Chefarine 4"
eric "de noorman: *X)e y&mèng cCer Séeppen
Pater J. Kleijntjens S.J. overleden
De kleine heilige Theresia, zoals zij was
Burgerlijkheid en genade I
mannenwerk
De grote misdaden
van een kleine man
M
St. Willibrord-
Zondag
Vriend van de armen van Europa
H
KORSTEN van 1848
Het verborgen gelaatachter de zoet
gemodeleerde glimlach en de
hemelse blik
Chefarine „4" bevai
doet
meer en
meer!
LITERAIRE KRONIEK
ZATERDAG 11 NOVEMBER 19du
PAGINA 3
I
Elk tablet Chefarine „4" bevat
4 wereldberoemde geneesmiddelen.
Zij helpen bij hevige pijnen en griep,
ook wanneer andere middelen falen.
VIERVOUDIGE WERKING
Heerengracht 408 Amsterdam
Uit voorraad leverbaar
GENERAL ELECTRIC
OLIEBRANDERS
L.
NEDERLANDERS UIT RUSLAND
TE OLDENZAAL
FRATER F. HAFKENSCHEID
75-jarig klooster jubileum
Prijzenbeschikking textiel-
goederen
gaf Mijnheer van Doesburg te kennen.
Om voor wiskunde belangstelling op te wekken
va't niet mee en de jongens kunnen wel eens
w. lastig zjjn> Maar a|s tijdens de lessen
van een pijp geurige tabak geniet,
gaat het lesgeven gemakkelijker
en kan ik beter tegen een grapje."
inderdaad: Er gaat niets boven pijp goede tabak!
KOU GEVAT...
22
door
LESLIE
ford
De ergernis
Hoe?
Ze hebben aan 20 schakers
gevraagdMet welke zet opent
U het liefst?
8 antwoordden: ik zet e2-e<
6 antwoordden: ik zet da - d*
5 antwoordden: ik zetPgi -fj
1 antwoordde: ik zet een doos
je Bond Street voor me neer!
In alle ernst: De sigaret
met de record omzet
NOBELPRIJS VOOR
SCHEIKUNDE
Natuurkunde
Audiënties
ATHOLIEKE
LLUSTRATIE
Morgen, 12 November, wordt in
ons land de z.g. Sint Williorord-
Zondag gevierd. Overeenkom
stig het voorschrift van het Hoog
waardig Nederlands Episcopaat is de
Zondag onder het octaaf van de Apostel
der Nederlanden, die op verzoek van on
ze Bisschoppen door Paus Pius XII tot
Patroon van ons vaderland is verklaard,
gewijd aan het binnenlandse missiewerk.
In woord en geschrift zullen de katho
lieken op deze dag worden herinnerd
aan hun verantwoordelijkheid voor het
zieleheil van hun afvallige geloofsgeno
ten en alle niet-katholieken.
In tegenstelling met de pauselijke mis
siegenootschappen, die hun activiteit
richten op de verbreiding van het geloof
in de buitenlandse missiegebieden, houdt
het Willibrordus Apostolaat zich uitslui
tend bezig met het eigen land. Dit werk
is niet nieuw. Wel de naam. Vroeger
sprak men van de Sint Petrus Canisius-
Vereniging. die, afgezien van enkele
kleinigheden, hetzelfde doel had. De na-
oorlogstijd heeft echter een herziening
van de tot dan toe gevolgde methoden
noodzakelijk gemaakt, terwijl tevens de
ontstellende geloofsafval een intensiever
en moderner werkzaamheid eiste.
Het valt helas niet te ontkennen, dat
het getal van nen, die hun geloof de rug
toekeren, zowel onder de protestanten
als onder de katholieken, schrikbarend
groter wordt. Dit feit en de oorzaken
ervan zijn zo vaak geconstateerd en ver
klaard. dat wij ons hier ontslagen mo
gen achten van een herhaling. Wanneer
wij echter bedenken, dat jaarlijks dui
zenden hun doopbeloften ontrouw wor
den, dan is een alarmkreet wel dege
lijk op zijn plaats. Er wordt in dit ver
band vaak de fout begaan, dat men zich
als het ware in slaap laat sussen door de
inderdaad grote cijfers van bekeringen
tot het Katholicisme. Na de oorlog
spreken de statistieken van ongeveer
vijfduizend bekeerlingen per jaar. Na
tuurlijk is dit zeer verheugend en vooral
Voor de betrokkenen hoogst gelukkig.
Maar daar staat het zeer sombere feit
lijnrecht tegenover, dat er jaarlijks ze
ker evenveel Christenen, zo niet meer.
hun geloof vaarwel zeggen. Dit laatste
vooral rechtvaardigt een ernstige waar
schuwing. En het is goed, dat daar nog
eens uitdrukkelijk aan herinnerd wordt.
