Millioenennota Defensie-uitgaven zullen dwingen tot beperking van burgerlijke consumptie Uit bewapening voortvloeiende lasten dienen naar billijkheid te worden verdeeld Besteding Rijksinkomsten SALDO MET STAATSBALANS 1142 MILLIOEN VERMINDERD Verslag Sociale Zaken BEGROTING 1951 IN CIJFERS BELASTINGOPBRENGST OVERTREFT DE RAMINGEN VEILIGHEIDSRAAD BESPREEKT HET RAPPORT VAN MACARTHUR Minister Lieftinck geeft zijn oordeel: ANTI-INFLATIONISTISCHE MAATREGELEN ZULLEN NOODZAKELIJK KUNNEN ZIJN Ontwikkeling moet nauw gezet worden gevolgd 10 milliard dollar voor 40 landen? OORZAAK: Devaluatie en kwijtschelding van vorderingen op Indonesië DE UNIFICATIE VAN ACCIJNZEN Geleidelijke terugkeer naar het normale Bewijzen van Sovjet-hulp aan N.-Korea Soldaten vaak opgeleid in Mandsjoerije (in millioenen guldens) DINSDAG 19 SEPTEMBER 1950 PAGINA 5 Kng m sx fete' w'-r fnerika zou deze de eerste vyf jaar beschikbaar stellen N éÜêêëA'/, 'A t Groter bouwplan in 1951 Critiek van Tweede Kamer Prijsopdrijving HEFTIG VERZET VAN MALIK... U- V. ie» nd P- IC, :n- B: w— De ia. er. »V, n- sr- m- De ilf- FG rc, ol- t— MS- >rt- k— uc- en. els, de- tel. O— n— V— uit, C— >U8, k— PC, et—» RC, it— ISS. Q— De V— ays, pia, ire- G— ia— :oS lin- ON ngs. bil »er- ler» aJA- fin* EL- 1» ®n> KL- <eW »tle. |n- 19 AI- nett |t n. S< n. Pi- Sore. >ng- ïba, •iOI- n'B Fi- jant. Isa» )N- 5), V. te fliag- )TA bij sant. KK- DS» va» Saia- BoliS. JbA MA' X.. V» te tóellte etn- INS poft r>"S •«or1 5 esi' f aid' 1» •ini« bi* tjP iW* jjbe' ste" $ct» lc<V .p"1 •iltl" -18' aA nd' -13; .self %3»ef -50. .221 afe' -201 JSI pi m 28. }%u- töO' -40- nC j 7' etrouw aan de traditie wordt op de derde Dinsdag van September de „Millioenen-Nota" door de minister van Financiën ingediend. Elders in dit blad vermelden wij cijfers en gegevens in dit verband. De onderhavige Millioe- nen-Nota staat in het teken van twee invloeden. Deze zijn de prijsontwikke ling op de wereldmarkten en de her bewapening. Ze zijn onderling nauw verbonden en doen zich in verhoogde kosten voor civiele en militaire uitgaven van het Rijk, alsmede in duurdere invoe ren voor rekening van industrie, land bouw en bevolkings-bevoorrading gevoe len. Het evenwicht tussen inkomsten uit export en uitgaven door import, de zo genaamde handelsbalans, wordt hier mede weer moeilijker te benaderen. Alsof dit al niet genoeg bezorgdheid gaf, is daar nog het gevaar van twee andere elementen: het kunstmatige prijs- opdrijven en het hamsteren. Enige dagen geleden heeft minister Lieftinck de ver tegenwoordigers van de Nederlandse Pers te Parijs toegesproken. Bij deze ge legenheid heeft de minister naar voren doen komen, dat internationale prijsop drijving slechts ten gevolge kan hebben, dat het gehele leven van talloze millioe- nen mensen duurder en moeilijker wordt. Een belangrijk wapen voor de Russen in deze nog immer „koud" genoemde oorlog. In de democratische wereld zouden nieuwe loonsverhogingen onontkoom baar worden, zo niet de prijsstijging ge breideld werd. Aldus lijkt het gevaar van een nieuwe inflatiespiraal een serie van prijs- en loonsverhogingen helaas geenszins denkbeeldig, concludeerde onze minister van Financiën. Moet men uit dit alles opmaken, dat het financieel en economisch beleid voor een groot deel aan het initiatief der West-Europese regeringen dreigt te ont snappen en afhankelijk wordt van on controleerbare invloeden van buitenaf, wier aard en omvang niet meer zijn te overzien? Wil men aan de West-Europese bin nenlandse munten een behoorlijke koop kracht doen behouden, dan zullen de bevolkingen zich belangrijke offers moe ten getroosten en zich in grote mate zelf-discipline dienen op te leggen, opdat tegelijkertijd de orde bewaard en een vitaal levenspeil behouden kunnen blijven. Hoe