Kath. Vrouwenorg. gaat in grote steden reactie op C.A. 0. peilen VOORUITZICHTEN VOOR LEDER INDUSTRIE NIET GUNSTIG ERICÜE NOORMAN: fÖeItëcrfténg Bezwaren om zonder meer de kabinetspolitiek te steunen 1 Tussen.nous en it '.ppen Laat heb ik I) bemind Dr. Groeneveld Meyer m* moeten dragen Overpeinzingen 30.000 balen katoen extra voor Nederland AMBONEZEN WILLEN NAAR NIEUW-GUINEA Men zal grote risico's DONDERDAG 11 JANUARI 1951 PAGINA 3 HET HUISHOUDELIJK PERSONEEL Het Zuiden voelt er niet veel voor Meningen verdeeld Onrechtmatige Neder landse eisen afgewezen Directeur-generaal van de middenstand Ontwerp C.A.O. Verschuivingen verwacht naar de goedkopere massaproducten Auto botst tegen vrachtauto Inspectrice van Nijverheids onderwijs gedood Eerste Kamer over Rijksbegroting Voortzetting wapenoverdracht aan Indonesië nog verantwoord? SINCLAIR LEWIS OVERLEDEN Troonrede minder gelukkig Mr. Dr. L. SLOTEMAKER Directeur buitenlandse betrekkingen K.L.M. Ned. Volkstoneel speelt Schiller's „Maria Stuart" Colleges voor leraren van Snorrebor Les in wereldverkeer Redelyk 7) door ETHEL MANNIN Krantenbezorger Het Griekse Drinkgelag Uit E.C.A.-gelden Om meer dan één reden is de arbeidsovereenkomst tussen de mevrouw die al of niet kundig het huishouden bestuurt, en haar meisje, dat al of niet toegewijd haar 'daarbij helpt, het moeilijkste en meest precaire aller op aarde gesloten arbeidscontracten. Het persoonlijke element speelt hierbij namelijk een zeer nadrukkelijke rol, en doordringt deze arbeidsverhouding met talloze impon derabilia, die in elk der gevallen een eigen karakter zullen hebben. Sinds na de bevrijding het tekort aan huishoudelijk personeel zich schrij nend deed gevoelen, heeft men zich van alle mogelijke zijden met dit hiaat bezig gehouden. Al het mogelijke werd bedacht om het huishoudelijk beroep op te vij zelen en deszelfs goodwill te verstevigenwaarbij twee punten naar voren kwa men. De opleiding moest verbeterd en de arbeidsvoorwaarden moesten geregeld worden. Uit het stof dat het gevecht om de arbeidsdienst in 1946 heeft opgejaagd, is iets goeds blijven hangen, namelijk een intensieve bestudering (door com missies uit de vele verschillende groe peringen die ons vaderland kent) van een mogelijke zakelijk-geregelde ver houding werkgeefster-werkneemster. Die echter wel nooit onder wettelijke dwang zal komen zoals thans sinds 1949 in Finland en in Noorwegen het geval is. en in Luxemburg wordt voorbereid. Want in 1949 heeft de minister van So ciale Zaken, daar hij controle op de naleving der collectieve arbeidsovereen komst vrijwel ondoenlijk achtte, afwij zend geantwoord op het voorstel tot wettelijke regeling, dat de commissie die de zaak aanhangig maakte, een jaar daarvóór ten departemente had inge zonden. Na ampele besprekingen zijn thans echter de gezamenlijke landelijke vrou wengroeperingen, die zich verenigen in het Vrouwencomité, het in alle onder delen met elkaar eens geworden over een zij 't dan niet-bindend arbeids contract tussen mevrouw en meisje, welke overeenkomst men hiernaast vindt afgedrukt. Nu kan wel niemand tot naleving van deze voorwaarden gedwongen worden, maar iqen hoopt hierdoor toch tenmin ste de algemene mentaliteit te beïnvloe den en het beroep van hulp in de huis houding op hoger peil te brengen. Het meisje wordt beschermd tegen wille keur van de werkgeefster (die helaas heus voorkomt). de werkgeefster, op haar beurt, heeft een houvast tegenover een meisje dat al te veeleisend is. Of het beroep van huishoudelijke hulp door deze zakelijke regeling echter in de ogen der meisjes aantrekkelijker zal worden en er daardoor meer gega digden zullen komen, is een open vraag. Men kan lange beschouwingen hou den over dienstbaarheid en naastenlief de, maar het is nu eenmaal de realiteit, dat de levensverhoudingen radicaal veranderd zijn bij vroeger en dies de mentaliteit. De emancipatie der vrouw die versneld is sinds de laatste oorlog, heeft haar, noodzakelijk, en terecht, za kelijker gemaakt. Nu liggen de verhoudingen to.v. de kwestie huishoudelijke hulp in het Zuiden geheel anders dan boven de ri vieren. In het Zuiden zijn de toestan den veel patriarchaler. En op het platte land is het weer geheel anders dan in de grote steden. Binnen de Katholieke Vrouwenorganisatie, die deel uitmaakt van het Ned. Vrouwencomité, en het contract ietwat schoorvoetend in deze vorm mee accepteerde, zijn de