Kath. Vrouwenorg. gaat in grote
steden reactie op C.A. 0. peilen
VOORUITZICHTEN VOOR LEDER
INDUSTRIE NIET GUNSTIG
ERICÜE NOORMAN: fÖeItëcrfténg
Bezwaren om zonder meer de
kabinetspolitiek te steunen
1 Tussen.nous en it
'.ppen
Laat heb ik I)
bemind
Dr. Groeneveld Meyer
m*
moeten dragen
Overpeinzingen
30.000 balen katoen
extra voor Nederland
AMBONEZEN WILLEN
NAAR NIEUW-GUINEA
Men zal grote risico's
DONDERDAG 11 JANUARI 1951
PAGINA 3
HET HUISHOUDELIJK PERSONEEL
Het Zuiden voelt er niet veel voor
Meningen verdeeld
Onrechtmatige Neder
landse eisen afgewezen
Directeur-generaal van
de middenstand
Ontwerp C.A.O.
Verschuivingen verwacht naar de
goedkopere massaproducten
Auto botst tegen
vrachtauto
Inspectrice van Nijverheids
onderwijs gedood
Eerste Kamer over Rijksbegroting
Voortzetting wapenoverdracht aan
Indonesië nog verantwoord?
SINCLAIR LEWIS
OVERLEDEN
Troonrede minder gelukkig
Mr. Dr. L. SLOTEMAKER
Directeur buitenlandse
betrekkingen K.L.M.
Ned. Volkstoneel speelt
Schiller's „Maria Stuart"
Colleges voor leraren
van Snorrebor
Les in wereldverkeer
Redelyk
7)
door ETHEL MANNIN
Krantenbezorger
Het Griekse Drinkgelag
Uit E.C.A.-gelden
Om meer dan één reden is de arbeidsovereenkomst tussen de mevrouw die
al of niet kundig het huishouden bestuurt, en haar meisje, dat al of niet
toegewijd haar 'daarbij helpt, het moeilijkste en meest precaire aller op aarde
gesloten arbeidscontracten. Het persoonlijke element speelt hierbij namelijk een
zeer nadrukkelijke rol, en doordringt deze arbeidsverhouding met talloze impon
derabilia, die in elk der gevallen een eigen karakter zullen hebben.
Sinds na de bevrijding het tekort aan huishoudelijk personeel zich schrij
nend deed gevoelen, heeft men zich van alle mogelijke zijden met dit hiaat bezig
gehouden. Al het mogelijke werd bedacht om het huishoudelijk beroep op te vij
zelen en deszelfs goodwill te verstevigenwaarbij twee punten naar voren kwa
men. De opleiding moest verbeterd en de arbeidsvoorwaarden moesten geregeld
worden.
Uit het stof dat het gevecht om de
arbeidsdienst in 1946 heeft opgejaagd,
is iets goeds blijven hangen, namelijk
een intensieve bestudering (door com
missies uit de vele verschillende groe
peringen die ons vaderland kent) van
een mogelijke zakelijk-geregelde ver
houding werkgeefster-werkneemster.
Die echter wel nooit onder wettelijke
dwang zal komen zoals thans sinds 1949
in Finland en in Noorwegen het geval
is. en in Luxemburg wordt voorbereid.
Want in 1949 heeft de minister van So
ciale Zaken, daar hij controle op de
naleving der collectieve arbeidsovereen
komst vrijwel ondoenlijk achtte, afwij
zend geantwoord op het voorstel tot
wettelijke regeling, dat de commissie
die de zaak aanhangig maakte, een jaar
daarvóór ten departemente had inge
zonden.
Na ampele besprekingen zijn thans
echter de gezamenlijke landelijke vrou
wengroeperingen, die zich verenigen in
het Vrouwencomité, het in alle onder
delen met elkaar eens geworden over
een zij 't dan niet-bindend arbeids
contract tussen mevrouw en meisje,
welke overeenkomst men hiernaast
vindt afgedrukt.
Nu kan wel niemand tot naleving van
deze voorwaarden gedwongen worden,
maar iqen hoopt hierdoor toch tenmin
ste de algemene mentaliteit te beïnvloe
den en het beroep van hulp in de huis
houding op hoger peil te brengen. Het
meisje wordt beschermd tegen wille
keur van de werkgeefster (die helaas
heus voorkomt). de werkgeefster, op
haar beurt, heeft een houvast tegenover
een meisje dat al te veeleisend is. Of
het beroep van huishoudelijke hulp
door deze zakelijke regeling echter in
de ogen der meisjes aantrekkelijker
zal worden en er daardoor meer gega
digden zullen komen, is een open
vraag.
