Geen verdere huurverhoging tot 20 pet.
SIMON BOLIVAR
De Sultan gefopt
TEKEN
Min. In 't Veld doet in Tweede Kamer
beroep op architecten
Geheime zenders in Twente
een „chronische ziekte"
Duizend Overijsselse boeren bijeen om
over verlaging melkprijs te praten
Prof. Donkersloot en
Titus Leeser bekroond
Beroemd STERRENKUNDIGE
ADVENT
Komst des Heren
Vanavond beslissende ronde
geveild
Gevaarlijk voor piloten in de lucht
Minister Mansholt dient van repliek
Schip voor rechtbank
De „Bessa" vertrokken
Telex-apparatuur voor
Argentinië
Najdorf in ieder geval eerste
ZATERDAG 9 DECEMBER 1950
PAGINA
DUW in opspraak
Geen verdere huur
verhoging
De huren
Re
en dupliek
De minister
De D U.W.
Geen uitbreiding
f35.000 VERDUISTERD
Loonadministrateur in
arrest
PROTESTMEETING IN ZWOLLE
Door Stichting Kunstenaars-
verzet
TELEFOON AMSTERDAM
DEN HAAG
Na IS December ook
overdag automatisch
BEVRIJDER van Z.-AMERIKA
van
de
SPAANSE HEERSCHAPPIJ
cursus
Zending van „Door De
Euwen Trouw" op Ambon
„Tabinta" heeft vertraging
Bijzondere toeslag
gepensionneerden
HET SCHAAKTOURNOOI TE AMSTERDAM
(Vergadering van Vrijdag, geopend te
13 uur; voorzitter mr. Kortenhorst.)
Voortgezet wordt de beraadslaging
over de begroting 1951 van Wederop
bouw en Volkshuisvesting.
De minister van Wederopbouw en
Volkshuisvesting, mr. IN 'T VELD zet
zijn Donderdagavond onderbroken rede
voort en illustreert met enige cijfers, dat
we, wat de woningnood aangaat, iets
inlopen: van 10.8 pet. in Mei 1947 naar
10.3 pet. in Mei 1950.
Inderdaad zullen het volgend jaar
verscheidene moeilijkheden optreden.
Maar wie heeft de strijd in Korea en de
gevolgen daarvan voorzien? De materi
alen e.d. worden duurder. Daardoor
stijgen de bouwkosten. Daartegenover
zouden we huurverhoging en vergroting
van de rijksbijdrage kunnen stellen
Het één noch het ander is echter thans
mogelijk. Daarom komt het er thans op
aan te tonen wat we waard zijn en met
des te meer kracht te streven naar ra
tioneler bouw. Dit mede om des te snel
ler te komen tot de centrale voorzienin
gen, die we allen wensen. De architec
ten zijn een beetje boos op spr., maar
deze wil volhouden, dat er nog ratione
ler gebouwd kan worden. Ook de ge
meentebesturen dienen daarmee reke
ning te houden.
Bij de systeembouw stuit men steeds
op de moeilijkheid, dat de gemeentelij
ke verordeningen zo ver uiteenlopen.
Dit geldt overigens voor de traditione
le al evenzeer. De provincie Groningen
heeft een prachtig voorbeeld gegeven:
1000 woningen bouwt men daar door de
gehele provincie voor 5.600 per wo
ning, die kunnen concurreren met alles
wat er in Nederland wordt gebouwd.
Men vreest, dat het individuele karak
ter verloren gaat, maar zoekt men de
oplossing niet te veel in détails?
Er is nog een tweede punt, dat spr.
huiverig doet zijn voor verhoging van
de rijksbijdrage, n.l. de zwarte lonen, die
worden uitbetaald, onmiddellijk als de
markt wat overvoerd is. Verhoging van
de rijksbijdrage is dus kennelijk niet no
dig. Ook de arbeiders zijn schuldig in
deze. Zij verdienen een goed loon. On
billijk is het om de huur voor andere
arbeidersgroepen te verhogen, omdat de
bouwvakarbeiders nog meer willen ver
dienen, terwijl zij reeds in sommige
gevallen 25 a 50 pet. méér verdienen.
dan zij, voor wie zij de huizen bouwen
Misschien kan in de premieregeling
een sterkere differentiatie aange
bracht worden, maar er is geen den
ken aan. dat de premie zal worden
verhoogd. Spr. vraagt zich af, of men
er niet nu reeds al volkomen uit
springt, zodat er zelfs in het geheel
geen onrendabele top is.
Momenteel is het nog te vroeg om tot
een woningbouwprogram naar behoef
te op langere termijn te komen. Maar
we moeten er wel naar toe, omdat dit
stellig geen zaak is, die aan het vrije
spel der krachten kan worden overge
laten. Hier wordt overigens- aandacht
aan besteed, met name aan het pro
bleem om 'n voldoende aantal arbeiders
woningen te bouwen. Bovendien dienen
we niet te vergeten, dat de particuliere
bouw in de vrije sector die de schat
kist geen geld kost niet te zeer ge
bonden kan worden.
