Is het bestaan van de H.O.V. wel
voldoende verzekerd?
JULES VERSTRAETE: acteur uit
een oud toneelgeslacht
DE WEEK IN STAD EN STREEK
C. J. v. d. Broek
Grote waakzaamheid oan Haarlems
publiek dringend noodzakelijk
MEJ. PIERS JUBILEERT BIJ BARK
VAN LENING
D
OORD
Na opheffing Haags en Rotterdams Orkest schipbreuk lijdt:
AGENDA
I 1
Trouw aan het toneel onder alle omstandigheden
Kleine historie van een bekende instelling
Klanten in het teken
des tijds
t
HERINGA WUTHRICH
SLEUTEL WEG?
A, E. O.
Radio Moors
ZATERDAG 18 NOVEMBER 1950
PAGINA 2
Vrienden van de H.O.V.
Bestaansrecht van orkest moet
plaatselijk worden gezien
H.O.V. LEDENCONCERT
Mendelssohn-programma
Burgerlijke Stand
Opheffing Residentie
orkest
Haarlem de dupe?
SANTPOORT
Zondagsdienst
DAMMEN
GOED, VEILIG EN VOORDELIG
Fietsenstalling
Einde in zicht
BELANGRIJKE
PUNTEN VOOR
DE KOMENDE
FEESTDAGEN
OORD
OORD-
OORD
OORD
OORD
OORD-
OORD-
OORD
OORD
OORD
OORD
Geluidsinstallaties
- Gramofoonmotoren
- Pick-ups
- Naalden
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
Chin. Ind. Rest. Hongkong
Lunch a f 1.75
„DE SLEUTELSPECIALIST"
WIE WINT
de LINCOL.RACE-AUTO
Gaat men op de plaatselijke omstandigheden van ons muziekwereldje af, dan
behoeft men zich over het voortbestaan van onze amateurskoren en
symphonie-orkesten, benevens van ons beroepsorkest de H.O.V., met
ongerust te maken.
De grote gemengde koren, die geregeld oratoria e.d. uitvoeren, handhaven
zich op muzikaal en, voor zover wij het kunnen nagaan, ook op t'inanciëel
terein (de Christelijke Oratoriumvereniging heeft het zelfs aangedurfd „Jeanne
d'Arc" van Honegger in studie te nemen). Van de voornaamste mannenkoren
kan hetzelfde worden gezegd. Al voeren deze koren geen omvangrijke werken
uit, zij komen doorgaans met welverzorgde programma's voor de dag. En al
deze koren hebben hun „aanhang", hun concerten worden voldoende bezocht
en gewaardeerd.
De amateurs-symphonie-orkesten niet alleen het getal oratorium-koren,
maar ook het getal amateursorkesten gaat boven dat van vele steden, waar
onder ook de hoofdstad, uit komen ook op voortreffelijke wijze voor de dag.
Zij studeren, goed gezien, het gehele seizoen voor een enkel 'concert, maar
brengen dan ook hoogstaande werken in een welverzorgde uitvocrine.
Nu de pogingen om het Residentie-
Orkest of het Rotterdams Philharmo-
nisch Orkest op te heffen schipbreuk
zullen lijden, moet het niet onwaar
schijnlijk genoemd worden, dat men
aan de Haarlemse Orkest Vereniging
zal gaan tornen. Onze muziekrecen
sent, Ol. Koop, geeft daaromtrent in
nevenstaand artikel zijn mening en
wij mogen zijn conclusie hier nog
eens met nadruk onderschrijven, dat
de „Vrienden van de H.O.V." zich
hecht aaneensluiten om op het onver
hoopte uur, dat een dreiging voor de
H.O.V. werkelijkheid zou worden,
paraat te zijn.
Rest nu nog ons beroepsorkest, de
H.O.V. Hiermede gaat het uitstekend,
zal men onwillekeurig en terecht op
merken. Seizoen 1949-1950 bracht na de
bekende oplossing een verademing. Het
orkest stond onder leiding van dirigent
Toon Verhey direct op een belangrijk
hoger peil, de belangstelling steeg en de
concertbezoeker, al of niet abonné. toon
de zich voldaan. Seizoen 1950-1951 is in
gezet en alles wijst er 8p, dat het nog
immer in stijgende lijn gaat. Viel eerst
de aandacht op het veel betere ensem
ble-spel, zowel van elke groep als van
het gehele orkest, thans vraagt het nog
steeds beter wordend individueel of wel
solospel bij strijkers en blazers de aan
dacht.
Het aantal en gehalte der leden-abon-
ré's, niet wat rang en stand, maar wat
muzikale ontwikkeling aangaat, blijkt
sterk vooruitgaande. Er is daarom op
geen enkel punt vrees te koesteren voor
achteruitgang.
Er zijn echter verschijnselen aan de
Nederlandse muziekhorizon, die de ge
wone concertbezoeker niet, de inge
wijde wel opvallen en waaraan meer
bekendheid dient te worden gegeven.
Zij kunnen, zo niet direct, het alge
meen belang, dus ook van de concert
bezoeker raken. Hij dient even goed
als een bestuurs- en orkestlid voor zijn
belangen te kunnen opkomen. En ge
dachtig het oude Nederlandse spreek
woord: een gewaarschuwd man telt
voor twee. wijzen wij hier op de na
volgende beroeringen in het algemene
muziekleven.
