DE NEDERLANDSE BELANGEN ZULLEN
GEWAARBORGD BLIJVEN
tRicDEnoorman: *X)e
(MIER
De grote misdaden
I van een kleine man
juóóan kous en Huppen
PROF. VERAART: „P.B.O. IS ZEKER
MOGELIJK IH VERVOERSSECTOR
PASOPUWKgEL
ABDIJSIROOP
HUURVERSCHILLEN WORDEN BIJ EVT.
HUURVERHOGING TERUGGEBRACHT
Geen bezwaren tegen
verwezenlijking
Overpeinzingen
Samenwerking gewenst
Binnen twee jaar een grote hoeveelheid
bedrijfschappen tot stand gekomen
Z.H. de Paus spreekt
over film en boek
Gemeentelijk initiatief tot nivellering
vindt gunstig onthaal
Boumabouw
WOENSDAG 13 DECEMBER 1950
PAGINA 3
NOTA'S OVER STATUS VAN NIEUW-GUINEA
Nederlandse arbeid in N.-Guinea geen
vorm van kolonialisme
Zeven millioen beschikbaar
voor hotelaccommodatie
BENOEMINGEN
Katholieke Illustratie
„ST. RAPHAEL" VERGADERT
Techniek levert gevaar op
voor intellectuele decadentie
SMOKKELARIJ NEEMT TOE
Grote buit te Aken
MINISTER IN 'T VELD OVER DE WONINGBOUW
door
LESLIE FORD
van Snorrebor
LANDELIJKE PRIJSVRAAG
VOOR KANKERBESTRIJDING
Kabale und Liebe
Vader en dochter
De beide delegaties van de Nieuw-Guinea-confercntie hebben gisteren besloten,
de tot nu toe gewisselde stukken te publiceren. Hieruit biykt, dat de Indonesische
delegatie zich in een nota van 7 December op het standpunt stelde, dat over
dracht en erkenning van de souvereiniteit van de republiek Indonesia over West-
N.-Guinea geenszins tot doel hebben de Nederlandse belangen in dat gebied weg
te wissen, omdat overdracht zal geschieden onder waarborgen voor de belangen
van het Nederlandse volk. Het ten uitvoer brengen van de overdracht der sou
vereiniteit over West-N.-Guinea zal de nationale aspiraties van Indonesische zijde
bevredigen en kan plaats vinden in de tyd van vyf maanden na de datum 27
December 1950.
De Indonesische delegatie acht het gewenst, dat het Indonesische en het Neder
landse volk samenwerken, teneinde West-N.-Guinea vooruit te brengen op eco
nomisch, sociaal en cultureel gebied; de Indonesische delegatie is bereid daarin
bijzondere overeenkomsten aan te gaan.
Een dergelijke oplossing stelt het on
vervreemdbaar recht van de bevolking
van Nieuw-Guinea tot zelfbeschikking
volkomen veilig en kan aan alle in het
conflict tussen Nederland en Indonesië
belangstellende landen en volken, niet
het minst ook aan Indonesië en Neder
land, bevrediging geven Zij is niet in
strijd, maar integendeel in volledige
overeenstemming met de plichten, welke
Nederland ingevolge het Handvest der
Verenigde Naties heeft, en verdient
reeds uit dien hoofde verre de voorkeur
boven de oplossing, welke de Indonesi
sche regering heeft voorgesteld, en wel
ke om van andere bezwaren thans te
zwijgen een bron van nieuwe conflic
ten kan vormen.
Wie kennis neemt van hetgeen in
het Nederlandse volk inzake plan
nen voor West-N.-Guinea tot uiting
komt, constateert, dat dit gebied
blijkbaar voor een aanzienlijk deel
bedoeld wordt als reservoir voor
Nederlandse overbevolking en voor
Hierop verscheen op 8 December een
Nederlands memorandum.
Hierin wordt gezegd, dat de Neder
landse regering met de Indonesische
regering ervan overtuigd is, dat de
grote verschuivingen, die in Azië heb
ben plaatsgehad, niet alleen het kwade
uit het verleden te niet hebben gedaan,
maar dat deze verschuivingen ook het
goede van vroeger en nu bedreigen.
Tot het goede, dat bedreigd kan wo>-
den, rekent Nederland ook de vreed
zame arbeid, welke Nederland in Ne-
derlands-Nieuw-Guinea tot ontwikke
ling van land en volk verricht. De
waardering, die de Indonesische rege
ring voor deze arbeid Heeft willen aan
de dag leggen, stemt Nederland tot bij
zondere voldoening.
Met leedwezen heeft de Nederlandse
regering echter moeten vernemen, dat
de Indonesische regering deze arbeid
nog steeds als een vorm van kolonia
lisme meent te moeten aanmerken. De
wijze waarop Nederland de ontwikke
ling van Nieuw-Gulnea bevordert,
rechtvaardigt naar het oordeel van de
Nederlandse regering een dergelijke
aanduiding niet. Het bestuursstelsel,
hetwelk in Nederlands-Nieuw-Guinea
geldt, vindt men ook In andere gebie
den, die in en buiten de naaste omge
ving van Indonesië liggen. Het be
staansrecht van dit bestuursstelsel is
in het Handvest der Verenigde Naties
erkend. Het doel van dit bestuursstel
sel is in dit handvest omschreven. Met
dit doel stemt de Nederlandse regering
als lid van de Verenigde Naties vanzelf
sprekend in en zü streeft dit in de
practijk na.