regeringen of particulieren ook met de cijfers schermen, zij ontkomen niet aan de harde werkelijkheid, dat men niet meer kan uitgeven dan men heeft. Door de tweede wereldoorlog waren wij reeds sterk verarmd. Nauwelijks geko men op de weg van het herstel, beleven wij thans een universele herbewapening. Deze toestand vereist van de volkeren de grootst mogelijke versobering en be oefening van uiterste zuinigheid op elk gebied. De regeringen behoren echter in deze opzichten zelf het voorbeeld te geven. Het zou verderfelijk zijn, indien zij zich overgaven aan een soort van fata lisme door het bieden van de minste weerstand, onder voorwendsel, dat de verdere loop van zaken uitsluitend door gebeurtenissen in internationaal ver band kan worden bepaald. Het lot van de bevolkingen en de toekomst van de nationale munten hebben de West- Europese regeringen voor een groot ge deelte gelukkig nog in eigen handen. Wanneer zij wijs en sterk zijn, kunnen Zij veel voorkomen van wat zij thans reeds met vrees tegemoet zien. De pu blieke opinie schenkt haar vertrouwen aan die regeringen, welke allereerst blijk geven van zelfvertrouwen en het opvol gen van haar raadgevingen bevorderen door het voeren van een voorbeeldig beleid. Veel zal moeten worden gedaan en Vaisschien meer zal moeten worden ver- b>®den om- het Nederlandse schip van Staat de kans te gev*en de inflatieklip te „omzeilen. Deze kans zal vermeerderen naarmate de regering vastberaden zal zijn en de bevolking haar hoofd koel zal kunnen houden. In zijn slotbeschouwing op de millioenennota geeft prof. Lieftinck enkele be langrijke mededelingen weer, die een goed licht werpen op de ontwikkeling van de Nederlandse economie. Hjj brengt daarbij in het kort enkele vraagstukken en moeilijkheden ter sprake, welke momenteel in het beleid van de Regering de bijzondere aandacht vragen. Aan een daarbij verstrekt cijfermatig overzicht wordt het volgende ontleend. (in milliarden guldens) Nationaal inkomen tegen marktprijzen Tekort betalingsbalans lopende rekening Consumptie door gezinnen Overheidsbestedingen Netto-investeringen in bedrijven 1946 1947 1948 1949 9,93 12,6 14,7 15,80 1,15 1,65 1,14 0,30 8,05 10,09 10,88 11,15 2,20 2,19 2,42 2,50 0,83 1.55 1,90 2,45 Duidelijk komt in deze cijfers naar voren, dat Nederland reeds belangrijke vorderingen heeft gemaakt op de weg naar zelfstandigheid ten opzichte van het buitenland. Leidde de volstrekte on toereikendheid van de binnenlandse pro ductie in het verleden er toe, dat voor 1.15 milliard een beroep op het buiten, land moest worden gedaan, in de jaren 19481950 is, vooral onder invloed van het herstel der binnenlandse productie, dit bedrag in snel tempo gedaald. De Minister komt tot de conclusie, dat zich tijdens de afgelopen jaren, in grote lijnen gezien, een duidelijk economisch herstel heeft voltrokken. Dit feit mag er echter niet toe leiden, dat men de grote moeilijkheden, waarvoor ons land in economisch opzicht nog steeds staat, uit het oog zou verliezen. In dit verband wijst hij op de grote zorg, die de betalingsbalans nog altijd vereist. Aangezien de buitenlandse hulp in het fiscale jaar 1950/51 aanzienlijk lager zal zijr.- dan in het jaar 1949/50 is een verbetering van de betalings- en met name de handelsbalans ten opzichte van de toestand, zoals die zich de laat ste maanden heeft ontwikkeld, dringend nodig. De Minister meent, het geheel over ziende, als zjjn mening te moeten uit spreken, dat, waar de mogelijkheid van het optreden van ongewenste tendenties niet geheel is uitgesloten, de feitelijke ontwikkeling met nauwgezetheid dient te worden gevolgd en dat iedere even tuele verdere verhoging van uitgaven, waar geen verhoging van middelen tegenover staat, slechts verantwoord is te achten, indien