Het laatste bericht, dat omtrent een
opheffing van het grote Radio-orkest in
de Nederlandse pers criculeerde, luidde:
„De Ned. Radio Unie" heeft besloten al
haar orkesten en koren ongewijzigd te
handhaven tot het nieuwe omroepbestel
zal worden ingevoerd" Hoe dat bestel er
uit zal zien. w.ordt niet vermeld, het is
dan ook nog niet bepaald. Men heeft
wellicht er alleen maar over geconfe
reerd.
Bovenstaand besluit vindt zijn oor-
In zekere zin is de componist Felix
Mendelssohn een der minst omstreden
figuren uit de rij der scheppende toon
kunstenaars. Vrijwel iedereen erkent in
hem het compositorische vakmanschap,
dat hij reeds als jong toonkunstenaar in
hoge mate bezat, hierdoor in staat ge
steld door afkomst en milieu. Dat on
danks dit alles een groot de'el zijner
werken meer en meer vergeten gaat
worden, moet geweten worden aan het
feit, dat zijn ontwikkeling geen gelijke
tred heeft gehouden met zijn klimmen
in jaren. Veel van zijn later werk rolde
wel wat erg gemakkelijk uit zijn vrucht
bare pen der notenkunst. Nogmaals nie
mand echter betwijfelt de belangrijkheid
van deze op en top romantische kunste
naar, zeker niet in enkele zijner onver
gankelijke werken. Voor het gister
avond gegeven ledenconcert had de di
rigent Toon Verhey een zorgvuldige
keuze uit Mendelssohn's oeuvre ge
maakt, t.w. de ouverture Midzomer-
nachtsdroom, het beroemde vioolconcert
en de vierde of zgn. Italiaanse Sympho
nic. Op I7-jarige leeftijd ontstond de
eerstgenoemde ouverture, waarmede
Mendelssohn een zijner grootste mees
terwerken schiep. Met de hem aangebo
ren neiging tot het feeërieke, schildert
hij ons in deze muziek een sprookjeswe
reld voor, die het poëtische element van
de componist in het meest gunstige dag
licht stelt. De uitvoering was geraffi
neerd fijn, terwijl de fagot op onopval
lende wijze de opengevallen tuba-noten
blies. Niet minder geraffineerd was het
Vioolconcert in e, gespeeld door de Ita
liaanse violiste Wanda Luzzato. Ook hier
geen dramatische bezieling of monumen
tale bouw, doch wel ogenblikken van
vervoerende en overtuigende lyriek.
Formidabel, maar tevens zeer schoon
spel van de soliste, die aan haar prach
tig instrument een lyriek ontlokte, die
Mendelssohn's muziek in al haar waarde
schenkt. Willen we toch nog een aan
merking maken, dan zou het haar op
vatting over de -dynamiek betreffen, die
niet geheel overeenkwam met de voor
schriften. Maar zulk een musiceren ver
draagt inmiddels heel wat, zodat de slot
conclusie niet anders dan,de hoogste lof
voor haar brillante weergave mag in
houden. Tot slot dan de Vierde of zgn.
Italiaanse Symphonie. Het programma
tische is slechts vervat in de bijnaam,
die dan ook de stemming en sfeer van
het werk bepaalt. Men treft hier de Zui
delijke, zonnige kleur van indrukken,
die de componist op zijn reis naar Italië
opnam. Het is één en al zon en blijheid,
die de noten als het ware overstraalt.
Deze stemming moet ook Toon Verhey
en het orkest bezield hebben, want we
hoorden een sprankelend, levensblij mu
siceren, dat weldadig aandeed. Intussen
weer eens een bewijs hoe dirigent en
orkest op weg zijn all round te worden,
ook wat de programma-keuze betreft.
Ongetwijfeld liet dit Mendelssohn-pro
gramma niet na, een succesvolle indruk
bij de vele toehoorders te verwekken.
JAN LAARVELD
GEBOREN: T. P. ZoutmanRidder-
hof; F. de GansSpitse; F. B. Stevens
van Essen; A. W. S. Winkelvan Raal-
tc; G. H. Schuringvan der Werff; L.
J. HinFrancken, allen zoon. C. J.
Steenkistvan der Pol; S. de Gooijer
Cornet; E. A. VetMascini; H. J. Brin
kerhof-Memelink; H KanGooijer; J.
M. Bijlsmavan de Griendt; allen doch-
tor
OVERLEDEN: G. L. Krijnen, 74
Oostindiëstraat; A. F. M. Tobé. 56 j.,
Kamperlaan; P. J. Uitendaal. 36 j., Adr.
de Jongestraat; P. D. M. Postma. 5 m„
Arnoldystraat; J. H. Daudey. 69 j„
Kruisstraat; L KlaverZwart, 79 j„
Spaarnwouderstraat; H. G. Meijer, 63 j
Padangstraat; D. van OeiÖudakker,
72 j.. Kloosterstraat.
sprong in een z.g. orkestenstrijd Het
grote omroeporkest „zuigt" meerdere
beste krachten van de andere orkesten
weg door het lcunnon betalen van veel
hogere salarissen (die zuigkracht wordt
onbegrijpelijk door de Unie eerder ont
kend dan bevestigd). De samenstelling
van deze orkesten wordt hierdoor min
der stabiel, met het gevolg: kans voor
een 'lager arti^ek niveau. Voegt men
hierbij het te geringe aantal concerten
of wel de te lage opbrengst van de
er.trée-prijzen tegenover de steeds ho
gere lasten, dan kan men begrijpen dat
er een uitweg moet worden gezocht, daar
de overheidsinstanties de subsidies maar
niet altoos kunnen verhogen.
