Geen verdere huurverhoging tot 20 pet. SIMON BOLIVAR De Sultan gefopt TEKEN Min. In 't Veld doet in Tweede Kamer beroep op architecten Geheime zenders in Twente een „chronische ziekte" Duizend Overijsselse boeren bijeen om over verlaging melkprijs te praten Prof. Donkersloot en Titus Leeser bekroond Beroemd STERRENKUNDIGE ADVENT Komst des Heren Vanavond beslissende ronde geveild Gevaarlijk voor piloten in de lucht Minister Mansholt dient van repliek Schip voor rechtbank De „Bessa" vertrokken Telex-apparatuur voor Argentinië Najdorf in ieder geval eerste ZATERDAG 9 DECEMBER 1950 PAGINA DUW in opspraak Geen verdere huur verhoging De huren Re en dupliek De minister De D U.W. Geen uitbreiding f35.000 VERDUISTERD Loonadministrateur in arrest PROTESTMEETING IN ZWOLLE Door Stichting Kunstenaars- verzet TELEFOON AMSTERDAM DEN HAAG Na IS December ook overdag automatisch BEVRIJDER van Z.-AMERIKA van de SPAANSE HEERSCHAPPIJ cursus Zending van „Door De Euwen Trouw" op Ambon „Tabinta" heeft vertraging Bijzondere toeslag gepensionneerden HET SCHAAKTOURNOOI TE AMSTERDAM (Vergadering van Vrijdag, geopend te 13 uur; voorzitter mr. Kortenhorst.) Voortgezet wordt de beraadslaging over de begroting 1951 van Wederop bouw en Volkshuisvesting. De minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting, mr. IN 'T VELD zet zijn Donderdagavond onderbroken rede voort en illustreert met enige cijfers, dat we, wat de woningnood aangaat, iets inlopen: van 10.8 pet. in Mei 1947 naar 10.3 pet. in Mei 1950. Inderdaad zullen het volgend jaar verscheidene moeilijkheden optreden. Maar wie heeft de strijd in Korea en de gevolgen daarvan voorzien? De materi alen e.d. worden duurder. Daardoor stijgen de bouwkosten. Daartegenover zouden we huurverhoging en vergroting van de rijksbijdrage kunnen stellen Het één noch het ander is echter thans mogelijk. Daarom komt het er thans op aan te tonen wat we waard zijn en met des te meer kracht te streven naar ra tioneler bouw. Dit mede om des te snel ler te komen tot de centrale voorzienin gen, die we allen wensen. De architec ten zijn een beetje boos op spr., maar deze wil volhouden, dat er nog ratione ler gebouwd kan worden. Ook de ge meentebesturen dienen daarmee reke ning te houden. Bij de systeembouw stuit men steeds op de moeilijkheid, dat de gemeentelij ke verordeningen zo ver uiteenlopen. Dit geldt overigens voor de traditione le al evenzeer. De provincie Groningen heeft een prachtig voorbeeld gegeven: 1000 woningen bouwt men daar door de gehele provincie voor 5.600 per wo ning, die kunnen concurreren met alles wat er in Nederland wordt gebouwd. Men vreest, dat het individuele karak ter verloren gaat, maar zoekt men de oplossing niet te veel in détails? Er is nog een tweede punt, dat spr. huiverig doet zijn voor verhoging van de rijksbijdrage, n.l. de zwarte lonen, die worden uitbetaald, onmiddellijk als de markt wat overvoerd is. Verhoging van de rijksbijdrage is dus kennelijk niet no dig. Ook de arbeiders zijn schuldig in deze. Zij verdienen een goed loon. On billijk is het om de huur voor andere arbeidersgroepen te verhogen, omdat de bouwvakarbeiders nog meer willen ver dienen, terwijl zij reeds in sommige gevallen 25 a 50 pet. méér verdienen. dan zij, voor wie zij de huizen bouwen Misschien kan in de premieregeling een sterkere differentiatie aange bracht worden, maar er is geen den ken aan. dat de premie zal worden verhoogd. Spr. vraagt zich af, of men er niet nu reeds al volkomen uit springt, zodat er zelfs in het geheel geen onrendabele top is. Momenteel is het nog te vroeg om tot een woningbouwprogram naar behoef te op langere termijn te komen. Maar we moeten er wel naar toe, omdat dit stellig geen zaak is, die aan het vrije spel der krachten kan worden overge laten. Hier wordt overigens- aandacht aan besteed, met name aan het pro bleem om 'n voldoende aantal arbeiders woningen te bouwen. Bovendien dienen we niet te vergeten, dat de particuliere bouw in de vrije sector die de schat kist geen geld kost niet