Juist door hun grote bezorgdheid
voor het zieleheil van hun mede-Neder
landers zijn onze Bisschoppen ertoe ge
komen de St. Willibrord-Zondag in te
stellen, opdat bij die gelegenheid alle
gelovigen er weer eens aan herinnerd
worden, welke strikte plichten zij heb
ben tegenover hun landgenoten. Het
spreekt intussen vanzelf, dat het hier
niet gaat om een of andere vrome her
denking, maar dat integendeel deze dag
de krachtbron dient te zijn, waaruit onze
missie-activiteit het hele jaar door ge
voed wordt. Om dit te bereikep is het
Willibrord-Apostolaat gesticht, een bis
schoppelijk missiegenootschap voor
eigen land, dat steun verleent aan alle
initiatieven en werken, die de bekering
en de godsdienstige eenheid van Ne
derland ten doel hebben. Het ideaal zou
zijn. dat alle katholieken van ons land
daarvan lid worden. Om de eenvoudige
reden, dat hier een wezenlijke plicht van
katholiek-zijn in het geding is.
Het gaat hier dus helemaal niet om
een nieuwe godsdienstige vereniging, zo
als bijv. de Mariacongregatie, de Derde
Orde of de H. Familie, maar zonder
meer om de vervulling van de opdracht,
die Christus Zelf ieder van Zijn volge
lingen op het hart heeft gedrukt. Het
Willibrord-Apostolaat is dus niets an
ders dan de concretisering, het toepas
sen van de algemene taak der Kerk op
onze eigen vaderlandse omstandigheden.
En wat daarvoor gevraagd wordt? Voor
eerst het goede voorbeeld van een over
tuigde katholieke levenshouding. Dan
een dagelijks kort gebed, versterkt door
een kleine versterving.
Het is van belang, dat wij ons goed
bewust zijn, waarop eigenlijk het
missiewerk, de missieplicht steunt.
Kort voordat Jesus afscheid nam van
Zijn Apostelen, gaf Hij hun en door
hen aan Zijn Kerk de uitdrukkelijke
opdracht het Evangelie te gaan verkon
digen aan a 11 e volkeren en hun te
leren al wat hij hun had voorgehouden.
De Kerk, d.i. priesters èn gelovigen, heb
ben zodoende volgens Christus' bedoe
ling de taak Zijn Verlossingswerk op
aarde voort te zetten, het Rijk Gods uit
te breiden en mee te werken aan de
venvezenlijking van het goddelijk
heilsplan, dat wil, dat alle mensen in
de hemel komen.
Hieruit volgt, dat de apostolaatsplicht
algemeen is en bovendien per
soonlijk. d.w.z. hij moet zich uit
strekken tot alle mensen en nie
mand mag zich daarvan ontslagen
achten. Natuurlijk kan het niet de be
doeling zijn, dat iedereen actief aan ge
loofsverkondiging gaat doen, maar wel,
dat ieder op zijn eigen manier en in zijn
eigen milieu het apostolaat van het
goede voorbeeld beoefent en vooral, dat
wij in ons gebed de hele wereld be
trekken.
Het ligt voor de hand, dat het niet
normaal kan genoemd worden, als wij
voor de buitenlandse missies een grote
activiteit aan de dag zouden leggen,
maar dezelfde belangen jn het eigen
land zouden verwaarlozen. Daarom is
het van zon groot belang, dat alle Ne
derlandse Katholieken zich op deze Wil
librord-Zondag diep doordringen van de
taak, die zij te vervullen hebben ten
opzichte van hun eigen landgenoten.
Katholiek betekent algemeen. Het ka
tholieke geloof is door God voor alle
mensen bedoeld. Als de normale weg
ter zaligheid. Christus heeft Zijn Kerk
vergeleken met een mosterdzaadje, dat
heel klein is, maar zich ontwikkelt tot
een boom, waarin de vogelen des he
mels nestelen. Zo zijn twaalf mannen
de wereld ingetrokken en hun volgelin
gen zijn sindsdien tot op de huidige dag
ontelbaar.
Wij kunnen ons niet tevreden stellen
met een geldelijke steun aan het mis
siewerk, of dit nu voor het binnen- of
het buitenland bedoeld is. Wij zijn
strikt verplicht ons
1 ij k in te spannen om Gods Rijk.
pen uitbreiden. En wel, zoals wij boven
reeds zeiden, door een aanhoudend ge
bed, dat versterkt wordt door verster
vingen. Daarnaast moeten wij door ons
eigen goed voorbeeld het ware geloof
aan anderen doen kennen in zijn juiste
gedaante.
Het directe missiewerk, het persoon
lijke, onderrichtende contact met niet-
Katholieken wordt verzorgd door des
kundigen, voornamelijk priesters. Zo
bezitten wij het werk van Bethanië, van
de Open Deur en van de Una Sancta.