menin gen dan ook nogal verdeeld. Bij de vertegenwoordigsters zowel van het platteland als van beneden de rivieren stuitte men. bij menings peiling op grote weerstand. Niet al leen bij de werkgeefsters en de huis vaders maar ook bij de meisjes zelf en de moeders van de meisjes in kwestie. Het grootste naar voren ge brachte bezwaar is, dat de meisjes bij deze zakelijke overeenkomst met meer warm kunnen voelen voor het gezin waar ze helpen. De moeders van de meisjes, die men polste, waren dan ook niet van mening, dat deze voor gestelde overeenkomst de meisjes uit de fabriek zal houden. Bovendien acht men het ondoenlijk, in een gezin met kinderen, dat de hulp in de avonduren en iedere Zondag ont breekt. Ook zien sommigen de wijze Het bureau Zuid-Molukken in Neder land deelt mede: „Ambonese ex-Knil-militairen op Java hebben de delegatie-Aponno tele fonisch medegedeeld, dat er vandaag een brief is gezonden aan de comman dant Nederlandse rayons Indonesië. Hierin staat, dat de Ambonese ex- Knil-militairen de onrechtmatige eisen van de Nederlandse legerleiding zon der meer afwijzen en afvoer bljjven eisen naar Nieuw-Guinea". Op een vraag van het Tweede-Kamer lid Weiter (KNP) in verband met de evacuatie van de tot het Nederlandse ltger behorende Ambonese militairen uit Java, heeft de minister van Oorlog ge antwoord, dat hij de verzekering kan geven, dat hoezeer 90k de omstandig heden het hem bemoeilijken het zijn streven is en blijft de demobilisatie van de Ambonese soldaten op Java op zoda nige wijze te doen geschieden, dat naar menselijke berekening hun leven er met door in gevaar wordt gebracht, hij laat daarbij in het midden of evacuatie van Java voor allen de meest geeigenae oplossing zal zijn. Naar het departement van Economi sche Zaken eerst thans mededeelt, is per 1, Januari j.l. de directie van d? Mid denstand gewijzigd in een directoraat- fieneraal. Tot directeur-generaal is be- hoemd dr. W. L. Groeneveld Meyer. Dr. Groeneveld is sinds 1945 directeur van de Middenstand en was voordien sdministrateur bij het departement van Economische Zaken, belast met midden standsaangelegenheden. Hij is de grond legger van de huidige middenstandspo- Etiek. Dat de regering thans een direc toraat-generaal heeft ingesteld, betekent een erkenning van het maatschappelijk belang van de middenstand, welks za ken nu op het hoogste ambtelijke niveau kunnen worden behandeld. De nieuwbenoemde directeur-gene raal bekleedt tevens de functie van re- Seringscommissaris voor het vreemde lingenverkeer en is voorzitter van het Lconorr.isch Instituut voor de Midden stand en van het Internationaal Insti tuut voor de Middenstand, dat te Brus- 5«l u gevestigd. waarop de vrije avond besteed zal gaan worden als een moeilijkheid. Een sociaal werkster uit het Zuiden, die ge acht mag worden de mentaliteit derge nen die dit aangaat, te kennen, was te gen het contract, een arbeidsbemidde- lsarster echter van wie men hetzelfde mag veronderstellen was er vóór, maar dan alleen voor de grote steden. Bij de vertegenwoordigsters der Noor delijke diocesen in het Vrouwencen trum is het protest minder hevig, maar alleen in het Utrechts diocees meent men, dat deze overeenkomst gunstig zal werken en o.a. werkgeefsters die alle gezinslasten op het meisje afschui ven, gunstig zal beïnvloeden. En 7,0 zal ook de mening van al de genen die thans van de regeling ken nis nemen, verdeeld zijn. Want tussen de werkgeefster die van haar hulp de zelfde verantwoordelijkheid, dezelfde zorg en dezelfde liefde verlangt, ten aanzien van de werkzaamheden, de zor gen en de onaangename dingen die de gezinseenheid meebrengt, als die by haarzelf omdat dit het allereigenste van haar leven is, spontaan aanwezig zijn en de mevrouw die haar meisje in haar mens-zijn tenvolie eerbiedigt. liggen vele modulaties van zienswijzen. Daarom lijkt het ons verstandig van de katholieke vrou wenbeweging dat men zich voorlopig bepaalt tot het verspreiden van het contract in de grote steden, via haar plaatselijke afde lingen. Men krijgt.dan de gelegenheid om de opinie te peilen en te beïnfluenceren. En het ten goede leiden van de gang bare mening, die, wat de „hulp" be treft, nog lang niet overal van een re- eele, menslievende houding blijk geelt, is tenslotte het beste wat men, met deze overeenkomst, waar geen dwang achter staat, bereiken kan. A. Bgl. Het arbeidscontract voor inwonend huispersoneel