Rozenkrans-maand DE VLIEGEN Apostolaat RUIM 580 MILLIOEN GULDEN Zes ontgoochelde idealisten leggen getuigenis af DE WIL TOT OFFEREN RESA - HILVERSUM ^Pullman CY!flcitrcióózn. Subsidies Kath. Militairen-Tehuizen verhoogd LITERAIRE KRONIEK MINISTER STIKKER: „Er dreigt geen oorlog Hoeveelheid anthraciet is beperkt ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1950 PAGINA 3 Eindcijfer oorlogsbegroting NEDERLANDSE KUNST VOOR ISRAËL Schriftelijke Ciarsas of Avondlyceum? Doofstomme meisjes naar Rome HEROPKOMST MILITAIREN Twee officieren van Rode Kruis naar Korea? Malversaties in O'ldebroek van geringe omvang? Heffing op export van aardappelen Nieuw Tsarisme RAT noch MUIS ontsnapt DODENT aan het onweerstaanbare MuWiVHiriTli^fc DOOR H. VAN MERLET (Wordt vervolgd) Voortgedreven [GEZONDE SLAAP:1 Basisf „Vrede door kracht" hier°yer kan ta October worden ver- wacht. Geen reden voor, bezorgd heid WENDEN ARUBANEN ZICH TOT VENEZUELA? Inmenging in geschil zou voorden gevraagd Liturgische weekkalender Het Evangelie van de achttiende Zondag na Pinksteren verhaalt de bekende genezing van de lam me. Wij zijn er allen zozeer mee ver trouwd, dat wij er nauwelijks iets bij zonders in ontdekken. Wij bewonderen Jesus' goedheid voor de lijdende mens en beschouwen het hele voorval als een wonder, zoals Christus er zo veel heeft gewrocht. Maar alles wat Jesus tijdens Zijn ster felijk leven op aarde heeft gedaan, heeft Hij tevens tot onze lering ver richt. En juist in deze wonderdadige genezing ligt een les besloten van de allergrootste waarde voor onze per soonlijke en dagelijkse levenshouding. Op zekere dag brengen de Joden, al dus het Evangelie, een lamme tot Jesus. De man miste het gebruik van zijn le dematen en omdat door heel het Joodse land de roep ging van Jesus' wonder macht, had men op Hem zijn laatste hoop gesteld voor de ongeneeslijk-zieke. Hoewel men geloofde in de bovenmen selijke kracht van de Verlosser, was toch hun enige bedoeling voor de zieke de lichamelijke gezondheid terug te krijgen. Hun verbazing moet dan ook wel groot geweest zijn, toen Jesus tot de lamme sprak: „Uw zonden worden U vergeven". Het intermezzo, dat de Schriftgeleerden daarna veroorzaakten, door Christus van godslastering te be schuldigen, kunnen wij hier gevoeglijk achterwege laten. Wat ons voornamelijk interesseert is Jesus' antwoord: „Opdat gij weten moogt, dat de Mensenzoon op aarde macht heeft zonden te vergeven, (hier sprak Hij tot de lamme): Sta op, neem Uw bed op en ga naar huis". In dit antwoord ligt duidelijk opgesloten, dat Jesus hier zonder meer goddelijke macht voor Zich opeist. Hij doet immers ten bewijze van Zijn godheid een won der, dat alleen God verrichten kan. Wie immers, anders dan God, kan zonden v vergeven? Wie, anders dan God. kan met één enkel woord een zieke zijn ge zondheid weergeven? Maar al was ten overstaan van de Joden het bewijs voor Zijn godheid het eerste doel van het wonderteken van de genezing yan de lamme, dit is toch niet de les, die voor ons op dit ogenblik te leren valt uit Jesus' woorden en da den. Waar het voor ons op aan komt is de. volgorde, waarin Christus Zijn wel daden aan de zieke bewijst. Eerst geneest Hij zijn ziel, dan pas Zijn lichaam. Het is voor ons veel en veel voorna mer vergeving van onze zonden te ver krijgen dan de gezondheid van het lichaam. Dit goddelijke voorbeeld behelst voor ons dan ook de aansporing altijd en overal vóór alles het welzijn van onze zielen en van die van onze medemen sen in het oog te houden. Maar tevens op een meer indirecte manier bij al on ze daden deze gedachte, deze bedoeling op de achtergrond van onze geest levend te houden. Met andere woorden gezegd komt dit neer op de twee wezenlijke opdrachten, die Christus elk van Zijn volgelingen zeer nadrukkelijk heeft opgelegd: de plicht van zelfheiliging en van aposto laat. Dit zijn de voornaamste taken, die wij hier op aarde hebben te vervullen, omdat zij beide geheel zijn gericht op het, enige, werkelijke leven, de eeuwig heid, die geen einde zal nemen. En zó zeer zijn zij daarop gericht, dat de ma nier, waarop wij ze vervuld hebben, beslissend zal zijn voor de aard van ons eeuwig leven. Het ligt dus voor de hand da^wij het Evangelie van morgen in dit opzicht eens heel ernstig moeten over denken, en ons daarbij afvragen, wat wij tot nu toe van deze opdrachten hebben terecht gebracht. Want wij kun nen het keren of wenden zoals wij wil len, wij mogen tot boven ons hoofd vol Zitten van zorgen en bezigheden van stoffelijke aard, één ding blijft ondanks dat alles bestaan en één ding is alléén de nooit veranderende waarheid: het welzijn van onze ziel is het enig belafig- rijke. Er is In de laatste aflevering van het prachtige Tijdschrift: De Nieuwe Mens, een uitstekend artikel gepubli