Als één der oplossingen gold: Het grote
Radio-Orkest opheffen, de beschikbaar
komende krachten verdelen over de an
dere orkesten van ons land, het Amster
dams Concertgebouworkest opdragen
behalve zijn eigen ook de voornaamste
concerten voor de Radio te verzorgen, en
de kleinere orkesten buiten hun eigen
werkkring de overige Radio-concerten
op te dragen. Hiermede zou een grotere
bezetting en een beter bestaansrecht
voor alle orkesten, dus tevens voor onze
H.O.V. worden verkregen!
Nu zal de lezer opmerken, dat een
dusdanige oplossing niet in het nadeel,
doch in het voordeel van onze H O.V.
komt. Zeer terecht, maar niemand zal
met zekerheid willen beweren, dat deze
oplossing eenmaal haar beslag krijgt. De
Radio-Unie gaat, gezien haar thans ge
nomen besluit, er niet mede accoord.
De regering overweegt al een andere
oplossing en zo deze niet tot stand komt.
kan het voortbestaan van de H.O.V. er
mede gemoeid zijn.
Nadat eerst de opheffing van het Rot
terdams Orkest ter sprake was gebracht,
heeft het Departement van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen (om de sub
sidies te kunnen verlagen, want daar
gaat het tenslotte om), een voorstel aan
de gemeentebesturen van Amsterdam,
Den Haag en Rotterdam gedaan tot fusie
van het Residentie- en het Rotterdams
Philharmonisch orkest en (volledigheids
halve vermelden wij het volgende) tot
verplaatsing van de Ned. Opera van
Hoofd- naar Hofstad. Aldaar zou de
Opera geheel over het Gebouw van Kun
sten en Wetenschappen kunnen beschik
ken, dit mede in verband met de ver
plaatsing van 't orkest. Hieraan zij als
nog toegevoegd, dat het Haags Orkest uit
bezuiniging momenteel over slechts één
diligent beschikt.
Wanneer men nu deze oplossing aan de
zaak geeft, dan zullen in Den Haag toch
Symphonische concerten moeten worden
gegeven en wel door het Rotterdams,
Amsterdams en misschen ook door het
Haarlems orkest. Alweer een voordeel
voor onze H.O.V.. zou men kunnen zeg
gen. Het is echter begrijpelijk, dat de
burgerij van Rotterdam en Den Haag
zich beide tegen de opheffing van hun
orkest met kracht zullen verzetten en
wat dan?
In het blad van de Ned. Federatie
van beroepsverenigingen van kun
stenaars schrijft Marius Flothuis, oud-lid
van het Amsterdams orkest, na de op
heffing van het Haags orkest en de mo
gelijkheid van het voortbestaan er van
te hebben besproken, over het gevaar,
dat men de H.O.V. dan maar wil laten
verdwijnen.
Terecht merkt hij daarentegen op:
„Zelfs tegen de ogenschijnlijk meer
voor de hand liggende opheffing van
de H.O.V. zouden wij ons verzetten, ook
dit orkest voorziet blijkens de druk be
zochte concerten in een culturele be
hoefte van de bevolking en hoe meer
dit orkest zich er op toelegt een reper
toire te spelen, dat overeenkomt met
zijn betrekkelijk beperkte bczettinr, des
te meer rechtvaardigt het zijn bestaan".
Is de opheffing van 'n orkest, in welke
stad dan ook, nodig en gerechtvaardigd?
Heeft niet iedere stad met honderd
duizenden inwoners bij Haarlem moe
ten we zeker de gehele omtrek reke
nen recht op een eigen orkest? Dit
niet alleen als gevolg van het grote
aantal muziekliefhebbers, maar meer nog
door de eigen geaardheid van het cul
turele leven? Zouden de smaken van die
steden door'die geaardheid niet verschil
len, waardoor het repertoire anders in
gesteld moet zijn? De Overheid dient
niet te zien naar de ligging van de ste
den, of b.v. Haarlem gemakkelijk van
uit Amsterdam en Den Haag is te be
reiken, maar naar de behoefte van elke
plaats afzonderlijk. Doet zij dit niet, dan
is bij instandhouding van het Haagse,
de opheffing van het Haarlemse Orkest
niet denkbeeldig.
Zodra over de opheffing van het Rot
terdams Orkest werd gesproken, kwam
aldaar de „Vereniging tot instandhou
ding van het Rotterdams Philharmonisch
Orkest" in actie. Waar zij zich voor het
orkest, dat in de eerste jaren zonder
subsidie werkte, grote offers heeft ge
troost, wil zij ook nu nog grotere offers
brengen.
In Den Haag laat men zich ook zo
maar niet het orkest ontnemen, men
blijft daar op een eigen orkest gesteld.
Waar nu zelfs het Amsterdams Orkest
zijn „vrienden" bezit, in de hoofdstad
zelfs nodig bleek een speciale vereniging
te stichten om het orkest, dat ondanks
de subsidies (van de gemeente alleen
reeds honderd twintig duizend gulden^
niet kan bestaan, te steunen, waarom zou
ook Haarlem dat niet doen? Wij hebben
wel een en ander over 'n dergelijk plan,
maar nog niet van iets positiefs gehoord.