Men kan lange beschouwingen hou
den over dienstbaarheid en naastenlief
de, maar het is nu eenmaal de realiteit,
dat de levensverhoudingen radicaal
veranderd zijn bij vroeger en dies de
mentaliteit. De emancipatie der vrouw
die versneld is sinds de laatste oorlog,
heeft haar, noodzakelijk, en terecht, za
kelijker gemaakt.
Nu liggen de verhoudingen to.v. de
kwestie huishoudelijke hulp in het
Zuiden geheel anders dan boven de ri
vieren. In het Zuiden zijn de toestan
den veel patriarchaler. En op het platte
land is het weer geheel anders dan in
de grote steden. Binnen de Katholieke
Vrouwenorganisatie, die deel uitmaakt
van het Ned. Vrouwencomité, en het
contract ietwat schoorvoetend in deze
vorm mee accepteerde, zijn de menin
gen dan ook nogal verdeeld.
Bij de vertegenwoordigsters zowel
van het platteland als van beneden
de rivieren stuitte men. bij menings
peiling op grote weerstand. Niet al
leen bij de werkgeefsters en de huis
vaders maar ook bij de meisjes zelf
en de moeders van de meisjes in
kwestie. Het grootste naar voren ge
brachte bezwaar is, dat de meisjes bij
deze zakelijke overeenkomst met
meer warm kunnen voelen voor het
gezin waar ze helpen. De moeders van
de meisjes, die men polste, waren dan
ook niet van mening, dat deze voor
gestelde overeenkomst de meisjes uit
de fabriek zal houden.
Bovendien acht men het ondoenlijk,
in een gezin met kinderen, dat de hulp
in de avonduren en iedere Zondag ont
breekt. Ook zien sommigen de wijze
Het bureau Zuid-Molukken in Neder
land deelt mede:
„Ambonese ex-Knil-militairen op
Java hebben de delegatie-Aponno tele
fonisch
medegedeeld, dat er vandaag
een brief is gezonden aan de comman
dant Nederlandse rayons Indonesië.
Hierin staat, dat de Ambonese ex-
Knil-militairen de onrechtmatige eisen
van de Nederlandse legerleiding zon
der meer afwijzen en afvoer bljjven
eisen naar Nieuw-Guinea".
Op een vraag van het Tweede-Kamer
lid Weiter (KNP) in verband met de
evacuatie van de tot het Nederlandse
ltger behorende Ambonese militairen uit
Java, heeft de minister van Oorlog ge
antwoord, dat hij de verzekering kan
geven, dat hoezeer 90k de omstandig
heden het hem bemoeilijken het zijn
streven is en blijft de demobilisatie van
de Ambonese soldaten op Java op zoda
nige wijze te doen geschieden, dat naar
menselijke berekening hun leven er met
door in gevaar wordt gebracht, hij
laat daarbij in het midden of evacuatie
van Java voor allen de meest geeigenae
oplossing zal zijn.
Naar het departement van Economi
sche Zaken eerst thans mededeelt, is per
1, Januari j.l. de directie van d? Mid
denstand gewijzigd in een directoraat-
fieneraal. Tot directeur-generaal is be-
hoemd dr. W. L. Groeneveld Meyer.
Dr. Groeneveld is sinds 1945 directeur
van de Middenstand en was voordien
sdministrateur bij het departement van
Economische Zaken, belast met midden
standsaangelegenheden. Hij is de grond
legger van de huidige middenstandspo-
Etiek. Dat de regering thans een direc
toraat-generaal heeft ingesteld, betekent
een erkenning van het maatschappelijk
belang van de middenstand, welks za
ken nu op het hoogste ambtelijke niveau
kunnen worden behandeld.
De nieuwbenoemde directeur-gene
raal bekleedt tevens de functie van re-
Seringscommissaris voor het vreemde
lingenverkeer en is voorzitter van het
Lconorr.isch Instituut voor de Midden
stand en van het Internationaal Insti
tuut voor de Middenstand, dat te Brus-
5«l u gevestigd.
waarop de vrije avond besteed zal
gaan worden als een moeilijkheid. Een
sociaal werkster uit het Zuiden, die ge
acht mag worden de mentaliteit derge
nen die dit aangaat, te kennen, was te
gen het contract, een arbeidsbemidde-
lsarster echter van wie men hetzelfde
mag veronderstellen was er vóór, maar
dan alleen voor de grote steden.