Het Nederlandse bestuursstelsel in
Nieuw-Guinea mag daarom niet als ko
lonialisme gezien worden en zeker niet
op de enkele grond, dat in dit stelsel
de inheemse bevolking nog niet zich
zelf bestuurt. Het ogenblik is immers
nog niet gekomen, waarop in Neder
lands-Nieuw-Guinea dit bestuursstelsel
kan worden verlaten, en waarop aan de
inheemse bevolking zelf de taak kan
worden overgelaten om zichzelf te be
sturen en haar eigen staatkundige be
stemming te bepalen. De Nederlandse
regering neemt aan, dat de Indone
sische regering dit inzicht deelt, daar
ook de Indonesische regering niet wenst,
dat de souvereiniteit over Nieuw-Gui
nea aan de bevolking van Nieuw-Gui
nea zelf zal worden overgedragen.
Nederland zal aan de wensen van
het volk van Nieuw-Guinea, ook
wanneer deze zich in de toekomst
mochten richten op een aansluiting
bij Indonesië, niets in de weg leg
gen. Zij is uit dien, hoofde bereid
met de Indonesische regering een
overeenkomst aan te gaan tot waar
borging van de uitoefening van het
zelfbeschikkingsrecht ten bekwamen
tijd.
Maandag 11 December antwoordde de
Indonesische delegatie: Waar Indonesia
de wettige erfgenaam is van de over-
heidsrechten van de voormalige Neder
lands-Indische regering in Indonesia,
waartoe historisch en administratief
West-N.-Guinea steeds heeft behoord, is
daarom tussen Nederland en Indonesia
niet in het geding de plicht en de moge
lijkheid van beide naties om de politieke,
economische, sociale en opvoedkundige
vooruitgang van de bevolking van Wesl-
N.-Guifiea te behartigen.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
ontwerp van wet tot wijziging van het
tiende hoofdstuk der Rijksbegroting voor
1950 (uitgaven ten behoeve van de finan
ciering van de nieuwbouw, reconstructie en
modernisering van hotels in Nederland cn
ter bevordering van het vreemdelingenver
keer;. Uit de Memorie van Toelichting
blijkt, dat teneinde het vreemdelingen
verkeer te stimuleren de minister het
uitermate gewenst acht goed geleide pro-
paganda-actie8 te voeren. Aangezien ook
bij de R c. A.-autoriteiten veel belang
stelling bestaat voor de bevordering van
het toerisme, zijn genoemde autoriteiten
bereid gevonden, behoudens toestemming
van de Nederlandse wetgever, goed
keuring er aan te hechten dat van het
saldo der speciale rekening bij de Neder-
landsche Bank, houdende de guldenstegen
waarde de E. H. P.-schenkingen, t 7.000.000
wordt gebruikt voor uitbreiding en moder
nisering van de hotelaccommodatie in Neder
land en f 500.000 voor maatregelen in het
belang van de bevordering van het toeris
me in Nederland.
In overleg met de minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen wordt
voorgesteld, dat van het bedrag van
f 500.000 f 200.000 wordt besteed voor cul
turele propaganda, welke van direct be
lang wordt geacht voor de bevordering van
het vreemdelingenverkeer en f 300.000 voor
het voeren van meer algemene toeristische
propaganda. Het ligt in de bedoeling laatst
genoemd bedrag te besteden voor het voe
ren van afzonderlijke propaganda-acties.
Z, H. Exc. de Bisschop van Haarlem
heeft benoemd tot: rector van het Aloy-
sius-gesticht te 's Gravenhage, de wel-
eerw. heer A. J. Leenders en tot con
rector van dit gesticht de weleerw.
heer H. M. J. Brans, die tevens be
noemd is tot algemeen diocesaan-direc-
teur van het mannelijk jeugdwerk in
het bisdom Haarlem.
Wist u dat de regering van Ethiopië een
aantal Nederlandse adviseurs heeft man
nen die in Indonesië hun sporen als be
stuursambtenaren hebben verdiend en van
Wie er een zelfs vice-president v. d. Raad v.
Indië is geweest? Zij staan bij keizer Haile
Selassie hoog in aanzien en mede door hun
bekwame arbeid heeft de naam van Neder
land er een goede klank. De K.I. van 15 De
cember publiceert een interview met deze
neren van de eigen K.I.-redacteur en -foto
graaf. Amsterdammers zullen met belang
stelling het geïllustreerde artikel lezen over
Ome Hein, „de laatste der porders". „Hoe
lang nog?" luidt de veelzeggende titel boven
*en fotoreportage van Hongkong. Commis-
^nis van politie Starrenburg vertelt boeiend
"ver het veelzijdige werk van de Rotter
damse havenpolitie. Behalve de gewone ru
brieken brengt dit nummer een prijsvraag,
®cn kruiswoordpuzzle in foto's. Hoofdprijs
**n bromfiets 1
Nederlands gezinde Indonesiërs. Bij
hanhaving van het Nederlands be
wind in een dunbevolkt land als
West-N.-Guinea betekent dit, dat de
uitoefening van het interne zelf
beschikkingsrecht bij voorbaat in
zijn uitslag is beslist, of op zijn minst
twijfelachtig wordt.