deze door verlagingen elders kan worden gecompenseerd. Hij wijst er tenslotte nogmaals op. dat de economische en financiële pro blemen, waarvoor ons land zich ziet gesteld, thans worden gecompliceerd In een nadere beschouwing van de op brengst van de middelen betoogt minis ter Lieftinck, dat de tot dusverre bekende gegevens omtrent de belasting opbrengsten over 1950 wijzen in de richting van een ruime overschrijding Van de aanvankelijke ramingen. Met hame komt dit bij de niet-kohierbelastin- Sen tot uiting waarvan de baten in het algemeen sneller op veranderingen in de économische omstandigheden reageren dan die der kohierbelastingen, o.a. om dat ten aanzien van deze laatste in het opleggen van aanslagen nog steeds enige achterstand bestaat. De niet-kohierbelastingen brachten in de eerste helft van dit jaar f 1.442 mil lioen op, of 58.4% van de oorspronkelijke iaarraming. Ten aanzien van het feitelijk beloop bij de kohierbelastingen valt op dit moment nog weinig op te merken, aangezien, met uitzondering van de ven nootschapsbelasting, ten bate van het dienstjaar 1950 nog slechts zeer geringe bedragen zijn opgelegd. De opbrengst zal, évenals in vorige jaren, gunstig worden beïnvloed door het inhalen van achter band; met deze achterstand was bij het Opstellen der ramingen geen rekening Behouden. De voor 1951 verwachte belastingop brengst zal overeenkomstig het hieron der volgende schema over het Rijk en de lagere publiekrechtelijke lichamen wor den verdeeld. De bruto-opbrengst der belastingmid delen is op basis van de thans bestaande Jvetgeving geraamd op f 4.057 min, Jhdien rekening wordt ge houden met de thans bij de staten-Generaal aan hangige belastingontwer- Pen, vermindert deze op brengst met met Raming incl. wetswijziging fyervan komt ten bate van: het Gemeen- éfonds f 421 min. 174 min f 3.883 min In welingelichte kringen in Washing- JOh verwacht men, aldus A.P., dat er in hot speciale rapport over de internatio- j ,e toestand, dat op het ogenblik door .e economische adviseur van president ruman, Gordon Gray wordt opgesteld ^h*dviseerd zal worden de eerstkomen- t* vjjf jaar tien milliard dollar uit te >ken vóór economische hulpverle- -8 aan ongeveer 40 landen. Volgens woordvoerders zal bet rapport hen October aan de president wor- Voorgelegd. tH^vitserland. Zwitserland is van tw 550 middelzware tanks aan te ko- zo mogelijk van Engeland of de V.S., 't-a r een bedrag van bijna 500 millioen zo is officieel te Bern bekend ge- 2. het Provin ciefonds 3. het Land bouw - Egalisa tiefonds (aan deel gedistil leerd accijns) 25 min. 8 min. 454 min. Blijft ten bate van het Rijk f 3.429 min. (Raming 1950 f3.229 min.) door de gebleken noodzaak tot vergro ting der militaire paraatheid. Het valt niet te ontkennen, dat de grotere mili taire krachtsinspanning de oplossing dezer problemen in verschillende op zichten verzwaart. Een vergroot beslag op goederen en diensten voor militaire doeleinden be tekent onvermijdelijk, dat het deel der reële nationale middelen, dat ter be schikking komt van de civiele sector, dienovereenkomstig vermindert, behou dens voor zover die additionele militai re goederen en diensten in het kader der militaire samenwerking om niet verkregen worden. Enerzijds zullen de uit deze constel latie voortvloeiende offers naar billijk heid dienen te worden verdeeld, ander zijds dient het streven er op te zijn ge richt, de verwezenlijking van de doel einden der economische politiek op lan ge termijn zo min mogelijk te schaden. De nieuwe situatie bemoeilijkt onder meer het voorkomen, van hernieuwde verstoringen van 't monetair evenwicht, zij vereist met andere woorden de aan passing van de in de civiele sector door verbruikers, bedrijfsleven en Overheid uitgeoefende vraag aan het