Rozenkrans-maand
DE VLIEGEN
Apostolaat
RUIM 580 MILLIOEN GULDEN
Zes ontgoochelde idealisten
leggen getuigenis af
DE WIL TOT OFFEREN
RESA - HILVERSUM
^Pullman
CY!flcitrcióózn.
Subsidies Kath. Militairen-Tehuizen verhoogd
LITERAIRE KRONIEK
MINISTER STIKKER: „Er dreigt geen oorlog
Hoeveelheid anthraciet
is beperkt
ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1950
PAGINA 3
Eindcijfer oorlogsbegroting
NEDERLANDSE KUNST
VOOR ISRAËL
Schriftelijke Ciarsas of
Avondlyceum?
Doofstomme meisjes
naar Rome
HEROPKOMST MILITAIREN
Twee officieren van Rode Kruis
naar Korea?
Malversaties in O'ldebroek
van geringe omvang?
Heffing op export van
aardappelen
Nieuw Tsarisme
RAT noch MUIS ontsnapt DODENT
aan het onweerstaanbare MuWiVHiriTli^fc
DOOR H. VAN MERLET
(Wordt vervolgd)
Voortgedreven
[GEZONDE SLAAP:1
Basisf „Vrede door kracht" hier°yer kan ta October worden ver-
wacht.
Geen reden voor, bezorgd
heid
WENDEN ARUBANEN ZICH TOT
VENEZUELA?
Inmenging in geschil zou
voorden gevraagd
Liturgische weekkalender
Het Evangelie van de achttiende
Zondag na Pinksteren verhaalt
de bekende genezing van de lam
me. Wij zijn er allen zozeer mee ver
trouwd, dat wij er nauwelijks iets bij
zonders in ontdekken. Wij bewonderen
Jesus' goedheid voor de lijdende mens
en beschouwen het hele voorval als een
wonder, zoals Christus er zo veel heeft
gewrocht.
Maar alles wat Jesus tijdens Zijn ster
felijk leven op aarde heeft gedaan,
heeft Hij tevens tot onze lering ver
richt. En juist in deze wonderdadige
genezing ligt een les besloten van de
allergrootste waarde voor onze per
soonlijke en dagelijkse levenshouding.
Op zekere dag brengen de Joden, al
dus het Evangelie, een lamme tot Jesus.
De man miste het gebruik van zijn le
dematen en omdat door heel het Joodse
land de roep ging van Jesus' wonder
macht, had men op Hem zijn laatste
hoop gesteld voor de ongeneeslijk-zieke.
Hoewel men geloofde in de bovenmen
selijke kracht van de Verlosser, was
toch hun enige bedoeling voor de zieke
de lichamelijke gezondheid terug te
krijgen. Hun verbazing moet dan ook
wel groot geweest zijn, toen Jesus tot
de lamme sprak: „Uw zonden worden U
vergeven". Het intermezzo, dat de
Schriftgeleerden daarna veroorzaakten,
door Christus van godslastering te be
schuldigen, kunnen wij hier gevoeglijk
achterwege laten. Wat ons voornamelijk
interesseert is Jesus' antwoord: „Opdat
gij weten moogt, dat de Mensenzoon op
aarde macht heeft zonden te vergeven,
(hier sprak Hij tot de lamme): Sta op,
neem Uw bed op en ga naar huis". In
dit antwoord ligt duidelijk opgesloten,
dat Jesus hier zonder meer goddelijke
macht voor Zich opeist. Hij doet immers
ten bewijze van Zijn godheid een won
der, dat alleen God verrichten kan. Wie
immers, anders dan God, kan zonden
v vergeven? Wie, anders dan God. kan
met één enkel woord een zieke zijn ge
zondheid weergeven?
Maar al was ten overstaan van de
Joden het bewijs voor Zijn godheid het
eerste doel van het wonderteken van
de genezing yan de lamme, dit is toch
niet de les, die voor ons op dit ogenblik
te leren valt uit Jesus' woorden en da
den. Waar het voor ons op aan komt is
de. volgorde, waarin Christus Zijn wel
daden aan de zieke bewijst.
Eerst geneest Hij zijn ziel, dan pas
Zijn lichaam.
Het is voor ons veel en veel voorna
mer vergeving van onze zonden te ver
krijgen dan de gezondheid van het
lichaam.
Dit goddelijke voorbeeld behelst voor
ons dan ook de aansporing altijd en
overal vóór alles het welzijn van onze
zielen en van die van onze medemen
sen in het oog te houden. Maar tevens
op een meer indirecte manier bij al on
ze daden deze gedachte, deze bedoeling
op de achtergrond van onze geest levend
te houden.
Met andere woorden gezegd komt dit
neer op de twee wezenlijke opdrachten,
die Christus elk van Zijn volgelingen
zeer nadrukkelijk heeft opgelegd: de
plicht van zelfheiliging en van aposto
laat.
Dit zijn de voornaamste taken, die
wij hier op aarde hebben te vervullen,
omdat zij beide geheel zijn gericht op
het, enige, werkelijke leven, de eeuwig
heid, die geen einde zal nemen. En zó
zeer zijn zij daarop gericht, dat de ma
nier, waarop wij ze vervuld hebben,
beslissend zal zijn voor de aard van ons
eeuwig leven. Het ligt dus voor de hand
da^wij het Evangelie van morgen in dit
opzicht eens heel ernstig moeten over
denken, en ons daarbij afvragen, wat
wij tot nu toe van deze opdrachten
hebben terecht gebracht. Want wij kun
nen het keren of wenden zoals wij wil
len, wij mogen tot boven ons hoofd vol
Zitten van zorgen en bezigheden van
stoffelijke aard, één ding blijft ondanks
dat alles bestaan en één ding is alléén
de nooit veranderende waarheid: het
welzijn van onze ziel is het enig belafig-
rijke.