De souvereiniteitsoverdracht over
West-N.-Guinea zou voor het Indonesi
sche volk een ondubbelzinnig bewijs zijn
en een symbool, dat hetgeen op de
Ronde-Tafelconferentie werd afgespro
ken en op 27 December 1949 geschiedde,
volledig en oprecht gemeend was.
Binnen het kader van de Indonesisch-
Nederlandse economische samenwerking
erkent de Indonesische regering be
staande rechten en concessies en zal aan
Nederland bijzondere consideratie ge
geven worden bij de uitgifte van
nieuwe concessies en kapitaalsinveste
ring. Voorts zal bij het tot verdere ont
wikkeling brengen van de natuurlijke
hulpbronnen van West-N.-Guinea bij
zondere aandacht worden geschonken
aan Nederlandse belangen aldaar. Daar
nevens is de Indonesische regering in
het algemeen bereid bij de ontplooiing
van West-N.-Guinea op economisch ge
bied ten volle rekening te houden met
de belangen van de Nederlandse handel,
scheepvaart en industrie.
Pensioenen van Nederlandse ambtena
ren in West-N.-Gulnea zullen in de lijn
van de R.T.C.-overeenkomsten worden
gegarandeerd. Immigratie van Neder
landse burgers zal door de Indonesische
regering worden toegestaan. De gods
dienstvrijheid zal volledig worden ge
waarborgd en de humanitaire werk
zaamheden van zending en missie, zoals
onderwijs en ziekenzorg, zullen kunnen
worden voortgezet. Bij bedoelde huma
nitaire werkzaamheden zullen missie en
zending desnodig steun verkrijgen van
de Indonesische regering.
63. Aangespoord door de kreten van hun aanvoerder, sprongen de Stichi-krijgers
toe om de paarden op te vangen. Nu zij hun kalmte hervonden, leken de aanstor
mende dieren deze geoefende ruiters veel minder schrikwekkend dan gedurende de
eerste ogenblikken, toen de troep uit de grot losbrak. Zij slaagden erin de meeste
dieren te grijpen, eer zij de uitgang van de vallei bereikten.
Alleen de merrie scheen ontembaar. Dwars door het wilde gewoel van stampende
dieren en worstelende mannen brak zij naar voren. Het was of Raven's aanwezigheid
in de verte haar krachten verdubbelde.
Mogelijk kwam het ook door de man, die haar bereed, dacht Char grimmig.
Hij zag de slanke gestalte van de ruiter nog steeds over de nek van het weg-
stormende paard hangen, als was hij bang dat een pijl hem zou treffen. In een dolle
ren joeg hij op de uitgang toe, en terwijl het oude opperhoofd nog volkomen in beslag
genomen werd door het paard, dfet hij gegrepen had, zag hij de vluchteling het kamp
verlaten en in de vallei verdwijnen. Woede verwrong het gelaat van Char. Met
een wrede trek wist hij het paard te bedwingen en zich met katachtige lenigheid
in het zadel werpend gilde hij zijn mannen toe: „Grijp uw dieren! Te paard! Hem
na! Hij rnag ons niet ontkomen!" Gelijktijdig zette hij zijn ros reeds aan en stoof de
vluchteling achterna, op de voet gevolgd door de eersten van zijn mannen, die hun
paarden tot gehoorzaamheid hadden gedwongen. Vanuit het venster zag Onga hen
verdwijnen achter de muur. Juist door haar eigen wanhopige toestand gaf het
haar intense voldoening de verwarring te zien, welke de vlucht in het kamp ver
oorzaakte. De laatste mannen worstelden nog met hun paarden. Maar de meesten
waren naar de muur gesneld en sloegen thans de jacht op de vluchteling gade. Een
doodse stilte, gespannen tot het uiterste, legde zich over het kamp. Vanaf de vlakte
welke zij niet kon zien, drong geen enkel geluid door, behalve het verre gehinnik
van Raven, lokkend als steeds.
„Hij ontkomt!" fluisterde Onga terwijl haar vuisten zich samenknepen. ,JJe Noor-
man is behendiger Zij zullen hem niet pakken
„Ik geloof dat ge de bekwaamheid als mensenjager van mijn vriend het opper
hoofd onderschat," klonk eensklaps Toeghir's stem onheilspellend hoffelijk. Hij hief
plotseling het hoofd op. „Luister!"
Op hetzelfde ogenblik ging er onder de Stichi-krijgers, die langs de muur de ach
tervolging gadesloegen een gejuich op, vermengd met overwinningskreten. „Luister
goed, Onga!" Voldaan kwam Toeghir op haar toe. Dit betekent de dood van uw
vriend de Noorman
En inderdaad omringde op dat ogenblik daarbuiten op de vlakte een triomfantelijke
ruiterschaar de snuivende merrie. Een van hen liet zijn boog zakken en keek naar
Char, terwijl hij een spottend gebaar naar de ruiter maakte, in wiens rug een
pijl stak.