Krotopruiming is inderdaad nodig,
maar men vergete niet dat 55.000 wo
ningen al een krachttoer is. Daarbij
kunnen we niet nu reeds tot vervan
ging overgaan. Maar als we b.v. in 1965
nog 55.000 woningen bouwen, betekent
dit, dat we er 20.000 vervangen.
Het hurenprobleem is evenals het
loon- en prijzenprobleem een kabinets
zaak. Als de zaak met een vuistslag op
de tafel opgelost kon worden, zou spr.
graag zijn vuist ballen. Maar de heer
Van der Feltz, die zo sprak, gaf blijk
de moeilijkheden niet te verstaan. We
worstelen in de strijd om ons staatkun
dig en economisch bestaan. Als we
daarvoor niet bereid zijn, zijn we de
Vrijheid niet waard. Huurverhoging is
niet mogelijk. We staan voor de nood
zaak te komen met een budgetair en
monetair evenwicht; de schatkist kan
niet meer bijpassen. Gebeurt dit niet en
verhogen we de huren, dan ontstaan
ongekende spanningen tussen huren en
lonen.
Overigens verschillen wij met van
mening over de kwestie, dat we weer
een evenwicht dienen te vinden tussen
deze twee grootheden. De onrustige tijd
maakt iedere voorspelling dienaangaan
de onmogelijk. De regering zal dus stel
lig niet overgaan tot een verdere ver
hoging tot 20 pet.
De heer ANDRIESSEN (Kath.) vraagt
nadere inlichtingen over de richtcontin-
genten. De minister wil de rijksbijdrage
o.m. niet verhogen, omdat er nog zwar
te lonen worden uitbetaald. Maar is het
niet zo, dat de aannemers soms in een
dwangpositie komen?
Spr. dringt aan op meer woningen
voor grote gezinnen.
De heer VAN VLIET (Kath.) heeft
met belangstelling gehoord wat de mi
nister zei over de compensaties voor de
minst-draagkrachtigen.
Spr. pleit voor een gunstiger regeling
dan de premieregeling '50 voor de z.g.
„eigen bouwers" (kleine spaarders).
De heer RITMEESTER (VVD) be
toogt, dat de minister bij vorige gele
genheden wel illusies heeft gewekt met
betrekking tot 't aantal te bouwen wo
ningen Spr. betreurt, dat de minister
niet gezegd heeft in eerste instantie
te zullen zorgen voor opruiming van
de krotwoningen.
De MINISTER erkent, dat de aan
nemers ook wel in moeilijkheden ge
raken door overvoering van de markt,
maar vestigt er toch de aandacht op,
dat verscheidene aannemers zich toch
telkens niet aan de vastgestelde loon-
normen houden.
Spr. zegt, dat de gemiddelde inhoud
van de woningwetwoningen nog ligt
boven dat van voor de oorlog.
Als de belastingontwerpen niet vóór
1 Januari zijn aangenomen door de
Eerste Kamer, zal het bezwaarlijk zijn
de huurverhoging wel te laten door
gaan.
Een gunstiger regeling voor het bou
wen van kleine spaarders is wel de
aandacht waard. Voorts verdient het
geen aanbeveling het aantal bouwver
enigingen nog uit te breiden.
Spr. ontkent, dat hij lichtvaardig il
lusies zou hebben gewekt.
Spr. heeft grote waardering voor de
architecten, maar vraagt meer begrip te
tonen voor de noodzaak, dat we nog
rationeler moeten bouwen.
De algemene beschouwingen worden
gesloten. Aan de orde is de behandeling
van de artikelen.
Met betrekking tot de D.U.W. zegt
de heer BIEWENGA (A.R.) dat velen
deze dienst nog te veel zien als een
middel om grote werken uit te voeren
op een goedkopere wijze dan door
middel van het vrije bedrijf. Beter
ware het een andere werkgelegen-
heidspolitiek te voeren.
De heer VAN DER PLOEG (Kath.)
betoogt, dat men in de landbouwsectoï
eerst de arbeiders werkloos maakt en
hen daarna bij de D.U.W. onderbrengt
Dit is onjuist. Men voere niet te veei
werken in D.U.W.-verband uit.
De heer SUURHOFF (Arh.) dringt
erop aan, dat zo min mogelijk werk
wordt uitgevoerd in D.U.W.-erband. Het
is bekend, dat de arbeiders nu eenmaal
niet gaarne werken in de D.U.W. Daar
zijn veel oorzaken voor aan te wijzen
en het gaat niet aan, dit steeds op ar-
beidsschuwheid te schuiven.
De minister zegt, ook op het stand
punt te staan, dat de D.U.W.-werken
zoveel mogelijk beperkt dienent te
worden. Men vergete echter niet, dat
de dienst als hij haar werk goed
wil doen ook een zekere omvang
moet hebben. Voorts is het lang niet
altijd gemakkelijk aannemers voor
bepaalde werkzaamheden te verkrij
gen. Overigens heeft de ministerraad
besloten de D.U.W. op zijn huidige
sterkte te handhaven en daar de werk-
gelegenheidspolitiek op te baseren.