Betracht spoed „vrienden" van het
Haarlems Orkest. Er kan plotseling een
dag komen, dat niet alleen de stem van
liet bestuur en van orkest, doch ook
die en misschien nog wel het meest
van de ^vrienden" moet weerklinken tot
behoud en in verband hiermede tot ver
hoging van de Rijkssubsidie. Zonder dit
laatste is het bestaan van onze onmis
bare H.O.V. onmogelijk.
En dan dient de belangstelling voor
die vereniging van „vrienden" niet zo
gering te zijn zoals die voor een ver
gadering van leden-abonné's, maar die
verenigingi moet kunnen spreken namens
geheel kunstlievend Haarlem!
OL. KOOP
Artsen: M. de Groot, W. Daniëlslaan
14, Santpoort, tel. 8410.
Apotheken (ook nachtdienst): Bloe-
mendaalse Apotheek, Bloemendaalseweg
85, Bloemendaal, tel. K 2500—22181.
BIOSCOPEN:
Rembrandt: Wiener Madeln (14 jaar), 2,
4.15, 7 en 9.15 uur; Palace: De vlam en de
pijl (14 jaar), 2, 4.15, 7 en 9.15 uur; Luxor:
Odette Churchill (14 jaar) 2, 4.15, 7 en
9.15 uur; Frans Hals: Aan de rand van de
afgrond (14 jaar), 2.30, 7 en 9.15 uur. Zo
2, 4.30, 7 en 9.15 uur; City: Da onsterfelijke
wals (14 jaar), 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur;
Spaarne: De koning der wildernis (14 jaar),
2.30, 7 en 9.15 uur. Zo. 2, 4.15, 7 en 9.15 u.
Zaterdag 18 November
Stadsschouwburg: Haagse Comedie met
„Gelukkige jaren", 8 uur.
Concertgebouw: Haarlemse Postfanfare,
8 uur.
Zondag 19 November
Stadsschouwburg: Haagse Comedie met
„Gelukkige jaren".
Concertgebouw: Haags Matrozenkoor,
2.30 uur; „The Ramblers", 8 uur.
Maandag 20 November
Stadsschouwburg: Jubijleum „Alberdingh
Thijm", "Liefdelessen van Molière, 8 uur
Concertgebouw: Ned. Bach-vereniging,
Concert, 8 uur.
APOTHEKEN:
De Zondags- avond- en nachtdiensten van
de apotheken worden van 19—26 November
waargenomen door fa. Duym en Keur, Kei
zerstraat 6, tel. 10378; Begemann en Sneltjes,
Kruisweg 30, tel. 10043; Marjiix Apotheek,
Marnixstraat 65, tel. 23525.
ZIEKENVERVOER:
Fa. Mathot, Gr. Houtstraat 9, telefoon
11000; Margriet, Turfmarkt 19 rd., telefoon
21400; te Heemstede Fa. Buiteman en Co.,
Raadhuisplein 7, telefoon 28523.
Vandaag en morgen komen de dis-
trictskampioenen. die thans reeds ver
scheidene weken bezig zijn om het per
soonlijk kampioenschap van de provin
cie Noord-Holland te spelen met als
voornaamste inzet „deelname aan het
tournooi om het nationaal kampioen
schap", in Haarlem een ronde spelen.
Aan deze wedstrijden wordt door W.
de Jong van Oosterkwartier en N. Blom
van H.D.C. beiden uit Haarlem en door
J. Drayer van St. Bavo Heemstede
deelgenomen. Tot de favorieten behoort
ook eerstgenoemde die het de Amster
dammers zeer lastig maakt.
Beide ronden worden gespeeld in de
bovenzaal van Rest. Munnicks aan de
Grote Markt. Op Zaterdag wordt be
gonnen om 4 uur en op Zondag te 11
uur. Belangstellenden hebben gratis
toegang.
Wanneer U Jules Verstraete niet zou
kennen en hem op straat zou ontmoe
ten, zou u misschien weifelen in uw
conclusie, of hij voorzitter van de Re
kenkamer is, leider van een export
firma of hoogleraar in het belasting
recht. Of men iemand dan kan aanzien
dat hij hoogleraar in het belastingrecht
is, wanneer hij een ommetje maakt of
een glaasje bier drinkt? Neen, dat niet,
maar wanneer Jules Verstraete in Seoel
zou rondlopen, zou men hem ook niet
voor toneelspeler verslijten. Waarmede
wij maar willen zeggen, dat de tijd
voorbij is, waarin de „comediant" rond
liep in een groene jas en een paarse
hoed en zijn mening over het weer te
kennen gaf op een toon, alsof Shylock
zijn grote scène in de rechtszaal speelt.
En waarmede wij ook willen zeggen,
dat schijn dus bedriegt. Want Jules Ver-
strate IS toneelspeler, knap, gerouti
neerd, vaardig, zoals wij hem allen
kennen: hij is acteur met alle animo,
liefde en ambitie. Hij is het en hij is
het graag, ondanks alles.
„Dat heb ik met zoveel collega's ge
meen. En bij mij zit het in de familie.
Mijn grootmoeder. Julie VerstraeteLa-
quet, stond als meisje van twaalf jaar
op de planken, en mijn moeder, Marie
Verstraete, was goed en wel acht, toen
zij haar eerste rol opknapte in De El
lendigen. Zij hebben zowat hun hele
leven 'gespeeld, en dat hoop ik ook te
doen. Dat is kort en goed mijn toe
komstbeeld en mijn plan: toneelspelen.