Verder doen verschillende kloosterorden
uitstekend werk in afzonderlijke gebie
den en milieu's van ons land. Maar alle
menselijke inspanningen zijn vergeefs,
Advertentie
P*— grta, 30 tobl.U.. 07«
Advertentie
Telefoon 37132 - 37133
CENTRALE VERWARMING
OL1ESTOOKINSTALLATIES
als God door Zijn genade geen wasdom
schenkt. Deze genade nu moeten wij al
len dagelijks van Hem afsmeken. Daar
ligt onze vruchtbaarste medewerking
met het directe apostolaat. Toch is er
nog een punt, dat wel bizondere aan
dacht verdient. Ook de leken zullen op
de duur meer moeten gaan meedoen
met dit directe apostolaat. Maar daar
voor zullen zij vooraf zich grondiger
op de hoogte dienen te stellen van de
inhoud van hun godsdienst. De kennis
daarvan kan niet groot genoeg zijn. En
voor velen is de toestand helaas zó, dat
die kennis is blijven staan op het niveau
van hun schooljaren, terwijl zij daaren
tegen op ander gebied een soms zeer
hoge graad van ontwikkeling en we
tenschap hebben bereikt. Christus heeft
tijdens zijn leven één ding het enig-
noodzakelijke genoemd. Als wij dat be
denken, dan is het wel duidelijk, dat er
dan iets wringt in de onderlinge ver
houding van onze kennis. Niet voor
niets hebben de bisschoppen de gods
dienstcursus voor achttienjarigen voor
geschreven, al is dat ook maar een
zwakke tegemoetkoming in de grote
leemte. Met de schoolkennis van onze
godsdienst is het onmogelijk de grote
levensproblemen aan te kunnen, waar
mee wij in aanraking komen. Velen on
dervinden dan ook de ontoereikendheid
van hun kennis aan den lijve, maar m
plaats van de schuld daarvan aan zich
zelf te wijten, geven ze het Christen
dom de schuld en wenden zich ervan
af. Niet weinigen gaan op die manier-
voor het Rijk Gods verloren, terwijl zij
hun eigen zaligheid op het spel zetten.
Sint Willibrord-Zondag is zodoende
rijk aan vruchtbare overwegingen ter
bezinning op onze goddelijke taak van
apostolaat. Gods genade moge ons allen
verlichten om duidelijk in te zien wat
wij te doen hébben on geve ons de
kracht dit inzicht met liefdevolle offer
vaardigheid in praktijk te brengen.
74 mannen van de uit Russische gevan
genschap teruggekeerde groep Neder
landers zijn Vrijdagmiddag uit het kamp
Friedland op transport gesteld naar Ne
derland. Zij zijn vanochtend per trein
bij Oldcnzaal aangekomen en vandaar
vérder gegaan naar het kamp te Amers
foort. Gedurende hun verblijf aldaar
zullen zij o.m. aan een geneeskundig on
derzoek worden onderworpen. Verder
zullen zü uitgebreid worden ondervraagd
door de commissie voor opsporing van
vermiste Nederlanders.
Van de honderd teruggekeerden zijn
bij het onderzoek waarschijnlijk dertien
gebleken van DUitse nationaliteit te zijn
Van de overige dertien, die niet naar
Nederland wensen te gaan, zijn er enke
len, die hun familie in Duitsland heb
ben, terwijl de rest het om andere rede
nen wenselijk heeft geoordeeld niet naar
Nederland terug te keren,
Frater Franciscus Hafkenscheid
viert Zondag in het Gregoriushuis
te Utrecht zijn vijf en zeventigjarig
kloosterjubileum. Familielid van de
bekende eerste Nederlandse Re
demptorist Pater Bernard, werd de
jubilaris op 18 Mei 1857 te Ulft ge
boren en op 7 November 1875 in de
pas opgerichte Congregatie der Fra
ters van Utrecht ingekleed.
De thans 93-jarige, die zich nog in
goede gezondheid verheugt, heeft dus
bijna de gehele geschiedenis van deze
Congregatie meegemaakt en er een be
langrijke en verdienstelijke rol in ge
speeld. Hij was lange tijd leraar, o.a. aan
de St. Ludgerus Kweekschool te Hilver
sum, en algemeen overste in de jaren
1891 tot 1900. Zondagmiddag van half
twee tot half drie is er in het Gregorius
huis te Utrecht gelegenheid de jubilaris
geluk te wensen.
In de Staatscourant van 10 November
is afgekondigd een wijziging van de
prijzenbeschikking handelsmarge tex-
tieigoederen 1950. Door deze wijziging
mag de handel in textielgoederen
voortaan de meerdere omzetbelasting,
die hij als gevolg van de stijging van
zijn verkoopprijzen is verschuldigd, aan
de consument doorberekenen.
In het St. Aloysiuscollege in Den
Haag is gisteren op 74-jarige leeftijd
overleden pater J. C. J. Kleijntjens S.J.,
die enige dagen geleden getroffen werd
door een beroerte.
