Chefarine 4" eric "de noorman: *X)e y&mèng cCer Séeppen Pater J. Kleijntjens S.J. overleden De kleine heilige Theresia, zoals zij was Burgerlijkheid en genade I mannenwerk De grote misdaden van een kleine man M St. Willibrord- Zondag Vriend van de armen van Europa H KORSTEN van 1848 Het verborgen gelaatachter de zoet gemodeleerde glimlach en de hemelse blik Chefarine „4" bevai doet meer en meer! LITERAIRE KRONIEK ZATERDAG 11 NOVEMBER 19du PAGINA 3 I Elk tablet Chefarine „4" bevat 4 wereldberoemde geneesmiddelen. Zij helpen bij hevige pijnen en griep, ook wanneer andere middelen falen. VIERVOUDIGE WERKING Heerengracht 408 Amsterdam Uit voorraad leverbaar GENERAL ELECTRIC OLIEBRANDERS L. NEDERLANDERS UIT RUSLAND TE OLDENZAAL FRATER F. HAFKENSCHEID 75-jarig klooster jubileum Prijzenbeschikking textiel- goederen gaf Mijnheer van Doesburg te kennen. Om voor wiskunde belangstelling op te wekken va't niet mee en de jongens kunnen wel eens w. lastig zjjn> Maar a|s tijdens de lessen van een pijp geurige tabak geniet, gaat het lesgeven gemakkelijker en kan ik beter tegen een grapje." inderdaad: Er gaat niets boven pijp goede tabak! KOU GEVAT... 22 door LESLIE ford De ergernis Hoe? Ze hebben aan 20 schakers gevraagdMet welke zet opent U het liefst? 8 antwoordden: ik zet e2-e< 6 antwoordden: ik zet da - d* 5 antwoordden: ik zetPgi -fj 1 antwoordde: ik zet een doos je Bond Street voor me neer! In alle ernst: De sigaret met de record omzet NOBELPRIJS VOOR SCHEIKUNDE Natuurkunde Audiënties ATHOLIEKE LLUSTRATIE Morgen, 12 November, wordt in ons land de z.g. Sint Williorord- Zondag gevierd. Overeenkom stig het voorschrift van het Hoog waardig Nederlands Episcopaat is de Zondag onder het octaaf van de Apostel der Nederlanden, die op verzoek van on ze Bisschoppen door Paus Pius XII tot Patroon van ons vaderland is verklaard, gewijd aan het binnenlandse missiewerk. In woord en geschrift zullen de katho lieken op deze dag worden herinnerd aan hun verantwoordelijkheid voor het zieleheil van hun afvallige geloofsgeno ten en alle niet-katholieken. In tegenstelling met de pauselijke mis siegenootschappen, die hun activiteit richten op de verbreiding van het geloof in de buitenlandse missiegebieden, houdt het Willibrordus Apostolaat zich uitslui tend bezig met het eigen land. Dit werk is niet nieuw. Wel de naam. Vroeger sprak men van de Sint Petrus Canisius- Vereniging. die, afgezien van enkele kleinigheden, hetzelfde doel had. De na- oorlogstijd heeft echter een herziening van de tot dan toe gevolgde methoden noodzakelijk gemaakt, terwijl tevens de ontstellende geloofsafval een intensiever en moderner werkzaamheid eiste. Het valt helas niet te ontkennen, dat het getal van nen, die hun geloof de rug toekeren, zowel onder de protestanten als onder de katholieken, schrikbarend groter wordt. Dit feit en de oorzaken ervan zijn zo vaak geconstateerd en ver klaard. dat wij ons hier ontslagen mo gen achten van een herhaling. Wanneer wij echter bedenken, dat jaarlijks dui zenden hun doopbeloften ontrouw wor den, dan is een alarmkreet wel dege lijk op zijn plaats. Er wordt in dit ver band vaak de fout begaan, dat men zich als het ware in slaap laat sussen door de inderdaad grote cijfers van bekeringen tot het Katholicisme. Na de oorlog spreken de statistieken van ongeveer vijfduizend bekeerlingen per jaar. Na tuurlijk is dit zeer verheugend en vooral Voor de betrokkenen hoogst gelukkig. Maar daar staat het zeer sombere feit lijnrecht tegenover, dat er jaarlijks ze ker evenveel Christenen, zo niet meer. hun geloof vaarwel zeggen. Dit laatste vooral rechtvaardigt een ernstige waar schuwing. En het is goed, dat daar nog eens uitdrukkelijk aan herinnerd wordt. Juist door hun grote bezorgdheid voor het zieleheil van hun mede-Neder landers zijn onze Bisschoppen ertoe ge komen de St. Willibrord-Zondag in te stellen, opdat bij die gelegenheid alle gelovigen er weer eens aan herinnerd worden, welke strikte plichten zij heb ben tegenover hun landgenoten. Het spreekt intussen vanzelf, dat het hier niet gaat om een of andere vrome her denking, maar dat integendeel deze dag de krachtbron dient te zijn, waaruit onze missie-activiteit het