Ik kan mij mezelf niet als ambteloos
burger voorstellen; als ik niet meer
speel, zou het wat men noemt, mijn
dood zijn. Trouwens, laten we dat' „on
danks alles" niet te dramatisch opne-
,men. Natuurlijk, als je in een. stuk zit,
dat, gelukkig, veel gespeeld wordt, is
het repeteren, reizen en spelen, en al
les bij elkaar is dat een aardige dag-
vulling. Maar dat hoort er nu eenmaal
bij, als je spelen wilt. En we willen
immers spelen?"
Ook met de filmcamera heeft Jules
Verstraete kennis gemaakt. In de der
tiger jaren speelde hij in de film „Rub
ber'1 van Gerard Rutten.
Advertentie
vervoeren Uw goederen. Daarvan kunt ook U profiteren
Besteldienst A.B.C., Barrevoetestr. 2, Hrl. Tel. 18428, na 6 u. 14810 -14155
24 November zal voor de meesten van u een heel gewone dag zijn; voor ons ook.
En maar weinigen zullen weten, dat het op die datum 30 jaar geleden is, dat mej.
D. R. J. Piers haar intrede deed in de Gemeentelijke Bank van Lening in de
Kleine Houtstraat. Dertig jaar lang heeft zij klaar gestaan voor mensen uit aller
lei kringen, die tijdelijk in geldnood zaten; hoewel dat tydeljjk ook niet altijd
uitkomt. Want onder haar klanten bevonden zich ware stamgasten, die onophou
delijk terugkwamen.
De voornaamste bevolkingsgroep, die geregeld de steun van de Bank inroept, is
in de loop dier dertig jaren wel een volkomen andere geworden. Aanvankelijk
waren het vooral de arbeiders, die goederen kwamen belenen; maar door de vele
verbeterd. Nu is het de middenstand, die de lasten van de tjjd begint te gevoelen;
sociale voorzieningen van de laatste jaren is hün financiële positie aanmerkelijk
de kleinere winkeliers vooral worden de laatste jaren hetgeen al vóór de
oorlog begon gedwongen hun goederen te belenen. Dit is wel een heel duide
lijk teken voor degenen, die denken, dat de arbeiders boven alle anderen be
voordeeld moeten worden, omdat zij in zulke ellendige toestanden verkeren.
Een gunstig teken is evenwel, dat het
aantal beleende panden voortdurend te
rugloopt. Terwijl er in 1948 panden in
de bank lagen voor een totale waarde
van f 71.000 en er 2746 panden gelost
werden tot een waarde van f 75.000, wa
ren er op 31 October 1.1. slechts 1000
panden aanwezig. Meestal waren dit sie
raden (goud, zilver en edelgesteenten),
maar vaak worden ook gebruiksvoor
werpen beleend, zoals naaimachines en
meubilair. Het kwam zelfs voor, dat er
kleding aangeboden werd, die nog maar
met enkele draadjes en lapjes aan elkaar
TT T daar meneer, waarom houdt
IJ u niet voldoende rechts? En u
mevrouw, niet omkijken als u
bij een kruispunt komt....
Zo klinken de waarschuwingen uit
de politie-verkeersauto. Het is in
onze moderne drukke tijd alsof er
maar twee soorten overtreders van de
politie-verordening zijn: de verkeers-
zondaars en de verdwaalden op ver
boden terrein.
Toch is in Haarlem heel wat straf
baar, zóveel, dat het gemeentebe
stuur een boekwerk van 60 bladzijden
heeft laten verschijnen, waarin oude
en nieuwe verbodsbepalingen zijn
opgenomen. In 1928 werd de verorde
ning voor het laatst herzien en, eer
lijk gezegd, er is sindsdien wel een en
ander veranderd.
Hoewel de eerste televisie-toestel
len in onze stad gearriveerd zijn, is
het toch nog niet mogelijk de nieu
we regelingen langs deze weg bekend
te maken. Maar wie weet wat de
demonstraties straks brengen. Dan
hoort u ook: mevrouw, wat is dat
nou? U loopt daar wel met een wild
dier aan een touwtje, maar dat is
krachtens 157 van de politie-verorde
ning verboden. Zelfs bijenhouders
moeten een vergunning vragen.
En dan ziet u een jongen, die op
de bon gaat, omdat hij een pijl en
boog of een katapult bij zich heeft.
Het zal voortaan verboden zijn om
op straat een toespraak te houden.
Die bevliegingen van u, meneer daar
achter, om in een telefooncel te
schuilen als het water van de hemel
hoost, zullen u een boete gaan kosten.
Zelfs in een wachthuisje van de bus
moogt u niet meer verblijven als u
niet van plan bent te bussen.
Die bananenschil daar, hebt u die
weggeworpen, juffrouw? Dat kost u
een bonnetje. Zelfs de drie mannetjes
van Spaamebabbelaar, die over de
brugleuning hangen om kringetjes te
toveren, zijn zwaar in overtreding
Wist u, dat u verplicht bent om
jaarlijks vóór 1 October uw schoor
steen te laten vegen! Dat kinderen
beneden 16 jaar op straat niet mogen
roken (thuis eigenlijk ook niet) en
dat m Haarlem tabaks-automaten
niet zijn toegestaan, in tegenstelling
met b.v. Utrecht, waar ze dat wel
zijn? Dat zijn zo enkele van de 284
artikelen, die u geacht wordt te ken-
nen.