is, na langdurig en zorgvuldig te zijn uitgedokterd door terzake kundige studiecommissies, tenslotte dezer dagen als volgt vast gelegd, door de gezamenlijke lande lijke vrouwenorganisaties. De werktijd die, zo mogelijk, ligt tus sen 7 uur des ochtends en 7 uur des avonds, bedraagt tien uur per dag of 56 uur per week. De maaltijden vallen in de werktijd en niet in de rusttijd van anderhalf uur, die de dag halveert. Behalve de wekelijkse vrije dagzo mogelijk na overleg op Zondag, wordt per week een vrije middag ge geven. Van het meisje kan verlangd worden dat ze één avond per week van 7 tot 12 uur oppast, maar een tweede oppas- avond wordt vergoed ofwel met betaling van f 0.40 per uur, of met een zelfde aantal vrije uren. Overwerk (anders dan oppassen) wordt gehonoreerd met f 0.75 per uur. De vacantie bedraagt ten minste twaalf dagen per jaar. met behoud van loon en vergoeding van kost en inwoning. Het aantal vacantiedagen wordt berekend nc.ar het aantal maanden dat de dienst betrekking heeft geduurd, en wel voor elke maand een dag. Bij verbreking van het dienstverband wordt de nog ver schuldigde vacantie genoten of in gëld vergoed. Bij verbreken binnen drie maanden van het dienstverband door het meisje, vervalt echter het recht op 1 acantie. Op de Christelijke feestdagen (of tweede dag) alsook op nationale en re gionale feesten wordt, volgens algemeen gebruik, zo mogelijk en in onderling overleg, met doorbetaling van loon, vrij gegeven. Moet het meisje op een van deze dagen werken dan worden de vrije uren op een ander tijdstip vergoed. Het meisje krijgt een eigen zit-slaap- kamer met mogelijkheid tot verwarming. Van haar kant verplicht zij zich, haar werk zo goed mogelijk te verrichten en de goede gang van zaken in het huis houden te respecteren. Zorgzaam te zijn t o.v, het haar toevertromvde en naar buiten te zwijgen over persoonlijke aan gelegenheden die zich in het gezin voor doen. Het loon wordt in deze overeenkomst niet genoemd, omdat dit plaatselijk en naar milieu te zeer verschilt. In Zweden zijn, bij gebrek aan vrouwelijke huishoude lijke hulpen, scholen, waar jongens voor huishoudelijk werk getramd worden. Aan de rede, uitgesproken door de heer J. W. van Heesbeen, voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Noordelijk Noord-Brabant, ontlenen wij het volgende: Ten aanzien van het economisch leven in het district der K. v. K. zei de heer Van Heesbeen: Vóór de Koreaanse kwestie, welke een opleving veroorzaakte, dreigde in de schoen- en lederindustrie enige werk loosheid te ontstaan. De daarna ontstane grotere vraag naar arbeidskrachten is uiteraard slechts van tijdelijke aard en vermag daarom de ernst van het feit van een geleidelijk toenemen van het aantal werklozen niet te verbloemen. Hoe wei het gebrek aan voldoende werkge legenheid thans nog niet onrustbarend behoeft te worden genoemd, moet toch reeds op maatregelen' ter vermijding van een gestadige groei van de werkloosheid worden gezonnen. Vestiging van indus trieën, welke grotendeels aan mannelijke arbeidskrachten werkgelegenheid ver schaffen, moet daarom worden gestimu leerd. Aangaande het probleem van de ver- keersmogelijkheden in de Langstraat kwam spreker tot de conclusie, dat net ontbreken van het personenvervoer per rail en van de mogelijkheid van snel- goederen ver voer een ernstige belemme ring vormt voor de economische ontwik keling en in het bijzonder geen stimu lerende invloed op de vestiging van nieuw eindustrieën zal hebben. De schoenindustrie heeft tengevolge van de vergroting van de vraag i.v.m. de verwachting van een grote prijsstijging na de inzinking, welke op de levering van de voorjaarsorders volgde, een niet- ongunstige opleving gehad, hoewel aan het einde van het jaar weer enige terug gang viel waar te nemen. De productiekosten werden snel ho ger, ondanks het nog niet geheel op nemen van de loonsverhogingen in de kostprijzen, door de stijging van de grondstoffenprijzen van 50 tot 70%. Door de afgenomen koopkracht van het pu bliek werden mede de afzetmogelijk heden beperkt. De zware belastingen en sociale lasten doen de vrees ontstaan dat uitbouw, ver vanging en nieuwe investeringen niet in voldoende mate plaats zullen vinden en het productie-apparaat een later niet meer in te halen achterstand bü het buitenland zal oplopen. Hoewel met zekerheid uiteraard om trent de toekomstige ontwikkeling geen uitspraken