ceerd over het wezen van het aposto laat. Pater v. Bilsen, de schrijver ervan, zegt daarin, dat het voorbeeld van een goed Christelijk leven onontbeerlijke voorwaarde is voor een vruchtbaar apostolaat. Zelf heiliging en apostolaat zijn ten nauwste met elkaar verbonden. Vanaf de oudste tijden heeft echter de Kerk een onderscheid daar tussen gemaakt. Dit steunt op het leven en de woorden van Christus. De Godmens gaf niet slechts een voorbeeld maar pre dikte de blijde Boodschap en gaf Zijn apos telen en dè hele Kerk opdracht hetzelfde te doen. De prediking nu, het onderricht, vindt haar hoogtepunt, haar einddoel in de toe diening van het H. Doopsel. Dit is de wil en de instelling van Christus. Het doel en het hoogtepunt van het apostolaat is de sacramentele inlijving bij Christus, de op name in de Kerk. Zoals zelfheiliging bestaat in het deelnemen aan het sacramentele leven, zo bestaat apostolaat in wezen in het deelachtig maken van anderen aan dat sacramentele leven. Het sacramentele leven, het leven in genade, is de verbondenheid met Christus, welke slechts door Christus kan tot stand gebracht worden Het is van het grootste gewicht, dat wij ons duidelijk bewust maken, dat het wezen van alle apostolaat in onderricht en doop sel ligt. Als een directe taak is de offer-, bestuurs- en leermacht door Christus aan de apostelen en hun wettige opvolgers toe vertrouwd, m.a.w. aan Paus, bisschoppen en priesters. Maar omdat de leken evengoed als de priesters tot de Kerk behoren, tot de gemeenschap dus. die in naam van Chris tus het apostolaat uitoefent, hebben zij m deze óók een zeer gewichtige taak te ver vullen. Op deze plaats hebben wij onlangs nog de nadruk gelegd op het feit, dat, zo als de Paus het zelf uitdrukt, de leken het bovennatuurlijk levensbeginsel zijn van het leven der Kerk in de menselijke samen leving. Zij staan in de voorste linie van het leven. En omdat het profane leven hun eigen werkterrein is, zal hun apostolaats- activiteit zich ook voor het grootste deel daar moeten afspelen. Op de allereerste plaats door op hun eigen gebied het voor beeld te geven van een nauwgezette plichts betrachting, door een zo volmaakt mogelijk uitoefenen van hun ambt of ambacht. Maar daar, zoals wij boven zeiden, het wezen van het apostolaat ligt in de sacra mentele inlijving bij Christus, in de op name in de Kerk, is het duidelijk, dat Christus' gebod: „Gaat en onderwijst alle volkeren" ook voor de leken zijn betekenis moet hebben. In zekere zin moeten ook zij de „waarheid prediken". Niet alleen met een goed voorbeeld, ofschoon dit wel in de praktijk het voornaamste zal blij ven, maar ook met woorden. Dat dit niet zonder voortdurend contact met de hiërarchie mogelijk is, die over de zuiver heid der leer heeft te waken, zal wel zon der meer duidelijk zijn. En dat in het pre diken der waarheid veel tact en kennis nodig is, behoeft evenmin betoog. Des ondanks blijft de plicht bestaan ook in woorden getuigenis af te leggen voor Christus. Het meest voor de hand liggende ter rein hiervoor is natuurlijk het gezin. Daar hebben vader en moeder de strikte plicht hun gezinsleden in woord en daad voor te gaan. Laten wij qns voor van daag hiertoe beperken. Hier vervullen de ouders een apostolaatsplicht in directe opdracht van God. God heeft hun de jonge mens toevertrouwd, aldus P. v. Bilsen, om hem te vormen, op te voe den: geestelijk-godsdienstig, intellectueel en cultureel en lichamelijk. De gods dienstige kant van de opvoeding is di rect apostolaat. De ouders doen dit werk als Christen-ouders, als lid van de Chris tus-gemeenschap, de Kerk. Overdrijven wij als wij beweren, dat daaraan nog heel wat ontbreekt, vooral ten opzichte van reeds oudere kinderen? Echt godsdienstige gesprekken vallen uit «de toon", vindt men tegenwoordig. Als dat waar is, dan valt ook de hele ver dere opvoeding uit de toon, omdat de godsdienstige zijde daarvan de voor naamste is. Geeft ons dat niet ernstig te denken over onze eigen levenshou ding? L. Zondag begint de Octobermaand, de Rozenkransmaand van het gedenk waardige jaar 1950. Zowel door het Apostolaat van de Rozenkrans van het Dominicanerklooster te Huissen, als door de Katholieke Actie in het Bisdom Haarlem is ons verzocht daarop speciaal de aandacht van onze lezers te vestigen, aan welk verzoek wij gaarne gevolg gegeven hebben. Immers in dit Heilig Jaar is de wereld weer vol angstige gevaren en bange dreiging als in de dagen toen de Islam het christelijk Europa scheen te zullen overmeesteren. In de slag van Lepanto op 7 October 1571 werd dit verschrikkelijke gevaar bezworen, doch de beslissende kentering werd door Paus en gelovigen niet toegeschreven aan de macht der verbonden strijdkrachten, maar aan de hulp der Moeder Gods. Uit dankbaarheid stelde Paus Pius