hele jaar door ge voed wordt. Om dit te bereikep is het Willibrord-Apostolaat gesticht, een bis schoppelijk missiegenootschap voor eigen land, dat steun verleent aan alle initiatieven en werken, die de bekering en de godsdienstige eenheid van Ne derland ten doel hebben. Het ideaal zou zijn. dat alle katholieken van ons land daarvan lid worden. Om de eenvoudige reden, dat hier een wezenlijke plicht van katholiek-zijn in het geding is. Het gaat hier dus helemaal niet om een nieuwe godsdienstige vereniging, zo als bijv. de Mariacongregatie, de Derde Orde of de H. Familie, maar zonder meer om de vervulling van de opdracht, die Christus Zelf ieder van Zijn volge lingen op het hart heeft gedrukt. Het Willibrord-Apostolaat is dus niets an ders dan de concretisering, het toepas sen van de algemene taak der Kerk op onze eigen vaderlandse omstandigheden. En wat daarvoor gevraagd wordt? Voor eerst het goede voorbeeld van een over tuigde katholieke levenshouding. Dan een dagelijks kort gebed, versterkt door een kleine versterving. Het is van belang, dat wij ons goed bewust zijn, waarop eigenlijk het missiewerk, de missieplicht steunt. Kort voordat Jesus afscheid nam van Zijn Apostelen, gaf Hij hun en door hen aan Zijn Kerk de uitdrukkelijke opdracht het Evangelie te gaan verkon digen aan a 11 e volkeren en hun te leren al wat hij hun had voorgehouden. De Kerk, d.i. priesters èn gelovigen, heb ben zodoende volgens Christus' bedoe ling de taak Zijn Verlossingswerk op aarde voort te zetten, het Rijk Gods uit te breiden en mee te werken aan de venvezenlijking van het goddelijk heilsplan, dat wil, dat alle mensen in de hemel komen. Hieruit volgt, dat de apostolaatsplicht algemeen is en bovendien per soonlijk. d.w.z. hij moet zich uit strekken tot alle mensen en nie mand mag zich daarvan ontslagen achten. Natuurlijk kan het niet de be doeling zijn, dat iedereen actief aan ge loofsverkondiging gaat doen, maar wel, dat ieder op zijn eigen manier en in zijn eigen milieu het apostolaat van het goede voorbeeld beoefent en vooral, dat wij in ons gebed de hele wereld be trekken. Het ligt voor de hand, dat het niet normaal kan genoemd worden, als wij voor de buitenlandse missies een grote activiteit aan de dag zouden leggen, maar dezelfde belangen jn het eigen land zouden verwaarlozen. Daarom is het van zon groot belang, dat alle Ne derlandse Katholieken zich op deze Wil librord-Zondag diep doordringen van de taak, die zij te vervullen hebben ten opzichte van hun eigen landgenoten. Katholiek betekent algemeen. Het ka tholieke geloof is door God voor alle mensen bedoeld. Als de normale weg ter zaligheid. Christus heeft Zijn Kerk vergeleken met een mosterdzaadje, dat heel klein is, maar zich ontwikkelt tot een boom, waarin de vogelen des he mels nestelen. Zo zijn twaalf mannen de wereld ingetrokken en hun volgelin gen zijn sindsdien tot op de huidige dag ontelbaar. Wij kunnen ons niet tevreden stellen met een geldelijke steun aan het mis siewerk, of dit nu voor het binnen- of het buitenland bedoeld is. Wij zijn strikt verplicht ons 1 ij k in te spannen om Gods Rijk. pen uitbreiden. En wel, zoals wij boven reeds zeiden, door een aanhoudend ge bed, dat versterkt wordt door verster vingen. Daarnaast moeten wij door ons eigen goed voorbeeld het ware geloof aan anderen doen kennen in zijn juiste gedaante. Het directe missiewerk, het persoon lijke, onderrichtende contact met niet- Katholieken wordt verzorgd door des kundigen, voornamelijk priesters. Zo bezitten wij het werk van Bethanië, van de Open Deur en van de Una Sancta. Verder doen verschillende kloosterorden uitstekend werk in afzonderlijke gebie den en milieu's van ons land. Maar alle menselijke inspanningen zijn vergeefs, Advertentie P*— grta, 30 tobl.U.. 07« Advertentie Telefoon 37132 - 37133 CENTRALE VERWARMING OL1ESTOOKINSTALLATIES als God door Zijn genade geen wasdom schenkt. Deze genade nu moeten wij al len dagelijks van Hem afsmeken. Daar ligt onze vruchtbaarste medewerking met het directe apostolaat. Toch is er nog een punt, dat wel bizondere aan dacht verdient. Ook de leken zullen op de duur meer moeten gaan meedoen met dit directe apostolaat. Maar daar voor