Bij de vertegenwoordigsters der Noor
delijke diocesen in het Vrouwencen
trum is het protest minder hevig, maar
alleen in het Utrechts diocees meent
men, dat deze overeenkomst gunstig
zal werken en o.a. werkgeefsters die
alle gezinslasten op het meisje afschui
ven, gunstig zal beïnvloeden.
En 7,0 zal ook de mening van al de
genen die thans van de regeling ken
nis nemen, verdeeld zijn. Want tussen
de werkgeefster die van haar hulp de
zelfde verantwoordelijkheid, dezelfde
zorg en dezelfde liefde verlangt, ten
aanzien van de werkzaamheden, de zor
gen en de onaangename dingen die de
gezinseenheid meebrengt, als die by
haarzelf omdat dit het allereigenste van
haar leven is, spontaan aanwezig zijn
en de mevrouw die haar meisje in haar
mens-zijn tenvolie eerbiedigt. liggen
vele modulaties van zienswijzen.
Daarom lijkt het ons verstandig van
de katholieke vrou
wenbeweging dat
men zich voorlopig
bepaalt tot het
verspreiden van het
contract in de grote
steden, via haar
plaatselijke afde
lingen.
Men krijgt.dan de
gelegenheid om de
opinie te peilen en
te beïnfluenceren.
En het ten goede
leiden van de gang
bare mening, die,
wat de „hulp" be
treft, nog lang niet
overal van een re-
eele, menslievende
houding blijk geelt,
is tenslotte het beste
wat men, met deze
overeenkomst, waar
geen dwang achter
staat, bereiken kan.
A. Bgl.
Het arbeidscontract voor inwonend
huispersoneel is, na langdurig en
zorgvuldig te zijn uitgedokterd door
terzake kundige studiecommissies,
tenslotte dezer dagen als volgt vast
gelegd, door de gezamenlijke lande
lijke vrouwenorganisaties.
De werktijd die, zo mogelijk, ligt tus
sen 7 uur des ochtends en 7 uur des
avonds, bedraagt tien uur per dag of 56
uur per week. De maaltijden vallen in
de werktijd en niet in de rusttijd van
anderhalf uur, die de dag halveert.
Behalve de wekelijkse vrije dagzo
mogelijk na overleg op Zondag,
wordt per week een vrije middag ge
geven.
Van het meisje kan verlangd worden
dat ze één avond per week van 7 tot
12 uur oppast, maar een tweede oppas-
avond wordt vergoed ofwel met betaling
van f 0.40 per uur, of met een zelfde
aantal vrije uren.
Overwerk (anders dan oppassen) wordt
gehonoreerd met f 0.75 per uur.
De vacantie bedraagt ten minste twaalf
dagen per jaar. met behoud van loon en
vergoeding van kost en inwoning. Het
aantal vacantiedagen wordt berekend
nc.ar het aantal maanden dat de dienst
betrekking heeft geduurd, en wel voor
elke maand een dag. Bij verbreking van
het dienstverband wordt de nog ver
schuldigde vacantie genoten of in gëld
vergoed. Bij verbreken binnen drie
maanden van het dienstverband door het
meisje, vervalt echter het recht op
1 acantie.
Op de Christelijke feestdagen (of
tweede dag) alsook op nationale en re
gionale feesten wordt, volgens algemeen
gebruik, zo mogelijk en in onderling
overleg, met doorbetaling van loon, vrij
gegeven. Moet het meisje op een van
deze dagen werken dan worden de vrije
uren op een ander tijdstip vergoed.
Het meisje krijgt een eigen zit-slaap-
kamer met mogelijkheid tot verwarming.
Van haar kant verplicht zij zich, haar
werk zo goed mogelijk te verrichten en
de goede gang van zaken in het huis
houden te respecteren. Zorgzaam te zijn
t o.v, het haar toevertromvde en naar
buiten te zwijgen over persoonlijke aan
gelegenheden die zich in het gezin voor
doen.
Het loon wordt in deze overeenkomst
niet genoemd, omdat dit plaatselijk en
naar milieu te zeer verschilt.