Het probleem van de lonen dient
door de centrale D.U.W.-commissie
te worden bezien. Daarna wordt de
zaak beoordeeld door de rijksbemid
delaars en de ministers^ van Sociale
Zaken en Wederopbouw.
Het is niet mogelijk de arbeiders
iedere week Vrijdags naar huis te laten
gaan. Daar zou het werk te zeer onder
lijden. Voorts hebben de rijksbemidde
laars zich niet accoord verklaard met
het verzoek de huidige regeling ook
's zomers te doen gelden.
Op I Januari a.s. zal ir. de Kat als
directeur van de D.U.W. worden opge
volgd door ir. Mansholt, die thans di
recteur van de D.U.W. in Groningen is.
De beraadslagingen worden gesloten.
De stemming over de begroting
wordt aangehouden in verband met de
te verwachten nadere voorstellen van
de regering over de topsalarissen.
De vergadering wordt te 17.50 uur
gesloten.
Wie in het nijvere textielland Twente
zijn radio aanzet, loopt alle kans m
plaats van welluidende muziek een tu
mult te horen, alsof een eskadron wal
kuren door die aether davertDaar in
Twente weten ze dan, dat er weer een
geheime zender aan het werk is. Soms
zijn tussen het lawaai da or enkele Har
den muziek waarneembaar: ten gramo-
foonplaat, die een papa tegen betaling
van één gulden voor zijn jarig zoontje
draaien laat. In Almelo, Enschede, Hen
gelo, Losser, Marketo, Hellendoorn of
waar dé Zender 'obk mag staan, luistert
men vergenoegd naar deze „muzikale"
felicitaties en met voldoening wordt ge
constateerd, dat die zender toch maar
weer de PTT en politie durft trotseren.
Ergens in de wolken echter dwaalt een
vliegtuig blindelings rond, omdat de
vlieger zijn positie niet peilen kan. Of
Sinds 1946 verzorgde de Castricum-
mer S. de loonadministratie bij een
aannemingsmaatschappij in De Wou
den, gem. Akersloot. De man genoot
hierbij het volste vertrouwen, hetgeen
hij schandelijk misbruikt heeft. Toen
bij een bepaald werk de cijfers niet
klopten werd een onderzoek ingesteld,
waarbij bleek dat S. verschillende re
keningen wel had afgeboekt, doch niet
betaald. Meer malversaties kwamen
daarna aan het licht. De man werd zó
in het nauw gedreven, dat hij zichzelf
aangaf bij de politie te Alkmaar. In
middels was de Rijkspolitie te Aker
sloot reeds met de feiten in kennis ge
steld.
Uit het onderzoek bleek dat door
valsheid in geschrifte en op andere wij
ze S., sinds 1946, een bedrag van onge
veer f 35.000 ten nadele van zijn werk
gever had verduisterd. Het onderzoen
vanaf begin November bevindt S.
zich in arrest is nog niet geheel af
gesloten.
plotseling valt de automatische piloot
uit. Ook dit doen de geheime zenders.
Eén keer zelfs hebben zij zoveel storin
gen veroorzaakt, dat geen enkel vlieg
tuig op het vliegveld Twente landen
kon.
Over deze zenders en het kwaad, dat
zij uitrichten, hebben mr. A. W. Ro-
singh, substituut-Officier van Justitie
bij de rechtbank te Almelo en de heer
A. S. M. van Schendel, hoofd van de
Opsporingsdienst der PTT, het een en
ander verteld op een persconferentie te
Almelo. De heer Van Schendel noemde
de geheime zenders in Twente een on
verklaarbare chronische ziekte. Het
schijnt dat deze ziekte alléén in Twente
kan bestaan, want waar het opduiken
van een geheime zender elders in het
land slechts bij hoge uitzondering voor
komt, is het verschijnsel in Twente al
gemeen. Wat de oorzaak hiervan kan
zijn, is voor iedereen een raadsel.
In de laatste drie jaren zijn reeds
twintig zenders ontdekt, maar het zen
den gaat toch voort
Mr. Rosingh sprak de hoop uit, dat de
Twentenaren hun oordeel in dezen zul
len herzien, dat zij degenen, die zij
thans nog als flinke, avontuurlijke ke
rels beschouwen, gaan zien als aether-
piraten, die door hun onverantwoorde
lijke uitzendingen het leven van vlieg
tuigbemanningen en passagiers in gevaar
brengen. Wanneer het publiek niet meer
betaalt voor verzoekprogramma's, zo zei
hij, zullen de zenders spoedig tot het
verleden behoren.
