeiro, die 40.000 zielen telt. Tot eerste Provinciaal, belast met de vorming van deze nieuwe vice-provincie, is zoals reeds gemeld, door pater-generaal benoemd de hoogeerw. pater Ch. Don ker, oniangs afgetreden provinciaal over Nederland. De jaren van zijn provin ciaal bestuur kenmerkten zich door» be langrijke initiatieven, die hij op een gelukkige wijze wist te verwerkelijken Brazilië is voor hem geen onbekend land, aangezien hij er reeds werkzaam was van 19251935 als professor aan het klein-seminarie in de staat Minas Geraes. Bovendien hield hij er in 1947 visitatie in de provincie van Sao Pauio en Rio de Janeiro. Het ligt in de bedoeling om in het nieuwe gebied zo spoedig mogelijk te komen tot het oprichten van een klein seminarie tot vorming van Braziliaanse Redemptoristen. H.M. de Koningin en de Prins heb ben het voornemen zich 16 November naar Den Haag te begeven, ten einde kennis te maken met de leden van de Provinciale Staten van Zuid-Holland en de leden van de Haagse gemeenteraad. Boog vajv A 27. ,Jlector," herhaalde de Noorman scherp. „Waar zijt gij?" Angst overviel hem. Wat kon er met de domme dienstknecht gebeurd zijn? Hij liet het licht over de achterwand van de holte spelen. Een zucht van verlichting ontsnapte hem. Voor hem, dicht tegen de muur gedrukt, stond een sidderende figuur en staarde hem met wijd opengesperde ogen aan. „Kom te voorschijn, Hector," beval Eric. „Alles is veilig." Maar de dienaar scheen door een heilige vrees bevangen. „N-nee, n-nee," lispelde hij, bijna onhoorbaar. „N-niet veilig. Ver-verschrikkelijk gevaa-vaarlijk „Onzin," zei de Noorman, die het hazenhart van zijn tochtgenoot kende. „Kom naar buiten." „Niet n-naar buiten," mompelde Hector vastbesloten. Op zijn lijkbleek gelaat parelden zweetdruppels. „Anders is H-Hector verloren! Het monster Het monster is verdwenen," sprak de Noorman. „Ge behoeft geen angst meer té' hebben. De vloek van Allard is voorgoed weg." „N-niet weg De sidderende figuur leek nog meer ineen te krimpen. „H-het was h-hier heer Vlak bij mij. Ik hoorde het. Het gr-grauwde en wilde hier binnen komen H-het raakte mij aan Toen klonk in de v-verte lawaaihet duchtte M-moar het was hier! Zowaar a-als ik hier sta „Uw verbeelding heeft u natuurlijk parten gespeeld, in de duisternis," trachtte Ene te bemoedigen. Maar de uitdrukking van hevige schrik verdween niet van Hector's gelaat. „O, nee bracht hij moeilijk uit. „G-geen verbeelding T-tastbare werkelijk heid. H-hier!" Hij wees naast zich. Geringschattend keek Eric in de richting, die de dienaar aanduidde. Plotseling echter liet hij zich met een gesmoorde uitroep van verbazing op de kniecn zakken en staarde wild naar de weke bodem. In het zand tekenden zich een paar grote, aapachtige voetafdrukken af. Hector sprak de waarheid. Het monster moest hier ver voor de Noorman geweest zijn. Maar hoe kon dat, als het achter hem onder het puin begraven lag? Dit spookachtig opduiken van het grote monster, welks einde hij zelf had gadegeslagen, was zo onwezenlijk, dat het de Noorman voor een ogenblik de adem benam De laatste handeling van prof. dr. M. Valkhoff als rector magnificus van de gemeente-universiteit van Amsterdam, voordat hij deze functie overdroeg aan prof. N. A. Donkersloot, is geweest het leiden der erepromoties van mevrouw Maria Montessori en oud-minister G. Bolkestein. In zijn korte toespraak tot mevrouw Montessori, die onlangs haar 80ste ver jaardag heeft gevierd, gewaagde de rector magnificus van Wet vele, dat wij haar verschuldigd zijn op het gebied van het onderwijs. Naar schatting, zo zeide hij, bezoeken 33.000 leerlingen in Nederland de 160 Montessori-scholen. „Er zijn kleuterscholen, lagere scholen en zelfs lycea, waar Montessori-onder- wijs wordt gegeven. Men heeft zich wel eens afgevraagd, waarom er geen Montessori-universiteiten