relatief ver minderde aanbod van reële middelen. Het uitblijven van een zodanige aan passing zou ook de betalingsbalanspo sitie ernstig bedreigen; deze positie wordt reeds bemoeilijkt door de prijs stijgingen op de wereldgoederenmark ten, welke, gezien de samenstelling van Advertentie Zo gezond als n vis Maar toch bent U af en toe verkouden of grieperig! Neem dan Aspirin en U bent er zo weer af! Evenals het vorige jaar is in de Millioenennota een opsomming gegeven van drie belangrijke categorieën van uitgaven, welke tezamen een zeer groot deel van het budget uitmaken. Deze drie categorieën zijn: militaire uitgaven in eigenlijke zin 818 millioen uitgaven voor oorlogsherstel 461 dienst Staatsschuld '13 1.992 millioen Hierbij zij aangetekend, dat van de drie categorieën alleen de uitgaven wegens oorlogsherstel geen tendentie tot stijging vertonen. Onder de militaire uitga ven voor 1951 zijn niet begrepen de verhoging met 10 k 15 in verband met de reeds eerder ter sprake gebrachte verhoogde inspanning voor de defensie. Hoe uiterst bezwaarlijk het in verband met de ongunstige financiële toestand, waarin ons land verkeert, ook is, deze nieuwe last op het budget te nemen, de Regering vertrouwt, dat het overgrote deel van ons volk met haar de noodzaak daarvan zal inzien. Gewone Dienst Buitengewone Buitengewone Dienst I Dienst II Onderdelen van Staatszorg Herz.. Ontw.- Herz.- Ontw.- Herz.- Ontw.. raming begr. raming begr. raming begr. 1950 1951 1950 1951 1950 1951 Buitenlandse dienst 46 42 - Politie en Justitie 195 194 14 10 4 Onderwijs, Kunsten en Wetensch. 1) 387 412 10 10 Herstel oorlogsschade 33 22 708 436 3 Militaire uitgaven in eigenlijke zin 2) 711 588 211 96 154 134 Waterstaat 95 93 83 104 Verkeer (incl. luchtvaart) 30 28 3 1 441 111 Handel en Nijverheid 3) 27 25 3 3 91 79 Landbouw en visserij 3) 68 64 13 9 9 8 Distributie-, contröle- en prijs- beheersingsapparaat 13 8 11 3 Prijssubsidies, excl. Landbouw- Egalisatiefonds 33 Sociale voorzieningen 453 480 75 38 2 3 Volkshuisvesting 45 56 32 48 24 10 Unie-aangelegenheden en Overzeese Rijksdelen 27 26 8 8 280 1 Algemeen bestuur (niet vallende on. der de hiervoor vermelde onder- delen van Staatszorg) 136 146 3 16 6 Uitkering aan gemeenten wegens wegvallen ondernemingsbelasting 128 Niet toegerekende categorieën van uitgaven Nationale Schuld 573 550 116 163 Afschrijvingen 86 80 Pensioenuitgaven, wachtgelden e.d, 148 140 1 Totaal 3201 2954 1104 653 1220 635 Landbouw-Egalisatiefonds (Netto. kosten subsidiepolitiek) 236 200 Totaal-Generaal 3201 2954 1340 853 1220 635 1) Hieronder mede begrepen de uitgaven voor het land- en tuinbouwonderwijs en het tottale Rijkssubsidie aan de Centrale Organisotie voor Toegepast Natuur wetenschappelijk Onderzoek. 2) Uitgegaan is van de uitgaven van de Departementen van Oorlog en van Marine Hierop zjjn in mindering gebracht de op die hoofdstukken voorkomende uitgaven voor demobilisaitevoorzieningen (voorzover daaronder nog geraamd, zijn deze tot de sociale voorzieningen gerekend), die voor militaire pensioenen (ondergebracht in de rubriek pensioenen) en die voor loodswezen en voor hydrografie (opgenomer in de rubriek Verkeer). Daarentegen is wel rekening gehouden met de uitgaven van het Departement voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen voor de landmacht in Suriname, in de Nederlandse Antillen en in Nieuw-Guinea. 