Stichi ontgaat geen vluchteling grijnsde hij.
In de hut begon het meisje geluidloos te snikken
Advertentie
Bij guur weer en
huishoudelijk werk
Uw handen
voor
De burgemeester van Den Haag, mr. F. M. A. Schokking, heeft gisteren de
„Constanten Huygensprijs" van de Jan Campertstichting overhandigd aan Geer-
ten Gossaert (prof. dr. F. C. Gerretson) en de „Jan Campertprijs" aan Michel van
der Plas. De eerste prfjs is bedoeld als bekroning van het gehele literaire oeuvre
van een schrijver, de tweede als aanmoedigingsprijs.
Het antwoord, dat prof. dr. J. A. Ver
aart op de tweede dag van het congres
van St. Raphael gaf op de vraag: Is ver
wezenlijking van de Publiekrechtelijke
Bedrijfsorganisatie in de vervoerssector
mogelijk?, was wel zeer duidelijk. „Ik
vraag mij af", aldus spr., „wanneer deze
verwezenlijking niet mogelyk is ln de
vervoerssector, waar ze dan wel mo
gelijk zal zijn". Tijdens de discussie
sprak prof. Veraart zich zelfs nog po
sitiever nit. Hier gaf hU als zijn vaste
overtuiging, dat binnen 1 a 2 jaar een
grote menigte bedrijfschappen tot stand
zullen zijn gekomen, waaronder spr.
hoopte, dat ook dat van het vervoer zou
zijn. De vergadering begroette deze me
dedeling met luid applaus.
Dat bij de P.B.O. een zo belangrijke
sociale en economische sector als die
van het vervoerswezen zou worden
uitgeschakeld, noemde spr. ondenk
baar. Er is bovendien geen enkel be
zwaar tegen verwezenlijking. Het
mijnbedrijf, dat veel dichter aan de
staat Is dan de spoorwegen immers is
reeds enige jaren in een dergelijke re
geling betrokken. De wet op de be
drijfsorganisatie biedt geen moeilUk-
heid tot het vormen van een hoofdbe
drijfschap Vervoer- en Verkeerswezen
en van bedrijfschappen voor spoor- en
interlocaal tramvervoer; Intercommu
naal autovervoer; plaatselijk auto- en
tramvervoer en voor de binnenscheep
vaart. Het Internationaal scheepsver
keer en de luchtvaart wilde spr. met
het oog op het Internationale aspect
van de zaak voorlopig bulten beschou
wing laten. Ten aanzien van de be
voegdheden moet een scherp onder
scheid worden gemaakt tussen die van
hoofdbedrijfschap en bedrijfschappen
De algemene zaken van sociale voor
ziening en economische coördinatie
behoren in het hoofdbedrijfschap; de
typische eigen bedrijfsverschijnselen
en bedrijfsbehoeften in de bedryt-
schappen.
Ten aanzien van de vele vragen, die
na deze inleiding naar voren werden
gebracht, constateerde spr., dat het no
dig is de uitvoering van deze wet met
groot enthousiasme te beleven. Mede
werking aan beide zijden is uiterst ge
wenst. Spr. meende ook, dat men om
trent medewerking van de zijde der
werkgevers niet te pessimistisch be
hoeft te zijn.
Spr. hoopt, dat de P.B.O.-Nederland
genomen zal worden als programma
voor geheel West-Europa.
Z.H. de Paus heeft in een rede tot het
internationale congres van katholieke
schrijvers, dat te Rome gehouden wordt,
gesproken over de invloeden van de
film en het boek. Hij drong aan op de
productie van goede boeken, om daar
mee de verkeerde en negatieve invloe
den, die van de film uitgaan, te bestrij
den.
„Wij leven in de tijd van de film en
de televisie", zeide de H. Vader. „Onge
twijfeld zullen beide een groot deel
opeisen van de tijd, die vroeger aan het
gedrukte woord besteed werd. Men kan
evenwel vaststellen, dat televisie en
film de behoefte aan goede boeken
doen toenemen.
Men kan de waarde van de techniek
en van de filmkunst erkennen, zonder
voorbij te zien, dat de eenzydige in
vloed, die zij op de mens uitoefenen, en
vooral op de jeugd, door hun byna zui
ver visuele actie het gevaar van intel
lectuele decadentie opleveren.
Daarom is het des te meer de taak
van het goede boek de mensen op te
voeden tot een dieper begrip van de
dingen, hen te helpen denken en medi
teren over het leven".
De H. Vader besloot met deze woor
den: „Uw vroomheid en uw godsdien
stigheid hebben u er toe gebracht deel
te nemen aan dit congres, hier in het
centrum van de Christenheid, in dit
Heilige Jaar, bij het plechtige schouw
spel van een geloofsgemeenschap, van
een gemeenschap van liefde, gevestigd
in God. Een liefde, die uitgaat boven
alle kleinheid, boven ruzies en mense
lijke zwakheden, en die alle zonen van
de katholieke wereld verbindt om
slechts één hart en één ziel te vormen".