kunnen worden gedaan, is men toch over het algemeen niet pessi mistisch gestemd t.a.v. 1951. Verschui ving naar de goedkopere massaproduc ten zal echter de afzet van bet meer luxe schoeisel belemmeren. De lederindustrie ondervond geduren de de eerste maanden van 1950 de reac tie op de gunstige opleving na de deva luatie in September 1949. De zoollederprijzen waren laag; door belangstelling in het buitenland, vooral België en Duitsland, werd echter toch enige opleving veroorzaakt tijdens de slappe periode. De situatie in Korea bracht een om wenteling teweeg. De huidenprjjzen ste gen met 100%. De ledermarkt volgde langzaam. Ook de andere grond- en hulpstoffen waren aan voortdurende prijsstijgingen onderhevig. De kostprij zen kwamen hierdoor hoog te liggen. De vraag was echter goed en de afzet hier door verzekerd. De slinkende koopkracht maakt echter de vooruitzichten onder meer normale omstandigheden slecht De export ontwikkelt zich bevredi gend. De hoge huidenprijzen werken hier echter remmend. Deze gelden echter ook voor het buitenland en het is nog mo gelijk vooral op de overledermarkt een goed en concurrerend artikel op de markt te brengen. De vooruitzichten voor de leder industrie zijn in het algemeen voor 1951 niet gunstig. Grote risico's zul len moeten worden gedragen en omtrent het verdere prijsverloop en de afzet mogelijkheden kunnen onmogelijk <>P redelijke grond gebaseerde voorspellin gen worden gedaan. Mej. M. M. A. Michels, inspectrice van het Nijverheidsonderwijs, wonende te Den Haag, is tengevolge van een auto ongeval om het leven gekomen. De auto, waarin zij gezeten was en die door een Rijkschauffeur werd be stuurd, kwam in de gemeente Best op een glad stuk weg. Hierdoor ging de wagen slingeren, kwam in botsing met een vrachtauto van de N.V. Janssen Auto's uit Venlo en raakte daarna in een bermsloot. Mej. Michels overleed tijdens het transport naar een zieken huis te Eindhoven. De chauffeur brak een been en werd eveneens naar het ziekenhuis te Eindhoven overgebracht. «5. Als kenden zij elkanders gedachten, zo stormden Eric en de jonge Gonor als één man vooruit. Zwijgend kozen zij ieder hun plaats, ter weerszijden van de kloofingang achter een beschermende steenhoop. „Dit wordt een groots gevecht, mijn broeder!" lachte Gonor dreigend. „Toeghir s dood zal gewroken worden!" Een vluchtige glimlach gleed over Eric's gelaat. Zie, hoe de dappere nomade zich wist te verzoenen met de dood van zijn geliefde broeder, nu hij de gedachte koes terde, dat deze als een held gestorven was... De Noorman was er gelukkig om de ware toedracht verborgen te hebben gehouden. Een opgewonden kreet stoorde zvn gedachtengang. „Het is Onga!" kreet Gonor. „Onga, met de krijgers van mijn volk! Snel voegde Eric zich bij het opperhoofd en nu zag hij ook het meisje, dat met losse teugel aan het hoofd van de ruiterschaar de kloof naderde. Een verontrustende gedachte schoot door Eric's hoofd. Onga zij kende Toeghir's verradersrol. Er moest voorkomen worden, dat zij iets verklapte. Met een wilde kreet sprong Eric op uit zijn schuilplaats en stormde de ruiters tegemoet. Doch Gonor was dicht achter hem en bijna gelijktijdig bereikten de mannen het meisje, dat inmiddels afsteeg. „Wij zijn dus op tijd", glimlachte zij. „Een afdeling Stichi kuiam op onze weg. WH hébben hen uit elkaar geslagen. Doch Toeghir was Toeghir is als een held gestorven!" sprak Eric luid, zodat de overige nomaden, die in een kring om hen stonden, het duidelijk konden verstaan. „De Stichi hadden hem lafhartig vermoordtoen hij op het punt stond Gonor te waarschuwen voor Char's overval. Een aarzelend gemompel steeg op uit de kring. Snel keek het meisje op en ge durende enkele ogenblikken zag zij de Noorman onderzoekend aan. Dan verried een lichte flikkering in haar ogen, dat zij hem begrepen had. Zwijgend begaven allen zich naar de plaats, waar Toeghir's lichaam tussen de stenen lag. Eric zag, dat de aanblik van zijn broeder Gonor weer dreigde te over mannen, doch de jongen hield zich flink. Beiden tilden zij de dode op en tn diepe stilte droegen zij hem naar het Dal der Opperhoofden. De Amerikaanse schrijver Sinclair Lewis, is Woensdag, 66 jaar oud. in een ziekenhuis in Rome overleden. Hij was de vorige zomer in gezelschap van zijn broer naar Europa gekomen om verschil lende landen te bezoeken in Neder land is hij ongeveer tien dagen geweest waarop hij