Er is In de laatste aflevering van het
prachtige Tijdschrift: De Nieuwe
Mens, een uitstekend artikel gepubli
ceerd over het wezen van het aposto
laat. Pater v. Bilsen, de schrijver ervan,
zegt daarin, dat het voorbeeld van een goed
Christelijk leven onontbeerlijke voorwaarde
is voor een vruchtbaar apostolaat. Zelf
heiliging en apostolaat zijn ten nauwste met
elkaar verbonden. Vanaf de oudste tijden
heeft echter de Kerk een onderscheid daar
tussen gemaakt. Dit steunt op het leven
en de woorden van Christus. De Godmens
gaf niet slechts een voorbeeld maar pre
dikte de blijde Boodschap en gaf Zijn apos
telen en dè hele Kerk opdracht hetzelfde
te doen.
De prediking nu, het onderricht, vindt
haar hoogtepunt, haar einddoel in de toe
diening van het H. Doopsel. Dit is de wil
en de instelling van Christus. Het doel en
het hoogtepunt van het apostolaat is de
sacramentele inlijving bij Christus, de op
name in de Kerk. Zoals zelfheiliging bestaat
in het deelnemen aan het sacramentele
leven, zo bestaat apostolaat in wezen in
het deelachtig maken van anderen aan dat
sacramentele leven. Het sacramentele leven,
het leven in genade, is de verbondenheid
met Christus, welke slechts door Christus
kan tot stand gebracht worden
Het is van het grootste gewicht, dat wij
ons duidelijk bewust maken, dat het wezen
van alle apostolaat in onderricht en doop
sel ligt. Als een directe taak is de offer-,
bestuurs- en leermacht door Christus aan
de apostelen en hun wettige opvolgers toe
vertrouwd, m.a.w. aan Paus, bisschoppen en
priesters. Maar omdat de leken evengoed
als de priesters tot de Kerk behoren, tot
de gemeenschap dus. die in naam van Chris
tus het apostolaat uitoefent, hebben zij m
deze óók een zeer gewichtige taak te ver
vullen. Op deze plaats hebben wij onlangs
nog de nadruk gelegd op het feit, dat, zo
als de Paus het zelf uitdrukt, de leken het
bovennatuurlijk levensbeginsel zijn van het
leven der Kerk in de menselijke samen
leving. Zij staan in de voorste linie van
het leven. En omdat het profane leven hun
eigen werkterrein is, zal hun apostolaats-
activiteit zich ook voor het grootste deel
daar moeten afspelen. Op de allereerste
plaats door op hun eigen gebied het voor
beeld te geven van een nauwgezette plichts
betrachting, door een zo volmaakt mogelijk
uitoefenen van hun ambt of ambacht.
Maar daar, zoals wij boven zeiden, het
wezen van het apostolaat ligt in de sacra
mentele inlijving bij Christus, in de op
name in de Kerk, is het duidelijk, dat
Christus' gebod: „Gaat en onderwijst alle
volkeren" ook voor de leken zijn betekenis
moet hebben. In zekere zin moeten ook
zij de „waarheid prediken". Niet alleen
met een goed voorbeeld, ofschoon dit wel
in de praktijk het voornaamste zal blij
ven, maar ook met woorden. Dat dit niet
zonder voortdurend contact met de
hiërarchie mogelijk is, die over de zuiver
heid der leer heeft te waken, zal wel zon
der meer duidelijk zijn. En dat in het pre
diken der waarheid veel tact en kennis
nodig is, behoeft evenmin betoog. Des
ondanks blijft de plicht bestaan ook in
woorden getuigenis af te leggen voor
Christus.
Het meest voor de hand liggende ter
rein hiervoor is natuurlijk het gezin.
Daar hebben vader en moeder de strikte
plicht hun gezinsleden in woord en daad
voor te gaan. Laten wij qns voor van
daag hiertoe beperken. Hier vervullen
de ouders een apostolaatsplicht in directe
opdracht van God. God heeft hun de
jonge mens toevertrouwd, aldus P. v.
Bilsen, om hem te vormen, op te voe
den: geestelijk-godsdienstig, intellectueel
en cultureel en lichamelijk. De gods
dienstige kant van de opvoeding is di
rect apostolaat. De ouders doen dit werk
als Christen-ouders, als lid van de Chris
tus-gemeenschap, de Kerk.
Overdrijven wij als wij beweren, dat
daaraan nog heel wat ontbreekt, vooral
ten opzichte van reeds oudere kinderen?
Echt godsdienstige gesprekken vallen uit
«de toon", vindt men tegenwoordig. Als
dat waar is, dan valt ook de hele ver
dere opvoeding uit de toon, omdat de
godsdienstige zijde daarvan de voor
naamste is. Geeft ons dat niet ernstig
te denken over onze eigen levenshou
ding? L.
Zondag begint de Octobermaand, de Rozenkransmaand van het gedenk
waardige jaar 1950. Zowel door het Apostolaat van de Rozenkrans van
het Dominicanerklooster te Huissen, als door de Katholieke Actie in het
Bisdom Haarlem is ons verzocht daarop speciaal de aandacht van onze
lezers te vestigen, aan welk verzoek wij gaarne gevolg gegeven hebben.