zullen zij vooraf zich grondiger op de hoogte dienen te stellen van de inhoud van hun godsdienst. De kennis daarvan kan niet groot genoeg zijn. En voor velen is de toestand helaas zó, dat die kennis is blijven staan op het niveau van hun schooljaren, terwijl zij daaren tegen op ander gebied een soms zeer hoge graad van ontwikkeling en we tenschap hebben bereikt. Christus heeft tijdens zijn leven één ding het enig- noodzakelijke genoemd. Als wij dat be denken, dan is het wel duidelijk, dat er dan iets wringt in de onderlinge ver houding van onze kennis. Niet voor niets hebben de bisschoppen de gods dienstcursus voor achttienjarigen voor geschreven, al is dat ook maar een zwakke tegemoetkoming in de grote leemte. Met de schoolkennis van onze godsdienst is het onmogelijk de grote levensproblemen aan te kunnen, waar mee wij in aanraking komen. Velen on dervinden dan ook de ontoereikendheid van hun kennis aan den lijve, maar m plaats van de schuld daarvan aan zich zelf te wijten, geven ze het Christen dom de schuld en wenden zich ervan af. Niet weinigen gaan op die manier- voor het Rijk Gods verloren, terwijl zij hun eigen zaligheid op het spel zetten. Sint Willibrord-Zondag is zodoende rijk aan vruchtbare overwegingen ter bezinning op onze goddelijke taak van apostolaat. Gods genade moge ons allen verlichten om duidelijk in te zien wat wij te doen hébben on geve ons de kracht dit inzicht met liefdevolle offer vaardigheid in praktijk te brengen. 74 mannen van de uit Russische gevan genschap teruggekeerde groep Neder landers zijn Vrijdagmiddag uit het kamp Friedland op transport gesteld naar Ne derland. Zij zijn vanochtend per trein bij Oldcnzaal aangekomen en vandaar vérder gegaan naar het kamp te Amers foort. Gedurende hun verblijf aldaar zullen zij o.m. aan een geneeskundig on derzoek worden onderworpen. Verder zullen zü uitgebreid worden ondervraagd door de commissie voor opsporing van vermiste Nederlanders. Van de honderd teruggekeerden zijn bij het onderzoek waarschijnlijk dertien gebleken van DUitse nationaliteit te zijn Van de overige dertien, die niet naar Nederland wensen te gaan, zijn er enke len, die hun familie in Duitsland heb ben, terwijl de rest het om andere rede nen wenselijk heeft geoordeeld niet naar Nederland terug te keren, Frater Franciscus Hafkenscheid viert Zondag in het Gregoriushuis te Utrecht zijn vijf en zeventigjarig kloosterjubileum. Familielid van de bekende eerste Nederlandse Re demptorist Pater Bernard, werd de jubilaris op 18 Mei 1857 te Ulft ge boren en op 7 November 1875 in de pas opgerichte Congregatie der Fra ters van Utrecht ingekleed. De thans 93-jarige, die zich nog in goede gezondheid verheugt, heeft dus bijna de gehele geschiedenis van deze Congregatie meegemaakt en er een be langrijke en verdienstelijke rol in ge speeld. Hij was lange tijd leraar, o.a. aan de St. Ludgerus Kweekschool te Hilver sum, en algemeen overste in de jaren 1891 tot 1900. Zondagmiddag van half twee tot half drie is er in het Gregorius huis te Utrecht gelegenheid de jubilaris geluk te wensen. In de Staatscourant van 10 November is afgekondigd een wijziging van de prijzenbeschikking handelsmarge tex- tieigoederen 1950. Door deze wijziging mag de handel in textielgoederen voortaan de meerdere omzetbelasting, die hij als gevolg van de stijging van zijn verkoopprijzen is verschuldigd, aan de consument doorberekenen. In het St. Aloysiuscollege in Den Haag is gisteren op 74-jarige leeftijd overleden pater J. C. J. Kleijntjens S.J., die enige dagen geleden getroffen werd door een beroerte. Pater Joseph Kleijntjes werd 3 Maart 1876 te Maastricht geboren in een cos- mopolietische familie. Cosmopolietisch niet alleen omdat Maastricht in die tijd meer op Duitsland en België georiën teerd was dan op de Noordelijker delen van Nederland, maar ook omdat zijn va der zeer veel door Europa reisde. Dit eosmopolietischc stempel is steeds op pa ter Kleijntjes blijven drukken, die Ne derland als zijn geboorteland, maar de wereld als zijn vaderland beschouwde Na het gymnasinm te Maastricht en te Sittard doorlopen te hebben, trad hü op 17-jarige leeftijd in de Sociëteit van Jesus. Hij studeerde zijn