zich voorlopig in Florence vestigde. Daar wilde hij een nieuw boek schrijven. In de loop van December is Verschenen is het voorlopig verslag van de commissie van rapporteurs der Eerste Kamer omtrent de algemene po litieke beschouwingen der Rijksbegro ting voor 1951. Bij de gedachtenwisseling over het beleid van het kabinet zeiden verscheidene leden bezwaar te hebben tegen de stelling, dat de fracties, wier geestverwanten in het kabinet zitting hebben, dientengevolge verplicht zou den zjjn, de kabinetspolitiek zonder meer te steunen. Zij waren van oordeel, dat by de desbetreffende opmerkingen het oog te zeer was gericht op de situa tie in het Verenigd Koninkrijk, alwaar men in feite één regerings- en één oppositieparty kent. De politieke Joe- stand in Nederland is echter geheel anders In partyen, die als regel de regering steunen, is het niet ongebruike lijk, dat nu en dan kritiek wordt ge oefend op het kabinet en verschil van mening daarmede tot uitdrukking komt, Naar aanleiding van de binnenlandse politieke toestand merkten enige leden op. dat de toegenomen staatstaak en de daaruit voortvloeiende overbelasting van de volksvertegenwoordiging volgens hen een ernstig gevaar voor de democratie vormen. De huidige omstandigheden leiden tot een steeds omvangrijker staatsbestel en een daarmede gelijke tred houdende groeiende invloed van de ad ministratie, Een en ander, hoezeer ook te verdedigen, brengt voor een ogenschijn lijk gezond democratisch land als Neder land de mogelijkheid nabij, dat het ge leidelijk tot een totalitaire staat ver wordt. Een ander gevaar Is, aldus deze leden, de zo overheersende invloed van de minister van Financiën in het kabinet, dat, onder aanvoering van onze financiële nood als zakelijk argu ment, de overige bewindslieden meer dan eens slechts volgzame „medewer kers" schijnen. En als de Staten-Generaal daartegen wensen op te komen, wordt maar al te vaak de kabinetskwestie gesteld. Ook dit houdt een bedreiging in voor de waardering, welke het volk voor onze democratische regeringsvorm heeft of althans behoort te hebben. Bij het hoofdstuk over het beleid ten aanzien van Indonesië vestigden ette lijke leden de aandacht op de onoffi ciële verklaring van Indonesische zijde, dat na de laatste onderhandelingen over West-Nieuw-Guinea de status-quo met betrekking tot het bestuur over dat gebied wordt voortgezet zonder tos stemming van Indonesië, hoewel het wordt beschouwd als Indonesisch terri toir en Nederland wordt geacht te zijn „bezettende mogendheid" binnen Indo nesisch grondgebied. Deze leden stelden nu de vraag, of met het oog op een en ander voortzetting van de overdracht van wapenen aan de Indonesische repu bliek nog wel verantwoord is. Onder de huidige omstandigheden achtten deze leden uitstel van de over dracht van Hr. Ms. „Tjerk Hlddes" ge raden. Sommige leden verklaarden, dat ook zij de laatste Troonrede naar vorm en inhoud minder gelukkig achtten, in te genstelling met de door H.M. de Konin gin te Parys en te Londen uitgesproken redevoeringen. Zy oordeelden het aller minst noodzakeiyk, Hare Majesteit tel ken jare te nopen tot voorlezing van een lang, moeizaam gestyieerd staats stuk. Wordt in korte, kernachtige be woordingen de in de naaste toekomst te voeren politiek in het licht gesteld en hij daar ziek geworden en naar het zie- li J. 4„i::i. nntnliril 1 1 T r11 TilADnwin ouof. wordt daarnevens beknoptelijk getuigd van de geest, waarin naar de mening der regering daarby zal moetemworden samengewerkt, dan is daarmedcFvoldaaii aan de voornaamste eis, welke men aan een Troonrede mag stellen. Verscheidene leden hadden ernstig bezwaar tegen de huidige wijze van be grotingsbehandeling in de Kamer. Gelet op de zozeer gewijzigde situatie, zouden deze leden het veel juister achten, indien voortaan werd gebroken met het houden van algemene beschouwingen op de oude voet. Zij zouden er de voorkeur aan geven, indien de begrotingshoofdstukken werden behandeld als gewone wetsont werpen, namelijk zo spoedig mogelijk na het inkomen daarvan bij de Kamer. De algemene politieke beschouwingen dienen te vervallen. Advertentie ■I Méér dan ooit geldt ntt he® devies: ASPIRIN HOORT IN HUIS. tnaap zorg er voo» werkelijk ASPIRIN in huis te hebben» Alleen Aspirin is voorzien-van Mr. dr. L. H. Slotemaker, onder-direc teur der KL.M.. is. ingevolge besluit van de raad van bestuur, met ingang van 1 Januari 