Gedurende de tweede helft van No
vember heeft de Duitse douane bij
Aken in totaal 12.500 sigaretten, 3300
kg. koffie, vijftien auto's en zes fiet
sen in beslag genomen; 230 smokkelaars
werden in die periode samen tot vijf
honderd maanden gevangenisstraf en
15.000 mark boete veroordeeld. De
douane heeft geconstateerd, dat de
smokkelarij, vooral die in koffie, de
laatste weken is toegenomen.
Advertentie
In d« keel beginnen enkele
der gevaarlijkste aandoe
ningen. Neem bij de gering
ste klacht, zoals kriebel, hees
heid, pijn of gezwollenheid de
slijmoplossenae, snelwerkende
AKKER-S
(Van onze speciale verslaggever)
Tijdens een winterse zuurkdolmaaltyd te Leeuwarden heeft minister mr. J.
in 't Veld een gezelschap Nederlandse journalisten in de gelegenheid gesteia
hem vragen te stellen naar aanleiding van zgn woningbouwbeleid. Hg neeti
daarbij toegegeven, dat het ongezond is dat de huur van de z.g.n. „goedkope
en soms zelfs minder goede woningen (gebouwd met verminderde ryksbydrage)
hier endaar aanmerkeiyk hoger is dan die van de duurdere en betere gewone
woningwet-woningen. Hy heeft erkend, dat zyn departement vorig jaar by
het begin van de stunt-Bouma wellicht iets te royaal is geweest met het ver
strekken van vergunningen. Doch hy heeft als zijn mening uitgesproken dat
bij een eventueel komende huurverhoging deze verschillen fteeds aanmerke
lijk gereduceerd kunnen worden. Bovendien heeft hij verklaard open te staan
voor ieder gemeentelijk initlatiéf tot nivellering van deze huurverschillen, aan
genomen tenminste dat de gemeenten tevreden z«n met eenzelfde totaal aan
rijksbijdragen.
Met klem althans voor zover de minister geacht kan worden met klem
te spreken heeft hij ontkend, dat het in de bedoeling zou liggen de con
tingenten van de gemeenten, die dit jaar met verminderde rijksbydrage extra
woningen gebouwd hebben, voor de komende jaren dienovereenkomstig te
verminderen. Deze extra bouw, aldus minister in 't Veld, zal hoogstens op de
lange duur enige rol gaan spelen, aangezien natuuriyk de woningtoewüzlng
geschiedt op grond van de woningbehoefte.
Opnieuw heeft de minister in ant
woord op een desbetreffende vraag
gepleit voor woningen met centrale
voorzieningen. Met name de centrale
verwarming en de centrale warmwater
voorziening mogen zich bijzonder in
's excellentie's belangstelling verheugen.
In het buitenland, zo zeide hij, doet men
dit reeds algemeen en wij die altijd
op het gebied van de woningbouw de
toon hebben aangegeven vormen te
genwoordig zo'n beetje een uitzondering.
Uiteraard valt dit probleem onder de
huidige omstandigheden natuurlijk niet
op te lossen. Doch het is al winst, wan
neer wij het onderkennen. Bovendien
zijn experimenten zeer wel mogelijk.
Minister in 't Veld gaf daarbij een in
middels iets verouderd voorbeeld
naar hij zelf zeide waarin hij de kos
ten van kolen en warm water op f3.50
per week per gezin stelde, terwijl men
in Amsterdam een plan had uitgewerkt
voor centrale verwarming etc. f4.50
per week.
Hij toonde zich bijzonder enthou
siast toen een vertegenwoordiger van
de nationale woningraad mededeelde,
dat onder verantwoordelijkheid van
negen samenwerkende Amsterdamse
woningbouwverenigingen een eerste
proef in die richting met tweehonderd
huizen in Amsterdam zal worden ge.
nomen. Hij voegde daaraan toe: „Ieder
gemeentebestuur, dat op verantwoor
de wijze soortgelijke plannen koes
tert, kan op mijn steun rekenen.
Trouwens wanneer straks door mijn
departementeen prijsvraag voor de
ideale woning zal worden uitgeschre
ven, dan moeten ook de heren ar
chitecten zich maar eens op dit vraag,
stuk beraden. Het is mijn indruk dat
het kleine middenstandsgezin- en het
intellectuele arbeidersgezin een kleine
woning met centrale voorzieningen zai
prefereren boven een grotere woning
zonder dit comfort".
Ten aanzien van de stunt-Bouma
deze terminologie is van de minister
zeide hij nog: „Zij heeft meegeholpen
de verstarring in de bouwwereld te ver.
breken. Zij zal van belang blijken nu
ook de woningbouwsector in de naaste
toekomst grote moeilijkheden zowel
van monetaire als van budge taire aard
te wachten staan. De bedragen, die eng
bezien eigenlijk voor de woningbouw
zouden moeten worden uitgetrokken
Teneinde zich een beeld te vor
men van de resultaten welke door
de woningbouw met vermindetde
rijksbijdrage het z.g. Bouma-ex-
perimentin het afgelopen jaar
werden bereikt, heeft een aantal
Nederlandse journalisten op uit
nodiging van het Ministerie van
Volkshuisvesting een tournée ge
maakt door het Noorden van ons
land. Aan het slot daarvan hadden
zij te Leeuwarden een ontmoeting
met de minister, die de bij hen ge
rezen vragen openhartig beant
woordde. Onze speciale verslagge
ver, die deze reis meemaakte,
schrijft hierover in nevenstaande
bijdrage.