te zeer ge bonden kan worden. Krotopruiming is inderdaad nodig, maar men vergete niet dat 55.000 wo ningen al een krachttoer is. Daarbij kunnen we niet nu reeds tot vervan ging overgaan. Maar als we b.v. in 1965 nog 55.000 woningen bouwen, betekent dit, dat we er 20.000 vervangen. Het hurenprobleem is evenals het loon- en prijzenprobleem een kabinets zaak. Als de zaak met een vuistslag op de tafel opgelost kon worden, zou spr. graag zijn vuist ballen. Maar de heer Van der Feltz, die zo sprak, gaf blijk de moeilijkheden niet te verstaan. We worstelen in de strijd om ons staatkun dig en economisch bestaan. Als we daarvoor niet bereid zijn, zijn we de Vrijheid niet waard. Huurverhoging is niet mogelijk. We staan voor de nood zaak te komen met een budgetair en monetair evenwicht; de schatkist kan niet meer bijpassen. Gebeurt dit niet en verhogen we de huren, dan ontstaan ongekende spanningen tussen huren en lonen. Overigens verschillen wij met van mening over de kwestie, dat we weer een evenwicht dienen te vinden tussen deze twee grootheden. De onrustige tijd maakt iedere voorspelling dienaangaan de onmogelijk. De regering zal dus stel lig niet overgaan tot een verdere ver hoging tot 20 pet. De heer ANDRIESSEN (Kath.) vraagt nadere inlichtingen over de richtcontin- genten. De minister wil de rijksbijdrage o.m. niet verhogen, omdat er nog zwar te lonen worden uitbetaald. Maar is het niet zo, dat de aannemers soms in een dwangpositie komen? Spr. dringt aan op meer woningen voor grote gezinnen. De heer VAN VLIET (Kath.) heeft met belangstelling gehoord wat de mi nister zei over de compensaties voor de minst-draagkrachtigen. Spr. pleit voor een gunstiger regeling dan de premieregeling '50 voor de z.g. „eigen bouwers" (kleine spaarders). De heer RITMEESTER (VVD) be toogt, dat de minister bij vorige gele genheden wel illusies heeft gewekt met betrekking tot 't aantal te bouwen wo ningen Spr. betreurt, dat de minister niet gezegd heeft in eerste instantie te zullen zorgen voor opruiming van de krotwoningen. De MINISTER erkent, dat de aan nemers ook wel in moeilijkheden ge raken door overvoering van de markt, maar vestigt er toch de aandacht op, dat verscheidene aannemers zich toch telkens niet aan de vastgestelde loon- normen houden. Spr. zegt, dat de gemiddelde inhoud van de woningwetwoningen nog ligt boven dat van voor de oorlog. Als de belastingontwerpen niet vóór 1 Januari zijn aangenomen door de Eerste Kamer, zal het bezwaarlijk zijn de huurverhoging wel te laten door gaan. Een gunstiger regeling voor het bou wen van kleine spaarders is wel de aandacht waard. Voorts verdient het geen aanbeveling het aantal bouwver enigingen nog uit te breiden. Spr. ontkent, dat hij lichtvaardig il lusies zou hebben gewekt. Spr. heeft grote waardering voor de architecten, maar vraagt meer begrip te tonen voor de noodzaak, dat we nog rationeler moeten bouwen. De algemene beschouwingen worden gesloten. Aan de orde is de behandeling van de artikelen. Met betrekking tot de D.U.W. zegt de heer BIEWENGA (A.R.) dat velen deze dienst nog te veel zien als een middel om grote werken uit te voeren op een goedkopere wijze dan door middel van het vrije bedrijf. Beter ware het een andere werkgelegen- heidspolitiek te voeren. De heer VAN DER PLOEG (Kath.) betoogt, dat men in de landbouwsectoï eerst de arbeiders werkloos maakt en hen daarna bij de D.U.W. onderbrengt Dit is onjuist. Men voere niet te veei werken in D.U.W.-verband uit. De heer SUURHOFF (Arh.) dringt erop aan, dat zo min mogelijk werk wordt uitgevoerd in D.U.W.-erband. Het is bekend, dat de arbeiders nu eenmaal niet gaarne werken in de D.U.W. Daar zijn veel oorzaken voor aan te wijzen en het gaat niet aan, dit steeds op ar- beidsschuwheid te schuiven. De minister zegt, ook op het stand punt te staan, dat de D.U.W.