V het dankfeest in van „Onze Lieve Vrouw der Overwinning", dat wij thans nog vieren als het Rozenkransfeest op de eerste Zondag van October. Ziet U overeenkomst tussen October 1571 en October 1950? Zo ja, bedenk dan dat het redmiddel nog hetzelfde is, en Moeder Maria nog altijd even machtig. In Fatima noemde Zij zich de Koningin van de Rozenkrans en vroeg Zij ons het Rozenkransgebed tot redding der wereld. Laten daarom deze Octobermaand van het Heilig Jaar 1950 de kerken tot in de uiterste hoeken gevuld zijn. Laat ieder huisgezin een intiem heiligdom worden van Maria. De begroting van Oorlog voor 1951 is bij de Tweede Kamer ingediend met een eindcijfer van 580.098.070.Minister Scbokking schrijft in zijn toelichting, dat naast enkele taken van nationaal karakter, de hoofdzaak van de inspan ningen op defensiegebied niet anders kan en mag zijn dan het verzorgen van een zodanige opbouw der landsverdedi ging, dat ons aandeel samen met de strijdkrachten van de met Nederland verbonden mogendheden belangrijk ge noeg zal zijn om de poort van West- Europa te sluiten voor elke verleiding, welke een mogelijke agressor mocht bekruipen om gewapenderhand zich van deze landen meester te maken. De minister voorziet binnen korte tijd de noodzakelijkheid van de indiening van een suppletoire begroting en wel licht eveneens van een aanvrage van een buitengewoon crediet. Zolang de lichtingen niet op v o 1-, 1 e sterkte worden opgeroepen en de diensttijd niet met enige tijd ver lengd is, zal in belangrijke mate de mogelijkheid moeten worden benut, door het organiseren van herhalings oefeningen naast het onderhouden en verbeteren van de geoefendheid van het oudere personeel, te berei ken, dat steeds een zeker aantal ge oefende troepen paraat aanwezig is. Gedurende die herhalingsoefeningen zullen zij zoveel mogelijk in Ame rikaanse organisatie met de bewa pening, welke op dat ogenblik be schikbaar zal zijn, worden geoefend om daarna als mobilisabele man kracht opnieuw naar huis te worden gezonden. De minister ziet er ook voor 1951 nog meer baat in de personele unie tussen de departementen van Marine en Oor log te bestendigen en de constructie tussen deze twee te verstevigen, dan tot instelling van één ministerie van Rijks verdediging te besluiten. Hij heeft per 1 October zodanige wijzigingen in de In het Stedelijk Museum in Amster dam zijn gisteren ruim dertig Neder landse kunstwerken aan de staat Israël ten geschenke aangeboden. De gezant van Israël in Nederland, dr. M. Amir, heeft ze dankbaar aanvaard. Het is een sobere, maar sympathieke plechtigheid geweest, waarbij over en weer zeer hartelijke woorden zijn ge sproken. Johan van Zweden, die het woord voerde namens de ruim dertig kunstenaars, die ieder een van hun werken hebben afgestaan, bood het ge schenk aan. Zij vertelde, dat het initia tief was ontstaan, toen twee jaar gele den de staat Israël officieel werd gepro clameerd; het moet beschouwd worden als een collectieve blijk van sympathie van de Nederlandse kunstenaars voor de jonge staat. Hij kon ook mededelen, dat de artistieke nalatenschap van het schildersechtpaar Schwartz, in bezet tingstijd omgekomen, aan de staat Israel is gelegateerd. Dr. M. Natoir, die zijn dankwoord in het Nederlands begon en in het Frans voortzette, vond gevoelige woorden om van zijn dankbaarheid te getuigen Kunstenaars, zeide hij, zijn de meest authentieke vertegenwoordigers van een volk, omdat zij vorm geven aan de ge voelens, die in een volk leven. Zij kun nen er van overtuigd zijn, dat hun ge schenk aan Israël wel besteed is, want het volk daar is zeer gevoelig voor kunst. Tot in de kleinste dorpjes, onder arbeiders en boeren, is er levendige be langstelling voor de muziekavonden, die er gegeven worden, en de tentoonstel lingen, die er nu en dan te zien zijn. Advertentie Alvorens te beslissen doet U verstandig ons uitvoerige prospectus Staatsexamen - H.B.S. of MULO opleiding aan te vragen. (Bekende Schriftelijke Cursus) departementale organisatievorm gelast, dat de opbouw dier organisatie in de drie onderdelen der strijdkrachten meer in onderlinge overeenstemming kan komen. De subsidies aan de Nederlandse Militaire Bond en de centrale van Ka tholieke Militaire Tehuizen zijn elk met 10.000 verhoogd op grond van de geste gen exploitatiekosten door het toegeno men aantal militaire huizen. Het ligt in het voornemen de uitgaven van het weekblad voor de Nederlandse Strijdkrachten belangrijk te beperken, waarbij de gedachten uitgaan naar een maandelijks periodiek. Op uitnodiging van het H. Jaar-comité te Rome zullen in October de doofstom me meisjes van het Doofstommeninsti- tuut te St. Michielsgestel naar Rome reizen om daar demonstraties te geven. Zij zullen logeren in het gastenkwartier in Vaticaanstad en