Is het bestaan van de H.O.V. wel voldoende verzekerd? JULES VERSTRAETE: acteur uit een oud toneelgeslacht DE WEEK IN STAD EN STREEK C. J. v. d. Broek Grote waakzaamheid oan Haarlems publiek dringend noodzakelijk MEJ. PIERS JUBILEERT BIJ BARK VAN LENING D OORD Na opheffing Haags en Rotterdams Orkest schipbreuk lijdt: AGENDA I 1 Trouw aan het toneel onder alle omstandigheden Kleine historie van een bekende instelling Klanten in het teken des tijds t HERINGA WUTHRICH SLEUTEL WEG? A, E. O. Radio Moors ZATERDAG 18 NOVEMBER 1950 PAGINA 2 Vrienden van de H.O.V. Bestaansrecht van orkest moet plaatselijk worden gezien H.O.V. LEDENCONCERT Mendelssohn-programma Burgerlijke Stand Opheffing Residentie orkest Haarlem de dupe? SANTPOORT Zondagsdienst DAMMEN GOED, VEILIG EN VOORDELIG Fietsenstalling Einde in zicht BELANGRIJKE PUNTEN VOOR DE KOMENDE FEESTDAGEN OORD OORD- OORD OORD OORD OORD- OORD- OORD OORD OORD OORD Geluidsinstallaties - Gramofoonmotoren - Pick-ups - Naalden CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS Chin. Ind. Rest. Hongkong Lunch a f 1.75 „DE SLEUTELSPECIALIST" WIE WINT de LINCOL.RACE-AUTO Gaat men op de plaatselijke omstandigheden van ons muziekwereldje af, dan behoeft men zich over het voortbestaan van onze amateurskoren en symphonie-orkesten, benevens van ons beroepsorkest de H.O.V., met ongerust te maken. De grote gemengde koren, die geregeld oratoria e.d. uitvoeren, handhaven zich op muzikaal en, voor zover wij het kunnen nagaan, ook op t'inanciëel terein (de Christelijke Oratoriumvereniging heeft het zelfs aangedurfd „Jeanne d'Arc" van Honegger in studie te nemen). Van de voornaamste mannenkoren kan hetzelfde worden gezegd. Al voeren deze koren geen omvangrijke werken uit, zij komen doorgaans met welverzorgde programma's voor de dag. En al deze koren hebben hun „aanhang", hun concerten worden voldoende bezocht en gewaardeerd. De amateurs-symphonie-orkesten niet alleen het getal oratorium-koren, maar ook het getal amateursorkesten gaat boven dat van vele steden, waar onder ook de hoofdstad, uit komen ook op voortreffelijke wijze voor de dag. Zij studeren, goed gezien, het gehele seizoen voor een enkel 'concert, maar brengen dan ook hoogstaande werken in een welverzorgde uitvocrine. Nu de pogingen om het Residentie- Orkest of het Rotterdams Philharmo- nisch Orkest op te heffen schipbreuk zullen lijden, moet het niet onwaar schijnlijk genoemd worden, dat men aan de Haarlemse Orkest Vereniging zal gaan tornen. Onze muziekrecen sent, Ol. Koop, geeft daaromtrent in nevenstaand artikel zijn mening en wij mogen zijn conclusie hier nog eens met nadruk onderschrijven, dat de „Vrienden van de H.O.V." zich hecht aaneensluiten om op het onver hoopte uur, dat een dreiging voor de H.O.V. werkelijkheid zou worden, paraat te zijn. Rest nu nog ons beroepsorkest, de H.O.V. Hiermede gaat het uitstekend, zal men onwillekeurig en terecht op merken. Seizoen 1949-1950 bracht na de bekende oplossing een verademing. Het orkest stond onder leiding van dirigent Toon Verhey direct op een belangrijk hoger peil, de belangstelling steeg en de concertbezoeker, al of niet abonné. toon de zich voldaan. Seizoen 1950-1951 is in gezet en alles wijst er 8p, dat het nog immer in stijgende lijn gaat. Viel eerst de aandacht op het veel betere ensem ble-spel, zowel van elke groep als van het gehele orkest, thans vraagt het nog steeds beter wordend individueel of wel solospel bij strijkers en blazers de aan dacht. Het aantal en gehalte der leden-abon- ré's, niet wat rang en stand, maar wat muzikale ontwikkeling aangaat, blijkt sterk vooruitgaande. Er is daarom op geen enkel punt vrees te koesteren voor achteruitgang. Er zijn echter verschijnselen aan de Nederlandse muziekhorizon, die de ge wone concertbezoeker niet, de inge wijde wel opvallen en waaraan meer bekendheid dient te worden gegeven. Zij kunnen, zo niet direct, het alge meen belang, dus ook van de concert bezoeker raken. Hij dient even goed als een bestuurs- en orkestlid voor zijn belangen te kunnen opkomen. En ge dachtig het oude Nederlandse spreek woord: een gewaarschuwd man telt voor twee. wijzen wij hier op de na volgende beroeringen in het algemene muziekleven. Het laatste bericht, dat omtrent een opheffing van het grote Radio-orkest in de Nederlandse pers criculeerde, luidde: „De Ned. Radio Unie" heeft besloten al haar orkesten en koren ongewijzigd