1951, aangesteld tot directeur buitenlandse betrekkingen der K.L.M. Het Ned. Volkstoneel zal Maandag 22 Januari in de Doelenzaal in Amsterdam onder regie van Fred Sterneberg een eerste voorstelling geven van „Maria Stuart" van Fr. v. Schiller. kenhuis „Villa Electra" in Rome over gebracht. Lewis, 7 Februari 1885 in Sauk Center in de Amerikaanse staat Minnesota ge boren, is aanvankelijk journalist geweest. Zijn eerste roman „Our mr. Wrenn", een soort autobiographie, verscheen in 1914. Hij publiceerde ongeveer elk jaar een boek, maar pas zijn „Main Street" in 1920 trok de aandacht Zijn succesboeken „Babbitt'' en „Arrowsmith" verschenen in de jaren daarop. Het gevaar van een zijdigheid, dat hem als satyricus be dreigde, blijkt wellicht het best uit „Eimer Gantry", waarin hij wel bijzon der eenzijdig het gezwendel van som mige evangelie-predikers belicht. Maar Babbitt bijvoorbeeld is in Amerika het begrip geworden voor de bekrompen gemiddelde Amerikaanse zakenman. Hij kreeg voor dit boek in 1930 ook de Nobelprijs voor literatuur Evenals voor 1940 gebruikelijk was, is de Faculteit van Letteren en Wijsbegeerte aan de Groninger Universiteit ook nu voorne mens een serie vervolgcolleges te geven, bestemd voor leraren bij het gymnasiaal en middelbaar onderwijs en in het algemeen voor hen die in het bezit zijn van een uni versitair of middelbaar diploma. Deze colleges worden van 10 Februari, af des Zaterdagsmiddags gegeven. Iedere Za terdagmiddag worden twee colleges gege ven voor klassici, twee voor historici. Phi- lologen kunnen het eerste uur tezamen een college bijwonen en daarna in secties uit eengaan. Twee colleges die de kunstge schiedenis raken zijn bestemd voor alle deelnemers. SJII» üitiiniiaiiiiiitiimiuiuiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimiimtf „Ik ben nog niet zo oud,, dat ik af kerig ben van alle nieuwigheden", zei Snorrebor, „maar dit keer ben ik het volkomen met de V.A.R.A. eens, dat dit geen tijd is om handenvol geld te verdoen aan een vooralsnog misbare luxe als de televisie. Zijn we lot nu toe zo rampzalig geweest, omdat we geen televisie hadden? Is men in Ame rika en Engeland zoveel gelukkiger, omdat ze het wel hebben? Moet je de critiek eens horen, die ze daar op de televisie, zowel op de programma's als op het huiselijk leven en de cult uur hebben! Natuurlijk moeten we niet achterblijven op het gebied van de moderne techniek, maar daarvoor i« het voldoende op bescheiden schaal proefnemingen en onderzoekingen te blijven doen om zo goed mogelijk voor de dag te kunnen komen, als de bruine het weer kan trekken. Op het ogenblik kan de bruine dat bepaald niet. Die zat zich de tong uit de bek (en wij daarbij) moeten sjouwen om het vol strekt onmisbare wagentje van onze defensie een beetje op gang te brengen. Van alle kanten wordt met hel oog daarop de onontkoombare noodzake lijkheid van een algemene versobering, zuinigheid en spaarzaamheid gepreekt, omdat we anders met gulden en al bankroet zullen gaan. Nee, het is geen tijd voor peperdure televisie op grote schaal. We moeten méér dan ooit op de kleintjes passen om het vege lijf te kunnen redden. Wie gaat er nou ka- niaar kopen, wanneer hij nauwelijks een bescheiden belegde boterham kan betalen! We zijn het met de V.A.R.A. van harte eens. Ja als we Indonesië nog hadden dan 20U het utat anders zijn. Dan zaten we nu niet zo benauwd in de piepzak". In December 1050 bedroeg de uitvoer van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie 1.851.821 ton, met een waarde van 10.208.962.000 frank, hetgeen een hoogtere cord betekent. In November bedroeg de uit voerwaarde 8.170.000.000 frs. In de fabriek van de Willys Overland te Toledo in de Amerikaanse staat Ohio krijgen 23 employé's van de Verenigde Naties een cursus in „wereldverkeer". Zij moeten vragen als deze kunnen be antwoorden: Welk stopteken geeft men in Lahore In India? Mag men in Lon; den bij een rood verkeerslicht omke ren? Hoe is de weg tussen Hanoi en Haiphong? Na de theorie komt de prac- tijk, d.w.z. met jeeps in moeilijk terrein de malste bokkensprongen maken, wa pens hanteren en met de radio werken. De cursus duurt drie maanden. Daarna worden de geslaagde leerlingen naar de verschillende missies van de V.N. over geheel de wereld gestuurd. Helaas, leren zij er niet, hoe in de verkeerde wereld te verkeren om het wereldverkeer weer normaal ie laten functionneren. Dat