De Stichting Kunstenaarsverzet 1942
1945 heeft de letterkundeprijs voor
1950 toegekend aan prof. ar. N. A. Don
kersloot op advies van een jury, be
staande uit: Willem de Geus, R. F. van
Heusden, Sjoerd Leiker, M. Vasalis en
Victor E. van Vriesland.
De prijs voor beeldende kunst werd
toegekend aan de beeldhouwer Titus
Leeser op advies van een jury, bestaan
de uit: Jac. Bot, arch. BNA, C. Doel
man, Hildo Krop, Jhr. D. C. Roell en Ir.
D. Rosenburg, arch. BNA.
De uitreiking van deze prijzen zal
geschieden in het Stedelijk Museum te
Amsterdam op Zaterdag 16 December
a.s. des middags om kwart over vijf, bij
welke gelegenheid een rede zal worden
uitgesproken door Prof. Mr. R. P. Cie-
veringa.
Meer dam duizend boeren uit
delen van Overijssel waren Vrijdag
middag in Zwolle samengestroomd om
op een vergadering minister S. Mans
holt te appelleren over de verlaging
Van de melkprijs. Eigenlijk zou de
minister spreken over de West-Euro-
bese samenwerking, maar de Over
ijsselse jioeren waren van plan als één
man de zaal te verlaten, indien de mi-
bister zou weigeren over de verlaging
Van de melkprijs te spreken.
De minister nam de handschoen op.
buizend man tegen één, zeide hij, maar
kl waren het er ook tienduizend, hij
beschikte over de gegevens, die moes
ten aantonen dat de storm van protes
ten niet redelijk, maar wel begrijpelijk
Was. Deze verlaagde melkprijs ver
minderde het inkomen van de boer niet
°mdat de melkopbrengst dank zij ver
schillende factoren nog steeds i6 uit
begaan boven de raming van het land
bouw economisch instituut.
Na aftrek van de belasting resteert
°P een Fries weidebsdrijf van 18 ha.
Sou netto-winst van f 7800.en een
hollands bedrijf ƒ6800.Zo is de be
tekening, maar de werkelijke gemid
delde netto-inkomsten waren voor
'riese bedrijven van 24^-36 ha. in de
a,fgelopen jaren ƒ12.000— geweest. Op
Oe Brabantse, Overijsselse en Friese
*andbedrijven mag de melkprijs niet
afzonderlijk worden berekend, maar
moeten de drie factoren melk-, var
kens- en eierprijs als één complex
ï°rden bezien en dan komt men op
*6 bedrijven, de werkkracht van ei
gen gezinsleden niet meegerekend, tot
een netto-inkomen van ƒ4200.tot
4400.—.
In vergelijking met de voor-oorlogse
toestand is het indexcijfer van het re-
ele inkomen voor de industrie-arbei
ders gelijk gebleven: 100105; van de
landbouwbedrijven steeg het index
cijfer van 100 tot 172; talrijke groepen,
w.o. kleine bedrijven en rentetrekkers
zagen hun indexcijfer dalen van 100
tot 48.
Hiermede is bij de landbouw een be
langrijke achterstand ingehaald. Met
nog een reeks cijfers toonde de minis
ter aan dat de Overheid met deze ga
rantieprijzen voldaan heeft aan de eis,
voor de landbouw een redelijk bestaan
te scheppen.
Er ontstond een langdurige gedach-
tenwisseling, die beide partijen niet
tot elkander kon brengen. Zelfs werd
een motie ingediend, waarin met re
presaille werd gedreigd, doch wijselijk
liet de voorzitter, de heer Wolthuis,
deze verdwijnen en deed daarvoor in
de plaats de toezegging, dat het bestuur
van de O.L.M. zich met een adres tot
de Sta ten-Generaal zou wenden.
In de replieken werd gewezen op de
schrille tegenstelling tussen opvoering
van de topsalarissen van ambtenaren
met 25 pet. en de inkomstenverminde
ring van de boeren. De minister ant
woordde dat deze hoofdambtenaren
met topsalarissen ver beneden de in
komsten bleven van een Friese boer
met 50 bunder land.
Voor het eerst sedert zestien jaar Is
voor de Amsterdamse rechtbank een
schip geveild. Het betrof hier het m.s.
„Erdstaal" egn kustvaartuig van 455 ton
dead weight, waarvan de opbrengst door
de rechtbank wordt verdeeld onder de
crediteuren van de N.V. Erdstaal, die
achterstallig is gebleven in betaling.
Voor de volledige derde kamer van
de Amsterdamse rechtbank verschenen
Vrijdag in civiele zitting vele procu
reurs en notarissen, de enigen, die ge
rechtigd zijn op dit soort veilingen te
bieden en af te mijnen. Het hoogste bod
kwam van mr. F. baron van der Feltz
en bedroeg f180.000. Daarna vervolgde
de deurwaarder met het afmijnen, waar
bij hij begon met een bedrag van
f 350.000. Eerst toen hij tot f 1000 was
gezakt „mijnde" mr. Y. Scholten, het
geen dus betekende, dat het schip van
eigenaar verwisselde voor een bedrag
van f 181.000. De nieuwe eigenaar is niet
mr. Scholten zelf, doch mr. Tervoorn
uit Huizen (N.-H.), voor wie mr. Schol
ten optrad.