Immers in dit Heilig Jaar is de wereld weer vol angstige gevaren en
bange dreiging als in de dagen toen de Islam het christelijk Europa scheen
te zullen overmeesteren. In de slag van Lepanto op 7 October 1571 werd
dit verschrikkelijke gevaar bezworen, doch de beslissende kentering werd
door Paus en gelovigen niet toegeschreven aan de macht der verbonden
strijdkrachten, maar aan de hulp der Moeder Gods. Uit dankbaarheid stelde
Paus Pius V het dankfeest in van „Onze Lieve Vrouw der Overwinning",
dat wij thans nog vieren als het Rozenkransfeest op de eerste Zondag van
October.
Ziet U overeenkomst tussen October 1571 en October 1950? Zo ja, bedenk
dan dat het redmiddel nog hetzelfde is, en Moeder Maria nog altijd even
machtig. In Fatima noemde Zij zich de Koningin van de Rozenkrans en
vroeg Zij ons het Rozenkransgebed tot redding der wereld. Laten daarom
deze Octobermaand van het Heilig Jaar 1950 de kerken tot in de uiterste
hoeken gevuld zijn. Laat ieder huisgezin een intiem heiligdom worden
van Maria.
De begroting van Oorlog voor 1951 is
bij de Tweede Kamer ingediend met een
eindcijfer van 580.098.070.Minister
Scbokking schrijft in zijn toelichting,
dat naast enkele taken van nationaal
karakter, de hoofdzaak van de inspan
ningen op defensiegebied niet anders
kan en mag zijn dan het verzorgen van
een zodanige opbouw der landsverdedi
ging, dat ons aandeel samen met de
strijdkrachten van de met Nederland
verbonden mogendheden belangrijk ge
noeg zal zijn om de poort van West-
Europa te sluiten voor elke verleiding,
welke een mogelijke agressor mocht
bekruipen om gewapenderhand zich van
deze landen meester te maken.
De minister voorziet binnen korte tijd
de noodzakelijkheid van de indiening
van een suppletoire begroting en wel
licht eveneens van een aanvrage van
een buitengewoon crediet.
Zolang de lichtingen niet op v o 1-,
1 e sterkte worden opgeroepen en de
diensttijd niet met enige tijd ver
lengd is, zal in belangrijke mate de
mogelijkheid moeten worden benut,
door het organiseren van herhalings
oefeningen naast het onderhouden
en verbeteren van de geoefendheid
van het oudere personeel, te berei
ken, dat steeds een zeker aantal ge
oefende troepen paraat aanwezig is.
Gedurende die herhalingsoefeningen
zullen zij zoveel mogelijk in Ame
rikaanse organisatie met de bewa
pening, welke op dat ogenblik be
schikbaar zal zijn, worden geoefend
om daarna als mobilisabele man
kracht opnieuw naar huis te worden
gezonden.
De minister ziet er ook voor 1951 nog
meer baat in de personele unie tussen
de departementen van Marine en Oor
log te bestendigen en de constructie
tussen deze twee te verstevigen, dan tot
instelling van één ministerie van Rijks
verdediging te besluiten. Hij heeft per
1 October zodanige wijzigingen in de
In het Stedelijk Museum in Amster
dam zijn gisteren ruim dertig Neder
landse kunstwerken aan de staat Israël
ten geschenke aangeboden. De gezant
van Israël in Nederland, dr. M. Amir,
heeft ze dankbaar aanvaard.
Het is een sobere, maar sympathieke
plechtigheid geweest, waarbij over en
weer zeer hartelijke woorden zijn ge
sproken. Johan van Zweden, die het
woord voerde namens de ruim dertig
kunstenaars, die ieder een van hun
werken hebben afgestaan, bood het ge
schenk aan. Zij vertelde, dat het initia
tief was ontstaan, toen twee jaar gele
den de staat Israël officieel werd gepro
clameerd; het moet beschouwd worden
als een collectieve blijk van sympathie
van de Nederlandse kunstenaars voor
de jonge staat. Hij kon ook mededelen,
dat de artistieke nalatenschap van het
schildersechtpaar Schwartz, in bezet
tingstijd omgekomen, aan de staat Israel
is gelegateerd.
Dr. M. Natoir, die zijn dankwoord in
het Nederlands begon en in het Frans
voortzette, vond gevoelige woorden om
van zijn dankbaarheid te getuigen
Kunstenaars, zeide hij, zijn de meest
authentieke vertegenwoordigers van een
volk, omdat zij vorm geven aan de ge
voelens, die in een volk leven. Zij kun
nen er van overtuigd zijn, dat hun ge
schenk aan Israël wel besteed is, want
het volk daar is zeer gevoelig voor
kunst. Tot in de kleinste dorpjes, onder
arbeiders en boeren, is er levendige be
langstelling voor de muziekavonden, die
er gegeven worden, en de tentoonstel
lingen, die er nu en dan te zien zijn.
Advertentie
Alvorens te beslissen doet U verstandig
ons uitvoerige prospectus Staatsexamen -
H.B.S. of MULO opleiding aan te vragen.
(Bekende Schriftelijke Cursus)
departementale organisatievorm gelast,
dat de opbouw dier organisatie in de
drie onderdelen der strijdkrachten meer
in onderlinge overeenstemming kan
komen.
De subsidies aan de Nederlandse
Militaire Bond en de centrale van Ka
tholieke Militaire Tehuizen zijn elk met
10.000 verhoogd op grond van de geste
gen exploitatiekosten door het toegeno
men aantal militaire huizen.
Het ligt in het voornemen de uitgaven
van het weekblad voor de Nederlandse
Strijdkrachten belangrijk te beperken,
waarbij de gedachten uitgaan naar een
maandelijks periodiek.
Op uitnodiging van het H. Jaar-comité
te Rome zullen in October de doofstom
me meisjes van het Doofstommeninsti-
tuut te St. Michielsgestel naar Rome
reizen om daar demonstraties te geven.