philosophic bij de Duitse Jezuïeten te Valkenburg en zijn theologie in Duitsland en Oosten- rijk-Hongarije. In 1906 werd hij priester gewijd. Na dat hij intussen ook de middelbare acte geschiedenis had gehaald, doceerde hij dit vak een twintigtal jaren in de colle ges te Nijmegen en te Katwijk. Daartus sendoor ondernam hij vele archiefreizen In de archieven te Simancas. Rome, We nen, Parijs Brussel enz. wist hij even goed de weg als op zijn eigen kamer. En in de loop der jaren verscheen een on afzienbare reeks boeken en artikelen, vaak in samenwerking met anderen, waarvan we slechts noemen: de uitgave der Rekeningen van de stad Nijmegen; het Corpus iconoclasticum in meerdere delen; de Blokkade van Zalt Bommel in 1574: de Brieven van Ciamberlani 1795 —1805. Voor de middelbare school gaf hij in samenwerking vooral met Huybers en Knippenberg vele geschiedenisboeken uit, die tientallen herdrukken beleefden. In 1925 werd hij secretaris van de Internuntius Mgr. Schioppa, welke functie hij een tiental jaren vervulde. Na de dood van Mgr. Schioppa werkte hij eerst enige tijd in de archieven van Rome, waarna hij in 1936 naar Letland trok. Hij stuwde hier het universitaire leven, maakte zijn tweedelig werk Fontes Historiae Latviae Societatis Je- su en schreef een bekroond werk over de handelsbetrekkingen tussen Riga en de Nederlanden. Dit laatste boek is echter in het Westen nooit bekend ge worden, daar de Russen vlak na het verschijnen Letland overweldigden. Nog enige tijd hield hij het onder de nieuwe meesters uit, doch werd toen uitgewezen. De honderden publicaties namen zijn werkkracht slechts gedeeltelijk in be slag. De archiefcnuffelaar bleef volledig gericht op het directe apostolaat. Met een doortastende zieleijver maakte deze impulsieve en ruwe mens op het eerste gezicht met iedereen ruzie om spoedig een vriend te worden voor het leven. Te kenend voor zijn karakter is het woord, dat hij eens sprak tot een der Belgische vluchtelingen, waaronder hij van 1914 tot 1918 voortdurend werkte: als je niet te biechten gaat, stamp ik je de hersens in. Talrijke vrienden telde hij in de hoog ste kringen, maar veel meer onder de armen in schier alle steden van Europa Op onze bureaux liggen de passa gierslijsten van de troepentransport schepen Waterman en Empire Brent ter inzage. Terwijl hij op de hengst toeliep ontdeed Eric zich van zijn zwaardf boog en pijlenkoker. Een krijger schoot toe om de wapens vast te houden. Het was doodstil geworden onder de toeschouwers. De spanning leek voelbaar. Ademloos staarden dc nomaden naar de forse, blonde krijger, die nu het ros met de ogen mat; en Eric besefte dat hij voor de ogen van de stam een proefstuk ging afleggen Rustig liep hij op Raven toe. Zachte, kalmerende woorden kwamen van zijn lippen. Aan zijn hele optreden zagen de nomaden duidelijk dat hier een man voor hen stond, die wist hoe hij met paarden om moest gaan. Zij wachtten tot er plotseling een verbaasde kreet uit de menigte opsteeg. Met een bliksemsnelle sprong had Eric zich op de rug van het dier geslingerd. Zijn hand vond houvast aan de buikriem. Alleen die vaste greep redde hem gedurende de eerste seconden, want nauwelijks had Raven het gewicht op zijn rug gevoeld, en de gehate geur van een mens in zijn neusgaten opgevangen, of met een doordringend gehinnik schoot hij overeind en bokte als een razende. Wild springend vloog hij vooruit. Als dol trachtte hij de man op zijn rug af te werpen. Hij steigerde, schoot dan weer naar voren, hield plotseling zijn vaart in of draaide razend snel rond. De grond dreunde onder hel gewetu van zijn hoeven. De omstanders verwachtten reeds bij de eerste beweging de Noorman af te zien roerpen. Doch hoewel verstikt door het opwolkende stof, dooreen geslingerd door de woeste bewegingen van het paard en snakkend naar adem bleef de Noorman zitten. De bewegingen, van het ros werden steeds wilder. Eric had het gevoel of hij op een dolgeworden aardbeving zat. Maar hij wist zijn evenwicht te bewaren en liet zich meevoeren in de steeds sneller wordende cirkels. Uit de menigte klonken bewon derende uitroepen op. Nimmer had het ruitervolk iemand zo lang op een ongetemde hengst van deze