daar tien dagen ver toeven. Zoals bekend, zullen Maandag de dienstplichtigen van de lichting 1940- II, die dit voorjaar met groot verlof werden gezonden, wederom onder de wapenen komen. In afwijking van hetgeen vermeld staat in het oproepingsformulier, dat deze dienstplichtigen ontvingen, deelt de Legervoorlichtingsdienst mede, dat de opgeroepenen Maandag moeten rei zen per eerste reisgelegenheid. Voor de dienstplichtigen met bestem ming Harskamp, via Ede-Wageningen zullen aan het spoorwegstation Ede-Wa geningen extra bussen voor het vervoer naar Harskamp gereed staan. Voor de dienstplichtigen van de lich ting 1950-11, die 3, 4 en 5 October on der de wapenen komen, zullen na de nieuwsberichten van het ANP van 18.00 uur en 19.00 uur (Zondag 18.15 en 19.30 uur) (van 29 September tot en met 3 3 October) eveneens belangrijke mede delingen volgen. Het Nederlandse Rode Kruis pleegt op het ogenblik overleg met het Ameri kaanse Rode Kruis over de uitzending van twee Liaison-officieren naar Korea. Reeds enige weken geleden heeft het Amerikaanse Rode Kruis aangeboden de zorg voor eventuele Nederlandse gewonde of zieke militairen op zich te nemen. Dit aanbod is uiteraard in dank arnvaard. De bemiddeling van Neder landse Liaison-officieren kan deze taak ten bate van de Nederlandse militairen echter vergemakkelijken. Bovendien zal het lectuur-depot van het Nederlandse Rode Kruis ten bate van de binnenkort vertrekkende Neder landse strijdkrachten een bibliotheek van zeven honderd banden verzorgen. Bovendien zullen aan boord 250 kilo gram Nederlandse tijdschriften mede gaan. Het Nederlandse Rode Kruis zal zich in de toekomst belasten met de verzen ding van pakketten naar eventueel zieke of gewonde militairen. In aansluiting aan de berichten over de onregelmatigheden in de legerplaats bij Oldebroek deelt het ministerie van Oorlog, mede, dat het hier het vervreem den van Rijksgoederen betreft, waar door het Rijk in de loop der laatste drie jaar voor zover het zich laat aanzien, benadeeld zou zijn voor een bedrag van vermoedelijk niet meer dan f 1.000. Met ingang van 7 October zal op de export van zandaardappelen f 5.per 100 kg. worden geheven. Deze maatre gel is genomen om de binnenlandse be voorrading te beveiligen. De export van klei-aardappelen staat reeds geheel stil, afgezien van kleine partijen, die naar landen buiten Europa gaan. ERIC DE NOORMAN: det Steppen S j RESSÉ J OOMOf» KïjtSoS 1. IJl lag de ochtend over de kleine laagvlakte tussen de hergen. De zon was maar pas opgekomen en het gras was nog vochtig van de dauw. Maar op een be schutte plek tussen de rotsen weken de grasstengels plotseling uiteen en een paar jonge vossen sprongen wild stoeiend te voorschijn. Zij buitelden speels over elkaar heen, tot ze tegen een lage struik stootten, zodat ze verschrikt piepend terugweken. Bij het horen van hun helle stemmetjes schoot de moedervos, die haar jongen geen ogenblik uit het oog verloor, dadelijk naderbij. Maar de kleinen waren hun schrik alweer vergeten en hadden reeds een warm plekje in de eerste zonnestralen ge vonden, waar ze nu hun bolronde lijfjes behaaglijk schurkend uitstrekten, speels happend naar hun eigen schaduw. Tevreden keek de moeder toe. Plotseling echter hief ze de spitse kop op en luisterde, terwijl haar ogen argwanend de omgeving opnamen. Even snoof ze zenuw achtig in de wind, om dan een kort, waarschuwend geblaf te laten horen. Hevig ontsteld sprongen de kleintjes op en volgden, struikelend over hun dikke waggel- pootjes, in paniek hun moeder naar het veilige hol, waarbij de oude scherp de eenzame ruiter in het oog hield, die ginds over de vlakte naderde Eric de Noorman zag hen wegsluipen toen hij zijn paard op de rotsen toedreef, en een gelukkige glimlach gleed om zijn lippen. Hij hield van de natuur, zoals alleen een werkelijk groot en sterk mens dat kan doen, en nu hij op deze stralende ochtend terugreed naar zijn eigen vróuw en kind, vervulde al dit ontwakende leven hem met een wonderlijk geluk. „Goede toekomst, Vrouwe Vos," mompelde de Noorman wet vriendelijke spot. „Mogen je kinderen opgroeien tot sterke jagers, die even trouw zijn aan hun jongen als jij!" En met een laatste blik naar de wegglippende roestbruine figuurtjes reed hij verder over het zachte mos. Echter, er waren nog een paar ogen die zijn nadering hadden opgemerkt, want toen Eric's blik over de rotsen dwaalde, zag hij eensklaps iets, dat hem met een kreet van bewondering de teugels in deed houden. Op een der laatste uitlopers van het gebergte stond een paard, een prachtige trilde hengst. Het zonlicht tekende iedere soepele ronding van het koolzwarte ros met diepblauwe glans, en uit diens hele bouw sprak zoveel snelheid en macht, dat de Noorman het gevoel kreeg of de geest der steppen tot