Pater Joseph Kleijntjes werd 3 Maart
1876 te Maastricht geboren in een cos-
mopolietische familie. Cosmopolietisch
niet alleen omdat Maastricht in die tijd
meer op Duitsland en België georiën
teerd was dan op de Noordelijker delen
van Nederland, maar ook omdat zijn va
der zeer veel door Europa reisde. Dit
eosmopolietischc stempel is steeds op pa
ter Kleijntjes blijven drukken, die Ne
derland als zijn geboorteland, maar de
wereld als zijn vaderland beschouwde
Na het gymnasinm te Maastricht en te
Sittard doorlopen te hebben, trad hü
op 17-jarige leeftijd in de Sociëteit van
Jesus. Hij studeerde zijn philosophic bij
de Duitse Jezuïeten te Valkenburg en
zijn theologie in Duitsland en Oosten-
rijk-Hongarije.
In 1906 werd hij priester gewijd. Na
dat hij intussen ook de middelbare acte
geschiedenis had gehaald, doceerde hij
dit vak een twintigtal jaren in de colle
ges te Nijmegen en te Katwijk. Daartus
sendoor ondernam hij vele archiefreizen
In de archieven te Simancas. Rome, We
nen, Parijs Brussel enz. wist hij even
goed de weg als op zijn eigen kamer. En
in de loop der jaren verscheen een on
afzienbare reeks boeken en artikelen,
vaak in samenwerking met anderen,
waarvan we slechts noemen: de uitgave
der Rekeningen van de stad Nijmegen;
het Corpus iconoclasticum in meerdere
delen; de Blokkade van Zalt Bommel in
1574: de Brieven van Ciamberlani 1795
—1805.
Voor de middelbare school gaf hij in
samenwerking vooral met Huybers en
Knippenberg vele geschiedenisboeken
uit, die tientallen herdrukken beleefden.
In 1925 werd hij secretaris van de
Internuntius Mgr. Schioppa, welke
functie hij een tiental jaren vervulde.
Na de dood van Mgr. Schioppa werkte
hij eerst enige tijd in de archieven van
Rome, waarna hij in 1936 naar Letland
trok. Hij stuwde hier het universitaire
leven, maakte zijn tweedelig werk
Fontes Historiae Latviae Societatis Je-
su en schreef een bekroond werk over
de handelsbetrekkingen tussen Riga en
de Nederlanden. Dit laatste boek is
echter in het Westen nooit bekend ge
worden, daar de Russen vlak na het
verschijnen Letland overweldigden.
Nog enige tijd hield hij het onder de
nieuwe meesters uit, doch werd toen
uitgewezen.
De honderden publicaties namen zijn
werkkracht slechts gedeeltelijk in be
slag. De archiefcnuffelaar bleef volledig
gericht op het directe apostolaat. Met
een doortastende zieleijver maakte deze
impulsieve en ruwe mens op het eerste
gezicht met iedereen ruzie om spoedig
een vriend te worden voor het leven. Te
kenend voor zijn karakter is het woord,
dat hij eens sprak tot een der Belgische
vluchtelingen, waaronder hij van 1914
tot 1918 voortdurend werkte: als je niet
te biechten gaat, stamp ik je de hersens
in.
Talrijke vrienden telde hij in de hoog
ste kringen, maar veel meer onder de
armen in schier alle steden van Europa
Op onze bureaux liggen de passa
gierslijsten van de troepentransport
schepen Waterman en Empire Brent
ter inzage.
Terwijl hij op de hengst toeliep ontdeed Eric zich van zijn zwaardf boog en
pijlenkoker. Een krijger schoot toe om de wapens vast te houden. Het was doodstil
geworden onder de toeschouwers. De spanning leek voelbaar. Ademloos staarden
dc nomaden naar de forse, blonde krijger, die nu het ros met de ogen mat; en Eric
besefte dat hij voor de ogen van de stam een proefstuk ging afleggen
Rustig liep hij op Raven toe. Zachte, kalmerende woorden kwamen van zijn lippen.
Aan zijn hele optreden zagen de nomaden duidelijk dat hier een man voor hen stond,
die wist hoe hij met paarden om moest gaan. Zij wachtten tot er plotseling een
verbaasde kreet uit de menigte opsteeg. Met een bliksemsnelle sprong had Eric zich
op de rug van het dier geslingerd. Zijn hand vond houvast aan de buikriem. Alleen
die vaste greep redde hem gedurende de eerste seconden, want nauwelijks had
Raven het gewicht op zijn rug gevoeld, en de gehate geur van een mens in zijn
neusgaten opgevangen, of met een doordringend gehinnik schoot hij overeind en
bokte als een razende.
Wild springend vloog hij vooruit. Als dol trachtte hij de man op zijn rug af te
werpen. Hij steigerde, schoot dan weer naar voren, hield plotseling zijn vaart in
of draaide razend snel rond. De grond dreunde onder hel gewetu van zijn hoeven.