In Zweden zijn, bij gebrek aan vrouwelijke huishoude
lijke hulpen, scholen, waar jongens voor huishoudelijk
werk getramd worden.
Aan de rede, uitgesproken door de
heer J. W. van Heesbeen, voorzitter van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Noordelijk Noord-Brabant, ontlenen
wij het volgende:
Ten aanzien van het economisch leven
in het district der K. v. K. zei de heer
Van Heesbeen:
Vóór de Koreaanse kwestie, welke een
opleving veroorzaakte, dreigde in de
schoen- en lederindustrie enige werk
loosheid te ontstaan. De daarna ontstane
grotere vraag naar arbeidskrachten is
uiteraard slechts van tijdelijke aard en
vermag daarom de ernst van het feit
van een geleidelijk toenemen van het
aantal werklozen niet te verbloemen. Hoe
wei het gebrek aan voldoende werkge
legenheid thans nog niet onrustbarend
behoeft te worden genoemd, moet toch
reeds op maatregelen' ter vermijding van
een gestadige groei van de werkloosheid
worden gezonnen. Vestiging van indus
trieën, welke grotendeels aan mannelijke
arbeidskrachten werkgelegenheid ver
schaffen, moet daarom worden gestimu
leerd.
Aangaande het probleem van de ver-
keersmogelijkheden in de Langstraat
kwam spreker tot de conclusie, dat net
ontbreken van het personenvervoer per
rail en van de mogelijkheid van snel-
goederen ver voer een ernstige belemme
ring vormt voor de economische ontwik
keling en in het bijzonder geen stimu
lerende invloed op de vestiging van
nieuw eindustrieën zal hebben.
De schoenindustrie heeft tengevolge
van de vergroting van de vraag i.v.m. de
verwachting van een grote prijsstijging
na de inzinking, welke op de levering
van de voorjaarsorders volgde, een niet-
ongunstige opleving gehad, hoewel aan
het einde van het jaar weer enige terug
gang viel waar te nemen.
De productiekosten werden snel ho
ger, ondanks het nog niet geheel op
nemen van de loonsverhogingen in de
kostprijzen, door de stijging van de
grondstoffenprijzen van 50 tot 70%. Door
de afgenomen koopkracht van het pu
bliek werden mede de afzetmogelijk
heden beperkt.
De zware belastingen en sociale lasten
doen de vrees ontstaan dat uitbouw, ver
vanging en nieuwe investeringen niet
in voldoende mate plaats zullen vinden
en het productie-apparaat een later niet
meer in te halen achterstand bü het
buitenland zal oplopen.
Hoewel met zekerheid uiteraard om
trent de toekomstige ontwikkeling geen
uitspraken kunnen worden gedaan, is
men toch over het algemeen niet pessi
mistisch gestemd t.a.v. 1951. Verschui
ving naar de goedkopere massaproduc
ten zal echter de afzet van bet meer
luxe schoeisel belemmeren.
De lederindustrie ondervond geduren
de de eerste maanden van 1950 de reac
tie op de gunstige opleving na de deva
luatie in September 1949.
De zoollederprijzen waren laag; door
belangstelling in het buitenland, vooral
België en Duitsland, werd echter toch
enige opleving veroorzaakt tijdens de
slappe periode.
De situatie in Korea bracht een om
wenteling teweeg. De huidenprjjzen ste
gen met 100%. De ledermarkt volgde
langzaam. Ook de andere grond- en
hulpstoffen waren aan voortdurende
prijsstijgingen onderhevig. De kostprij
zen kwamen hierdoor hoog te liggen. De
vraag was echter goed en de afzet hier
door verzekerd. De slinkende koopkracht
maakt echter de vooruitzichten onder
meer normale omstandigheden slecht
De export ontwikkelt zich bevredi
gend. De hoge huidenprijzen werken hier
echter remmend. Deze gelden echter ook
voor het buitenland en het is nog mo
gelijk vooral op de overledermarkt een
goed en concurrerend artikel op de
markt te brengen.
De vooruitzichten voor de leder
industrie zijn in het algemeen voor
1951 niet gunstig. Grote risico's zul
len moeten worden gedragen en omtrent
het verdere prijsverloop en de afzet
mogelijkheden kunnen onmogelijk <>P
redelijke grond gebaseerde voorspellin
gen worden gedaan.
Mej. M. M. A. Michels, inspectrice van
het Nijverheidsonderwijs, wonende te
Den Haag, is tengevolge van een auto
ongeval om het leven gekomen.