te handhaven tot het nieuwe omroepbestel zal worden ingevoerd" Hoe dat bestel er uit zal zien. w.ordt niet vermeld, het is dan ook nog niet bepaald. Men heeft wellicht er alleen maar over geconfe reerd. Bovenstaand besluit vindt zijn oor- In zekere zin is de componist Felix Mendelssohn een der minst omstreden figuren uit de rij der scheppende toon kunstenaars. Vrijwel iedereen erkent in hem het compositorische vakmanschap, dat hij reeds als jong toonkunstenaar in hoge mate bezat, hierdoor in staat ge steld door afkomst en milieu. Dat on danks dit alles een groot de'el zijner werken meer en meer vergeten gaat worden, moet geweten worden aan het feit, dat zijn ontwikkeling geen gelijke tred heeft gehouden met zijn klimmen in jaren. Veel van zijn later werk rolde wel wat erg gemakkelijk uit zijn vrucht bare pen der notenkunst. Nogmaals nie mand echter betwijfelt de belangrijkheid van deze op en top romantische kunste naar, zeker niet in enkele zijner onver gankelijke werken. Voor het gister avond gegeven ledenconcert had de di rigent Toon Verhey een zorgvuldige keuze uit Mendelssohn's oeuvre ge maakt, t.w. de ouverture Midzomer- nachtsdroom, het beroemde vioolconcert en de vierde of zgn. Italiaanse Sympho nic. Op I7-jarige leeftijd ontstond de eerstgenoemde ouverture, waarmede Mendelssohn een zijner grootste mees terwerken schiep. Met de hem aangebo ren neiging tot het feeërieke, schildert hij ons in deze muziek een sprookjeswe reld voor, die het poëtische element van de componist in het meest gunstige dag licht stelt. De uitvoering was geraffi neerd fijn, terwijl de fagot op onopval lende wijze de opengevallen tuba-noten blies. Niet minder geraffineerd was het Vioolconcert in e, gespeeld door de Ita liaanse violiste Wanda Luzzato. Ook hier geen dramatische bezieling of monumen tale bouw, doch wel ogenblikken van vervoerende en overtuigende lyriek. Formidabel, maar tevens zeer schoon spel van de soliste, die aan haar prach tig instrument een lyriek ontlokte, die Mendelssohn's muziek in al haar waarde schenkt. Willen we toch nog een aan merking maken, dan zou het haar op vatting over de -dynamiek betreffen, die niet geheel overeenkwam met de voor schriften. Maar zulk een musiceren ver draagt inmiddels heel wat, zodat de slot conclusie niet anders dan,de hoogste lof voor haar brillante weergave mag in houden. Tot slot dan de Vierde of zgn. Italiaanse Symphonie. Het programma tische is slechts vervat in de bijnaam, die dan ook de stemming en sfeer van het werk bepaalt. Men treft hier de Zui delijke, zonnige kleur van indrukken, die de componist op zijn reis naar Italië opnam. Het is één en al zon en blijheid, die de noten als het ware overstraalt. Deze stemming moet ook Toon Verhey en het orkest bezield hebben, want we hoorden een sprankelend, levensblij mu siceren, dat weldadig aandeed. Intussen weer eens een bewijs hoe dirigent en orkest op weg zijn all round te worden, ook wat de programma-keuze betreft. Ongetwijfeld liet dit Mendelssohn-pro gramma niet na, een succesvolle indruk bij de vele toehoorders te verwekken. JAN LAARVELD GEBOREN: T. P. ZoutmanRidder- hof; F. de GansSpitse; F. B. Stevens van Essen; A. W. S. Winkelvan Raal- tc; G. H. Schuringvan der Werff; L. J. HinFrancken, allen zoon. C. J. Steenkistvan der Pol; S. de Gooijer Cornet; E. A. VetMascini; H. J. Brin kerhof-Memelink; H KanGooijer; J. M. Bijlsmavan de Griendt; allen doch- tor OVERLEDEN: G. L. Krijnen, 74 Oostindiëstraat; A. F. M. Tobé. 56 j., Kamperlaan; P. J. Uitendaal. 36 j., Adr. de Jongestraat; P. D. M. Postma. 5 m„ Arnoldystraat; J. H. Daudey. 69 j„ Kruisstraat; L KlaverZwart, 79 j„ Spaarnwouderstraat; H. G. Meijer, 63 j Padangstraat; D. van OeiÖudakker, 72 j.. Kloosterstraat. sprong in een z.g. orkestenstrijd Het grote omroeporkest „zuigt" meerdere beste krachten van de andere orkesten weg door het lcunnon betalen van veel hogere salarissen (die zuigkracht wordt onbegrijpelijk door de Unie eerder ont kend dan bevestigd). De samenstelling van deze orkesten wordt hierdoor min der stabiel, met het gevolg: kans voor een 'lager arti^ek niveau. Voegt men hierbij het te geringe aantal concerten of wel de te lage opbrengst van de er.trée-prijzen tegenover de steeds ho gere lasten, dan kan men begrijpen dat er een uitweg moet worden gezocht, daar de overheidsinstanties de subsidies maar niet altoos kunnen verhogen. Als één der