3) Voorzover deze uitgaven niet aan andere ondgrdelen zijn toegekend (o.a. dis tributie-, controle- en prijsbeheersingsapparaat). het Nederlandse in- en uitvoerpakket, leiden tot een achteruitgang van de ruilvoet. Zetten deze tendenzen zich voort, dan zal het treffen van anti-inflatio- nistische maatregelen noodzakelijk zijn. Bij voorkeur zullen deze in in ternationaal verband dienen te wor den genomen, doch daarnaast zal ook nationaal, voor zover autonoom op treden resultaat belooft, een doelbe wust beleid zjjn geboden. Het tekort, dat de ontwerp-begroting voor 1951 vertoont ondanks alle in spanning om haar sluitend te maken wijst er op, dat het financieel beleid aan een critische herziening dient te worden onderworpen vóórdat besloten wordt tot nieuwe uitgaven, die niet zelf tot een rijker vloeien der middelen' bijdragen of op andere wijze, wat haar monetair effect betreft, b.v. door het plaatsen van leningen, kunnen worden gecompenseerd. Het inhalen van de belastingachterstand levert nog een zekere reserve op, maar deze factor is van voorbijgaande aard en mag derhalve bij de bepaling van het toelaatbare uitgaven-niveau niet in aanmerking worden genomen en dient bovendien bij voorkeur voor schuldaf lossing te worden gebruikt. Het gevaar, dat 's lands financiën bedreigt, bestaat vooral hierin, dat het verlangen groot is om in de vele noden en behoeften, die ervaren worden, tegelijkertijd en zo goed mogelijk te voorzien, terwijl de financiële toestand selectie en beper king eist. Bij de samenstelling der onderhavige begroting is reeds veel beperking be tracht. Als verdere uitgaven onvermij delijk blijken, zal er méér beperkt moe ten worden. Daarbij dient volledige be reidheid te worden gewekt om elke uit gave binnen het strikt noodzakelijke te houden en haar te plaatsen in het alge meen kader van een verantwoord be grotingsbeleid. Slechts zo komt het hoogste belang van het land tot zijn recht en kan recht vaardigheid worden betracht jegens het gehele volk. - s Op het ogenblik vertoeven Nederlandse sleepboten met baggermateriaal in de haven van Melbourne, waar door een Nederlandse firma 510.000 m3. slib wordt verwijderd. Inzet links: een der Nederlandse arbeiders, Jacob, den Hartog, inzet rechts: schipper Cornells Klein uit Sliedrecht, die in Australië wil blijven. Onder: nog een Sliedrechtenaar Kuindert Ruis, die opzichter is bij de werkzaamheden en Willem Vroom uit Haarlem. Wederom is in d° Millioenennota een Staatsbalans opgenomen, opge steld volgens dezelfde principes die in de vorige jaren tot grondslag heb ben gediend. Een beschouwing van de cijfers in deze Staatsbalans leert, dat 't nadeli ge balanssaldo in 1949 is gestegen met f 692 millioen, n.l. van 14.374 mil lioen tot f15.066 millioen. In aanmer king nemende, dat voor het jaar 1949 het vermoedelijk beloop der midde len van de Gewone Dienst en Bui tengewone Dienst I de vermoedelijke begrotingsuitgaven overtreft met f450 millioen betekent d. dat het balanssaldo tot een bedrag van f1142 millioen ongunstig is beïnvloed door bijzondere factoren. De voornaamste hiervan zijn: de kwijtschelding van vorderingen op Indonesië en de devaluatie van de gulden. Aansluitend op de Staatsbalans be vat de Nota voorts de gebruikelijke cpgave van de Nationale Schuld, thans 30/6 1950. De cijfers tonen aan, dat tijdens het tijdvak 30 Juni 1949—30 Juni 1950 in sommige onderdelen van de Staats schuld aanmerkelijke mutaties zijn op getreden. Dit geldi in het bijzonder voor de post „Stortingen door Rijks fondsen en institutionele beleggers in anticipatie op een uit te geven vaste lening", welke gestorte bedragen een aanmerkelijke vermindering ondergin- Verschenen is het voorlopig verslag der Tweede Kamer over het ontwerp van wet tot goedkeuring en uitvoering van het op 18 Februari 1950 te 's-Graven- hage tussen Nederland, België en Lu xemburg gesloten verdrag tot unificatie van accijnzen. Nagenoeg algemeen werd instemming betuigd met het streven naar een economische unie in Benelux-ver- band; gelijkmaking van de accijnzen is een der onmisbare voorwaarden voor de verwezenlijking hiervan. Het wetsont werp zelf ontmoette echter