De auto, waarin zij gezeten was en
die door een Rijkschauffeur werd be
stuurd, kwam in de gemeente Best op
een glad stuk weg. Hierdoor ging de
wagen slingeren, kwam in botsing met
een vrachtauto van de N.V. Janssen
Auto's uit Venlo en raakte daarna in
een bermsloot. Mej. Michels overleed
tijdens het transport naar een zieken
huis te Eindhoven. De chauffeur brak
een been en werd eveneens naar het
ziekenhuis te Eindhoven overgebracht.
«5.
Als kenden zij elkanders gedachten, zo stormden Eric en de jonge Gonor
als één man vooruit. Zwijgend kozen zij ieder hun plaats, ter weerszijden van de
kloofingang achter een beschermende steenhoop.
„Dit wordt een groots gevecht, mijn broeder!" lachte Gonor dreigend. „Toeghir s
dood zal gewroken worden!"
Een vluchtige glimlach gleed over Eric's gelaat. Zie, hoe de dappere nomade zich
wist te verzoenen met de dood van zijn geliefde broeder, nu hij de gedachte koes
terde, dat deze als een held gestorven was... De Noorman was er gelukkig om de
ware toedracht verborgen te hebben gehouden. Een opgewonden kreet stoorde zvn
gedachtengang.
„Het is Onga!" kreet Gonor. „Onga, met de krijgers van mijn volk!
Snel voegde Eric zich bij het opperhoofd en nu zag hij ook het meisje, dat met
losse teugel aan het hoofd van de ruiterschaar de kloof naderde. Een verontrustende
gedachte schoot door Eric's hoofd. Onga zij kende Toeghir's verradersrol. Er
moest voorkomen worden, dat zij iets verklapte. Met een wilde kreet sprong Eric
op uit zijn schuilplaats en stormde de ruiters tegemoet. Doch Gonor was dicht
achter hem en bijna gelijktijdig bereikten de mannen het meisje, dat inmiddels
afsteeg.
„Wij zijn dus op tijd", glimlachte zij. „Een afdeling Stichi kuiam op onze weg. WH
hébben hen uit elkaar geslagen. Doch Toeghir was
Toeghir is als een held gestorven!" sprak Eric luid, zodat de overige nomaden,
die in een kring om hen stonden, het duidelijk konden verstaan. „De Stichi hadden
hem lafhartig vermoordtoen hij op het punt stond Gonor te waarschuwen voor
Char's overval.
Een aarzelend gemompel steeg op uit de kring. Snel keek het meisje op en ge
durende enkele ogenblikken zag zij de Noorman onderzoekend aan. Dan verried een
lichte flikkering in haar ogen, dat zij hem begrepen had.
Zwijgend begaven allen zich naar de plaats, waar Toeghir's lichaam tussen de
stenen lag. Eric zag, dat de aanblik van zijn broeder Gonor weer dreigde te over
mannen, doch de jongen hield zich flink. Beiden tilden zij de dode op en tn diepe
stilte droegen zij hem naar het Dal der Opperhoofden.
De Amerikaanse schrijver Sinclair
Lewis, is Woensdag, 66 jaar oud. in een
ziekenhuis in Rome overleden. Hij was
de vorige zomer in gezelschap van zijn
broer naar Europa gekomen om verschil
lende landen te bezoeken in Neder
land is hij ongeveer tien dagen geweest
waarop hij zich voorlopig in Florence
vestigde. Daar wilde hij een nieuw boek
schrijven. In de loop van December is
Verschenen is het voorlopig verslag
van de commissie van rapporteurs der
Eerste Kamer omtrent de algemene po
litieke beschouwingen der Rijksbegro
ting voor 1951. Bij de gedachtenwisseling
over het beleid van het kabinet zeiden
verscheidene leden bezwaar te hebben
tegen de stelling, dat de fracties, wier
geestverwanten in het kabinet zitting
hebben, dientengevolge verplicht zou
den zjjn, de kabinetspolitiek zonder
meer te steunen. Zij waren van oordeel,
dat by de desbetreffende opmerkingen
het oog te zeer was gericht op de situa
tie in het Verenigd Koninkrijk, alwaar
men in feite één regerings- en één
oppositieparty kent. De politieke Joe-
stand in Nederland is echter geheel
anders In partyen, die als regel de
regering steunen, is het niet ongebruike
lijk, dat nu en dan kritiek wordt ge
oefend op het kabinet en verschil van
mening daarmede tot uitdrukking komt,
Naar aanleiding van de binnenlandse
politieke toestand merkten enige leden
op. dat de toegenomen staatstaak en de
daaruit voortvloeiende overbelasting van
de volksvertegenwoordiging volgens hen
een ernstig gevaar voor de democratie
vormen. De huidige omstandigheden
leiden tot een steeds omvangrijker
staatsbestel en een daarmede gelijke tred
houdende groeiende invloed van de ad
ministratie, Een en ander, hoezeer ook te
verdedigen, brengt voor een ogenschijn
lijk gezond democratisch land als Neder
land de mogelijkheid nabij, dat het ge
leidelijk tot een totalitaire staat ver
wordt.