leven was gekomen en in de meest koninklijke van alle vormen vanaf de rotsen op hem neerkeek. Een ogenblik keken de man en het edele dier naar elkaar, zender dat een van hen een beweging durfde maken. HET COMMUNISME: de God die faalde Advertentie n deze dagen is het ondoenlijk zich belangeloos te verdiepen in de betekenis van het communisme. Wij ondervinden dagelijks, dat het communisme zich aan het ontwikkelen is tot een wereldmacht, tot een imperialistische dus agressieve macht, die de wereldvrede bedreigt. En juist deze' ondervinding maakt, dat alle genegenheid die men mogelijk voor de grote Idee van het communisme hééft gevoeld, door de practijk wordt vergruizeld. Welk een vervoerende kracht er van het communisme oorspronkelijk uitging, bewijst in ons land de nobele figuur van Henriëtte Roland HolstVan der Schalk. Zelfs nu, in al haar ver wachtingen bedrogen, en wetend in welk onheil het heil van haar jeugd is verkeerd, blijft zij hopen op de „wordingen" van wat eens zo veelbelovend is geweest. Hoezeer een idealist, die eens heeft geloofd in het communisme en in de communistische mensengemeenschap, er ook na zijn afval aan gebonden blijft, bewijzen de zes auteurs van wereldfaam, die tezamen hun ervaringen met het communisme te boek stelden in „De God die rfaalde" (The God that failed, six studies in communism) 1;. gers) en in Duitsland (de joden); het was anderzijds het respect voor het weergaloos experiment dat omstreeks 1930 in de Sovjet-Unie werd onderno men en in laatste instantie de mense lijke behoefte zichzelf te offeren voor het geluk van alle mensen op aarde, waardoor de genoemde zes auteurs in de (niet eens hartelijk opengaande) armen van het communisme werden gevoerd. Zij hadden er, met uitzondering van de Amerikaanse neger Richard Wright, geen enkel persoonlijk voordeel te verwach ten. Want het communisme bood hun niets, maar eiste alles van hen. Het eiste, dat zij hun persoonlijke vrijhejd offer den. En zij deden het. „Het j^jluk van de mens bestaat niet uit vrijheid, maar uit het aanvaarden van een plicht", schreef de aartsindividualist André Gide in 1931. Zijn weg naar het communisme ging rakelings langs het Evangelie. Gide kwam bedrogen terug na een reis door de Sovjet-Unie in 1936. Hij vond er niet de op aarde geprojecteerde hemel, maar de oude mensenmaatschappij, met alle privileges, vooroordelen en bureaucra tische woekeringen, die hij thuis had willen' ontvluchten. „De Sovjet-Unie heeft ons in onze diepste hoop teleur gesteld en heeft ons op drastische wijze getoond in welk een verraderlijk drijf zand een eerlijke revolutie kan verzin ken. Dezelfde oude, kapitalistische maat schappij is daar weer m ere hersteld; een nieuw en verschrikkelijk despotisme snoert er de mens de mond en misbruikt hem met heel de abjecte en serviele geest der slavernij", aldus besluit Gide zijn biecht. Die zes auteurs zijn; Arthur Koestier, schrijver van o.a. „De yogi en de volks commissaris", een buitengewone insider in het communistische vraagstuk; de katholieke Italiaanse romancier Ignazio Silone; de Amerikaanse negerauteur Richard Wright, schrijver van o.a.. „Na tive Son" en „Black Boy"; de Franse moralist, Nobelprijswinnaar André Gide; de Amerikaanse buitenlandse correspon dent Louis Fischer, schrijver van de uitstekende studie „Stalin en Gandhi" vhij werkt thans aan een biografie van Gandhi) en de Engelse dichter Stephen Spender, behorend tot de belangrijke dichtergeneratie van Day Lewis en W. H. Auden. De eerste drie figuren van de reeks kan men beschouwen als „inge wijden"; de laatste drie als warme „voorstanders". Hun ervaringen zijn individueel heel ver schillend. Ieder van hen kwam op speciale wijze in de ban van het communisme en ieder van hen werd er op even speciale wijze uitgestoten. Maar wat zij gemeen schappelijk tot uitdrukking brengen is, ge lijk Ignazio Silone peinzend opmerkt, dat iedere weg tegenwoordig tot het commu nisme kan leiden en dat men de offer gezindheid der jeugd misverstaat, wanneer men in jonge communisten alleen maar ontevreden avonturiers ziet. Met „tegen woordig" is hier bedoeld, en men houde hier rekening mee, ook tot beter begrip van de ervaringen der zes auteurs, het tijdperk tussen pl.m. 1920 en 23 Augustus 1939. de dag waarop het Sovjet-Nazi-pact werd gesloten. Dit tijdperk bood als het ware de laatste kans op idealisme voor de vele jongeren, die wanhoopten aan de Wes terse beschaving en die nu wilden hopen en geloven, dat In Oost-Europa iets groots werd verricht. „De nadruk moet er op ge legd worden", aldus Silone, „dat de ban den, die ons aan de Partij bonden, steeds hechter werden, niet ondanks de gevaren en de gebrachte offers, maar juist daar door. Dit verklaart de aantrekking, die het communisme uitoefent op bepaalde cate gorieën jonge mannen en vrouwen, op in tellectuelen en op de bijzonder gevoelige en edelmoedige mensen, die het meest lijden onder de verkwisting der bourgeois- maatschappij. Ieder, die denkt, dat hij de beste en meest gelovige jonge mensen kan wegtronen van het communisme door hen in goed-verwarmde zalen te lokken om bil jart te spelen, gaat uit van een bijzonder 'beperkte en onintelligente opvatting van het mensdom". Het was de nationalistische machts politiek der Westerse staten en het op komend gevaar van nat.