49)
Toen hoorde i k het. Als ik er nu weer
aan denk, lijkt het een nachtmerrie
een langgeleden afschuwelijke nacht
merrie, die nig nog achtervolgt. Maar
toen was het -p-lmmig en voelbaar en
vlak om me heen. Ik wilde niet sterven.
Ik wilde niet neertuimelen in de don
kere afgrond van het onbekende. Ik wil
de de wereld niet vaarwel zeggen, zon
der te weten, wat er allemaal gaande
was. Ik wilde mijn twee jongens niet
achterlaten, noch kolonel Primrose, die
met mazelen in het ziekenhuis lag. Toch
was ik zo gehypnotiseerd, dat Ik me
niet vermocht te verroeren. Ik wist, dat
ik me kon omkeren en de deur achter
me grendelen, <jn opbellen, maar er was
geen slot op de deur. Ik wist dat ik kon
schreeuwen. Mnar ik wist ook, dat de
spookachtige voetstappen, die uit de zit
kamer naderbij gleden, veel vlugger
zouden zijn dan ik. want ik was verstijfd
van angst en zij werden voortgedreven
door een andere angst, angst tut schuld
en angst voor vergelding.
Weer kraakte «de plank. De scheme
rige lichtstreep bovenaan de deur scheen
te bewegen. 'r:; bewoog werkelijk. De
deur draaide -n.
Toen se! i uwde ik. „Lilac! Lilac!"
Maar er ku im geen geluid, ik hoorde
slechts een schot, gefluisterd „Lilac!
Lilac!" in mijn oren. Ik wist, dat het te
laat was. Niemand ter wereld zou mij
horen.
HOOFDSTUK XIII
OLLIE.
Toen ging de deur open en floepte het
portaallicht aan. Half verblihd struikel
de ik en zakte neer op de traptrede ach
ter mij, ontdaan en ontredderd als nim
mer tevoren, doch slechts half zo ont
daan en ontredderd als sergeant Buck.
Na een ogenblik dat een oneindigheid
scheen, keerde hij terug naar de zitka
mer en hoorde ik zijn metaalachtigf
stem achter een kier van de deur.
Hy had me niet aan het schrikken
willen maken, zei bij. Hij was er alleen
maar om me te beschermen.
„Beschermen!" Mijn tanden klapper
den onbedaarlijk. „Beschermen! Om
's hemels wil!" Ik lachte en huilde door
elkaar en was een zenuwtoeval meer na
bij dan ooit te voren. Ik trilde zo, dat,
toen ik de trapleuning greep om mij
tegen vallen te behoeden, de hele ba
lustrade mee schudde. „U hebt me een
doodsschrik op het lijf gejaagd. Ik kom
dit nooit meer te boven."
Het kwam niet bij me op, dat dit ser
geant Buck hoogstwaarschijnlijk zeer
welkom zou zijn. Ik stond op het punt.
hem alles te vertellen wat me op het
hart lag, toen het tot me doordrong, dat
het weinig zin had een alleenspraak te
voeren tegen een gesloten deur.
„U deed beter met naar bed te gaan,
mevrouw," zei de stem achter de deur,
„u zult nog kou vatten."
„Ik zal naar bed gaan zodra u het huis
verlaat," zei ik. Gelukkig vergat ik niet
eraan toe te voegen: „Wat moeten de
buren wel denken?"
„Gaat u naar bed, mevrouw," zei ser
geant Buck koel.
Hij sloot de deur af, ten teken, dat het
gesprek was beëindigd en dat, hoe min
der er verder gezegd werd, hoe beter
het was. Ik rees op en toen ik dacht, dat
mijn knieën weer sterk genoeg waren,
deed ik zoals mij was gezegd. In zeker
opzicht was ik dankbaar. Ik keek door
het portaalraam de tuin in. De donkere
kruipende gedaanten waren als bij to
verslag verdwenen. Om kort te gaan,
ik was blij dat sergeant Buck in huis
was. En pas in de morgen, toen ik mij
weer het telefoongesprek te binnen
bracht, rees er een tikje twijfel in mij.
Misschien was hij werkelijk gekomen
om mij te beschermen. Misschien had hij
uit tijdverdrijf meegeluisterd. Deson
danks probeerde ik me te herinneren
wat Dorothy precies had gezegd. Er was
niets bij. dat door een buitenstaander
uitgelegd kon worden als iets anders
dan een redelijke vrees voor de onbe
kende sluipmoordenaar. Waarom ik zo
vol vertrouwen was, dat Buck niet meer
wist dan wij beiden, weet ik niet.
Ik rook de geur van de ham en eieren,
die Lilac voor hem aan 't bakken was
en hoorde haar opgetogen kakelen, ter
wijl ze zich aanstelde als de volmaakte
keukenprinses en dienstmaagd, na mij
met een half-rauw ei en een paar uit
gedroogde sneetjes brood afgescheept te
hebben. Toen ik naar beneden ging was
hij in de tuin. Hij wierp zijn tandensto
ker in het bloembed en zei: „Góeden-
mórgen, mevrouw. Kan ik u even spre
ken? We moeten een paar dingetjes op
helderen."