zijn. Het ant woord daarop luidt, dat elke univer siteit, die haar naam waardig is, een Montessori-universiteit moet zijn". Voordat de secretaris van de senaat de nieuw benoemde doctor de bul overhan digde, richtte namens de faculteit der letteren en wijsbegeerte prof. dr. H. W. F. Stellweg, het woord tot mevrouw Montessori. Prof. Stellweg gaf in haar toespraak een overzicht van de academi sche carrière van mevrouw Montessori. Mevrouw Montessori dankte de rector magnificus voor zijn woorden en voor de benoeming tot eredoctor, die zij als een groot voorrecht beschouwt. In zijn toespraak tot oud-minister Bolkestein zeide'prof. Valkhoff onder meer: „gij zijt bij uitstek een onder wijsman, en onze senaat heeft het me morabele feit, dat gij op 6 Mei j.l. de dag vierde, waarop gij 60 jaar geleden in dienst trad bij het onderwijs, aan gegrepen om u te eren". Hij wees er op hoe de oud-minister steeds heeft ge zocht naar goede wegen tot hervor ming en vernieuwing van het onder wijs en die vaak mocht vinden. In zijn dankwoord zeide dr. Bolkestein dat het hem een bijzonder voorrecht is juist aan de Amsterdamse universiteit de hoge onderscheiding te mogen ontvan gen. „Hier was ik mijn studie begon nen", zo zeide hij, „doch ik moest hier afbreken, toen ik mij in de practijk aan het onderwijs ging wijden. Dat ik ten slotte toch nog hier het eredoctoraat mag ontvangen, heeft voor mij een zeer bij zondere betekenis", aldus dr. Bolkestein. De plechtigheid werd bijgewoond door de secretaris-generaal van het ministe rie van O. K. en W., mr. H. J. Reinink, de burgemeester van Amsterdam, mr. Arn. J. d'Ailly, enkele wethouders en voorts door de ambassadeurs van India en Italië. De aula van de Gemeentelijke Uni versiteit van Amsterdam tijdens de plechtigheid, waarin het eredocto raat verleend werd aan de bekende paedagoge mevrouw dr. Maria Montessori. Het moment, waarop de doctorsbul aan dr. Maria Mon tessori wordt overhandigd. Telkenjare wordt aan alle Nederlandse Universiteiten en Hogescholen op de derde Maandag in September het Rectoraat overgedragen, bij welke gelegen heid de aftredende rector-magnifïcus verslag uitbrengt over de lotgevallen der universiteit m het afgelopen studiejaar. Veelal kan aan dit verslag afhangend overigens van de persoon van de verslaggever een zekere droog heid niet worden ontzegd; een groot aantal gebeurlijkheden en feiten moet immers in kort bestek, worden opgesomd. Ue plechtigheid der academische zitting vermag hier niets aan te veranderen. Vaak echter verbindt de croni- quer aan zijn kroniek enkele algemene beschouwingen, die waard zijn in een bredere kring bekend te worden. huishoudkundige, 12 in de econ. sociolo gische en 1 in de sociale wetenschappen, «k Zo ook de aftredende rector-magnifi- cus der Nijmeegse Universiteit, prof. dr. H. H. Jansen, toen hij in zijn Maandag middag gehouden rede over het afge lopen studiejaar de aandacht vestigde op een nijpend vraagstuk, dat momen teel een bron van grote zorg uitmaakt, met name dat ieder jaar een steeds gro ter aantal studenten in de onmogelijk heid blijkt te verkeren uit eigen mid delen of die hunner ouders de kosten van studie te betalen. Voor het katho lieke volksdeel is deze zorg des te gro ter, daar wij, teneinde de nog steeds voelbare achterstand op intellectueel ge bied in te halen, een meer dan even redig deel van onze studenten moeten rëcruteren nit onbemiddelde milieu's. De hooggeleerde spreker bepleitte daar om de vorming in veel ruimere mate dan tot nu toe is geschied van beurzen fondsen. Hij deed daarbij een beroep op onze grote sociale organisaties van werk gevers en werknemers, van boeren en tuinders. Spr. memoreerde vervolgens een groot aantal feiten van belang voor de ge schiedenis der universiteit omdat voor het eerst het aantal van duizend inge