Naar wij vernemen zal het met in
gang van 16 December a.s. mogelijk zijn
van Amsterdam uit een automatische
'f'efoonvcrbinding met Den Haag tot
stand te brengen. Tot heden was zulks
uitsluitend op bepaalde uren bet geval.
r/AVAW.%VA*.v.y.;.;.v.*.v.;
'mm
Deze maand is het 320 jaar
geleden, dat de sterrenkundige
en uitvinder van de sterrenkij
ker, Johan Kepler, gestorven is.
In de oudheid keiide men ze
ven sterrenbeelden, maar geen
vaste regelen voor hun bewe
ging. In het jaar 1572 zag een
jonge Deense edelman een bui
tengewoon sterk lichtende ster,
die hem en hij kende de
sterrenhemel nauwkeurig
tot nu toe niet opgevallen was.
Door middel van zelf uitge
dachte en vervaardigde instru
menten nam hij de beweging
van de planeten waar. Op deze
uitbrak, kon hij zijn gezin
nauwelijks een dagelijkse bo
terham bezorgen. Zover moest
zich om broodswil zijn genie
vernederen, dat de *grote ster
renkundige kermis-kalenders
met sterrenwichelarij en voor
spellingen moest vervaardi
gen, waar het bijgelovig volk
verzot op was.
Daar dc geldnood, waarin
Kepler verkeerde, steeds nij
pender werd, ging hij op reis,
om zijn sterrenkundige ont
dekkingen te verkopen. Hij
had een tas vol geleerde en
kostbare aantekeningen, maar
versmachtte van honger en
dorst. Dagen achtereen reed
hij te paard de lange weg
naar Regensburg. Daar aange
komen echter was hij totaal op
van vermoeienis en uitputting
De inspanning was te groot
geweest. Hij kon niet meer.
Hevige koortsen overvielen
hem en als in een jachtende
droom flitste heel zijn veel
bewogen leven langs zijn geest.
Eén ononderbroken aaneen
schakeling van ellende en
rampen, van ziekten en geld
nood, maar toch ook van grote
voldoening in het ontzaglijke
werk. dat hij ondanks alles in
dc afgelopen jaren had ver
zet. Nog was zijn geest wak
ker en helder. Maar de afmat
ting was te groot geweest. Na
nog enige dagen de worsteling
om het leven te hebben kun
nen volhouden, stierf hij op 15
December 1630. Kepler werd
te Regensburg begraven.
Afbeelding van een ouderwetse
prent, waarop de sterrenkundige
instrumenten voorkomen, die door
Johan Kepler werden gebruikt.
Johan Kepler, de uitvinder van
de sterrenkijker.
wijze schiep hij een levens
werk, dat ver uitstak boven
dat van zijn voorgangers, de
Grieken en de Arabieren. Kep
ler trachtte vooral de planeet
Mars te doorgronden. Geen
lichte taak! Want wij kijken
niet steeds op Mars neer, maar
wij staan op de Aarde, die zelf
draait en beweegt. Maar juist
het vastleggen van deze bewe
gingen der Aarde en het in
verband brengen met de waar
genomen bewegingen van Mars
was het grote werk van Kep
ler. Het was een oneindig
moeilijke taak en dikwijls
moest hij van voren af san
beginnen, maar tenslotte wist
de taaie wil van Kepler de
zegepraal te behalen en het
raadsel Werd door hem opge
lost.
Het leven van Kepler is de
worsteling geweest van een
genie (buitengewone gaven),
dat de wegen van 'de sterren
ontdekte en de hoge lichten
zag in de oneindige werelden.
Als kind zwierf hij met zijn
ouders her en der, nu op déze
en dan op gene school toeval
lige kennis vergarend, tot hij
eindelijk, om mede in het on
derhoud van zijn gezin- te
voorzien, op het 'land ging
werken. Later werd hij leraar
te Graz.
Kepler werd in zijn sterren
kundig werk niet alleen ten
zeerste belemmerd, maar hij
bezat ook niet de middelen om
zich hulp te verschaffen, ten
einde bij zijn waarnemingen
en theorieën de nodige bere
keningen te kunnen maken.
Toen de dertigjarige oorlog
17 December is het honderd
en twintig jaar geleden dat de
bevrijder van Venezuela (in
Zuid-Amerika) overleden is.
Enkele korte mededelingen
volgen hier. In het jaar 1811
versloeg Bolivar het Spaanse
leger in Venezuela en de on
afhankelijkheid van het land
werd uitgeroepen. In 1813
hield Simon Bolivar zijn in-
toch in Caracas. Het op zijn
weg verzamelde volk jubelde
en Bolivar's staatsierijtuig
werd door twaalf jeugdige
meisjes getrokken.