-werken zoveel mogelijk beperkt dienent te worden. Men vergete echter niet, dat de dienst als hij haar werk goed wil doen ook een zekere omvang moet hebben. Voorts is het lang niet altijd gemakkelijk aannemers voor bepaalde werkzaamheden te verkrij gen. Overigens heeft de ministerraad besloten de D.U.W. op zijn huidige sterkte te handhaven en daar de werk- gelegenheidspolitiek op te baseren. Het probleem van de lonen dient door de centrale D.U.W.-commissie te worden bezien. Daarna wordt de zaak beoordeeld door de rijksbemid delaars en de ministers^ van Sociale Zaken en Wederopbouw. Het is niet mogelijk de arbeiders iedere week Vrijdags naar huis te laten gaan. Daar zou het werk te zeer onder lijden. Voorts hebben de rijksbemidde laars zich niet accoord verklaard met het verzoek de huidige regeling ook 's zomers te doen gelden. Op I Januari a.s. zal ir. de Kat als directeur van de D.U.W. worden opge volgd door ir. Mansholt, die thans di recteur van de D.U.W. in Groningen is. De beraadslagingen worden gesloten. De stemming over de begroting wordt aangehouden in verband met de te verwachten nadere voorstellen van de regering over de topsalarissen. De vergadering wordt te 17.50 uur gesloten. Wie in het nijvere textielland Twente zijn radio aanzet, loopt alle kans m plaats van welluidende muziek een tu mult te horen, alsof een eskadron wal kuren door die aether davertDaar in Twente weten ze dan, dat er weer een geheime zender aan het werk is. Soms zijn tussen het lawaai da or enkele Har den muziek waarneembaar: ten gramo- foonplaat, die een papa tegen betaling van één gulden voor zijn jarig zoontje draaien laat. In Almelo, Enschede, Hen gelo, Losser, Marketo, Hellendoorn of waar dé Zender 'obk mag staan, luistert men vergenoegd naar deze „muzikale" felicitaties en met voldoening wordt ge constateerd, dat die zender toch maar weer de PTT en politie durft trotseren. Ergens in de wolken echter dwaalt een vliegtuig blindelings rond, omdat de vlieger zijn positie niet peilen kan. Of Sinds 1946 verzorgde de Castricum- mer S. de loonadministratie bij een aannemingsmaatschappij in De Wou den, gem. Akersloot. De man genoot hierbij het volste vertrouwen, hetgeen hij schandelijk misbruikt heeft. Toen bij een bepaald werk de cijfers niet klopten werd een onderzoek ingesteld, waarbij bleek dat S. verschillende re keningen wel had afgeboekt, doch niet betaald. Meer malversaties kwamen daarna aan het licht. De man werd zó in het nauw gedreven, dat hij zichzelf aangaf bij de politie te Alkmaar. In middels was de Rijkspolitie te Aker sloot reeds met de feiten in kennis ge steld. Uit het onderzoek bleek dat door valsheid in geschrifte en op andere wij ze S., sinds 1946, een bedrag van onge veer f 35.000 ten nadele van zijn werk gever had verduisterd. Het onderzoen vanaf begin November bevindt S. zich in arrest is nog niet geheel af gesloten. plotseling valt de automatische piloot uit. Ook dit doen de geheime zenders. Eén keer zelfs hebben zij zoveel storin gen veroorzaakt, dat geen enkel vlieg tuig op het vliegveld Twente landen kon. Over deze zenders en het kwaad, dat zij uitrichten, hebben mr. A. W. Ro- singh, substituut-Officier van Justitie bij de rechtbank te Almelo en de heer A. S. M. van Schendel, hoofd van de Opsporingsdienst der PTT, het een en ander verteld op een persconferentie te Almelo. De heer Van Schendel noemde de geheime zenders in Twente een on verklaarbare chronische ziekte. Het schijnt dat deze ziekte alléén in Twente kan bestaan, want waar het opduiken van een geheime zender elders in het land slechts bij hoge uitzondering voor komt, is het verschijnsel in Twente al gemeen. Wat de oorzaak hiervan kan zijn, is voor iedereen een raadsel. In de laatste drie jaren zijn reeds twintig zenders ontdekt, maar het zen den gaat toch voort Mr. Rosingh sprak de hoop uit, dat de Twentenaren hun oordeel in dezen zul len herzien, dat zij degenen, die zij thans nog als flinke, avontuurlijke ke rels beschouwen, gaan zien als aether- piraten, die door hun onverantwoorde lijke uitzendingen het leven van vlieg tuigbemanningen en passagiers in gevaar brengen. Wanneer het publiek niet meer betaalt voor verzoekprogramma's, zo zei hij, zullen