schreven studenten werd overschreden, het totaal bedroeg het afgelopen studie jaar 1108. Het merendeel der studenten komt nog steeds uit de provincies Gelder land (298), Noord-Brabant (242) en Limburg (228). De Westelijke provin cies, met inbegrip van Utrecht, leve ren nog te weinig studenten dan dal het ideaal: een waarlijk algemene Uni versiteit van Katholiek Nederland, be reikt is. „Laat Katholiek Nederland er toch van overtuigd zyn", aldus spr., dat alle offers voor uitbouw en in standhouding der universiteit alleen dan zin hebben, wanneer de katho lieke families aan deze universiteit inderdaad hun kinderen als studenten toevertrouwen.." De rector-magnificus aan de gemeen te-universiteit van Amsterdam, prof Valkhoff, gaf in zijn overdrachtsrede een overzicht van de bevolking der Amster damse universiteit: „Het aantal hoog leraren in actieve dienst is gestegen tot 138 en dat der lectoren tot 26. Onder hen bevinden zich 13 vrouwelijke do centen. Het aantal studenten heeft aan het einde van deze cursus een maximum van 6695 bereikt. Daaronder vallen 1637 vrouwelijke studenten. Wij hebben de eer de meest feministische universiteit van Nederland te zijn. Wat de weten schappelijke activiteit betreft: er waren 50 doctorspromoties, waarvan 3 cum laude". Prof. Valkhoff gewaagde ook nog var het nijpende ruimtegebrek in het uni versiteitsgebouw. Advertentie zeggenVoor de handen niets beter dan HAMEA-GELEI. Te Leiden wees de scheidende rec tor prof. Van Groningen op de moeilijk heden, die blijven voortspruiten uit de grote toevloed van studenten, het ruim tegebrek en de differentiatie der weten schap. Het aantal studenten rond 1920 nog 2000 en in 1948 nog 3606 steeg in het afgelopen jaar tot 4279. Prof. dr. S. T. Bok werd geïnstalleerd als rector voor het komende studiejaar. Ook in Utrecht klaagde prof. Weve, die het rectoraat overdroeg aan prof. Verzijl, over de stijgende nood aan plaatsruimte. In totaal hadden zich 5292 studenten ingeschreven gedurende het voorgaande jaar. Groningen zong een eendere klaagzang, waarbij de nieuwe rector prof. Sirks zich tevens afvroeg, of ons kleine vaderland wel voldoende emplooi zal kunnen verschaffen aan zoveel acade mici. De landbouwhogeschool van W a g e- n i n g e n zint op uitbreidingsplannen, zoals de scheidende rector prof. Dorst, die zijn ambt aan prof. Tendeloo over droeg, mededeelde. Aan de economische hogeschool te Rotterdam overweegt men de can- didaatsstudie te bekorten, zoals bleek uit de rede van prof. Glasz, die voor het komende studiejaar werd opgevolgd door prof. Lambers. Aan de R. K. Economische Hoge school te Tilburg heeft prof. dr. F. van der Ven zijn rectoraat overgedragen en een verslag gegeven over het afgelopen studiejaar, dat, naar hij zeide, niet werd gekenmerkt door spectaculaire gebeurte nissen. In verband met de materiële bestaans basis gaf prof. Van der Ven uiting aan zijn grote bezorgdheid. De reële waarde vermindering der collegegelden en de subsidiepolitiek der overheid werpen ernstige problemen op, waar het getal der studenten na de oorlog tot het drie voudige is toegenomen en de grote be hoefte aan ruimte, mede veroorzaakt door de noodzakelijke uitbreiding van het docentencorps, t.g.v. specialisatie der gedoceerde vakken, eea acuut ge worden huisvestingsprobleem oproept. Over de behaalde studieresultaten toonde de rector-magnificus zich te vreden. Afgelegd werden 55 doctoraal examens, 42 in de economische bedrijfs- De kleine Jezuïetengemeenschap van het retraitehuis „Loyola" in Vught telt vandaag niet minder dan vier ju bilarissen: pater J. Gadet is vijftig jaar Jezuïet, pater H. Minderop en R. Stof fels behoren beiden vijf en twintig jaar tot het leger van St. Ignatius en pater A. van Mieghen viert zijn zilveren ju bileum als retraitepater. Zonder aan de waarde der andere