De Spanjaarden echter lie
ten versterkingen komen en
het leger van Bolivar werd
verslagen. Maar Bolivar had
zich tot taak gesteld een Re
publiek van de Verenigde Sta
ten van Zuid-Amerika te
stichten, waarin hij ook
slaagde. In 1821 had hij Ve-
Een lichtende nevel was in het
huisje gegaan,
Een Engel met stralende vleu
gels aan.
„Maria", zo sprak hij, „Maria
lief kind,
Weet gij wel hoe God U
bemint?"
Toen knielde de Engel eerbie
dig neer,
En fluisterde zacht de wens
van Ons Heer,
En de lieve Maria bad ernstig,
maar blij:
„Ons Kindeke Heer, geef het
mij."
Ingezonden door Benita
Solari, Amsterdam.
nezuela en het jaar daarop
Ecuador van de Spaanse over
heersing bevrijd, waarop Bo
livar zelf de macht in handen
wilde" nemen. Hierbij onder
vond hij echter heftige tegen
stand. Teleurgesteld in zijn
verwachtingen, wilde Bolivar
daarop aftreden, maar werd
hiervan weerhouden door zijn
tegenstanders, die vreesden,
dat dan een opstand zou uit
breken. Venezuela en Ecuador
maakten zich los van de Re
publiek en werden zelfstandig.
Bolivar's betrekkelijk kort
t—-
Reusachtige kijker van een tegenwoordige sterrenwacht.
Simon Bolivar.
leven is er een van strijd en
moeilijkheden geweest. Vooral
de laatste jaren van Bolivar
waren vol van ontgoochelingen
en bitterheden van alle soort.
Tenslotte moest hij, verlaten
en vogelvrij verklaard, vluch
ten om zijn leven te redden.
Op 17 December 1830 gaf
Bolivar zijn ziel aan God te
rug, na zijn medeburgers, die
zijn einde hadden verhaast, te
hebben vergeven en zijn eigen
leven te hebben geofferd
voor het behoud en de voor
spoed van het land.
De Advent, d.w.z. Komst des
Heren, is in het kerkelijk jaar
de periode, die het Kerstfeest
voorbereidt. De eerste Zondag
van de Advent is tevens het
begin van het kerkelijk jaar.
De Adventstijd duurt vier we
ken. De liturgische stemming
(Liturgie betekent openbare
dienst en vormt het geheel van
gebeden, kerkgebruiken en
voorgeschreven plechtige han
delingen en gewaden van de
eredienst) tijdens de Advent is
een mengeling van rouwmoedi
ge boete en hoopvolle verwach
ting; vandaar de paarse kleuren
van de Kerkelijke Gewaden en
het zwijgen van het orgel (het
Alleluja blijft).
(Een Oosterse vertelling)
Heel veel jaren geleden
heerste sultan Aboenasar over
een rijk in Klein-Azie.
Sultan Aboenasar was een
kunstzinnig man; hij hield veel
van de kunst, in het bijzonder
de dichtkunst. Maardeze
sultan was ook een zeer gierig
man. Hij voelde er weinig voor,
de dichters, die hem mooie
verzen opzegden, te betalen.
Het gevolg was, dat op den
duur maar weinig dichters zich
naar het hof van die sultan be
gaven.
En dat beviel sultan Aboena
sar natuurlijk weer niet. En
daarom bedacht hij een mid
del om de dichters toch naar
zijn hof te lokken. Door zijn
dienaars liet hij in het hele rijk
bekend maken: „Iedere dichter,
die de sultan een zelfgemaakt,
nieuw vers weet voor te dra
gen, zal een zeer rijke beloning
ontvangen. Hij krijgt net zoveel
goud en zilver, als de stof
weegt, waarop de dichter zijn
vers geschreven heeft".
Dat was inderdaad een zeer
aanlokkelijk voorstel.
Van alle kanten kwamen dan
ook de liefhebbers opdagen.
Maar de een na de ander ver
liet teleurgesteld het hof. Want
niemand van die dichters wist.
dat de sultan de gave bezat, een
gedicht, dat hij éénmaal had
gehoord, net zo na te zeggen
Bovendien bezat de sultan nog
een dienaar, die zo'n gedicht
kon herhalen, als hij het twee
maal gehoord had. Tenslotte
was er nog een slavin, die het
gedicht ook woordelijk kon na
zeggen, als het driemaal was
voorgedragen. Wanneer dus een
dichter met een werkelijk pas-
gemaakt gedicht zijn poging om
de rijke beloning te ontvangen,
waagde en daarvoor zijn ge
dicht opzei, dan lachte de sul
tan spottend en zei:
„Beste vriend. Uw gedicht is
niet nieuw. Dat kennen wij hier
allang. Luister maar, dan zal ik
het je nazeggen".
Tot zijn grote verbazing hoor
de de dichter dan zijn werk
door de sultan letterlijk herha
len. Achtereenvolgens moesten
dan ook de dienaar en de «la-
vin komen, om ook te bewijzen,
dat het gedicht aan het hof al
lang bekend was.