-socialisme en fascisme; het was de verschrikkelijke rassendiscriminatie in. Amerika (de ne- Ook Louis Fischer bracht blijmoedig het offer der vrijheid. „Ik geloofde, dat een tijdelijke afschaffing van vrijheid het Sov jet-regiem in staat zou stellen snelle eco nomische vooruitgang te maken om dan opnieuw de vrijheid in te voeren. Dat is niet gebeurd. Terugziende in mijn her innering besef ik, dat ik mij tot de Sovjet republiek wendde, omdat ik dacht, dat men daar de oplossing van het machtsprobleem had gevonden. De wetenschappen stellen een steeds aangroeiende macht ter beschik king van de mens en die weet niet, wat hij er mee moet doen. Het grootste probleem van de 20e eeuw is de controle op per soonlijke, groeps- en nationale macht. Het bolsjewisme is zelf 's werelds grootste opeenhoping van macht over de mens". Fischer moet tot zijn spijt constateren, dat de communistische dictatuur een nieuwe vorm van Tsarenheerschappij is. „Na het visioen, van de toekomst vernietigd te heb ben bleef de dictatuur geen andere keuze, dan het verleden te omhelzen". In 1934 Advertentie haal een doos bij Uw Drogist Werd zijn oordeel in een hachelijke aangelegenheid gevraagd, dan ontweek hij elk standpunt in een antwoord, dat voor verschillende uitleggingen vatbaar was, of sloot zich aan bij de klaarblijke lijk meest gewenste gezindheid. Hij liep niemand in de weg en scheen zó zonder enige persoonlijke ambitie, dat zelfs de a?gwanende agenten van de Tsjeka het niet nodig vonden in zijn bijzijn voor zichtigheid te betrachten bij het bespre ken van hun duistere geheimen. Het volk, dat hem voortdurend in gezelschap van de meest gevreesde en vereerde lei ders zag, begon hem als een van hen te beschouwen, en daar het niet wist, welke rol hij eigenlijk in de partij en de revo lutie speelde, dichtte men hem een bui tensporige invloed toe, té groter naar mate die onnaspeurbaar bleek. Obronski was zich dit alles zeer scherp bewust en hoopte er eens zijn voordeel mee te doen. Met zijn rust mocht het dan al slechter gesteld zijn dan ooit te voren, zijn in de gevangenis getraind geduld wachtte, tot de tijd zou rijpen voor de grote kans van zijn leven. Dat die kans eenmaal komen zou, stond voor hem vast, nu hij zag, hoe minderen dan hij onverwachte macht en aanzien en welstand verwierven. Al had hij zich ook aangewend zijn ge dachten, verlangens en strevingen te ver bergen achter het onbewogen masker van zijn getaand Aziatisch gezicht, dat in uitdrukkingloosheid voor dat van een vlieg niet onderdeed, één nieuwe harts tocht had hem aangegrepen, die hij niet poogde te ontveinzen. Integendeel, hij ging er groots op en demonstreerde haar te pas en te onpas zoals iemand, die voor het eerst een reis naar een vreemd land heeft gemaakt en daar enige woorden van een andere taal heeft opgepikt, daar van gaarne blijk geeft om zich van de minder bereisden te onderscheiden en dezen te overbluffen. Hij had n.l. een maniakale belangstelling voor platte gronden van steden en streken en voor landkaarten opgevat. Deze belangstelling was zo hevig, dat hij zelfs zijn geliefde vliegen ervoor verwaarloosde. Waar hij ze vond, vorderde hij ze „ten algemenen nutte" op of nam hij ze met een politio neel air in beslag. De enkele keren, dat dit niet gelukte, kocht hij ze op of liet hij ze zich ten geschenke geven. Van onder tot boven behing hij er zijn kamer mee en daarna stapelde hij ze op tot de lage zoldering toe. Gescheurde en ver fomfaaide, verouderde en vergeelde, maar ook gloednieuwe, vers van de Sovjet-pers waren erbij. Zelfs de grove en onnauwkeurige situatieschetsen, die in de pers de verslagen van de nog steeds voortdurende krijgsverrichtingen tegen de Witten illustreerden, waren hem niet te min. Hij knipte ze uit en plakte ze op de achterkant van de vele overbodige formulieren, die hem wel werden toege stuurd, maar nooit werden opgevraagd. De muizen legden zo mogelijk een nog intensere belangstelling aan de dag voor de langzaam onderstoffende stapels op de grond, maar dat bemerkte hij niet. Het pronkstuk van zijn gestadig groeien de verzameling bestond uit een met modder en bloed besmeurd en met een kogelgat doorboord fragment van een stafkaart, dat hij na een gevecht, waar aan hij uiteraard niet had deelgenomen, eigenhandig 'uit de borstzak van een af geslachte officier der Witten had getrok ken. Hiervan kregen de muizen 8ee° inzage, omdat hij het altijd bij zich droeg. Tot diep in de nacht kon hij zijn dikke vinger laten dwalen door botergele step pen, over bruine, veelkruinige berg ketens, die er als welgedane beren rupsen uitzagen, en langs grillig wendende wegen en rivieren, terwijl hij zich dat alles trachtte voor te stellen zoals het in werkelijkheid was. Had deze hartstocht zich ontwikkeld uit een aanleg, die hem indertijd werk had doen zoeken op het kadaster? Dreef hem het heimwee van het Tataarse bloed, dat zich in de schuine stand van zijn ogen, de breed te van zijn gezicht verried? 