Een ander gevaar Is, aldus deze
leden, de zo overheersende invloed
van de minister van Financiën in het
kabinet, dat, onder aanvoering van
onze financiële nood als zakelijk argu
ment, de overige bewindslieden meer
dan eens slechts volgzame „medewer
kers" schijnen.
En als de Staten-Generaal daartegen
wensen op te komen, wordt maar al te
vaak de kabinetskwestie gesteld. Ook
dit houdt een bedreiging in voor de
waardering, welke het volk voor onze
democratische regeringsvorm heeft of
althans behoort te hebben.
Bij het hoofdstuk over het beleid ten
aanzien van Indonesië vestigden ette
lijke leden de aandacht op de onoffi
ciële verklaring van Indonesische zijde,
dat na de laatste onderhandelingen over
West-Nieuw-Guinea de status-quo met
betrekking tot het bestuur over dat
gebied wordt voortgezet zonder tos
stemming van Indonesië, hoewel het
wordt beschouwd als Indonesisch terri
toir en Nederland wordt geacht te zijn
„bezettende mogendheid" binnen Indo
nesisch grondgebied. Deze leden stelden
nu de vraag, of met het oog op een en
ander voortzetting van de overdracht
van wapenen aan de Indonesische repu
bliek nog wel verantwoord is.
Onder de huidige omstandigheden
achtten deze leden uitstel van de over
dracht van Hr. Ms. „Tjerk Hlddes" ge
raden.
Sommige leden verklaarden, dat ook
zij de laatste Troonrede naar vorm en
inhoud minder gelukkig achtten, in te
genstelling met de door H.M. de Konin
gin te Parys en te Londen uitgesproken
redevoeringen. Zy oordeelden het aller
minst noodzakeiyk, Hare Majesteit tel
ken jare te nopen tot voorlezing van
een lang, moeizaam gestyieerd staats
stuk. Wordt in korte, kernachtige be
woordingen de in de naaste toekomst te
voeren politiek in het licht gesteld en hij daar ziek geworden en naar het zie-
li J. 4„i::i. nntnliril 1 1 T r11 TilADnwin ouof.
wordt daarnevens beknoptelijk getuigd
van de geest, waarin naar de mening
der regering daarby zal moetemworden
samengewerkt, dan is daarmedcFvoldaaii
aan de voornaamste eis, welke men
aan een Troonrede mag stellen.
Verscheidene leden hadden ernstig
bezwaar tegen de huidige wijze van be
grotingsbehandeling in de Kamer. Gelet
op de zozeer gewijzigde situatie, zouden
deze leden het veel juister achten, indien
voortaan werd gebroken met het houden
van algemene beschouwingen op de oude
voet. Zij zouden er de voorkeur aan
geven, indien de begrotingshoofdstukken
werden behandeld als gewone wetsont
werpen, namelijk zo spoedig mogelijk
na het inkomen daarvan bij de Kamer.
De algemene politieke beschouwingen
dienen te vervallen.
Advertentie
■I
Méér dan ooit geldt ntt he®
devies:
ASPIRIN HOORT IN HUIS.
tnaap zorg er voo» werkelijk
ASPIRIN in huis te hebben»
Alleen Aspirin is voorzien-van
Mr. dr. L. H. Slotemaker, onder-direc
teur der KL.M.. is. ingevolge besluit
van de raad van bestuur, met ingang van
1 Januari 1951, aangesteld tot directeur
buitenlandse betrekkingen der K.L.M.
Het Ned. Volkstoneel zal Maandag 22
Januari in de Doelenzaal in Amsterdam
onder regie van Fred Sterneberg een
eerste voorstelling geven van „Maria
Stuart" van Fr. v. Schiller.
kenhuis „Villa Electra" in Rome over
gebracht.