TT7anneer we in het gemeentelijk
1/1/ boekwerk bladeren, zien we
talrijke verbodsbepalingen, die
de jeugd nogal eens overtreedt. De
jeugd van de straat, is een slagzin,
die pas betekenis krijgt als er wat ge
daan wordt om ze ergens anders op te
vangen. Enige ingezetenen van Bloe
mendaal kwamen dan ook een half
jaar geleden op de gedachte ergens in
de gemeente een „Jongensland" te
stichten, op een afgelegen terrein, waar
de knapen hun jeugd zouden kunnen
uitvieren. Als Haarlemmers met zo'n
idee op de proppen waren gekomen,
zou niemand dat raar hebben gevon
den, maar Bloemendaal stelt men zich
voor als een deftige gemeente, waar ook
wel eens vandalisme gepleegd wordt,
maar waar de rust toch over het alge
meen troef is. Het comité heeft dan ook
niets kunnen bereiken. De gemeente
bleek geen geschikt terrein te hebben
en de ouders voelden er niet veel voor,
zodat een illusie in rook is opgegaan.
Nu lijkt mij ook, dat de initiatiefne
mers weinig begrip hebben getoond
voor de waarde van publiciteit. Het co
mité is fel van leer getrokken tegen
het gemeentebestuur de raad heeft
er ook maar drie woorden aan gewijd
dat in deze kwestie een zeer matige
houding zou hebben aangenomen,
maar even fel zou ik willen vragen
waarom het comité zo mat is geweest
om de katholieke krant met geen
woord in te lichten. Hoe wil men nu in
hemelsnaam de katholieke bevolking
van Bloemendaal méé krijgen, als men
buiten haar dit Jongenslandhield?
e zalig-gelovende kleintjes den
ken nu alleen maar aan de goed
heiligman, die 's nachts over de
daken op een schimmel waart en goed
en kwaad zorgvuldig registreert. Als
ze Sint Nicolaas in hoogst eigen per
soon willen zien, krijgen ze kans ge
noeg. Vroeger dan enig jaar is de
bisschop uit Spanje gekomen en hij is
blijkbaar dol op varen, want in Haar
lem komt hij driemaal per boot aan.
De ene keer wat luxueuzer dan de an
dere, de ene keer wat waardiger dan
de andere, maar altijd als Sinterklaas.
Het feest begon in d,e Kleine Hout
straat, met duizenden kinderen. Kort
daarop kwam de stoomboot van een
warenhuis aan, de volgende week
Woensdag meert de boot van de Cron-
jèstraat-vereniging aan de Klopper-
singel en vanmiddag gaat hij met de
padvindersband voorop door de Leidse-
buurt. Misschien verschijnt de heilig-
man ook op andere plaatsen in vol
ornaat, zodat de jeugd niet te klagen
heeft. Een kleine vroeg mij welke Sint
nu de echte is. Ik antwoordde, dat ze
allemaal echt zijn, want dat de kinder
vriend alomtegenwoordig is. Maar die
vraag doet de wedervraag rijzen of een
klein beetje coördinatie niet mogelijk
is. En spaar ons volgende jaren voor
de opvatting, dat wie het eerste de
boot aan laat komen, het grootste re
clame-rendement incasseert. Dan zie ik
nog gebeuren, dat we eind 'Augustus
aan de Spaarnekant zingen: 't heerlijk
avondje is gekomen, 't avondje van
Sinterklaas
N.B. Spaamebabbelaar heeft nog eni
ge uren in de eerste week van Decem
ber over voor u begrijpt me wel. Hij
is beslist beschaafd, zegt niet Jén maar
Jan, heeft een religieuze inslag, een net
pak en een goede coiffeur. Vergoeding
naar draagkracht, waartoe belastingbil
jet getoond dient te worden. Aanvra
gen onder motto: hoe huppelt zijn
paardje!
vast zat; zulke zaken van geen waarde
werden natuurlijk geweigerd. Ook aan
bieders van kinderwagens, herenhoeden
in velerlei staat en portefeuilles
moesten ervaren, dat men op de bank
van lening voor zulke zaken geen inte
resse had.
Enige tijd geleden heeft men ook
aan een andere belening een eind ge
maakt, waarvan door verschillende
uitgeslapen lieden gebruik werd ge
maakt om een goedkope fietsenstalling
te verkrijgen. Het begon hoe langer
hoe meer voor te komen, dat bepaalde
personen er een gewoonte van gingen
maken, hun fiets te belenen tegen een
zeer laag bedrag, en hem b.v. na een
dag weer kwamen inlossen. Op deze
wijze waren zij veel goedkoper uit dan
bij een gewone fietsenstalling, maar
het spreekt vanzelf, dat deze grappen
makerij niet al te lang heeft geduurd.
Al gauw had men de slimme jongens
door en werden fietsen ook geweigerd.
Er is echter een bepaalde soort mensen
geweest, die van de „fietsenstallings-
politiek" bijzonder geprofiteerd hebben:
dat was de zwijntjesjagende Duitse
Weermacht. Wanneer er een razzia
kwam op fietsen, was alles, wat zij te
doen hadden, even naar de Bank viCi
Lening te wandelen en daar de aanwezige
fietsen mee te nemen. Op deze manier
is een vrjj groot aantal rijwielen voor de
eigenaars verloren gegaan. Hadden ech
ter niet zovele lieden hun fiets bij de
bank „gestald", dan was de schade zeker
minder groot geweest.