de zenders spoedig tot het verleden behoren. De Stichting Kunstenaarsverzet 1942 1945 heeft de letterkundeprijs voor 1950 toegekend aan prof. ar. N. A. Don kersloot op advies van een jury, be staande uit: Willem de Geus, R. F. van Heusden, Sjoerd Leiker, M. Vasalis en Victor E. van Vriesland. De prijs voor beeldende kunst werd toegekend aan de beeldhouwer Titus Leeser op advies van een jury, bestaan de uit: Jac. Bot, arch. BNA, C. Doel man, Hildo Krop, Jhr. D. C. Roell en Ir. D. Rosenburg, arch. BNA. De uitreiking van deze prijzen zal geschieden in het Stedelijk Museum te Amsterdam op Zaterdag 16 December a.s. des middags om kwart over vijf, bij welke gelegenheid een rede zal worden uitgesproken door Prof. Mr. R. P. Cie- veringa. Meer dam duizend boeren uit delen van Overijssel waren Vrijdag middag in Zwolle samengestroomd om op een vergadering minister S. Mans holt te appelleren over de verlaging Van de melkprijs. Eigenlijk zou de minister spreken over de West-Euro- bese samenwerking, maar de Over ijsselse jioeren waren van plan als één man de zaal te verlaten, indien de mi- bister zou weigeren over de verlaging Van de melkprijs te spreken. De minister nam de handschoen op. buizend man tegen één, zeide hij, maar kl waren het er ook tienduizend, hij beschikte over de gegevens, die moes ten aantonen dat de storm van protes ten niet redelijk, maar wel begrijpelijk Was. Deze verlaagde melkprijs ver minderde het inkomen van de boer niet °mdat de melkopbrengst dank zij ver schillende factoren nog steeds i6 uit begaan boven de raming van het land bouw economisch instituut. Na aftrek van de belasting resteert °P een Fries weidebsdrijf van 18 ha. Sou netto-winst van f 7800.en een hollands bedrijf ƒ6800.Zo is de be tekening, maar de werkelijke gemid delde netto-inkomsten waren voor 'riese bedrijven van 24^-36 ha. in de a,fgelopen jaren ƒ12.000— geweest. Op Oe Brabantse, Overijsselse en Friese *andbedrijven mag de melkprijs niet afzonderlijk worden berekend, maar moeten de drie factoren melk-, var kens- en eierprijs als één complex ï°rden bezien en dan komt men op *6 bedrijven, de werkkracht van ei gen gezinsleden niet meegerekend, tot een netto-inkomen van ƒ4200.tot 4400.—. In vergelijking met de voor-oorlogse toestand is het indexcijfer van het re- ele inkomen voor de industrie-arbei ders gelijk gebleven: 100105; van de landbouwbedrijven steeg het index cijfer van 100 tot 172; talrijke groepen, w.o. kleine bedrijven en rentetrekkers zagen hun indexcijfer dalen van 100 tot 48. Hiermede is bij de landbouw een be langrijke achterstand ingehaald. Met nog een reeks cijfers toonde de minis ter aan dat de Overheid met deze ga rantieprijzen voldaan heeft aan de eis, voor de landbouw een redelijk bestaan te scheppen. Er ontstond een langdurige gedach- tenwisseling, die beide partijen niet tot elkander kon brengen. Zelfs werd een motie ingediend, waarin met re presaille werd gedreigd, doch wijselijk liet de voorzitter, de heer Wolthuis, deze verdwijnen en deed daarvoor in de plaats de toezegging, dat het bestuur van de O.L.M. zich met een adres tot de Sta ten-Generaal zou wenden. In de replieken werd gewezen op de schrille tegenstelling tussen opvoering van de topsalarissen van ambtenaren met 25 pet. en de inkomstenverminde ring van de boeren. De minister ant woordde dat deze hoofdambtenaren met topsalarissen ver beneden de in komsten bleven van een Friese boer met 50 bunder land. Voor het eerst sedert zestien jaar Is voor de Amsterdamse rechtbank een schip geveild. Het betrof hier het m.s. „Erdstaal" egn kustvaartuig van 455 ton dead weight, waarvan de opbrengst door de rechtbank wordt verdeeld onder de crediteuren van de N.V. Erdstaal, die achterstallig is gebleven in betaling. Voor de volledige derde kamer van de Amsterdamse rechtbank verschenen Vrijdag in civiele zitting vele procu reurs en notarissen, de enigen, die ge rechtigd zijn op dit soort veilingen te bieden en af te mijnen. Het hoogste bod kwam van mr. F. baron van der Feltz en bedroeg f180.000. Daarna vervolgde de deurwaarder met het afmijnen, waar bij hij begon met een bedrag van f 350.000. Eerst toen hij tot f 1000 was gezakt „mijnde" mr. Y. Scholten, het geen dus betekende, dat het schip van eigenaar verwisselde voor een bedrag van f 181.000. De nieuwe eigenaar is niet mr. Scholten zelf, doch mr. Tervoorn uit Huizen (N.