we ten de kopstukken van de V.N. zelf niet. Duizenden Duitsers, die indertyd op last van de Nazi's gesteriliseerd zijn, hebben een bond opgericht om op ge lijke voet als de oud-strijders en zij. die in concentratiekampen hebben gezeten, door de overheid gesteund te worden. Zij eisen een levenslange uitkering van 80 mark per maand cn levenslang gra tis geneeskundige behandeling. Uit het Engels vertaald door DICK OUWENDIJK Zij verloor haar hoekigheid en kreeg het gracieuse van haar moeder; zij vlocht haar fijn, steil, typisch meisjes achtig haar tof vlechten en wond deze in een krans om haar klein njooi hoofd je. Haar intelligentie aanvaardde ken nis met een gemak zoals zij een kle dingstuk aantrok, maar in haar gevoels leven bleef zij het jonge meisje dat be reid was om alles te willen wat Fran cis wilde en om alles te doen wat hij wilde dat zij deed. Haar gelukkigste tijd was wanneer hij in Parijs was en zij alles samen konden doen. Wanneer hij weg was ging zij geheel op in haar kunst en wachtte zij tot hij weer bij haar was. Zij hield veel van Sue Lester, maar als zij niet bij Francis kon zijn was zij het liefst alleen en na een jaar bij Sue gewoond te hebben huurde zij zelf een atelier in het studentenkwartier bij de Boulevard Raspail. Zij kalmeer de haar moeders ongerustheid over de ze verhuizing door haar te verzekeren, dat zij een kamer had in een huis dat vol zat met meisjesstudenten zoals zij zelf en dat Sue vlak om de hoek woon de, wat inderdaad zo was, Zij bleef slechts zes maanden in dat huis. Haar medestudenten waren haar te ruw. Zij had het gevoel. dat schilderen geen ernstig en moeilijk beroep voor hem was, maar een pretje, dat boven dien nog het voordeel had dat er tegen ie werd opgezien, een excuus om van huis weg te komen en een leven te leiden dat volgens hen la vie Bohème was en dat, voor zover Cathryn het be greep, niets anders was dan een einde loze reeks alcohol-fuiven en sexuele promiscuïteit. Wanneer zij niet studeer den maakten de meesten van hun da gen en nachten een soort van studen- tenjool. Zij begreep, dat zij niet werke lijk belang stelden in schilderen; zij hielden alleen maar van het leven vooral nu zij. met een inkomen achter zich, in geen levensonderhoud behoef den te voorzien. Zij schilderden het liefst met het mes en beschouwden zich Van Goghs in de dop; waarbij ze over het hoofd zagen, dat Van Gogh een genie was. De jonge mannen lieten hun baard groeien en droegen geribd fluwe len kleren; de meisjes droegen „apa- che"-sjaaltjes, waren dol op excentrieke make-ups en waren allemaal welbewust immoreel. Het was vervelend, vond Cathryn. Vervelend op een smerige manier. Waarom leerden ze niet schilderen of gingen ze naar huis, naar New York, Minnesota, Londen, Birmingham, Black pool of waar ze ook vandaan mochten komen? Ze klitten aan elkander in de overbevolkte scholen en in de café's; te legden bovendien voor hun woeste fui ven beslag op de ateliers welke serieuze schilders voor hun werk nodig hadden; zij zetten heel Parijs op zijn kop 'Zij overdacht deze dingen eens, geze ten in Select, dicht bij de Rotonde, waar zij 's middags was gaan eten, omdat zij de Rotonde en de mensen die daar kwamen beu was en omdat de plat du iour in Select altijd goedkoop was. Aan een tafel tegenover de hare was een kleine, hoekige, vormeloze vrouw van middelbare leeftijd, die een oud over hemd droeg met een stropdas, bezig een crayon- en houtskooltekening van haar te maken. Iedereen op Montparnasse en in het Quartier kende Anna Kallinova. Zij probeerde in leven te blijven door tekeningen te maken van touristen die de café-terrassen bevolkten; zij ver kocht hun ook tegen tweehonderd francs per stuk, ongeeastigeerde uitga ven van verboden boeken; van tijd tot tijd typte zij manuscripten voor senrij- vers en would-be schrijvers. Zij had kortgeleden iets uitgetypt voor Francis Sable en kende Cathryn reeds lang van gezicht, voor zij haar op een studio partij bij Sue Lester ontmoette. Zij was nogal agressief in haar manieren; 7.ij maakte er als het ware een 'gewetens zaak van om nooit onder de indruk van iemand te zijn, noch van zijn uiterlijk, zijn roem, zijn optreden of wat dan ook. Zij schepte er een bijzonder ge noegen in aan bekende personen te worden voorgesteld en dan te doen ais- of zij nooit van hen had gehoord; zij specialiseerde zich in zulk soort dingen; en omdat haast iedereen