oplossingen gold: Het grote Radio-Orkest opheffen, de beschikbaar komende krachten verdelen over de an dere orkesten van ons land, het Amster dams Concertgebouworkest opdragen behalve zijn eigen ook de voornaamste concerten voor de Radio te verzorgen, en de kleinere orkesten buiten hun eigen werkkring de overige Radio-concerten op te dragen. Hiermede zou een grotere bezetting en een beter bestaansrecht voor alle orkesten, dus tevens voor onze H.O.V. worden verkregen! Nu zal de lezer opmerken, dat een dusdanige oplossing niet in het nadeel, doch in het voordeel van onze H O.V. komt. Zeer terecht, maar niemand zal met zekerheid willen beweren, dat deze oplossing eenmaal haar beslag krijgt. De Radio-Unie gaat, gezien haar thans ge nomen besluit, er niet mede accoord. De regering overweegt al een andere oplossing en zo deze niet tot stand komt. kan het voortbestaan van de H.O.V. er mede gemoeid zijn. Nadat eerst de opheffing van het Rot terdams Orkest ter sprake was gebracht, heeft het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (om de sub sidies te kunnen verlagen, want daar gaat het tenslotte om), een voorstel aan de gemeentebesturen van Amsterdam, Den Haag en Rotterdam gedaan tot fusie van het Residentie- en het Rotterdams Philharmonisch orkest en (volledigheids halve vermelden wij het volgende) tot verplaatsing van de Ned. Opera van Hoofd- naar Hofstad. Aldaar zou de Opera geheel over het Gebouw van Kun sten en Wetenschappen kunnen beschik ken, dit mede in verband met de ver plaatsing van 't orkest. Hieraan zij als nog toegevoegd, dat het Haags Orkest uit bezuiniging momenteel over slechts één diligent beschikt. Wanneer men nu deze oplossing aan de zaak geeft, dan zullen in Den Haag toch Symphonische concerten moeten worden gegeven en wel door het Rotterdams, Amsterdams en misschen ook door het Haarlems orkest. Alweer een voordeel voor onze H.O.V.. zou men kunnen zeg gen. Het is echter begrijpelijk, dat de burgerij van Rotterdam en Den Haag zich beide tegen de opheffing van hun orkest met kracht zullen verzetten en wat dan? In het blad van de Ned. Federatie van beroepsverenigingen van kun stenaars schrijft Marius Flothuis, oud-lid van het Amsterdams orkest, na de op heffing van het Haags orkest en de mo gelijkheid van het voortbestaan er van te hebben besproken, over het gevaar, dat men de H.O.V. dan maar wil laten verdwijnen. Terecht merkt hij daarentegen op: „Zelfs tegen de ogenschijnlijk meer voor de hand liggende opheffing van de H.O.V. zouden wij ons verzetten, ook dit orkest voorziet blijkens de druk be zochte concerten in een culturele be hoefte van de bevolking en hoe meer dit orkest zich er op toelegt een reper toire te spelen, dat overeenkomt met zijn betrekkelijk beperkte bczettinr, des te meer rechtvaardigt het zijn bestaan". Is de opheffing van 'n orkest, in welke stad dan ook, nodig en gerechtvaardigd? Heeft niet iedere stad met honderd duizenden inwoners bij Haarlem moe ten we zeker de gehele omtrek reke nen recht op een eigen orkest? Dit niet alleen als gevolg van het grote aantal muziekliefhebbers, maar meer nog door de eigen geaardheid van het cul turele leven? Zouden de smaken van die steden door'die geaardheid niet verschil len, waardoor het repertoire anders in gesteld moet zijn? De Overheid dient niet te zien naar de ligging van de ste den, of b.v. Haarlem gemakkelijk van uit Amsterdam en Den Haag is te be reiken, maar naar de behoefte van elke plaats afzonderlijk. Doet zij dit niet, dan is bij instandhouding van het Haagse, de opheffing van het Haarlemse Orkest niet denkbeeldig. Zodra over de opheffing van het Rot terdams Orkest werd gesproken, kwam aldaar de „Vereniging tot instandhou ding van het Rotterdams Philharmonisch Orkest" in actie. Waar zij zich voor het orkest, dat in de eerste jaren zonder subsidie werkte, grote offers heeft ge troost, wil zij ook nu nog grotere offers brengen. In Den Haag laat men zich ook zo maar niet het orkest ontnemen, men blijft daar op een eigen orkest gesteld. Waar nu zelfs het Amsterdams Orkest zijn „vrienden" bezit, in de hoofdstad zelfs nodig bleek een speciale vereniging te stichten om het orkest, dat ondanks de subsidies (van de gemeente alleen reeds honderd twintig duizend gulden^ niet kan bestaan, te steunen, waarom zou ook Haarlem dat niet doen? Wij hebben wel een en ander over 'n dergelijk plan, maar nog niet van iets