-H.), voor wie mr. Schol ten optrad. Naar wij vernemen zal het met in gang van 16 December a.s. mogelijk zijn van Amsterdam uit een automatische 'f'efoonvcrbinding met Den Haag tot stand te brengen. Tot heden was zulks uitsluitend op bepaalde uren bet geval. r/AVAW.%VA*.v.y.;.;.v.*.v.; 'mm Deze maand is het 320 jaar geleden, dat de sterrenkundige en uitvinder van de sterrenkij ker, Johan Kepler, gestorven is. In de oudheid keiide men ze ven sterrenbeelden, maar geen vaste regelen voor hun bewe ging. In het jaar 1572 zag een jonge Deense edelman een bui tengewoon sterk lichtende ster, die hem en hij kende de sterrenhemel nauwkeurig tot nu toe niet opgevallen was. Door middel van zelf uitge dachte en vervaardigde instru menten nam hij de beweging van de planeten waar. Op deze uitbrak, kon hij zijn gezin nauwelijks een dagelijkse bo terham bezorgen. Zover moest zich om broodswil zijn genie vernederen, dat de *grote ster renkundige kermis-kalenders met sterrenwichelarij en voor spellingen moest vervaardi gen, waar het bijgelovig volk verzot op was. Daar dc geldnood, waarin Kepler verkeerde, steeds nij pender werd, ging hij op reis, om zijn sterrenkundige ont dekkingen te verkopen. Hij had een tas vol geleerde en kostbare aantekeningen, maar versmachtte van honger en dorst. Dagen achtereen reed hij te paard de lange weg naar Regensburg. Daar aange komen echter was hij totaal op van vermoeienis en uitputting De inspanning was te groot geweest. Hij kon niet meer. Hevige koortsen overvielen hem en als in een jachtende droom flitste heel zijn veel bewogen leven langs zijn geest. Eén ononderbroken aaneen schakeling van ellende en rampen, van ziekten en geld nood, maar toch ook van grote voldoening in het ontzaglijke werk. dat hij ondanks alles in dc afgelopen jaren had ver zet. Nog was zijn geest wak ker en helder. Maar de afmat ting was te groot geweest. Na nog enige dagen de worsteling om het leven te hebben kun nen volhouden, stierf hij op 15 December 1630. Kepler werd te Regensburg begraven. Afbeelding van een ouderwetse prent, waarop de sterrenkundige instrumenten voorkomen, die door Johan Kepler werden gebruikt. Johan Kepler, de uitvinder van de sterrenkijker. wijze schiep hij een levens werk, dat ver uitstak boven dat van zijn voorgangers, de Grieken en de Arabieren. Kep ler trachtte vooral de planeet Mars te doorgronden. Geen lichte taak! Want wij kijken niet steeds op Mars neer, maar wij staan op de Aarde, die zelf draait en beweegt. Maar juist het vastleggen van deze bewe gingen der Aarde en het in verband brengen met de waar genomen bewegingen van Mars was het grote werk van Kep ler. Het was een oneindig moeilijke taak en dikwijls moest hij van voren af san beginnen, maar tenslotte wist de taaie wil van Kepler de zegepraal te behalen en het raadsel Werd door hem opge lost. Het leven van Kepler is de worsteling geweest van een genie (buitengewone gaven), dat de wegen van 'de sterren ontdekte en de hoge lichten zag in de oneindige werelden. Als kind zwierf hij met zijn ouders her en der, nu op déze en dan op gene school toeval lige kennis vergarend, tot hij eindelijk, om mede in het on derhoud van zijn gezin- te voorzien, op het 'land ging werken. Later werd hij leraar te Graz. Kepler werd in zijn sterren kundig werk niet alleen ten zeerste belemmerd, maar hij bezat ook niet de middelen om zich hulp te verschaffen, ten einde bij zijn waarnemingen en theorieën de nodige bere keningen te kunnen maken. Toen de dertigjarige oorlog 17 December is het honderd en twintig jaar geleden dat de bevrijder van Venezuela (in Zuid-Amerika) overleden is. Enkele korte mededelingen volgen hier. In