Cathryn knap vond sprak zij het liefst over haar als „die lelijke zus van Frankie Sable" Dit was echter niet meer dan de uit wendige kant van een ruwe goedhartig heid, en zij kon tekenen. De snelteke- mngen, welke zy in de café's maakte, waren alleen maar maakwerk terwille van de tien of twintig francs die ze opbrachten; haar eigenlijke liefde ging uit naar de ets. En in haar etsen open baarde zij zich als een kunstenares met een rijke verbeelding en grondige vak kennis. Het was een wanbof, zei ze ai- tijd, dat er zo weinig vraag was naar hét enige dat ze goed kon. Wanneer zij vijfhonderd francs voor een ets ont ving, wenste zij zichzelf geluk; het ge beurde vaker dat zij er niet meer dan tweehonderd kreeg. Tien jaar later gingen de etsen van hand tot hand voor twintig guineas en meer. Daar profi teerde Anna Kallinova echter niet van, want jaren daarvoor was zij in Vence in een sanatorium gestorven. Dat zij aan haar longen leed had zij zo goed geheim gehouden, dat niemand in Pa rijs er enig vermoeden van had. De schets, welke zij die dag van Ca thryn maakte, hangt tegenwoordig in Crag House naast een merkwaardis portret dat Cathryn in het begin van 1928 van Francis maakte. Toen de tekening klaar was kwam Anna naar Cathryn toe en duwde haar die onder de neus. „Hoe is ie voor tien francs?" vroeg ze op haar bruuske manier. Cathryn glimlachte. „Heel goed, maar ik wil geen portret van mezelf!" „Dat kan. Maar ik wil tien francs om te kunnen eten. Geef 'm aan je broer. Hij is erg op je gesteld, niet?" Zij riep een kellner en bestelde de plat du jour en een Bock-bier. Cathryn schoei haar een biljet van tien francs toe, dat Anna zonder een woord te -eg gen in de borstzak van haar mantel stak. „Waarom kijk je zo somber?" vroeg zij. (Wordt vervolgd) In een winkel in Chapel Hill, in de Amerikaanse staat N.-Carolina, kwam op een goede morgen een krantenbezor ger binnen, die de bediende niet kende. De man legde het dagelijks pakje kran ten op de toonbank en liet per ongeluk daarb;j enkele bladen op de grond val len. „Wat mankeert jou?" vroeg de be diende kribbig. „Neem mij niet kwalijk", verontschul digde de krantenbezorger zich. „Ik zal: ze wel oprapen". Een ogenblik later kwam de bedien de tot de ontdekking, dat de krantenbe zorger niemand anders was dan Gordon Gray de voormalige staatssecretaris van net Amerikaanse leger en thans president van de Universiteit van Noord-Carolina, die in plaats van zijn zieke zoon, even de kranten kwam brengen, opdat de klanten hun ochtend blad op tijd zouden krijgen. Onze staatssecretarissen zou zo iets niet kunnen gebeuren, denken wij zo. Universiteitsprofessoren misschien wel. Dr. Arthur P. McKinlay, hoogleraar aan de Universiteit van California, is na een lange en diepgaande studie tot de conclusie gekomen, dat wat de oude Grieken een „symposion" noemden, een stevig drinkgelag moet zijn geweest. Wij verstaan tegenwoordig onder een „symposion" een ernstige discussie over een zwaar onderwerp, maar de oude Grieken, die zo'n drinkgelag bijwoon den, zijn volgens de professor gewoon lijk flink dronken geworden. Xenophon, die zelf geheelonthouder was en alleen de discussie noteerde, heeft veel tot het onjuist beeld van een „symposion" bij gedragen. Plato geeft, volgens McKin lay, een juiste voorstelling van zaken. Indien prof. McKinlay gelijk heeft, groeit onze bewondering voor de oude Grieken aanmerkelijk, want wat zij aan wijsheid en diepzinnigheid op hun sym posia te berde brachten, rijst torenhoog uit boven het borrelgeklets van tegen woordig. Op dit punt is de wereld dan zeker niet vooruitgegaan. De E.C.A.-missie te 's-Gravenhage deelt mede, dat de Amerikaanse depar tementen van Landbouw en Handel te Washington in een gemeenschappelijke verklaring de toewijzing voor uitvoer hebben bekend gemaakt van nog 650.000 balen katoen. Van deze hoeveelheid zal Nederland 30.000 balen ontvangen. Tot dusverre had Nederland een toewijzing voor 117.000 balen ontvangen. In totaal heeft Nederland nu voor het katoen oogstjaar, eindigende 31 Juli a.s., een toe wijzing ontvangen van 147.000 balen, hetgeen slechts 17.000 balen minder is, dan aanvankelijk door de Nederlanders was gevraagd. Voor alle tot dusverre toegewezen katoen zal met E.C.A.-dol- lars worden betaald en ook de nieuwe toewyzing zal vermoedelijk met E.C.A.- dollars betaald kunnen worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 3