positiefs gehoord. Betracht spoed „vrienden" van het Haarlems Orkest. Er kan plotseling een dag komen, dat niet alleen de stem van liet bestuur en van orkest, doch ook die en misschien nog wel het meest van de ^vrienden" moet weerklinken tot behoud en in verband hiermede tot ver hoging van de Rijkssubsidie. Zonder dit laatste is het bestaan van onze onmis bare H.O.V. onmogelijk. En dan dient de belangstelling voor die vereniging van „vrienden" niet zo gering te zijn zoals die voor een ver gadering van leden-abonné's, maar die verenigingi moet kunnen spreken namens geheel kunstlievend Haarlem! OL. KOOP Artsen: M. de Groot, W. Daniëlslaan 14, Santpoort, tel. 8410. Apotheken (ook nachtdienst): Bloe- mendaalse Apotheek, Bloemendaalseweg 85, Bloemendaal, tel. K 2500—22181. BIOSCOPEN: Rembrandt: Wiener Madeln (14 jaar), 2, 4.15, 7 en 9.15 uur; Palace: De vlam en de pijl (14 jaar), 2, 4.15, 7 en 9.15 uur; Luxor: Odette Churchill (14 jaar) 2, 4.15, 7 en 9.15 uur; Frans Hals: Aan de rand van de afgrond (14 jaar), 2.30, 7 en 9.15 uur. Zo 2, 4.30, 7 en 9.15 uur; City: Da onsterfelijke wals (14 jaar), 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur; Spaarne: De koning der wildernis (14 jaar), 2.30, 7 en 9.15 uur. Zo. 2, 4.15, 7 en 9.15 u. Zaterdag 18 November Stadsschouwburg: Haagse Comedie met „Gelukkige jaren", 8 uur. Concertgebouw: Haarlemse Postfanfare, 8 uur. Zondag 19 November Stadsschouwburg: Haagse Comedie met „Gelukkige jaren". Concertgebouw: Haags Matrozenkoor, 2.30 uur; „The Ramblers", 8 uur. Maandag 20 November Stadsschouwburg: Jubijleum „Alberdingh Thijm", "Liefdelessen van Molière, 8 uur Concertgebouw: Ned. Bach-vereniging, Concert, 8 uur. APOTHEKEN: De Zondags- avond- en nachtdiensten van de apotheken worden van 19—26 November waargenomen door fa. Duym en Keur, Kei zerstraat 6, tel. 10378; Begemann en Sneltjes, Kruisweg 30, tel. 10043; Marjiix Apotheek, Marnixstraat 65, tel. 23525. ZIEKENVERVOER: Fa. Mathot, Gr. Houtstraat 9, telefoon 11000; Margriet, Turfmarkt 19 rd., telefoon 21400; te Heemstede Fa. Buiteman en Co., Raadhuisplein 7, telefoon 28523. Vandaag en morgen komen de dis- trictskampioenen. die thans reeds ver scheidene weken bezig zijn om het per soonlijk kampioenschap van de provin cie Noord-Holland te spelen met als voornaamste inzet „deelname aan het tournooi om het nationaal kampioen schap", in Haarlem een ronde spelen. Aan deze wedstrijden wordt door W. de Jong van Oosterkwartier en N. Blom van H.D.C. beiden uit Haarlem en door J. Drayer van St. Bavo Heemstede deelgenomen. Tot de favorieten behoort ook eerstgenoemde die het de Amster dammers zeer lastig maakt. Beide ronden worden gespeeld in de bovenzaal van Rest. Munnicks aan de Grote Markt. Op Zaterdag wordt be gonnen om 4 uur en op Zondag te 11 uur. Belangstellenden hebben gratis toegang. Wanneer U Jules Verstraete niet zou kennen en hem op straat zou ontmoe ten, zou u misschien weifelen in uw conclusie, of hij voorzitter van de Re kenkamer is, leider van een export firma of hoogleraar in het belasting recht. Of men iemand dan kan aanzien dat hij hoogleraar in het belastingrecht is, wanneer hij een ommetje maakt of een glaasje bier drinkt? Neen, dat niet, maar wanneer Jules Verstraete in Seoel zou rondlopen, zou men hem ook niet voor toneelspeler verslijten. Waarmede wij maar willen zeggen, dat de tijd voorbij is, waarin de „comediant" rond liep in een groene jas en een paarse hoed en zijn mening over het weer te kennen gaf op een toon, alsof Shylock zijn grote scène in de rechtszaal speelt. En waarmede wij ook willen zeggen, dat schijn dus bedriegt. Want Jules Ver- strate IS toneelspeler, knap, gerouti neerd, vaardig, zoals wij hem allen kennen: hij is acteur met alle animo, liefde en ambitie. Hij is het en hij is het graag, ondanks alles. „Dat heb ik met zoveel collega's ge meen. En bij mij zit het in de familie. Mijn grootmoeder. Julie VerstraeteLa- quet, stond als meisje van twaalf jaar op de planken, en mijn moeder, Marie Verstraete, was goed en wel acht, toen zij haar eerste rol opknapte in De El lendigen. Zij hebben zowat hun hele leven 'gespeeld, en dat hoop ik ook te doen. Dat is kort en goed mijn toe komstbeeld en mijn plan: toneelspelen. Ik kan mij mezelf niet als ambteloos burger voorstellen; als ik niet meer speel, zou het wat men noemt, mijn dood zijn. Trouwens, laten we dat' „on danks alles" niet te dramatisch opne- ,men. Natuurlijk, als je in een. stuk zit, dat, gelukkig, veel gespeeld wordt, is het repeteren, reizen en spelen, en al les bij elkaar is dat een aardige dag- vulling. Maar dat hoort er nu eenmaal bij, als je spelen wilt. En we willen immers spelen?" Ook met de filmcamera heeft Jules Verstraete kennis gemaakt. In de der tiger jaren speelde hij in de film „Rub ber'1 van Gerard Rutten. Advertentie vervoeren Uw goederen. Daarvan kunt ook U profiteren Besteldienst A.B.C., Barrevoetestr. 