geen onver deelde instemming. Vele leden verklaar den niet met grote ingenomenheid van het ontwerp te hebben kennis genomen. Een ernstige grief van hen was, dat zij weer voor een incidentele beslissing ge plaatst worden, zonder dat zij het geheel van de fiscale en economische maatrege len, die het Benelux-verband vraagt, kunnen overzien. Vervolgens staat men hier voor een wetsontwerp het goed keuren van een verdrag, dat, zo het wordt aangenomen, grote veranderingen in diverse wetten tot gevolg moet heb ben ten aanzien waarvan de Kamer van haar amendementsrecht geen ge bruik kan maken. De Kamer staat nu voor een „prendre ou laisser". Deze en vele andere leden drongen er, wat dit laatste betreft, op aan, dat bij de verdere onderhandelingen de weder zijdse parlementen van tevoren worden ingeschakeld. Gezien de belangrijke ge volgen, die de belastingheffing voor de sociale en economische verhoudingen heeft, ware het wenselijk thans ook aandacht aan de directe belastingen te gaan .besteden. Gaarne zouden deze leden vernemen, tot welk stadium de voorbereidingen voor een wederzijdse aanpassing op dit gebied thans zijn ge vorderd en welke resultaten daarmede reeds zijn bereikt. Zeer vele leden vestigden de aandacht op de vele bezwaren, welke tegen de voorgestelde verhoging van de gedistil- leerdaccijns zij"n ingebracht. Deze be zwaren dienen serieus te worden over wogen. gen door een tweetal omzettingen in geconsolideerde Staatsschuld. In de eerste plaats werd per 1 November 1949 met de Rijksfondsen en -instellin gen een onderhandse geldlening ten bedrage van f 500 millioen afgesloten. Een tweede dergelijke consolidatie vond plaats door de uitgifte per 1 Juni 1950 van de 3% pet. Nederlandse Staats lening 1950, tweede uitgifte ten bedrage van f 430 min., waarop uitsluitend in geschreven kon worden met de gelden uitstaande op bovengenoemde voorin- schrij f rekening. De totale binnenlandse schuld steeg sedert 30 Juni 1949 van 22.834 mil lioen tot 23.251 millioen, terwijl de buitenlandse schuld in hoofdzaak ten gevolge van de koerswijziging van de gulden met f 934 millioen tot f 3.453 millioen toenam. In de paragraaf over bijzondere onder werpen geeft de minister o.a. een uit eenzetting van het onderlinge verband tussen het bouwprogramma en de Rijks begroting. teneinde een inzicht te geven in het aandeel van het Rijk in de totale bouwactiviteit Het bouwprogramma geeft aan, voor welke bedragen, gespeci ficeerd naar de bij het programma on derscheiden soorten van werken, gedu rende een bepaald kalenderjaar in ver band met de beschikbare arbeidskrach ten, geldmiddelen en materialen, goed keuring zal kunnen worden verleend aan de uitvoering van werken op het gebied van waterbouw, spoorwegbouw, wegenbouw, burgerlijke of utiliteitsbouw of op enig ander gebied van de bouw nijverheid met inbegrip van onderhouds-, herstel- en sloopwerken. Het bouwplan 1951, dat dus als de grondslag mag worden gezien voor het te voeren bouwbeleid sluit op een totaalcijfer van f 1474 millioen. Hoewel de bouwprogramma's 1951 en 1950 niet direct vergelijkbaar zijn, valt, na enige corectie van het laatste, te constateren, dat het bouwplan 1951 f 110 millioen hoger ligt De toegenomen arbeids productiviteit en de betere materiaal positie maken deze verhoging aan vaardbaar. Van het bouwplan komt ongeveer f 403 millioen ten laste van de Rijksbegroting. Dit betekent, dat een bedrag van ruim f 1 milliard zal worden gefinancierd door de lagere publiekrechtelijke organen en door particulieren. Met kennelijk genoegen, een genoe gen overigens, dat wij als consument niet kunnen delenconcludeert minis ter Lieftinck in zijn nota, dat de in- vloed van de devaluatie op de prijzen tot uiting komt in de opbrengst van de omzetbelasting; deze