BOOT
Het zal de lezer opvallen, dat wij
voortdurend in de verleden tijd' hebben
gesproken. Dit vindt zijn reden in het
feit, dat zeer binnenkort de Gemeente
lijke Bank van Lening, die nu zeer nauw
samenwerkt met de Volkscredietbank
van Haarlem en omliggende gemeenten,
geheel gaat verdwijnen. Wij vermeldden
'hierboven reeds net
teruglopen van het
aantal panden; er
zijn evenwel nog
andere oorzaken,
die het voortbestaan
van de Bank on
nodig maken. Thans
reeds heeft de
V olkscredietbank
zijn taak al groten
deels overgenomen.
Zodoende komt er
dus een eind aan de
geschiedenis van de
Gemeentelijke Bank
van Lening. Het zal
dan niet meer voor
komen, dat iemand
zonder zijn vrouw
er in te kennen
iets naar „Ome Jan"
ging brengen, en
daar al vele voor
werpen ontdekte uit
zijn huis, die zijn
vrouw daar heen
gebracht had, zon
der hem er iets van
te vertellen! De
bank gaat verdwij
nen, want hij begint
in deze, in sociaal
opzicht vrjj zekere
tijd eigenlijk over
bodig te worden.
Misschien dat boze
tongen het zo for
muleren. dat Ome
Jan alleen maar
verdwijnt, daar Ome
Joe aan de horizon
verschijnt. Maar wij
zeggen: dat zijn
boze tongen.
Wij kennen Jules Verstraete als een
acteur, die ons dikwijls bezighoudt en
boeit door zijn nuchter-geestig, gede
cideerd spel, natuurlijk, vlot en schijn
baar zonder enige inspanning weggege
ven, en dat bewijst zijn gelukkig en
soepel talent. Want dat niet in het
oog lopende, natuurlijke spel (zet eens
iemand zonder talent in de „gewone"
rol van de vader in ,,'n Vreemd Meis
je". en wacht u eens af wat ervan te
recht komt) is precies het tegenge
stelde van wat hij in zijn eerste tijd
gedaan heeft. Dat was het dikke, zéér
romantische spel en de zware verf van
de drakdntijrï. Er is meer dan middel
matig talent nodig om van dit genre
over te schakelen naar het werkelijk
heids-drama (Heijermans) en later naar
het modern^ repertoire. Wij bezitten,
gelukkig, meer toneelkunstenaars, die
dit hebben volbracht,
„Ik was vijftien jaar, toen ik mijn
eerste engagement in Antwerpen kreeg",
vertelt Jules Verstraete. „Ik kwam uit
een toneelspelersfamilie en ik ging,
zonder toneelschool en zo het vak in.
De practijk was de school en geen
slechte school. Je zat er immers de hele
dag met je neus bij. overdag bij de re
petitie en 's avonds bij de voorstelling.
Niet dat je dadelijk met een grote rol
werd blij gemaakt, maar je was er toch
altijd bij, omdat je ook moest figureren.
Dat stond in het contract, zoiets van:
„U wordt geëngageerd voor zeven maan
denenzovoorts, en dan: „en om ts
figureren in de grote stukken." Wat die
grote stukken waren? Nee, nee, geen
Shakespeare of een klassiek treurspel
van de Grieken, maar De .Gebochelde,
De Twee Weezen, Rogier c>a geschand
vlekte of De Noodlottige Gelijkenis, De
Twee Rozen of De Grafkelder d<V Grij
ze Monniken. Het figureren was er al
tijd bij voor beginnelingen; 't duurde
zo'n jaar of tweÊ, daarna was je er wel
van af, als er iets in je zat. We zullen
maar zeggen, dat er in mijn geval wer
kelijk iets in zat, want na die leer- en
figurantentijd kreeg ik er aardig werk
te doen. Jonge amoureuze rollen heb- ik
eigenlijk weinig gespeeld, ik zat al
gauw in het karakterwerk, en dat be
viel me best. Mijn moeder w-as het daar
mee volkomen eens. O, ik betreur die
melodramatische drakerige tijd niet;
ik heb er veel geleerd, er zat een goed
stel spelers daar in de Kon. Nederland
se Schouwburg in Antwerpen, maar ik
zit toch ook niet te treuren om die goeie
ouwe tijd. Ik heb even prettige herin
neringen aan mijn latere tijd bij ver
schillende gezelschappen in Nederland,
en aan de periode in Antwerpen, toen
wij Heijermans gingen spelen, o.a. Al
lerzielen, Schakels en Op Hoop van Ze
gen, waarin ik Geert heb gespeeld. Dit
voor die tijd moderne werk hebben wij
gebracht, toen dr„ v. d. Horst met Louis
Bertrijn de directie van de Kon. Ned.
Schouwburg voerde; weet u, het was
voorgeschreven, dat aan de K. N. S. ook
een Nederlandse directeur en regisseur
was verbonden.