wildheid zien blijven zittenMaar het was of die kreten Raven nog heviger opwonden. Hoewel doodmoe en met schuim bedekt, sprong hij plotseling als een bal omhoog, alle vier de poten gelijktijdig van de grond verheffend. Eric voelde de beweging aankomen en greep zich zo goed hij kon vast. Maar de hevige schok waarmee de hengst neerkwam, deed de buikriem breken. De Noorman verloor ineens elk houvast, en terwijl er een angstig geschreeuw uit de omstanders oprees, rolde hij omlaag in het stof van de stampende hoeven Ida Friederike Cörres signaleert in haar groots opgezette levensbeschrijving van de kleine heilige Theresia, „Het verborgen gelaat" 1), het niet te verbloemen feit, dat de vurige verering van deze Carmelietes van Lisieux in een wantrouwige reserve begint te veranderen, die niet uitgaat van de ongelovigen, maar juist van „vrome, ijverige en consciëntieuze christenen". Görres spreekt zelfs over „de een of andere ergernis", die aan de stralende, met tederheid en verrukking over laden figuur van deze jonge heilige kleeft. Zij vindt hier ook wel redenen voor en verheelt die niet. De ergernis, waar het hier om gaat, betreft op de eerste plaats do vrome kitsch, waarmee de charmante figuur van „kleine Trees" aan de gelovigen wordt voorgesteld. Ieder kent de kleurige beelden, die door toedoen van het Office Central de Lisieux in massa zijn verspreidHet vertoont de heilige in kloostergewaad, met een zo zoet mogelijk' gemodeleerde glimlach op haar gezicht, de armen geslagen om een crucifix en een bouquet rozen. De half zachtheid, die dit lucratieve product der „devotie-industrie" uitstraalt, doet onrecht aan de persoonlijkheid vam Theresia, en nog mèèr doen dit de prentjes, die haar schilderende zusje onvermoeibaar de wereld in heeft gezonden: „Thérèse als communicantje met krullen en kransje; Thérèse aan de voeten van de Hei lige Vader; Thérèse, het hoofd aan papa's borst gevlijd; Thérèse op haar sterf bed, door hemelse stralen getroffen." „Deze, zo goed bedoelde afbeeldingen, artistiek volkomen ontoereikend en geheel volgens de smaak van pensio- naatmeisjes van omstreeks 1900. hebben een bepaalde voorstelling van de heili ge over de hele wereld verbreid en haar werkelijke beeld, dat toch in vele fotografieën is bewaard, geheel naar het onbekende verdrongen. Iedere dorpskerk toont tegenwoordig een gip sen weergave van de glimlachende non met de onvermijdelijke rozen." De rozen zijn het gevolg van een uit spraak van de Kleine Theresia in haar „Geschiedenis ener ziel" (Histoire d'une ame. écrite par elle-même): „Na -mijn dood zal ik rozen op aarde laten rege nen". En deze belofte heeft zij in de vorm van talloze gebedsverhoringen gehouden. Over de rozenregen vindt men duizenden berichten in de Anna len van de H. Theresia van Lisieux, waarin sinds 1925 telkenjare de op vallendste gebedsverhoringen worden opgesomd. Vóór 1925 verschenen jaar lijks de boekwerken „Pluie de roses" te Lisieux, eveneens het overstelpend bewijs leverend van Theresia's wonder dadige heiligheid. Het zijn omvangrijke en merkwaardige tijdsdocumenten. Naar Görres meedeelt, beslaat bijv. de jaar gang 1925 van de „Pluie de roses" 3000 compact gezette bladzijden, met op het titelblad de heilige in sentimentele Advertentie Theresia van Lisieux, pose met ten hemel geslagen ogen en omringd door fladderende engeltjes. „Het is," aldus Görres. „een eigen aardige gewaarwording, te bladeren in deze slecht gedrukte, goedkoop uitge voerde delen, waarvan de boekversie ring een waar curiosum van smake loosheid en lelijkheid moet heten." Men moet de duffe sfeer, waarin de verering van Theresia sinds haar over weldigend begin gevangen bleef, psy chologisch en historisch doorzien, voor dat men iets kan gaan begrijpen van Theresia, zoals zij wérkelijk moet zijn geweest. Men moet eenvoudig de kitsch negéren om haar onbevooroordeeld te kunnen naderen. Tenslotte is haar ster gaan schitteren in dat allerburgerlijk- ste tijdje der geschiedenis: het einde der negentiende eeuw. Haar beeltenis, aangepast aan de wansmaak van haar tijd, behoort ingrijpend herzien te wor den. Dan zal „de ergernis" wellicht verdwenen zijn. Laat ons haar wat groter en grootser