Het ophelderingsproces liet de zaak
voor mij even duister als voorheen. Alles
bijeengenomen kwam het erop neer, dat
Bill Kent een hoogstaande jongeman
was, die 's ochtends aan een onderzoek
zou worden onderworpen en zich waar
schijnlijk niet als een lam ter slachtbank
zou laten leiden. Mevrouw Hallet was
een hooggeplaatste dame, maar desal
niettemin was het bekend, dat ze door
de achterdeur uit huis was geglipt, ter
wijl toch verondersteld werd, dat hoog
geplaatste dames door de voordeur naar
buiten gaan.
Het was voorts geen geheim, dat zij
en Ellery Seymour sedert enige tijd op
vriendschappelijke voet verkeerden. Wat
Milton Minor aanging, hij was een
deugniet, die door een degelijke dame
als ik niet ontvangen behoorde te wor
den. De politie hield hem in de gaten.
Sergeant Buck vertelde mij dit in mijn
eigen belang en niet omdat hij persoon
lijk iets tegen Milton Minor had. Niet
temin scheen het feit, dat Milton stuk
ken in kranten schreef, tegen hem te
getuigen. Wat de overigen betrof, die
waren ook allen óf hooggeplaatst, óf
hoogstaand. Volgens sergeant Buck was
en bleef de moord op Betty Livingstone
een „liefdesaangelegenheid". De brieven,
beweerde hij, zouden wel aan het licht
brengen, wie de man was met wie zij
het had aangelegd.
„Brieven?" vroeg ik. „Wat voor brie
ven?"
„De brieven die ze haar moeder de
laatste jaren heeft geschreven. De oude
dame heeft ze allemaal bewaard. Lamb
heeft er gisteren een jongen heen ge
stuurd. Vanmorgen zou hij Ze allemaal
mee terugbrengen".
(Wordt vervolgd
zullen niet helemaal ongemoeid kunnen
worden gelaten en het zal mij moeite
genoeg kosten het op de begroting 1951
voorkomende bedrag van 540 millioen
gulden te handhaven". Een verlaging
van de bouwkosten is dus een levens
kwestie en in verband hiermede her.
haalde hij d,e mededeling, die hij ook
reeds in de Kamer deed, namelijk, dat
de beide thans geldende rijksbijdrage
regelingen zullen worden vervangen door
één nieuwe met een zo laag mogelijk
basisbedrag en een zo soepel mogelijk
systeem voor aanpassing aan plaatselijke
omstandigheden. De minister noemde in
dit verband een bedrag van 170 k 180
gulden 's jaars, waarmede, naar hij
zeide, in tal van gemeenten behoorlijk
gebouwd zou kunnen worden.
ttMIIIHIIHMMHIIIIIIIIIIIIMHHIIllllllllllllltlllllltlltllltimtltia
„De familie Hertogh zal wel blij
zijn, als ze Bertha eenmaal goed en
wel thuis heeft," zei Snorrebor. „Moe
der Hertogh heeft als een leeuwin
voor haar jong gevochten en gewon
nen. De stem van het bloed is tenslotte
toch sterker gebleken dan de inbla
zingen van AminahWat dat arme
kind al niet heeft meegemaakt. Ik
moet me niet indenken, als dat alle
maal met m'n Lei da gebeurd zou zijn.
Eigenlijk is het een vechten om de ziel
van de kleine Bertha geweest. En met
Gods hulp is ze gered. Ik neem m'n
petje af voor het gerecht in Singa
pore, dat zuiver recht heeft gesproken
ondanks de terreur van dc opgehitste
Mohammedanen. Of de communisten
achter de relletjes, die twaalf mensen
levens kostten, hebben gezeten, is
maar bijzaak. Een verschrikkelijk
idee, dat er twaalf mensen het leven
hebben moeten laten, ook al heb je
er niet direct schuld aan. Het is nu
te hopen, dat de Hertogh's wat rust
krijgen en vooral de kleine Bert ha.
Nu het recht heeft gezegevierd, dient
de publieke belangstelling zich terug
te trekken voor de intimiteit van het
gezin. Op de eerste plaats in het be
lang van de kleine Bertha zelf en haar
toekomst. Hoe eerder die nachtmerrie
vergeten zal zijn, hoe beter."
De vereniging „Het Nederlands Kan
kerinstituut organiseert mede onder
auspiciën van de vereniging „Het Ko
ningin Wilhelminafonds", een grotej
landelijke prijsvraag ten bate van da
kankerbestrijding. Niet minder ddn
21A millioen ■Drijsvraagformulieren
worden deze maand door de post in het
gehele land huis aan huis bezorgd. Op
het formulier zijn reclamevignetten van
52 industrieën, fabrieken enz. in ons
land afgebeeld. Aan de achterzijde
staan een gelijk aantal op deze vignet
ten betrekking hebbende vragen, die
beantwoord moeten worden. Men mag
twaalf fouten maken of eenzelfde aantal
vragen onbeantwoord laten om toch aan
de prijsvraag mee te kunnen doen. Op
verzoek zijn bij het instituut meer for
mulieren verkrijgbaar.