Zij zullen logeren in het gastenkwartier
in Vaticaanstad en daar tien dagen ver
toeven.
Zoals bekend, zullen Maandag de
dienstplichtigen van de lichting 1940-
II, die dit voorjaar met groot verlof
werden gezonden, wederom onder de
wapenen komen.
In afwijking van hetgeen vermeld
staat in het oproepingsformulier, dat
deze dienstplichtigen ontvingen, deelt
de Legervoorlichtingsdienst mede, dat
de opgeroepenen Maandag moeten rei
zen per eerste reisgelegenheid.
Voor de dienstplichtigen met bestem
ming Harskamp, via Ede-Wageningen
zullen aan het spoorwegstation Ede-Wa
geningen extra bussen voor het vervoer
naar Harskamp gereed staan.
Voor de dienstplichtigen van de lich
ting 1950-11, die 3, 4 en 5 October on
der de wapenen komen, zullen na de
nieuwsberichten van het ANP van 18.00
uur en 19.00 uur (Zondag 18.15 en 19.30
uur) (van 29 September tot en met 3
3 October) eveneens belangrijke mede
delingen volgen.
Het Nederlandse Rode Kruis pleegt op
het ogenblik overleg met het Ameri
kaanse Rode Kruis over de uitzending
van twee Liaison-officieren naar Korea.
Reeds enige weken geleden heeft het
Amerikaanse Rode Kruis aangeboden
de zorg voor eventuele Nederlandse
gewonde of zieke militairen op zich te
nemen. Dit aanbod is uiteraard in dank
arnvaard. De bemiddeling van Neder
landse Liaison-officieren kan deze taak
ten bate van de Nederlandse militairen
echter vergemakkelijken.
Bovendien zal het lectuur-depot van
het Nederlandse Rode Kruis ten bate
van de binnenkort vertrekkende Neder
landse strijdkrachten een bibliotheek
van zeven honderd banden verzorgen.
Bovendien zullen aan boord 250 kilo
gram Nederlandse tijdschriften mede
gaan.
Het Nederlandse Rode Kruis zal zich
in de toekomst belasten met de verzen
ding van pakketten naar eventueel zieke
of gewonde militairen.
In aansluiting aan de berichten over
de onregelmatigheden in de legerplaats
bij Oldebroek deelt het ministerie van
Oorlog, mede, dat het hier het vervreem
den van Rijksgoederen betreft, waar
door het Rijk in de loop der laatste drie
jaar voor zover het zich laat aanzien,
benadeeld zou zijn voor een bedrag van
vermoedelijk niet meer dan f 1.000.
Met ingang van 7 October zal op de
export van zandaardappelen f 5.per
100 kg. worden geheven. Deze maatre
gel is genomen om de binnenlandse be
voorrading te beveiligen. De export van
klei-aardappelen staat reeds geheel stil,
afgezien van kleine partijen, die naar
landen buiten Europa gaan.
ERIC DE NOORMAN: det Steppen
S j
RESSÉ J
OOMOf» KïjtSoS
1. IJl lag de ochtend over de kleine laagvlakte tussen de hergen. De zon was
maar pas opgekomen en het gras was nog vochtig van de dauw. Maar op een be
schutte plek tussen de rotsen weken de grasstengels plotseling uiteen en een paar
jonge vossen sprongen wild stoeiend te voorschijn. Zij buitelden speels over elkaar
heen, tot ze tegen een lage struik stootten, zodat ze verschrikt piepend terugweken.
Bij het horen van hun helle stemmetjes schoot de moedervos, die haar jongen geen
ogenblik uit het oog verloor, dadelijk naderbij. Maar de kleinen waren hun schrik
alweer vergeten en hadden reeds een warm plekje in de eerste zonnestralen ge
vonden, waar ze nu hun bolronde lijfjes behaaglijk schurkend uitstrekten, speels
happend naar hun eigen schaduw.
Tevreden keek de moeder toe. Plotseling echter hief ze de spitse kop op en
luisterde, terwijl haar ogen argwanend de omgeving opnamen. Even snoof ze zenuw
achtig in de wind, om dan een kort, waarschuwend geblaf te laten horen. Hevig
ontsteld sprongen de kleintjes op en volgden, struikelend over hun dikke waggel-
pootjes, in paniek hun moeder naar het veilige hol, waarbij de oude scherp de
eenzame ruiter in het oog hield, die ginds over de vlakte naderde
Eric de Noorman zag hen wegsluipen toen hij zijn paard op de rotsen toedreef, en
een gelukkige glimlach gleed om zijn lippen. Hij hield van de natuur, zoals alleen
een werkelijk groot en sterk mens dat kan doen, en nu hij op deze stralende ochtend
terugreed naar zijn eigen vróuw en kind, vervulde al dit ontwakende leven hem
met een wonderlijk geluk. „Goede toekomst, Vrouwe Vos," mompelde de Noorman
wet vriendelijke spot. „Mogen je kinderen opgroeien tot sterke jagers, die even trouw
zijn aan hun jongen als jij!"
En met een laatste blik naar de wegglippende roestbruine figuurtjes reed hij verder
over het zachte mos.
Echter, er waren nog een paar ogen die zijn nadering hadden opgemerkt, want
toen Eric's blik over de rotsen dwaalde, zag hij eensklaps iets, dat hem met een
kreet van bewondering de teugels in deed houden. Op een der laatste uitlopers van
het gebergte stond een paard, een prachtige trilde hengst. Het zonlicht tekende
iedere soepele ronding van het koolzwarte ros met diepblauwe glans, en uit diens
hele bouw sprak zoveel snelheid en macht, dat de Noorman het gevoel kreeg of de
geest der steppen tot leven was gekomen en in de meest koninklijke van alle
vormen vanaf de rotsen op hem neerkeek.