voorstellen, hebben Advertentie Bedek keel en borst met de pijn stillende Thermogène; de welda dige warmte verjaagt verkoudheid. Ik had geen lust om te gaan en ik J11*;1 moeten gaan. Ik weet, dat ik thuis had moeten blijven, hetgeen on getwijfeld een van de redenen was, waarom ik Lilac een briefje schreef in plaats van het haar beneden in eigen persoon te gaan vertellen. Ik liet het licht branden en legde het briefje mid den op de grond, waar ze het onmoge lijk over het hoofd kon zien en verliet met Dorothy samen het huis. We namen Dorothy's wagen hetgeen eveneens verkeerd was. De Massachusetts Avenue was zo ver laten als een dorpsstraat, toen wij naar het huis van de Hallets reden. Er brandde nog licht en er was nog leven „O, ik hoopte zo, dat hij naar bed zou zijn gegaan", zei Dorothy. Binnen in het portaal bleef zij staan en luisterde. „Misschien is hijzelf niet thuis. Wie weet, is hij Freddie zijn deelneming wel gaan betuigen." Hij ligt waarschijnlijk in bed", zei ik. „Dan laat hij al dat licht niet bran den. Hij verspilt geen electriciteit." We slopen de trap op als een paar beroepsinbrekers. Boven gekomen, ging Dorothy naar haar eigen deur, deed een paar stappen en bleef stokstijf stil staan. De deur van haar zitkamer stond open, het licht was aan en daar was Theodore. Hij stond gebogen over de Iw hS van Dorothy's schrijf- nvprdekt Van .-de Assenaar was overdekt met een chaos van papieren en aller voorwerpen. Dorothy was met een paar lichte pas sen m Be deuropening. „Zoek je iets, Theodore?" Theodore Hallet schrok op, alsof iemand het pistool had gevonden en het op drie centimeter afstand achter hem had afgeschoten. Hij raakte met zijn voeten tussen de lade en de stoel poten, maar slaagde erin overeind te komen. Ik had nog nooit zo'n schuld bewust echtgenoot gezien. Hij leek nu niet alleen een henarde, doch boven dien een buitengewoon onthutste spits muis. Hij droeg nog zijn witte overhemd en zwarte das, maar hij had een blauw geborduurde kamerjas aan en blauwle- ren pantoffels. Zijn gezicht was nog roder dan zijn haar. „Het spijt me ontzettend, Dorothy. Maar ik moest hem vinden. Ik heb het hele huis door naar je gezocht, maar je was er niet. Waar ben je in 's he melsnaam geweest? Ik moet hem dade lijk hebben." „Ik weet niet waarover je het hebt, Theodore." „De lijst, Dorothy. De gastenlijst die E. B. ons heeft gestuurd. Je had zelf al begrepen hoe belangrijk die was, na wat er vanmiddag is gebeurd. Ik dacht, dat je het al wist, voordat de Stubble- fields weg waren. Daarom verbaasde het me zo, je niet thuis te vinden. Ik dacht, dat je me misschien op een idee kon brengen, wat ik doen moet." Dorothy schudde haar hoofd. „Ik vrees, dat ik niet ingezien heb waarom die gastenlijst zo belangrijk is, liefste Ik heb hem aan Haste gegeven om de bezoekers te controleren." „Maar toch niet het oorspronkelijke exemplaar, Dorothy." Theodore was zo geschrokken, als had zij het manuscript van De Koopman van Venetië wegge geven. „Grote genade, ik had gedacht, dat je toch minstens een copie voor mijn dossiers zou bewaren. Ik had er het openingsstuk in mijn veldtocht voor mijnheer Stubblefield van willen ma ken." „Het spijt me, Theodore. Het was dus zeker wel dom van me, maar ik heb er niet eens bij stilgestaan. Ik zie trouwens nog niet in, waarom het zo belang rijk is." „Je bent misschien te overspannen geweest om er goed over na te denken," zei Theodore vriendelijk. „Ik voor mij twijfel er niet aan of degene, die dat pistool in huis heeft gebracht, heeft mij in opspraak willen brengen. Je hebt toch werkelijk genoeg verstand van po litiek om dat te beseffen, Dorothy." Dorothy zweeg en ik, een paar passen achter haar, eveneens. „Het is erg verontrustend," zei hij. „En ik maak me bezorgd over Susan Kent. Het treft vreselijk ongelukkig, dat dat lieve kind in politiek geknoei verstrikt is geraakt. Het was heel na tuurlijk, dat ze dat pistool opraapte, toen ze het zag liggen en besefte wat dat betekende. Ze weet, dat het hier niet thuis hoort, want ik heb haar verteld. dat ik geen vuurwapenen in huis duld." Theodore schoof de stoel naar achteren en kwam van de lessenaar vandaan. „Ik zal me morgen met de