jubilea te kort te willen doen, mogen we toch wel het laatste als het merk waardigste betitelen. Want hoewel Mgr. Diepen reeds zei, dat het retraitewerk behoort tot de gewone zielzorg, d.w.z. dat iedere gelovige van dit werk moet kunnen profiteren, is het toch wel een vorm van zielzorg, die een zeer inten- tieve krachtsinspanning vraagt. Uit de retraite immers moeten de deelnemers een dosis kracht putten voor hun ge loofsleven, waardoor zij in staat zijn om met een verfrist geloof en met ver nieuwde ijver de strijd voor het goe de in het dagelijks bestaan te strijden. Elk gehoor vraagt van de paters een verschillende terminologie en iedere groep heeft haar eigen moeilijkheden en bezwaren. Gemiddeld vijfduizend retraitanten per jaar komen naar „Loyola". Jonge en oude mensen, arbeiders en werkge vers, middenstanders en militieplichti- gen. Zij komen en de meestan van hen keren na een paar jaar weer eens te rug, omdat zij voor zichzelf de waarde ervan hebben ondervonden. In dit op zicht spreken ook de brieven van mili tairen in Indonesië, die in retraite zijn geweest voor zij weggingen, boekdelen. Vijf en twintig jaar aan al deze hon gerenden spijs te geven is geèn klei nigheid. Dat heeft pater Van Mieghem gedaan. De duizenden, die er van heb ben geprofiteerd weten hoe hij dit steeds heeft gedaan op zijn eigen ge moedelijke manier. Hoe hij bittere pil len kan opdienen met een zoet laagje bedekt, hoe hij met een grapje of een leutige zet de ernstigste waarheden bij zijn gehoor ingang doet vinden en hoe hij dit alles steeds heeft gedaan met een grote liefde, liefde voor de men sen, die hij slechts dichter vilde bren gen bij God. Zes achtereenvolgende Maandagen veronderstelt de bijzondere strafkamer van de Amsterdamse rechtbank nodig te hebben voor de hernieuwde behan deling van de zaak tegen de Hagenaar L. A. Poos en M Slagter. Zij worden o.a. ervan beschuldigd, dat zij van Maart 1941 tot September 1944 dienst hebben gedaan bij de Documentatiedienst in Den Haag, welke dienst politieke tegen stand. spionnage en sabotage bestreed; dat zij talrijke verzetslieden, illegale werkers en personen, die met de ille galiteit waren verbonden, hebben ge arresteerd; dat zij personen, die naar Engeland trachtten te vluchten, eveneens hebben gearresteerd en dat zij in 1942 en 1942 hebben medegewerkt aan het zogenaamde „England-Spiel". 14 October 1948 werden beiden door het Bijzonder Gerechtshof te Den Haag veroordeeld tot de doodstraf. De Raad var Cassatie verwees de zaak in Januari van dit jaar terug naar de bijzondere strafkamer te Amsterdam, omdat „in de bewijsvoering een klein foutje school", zo vertelde thans de verdediger van S. Maandag begon de bijzondere straf kamer. gepresideerd door mr. B. de Gaay Fortman, de nieuwe behandeling van deze zaak. Als eerste getuige verscheen de 76- jarige jhr. W. Roell, luitenant-generaal, oud-commandant van het veldleger. In 1942 was jhr. Röell gearresteerd. Tijdens zijn gevangenschap kreeg hij contact met jhr. Schimmelpenninck, die aan getuige Roëll vertelde, dat hij tijdens zijn ver hoor door Poos en Slagter ernstig is mishandeld. Jhr. S. heeft toen zijn rug getoond, die er, volgens getuige Röell, „afschuwelijk uitzag". Urenlang heeft de president vervol gens verklaringen van getuigen voorge lezen, alle betrekking hebbende op ar restaties van leden van de „Ordedienst". Na het geruchtmakende „O D-proces" werd een groot aantal van de gear resteerden op Mei 1942 door de Duitsers gefusilleerd. Ook las de president een aantal verklaringen voor over de arres taties van andere illegale werkers. Aan het einde van de middag schorste de president de zitting tot Maandag 25 September a.s. Dan wordt voortgegaan met het horen van de getuigen a charge. Z. H. de Paus heeft benoemd tot rid der in de orde van St. Gregorius de Grote de heer Th. Sterenborg te Lich tenvoorde. '1. 