En daarmee kon de dichter
vertrekken, zonder ook maar de
minste beloning ontvangen te
hebben.
Iedere teleurgestelde voelde
natuurlijk wel, dat hier iets niet
in de haak was. Maar wat kon
hij tegen de sultan beginnen?
Het wachten was slechts op
iemand, die slimmer zou zijn.
dan de sultan. Endie man
kwam. Hij was de grootste
dichter van het rijk. Hij had
van al die mislukkingen ge
hoord en lang en diep nage
dacht, wat daar de reden van
zijn kon. Eindelijk meende hij
de oplossing gevonden te heb
ben. En deze dichter maakte zijn
plan.
Op zekere dag meldde zich
een Bedoeïen aan 't paleis van
sultan Aboenasar. Het was de
grote dichter, verkleed als
woestijnbewoner. „Nooit volpre
zen sultan!", zo begon hij. „sta
mij toe, mijn nieuw gedicht tot
uw meerdere eer en glorie hier
voor tè> dragen".
„Wij zullen met genoegen
Hier is nog een leuke Joe
Carioca, de papegaai, uit de te
kenfilm „Drie Caballero's". Zo
als hij er hier opstaat is Joe
niet moeilijk te tekenen.
Maak eerst een rechthoek a,
b, c, d, en trek de middellijnon
M-M en m-m (stippellijnen).
Je ziet direct dat de harmonica,
die hy erg ver uittrekt, op de
schuine stippellijn c-b valt en
ook zie je dan dat de stand
(houding) van Joe volgens a-d
valt. De kop ligt precies in het
linkerhökje a-M-m-middelpunt.
Het oog ligt te midden van dit
rechthoekje.
De poten leveren geen moei
lijkheden op, maar de handjes
wel; je moet eerst goed bekij
ken hoe Joe de harmonica vast
houdt: drie vingers zyn om het
muziekinstrument gebogen.
Dit is een bijzonder aardige
figuur om te kleuren. Jasje
groen, broek fel rood, veren
(by m. rechts) verschillende
kleuren. De harmonica maak
je bijvoorbeeld blauw, paars of
bruin. Enfin, je maakt er een
bontkleurige Joe Carioca van!
naar uw voordracht luisteren",
antwoordde de sultan. „Gij kent
toch zeker de voorwaarde, niet
waar? Als uw gedicht niet
nieuw, niet oorspronkelijk is,
dan ontvangt gy geen beloning.
Is het aan ons hof nog totaal
onbekend, dan ontvangt ge zo
veel goud, als de stof weegt,
waarop ge uw gedicht geschre
ven hebt".
De dichter boog, ten teken,
dat hij het begrepen had.
De sultan merkte_ niets van
de korte glimlach, die even om
de mond van de Bedoeïen speel
de. Want deze wist wel, dat de
sultan zijn gedicht nooit zou
kunnen nazeggen. Daar had hy
juist op gerekend.
Hy had in zijn lang en moei-
ïyk gedicht een groot aantal
vreemde en moeilyk uit te
spreken woorden ingelast. De
sultan merkte dadelijk de moei-
lykheid van dit gedicht. En hoe
langer deze dichter voortging,
des te zekerder wist de sultan,
dat hij diens werk niet nazeg
gen kon. Toen het gedicht ten
einde was, wenkte de sultan
zijn dienaar, in de hoop, dat
deze het vers wel zou kunnen
herhalen. Maar de dienaar kon
zo iets pas, als hy het gedicht
Telescoop om fotografische opna
men in het wereldruim te maken.
tweemaal gehoord had. Ook hy
stond dus met zyn mond vol
tanden.
Natuurlyk zag de slavin hele
maal geen kans het moeilyke
gedicht te herhalen.
De sultan voelde zich versla
gen. Maar ten opzichte van alle
aanwezigen moest hy zich
groot houden en zyn woord ge
stand doen. „Meester-dichter",
zo begon hy vriendelyk. „Er is
inderdaad geen twijfel moge-
lyk. Uw gedicht is oorspronke-
lyk. Niemand van ons heeft het
ooit gehoord. Gy maakt dus
aanspraak op de beloning, die
ik heb uitgeloofd. Toori ons dus
de stof, waarop uw gedicht ge
schreven staat ep ik zal u net
zoveel goud laten geven, als die
stof weegt".
De dichter maakte een eer
biedige buiging en verzocht toen
onderdanig: „Wilt u mij dan
een dienaar meegeven om my
te helpen de stof naar binnen
te dragen?"
„U helpen de stof naar bin
nen te dragen?", riep de sultan
verschrikt uit. „Hebt gij uw ge
dicht dan niet op perkament of
iets dergelyks geschreven?"
„Neen, hooggeprezen sultan",
antwoordde de dichter. „Toen ik
aan dit grootse werk begon, had
ik geen perkament by de
hand. Ik heb toen mijn verzen
in steen gebeiteld. Een kameel
heeft de grote stenen hierheen
gevoerd. Ze liggen in de voor
hof van uw paleis".