Een ogenblik keken de man en het edele dier naar elkaar, zender dat een van hen
een beweging durfde maken.
HET COMMUNISME: de God die faalde
Advertentie
n deze dagen is het ondoenlijk zich belangeloos te verdiepen in de betekenis
van het communisme. Wij ondervinden dagelijks, dat het communisme zich
aan het ontwikkelen is tot een wereldmacht, tot een imperialistische dus
agressieve macht, die de wereldvrede bedreigt. En juist deze' ondervinding maakt,
dat alle genegenheid die men mogelijk voor de grote Idee van het communisme
hééft gevoeld, door de practijk wordt vergruizeld. Welk een vervoerende kracht
er van het communisme oorspronkelijk uitging, bewijst in ons land de nobele
figuur van Henriëtte Roland HolstVan der Schalk. Zelfs nu, in al haar ver
wachtingen bedrogen, en wetend in welk onheil het heil van haar jeugd is
verkeerd, blijft zij hopen op de „wordingen" van wat eens zo veelbelovend is
geweest.
Hoezeer een idealist, die eens heeft geloofd in het communisme en in de
communistische mensengemeenschap, er ook na zijn afval aan gebonden blijft,
bewijzen de zes auteurs van wereldfaam, die tezamen hun ervaringen met het
communisme te boek stelden in „De God die rfaalde" (The God that failed, six
studies in communism) 1;.
gers) en in Duitsland (de joden); het
was anderzijds het respect voor het
weergaloos experiment dat omstreeks
1930 in de Sovjet-Unie werd onderno
men en in laatste instantie de mense
lijke behoefte zichzelf te offeren voor
het geluk van alle mensen op aarde,
waardoor de genoemde zes auteurs in de
(niet eens hartelijk opengaande) armen
van het communisme werden gevoerd.
Zij hadden er, met uitzondering van de
Amerikaanse neger Richard Wright, geen
enkel persoonlijk voordeel te verwach
ten. Want het communisme bood hun
niets, maar eiste alles van hen. Het eiste,
dat zij hun persoonlijke vrijhejd offer
den. En zij deden het. „Het j^jluk van
de mens bestaat niet uit vrijheid, maar
uit het aanvaarden van een plicht",
schreef de aartsindividualist André Gide
in 1931. Zijn weg naar het communisme
ging rakelings langs het Evangelie. Gide
kwam bedrogen terug na een reis door
de Sovjet-Unie in 1936. Hij vond er niet
de op aarde geprojecteerde hemel, maar
de oude mensenmaatschappij, met alle
privileges, vooroordelen en bureaucra
tische woekeringen, die hij thuis had
willen' ontvluchten. „De Sovjet-Unie
heeft ons in onze diepste hoop teleur
gesteld en heeft ons op drastische wijze
getoond in welk een verraderlijk drijf
zand een eerlijke revolutie kan verzin
ken. Dezelfde oude, kapitalistische maat
schappij is daar weer m ere hersteld;
een nieuw en verschrikkelijk despotisme
snoert er de mens de mond en misbruikt
hem met heel de abjecte en serviele
geest der slavernij", aldus besluit Gide
zijn biecht.
Die zes auteurs zijn; Arthur Koestier,
schrijver van o.a. „De yogi en de volks
commissaris", een buitengewone insider
in het communistische vraagstuk; de
katholieke Italiaanse romancier Ignazio
Silone; de Amerikaanse negerauteur
Richard Wright, schrijver van o.a.. „Na
tive Son" en „Black Boy"; de Franse
moralist, Nobelprijswinnaar André Gide;
de Amerikaanse buitenlandse correspon
dent Louis Fischer, schrijver van de
uitstekende studie „Stalin en Gandhi"
vhij werkt thans aan een biografie van
Gandhi) en de Engelse dichter Stephen
Spender, behorend tot de belangrijke
dichtergeneratie van Day Lewis en W.
H. Auden. De eerste drie figuren van de
reeks kan men beschouwen als „inge
wijden"; de laatste drie als warme
„voorstanders".
Hun ervaringen zijn individueel heel ver
schillend. Ieder van hen kwam op speciale
wijze in de ban van het communisme en
ieder van hen werd er op even speciale
wijze uitgestoten. Maar wat zij gemeen
schappelijk tot uitdrukking brengen is, ge
lijk Ignazio Silone peinzend opmerkt, dat
iedere weg tegenwoordig tot het commu
nisme kan leiden en dat men de offer
gezindheid der jeugd misverstaat, wanneer
men in jonge communisten alleen maar
ontevreden avonturiers ziet. Met „tegen
woordig" is hier bedoeld, en men houde
hier rekening mee, ook tot beter begrip
van de ervaringen der zes auteurs, het
tijdperk tussen pl.m. 1920 en 23 Augustus
1939. de dag waarop het Sovjet-Nazi-pact
werd gesloten. Dit tijdperk bood als het
ware de laatste kans op idealisme voor de
vele jongeren, die wanhoopten aan de Wes
terse beschaving en die nu wilden hopen
en geloven, dat In Oost-Europa iets groots
werd verricht. „De nadruk moet er op ge
legd worden", aldus Silone, „dat de ban
den, die ons aan de Partij bonden, steeds
hechter werden, niet ondanks de gevaren
en de gebrachte offers, maar juist daar
door. Dit verklaart de aantrekking, die het
communisme uitoefent op bepaalde cate
gorieën jonge mannen en vrouwen, op in
tellectuelen en op de bijzonder gevoelige
en edelmoedige mensen, die het meest
lijden onder de verkwisting der bourgeois-
maatschappij. Ieder, die denkt, dat hij de
beste en meest gelovige jonge mensen kan
wegtronen van het communisme door hen
in goed-verwarmde zalen te lokken om bil
jart te spelen, gaat uit van een bijzonder
'beperkte en onintelligente opvatting van
het mensdom".