50 Inspecteur Fowlers overpeinzingen werden gestoord door stemmengeluid. Agent Wilks stak zijn hoofd om de hoek en kondigde aan dat juffrouw Carey hem wilde spreken en dat ze nogal zenuwachtig scheen te zijn. „Goed, Wilks, laat binnenkomen" Ethel Carey leek nogal bedaard, maar haar gelaat verried spanning. „Gaat u zitten, juffrouw Carey." Dokter Daws verpleegster ging zitten en vouwde haar handen in haar schoot. Het viel hem opnieuw op hoe beheerst en geschoold die handen waren. De meeste mensen, dacht hij, verrieden zich door hun handen. Maar de hare gehoor zaamden aan haar wil. Ze bleef wachten, zonder iets te zeggen. „Zo. Ja, ik geloof niet, dat u me voor een buurpraatje komt opzoeken, wel?" Haar stem klonk effen. „U bent toch bij dokter Daw geweest, nietwaar?" „Als dat u gerust kan stellen, dan kan ik u zeggen, dat dokter Daw mij zelf heeft uitgenodigd." Haar stem trilde. „U hebt hem er toe geprest, met uw zwijgen, uw wachten, uw spionneren, uw zenuwslopende ge heimzinnigheid. U bent niet op de man af naar hem toe gegaan, o, nee. U praat te met mij, met Dan Everard, met ieder een, die maar uit de school kon klappen. En al die tijd wist u, dat het allemaal om hem draaide en dat hij voelde, dat er een web om hem heen gesponnen werd, dichtbij, steeds dichterbij, terwijl het hele dorp fluisterde en u gadesloeg. U achtervolgt hem." „Juffrouw Carey", zei inspecteur Fowler geduldig, „indien iemand in deze zaak achtervolgd wordt, dan is dat door zyn eigen geweten." „Hoe kunt u dat zeggen als u weet, dat dokter Daw onschuldig is? Ik weet wie het gedaan heeft." Inspecteur Fowler kreeg een schok. „U legt daar een zeer ernstige verklaring af, juffrouw Carey." Ze glimlachte flauwtjes. „Ja, niet waar?" Hij trok een blocnote naar zich toe. „Wie heeft Angela Pewsey vermoord?" „Ik." Hij keek haar aan. Nu ze gezegd had, waarvoor ze kennelijk gekomen was, was ze heel kalm. Haar handen lagen doodstil in haar schoot. Haar trekken droegen weer hun gewone onverstoor baarheid. Ze wachtte en zei toen een beetje on geduldig: „Bent u niet van plan het op te schrijven?" „Nog niet. Het zou misschien goed zijn als we eerst nog eens alle détails nagin gen. De laatste keer, dat ik u gesproken heb, vertelde u, dat u in de bossen achter het dorp aan het wandelen was." ,;ja, dat was waar. Daar ben ik nader hand heen gegaan." „Naderhand. Juist." „Ik ben eerst naar huis geweest." „Hoe laat was dat?" „Ik kan het niet op een half uur nauw keurig zeggen. Ik ziet u, ik was nogal in de war. Ik had wat rondgelopen om mijn gedachten te verzamelen. Het kan wel even drie uur geweest zijn." „En liet het slachtoffer u binnen?" „Ik liep gewoon het huis in. Ik zei tegen haar, als ze niet ophield met haar gruwelijke verdachtmakingen over dok ter Daw rond te strooien, dat ik haar dan wel tot zwijgen zou brengen." „Wat zei ze daarop?" „Ze lachte. Ze lachte, met dat hoge, kirrende lachje van haar. Ikgreep het eerste het beste, dat ik vinden kon en raakte haar er mee." „Juist En viel ze toen op de grond?" Ethel' Carey knikte zwijgend. „Maar volgens de getuigenverklarin gen tijdens het onderzoek is juffrouw Pewsey van achteren af neergeslagen, terwijl ze in haar stoel zat te zingen." „Wat doen die getuigenverklaringen er toe? Ik zeg u, dat ik haar vermoord heb, inspecteur Fowler. Ik ben bereid de gevolgen er van te dragen." Inspecteur Fowler bracht zijn vinger toppen tegen elkaar en keek haar over de lessenaar heen aan. „Juffrouw Ca rey, als u niet zo vreselijk met dokter Daw begaan was, zou u mij dat verhaal dan opgedist hebben?" Haar zelfbeheersing yerliet haar. „Ik ben gekomen om de waarheid te ver tellen! U hebt mij te geloven! U zult mij geloven! U wilt me niet geloven, omdat u liever dokter Daw blijft kwel len! Dacht u, dat ik mijn schuld