De schrik en de ontzetting
van sultan Aboenasar waren
niet te beschrijven. Maar als
sultan kon hy ten opzichte van
zijn hofhouding zijn woord niet
breken. En zo gelukte het de
laatste dichter, die de sultan te
slim af was, een grote bres te
slaan in de goudvoorraad van
de gierige Aboenasar.
Het Noorse vrachtschip „Bessa" dat
enige dagen te Vlissingen in quarantai
ne heeft gelegen omdat aan boord ty
phus was uitgebroken, is gistermiddag
half vyf vertrokken. Het officierencorps
bestaat thans gedeeltelijk uit Nederlan
ders. Het schip gaat naar Abö in Fin
land.
Volgens de behandelende specialist,
dr. H. P. Veening, is de toestand van
oe zestien leden der bemanning, die te
Vlissingen in het ziekenhuis zyn opge
nomen zeer gunstig.
De „stichting „Door De Eeuwen
Trouw" heeft bekend gemaakt, dat
haar zending voedsel en medicamenten,
o.a. bestaande uit 145 kisten melkpoe
der, een belangrijke hoeveelheid vac
cins, sera. verbandmiddelen, vitaminen,
sulphapreparaten en andere genees
middelen op Ambon is aangekomen
en over het gehele gebied van de re
publiek Zuid-Molukken zullen worden
gedistribueerd.
Tengevolge, van de mist wordt de
Tabinta" niét Zondag egen de avond
vóór IJmuiden verwacht, maar in de
morgenuren van Maandag.
De nieuwe Argentijnse gezant in Ne
derland, de heer Valenzuela, heeft me
degedeeld, dat er besprekingen gaande
zijn met Philips over de levering van
telex-apparatuur, waarmee een bedrag
van c.a. 40 millioen gemoeid is. De ge
zant verwachtte ook, dat er door zyn
regering meer opdrachten voor de Ne
derlandse scheepsbouw zullen worden
gegeven.
De gezant herinnerde voorts aan de
order voor Nederlands spoorwegmateri-
eel ter grootte van 200 millioen, die
door de Argentijnse regering by Werk
spoor is geplaatst.
De byzondere toeslag aan gepension
neerden zal voor het jaar 1950 in een
bedrag ineens worden uitgekeerd. De
minister van Sociale Zaken heeft be
paald, dat gepensionneerden, die tevens
een uitkering genieten als werkloze ar
beiders, gedemobiliseerde militairen en
zelfstandigen, tengevolge van de pen
sioentoeslag over 1950 geen vermin
dering van hun uitkering zullen onder
gaan. M.i.v. 1 Jan. 1951 wordt evenwel
bij het berekenen van de uitkeringen
ïekening gehouden met de byzondere
toeslag op het pensioen.
(Van onze speciale verslagever)
Hedenavond valt in het Wereldschaak-
tournooi Amsterdam 1950 de beslissing.
Zeker is zoals uit onderstaande stand
blykt dat Najdorf zich op de eerste
plaats zal handhaven. De vraag is echter
of Reshevsky hem wat vry onwaar
schijnlijk ïykt nog terzyde zal ko
men en bovendien of onze landgenoot
Dr. Euwe in dit geval met medewer
king van Stahlberg nog op het laat
ste moment voor de verrassing zal
zorgen, dat hy by de eerste drie eindigt.
Hoe dan ook, het belooft nog een span
nende eindstrijd te worden.
De bordverdeling is als volgt:
Szabados—O'Kelly, Gligoric—Gud-
mundsson. Golombek—Reshevsky. Naj
dorf—v. Scheltinga, Donner—Trifuno-
vic, v. d. BergStahlberg, Euwe-Pil-
nik, FoltysTartakower, Rossolimo
Kramer.
Gisteren werden de navolgende par
tijen nog beëindigd.
ronde: Szabadc*Re-
Zeventiende
shevsky ü-j4.
Achttiende ronde: Gudmundsson
Szabados 1-0, v. ScheltingaGolombek
Vs-Vs, Trifunovic—Najdorf %-Vi, Pilnik
Kottnauer 1-0.
De stand is na:
1. Najdorf 14)4 pnt.
2. Reshevsky 13)4 pnt.
3. Stahlberg 1214 pnt.
4. Euwe 1114 pnt.
5 en 6 Gligoric en Pire 11 pnt.
7 en 8 Rossolimo en Pilnik 1014 pnt.
9. Trifunovic 10 pnt.
10. O'Kelly 9 pnt.
II en 12 Donner en Tartakower 8 pnt.
13 en 14 Foltys en Gudmundsson
7)4 pnt.
15 en 16 v. d. Berg en v. Scheltinga
7 pnt.
17. Kottnauer 6 pnt.
18, 19 en 20 Golombek, Szabados en
Kramer 5 pnt.