De omstanders verwachtten reeds bij de eerste beweging de Noorman af te zien
roerpen. Doch hoewel verstikt door het opwolkende stof, dooreen geslingerd door
de woeste bewegingen van het paard en snakkend naar adem bleef de Noorman
zitten. De bewegingen, van het ros werden steeds wilder. Eric had het gevoel of hij
op een dolgeworden aardbeving zat. Maar hij wist zijn evenwicht te bewaren en liet
zich meevoeren in de steeds sneller wordende cirkels. Uit de menigte klonken bewon
derende uitroepen op. Nimmer had het ruitervolk iemand zo lang op een ongetemde
hengst van deze wildheid zien blijven zittenMaar het was of die kreten Raven
nog heviger opwonden. Hoewel doodmoe en met schuim bedekt, sprong hij plotseling
als een bal omhoog, alle vier de poten gelijktijdig van de grond verheffend. Eric
voelde de beweging aankomen en greep zich zo goed hij kon vast. Maar de hevige
schok waarmee de hengst neerkwam, deed de buikriem breken. De Noorman verloor
ineens elk houvast, en terwijl er een angstig geschreeuw uit de omstanders oprees,
rolde hij omlaag in het stof van de stampende hoeven
Ida Friederike Cörres signaleert in haar groots opgezette levensbeschrijving
van de kleine heilige Theresia, „Het verborgen gelaat" 1), het niet te verbloemen
feit, dat de vurige verering van deze Carmelietes van Lisieux in een wantrouwige
reserve begint te veranderen, die niet uitgaat van de ongelovigen, maar juist
van „vrome, ijverige en consciëntieuze christenen". Görres spreekt zelfs over „de
een of andere ergernis", die aan de stralende, met tederheid en verrukking over
laden figuur van deze jonge heilige kleeft. Zij vindt hier ook wel redenen voor
en verheelt die niet. De ergernis, waar het hier om gaat, betreft op de eerste
plaats do vrome kitsch, waarmee de charmante figuur van „kleine Trees" aan de
gelovigen wordt voorgesteld. Ieder kent de kleurige beelden, die door toedoen
van het Office Central de Lisieux in massa zijn verspreidHet vertoont de
heilige in kloostergewaad, met een zo zoet mogelijk' gemodeleerde glimlach op
haar gezicht, de armen geslagen om een crucifix en een bouquet rozen. De half
zachtheid, die dit lucratieve product der „devotie-industrie" uitstraalt, doet
onrecht aan de persoonlijkheid vam Theresia, en nog mèèr doen dit de prentjes,
die haar schilderende zusje onvermoeibaar de wereld in heeft gezonden: „Thérèse
als communicantje met krullen en kransje; Thérèse aan de voeten van de Hei
lige Vader; Thérèse, het hoofd aan papa's borst gevlijd; Thérèse op haar sterf
bed, door hemelse stralen getroffen."
„Deze, zo goed bedoelde afbeeldingen,
artistiek volkomen ontoereikend en
geheel volgens de smaak van pensio-
naatmeisjes van omstreeks 1900. hebben
een bepaalde voorstelling van de heili
ge over de hele wereld verbreid en
haar werkelijke beeld, dat toch in vele
fotografieën is bewaard, geheel naar
het onbekende verdrongen. Iedere
dorpskerk toont tegenwoordig een gip
sen weergave van de glimlachende non
met de onvermijdelijke rozen."
De rozen zijn het gevolg van een uit
spraak van de Kleine Theresia in haar
„Geschiedenis ener ziel" (Histoire d'une
ame. écrite par elle-même): „Na -mijn
dood zal ik rozen op aarde laten rege
nen". En deze belofte heeft zij in de
vorm van talloze gebedsverhoringen
gehouden. Over de rozenregen vindt
men duizenden berichten in de Anna
len van de H. Theresia van Lisieux,
waarin sinds 1925 telkenjare de op
vallendste gebedsverhoringen worden
opgesomd. Vóór 1925 verschenen jaar
lijks de boekwerken „Pluie de roses"
te Lisieux, eveneens het overstelpend
bewijs leverend van Theresia's wonder
dadige heiligheid. Het zijn omvangrijke
en merkwaardige tijdsdocumenten. Naar
Görres meedeelt, beslaat bijv. de jaar
gang 1925 van de „Pluie de roses" 3000
compact gezette bladzijden, met op het
titelblad de heilige in sentimentele
Advertentie
Theresia van Lisieux,
pose met ten hemel geslagen ogen en
omringd door fladderende engeltjes.
„Het is," aldus Görres. „een eigen
aardige gewaarwording, te bladeren in
deze slecht gedrukte, goedkoop uitge
voerde delen, waarvan de boekversie
ring een waar curiosum van smake
loosheid en lelijkheid moet heten."
Men moet de duffe sfeer, waarin de
verering van Theresia sinds haar over
weldigend begin gevangen bleef, psy
chologisch en historisch doorzien, voor
dat men iets kan gaan begrijpen van
Theresia, zoals zij wérkelijk moet zijn
geweest. Men moet eenvoudig de kitsch
negéren om haar onbevooroordeeld te
kunnen naderen. Tenslotte is haar ster
gaan schitteren in dat allerburgerlijk-
ste tijdje der geschiedenis: het einde
der negentiende eeuw. Haar beeltenis,
aangepast aan de wansmaak van haar
tijd, behoort ingrijpend herzien te wor
den. Dan zal „de ergernis" wellicht
verdwenen zijn. Laat ons haar wat
groter en grootser voorstellen, hebben
Advertentie
Bedek keel en borst met de pijn
stillende Thermogène; de welda
dige warmte verjaagt verkoudheid.