aan een moord zou bekennen als ik het niet gedaan had?" „Kom, laten we nu eens even verstan dig nadenken. Neem eens een ogenblik aan dat dokter Daw werkelijk de schul dige zou zijn, gelooft u dan één ogen blik, dat hij u rustig daarvoor zou laten hangen?" Zonder te antwoorden begroef ze haar hoofd tussen haar handen. Hij stond op en keek neer op haar gebogen gestalte met een zweem van medelij den. „Ziet u, juffrouw Carey, ik geloof, dat ik dokter Daw hoger aansla dan u Het wil er by mij niet in, dat hij dit zou toestaan om zijn eigen reputatie of zijn eigen leven te redden." Ze hief een bedroefd gezicht naar hem op. „Als u hem zo hoog aanslaat, hoe kunt u hem dan verdenken?" „Juffrouw Carey, ik heb niet be weerd, dat ik hem verdenk. Als ik be wijzen tegen hem had, zat hij achter slot en grendel. Laat me u dat dan ver tellen, en laat ik er aan toevoegen, dat uw eigen relaas terdege onderzocht zal worden." Hij sprak met meer nadruk. „De. tegenstrijdigheden in uw verhaal kunnen er gemakkelijk op wijzen, dat een overigens zeer verstandige vrouw het er op toelegt de schijn te wekken, dat ze zichzelf voor een ander wil op offeren. Zoals ik zie, juffrouw Carey, kunt u een heel verstandige vrouw zijn, maar ook een heel dwaze." Hij opende veelzeggend de deur. „Hoe het ook zij, u zult te zijner tijd wel van mij horen." Hij bleef zwijgend wachten, terwijl zij langzaam de kamer verliet. Die vrouwen. Enerzijds bezeten van een bijna hartstochtelijk verlangen om zichzelf te vernietigen, anderzijds niets liever begerend dan de man tot haar slaaf te maken. Ze beweerde, dat zij Angela Pewsey vermoord had en hij twijfelde er niet aan dat ze, bij vol doende motief, er toe in staat geweest zou zijn. Motief. Inspecteur Fowler knarsetandde. Ze hadden allemaal een motief. Er waren te veel motieven. Iedereen die zijn pad kruiste, scheen een aanne melijk motief te hebben om Angela Pewsey te vermoorden, als je een mo tief tot een moord tenminste aanneme lijk mocht noemen. Motief, middel, ge legenheid alles te kust en te keur. De moord had wel een gemeenschappelijke onderneming kunnen zijn. zoiets als de kermis, of hooien op het kerkhof. /w/vrrtt vervolgd) De ministers van Buitenlandse Zaken van de Grote Drie, die in een suite hoog in de toren van het vermaarde Waldorf Astoria-hotel in New York vergaderen om te beraadslagen over de voor de veiligheid van de Westerse we reld te nemen maatregelen, worden zelf met allerlei veiligheidsmaatregelen om geven. De heer R. D. Clark, die aan het hoofd staat van ongeveer 125 man be wakers, zweert, dat zelfs geen muis de blauw-grijs gestoffeerde kamers, waar Acheson, Bevin en Schuman vergade ren, kan binnenglippen. Een kellner, die de ministers 's middags om vier uur sandwiches brengt, vertelt: „Drie we ken vóór de conferentie begon, hebben ze zelfs de levensloop van mijn groot vader nageplozen". De staatslieden pra ten aan een grote mahonie-houten tafel, die per vrachtauto uit Washington is gekomen. Zij krijgen hun thee uit twee reusachtige samowars in Russische stijl, maar er wordt angstvallig op gelet, dat er ook alleen maar thee in wordt ge daan. Deze samowars staan in een aan grenzende kamer. Toen Bevin ze voor het eerst zag, glimlachte hij wrang. Hij proefde zijn kop thee bedachtzaam en zei: „In ieder geval smaakt het goed". Het is voor R. D. Clark de tweede maal, dat hij een conferentie van de Grote Drie moet bewaken. De eerste keer hadden zijn mannen veel last van autogrammenjagers. Hij begrijpt niet waarom zoveel mensen een handteke ning van de ministers willen hebben. Hij zelf zou die van Rita Hay- worth prefereren. Zijn personeel be staat uit 65 detectives van de stad New York, 15 politiemannen van Manhattan in uniform, 10 man van de veiligheidsdienst van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en een