geheime na tionale recherche in verbinding stellen. En ik heb de lijst nodig om degenen, die erop staan, te vergelijken met de mensen, die geweest zijn. Intussen moet jij maar liever naar bed gaan, Dorothy. Wanneer je geslapen hebt, zul je beter kunnen denken. Welterusten". „Ik hoop het", zei Dorothy. „Welte rusten, Theodore". Nadat hij de deur van zijn kamer had gesloten, deed ze haar regenmantel uit en legde die over de rug van een stoel, met langzame bewegingen, alsof het dwaze en ongerijmde van het geval haar verstand te boven ging. „Kom, Grace", zei ze. „Laten we naar bed gaan. De schrijftafel ruim ik morgen wel op. Mannen zijn net kindei'en, zeg gen ze altijd, dus daar zullen we het maar bij laten. Misschien ziet morgenochtend alles er heel anders uit." Het zag er niet anders uit. Of eigen lijk: het zag er nog heel wat akeliger uit. Ik ontwaakte des morgens uit een diepe slaap en ging overeind zitten. Dorothy kwam de zonnige kamer binnen in haar kimono, blootsvoets en met een bleek gezicht. Ik heb nooit een ontdaner en wanhopiger figuurtje gezien. „Lees dit eens, Grace". Ze duwde mij het ochtendblad in de handen en viel op de rand van mijn bed neer. „Lees eens". Ik las. Het kostte niet veel inspaning over de volle breedte van de voorpa gina stond het: Politie zoekt vooraanstaande vrouw in verband met moord op actrice. sommige kunstenaars reeds jaren ge leden gedacht. Zij trachtten het portret van haar ziel wat diepzinniger te ma ken en zij vervingen de zoete cliché's der traditie door een uitbeelding, waar in de nadruk op het heroïsche in haar persoonlijkheid ligt. De heroïek van de nederigheid. Een soort riddersallure moet Haar aantrekkelijk maken, zoals de militante Jeanne d'Arc aantrekkelijk is Men heeft haar heroïek zelfs trach ten te illustreren, door Thérèse's groot vader. die officier in het leger van Na poleon was, er met da haren bij te siepen. Maar. en hier komt de cardinale vraag, zijn de pogingen om de heilige door zulk een heldhaftig-tragische stof fering gedienstig pasklaar te maken voor de smaak van het moderne pu bliek, in wezen niet even bedenkelijk als die zoetelijkheid? De kleine Theresia verdraagt noch een brave noch een heroïsche retouche. „Wij geloven zelfs", aldus Görres, „dat bij die tweede manier van retoucheren het dui delijkst aan den dag komt, waar voor de tijdgenoten eigenlijk de steen des aanstoots ligt. De ergernis schijnt ten slotte niets anders te zijn dan de ver denking, dat dc kleine heilige werke lijk zo zou zijn geweest, als de kitsch haar voorstelt". Zou Theresia toch niets meer zijn dan de topprestatie van één enkele deugd: „de vlekkeloze, volmaakte braafheid, die alleen tegen de kleinburgerlijke en pu riteinse horizon een meer dan levens grote indruk kan maken? Als deze heilige alleen maar pasklaar is gemaakt voor het einde van de negentiende eeuw (die, zoals men weet, tot de oorlog van 1914 heeft geduurd), waarom .breken wij ons dan het hoofd over haar?" Dit aureool van braafheid en niets dan braafheid is ook precies datgene, dat teleurstelt bij eerste lezing van haar „Geschiedenis ener ziel". Mededelingen over tal van „kleine oïfertjes", zoals iedereen die toch wel brengt, om ze daar snel te vergeten, en over tal van materi ele ontberingen, die tenslotte bij haar kloosterlijke staat horen, vullen de blad zijden. Het is niet bijster indrukwekkend voor de moderne lezer, die de afgelopen jaren wel meer lijden offervaardig heeft zien dragen! Hoe kan men de heiligheid van deze gecanoniseerde heilige nu in hemelsnaam naar waarde schatten, ten einde er innerlijk rijker van te worden? et is de onschatbare verdienste van Ida Friederike Görres, dat zij in haar boek „Het verborgen ge laat" deze waarde heeft achterhaald. De kleine heilige Theresia is voor haar een figuur, beperkt van aanleg, naïef van karakter, burgerlijk-vroom door haar afkomst en haar milieu, braaf, nauwge- zet en allerminst wereldwijs. En het is juist uit deze kleurloze ondergrond van algemeenheden, dat haar heiligheid op bloeit door een wonderbaarlijke kracht, die niet uit de mens maar uit God komt. Het is het schrille contrast, tussen uiter ste persoonlijke onbelangrijkheid en uiterste