2, Hrl. Tel. 18428, na 6 u. 14810 -14155 24 November zal voor de meesten van u een heel gewone dag zijn; voor ons ook. En maar weinigen zullen weten, dat het op die datum 30 jaar geleden is, dat mej. D. R. J. Piers haar intrede deed in de Gemeentelijke Bank van Lening in de Kleine Houtstraat. Dertig jaar lang heeft zij klaar gestaan voor mensen uit aller lei kringen, die tijdelijk in geldnood zaten; hoewel dat tydeljjk ook niet altijd uitkomt. Want onder haar klanten bevonden zich ware stamgasten, die onophou delijk terugkwamen. De voornaamste bevolkingsgroep, die geregeld de steun van de Bank inroept, is in de loop dier dertig jaren wel een volkomen andere geworden. Aanvankelijk waren het vooral de arbeiders, die goederen kwamen belenen; maar door de vele verbeterd. Nu is het de middenstand, die de lasten van de tjjd begint te gevoelen; sociale voorzieningen van de laatste jaren is hün financiële positie aanmerkelijk de kleinere winkeliers vooral worden de laatste jaren hetgeen al vóór de oorlog begon gedwongen hun goederen te belenen. Dit is wel een heel duide lijk teken voor degenen, die denken, dat de arbeiders boven alle anderen be voordeeld moeten worden, omdat zij in zulke ellendige toestanden verkeren. Een gunstig teken is evenwel, dat het aantal beleende panden voortdurend te rugloopt. Terwijl er in 1948 panden in de bank lagen voor een totale waarde van f 71.000 en er 2746 panden gelost werden tot een waarde van f 75.000, wa ren er op 31 October 1.1. slechts 1000 panden aanwezig. Meestal waren dit sie raden (goud, zilver en edelgesteenten), maar vaak worden ook gebruiksvoor werpen beleend, zoals naaimachines en meubilair. Het kwam zelfs voor, dat er kleding aangeboden werd, die nog maar met enkele draadjes en lapjes aan elkaar TT T daar meneer, waarom houdt IJ u niet voldoende rechts? En u mevrouw, niet omkijken als u bij een kruispunt komt.... Zo klinken de waarschuwingen uit de politie-verkeersauto. Het is in onze moderne drukke tijd alsof er maar twee soorten overtreders van de politie-verordening zijn: de verkeers- zondaars en de verdwaalden op ver boden terrein. Toch is in Haarlem heel wat straf baar, zóveel, dat het gemeentebe stuur een boekwerk van 60 bladzijden heeft laten verschijnen, waarin oude en nieuwe verbodsbepalingen zijn opgenomen. In 1928 werd de verorde ning voor het laatst herzien en, eer lijk gezegd, er is sindsdien wel een en ander veranderd. Hoewel de eerste televisie-toestel len in onze stad gearriveerd zijn, is het toch nog niet mogelijk de nieu we regelingen langs deze weg bekend te maken. Maar wie weet wat de demonstraties straks brengen. Dan hoort u ook: mevrouw, wat is dat nou? U loopt daar wel met een wild dier aan een touwtje, maar dat is krachtens 157 van de politie-verorde ning verboden. Zelfs bijenhouders moeten een vergunning vragen. En dan ziet u een jongen, die op de bon gaat, omdat hij een pijl en boog of een katapult bij zich heeft. Het zal voortaan verboden zijn om op straat een toespraak te houden. Die bevliegingen van u, meneer daar achter, om in een telefooncel te schuilen als het water van de hemel hoost, zullen u een boete gaan kosten. Zelfs in een wachthuisje van de bus moogt u niet meer verblijven als u niet van plan bent te bussen. Die bananenschil daar, hebt u die weggeworpen, juffrouw? Dat kost u een bonnetje. Zelfs de drie mannetjes van Spaamebabbelaar, die over de brugleuning hangen om kringetjes te toveren, zijn zwaar in overtreding Wist u, dat u verplicht bent om jaarlijks vóór 1 October uw schoor steen te laten vegen! Dat kinderen beneden 16 jaar op straat niet mogen roken (thuis eigenlijk ook niet) en dat m Haarlem tabaks-automaten niet zijn toegestaan, in tegenstelling met b.v. Utrecht, waar ze dat wel zijn? Dat zijn zo enkele van de 284 artikelen, die u geacht wordt te ken- nen. TT7anneer we in het gemeentelijk 1/1/ boekwerk