Het was de nationalistische machts
politiek der Westerse staten en het op
komend gevaar van nat.-socialisme en
fascisme; het was de verschrikkelijke
rassendiscriminatie in. Amerika (de ne-
Ook Louis Fischer bracht blijmoedig het
offer der vrijheid. „Ik geloofde, dat een
tijdelijke afschaffing van vrijheid het Sov
jet-regiem in staat zou stellen snelle eco
nomische vooruitgang te maken om dan
opnieuw de vrijheid in te voeren. Dat is
niet gebeurd. Terugziende in mijn her
innering besef ik, dat ik mij tot de Sovjet
republiek wendde, omdat ik dacht, dat men
daar de oplossing van het machtsprobleem
had gevonden. De wetenschappen stellen
een steeds aangroeiende macht ter beschik
king van de mens en die weet niet, wat hij
er mee moet doen. Het grootste probleem
van de 20e eeuw is de controle op per
soonlijke, groeps- en nationale macht.
Het bolsjewisme is zelf 's werelds grootste
opeenhoping van macht over de mens".
Fischer moet tot zijn spijt constateren,
dat de communistische dictatuur een nieuwe
vorm van Tsarenheerschappij is. „Na het
visioen, van de toekomst vernietigd te heb
ben bleef de dictatuur geen andere keuze,
dan het verleden te omhelzen". In 1934
Advertentie
haal een doos bij Uw Drogist
Werd zijn oordeel in een hachelijke
aangelegenheid gevraagd, dan ontweek
hij elk standpunt in een antwoord, dat
voor verschillende uitleggingen vatbaar
was, of sloot zich aan bij de klaarblijke
lijk meest gewenste gezindheid. Hij liep
niemand in de weg en scheen zó zonder
enige persoonlijke ambitie, dat zelfs de
a?gwanende agenten van de Tsjeka het
niet nodig vonden in zijn bijzijn voor
zichtigheid te betrachten bij het bespre
ken van hun duistere geheimen. Het
volk, dat hem voortdurend in gezelschap
van de meest gevreesde en vereerde lei
ders zag, begon hem als een van hen te
beschouwen, en daar het niet wist, welke
rol hij eigenlijk in de partij en de revo
lutie speelde, dichtte men hem een bui
tensporige invloed toe, té groter naar
mate die onnaspeurbaar bleek.
Obronski was zich dit alles zeer scherp
bewust en hoopte er eens zijn voordeel
mee te doen. Met zijn rust mocht het
dan al slechter gesteld zijn dan ooit te
voren, zijn in de gevangenis getraind
geduld wachtte, tot de tijd zou rijpen
voor de grote kans van zijn leven. Dat
die kans eenmaal komen zou, stond voor
hem vast, nu hij zag, hoe minderen dan
hij onverwachte macht en aanzien en
welstand verwierven.
Al had hij zich ook aangewend zijn ge
dachten, verlangens en strevingen te ver
bergen achter het onbewogen masker
van zijn getaand Aziatisch gezicht, dat
in uitdrukkingloosheid voor dat van een
vlieg niet onderdeed, één nieuwe harts
tocht had hem aangegrepen, die hij niet
poogde te ontveinzen. Integendeel, hij
ging er groots op en demonstreerde haar
te pas en te onpas zoals iemand, die voor
het eerst een reis naar een vreemd land
heeft gemaakt en daar enige woorden
van een andere taal heeft opgepikt, daar
van gaarne blijk geeft om zich van de
minder bereisden te onderscheiden en
dezen te overbluffen. Hij had n.l. een
maniakale belangstelling voor platte
gronden van steden en streken en voor
landkaarten opgevat. Deze belangstelling
was zo hevig, dat hij zelfs zijn geliefde
vliegen ervoor verwaarloosde. Waar hij
ze vond, vorderde hij ze „ten algemenen
nutte" op of nam hij ze met een politio
neel air in beslag. De enkele keren, dat
dit niet gelukte, kocht hij ze op of liet
hij ze zich ten geschenke geven. Van
onder tot boven behing hij er zijn kamer
mee en daarna stapelde hij ze op tot de
lage zoldering toe. Gescheurde en ver
fomfaaide, verouderde en vergeelde,
maar ook gloednieuwe, vers van de
Sovjet-pers waren erbij. Zelfs de grove
en onnauwkeurige situatieschetsen, die
in de pers de verslagen van de nog steeds
voortdurende krijgsverrichtingen tegen
de Witten illustreerden, waren hem niet
te min. Hij knipte ze uit en plakte ze op
de achterkant van de vele overbodige
formulieren, die hem wel werden toege
stuurd, maar nooit werden opgevraagd.
De muizen legden zo mogelijk een nog
intensere belangstelling aan de dag voor
de langzaam onderstoffende stapels op
de grond, maar dat bemerkte hij niet.
Het pronkstuk van zijn gestadig groeien
de verzameling bestond uit een met
modder en bloed besmeurd en met een
kogelgat doorboord fragment van een
stafkaart, dat hij na een gevecht, waar
aan hij uiteraard niet had deelgenomen,
eigenhandig 'uit de borstzak van een af
geslachte officier der Witten had getrok
ken. Hiervan kregen de muizen 8ee°
inzage, omdat hij het altijd bij zich droeg.