het jaar 1811 versloeg Bolivar het Spaanse leger in Venezuela en de on afhankelijkheid van het land werd uitgeroepen. In 1813 hield Simon Bolivar zijn in- toch in Caracas. Het op zijn weg verzamelde volk jubelde en Bolivar's staatsierijtuig werd door twaalf jeugdige meisjes getrokken. De Spanjaarden echter lie ten versterkingen komen en het leger van Bolivar werd verslagen. Maar Bolivar had zich tot taak gesteld een Re publiek van de Verenigde Sta ten van Zuid-Amerika te stichten, waarin hij ook slaagde. In 1821 had hij Ve- Een lichtende nevel was in het huisje gegaan, Een Engel met stralende vleu gels aan. „Maria", zo sprak hij, „Maria lief kind, Weet gij wel hoe God U bemint?" Toen knielde de Engel eerbie dig neer, En fluisterde zacht de wens van Ons Heer, En de lieve Maria bad ernstig, maar blij: „Ons Kindeke Heer, geef het mij." Ingezonden door Benita Solari, Amsterdam. nezuela en het jaar daarop Ecuador van de Spaanse over heersing bevrijd, waarop Bo livar zelf de macht in handen wilde" nemen. Hierbij onder vond hij echter heftige tegen stand. Teleurgesteld in zijn verwachtingen, wilde Bolivar daarop aftreden, maar werd hiervan weerhouden door zijn tegenstanders, die vreesden, dat dan een opstand zou uit breken. Venezuela en Ecuador maakten zich los van de Re publiek en werden zelfstandig. Bolivar's betrekkelijk kort t—- Reusachtige kijker van een tegenwoordige sterrenwacht. Simon Bolivar. leven is er een van strijd en moeilijkheden geweest. Vooral de laatste jaren van Bolivar waren vol van ontgoochelingen en bitterheden van alle soort. Tenslotte moest hij, verlaten en vogelvrij verklaard, vluch ten om zijn leven te redden. Op 17 December 1830 gaf Bolivar zijn ziel aan God te rug, na zijn medeburgers, die zijn einde hadden verhaast, te hebben vergeven en zijn eigen leven te hebben geofferd voor het behoud en de voor spoed van het land. De Advent, d.w.z. Komst des Heren, is in het kerkelijk jaar de periode, die het Kerstfeest voorbereidt. De eerste Zondag van de Advent is tevens het begin van het kerkelijk jaar. De Adventstijd duurt vier we ken. De liturgische stemming (Liturgie betekent openbare dienst en vormt het geheel van gebeden, kerkgebruiken en voorgeschreven plechtige han delingen en gewaden van de eredienst) tijdens de Advent is een mengeling van rouwmoedi ge boete en hoopvolle verwach ting; vandaar de paarse kleuren van de Kerkelijke Gewaden en het zwijgen van het orgel (het Alleluja blijft). (Een Oosterse vertelling) Heel veel jaren geleden heerste sultan Aboenasar over een rijk in Klein-Azie. Sultan Aboenasar was een kunstzinnig man; hij hield veel van de kunst, in het bijzonder de dichtkunst. Maardeze sultan was ook een zeer gierig man. Hij voelde er weinig voor, de dichters, die hem mooie verzen opzegden, te betalen. Het gevolg was, dat op den duur maar weinig dichters zich naar het hof van die sultan be gaven. En dat beviel sultan Aboena sar natuurlijk weer niet. En daarom bedacht hij een mid del om de dichters toch naar zijn hof te lokken. Door zijn dienaars liet hij in het hele rijk bekend maken: „Iedere dichter, die de sultan een zelfgemaakt, nieuw vers weet voor te dra gen, zal een zeer rijke beloning ontvangen. Hij krijgt net zoveel goud en zilver, als de stof weegt, waarop de dichter zijn vers geschreven heeft". Dat was inderdaad een zeer aanlokkelijk voorstel. Van alle kanten kwamen dan ook de liefhebbers opdagen. Maar de een na de ander ver liet teleurgesteld het hof. Want niemand van die dichters wist. dat de sultan de gave bezat, een gedicht, dat hij éénmaal had gehoord, net zo na te zeggen Bovendien bezat de sultan nog een dienaar, die zo'n gedicht kon herhalen, als hij het twee maal gehoord had. Tenslotte was er nog een slavin, die het gedicht ook woordelijk kon na zeggen, als het driemaal was voorgedragen. Wanneer dus een dichter met een werkelijk pas- gemaakt gedicht zijn poging om de rijke beloning te ontvangen, waagde en daarvoor zijn ge dicht opzei, dan lachte de sul tan spottend en zei: „Beste vriend. Uw gedicht is niet nieuw. Dat kennen wij hier allang. Luister maar, dan zal ik het je nazeggen". Tot zijn grote verbazing hoor de de dichter dan zijn werk door de sultan letterlijk herha len. Achtereenvolgens moesten dan ook de dienaar en de «la- vin komen, om ook te bewijzen, dat het gedicht aan het hof al lang bekend was. En daarmee kon de dichter vertrekken, zonder ook maar de minste beloning ontvangen te hebben. Iedere teleurgestelde voelde natuurlijk wel, dat hier iets niet in de haak was. Maar wat kon hij tegen de sultan beginnen? Het wachten was slechts op iemand, die slimmer zou zijn. dan de sultan. Endie man kwam. Hij was de grootste dichter van het rijk. Hij had van al die mislukkingen ge hoord en lang en diep nage dacht, wat daar de reden van zijn kon. Eindelijk meende hij de oplossing gevonden te heb ben. En deze dichter maakte zijn plan. Op zekere dag meldde zich een Bedoeïen aan 't paleis van sultan Aboenasar. Het was de grote dichter, verkleed als woestijnbewoner. „Nooit volpre zen sultan!", zo begon hij. „sta mij toe, mijn nieuw gedicht tot uw meerdere eer en glorie hier voor tè> dragen". „Wij zullen met genoegen Hier is nog een leuke Joe Carioca, de papegaai, uit de te kenfilm „Drie Caballero's". Zo als hij er hier opstaat is Joe niet moeilijk te tekenen. Maak eerst een rechthoek a, b, c, d, en trek de middellijnon M-M en m-m (stippellijnen). Je ziet direct dat de harmonica, die hy erg ver uittrekt, op de schuine stippellijn c-b valt en ook zie je dan dat de stand (houding) van Joe volgens a-d valt. De kop ligt precies in het linkerhökje a-M-m-middelpunt. Het oog ligt te midden van dit rechthoekje. De poten leveren geen moei lijkheden op, maar de handjes wel; je moet eerst goed bekij ken hoe Joe de harmonica vast houdt: drie vingers zyn om het muziekinstrument gebogen. Dit is een bijzonder aardige figuur om te kleuren. Jasje groen, broek fel rood, veren (by m. rechts) verschillende kleuren. De harmonica maak je bijvoorbeeld blauw, paars of bruin. Enfin, je maakt er een bontkleurige Joe Carioca van! naar uw voordracht luisteren", antwoordde de sultan. „Gij kent toch zeker de voorwaarde, niet waar? Als uw gedicht niet nieuw, niet oorspronkelijk is, dan ontvangt gy geen beloning. Is het aan ons hof nog totaal onbekend, dan ontvangt ge zo veel goud, als de stof weegt, waarop ge uw gedicht geschre ven hebt". De dichter boog, ten teken, dat hij het begrepen had. De sultan merkte_ niets van de korte glimlach, die even om de mond van de Bedoeïen speel de. Want deze wist wel, dat de sultan zijn gedicht nooit zou kunnen nazeggen. Daar had hy juist op gerekend. Hy had in zijn lang en moei- ïyk gedicht een groot aantal vreemde en moeilyk uit te spreken woorden ingelast. De sultan merkte dadelijk de moei- lykheid van dit gedicht. En hoe langer deze dichter voortging, des te zekerder wist de sultan, dat hij diens werk niet nazeg gen kon. Toen het gedicht ten einde was, wenkte de sultan zijn dienaar, in de hoop, dat deze het vers wel zou kunnen herhalen. Maar de dienaar kon zo iets pas, als hy het gedicht Telescoop om fotografische opna men in het wereldruim te maken. tweemaal gehoord had. Ook hy stond dus met zyn mond vol tanden. Natuurlyk zag de slavin hele maal geen kans het moeilyke gedicht te herhalen. De sultan voelde zich versla gen. Maar ten opzichte van alle aanwezigen moest hy zich groot houden en zyn woord ge stand doen. „Meester-dichter", zo begon hy vriendelyk. „Er is inderdaad geen twijfel moge- lyk. Uw gedicht is oorspronke- lyk. Niemand van ons heeft het ooit gehoord. Gy maakt dus aanspraak op de beloning, die ik heb uitgeloofd. Toori ons dus de stof, waarop uw gedicht ge schreven staat ep ik zal u net zoveel goud laten geven, als die stof weegt". De dichter maakte een eer biedige buiging en verzocht toen onderdanig: „Wilt u mij dan een dienaar meegeven om my te helpen de stof naar binnen te dragen?" „U helpen de stof naar bin nen te dragen?", riep de sultan verschrikt uit. „Hebt gij uw ge dicht