bladeren, zien we talrijke verbodsbepalingen, die de jeugd nogal eens overtreedt. De jeugd van de straat, is een slagzin, die pas betekenis krijgt als er wat ge daan wordt om ze ergens anders op te vangen. Enige ingezetenen van Bloe mendaal kwamen dan ook een half jaar geleden op de gedachte ergens in de gemeente een „Jongensland" te stichten, op een afgelegen terrein, waar de knapen hun jeugd zouden kunnen uitvieren. Als Haarlemmers met zo'n idee op de proppen waren gekomen, zou niemand dat raar hebben gevon den, maar Bloemendaal stelt men zich voor als een deftige gemeente, waar ook wel eens vandalisme gepleegd wordt, maar waar de rust toch over het alge meen troef is. Het comité heeft dan ook niets kunnen bereiken. De gemeente bleek geen geschikt terrein te hebben en de ouders voelden er niet veel voor, zodat een illusie in rook is opgegaan. Nu lijkt mij ook, dat de initiatiefne mers weinig begrip hebben getoond voor de waarde van publiciteit. Het co mité is fel van leer getrokken tegen het gemeentebestuur de raad heeft er ook maar drie woorden aan gewijd dat in deze kwestie een zeer matige houding zou hebben aangenomen, maar even fel zou ik willen vragen waarom het comité zo mat is geweest om de katholieke krant met geen woord in te lichten. Hoe wil men nu in hemelsnaam de katholieke bevolking van Bloemendaal méé krijgen, als men buiten haar dit Jongenslandhield? e zalig-gelovende kleintjes den ken nu alleen maar aan de goed heiligman, die 's nachts over de daken op een schimmel waart en goed en kwaad zorgvuldig registreert. Als ze Sint Nicolaas in hoogst eigen per soon willen zien, krijgen ze kans ge noeg. Vroeger dan enig jaar is de bisschop uit Spanje gekomen en hij is blijkbaar dol op varen, want in Haar lem komt hij driemaal per boot aan. De ene keer wat luxueuzer dan de an dere, de ene keer wat waardiger dan de andere, maar altijd als Sinterklaas. Het feest begon in d,e Kleine Hout straat, met duizenden kinderen. Kort daarop kwam de stoomboot van een warenhuis aan, de volgende week Woensdag meert de boot van de Cron- jèstraat-vereniging aan de Klopper- singel en vanmiddag gaat hij met de padvindersband voorop door de Leidse- buurt. Misschien verschijnt de heilig- man ook op andere plaatsen in vol ornaat, zodat de jeugd niet te klagen heeft. Een kleine vroeg mij welke Sint nu de echte is. Ik antwoordde, dat ze allemaal echt zijn, want dat de kinder vriend alomtegenwoordig is. Maar die vraag doet de wedervraag rijzen of een klein beetje coördinatie niet mogelijk is. En spaar ons volgende jaren voor de opvatting, dat wie het eerste de boot aan laat komen, het grootste re clame-rendement incasseert. Dan zie ik nog gebeuren, dat we eind 'Augustus aan de Spaarnekant zingen: 't heerlijk avondje is gekomen, 't avondje van Sinterklaas N.B. Spaamebabbelaar heeft nog eni ge uren in de eerste week van Decem ber over voor u begrijpt me wel. Hij is beslist beschaafd, zegt niet Jén maar Jan, heeft een religieuze inslag, een net pak en een goede coiffeur. Vergoeding naar draagkracht, waartoe belastingbil jet getoond dient te worden. Aanvra gen onder motto: hoe huppelt zijn paardje! vast zat; zulke zaken van geen waarde werden natuurlijk geweigerd. Ook aan bieders van kinderwagens, herenhoeden in velerlei staat en portefeuilles moesten ervaren, dat men op de bank van lening voor zulke zaken geen inte resse had. Enige tijd geleden heeft men ook aan een andere belening een eind ge maakt, waarvan door verschillende uitgeslapen lieden gebruik werd ge maakt om een goedkope fietsenstalling te verkrijgen. Het begon hoe langer hoe meer voor te komen, dat bepaalde personen er een gewoonte van gingen maken, hun fiets te belenen tegen een zeer laag bedrag, en hem b.v. na een dag weer kwamen inlossen. Op deze wijze waren zij veel goedkoper uit dan bij een gewone fietsenstalling, maar het spreekt vanzelf, dat deze grappen makerij niet al te lang heeft geduurd. Al gauw had men de slimme jongens door en werden fietsen ook geweigerd. Er is echter een bepaalde soort mensen geweest, die van de „fietsenstallings- politiek" bijzonder geprofiteerd hebben: dat was de zwijntjesjagende Duitse Weermacht. Wanneer er een razzia kwam op fietsen, was alles, wat zij te doen hadden, even naar de Bank viCi Lening te wandelen en daar de aanwezige fietsen mee te nemen. Op deze manier is een vrjj groot aantal rijwielen voor de eigenaars