De opbrengst, die bestaat uit het bo
ven het verschuldigde briefporto extra
geplakte bedrag aan postzegels mi
nimum 50 cent tot een maximum van
één gulden, komt geheel ten goede aan
de kankerbestrijding. De kosten voor
deze priisvraag worden namelijk uit an
dere middelen bestreden.
Het instituut hoopt met deze prijs
vraag een f 100.000 f 150.000 binnen
te krijgen, dat zal worden gebruikt
voor de aankoop van een behandelines-
apparatuur voor de rönteenkamer. De
radio-therapeutische afdeling, waarop
door de oorlog een achterstand is ont
staan, moet dringend worden ver
nieuwd. Voor een volledige moderni
sering van de apparatuur wordt vijf
ton nodig geacht.
De bekende Duitse toneelspeler en
filmacteur Werner Krauss treedt op
het ogenblik met een Weens toneelge
zelschap, dat door het gemeentebestuur
van West-Berlijn werd uitgenodigd om
zes voorstellingen te geven en daardoor
de culturele banden met Oostendgk aan
te halen, in Berlijn op, niettegenstaan
de hij onder het Nazi-bewind geregeld
bleef spelen en zelfs in de anti-semieti-
sche film „Jud Süsz" de hoofdrol ver
vulde. In drie denazificatieprocessen in
Duitsland is Krauss onder de zgn. „lich
te gevallen" geclassificeerd. Het gezel
schap, waarin hij optreedt met Helene
Thimig, de weduwe van de Joodse re
gisseur Max Reinhardt, speelt Ibsen's
„Johann Gabriël Borkmann". Dit „lichte
geval" lag vele Berlijners echter te
zwaar op de maag, want een menigte
van 2.000 Berlijners heeft getracht de
deuren van het Stadstheater te ram
meien om het optreden van Werner
Krauss te verhinderen. In de tientallen
afzonderlijke gevechten, die ontston
den, kreeg de politie het zwaar te ver
duren. Toen de menigte het laatste po-
litiecordon rondom het theater aan de
Kurfuerstendamm naderde, moest de
brandspuit er aan te pas komen. De de
monstranten gooiden met stenen en
baanden zich een weg naar de foyer van
het theater, waar zij woedend eisten, dat
Krauss het veld zou ruimen. Tien de
monstranten werden gearresteerd, vijf
demonstranten moest de eerste hulp bij
ongelukken worden verleend en twee
van de tweehonderd politiemannen, die
in actie waren, werden gewond. Zoveel
Kabale als er buiten het theater wer
den gemaakt, zoveel Liebe werd er bin
nen betoond. Na elke acte moest tien
keer gehaald worden en aan het slot
zelfs twintig maal, terwijl het schouw
burgpubliek hem staande een ovatie
bracht. De 66-jarige acteur was na de
voorstelling volkomen uitgeput.
Rabbi Levinson van Cincimati, die
als rabbi van Berlijn optreedt, wijst alle
verantwoordelijkheid voor deze relle
tjes af op het stadsbestuur en burge
meester Reuter, die het Weense Burg
theater met Werner Krauss hebben uit
genodigd.
Wie meent, dat president Truman zo
mét kwellende wereldzorgen overladen
is, dat hij oog noch oor heeft voor de
kleine zorgen in zijn naaste omgeving,
kent deze kleine grote man weinig. Zo
als men weet, is zijn zingende dochter
Margaret zijn oogappel. Niettemin
waagde de muziekrecensent Paul Hume
het onlangs te schrijven, dat Marg. Tru
man een zeer aantrekkelijke figuur op
de planken was, maar niet zo heel best
kon zingen. Prompt daarop ontving hij
een brief van de verontwaardigde va
der, waarin deze hem dreigde „te zullen
afdrogen". De brief was ondertekend
met H. S. T., de initialen van de presi
dent en het Witte Huis bevestigde, dat
Truman aan Paul Hume, de muziekcri
ticus van de „Washington Daily News",
een brief had geschreven. Hume wilde
de letterlijke tekst echter niet publice
ren, maar zijn blad zegt, dat deze onge
veer hierop neerkomt: „Ik heb juist uw
minne reqensie gelezen, u spreekt als
een teleurgestelde oude man, die nim
mer succes heeft gehad. Ik heb u nooit
ontmoet, maar pas op, dat u uit mijn
handen blijft, want anders zult u een
nieuwe neus en een heleboel biefstuk
nodig hebben".
Margaret zelf betwijfelde, of haar va
der deze brief geschreven had. en ver
klaarde zeer verstandig, dat Hume een
goed criticus was en het recht had te
zeggen wat hij denkt. Ze mag misschien
dan niet zo goed zingen, ze heeft hier
mee bewezen, méér tact te bezitten dan
haar vader. Paul Hume toonde zich een
goed psycholoog, toen hij verklaarde,
dat een man, die pas een goede vriend
(perschef Ross) verloren heeft en de
verschrikkelijke last van de huidige
wereldcrisis draagt, zich nu en dan eens
een uitbarsting van woede moet kun
nen permitteren. Men kan zich na deze
geschiedenis voorstellen, wat een moei
te het Attlee moet hebben gekost om
de temperamentvolle Truman te kalme
ren, toen Amerika en de Verenigde Na
ties in Korea bun aangezicht schonden.