Wij speelden toen een seizoen van ze
ven maanden vol, maar we werden ook
maar zeven maanden betaald. En aan
gezien de salariëring niet hoog genoeg
was om er een heel jaar van te leven,
moesten we in de overige vijf maanden
iets anders doen.
s Zomers ging je dus maar
even een baantje zoeken, en zie
daar waarom ik bijvoorbeeld de kost
heb verdiend tijdelijk, als diamastslij-
per, letterschilder, loodgieter en var
kensslager. Zogezegd charcutier. J a,
ja
Antwerpen werd overweldigd in
1914; evenals Magda Janssens, John
Gobau, Dom de Gruyter en anderen
ging Jules Verstraete naar Nederland.
De naam was er, tussen haakjes, niet
onbekend. Julie Verstraete—Laquet had
hier, 'n halve eeuw vroeger, als lid van
het gezelschap van Victor Driessen een
zeer goede naam gevestigd, evena's
Marie Verstraete. Jules is in '14 in de
Maasstad terecht gekomen, bij de Rot
terdammers onder Van Eijsden. Ruim
tien jaar later naar Antwerpen terug,
doch dat duurde niet lang.
„De directie van een troep in een
volksschouwburg op de Meir in Ant
werpen was me aangeboden. Daar ging
ik heen als regisseur ja, ik heb van
mijn leven ook geregisseerd en dat zal
ik nog wel eens doen. 't Ging goed in
die volksschouwburg, we hadden suc
ces en waarachtig niet alleen met
volksstukken. Maar nu wil het geval,
dat de zaak zo'n beetje onder leiding
stond van de socialistische partij, die
Advertentie
RADIO-EN GRAMOFOONSPECIALIST
MOOIE HOUTSTRAAT 108 TEL13044 HAARLEM
12
- voor alle Platen
Langspeelplaten
Gramofoons
El. gramofoons
Pick-up-installaties
Platenwisselaars
Platenalbums
De Radio- en Gramofoon-
specialist sedert 191S
NIEUW! Juist uitgekomen:
„5 DECEMBER"
een buitengewone St. Nicolaas-plaat
voor Iedereen.
Advertentie
Advertentie
HAARLEM
Advertentie
bestaande uit: SOEP LOEMPIA,
BAMI OF NASIGORENG KOFFIE
HAARLEM SMEDESTRAAT 21
Advertentie
LANGE VEERSTRAA3? 10 TEL. 11493
Advertentie
Vraag gratis formulier aan de Lincol-
winkelier, 25 November inleveren.
H. STAM, Dr. Spaarne 20, Haarlem.
Advertentie
Eleclrisch Gereedschap
hoofdvertegenwoordiger
Advertentie
RADIO
Van ouds bekend. Tel. 14609
Officieel Philips-reparateur
Kruisstraat 38 - Haarlem
Dertig jaar lang heeft mejPiers klaar geslaan voor mensen
uit allerlei kringen.
ook voor de financiën zorgde; ze waren
het er niet mee eens, dat ik het werke
lijk goede repertoire speelde, ze wil
den operettes hebben, Rooie Sien en
meer van dat spul. Maar daar voelde
ik niets voor, en het eind van het liedje
was, dat ik hun een jaar van mijn con
tract cadeau gaf en zij mij zeven maan
den salaris uitbetaalden. Ik terug naar
Holland, hetgeen mijn vrouw, ofschoon
Antwerpse van geboorte, helemaal niet
betreurde; zij was het daar in Antwer
pen helemaal ontwend, en het was
waar, we hadden het in Rotterdam erg
gezellig gehad.
Zo vertelt Jules Verstraete verder
over zijn afwisselend leven, waarin ver
schillende perioden van theaterkunst
zijn vervat, van de drakentijd tof het
moderne repertoire. Hij vertelt rustig en
kalm, doch achter dit kalme gesprek
over een leven in dienst van het to
neel voelt men de geestdrift en liefde
van deze acteur voor zijn kunst, waar
aan hij- trouw is gebleven orider goede
en minder goede omstandigheden, en
waarvoor hij wil werken zolang hij kan.
Een acteur, die door de oorlog uit zijn
land naar het onze werd gedreven, ge
lijk andere kunstenaars van formaat,
zoals Magda Janssens en John Gobau,
en die gelukkig in ons land zijn geble
ven; wij zouden hen sterk missen «n
ons toneelleven, indien zij waren ver
trokken. Al biedt het toneel in Neder
land zijn dienaren geen overlopende
buidel plus een bed van rozen, er schijnt
toch nog wel iets goeds in te zijn.
Voordat hij van zijn praatstoel ver
huist naar de kleedkamer om in ,,'n
Vreemd meisje" de vader te gaan spelen,
als een rots van gezellige rust tussen
al die opgewonden standjes, komt hem
nog een aardige anecdote uit zijn eerste
jaren in herinnering.
,,'t Was in de tijd, dat ik nog moest
figureren in Antwerpen. Ik moest een
oude neger spelen in De Negerhut van
Oom Tom, ik had niets anders te doen
dan één keer met een zware vracht over
het toneel te lopen, 't Was mijn kun
stenaarstrots zeker te veel om mij
daarvoor helemaal zwart te schminken
ik redeneerde: ik loop één keer
van links naar rechts, ik schmink dus
alleen mijn linkerwang. Goed, ik sjouw
met mijn baal over het toneel en ik
ben zowat in het midden, of een collega
fluistert tussen de coulissen mij drin
gend toe: „Jules! Je moet de andere
kant af." In mijn verbijstering doe ik
wat hij zegt, draai me om en ga dus ab
blanke af. De zaal vond het bar ple
zierig en ik kreeg vijf francs boete."
Hk. A.