Ik had geen lust om te gaan en ik
J11*;1 moeten gaan. Ik weet, dat
ik thuis had moeten blijven, hetgeen on
getwijfeld een van de redenen was,
waarom ik Lilac een briefje schreef in
plaats van het haar beneden in eigen
persoon te gaan vertellen. Ik liet het
licht branden en legde het briefje mid
den op de grond, waar ze het onmoge
lijk over het hoofd kon zien en verliet
met Dorothy samen het huis. We namen
Dorothy's wagen hetgeen eveneens
verkeerd was.
De Massachusetts Avenue was zo ver
laten als een dorpsstraat, toen wij naar
het huis van de Hallets reden. Er
brandde nog licht en er was nog leven
„O, ik hoopte zo, dat hij naar bed zou
zijn gegaan", zei Dorothy. Binnen in het
portaal bleef zij staan en luisterde.
„Misschien is hijzelf niet thuis. Wie
weet, is hij Freddie zijn deelneming wel
gaan betuigen."
Hij ligt waarschijnlijk in bed", zei ik.
„Dan laat hij al dat licht niet bran
den. Hij verspilt geen electriciteit."
We slopen de trap op als een paar
beroepsinbrekers. Boven gekomen, ging
Dorothy naar haar eigen deur, deed
een paar stappen en bleef stokstijf stil
staan.
De deur van haar zitkamer stond
open, het licht was aan en daar was
Theodore. Hij stond gebogen over de
Iw hS van Dorothy's schrijf-
nvprdekt Van .-de Assenaar was
overdekt met een chaos van papieren
en aller voorwerpen.
Dorothy was met een paar lichte pas
sen m Be deuropening.
„Zoek je iets, Theodore?"
Theodore Hallet schrok op, alsof
iemand het pistool had gevonden en
het op drie centimeter afstand achter
hem had afgeschoten. Hij raakte met
zijn voeten tussen de lade en de stoel
poten, maar slaagde erin overeind te
komen. Ik had nog nooit zo'n schuld
bewust echtgenoot gezien. Hij leek nu
niet alleen een henarde, doch boven
dien een buitengewoon onthutste spits
muis.
Hij droeg nog zijn witte overhemd en
zwarte das, maar hij had een blauw
geborduurde kamerjas aan en blauwle-
ren pantoffels. Zijn gezicht was nog
roder dan zijn haar.
„Het spijt me ontzettend, Dorothy.
Maar ik moest hem vinden. Ik heb het
hele huis door naar je gezocht, maar
je was er niet. Waar ben je in 's he
melsnaam geweest? Ik moet hem dade
lijk hebben."
„Ik weet niet waarover je het hebt,
Theodore."
„De lijst, Dorothy. De gastenlijst die
E. B. ons heeft gestuurd. Je had zelf
al begrepen hoe belangrijk die was, na
wat er vanmiddag is gebeurd. Ik dacht,
dat je het al wist, voordat de Stubble-
fields weg waren. Daarom verbaasde
het me zo, je niet thuis te vinden. Ik
dacht, dat je me misschien op een idee
kon brengen, wat ik doen moet."
Dorothy schudde haar hoofd. „Ik
vrees, dat ik niet ingezien heb waarom
die gastenlijst zo belangrijk is, liefste
Ik heb hem aan Haste gegeven om de
bezoekers te controleren."
„Maar toch niet het oorspronkelijke
exemplaar, Dorothy." Theodore was zo
geschrokken, als had zij het manuscript
van De Koopman van Venetië wegge
geven.
„Grote genade, ik had gedacht, dat
je toch minstens een copie voor mijn
dossiers zou bewaren. Ik had er het
openingsstuk in mijn veldtocht voor
mijnheer Stubblefield van willen ma
ken."
„Het spijt me, Theodore. Het was dus
zeker wel dom van me, maar ik heb er
niet eens bij stilgestaan. Ik zie trouwens
nog niet in, waarom het zo belang
rijk is."
„Je bent misschien te overspannen
geweest om er goed over na te denken,"
zei Theodore vriendelijk. „Ik voor mij
twijfel er niet aan of degene, die dat
pistool in huis heeft gebracht, heeft mij
in opspraak willen brengen. Je hebt
toch werkelijk genoeg verstand van po
litiek om dat te beseffen, Dorothy."
Dorothy zweeg en ik, een paar passen
achter haar, eveneens.
„Het is erg verontrustend," zei hij.
„En ik maak me bezorgd over Susan
Kent. Het treft vreselijk ongelukkig,
dat dat lieve kind in politiek geknoei
verstrikt is geraakt. Het was heel na
tuurlijk, dat ze dat pistool opraapte, toen
ze het zag liggen en besefte wat dat
betekende. Ze weet, dat het hier niet
thuis hoort, want ik heb haar verteld.
dat ik geen vuurwapenen in huis duld."