verloren gegaan. Hadden ech ter niet zovele lieden hun fiets bij de bank „gestald", dan was de schade zeker minder groot geweest. BOOT Het zal de lezer opvallen, dat wij voortdurend in de verleden tijd' hebben gesproken. Dit vindt zijn reden in het feit, dat zeer binnenkort de Gemeente lijke Bank van Lening, die nu zeer nauw samenwerkt met de Volkscredietbank van Haarlem en omliggende gemeenten, geheel gaat verdwijnen. Wij vermeldden 'hierboven reeds net teruglopen van het aantal panden; er zijn evenwel nog andere oorzaken, die het voortbestaan van de Bank on nodig maken. Thans reeds heeft de V olkscredietbank zijn taak al groten deels overgenomen. Zodoende komt er dus een eind aan de geschiedenis van de Gemeentelijke Bank van Lening. Het zal dan niet meer voor komen, dat iemand zonder zijn vrouw er in te kennen iets naar „Ome Jan" ging brengen, en daar al vele voor werpen ontdekte uit zijn huis, die zijn vrouw daar heen gebracht had, zon der hem er iets van te vertellen! De bank gaat verdwij nen, want hij begint in deze, in sociaal opzicht vrjj zekere tijd eigenlijk over bodig te worden. Misschien dat boze tongen het zo for muleren. dat Ome Jan alleen maar verdwijnt, daar Ome Joe aan de horizon verschijnt. Maar wij zeggen: dat zijn boze tongen. Wij kennen Jules Verstraete als een acteur, die ons dikwijls bezighoudt en boeit door zijn nuchter-geestig, gede cideerd spel, natuurlijk, vlot en schijn baar zonder enige inspanning weggege ven, en dat bewijst zijn gelukkig en soepel talent. Want dat niet in het oog lopende, natuurlijke spel (zet eens iemand zonder talent in de „gewone" rol van de vader in ,,'n Vreemd Meis je". en wacht u eens af wat ervan te recht komt) is precies het tegenge stelde van wat hij in zijn eerste tijd gedaan heeft. Dat was het dikke, zéér romantische spel en de zware verf van de drakdntijrï. Er is meer dan middel matig talent nodig om van dit genre over te schakelen naar het werkelijk heids-drama (Heijermans) en later naar het modern^ repertoire. Wij bezitten, gelukkig, meer toneelkunstenaars, die dit hebben volbracht, „Ik was vijftien jaar, toen ik mijn eerste engagement in Antwerpen kreeg", vertelt Jules Verstraete. „Ik kwam uit een toneelspelersfamilie en ik ging, zonder toneelschool en zo het vak in. De practijk was de school en geen slechte school. Je zat er immers de hele dag met je neus bij. overdag bij de re petitie en 's avonds bij de voorstelling. Niet dat je dadelijk met een grote rol werd blij gemaakt, maar je was er toch altijd bij, omdat je ook moest figureren. Dat stond in het contract, zoiets van: „U wordt geëngageerd voor zeven maan denenzovoorts, en dan: „en om ts figureren in de grote stukken." Wat die grote stukken waren? Nee, nee, geen Shakespeare of een klassiek treurspel van de Grieken, maar De .Gebochelde, De Twee Weezen, Rogier c>a geschand vlekte of De Noodlottige Gelijkenis, De Twee Rozen of De Grafkelder d<V Grij ze Monniken. Het figureren was er al tijd bij voor beginnelingen; 't duurde zo'n jaar of tweÊ, daarna was je er wel van af, als er iets in je zat. We zullen maar zeggen, dat er in mijn geval wer kelijk iets in zat, want na die leer- en figurantentijd kreeg ik er aardig werk te doen. Jonge amoureuze rollen heb- ik eigenlijk weinig gespeeld, ik zat al gauw in het karakterwerk, en dat be viel me best. Mijn moeder w-as het daar mee volkomen eens. O, ik betreur die melodramatische drakerige tijd niet; ik heb er veel geleerd, er zat een goed stel spelers daar in de Kon. Nederland se Schouwburg in Antwerpen, maar ik zit toch ook niet te treuren om die goeie ouwe tijd. Ik heb even prettige herin neringen aan mijn latere tijd bij ver schillende gezelschappen in Nederland, en aan de periode in Antwerpen, toen wij Heijermans gingen spelen, o.a. Al lerzielen, Schakels en Op Hoop van Ze gen, waarin ik Geert heb gespeeld. Dit voor die tijd moderne werk hebben wij gebracht, toen dr„ v. d. Horst met Louis Bertrijn de directie van de Kon. Ned. Schouwburg voerde; weet u, het was voorgeschreven, dat aan de K. N. S. ook een Nederlandse directeur en regisseur was verbonden. Wij speelden toen een seizoen van ze ven maanden vol, maar we werden ook maar zeven maanden betaald. En aan gezien de salariëring niet hoog genoeg was om er een heel jaar van te leven, moesten we in de overige vijf maanden iets anders doen. s Zomers ging je dus maar even een baantje