'Of was hij enkel een reactie op zijn gevangenisja ren, waarin zijn be wegingsvrijheid tot enkele vierkante meters beperkt was geweest? begon het Kremlin een „nationalistische" politiek te voeren. Tsaren, die men eerst als volksuitbuiters had leren verafschuwen, werden nu den volke voorgesteld als na tionale heiligen. De uiterlijke praal van het Tsarisme, vroeger door de bolsjewisten beschimpt als overblijfsel van een ellendig verleden, werd in ere hersteld; titels voor legerofficieren en epauletten kwamen terug. Dit was het begin van het nieuwe impe rialisme, geboren uit nationalisme en pro paganda voor Pan-Slavisme. Dit was ook het begin van Fischer's desillusie. Dat het intussen nog jaren duurde, eer Fischer zijn stap terug kon doen, maakt iets dui delijk van de geweldige aantrekkingskracht die het communisme blijvend uitoefent op idealisten, die er eenmaal hun liefde aan hebben verklaard. En zo, idealistisch, eigenbelangen weg cijferend, hebben ook de andere intel lectuelen in dit boek hun offer gebracht. Zo Arthur Koestier, die zeven jaar voor de communistische partij werkte, en die zich nu afvraagt of hij ooit van de schok der desillusie zal genezen. Indringender dan een der anderen verhaalt Koestier, hoe moeilijk het is de band te verbreken met het communisme, wanneer men eenmaal verstrikt is in het raffinement der dialectische denkmethode. Koestier geeft hiervan frappante voorbeelden. De communistische samenleving schept vol gens hem nieuwe termen, die heilig zijn en waar verder niet over valt te debat teren. In deze termen behoort men te denken, zonder er verder ever na. te denken. Voorts moet men als Partijman uitgaan van het feit, dat iedere afwijken de mening een vijandige mening is, om dat de eenheid der Partij er door wordt ondermijnd. Wanneer men dit terwille van de goede zaak eenmaal heeft aan vaard, en wanneer men dan bovendien nog het ingehamerd besef heeft, dat men als lid der intelligentsianooit een werkelijke proletariër kan worden, schijnt het, getuige de verklaringen in dit boek, haast onmogelijk te zijn, zijn plaats weer te vinden in de normale maatschappij. Ook Stephen Spender voelde dit zo: „Ik werd voortgedreven door een gevoel van sociale en persoonlijke schuld De communisten vertelden mij, dat zo"n gevoel bourgeois was. De communist moest, nadat hij tot de Partij was toe getreden, zichzelf van de redenen ont doen, die hem tot communist hadden ge maakt". Ook hier ontwaart men weer de ge bondenheid, die, eenmaal geconsolideerd, een gebondenheid voor het leven blijft Ook nadat men, zoals al deze mensen, beter heeft leren inzien. Degene die het zwaarste offer bracht, niet toen hij tot de Partij toetrad, maar juist toen hij uittrad, was Richard Wright. Als kleurling uit de laagste klassen van Amerika (hij werd geboren op een plantage en groeide op in de achterbuurten van Chicago) hij had van het communisme alles te verwachten. Toen Richard Wright de Partij verliet, huilde hij. „Want in mijn hart wist ik, dat ik nooit meer in staat zou zijn zó te schrijven, nooit meer in staat zou zijn het leven zo eenvoudig en helder voor mij te zien, nooit meer een zo hartstoch telijke hoop zou kunnen uitdrukken en nooit meer zo volledig een geloofsbelij denis zou kunnen afleggen". Zo zijn deze zes getuigenissen, behalve leerrijk, hier en daar ook erg ontroerend. Het zijn brokken leven, van mensen, begaafde mensen, die zichzelf op het spel hebben gezet ten dienste van de mensheid. Maar die het spel hebben verloren. Omdat het een vals spel was. En omdat zij vergaten, dat de oude Adam ook in een nieuwe maatschappij de oude Adam blijft. Hun verschrikke lijke gewetensconflict is nu, dat uit hun aller verrukkelijke idealen een wereld macht is gegroeid, die millioenen men sen vernietigd heeft en aan het vernie tigen is, en die komende millioenen mensen met vernietiging bedreigt. Dit is, in naam der liefde van allen voor allen, verbijsterend! NICO VERHOEVEN 1) „De God die faalde, ervaringen met het communisme, geschreven door Arthur Koestier. Ignazio Silone. Richard Wright, André