Theodore schoof de stoel naar achteren
en kwam van de lessenaar vandaan.
„Ik zal me morgen met de geheime na
tionale recherche in verbinding stellen.
En ik heb de lijst nodig om degenen,
die erop staan, te vergelijken met de
mensen, die geweest zijn. Intussen moet
jij maar liever naar bed gaan, Dorothy.
Wanneer je geslapen hebt, zul je beter
kunnen denken. Welterusten".
„Ik hoop het", zei Dorothy. „Welte
rusten, Theodore".
Nadat hij de deur van zijn kamer had
gesloten, deed ze haar regenmantel uit en
legde die over de rug van een stoel,
met langzame bewegingen, alsof het
dwaze en ongerijmde van het geval haar
verstand te boven ging.
„Kom, Grace", zei ze. „Laten we naar
bed gaan. De schrijftafel ruim ik morgen
wel op. Mannen zijn net kindei'en, zeg
gen ze altijd, dus daar zullen we het maar
bij laten. Misschien ziet morgenochtend
alles er heel anders uit."
Het zag er niet anders uit. Of eigen
lijk: het zag er nog heel wat akeliger
uit.
Ik ontwaakte des morgens uit een diepe
slaap en ging overeind zitten. Dorothy
kwam de zonnige kamer binnen in haar
kimono, blootsvoets en met een bleek
gezicht. Ik heb nooit een ontdaner en
wanhopiger figuurtje gezien.
„Lees dit eens, Grace".
Ze duwde mij het ochtendblad in de
handen en viel op de rand van mijn bed
neer. „Lees eens".
Ik las. Het kostte niet veel inspaning
over de volle breedte van de voorpa
gina stond het:
Politie zoekt vooraanstaande vrouw
in verband met moord op actrice.
sommige kunstenaars reeds jaren ge
leden gedacht. Zij trachtten het portret
van haar ziel wat diepzinniger te ma
ken en zij vervingen de zoete cliché's
der traditie door een uitbeelding, waar
in de nadruk op het heroïsche in haar
persoonlijkheid ligt. De heroïek van de
nederigheid. Een soort riddersallure
moet Haar aantrekkelijk maken, zoals
de militante Jeanne d'Arc aantrekkelijk
is Men heeft haar heroïek zelfs trach
ten te illustreren, door Thérèse's groot
vader. die officier in het leger van Na
poleon was, er met da haren bij te
siepen.
Maar. en hier komt de cardinale
vraag, zijn de pogingen om de heilige
door zulk een heldhaftig-tragische stof
fering gedienstig pasklaar te maken
voor de smaak van het moderne pu
bliek, in wezen niet even bedenkelijk
als die zoetelijkheid?
De kleine Theresia verdraagt noch een
brave noch een heroïsche retouche. „Wij
geloven zelfs", aldus Görres, „dat bij die
tweede manier van retoucheren het dui
delijkst aan den dag komt, waar voor
de tijdgenoten eigenlijk de steen des
aanstoots ligt. De ergernis schijnt ten
slotte niets anders te zijn dan de ver
denking, dat dc kleine heilige werke
lijk zo zou zijn geweest, als de kitsch
haar voorstelt".
Zou Theresia toch niets meer zijn dan
de topprestatie van één enkele deugd:
„de vlekkeloze, volmaakte braafheid, die
alleen tegen de kleinburgerlijke en pu
riteinse horizon een meer dan levens
grote indruk kan maken? Als deze
heilige alleen maar pasklaar is gemaakt
voor het einde van de negentiende eeuw
(die, zoals men weet, tot de oorlog van
1914 heeft geduurd), waarom .breken wij
ons dan het hoofd over haar?"
Dit aureool van braafheid en niets dan
braafheid is ook precies datgene, dat
teleurstelt bij eerste lezing van haar
„Geschiedenis ener ziel". Mededelingen
over tal van „kleine oïfertjes", zoals
iedereen die toch wel brengt, om ze daar
snel te vergeten, en over tal van materi
ele ontberingen, die tenslotte bij haar
kloosterlijke staat horen, vullen de blad
zijden. Het is niet bijster indrukwekkend
voor de moderne lezer, die de afgelopen
jaren wel meer lijden offervaardig heeft
zien dragen! Hoe kan men de heiligheid
van deze gecanoniseerde heilige nu in
hemelsnaam naar waarde schatten, ten
einde er innerlijk rijker van te worden?
et is de onschatbare verdienste
van Ida Friederike Görres, dat zij
in haar boek „Het verborgen ge
laat" deze waarde heeft achterhaald. De
kleine heilige Theresia is voor haar een
figuur, beperkt van aanleg, naïef van
karakter, burgerlijk-vroom door haar
afkomst en haar milieu, braaf, nauwge-
zet en allerminst wereldwijs. En het is
juist uit deze kleurloze ondergrond van
algemeenheden, dat haar heiligheid op
bloeit door een wonderbaarlijke kracht,
die niet uit de mens maar uit God komt.