zoeken, en zie daar waarom ik bijvoorbeeld de kost heb verdiend tijdelijk, als diamastslij- per, letterschilder, loodgieter en var kensslager. Zogezegd charcutier. J a, ja Antwerpen werd overweldigd in 1914; evenals Magda Janssens, John Gobau, Dom de Gruyter en anderen ging Jules Verstraete naar Nederland. De naam was er, tussen haakjes, niet onbekend. Julie Verstraete—Laquet had hier, 'n halve eeuw vroeger, als lid van het gezelschap van Victor Driessen een zeer goede naam gevestigd, evena's Marie Verstraete. Jules is in '14 in de Maasstad terecht gekomen, bij de Rot terdammers onder Van Eijsden. Ruim tien jaar later naar Antwerpen terug, doch dat duurde niet lang. „De directie van een troep in een volksschouwburg op de Meir in Ant werpen was me aangeboden. Daar ging ik heen als regisseur ja, ik heb van mijn leven ook geregisseerd en dat zal ik nog wel eens doen. 't Ging goed in die volksschouwburg, we hadden suc ces en waarachtig niet alleen met volksstukken. Maar nu wil het geval, dat de zaak zo'n beetje onder leiding stond van de socialistische partij, die Advertentie RADIO-EN GRAMOFOONSPECIALIST MOOIE HOUTSTRAAT 108 TEL13044 HAARLEM 12 - voor alle Platen Langspeelplaten Gramofoons El. gramofoons Pick-up-installaties Platenwisselaars Platenalbums De Radio- en Gramofoon- specialist sedert 191S NIEUW! Juist uitgekomen: „5 DECEMBER" een buitengewone St. Nicolaas-plaat voor Iedereen. Advertentie Advertentie HAARLEM Advertentie bestaande uit: SOEP LOEMPIA, BAMI OF NASIGORENG KOFFIE HAARLEM SMEDESTRAAT 21 Advertentie LANGE VEERSTRAA3? 10 TEL. 11493 Advertentie Vraag gratis formulier aan de Lincol- winkelier, 25 November inleveren. H. STAM, Dr. Spaarne 20, Haarlem. Advertentie Eleclrisch Gereedschap hoofdvertegenwoordiger Advertentie RADIO Van ouds bekend. Tel. 14609 Officieel Philips-reparateur Kruisstraat 38 - Haarlem Dertig jaar lang heeft mejPiers klaar geslaan voor mensen uit allerlei kringen. ook voor de financiën zorgde; ze waren het er niet mee eens, dat ik het werke lijk goede repertoire speelde, ze wil den operettes hebben, Rooie Sien en meer van dat spul. Maar daar voelde ik niets voor, en het eind van het liedje was, dat ik hun een jaar van mijn con tract cadeau gaf en zij mij zeven maan den salaris uitbetaalden. Ik terug naar Holland, hetgeen mijn vrouw, ofschoon Antwerpse van geboorte, helemaal niet betreurde; zij was het daar in Antwer pen helemaal ontwend, en het was waar, we hadden het in Rotterdam erg gezellig gehad. Zo vertelt Jules Verstraete verder over zijn afwisselend leven, waarin ver schillende perioden van theaterkunst zijn vervat, van de drakentijd tof het moderne repertoire. Hij vertelt rustig en kalm, doch achter dit kalme gesprek over een leven in dienst van het to neel voelt men de geestdrift en liefde van deze acteur voor zijn kunst, waar aan hij- trouw is gebleven orider goede en minder goede omstandigheden, en waarvoor hij wil werken zolang hij kan. Een acteur, die door de oorlog uit zijn land naar het onze werd gedreven, ge lijk andere kunstenaars van formaat, zoals Magda Janssens en John Gobau, en die gelukkig in ons land zijn geble ven; wij zouden hen sterk missen «n ons toneelleven, indien zij waren ver trokken. Al biedt het toneel in Neder land zijn dienaren geen overlopende buidel plus een bed van rozen, er schijnt toch nog wel iets goeds in te zijn. Voordat hij van zijn praatstoel ver huist naar de kleedkamer om in ,,'n Vreemd meisje" de vader te gaan spelen, als een rots van gezellige rust tussen al die opgewonden standjes, komt hem nog een aardige anecdote uit zijn eerste jaren in herinnering. ,,'t Was in de tijd, dat ik nog moest figureren in Antwerpen. Ik moest een oude neger spelen in De Negerhut van Oom Tom, ik had niets anders te doen dan één keer met een zware vracht over het toneel te lopen, 't Was mijn kun stenaarstrots zeker te veel om mij daarvoor helemaal zwart te schminken ik redeneerde: ik loop één keer van links naar rechts, ik schmink dus alleen mijn linkerwang. Goed, ik sjouw met mijn baal over het toneel en ik ben zowat in het midden, of een collega fluistert tussen de coulissen mij drin gend toe: „Jules! Je moet de andere kant af." In mijn verbijstering doe ik wat hij zegt, draai me om en ga dus ab blanke af. De zaal vond het bar ple zierig en ik kreeg vijf francs boete." Hk. A.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 2