bedroeg per ultimo Juni j.l. reeds f 68 millioen meer dan de helft van de jaarraming, zodat de overschrijding over het ge hele jaar zeker meer dan f 100 mil lioen zal bedragen. Foei fiscus, dus nog prijsopdrijven ook! Verschenen is het verslag van de ver richtingen van het ministerie van So ciale Zaken gedurende 1949. Het verslag doet mededeling van de verrichtingen op de gebieden van arbei dersbescherming, het contact met de in ternationale arbeidsorganisatie en de vijf mogendheden, arbeidsverhoudingen, sociale verzekering, nationale volksge zondheidszaken, internationale volksge zondheidszaken, werkloosheidsverzeke ring en wachtgeldregelingen, sociale bij stand en arbeidsvoorziening en emigra tie. In een voorwoord zegt de minister van Sociale Zaken dat dit verslag doet zien, dat de buitengewone naoorlogse omstandigheden nog steeds op een be langrijk deel van het werk van Sociale Zaken hnn stempel blijven drukken. Ik denk hier in de eerste plaats aldus de minister aan de loonpolitiek, wel ke in het afgelopen Jaar de regering bijzondere zorg heeft gebaard. Tot de buitengewone omstandigheden, welke hun stampei op het werk van Sociale Zaken hebben gedrukt, moet ook de demobilisatie worden gerekend. De bemoeiingen in samenwerking met de sociale diensten van de ministe ries van Oorlog en van Marine met de uit Indonesië repatriërende militai ren hebben veel inspanning gevergd, zowel van de arbeidsbureaux als van de onder deze bureaux ressorterende rijks werkplaatsen voor vakontwikkeling. De cijfers voor 1949 tonen aan, dat voor een groot aantal gedemobiliseerden bemid deling werd verleend, terwijl tevens blijkt, welke belangrijke functie d» rijkswerkplaatsen in de scholing der gedemobiliseerde militairen vervullen. De in het afgelopen jaar opgedane er varing heeft er toe geleid ten behoeve van de versnelde demobilisatie in 1950 de gelegenheid tot scholing belangrijk uit te breiden. Toch blijkt uit het verslag duidelijk, dat wij geleidelijk naar meer normale verhoudingen terugkeren. De arbeids- vrede. welke ons land ook in 1949 te zien gaf, is hiervan op zichzelf geen be wijs, daar deze na de oorlog niet ernstig in gevaar is geweest. Wel is een aanwij zing daarvoor, dat het aantal loonover- tredingen in het afgelopen jaar is afge nomen, waardoor het mogelijk werd een reorganisatie en beperking van de looncontrole tot stand te brengen. De werkgelegenheid was, afgezien van seizoensinvloeden ook in het afge lopen jaar in het algemeen bevredigend. Het internationale werk breidde zich sterk uit, zowel in het kader van de Benelux als in dat van het vijf mogend- hedenpact, terwijl medewerking aan de internationale arbeidsorganisatie krach tig werd voortgezet, getuige om. de goedkeuring bij de wet van het verdrag betreffende de vrijheid van vakvereni ging. Jacob Malik, de Sovjet-Russische afgevaardigde in de Veiligheidsraad, heeft zich Maandag gekant tegen onmiddellijke bespreking van het jongste rap port van generaal MacArthur over Korea. Hij verklaarde, dat het rapport nadere bestudering vereiste. Sir Gladwyn Jebb, de Britse voorzitter van de Raad, had het rapport als eerste punt op de voorlopige agenda geplaatst. Formosa zou daarna worden besproken. Warren Austin, de Amerikaanse gedelegeerde, verklaarde, dat er geen „wet tig bezwaar" bestond tegen de goedkeuring van de voorgestelde agenda. Malik zei, dat, indien de meerderheid zou besluiten het rapport te bespreken, de Sovjet-Unie „niet in staat zou zijn deel te nemén aan de bespreking" en dat hij er tegen zou stemmen, dat het in de notulen zou worden opgenomen. Na een debat over de procedure, dat bijna twee uur duurde, besloot de raad met tien stemmen tegen één (de Sovjet-Unie) het rapport van generaal Mac Arthur te horen. Generaal MacArthur