Het is het schrille contrast, tussen uiter
ste persoonlijke onbelangrijkheid en
uiterste werking van heiligmakende ge
nade; het is de loutering van de „braaf
heid" tot het innigste en diepste gods
vertrouwen, hetwelk aan dit korte hei-
lige-leven zin geeft. Theresia heeft in
haar 24 levensjaren niets geleerd, dat
niet reeds besloten lag in wat zij had
meegekregen. Zij, die geen geloofscrises,
felle bekoringen of twijfels schijnt te
hebben gekend, heeft zich altijd een van
de 99 schapen gevoeld, waarover bij de
herder minder vreugde bestaat dan over
het ene schaap dat verloren was en weer
gevonden werd. Zij heeft de vanzelf
sprekende braafheid van die schapen,
evenals de braafheid van de thuisgeble
ven broer van de Verloren Zoon tot
méér dan braafheid opgevoerd.
Zij betekent: een religieuze bezinning
binnen het kader der Katholieke Kerk.
Zij verdedigt geen deugden 'tegen geva
ren van buitenaf. Zij betekent: interne
vernieuwingskracht. Haar „verborgen
gelaat" gaat pas leven, zodra men haar
ziet als een kind van haar middelmatige
tijd. dat nergens de vormen van haar
milieu doorbreekt, maar toch open blijkt
te kunnen staan voor de werking der
genade.
En dan gaan haar beroemde sterfbed
woorden pas leven: „Alles is genade."
Ida Görres noemt haar werk al te be
scheiden: een schets tot een levensbeeld
van Thérèse van Lisieux. Het is echter
vast meer dan een schets.
„Het verborgen gelaat" is werkelijk
een meesterlijke hagiografie, waarin het
pretentieloze leven van de heilige door
geen opsmuk en geen bewonderende
oo'tjes geweld wordt aangedaan. Het is
een goed geschreven, doordacht en rustig
waarderend werkstuk, dat men om. twee
redenen baanbrekend kan noemen. Baan
brekend, niets slechts voor onze visie op
de kleine heilige Theresia, maar ook
voor onze visie op wat een goede hagio
grafie moet zijn, teneinde de toets van
wetenschappelijke en literaire critiek te
kunnen verdragen. Dit boek verdient
voor de hagiografieën der naaste toe
komst een toetssteen te worden. En het
verdient gelezen te worden!
NICO VÉRHOEVEN.
Ida Friederke Görres: Het verborgen
gelaat, schets tot een levensbeeld van Thé
rèse van Lisieux. Vertaald door Anöré
(Wordt vervolgd). Noorbeek. Uiig. Het Spectrum, Utrecht 1950.
Advertenties
sag
De Nobelprijs 1950 voor scheikunde is
toegekend aan twee Duitse geleerden.
De 74-jarige prof. Otto Diela te Kiel en
zijn leerling, de 48-jarige prof. Kurt
Adler van de universiteit te Keulen. De
prijs werd toegekend voor dc ontdekking
van nieuwe synthetische procédé's,
waardoor de fabricage van een groot
aantal veel gebruikte producten vereen
voudigd werd.
Hun procédé, de z.g. „diensynthese"
werd in 1928 ontdekt. Hiei-door werden
de ketenreacties, welke nodig zijn voor
de productie van gecompliceerde orga-
mische samenstellingen, aanzienlijk ver
kort. Dit procédé wordt op grote schaal
gebruikt bij de fabricage van veifstof-
fen. pharmaceutische en plastic-produc
ten en zelfs bij de raffinage van petro
leum.
Dc Nobelprijs 1950 voor natuur
kunde is toegekend aan de Engcls-
man prof. dr. Cecil Frank Powell
wegens „verbetering van fotografische
methoden ter bestudering van splitsings
processen en in verband met die metho
den gedane ontdekkingen met betrek
king tot de mesonen".
Professor Powell is het hoofd van een
groep werkers van de universiteit te
Bristol, die onderzoekingen doet op het
gebied van de kennis der atoomkernen
en op dat der kosmische stralen.
Vrijdagavond poogde Powell een voor
leken begrijpelijke uiteenzetting van
zijn werk te geven. „Wij onderzoeken
kosmische deeltjes", verklaarde hij,
„door speciale fotografische platen op
grote hoogte aan atmosferische invloe
den bloot te stellen, b.v. op bergen of
in ballons, die een gx-ote hoogte berei
ken. Op deze wijze zijn wij in staat "-po-
ren van kosmische straling te traceren.
Deze straling brengt meer energie voort,
dan door grote machines, zoals het cy
clotron. wordt verkregen."
Dc Aartsbisschop van Utrecht, Z. Em. Joh.
Kardinaal de Jong, zal in de komende week
alleen Maandag en Donderdag audiëntie
verlenen.
Advertentie
Winteravond
bij de haard
En don rustig geest en zich»
verrijken met 't prachtige, veel
zijdige en leerzome weekblad
ra
Abonnementsprijs 25 cl. per week