ploeg van 35 hoteldetectives. Weken lang voordat de conferentie een aan vang nam, begonnen deze mannen de levensloop te bestuderen van kamer meisjes, kellners en liftjongens, die met ae ministers in aanraking konden ko men. Het staatsdepartement heeft de gehele 22ste verdieping voor zijn staf gerequireerd. De zwaarste bewakings- wacht is geconcentreerd om de docu mentenkamer, die twee deuren heeft. Minister Acheson en Clark hebben ieder een sleutel voor één en dezelfde deur. ue andere deur is verzegeld en aan het slot hangt een indrukwekkend plakkaat van rode was. Op de vraag, of iemand heimelijk het zegel zou kunnen verbre ken en door een nieuw vervangen, zon der ontdekt te worden, antwoordde Clark met vermoeide stem: „Ja, wij kennen in elk geval één zo'n man.... maar die werkt voor ons". fn Oost-Berlijn loopt in een cabaret sinds enige dagen een politieke satire, die een succes oogst, tegengesteld aan dat, wat door de communisten er mee werd beoogd. De schurk uit het stuk is natuurlijk een Amerikaan en daarenbo ven nog een handelaar in blanke sla vinnen, maar het publiek juicht hem toe als een held. Ook een Duitse profes sor treedt er in op. Wanneer deze figuur op een gegeven moment met veel pathos verklaart, dat hij op al zijn wereldrei zen niets heeft gezien, dat de vergelij king met de progressieve Oost-Duitse communistische staat kan doorstaan, valt er een ijzige stilte in de zaal en gaat er geen hand op elkaar. Men mag hieruit niet concluderen, dat de Oost- Duitsers dol zijn op handelaars in blan ke slavinnen, maar wel, dat zij dezen nog prefereren boven de duistere figuren in de Oost-Duitse regering, die hen op Moskouse wijze terroriseren. De communistische papegaaienvers is nu een campagne tegen het stuk begon nen en eist, dat het van het program wordt genomen en herzien, en merkt daarbij tussen neus en lippen op, dat de Amerikaanse films, die in een jaar in een West-Berlijnse bioscoop werden vertoond, 360 moorden, 84 zelfmoorden, 265 roofovervallen, 37 uitbraken uit ge vangenissen en 236 gevallen van over spel hebben opgedist. Een trieste statis tiek, die echter uitgespeeld wordt door lieden, dier régime heel wat méér ge rechtelijke en politionele moorden en ook zelfmoorden van zyn in het nauw gedreven slachtoffers op zijn geweten heeft, roofovervallen goedkeurt, wan neer zij maar door de geheime staats politie worden uitgevoerd, de arme po litieke gevangenen geen kans geeft om uit te breken en het met overspel niet zo nauw neemt, wanneer hoge rege ringsfunctionarissen zich er aan schul dig maken. Volgens dr. Eduard Farber, een hout expert uit Washington, kan zaagsel, dat een speciale chemische behandeling heeft ondergaan, gebruikt worden als kunstmest. De proeven hebben een goed succes opgeleverd. Een veld, waarop een bovenlaag van dit chemisch behandelde zaagsel werd aangebracht, gaf een rijke oogst aan mooie zware radijs, bieten, uien en tomaten. Alleen de Amerikaan se houtzagerijen produceren jaarlijks al méér dan 60 millioen ton zaagsel, waarvan tot nu toe slechts een klein gedeelte werd gebruikt. Voor leeghoof den is dit een slecht bericht, want bin nenkort zullen ze waarschijnlijk naar een andere vulling moeten uitzien Een taxichauffeur te Rochester in de staat New York had in geen 36 jaar vacantie genomen, maar eindelyk vond hij toch, dat het er nu maar eens van moest komen. Hij peinsde niet lang er over na, hoe hij de week vrijheid, die hij zichzelf wilde gunnen, zou besteden. Hij vloog naar Detroit om daar in een autofabriek eens haarfijn te bekijken, hoe de soort taxi's wordt gemaakt, waar. in hij zijn dagen pleegt te slijten, wan neer hij werkt. Als alle mensen zoveel liefde voor het vak hadden, dat zij be oefenen, zqu de productiviteit met sprongen omhoog gaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 3