deelt in zijn rap port aan de Veiligheidsraad mede, dat „er positieve bewijzen zijn verkregen, dat de Sovjet-Unie Noord-Korea in 1949 en 1950 van munitie heeft voorzien". Hij verklaart voorts, dat in „Commu nistisch China opgeleide manschappen aan de Noord-Koreanen zijn geleverd, hoewel er geen bevestiging is van open lijke Chinese deelneming aan de oor log" In het verslag wordt verder be toogd, dat de sterkte van het leger der V.N. gestadig toeneemt, maar dat „het noodzakelijk is, dat de door leden der V.N. voor Korea bestemde strijd krachten spoedig aankomen". Hij ver klaart verder dat de aanvallen van de lucht- en zeestrijdkrachten der Aanhangige Herziene Ontwerp Omschrijving begroting raming begroting 1950 1950 1951 GEWONE DIENST Uitgaven 2.909 3.201 2.954 Middelen 3.533 3.899 3.678 Voordelig saldo 624 698 724 BUITENGEWONE DIENST I Uitgaven en ontvangsten van aflopend karakter Uitgaven 778 1.104 653 Middelen 23 170 12 Nadelig saldo 755 934 641 GEWONE DIENST EN BUITEN GEWONE DIENST I Uitgaven 3.687 4.305 3.607 Middelen 3556 4.069 3.690 Nadelig/voordelig saldo 131 236 83 Nadelig saldo Bandbouw-Egalisatiefonds 236 236 200 Nadelig saldo - 367 472 117 BUITENGEWONE DIENST II Kapitaalsuitgaven en -ontvangsten Uitgaven 599 1.220 635 Middelen 185 302 232 Saldo 414 918 403 V.N. op militaire doelen „met succes worden bekroond". Na te hebben verklaard, dat „de Noord-Koreanen Amerikaanse krijgs gevangenen vaak op barbaarse wijze om het leven hebben gebracht", ver klaart generaal MacArthur dat de leden van de V.N. dringend hulp moeten bieden aan de Koreaanse burgerlijke vluchtelingen. De Sovjets, aldus MacArthur. bewe ren, dat al het materiaal, dat de Noord- Koreaanse strijdkrachten thans gebrui ken, werd verschaft vóór hun terug trekking uit Noord-Korea. Een grote verscheidenheid van Sovjet-Russisch materiaal, dat op de Noord-Koreanen is veroverd, draagt echter de datum 1949 of 1950, aldus MacArthur. Verder waren op het Amerikaanse hoofdkwar tier veel berichten ontvangen over le vering door de Sovjet-Unie van munïti* gedurende 1949 en 1950. Ofschoon er geen bevestiging is van directe Chinese communistische deelne ming aan de oorlog, aldus het rapport, hebben de Chinese communisten aan zienlijke, zo niet beslissende militaire hulp aan Noord-Korea geboden door het vrijlaten van een groot aantal in de strijd geharde troepen van Koreaanse oorsprong, hetgeen uitbreiding van het Noord-Koreaanse leger mogeHjk maak te „Een aanzienlijk percentage van alle ondervraagde krijgsgevangenen heeft opleiding ontvangen in Mandsjoerije of heeft actieve dienst gedaan ln het Chi nese communistische leger", aldus het rapport. Naar men verwacht zal de Algemene Vergadering het Amerikaanse voorstel behandelen ter instelling van een appa raat, dat beslissingen buiten de Veilig heidsraad om (waarin de „Grote Vijf" het recht van veto hebben) zal kunnen nemen. Door een herziening van de sta tuten zou de Algemene Vergadering binnen 24 uur bijeen geroepen kunnen worden om over een internationale spoedkwestie besluiten te nemen. In feite zou de Algemene Vergadering dan permanent in zitting zijn zoals de Veiligheidsraad thans. Genoemd plan voorziet tevens in een Commissie, die gereed dient te zijn om op ieder mo ment naar een bedreigd gebied te vlie gen. Dergelijke commissies, aldus Reu ter, zijn in het verleden door de Sov jet-Unie geboycot. Het plan, dat reeds de steun van ver schillende kleine landen heeft, zal naar men verwacht door de Sovjet-Unie aan gevallen worden. Indien de Algemene Vergadering het plan aanneemt zou de taak van de Veiligheidsraad beperkt blijven tot conflicten en andere kwes ties, waarbij de belangen van Oost en West niet onmiddellijk bots»" 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 5