Tot diep in de nacht
kon hij zijn dikke
vinger laten dwalen
door botergele step
pen, over bruine,
veelkruinige berg
ketens, die er als
welgedane beren
rupsen uitzagen,
en langs grillig
wendende wegen
en rivieren, terwijl
hij zich dat alles
trachtte voor te
stellen zoals het in
werkelijkheid was.
Had deze hartstocht
zich ontwikkeld uit
een aanleg, die hem
indertijd werk had
doen zoeken op het
kadaster? Dreef
hem het heimwee
van het Tataarse
bloed, dat zich in de
schuine stand van
zijn ogen, de breed
te van zijn gezicht
verried? 'Of was hij
enkel een reactie op
zijn gevangenisja
ren, waarin zijn be
wegingsvrijheid tot
enkele vierkante
meters beperkt was
geweest?
begon het Kremlin een „nationalistische"
politiek te voeren. Tsaren, die men eerst
als volksuitbuiters had leren verafschuwen,
werden nu den volke voorgesteld als na
tionale heiligen. De uiterlijke praal van
het Tsarisme, vroeger door de bolsjewisten
beschimpt als overblijfsel van een ellendig
verleden, werd in ere hersteld; titels voor
legerofficieren en epauletten kwamen terug.
Dit was het begin van het nieuwe impe
rialisme, geboren uit nationalisme en pro
paganda voor Pan-Slavisme. Dit was ook
het begin van Fischer's desillusie. Dat het
intussen nog jaren duurde, eer Fischer
zijn stap terug kon doen, maakt iets dui
delijk van de geweldige aantrekkingskracht
die het communisme blijvend uitoefent op
idealisten, die er eenmaal hun liefde aan
hebben verklaard.
En zo, idealistisch, eigenbelangen weg
cijferend, hebben ook de andere intel
lectuelen in dit boek hun offer gebracht.
Zo Arthur Koestier, die zeven jaar voor
de communistische partij werkte, en die
zich nu afvraagt of hij ooit van de schok
der desillusie zal genezen. Indringender
dan een der anderen verhaalt Koestier,
hoe moeilijk het is de band te verbreken
met het communisme, wanneer men
eenmaal verstrikt is in het raffinement
der dialectische denkmethode. Koestier
geeft hiervan frappante voorbeelden. De
communistische samenleving schept vol
gens hem nieuwe termen, die heilig zijn
en waar verder niet over valt te debat
teren. In deze termen behoort men te
denken, zonder er verder ever na. te
denken. Voorts moet men als Partijman
uitgaan van het feit, dat iedere afwijken
de mening een vijandige mening is, om
dat de eenheid der Partij er door wordt
ondermijnd. Wanneer men dit terwille
van de goede zaak eenmaal heeft aan
vaard, en wanneer men dan bovendien
nog het ingehamerd besef heeft, dat men
als lid der intelligentsianooit een
werkelijke proletariër kan worden,
schijnt het, getuige de verklaringen in
dit boek, haast onmogelijk te zijn, zijn
plaats weer te vinden in de normale
maatschappij.
Ook Stephen Spender voelde dit zo:
„Ik werd voortgedreven door een gevoel
van sociale en persoonlijke schuld
De communisten vertelden mij, dat zo"n
gevoel bourgeois was. De communist
moest, nadat hij tot de Partij was toe
getreden, zichzelf van de redenen ont
doen, die hem tot communist hadden ge
maakt".
Ook hier ontwaart men weer de ge
bondenheid, die, eenmaal geconsolideerd,
een gebondenheid voor het leven blijft
Ook nadat men, zoals al deze mensen,
beter heeft leren inzien.
Degene die het zwaarste offer bracht,
niet toen hij tot de Partij toetrad, maar
juist toen hij uittrad, was Richard
Wright. Als kleurling uit de laagste
klassen van Amerika (hij werd geboren
op een plantage en groeide op in de
achterbuurten van Chicago) hij had van
het communisme alles te verwachten.
Toen Richard Wright de Partij verliet,
huilde hij. „Want in mijn hart wist ik,
dat ik nooit meer in staat zou zijn zó
te schrijven, nooit meer in staat zou zijn
het leven zo eenvoudig en helder voor
mij te zien, nooit meer een zo hartstoch
telijke hoop zou kunnen uitdrukken en
nooit meer zo volledig een geloofsbelij
denis zou kunnen afleggen".
Zo zijn deze zes getuigenissen, behalve
leerrijk, hier en daar ook erg ontroerend.
Het zijn brokken leven, van mensen,
begaafde mensen, die zichzelf op het
spel hebben gezet ten dienste van de
mensheid. Maar die het spel hebben
verloren. Omdat het een vals spel was.
En omdat zij vergaten, dat de oude
Adam ook in een nieuwe maatschappij
de oude Adam blijft. Hun verschrikke
lijke gewetensconflict is nu, dat uit hun
aller verrukkelijke idealen een wereld
macht is gegroeid, die millioenen men
sen vernietigd heeft en aan het vernie
tigen is, en die komende millioenen
mensen met vernietiging bedreigt. Dit is,
in naam der liefde van allen voor allen,
verbijsterend!
NICO VERHOEVEN
1) „De God die faalde, ervaringen met
het communisme, geschreven door Arthur
Koestier. Ignazio Silone. Richard Wright,
André Gide, Louis Fischer, Stephen Spen
der. Met een inleiding van Richard Cross-
mann M P. Uit het Engels vertaald door
Koos Schuur. Uitg. De Bezige Bij, Am
sterdam 1950.