dan niet op perkament of iets dergelyks geschreven?" „Neen, hooggeprezen sultan", antwoordde de dichter. „Toen ik aan dit grootse werk begon, had ik geen perkament by de hand. Ik heb toen mijn verzen in steen gebeiteld. Een kameel heeft de grote stenen hierheen gevoerd. Ze liggen in de voor hof van uw paleis". De schrik en de ontzetting van sultan Aboenasar waren niet te beschrijven. Maar als sultan kon hy ten opzichte van zijn hofhouding zijn woord niet breken. En zo gelukte het de laatste dichter, die de sultan te slim af was, een grote bres te slaan in de goudvoorraad van de gierige Aboenasar. Het Noorse vrachtschip „Bessa" dat enige dagen te Vlissingen in quarantai ne heeft gelegen omdat aan boord ty phus was uitgebroken, is gistermiddag half vyf vertrokken. Het officierencorps bestaat thans gedeeltelijk uit Nederlan ders. Het schip gaat naar Abö in Fin land. Volgens de behandelende specialist, dr. H. P. Veening, is de toestand van oe zestien leden der bemanning, die te Vlissingen in het ziekenhuis zyn opge nomen zeer gunstig. De „stichting „Door De Eeuwen Trouw" heeft bekend gemaakt, dat haar zending voedsel en medicamenten, o.a. bestaande uit 145 kisten melkpoe der, een belangrijke hoeveelheid vac cins, sera. verbandmiddelen, vitaminen, sulphapreparaten en andere genees middelen op Ambon is aangekomen en over het gehele gebied van de re publiek Zuid-Molukken zullen worden gedistribueerd. Tengevolge, van de mist wordt de Tabinta" niét Zondag egen de avond vóór IJmuiden verwacht, maar in de morgenuren van Maandag. De nieuwe Argentijnse gezant in Ne derland, de heer Valenzuela, heeft me degedeeld, dat er besprekingen gaande zijn met Philips over de levering van telex-apparatuur, waarmee een bedrag van c.a. 40 millioen gemoeid is. De ge zant verwachtte ook, dat er door zyn regering meer opdrachten voor de Ne derlandse scheepsbouw zullen worden gegeven. De gezant herinnerde voorts aan de order voor Nederlands spoorwegmateri- eel ter grootte van 200 millioen, die door de Argentijnse regering by Werk spoor is geplaatst. De byzondere toeslag aan gepension neerden zal voor het jaar 1950 in een bedrag ineens worden uitgekeerd. De minister van Sociale Zaken heeft be paald, dat gepensionneerden, die tevens een uitkering genieten als werkloze ar beiders, gedemobiliseerde militairen en zelfstandigen, tengevolge van de pen sioentoeslag over 1950 geen vermin dering van hun uitkering zullen onder gaan. M.i.v. 1 Jan. 1951 wordt evenwel bij het berekenen van de uitkeringen ïekening gehouden met de byzondere toeslag op het pensioen. (Van onze speciale verslagever) Hedenavond valt in het Wereldschaak- tournooi Amsterdam 1950 de beslissing. Zeker is zoals uit onderstaande stand blykt dat Najdorf zich op de eerste plaats zal handhaven. De vraag is echter of Reshevsky hem wat vry onwaar schijnlijk ïykt nog terzyde zal ko men en bovendien of onze landgenoot Dr. Euwe in dit geval met medewer king van Stahlberg nog op het laat ste moment voor de verrassing zal zorgen, dat hy by de eerste drie eindigt. Hoe dan ook, het belooft nog een span nende eindstrijd te worden. De bordverdeling is als volgt: Szabados—O'Kelly, Gligoric—Gud- mundsson. Golombek—Reshevsky. Naj dorf—v. Scheltinga, Donner—Trifuno- vic, v. d. BergStahlberg, Euwe-Pil- nik, FoltysTartakower, Rossolimo Kramer. Gisteren werden de navolgende par tijen nog beëindigd. ronde: Szabadc*Re- Zeventiende shevsky ü-j4. Achttiende ronde: Gudmundsson Szabados 1-0, v. ScheltingaGolombek Vs-Vs, Trifunovic—Najdorf %-Vi, Pilnik Kottnauer 1-0. De stand is na: 1. Najdorf 14)4 pnt. 2. Reshevsky 13)4 pnt. 3. Stahlberg 1214 pnt. 4. Euwe 1114 pnt. 5 en 6 Gligoric en Pire 11 pnt. 7 en 8 Rossolimo en Pilnik 1014 pnt. 9. Trifunovic 10 pnt. 10. O'Kelly 9 pnt. II en 12 Donner en Tartakower 8 pnt. 13 en 14 Foltys en Gudmundsson 7)4 pnt. 15 en 16 v. d. Berg en v. Scheltinga 7 pnt. 17. Kottnauer 6 pnt. 18, 19 en 20 Golombek, Szabados en Kramer 5 pnt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1950 | | pagina 7