Gide, Louis Fischer, Stephen Spen der. Met een inleiding van Richard Cross- mann M P. Uit het Engels vertaald door Koos Schuur. Uitg. De Bezige Bij, Am sterdam 1950. Minister Stikker heeft Vrijdag bij zijn terugkeer uit de V.S. aan verslaggevers op Schiphol verklaard, dat een over schrijden van de 38e breedtegraad in Korea waarschijnlijk niet zal zijn te ont gaan. Wanneer dit geschiedt op een ver standige wijze gelooft de minister echter, dat dit niet tot ernstige internationale verwikkelingen zal leiden. „Wanneer wij trouwens het beeld der internationale situatie op het ogenblik beschouwen, is de algemene indruk, dat er geen oorlog dreigt", aldus de minister, die ais basis hiervan ziet: vrede door kracht. Wat betreft de besprekingen over een geïntegreerd leger zei de minister, dat dit voor de onderscheiden landen de af stand van een stuk souvereiniteit bete kent. De uitvoerende organen moeten immers een grote bevoegdheid krijgen. Minister Stikker heeft echter bepleit het geven van een „behoorlijke stem" aan die landen, dis niet in de uitvoerende organen vertegenwoordigd zijn. Welke strijdkrachten geleverd zullen moeten worden voor de verdediging van Europa, zal moeten worden uitgemaakt tijdens de besprekingen, die de ministers van Defensie in October zullen voeren. Wat het Duitse probleem betreft, zei minister Stikker, dat de Beneluxlanden in nader overleg zullen treden betref fende de beëindiging van de staat van oorlog met Duitsland. Een verklaring Nu het stookseizoen nadert vestigt het ministerie van Economische Zaken er de aandacht op, dat de beschikbaar komen de hoeveelheid anthraciet evenais vorige jaren weder beperkt zal zijn. Het is van het grootste belang, dat de verbruikers de brandstoffen afnemen in de bij de handel aanwezige soorten. Eierkolen en kleine cokes kunnen - aldus het ministerie mits gemengd met anthraciet van dezelfde afmetingen, zonder bezwaar ook in haarden worden gestookt en zijn bovendien belangrijk goedkoper dan anthraciet. Naar aanleiding van bovenstaand be richt verneemt het A.NP. nog, dat gezien de huidige gang van zaken, voor be zorgdheid geen grond aanwezig moet worden geacht. De extra invoer van huisbrand, waartoe als gevolg van de opheffing van de rantsoenering werd be sloten teneinde een redelijke behoefte te waarborgen, voltrekt zich in een gelijk matig tempo en de noodzakelijk ge- aebte omvang- Ook voor onze handel met Duitsland acht minister Stikker de beëindiging van de staat van oorlog als uitermate belangrijk. Wat betreft de uitlatingen van de Amerikaanse senator Conally dat een land als Nederland zich geheel op zijn landstrijdkrachten client te concentreren, zei de minister dit standpunt niet te delen. De minister wees er op. dat men de uitlatingen van de desbetreffende se nator niet als een officiële verklaring dient te beschouwen. Van betrouwbare zijde wordt verno men. dat een delegatie van prominente Arubanen Donderdag bij de Venezolaan se consul is geweest om visa te vragen voor een bezoek aan Caracas. Het doel zou zijn de regering van Venezuela te bewegen zich te mengen in de kwestie ArubaNederland. Een audiëntie bij de Nederlandse gezant te Caracas zou te vens worden aangevraagd. ZONDAG 1 October: 18de Zondag na Pinksteren; Mis v. d. dag; 2. H. Remi- gius; 3 tot alle heiligen; Credo; prefatie v. d. H. Drievuldigheid; groen; ook: Mis v. h. Rozenkransfeest; 2 gebed v. d. Zondag (in gelezen Missen: 3 H. Remi- gius); Credo; prefatie v. O. L. Vrouw; laatste evangelie v. d. Zondag; wit. Haarlem: H. Bavo, belijder; eigen Mis; 2 gebed v. d. Zondag; Credo; prefatie v. d. H. Drievuldigheid; laatste evangelie v. d. Zondag; wit. MAANDAG: H.H. Engelbewaarders; eigen Mis; (Haarlem: H. Bavo); Credo; gewone prefatie; wit DINSDAG: H. Theresia v. h. Kindje Jezus, maagd; eigen Mis; (Haarlem: 2 H. Bavo; Credo); gewone prefatie; wit WOENSDAG: H. Franciscus, belijder; eigen Mis; (Haarlem: 2 H. Bavo; Credo); gewone prefatie; wit. DONDERDAG; H.H. Placidus en gezellen, martelaren; Mis Salus; 2 tot alle heiligen; 3 naar keuze; gewone prefatie; rood. Haar lem: H. Bavo; eigen Mis; 2 gebed v. d. Zondag; 3 H.H. Placidus en gezellen; Credo; gewone prefatie; wit. VRIJ DAG: H. Bruno, belijder; Mis Os justi; (Haarlem: 2 H. Bavo; Credo); gewone prefatie; wit Eerste Vrijdag v. d. maand: plechtige votiefmis ter ere v. h- H. Hart; Mis Cogitationes; Credo; prefa tie v. h. H. Hart; wit. ZATERDAG: feest v. d. H. Rozenkrans; eigen Mis; (in gelezen missen: 2 H. Marcus; 3 H.H. Ser- gius en gezellen); Credo; prefatie v. O.L. Vrouw; wit. ZONDAG 8 October: 19de Zondag na Pinksteren; Mis v. d. dag; 2 H. Birgitta; Credo; pref. v. d. H. Drie vuldigheid; groen. Haarlem: 2 H. Bavo; 3 H. Birgitta; Roermond: 3. H. Amor.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 3