Minister Stikker heeft Vrijdag bij zijn
terugkeer uit de V.S. aan verslaggevers
op Schiphol verklaard, dat een over
schrijden van de 38e breedtegraad in
Korea waarschijnlijk niet zal zijn te ont
gaan. Wanneer dit geschiedt op een ver
standige wijze gelooft de minister echter,
dat dit niet tot ernstige internationale
verwikkelingen zal leiden. „Wanneer wij
trouwens het beeld der internationale
situatie op het ogenblik beschouwen, is
de algemene indruk, dat er geen oorlog
dreigt", aldus de minister, die ais basis
hiervan ziet: vrede door kracht.
Wat betreft de besprekingen over een
geïntegreerd leger zei de minister, dat
dit voor de onderscheiden landen de af
stand van een stuk souvereiniteit bete
kent. De uitvoerende organen moeten
immers een grote bevoegdheid krijgen.
Minister Stikker heeft echter bepleit het
geven van een „behoorlijke stem" aan
die landen, dis niet in de uitvoerende
organen vertegenwoordigd zijn. Welke
strijdkrachten geleverd zullen moeten
worden voor de verdediging van Europa,
zal moeten worden uitgemaakt tijdens
de besprekingen, die de ministers van
Defensie in October zullen voeren.
Wat het Duitse probleem betreft, zei
minister Stikker, dat de Beneluxlanden
in nader overleg zullen treden betref
fende de beëindiging van de staat van
oorlog met Duitsland. Een verklaring
Nu het stookseizoen nadert vestigt het
ministerie van Economische Zaken er de
aandacht op, dat de beschikbaar komen
de hoeveelheid anthraciet evenais vorige
jaren weder beperkt zal zijn. Het is van
het grootste belang, dat de verbruikers
de brandstoffen afnemen in de bij de
handel aanwezige soorten.
Eierkolen en kleine cokes kunnen -
aldus het ministerie mits gemengd
met anthraciet van dezelfde afmetingen,
zonder bezwaar ook in haarden worden
gestookt en zijn bovendien belangrijk
goedkoper dan anthraciet.
Naar aanleiding van bovenstaand be
richt verneemt het A.NP. nog, dat gezien
de huidige gang van zaken, voor be
zorgdheid geen grond aanwezig moet
worden geacht. De extra invoer van
huisbrand, waartoe als gevolg van de
opheffing van de rantsoenering werd be
sloten teneinde een redelijke behoefte te
waarborgen, voltrekt zich in een gelijk
matig tempo en de noodzakelijk ge-
aebte omvang-
Ook voor onze handel met Duitsland
acht minister Stikker de beëindiging
van de staat van oorlog als uitermate
belangrijk.
Wat betreft de uitlatingen van de
Amerikaanse senator Conally dat een
land als Nederland zich geheel op zijn
landstrijdkrachten client te concentreren,
zei de minister dit standpunt niet te
delen. De minister wees er op. dat men
de uitlatingen van de desbetreffende se
nator niet als een officiële verklaring
dient te beschouwen.
Van betrouwbare zijde wordt verno
men. dat een delegatie van prominente
Arubanen Donderdag bij de Venezolaan
se consul is geweest om visa te vragen
voor een bezoek aan Caracas. Het doel
zou zijn de regering van Venezuela te
bewegen zich te mengen in de kwestie
ArubaNederland. Een audiëntie bij de
Nederlandse gezant te Caracas zou te
vens worden aangevraagd.
ZONDAG 1 October: 18de Zondag na
Pinksteren; Mis v. d. dag; 2. H. Remi-
gius; 3 tot alle heiligen; Credo; prefatie
v. d. H. Drievuldigheid; groen; ook:
Mis v. h. Rozenkransfeest; 2 gebed v. d.
Zondag (in gelezen Missen: 3 H. Remi-
gius); Credo; prefatie v. O. L. Vrouw;
laatste evangelie v. d. Zondag; wit.
Haarlem: H. Bavo, belijder; eigen Mis;
2 gebed v. d. Zondag; Credo; prefatie
v. d. H. Drievuldigheid; laatste evangelie
v. d. Zondag; wit. MAANDAG: H.H.
Engelbewaarders; eigen Mis; (Haarlem:
H. Bavo); Credo; gewone prefatie;
wit DINSDAG: H. Theresia v. h. Kindje
Jezus, maagd; eigen Mis; (Haarlem: 2 H.
Bavo; Credo); gewone prefatie; wit
WOENSDAG: H. Franciscus, belijder;
eigen Mis; (Haarlem: 2 H. Bavo; Credo);
gewone prefatie; wit. DONDERDAG;
H.H. Placidus en gezellen, martelaren;
Mis Salus; 2 tot alle heiligen; 3 naar
keuze; gewone prefatie; rood. Haar
lem: H. Bavo; eigen Mis; 2 gebed v. d.
Zondag; 3 H.H. Placidus en gezellen;
Credo; gewone prefatie; wit. VRIJ
DAG: H. Bruno, belijder; Mis Os justi;
(Haarlem: 2 H. Bavo; Credo); gewone
prefatie; wit Eerste Vrijdag v. d.
maand: plechtige votiefmis ter ere v. h-
H. Hart; Mis Cogitationes; Credo; prefa
tie v. h. H. Hart; wit. ZATERDAG:
feest v. d. H. Rozenkrans; eigen Mis; (in
gelezen missen: 2 H. Marcus; 3 H.H. Ser-
gius en gezellen); Credo; prefatie v. O.L.
Vrouw; wit. ZONDAG 8 October: 19de
Zondag na Pinksteren; Mis v. d. dag;
2 H. Birgitta; Credo; pref. v. d. H. Drie
vuldigheid; groen. Haarlem: 2 H.
Bavo; 3 H. Birgitta; Roermond: 3. H.
Amor.