werking van heiligmakende ge nade; het is de loutering van de „braaf heid" tot het innigste en diepste gods vertrouwen, hetwelk aan dit korte hei- lige-leven zin geeft. Theresia heeft in haar 24 levensjaren niets geleerd, dat niet reeds besloten lag in wat zij had meegekregen. Zij, die geen geloofscrises, felle bekoringen of twijfels schijnt te hebben gekend, heeft zich altijd een van de 99 schapen gevoeld, waarover bij de herder minder vreugde bestaat dan over het ene schaap dat verloren was en weer gevonden werd. Zij heeft de vanzelf sprekende braafheid van die schapen, evenals de braafheid van de thuisgeble ven broer van de Verloren Zoon tot méér dan braafheid opgevoerd. Zij betekent: een religieuze bezinning binnen het kader der Katholieke Kerk. Zij verdedigt geen deugden 'tegen geva ren van buitenaf. Zij betekent: interne vernieuwingskracht. Haar „verborgen gelaat" gaat pas leven, zodra men haar ziet als een kind van haar middelmatige tijd. dat nergens de vormen van haar milieu doorbreekt, maar toch open blijkt te kunnen staan voor de werking der genade. En dan gaan haar beroemde sterfbed woorden pas leven: „Alles is genade." Ida Görres noemt haar werk al te be scheiden: een schets tot een levensbeeld van Thérèse van Lisieux. Het is echter vast meer dan een schets. „Het verborgen gelaat" is werkelijk een meesterlijke hagiografie, waarin het pretentieloze leven van de heilige door geen opsmuk en geen bewonderende oo'tjes geweld wordt aangedaan. Het is een goed geschreven, doordacht en rustig waarderend werkstuk, dat men om. twee redenen baanbrekend kan noemen. Baan brekend, niets slechts voor onze visie op de kleine heilige Theresia, maar ook voor onze visie op wat een goede hagio grafie moet zijn, teneinde de toets van wetenschappelijke en literaire critiek te kunnen verdragen. Dit boek verdient voor de hagiografieën der naaste toe komst een toetssteen te worden. En het verdient gelezen te worden! NICO VÉRHOEVEN. Ida Friederke Görres: Het verborgen gelaat, schets tot een levensbeeld van Thé rèse van Lisieux. Vertaald door Anöré (Wordt vervolgd). Noorbeek. Uiig. Het Spectrum, Utrecht 1950. Advertenties sag De Nobelprijs 1950 voor scheikunde is toegekend aan twee Duitse geleerden. De 74-jarige prof. Otto Diela te Kiel en zijn leerling, de 48-jarige prof. Kurt Adler van de universiteit te Keulen. De prijs werd toegekend voor dc ontdekking van nieuwe synthetische procédé's, waardoor de fabricage van een groot aantal veel gebruikte producten vereen voudigd werd. Hun procédé, de z.g. „diensynthese" werd in 1928 ontdekt. Hiei-door werden de ketenreacties, welke nodig zijn voor de productie van gecompliceerde orga- mische samenstellingen, aanzienlijk ver kort. Dit procédé wordt op grote schaal gebruikt bij de fabricage van veifstof- fen. pharmaceutische en plastic-produc ten en zelfs bij de raffinage van petro leum. Dc Nobelprijs 1950 voor natuur kunde is toegekend aan de Engcls- man prof. dr. Cecil Frank Powell wegens „verbetering van fotografische methoden ter bestudering van splitsings processen en in verband met die metho den gedane ontdekkingen met betrek king tot de mesonen". Professor Powell is het hoofd van een groep werkers van de universiteit te Bristol, die onderzoekingen doet op het gebied van de kennis der atoomkernen en op dat der kosmische stralen. Vrijdagavond poogde Powell een voor leken begrijpelijke uiteenzetting van zijn werk te geven. „Wij onderzoeken kosmische deeltjes", verklaarde hij, „door speciale fotografische platen op grote hoogte aan atmosferische invloe den bloot te stellen, b.v. op bergen of in ballons, die een gx-ote hoogte berei ken. Op deze wijze zijn wij in staat "-po- ren van kosmische straling te traceren. Deze straling brengt meer energie voort, dan door grote machines, zoals het cy clotron. wordt verkregen." Dc Aartsbisschop van Utrecht, Z. Em. Joh. Kardinaal de Jong, zal in de komende week alleen Maandag en Donderdag audiëntie verlenen. Advertentie Winteravond bij de haard En don rustig geest en zich» verrijken met 't prachtige, veel zijdige en leerzome weekblad ra Abonnementsprijs 25 cl. per week

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 3