Lewis, 7 Februari 1885 in Sauk Center
in de Amerikaanse staat Minnesota ge
boren, is aanvankelijk journalist geweest.
Zijn eerste roman „Our mr. Wrenn", een
soort autobiographie, verscheen in 1914.
Hij publiceerde ongeveer elk jaar een
boek, maar pas zijn „Main Street" in
1920 trok de aandacht Zijn succesboeken
„Babbitt'' en „Arrowsmith" verschenen
in de jaren daarop. Het gevaar van een
zijdigheid, dat hem als satyricus be
dreigde, blijkt wellicht het best uit
„Eimer Gantry", waarin hij wel bijzon
der eenzijdig het gezwendel van som
mige evangelie-predikers belicht. Maar
Babbitt bijvoorbeeld is in Amerika het
begrip geworden voor de bekrompen
gemiddelde Amerikaanse zakenman. Hij
kreeg voor dit boek in 1930 ook de
Nobelprijs voor literatuur
Evenals voor 1940 gebruikelijk was, is de
Faculteit van Letteren en Wijsbegeerte aan
de Groninger Universiteit ook nu voorne
mens een serie vervolgcolleges te geven,
bestemd voor leraren bij het gymnasiaal en
middelbaar onderwijs en in het algemeen
voor hen die in het bezit zijn van een uni
versitair of middelbaar diploma.
Deze colleges worden van 10 Februari, af
des Zaterdagsmiddags gegeven. Iedere Za
terdagmiddag worden twee colleges gege
ven voor klassici, twee voor historici. Phi-
lologen kunnen het eerste uur tezamen een
college bijwonen en daarna in secties uit
eengaan. Twee colleges die de kunstge
schiedenis raken zijn bestemd voor alle
deelnemers.
SJII»
üitiiniiaiiiiiitiimiuiuiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimiimtf
„Ik ben nog niet zo oud,, dat ik af
kerig ben van alle nieuwigheden", zei
Snorrebor, „maar dit keer ben ik het
volkomen met de V.A.R.A. eens, dat
dit geen tijd is om handenvol geld te
verdoen aan een vooralsnog misbare
luxe als de televisie. Zijn we lot nu
toe zo rampzalig geweest, omdat we
geen televisie hadden? Is men in Ame
rika en Engeland zoveel gelukkiger,
omdat ze het wel hebben? Moet je de
critiek eens horen, die ze daar op de
televisie, zowel op de programma's als
op het huiselijk leven en de cult uur
hebben! Natuurlijk moeten we niet
achterblijven op het gebied van de
moderne techniek, maar daarvoor i«
het voldoende op bescheiden schaal
proefnemingen en onderzoekingen te
blijven doen om zo goed mogelijk voor
de dag te kunnen komen, als de bruine
het weer kan trekken. Op het ogenblik
kan de bruine dat bepaald niet. Die
zat zich de tong uit de bek (en wij
daarbij) moeten sjouwen om het vol
strekt onmisbare wagentje van onze
defensie een beetje op gang te brengen.
Van alle kanten wordt met hel oog
daarop de onontkoombare noodzake
lijkheid van een algemene versobering,
zuinigheid en spaarzaamheid gepreekt,
omdat we anders met gulden en al
bankroet zullen gaan. Nee, het is geen
tijd voor peperdure televisie op grote
schaal. We moeten méér dan ooit op de
kleintjes passen om het vege lijf te
kunnen redden. Wie gaat er nou ka-
niaar kopen, wanneer hij nauwelijks
een bescheiden belegde boterham kan
betalen! We zijn het met de V.A.R.A.
van harte eens. Ja als we Indonesië
nog hadden dan 20U het utat anders
zijn. Dan zaten we nu niet zo benauwd
in de piepzak".
In December 1050 bedroeg de uitvoer van
de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie
1.851.821 ton, met een waarde van
10.208.962.000 frank, hetgeen een hoogtere
cord betekent. In November bedroeg de uit
voerwaarde 8.170.000.000 frs.
In de fabriek van de Willys Overland
te Toledo in de Amerikaanse staat Ohio
krijgen 23 employé's van de Verenigde
Naties een cursus in „wereldverkeer".
Zij moeten vragen als deze kunnen be
antwoorden: Welk stopteken geeft men
in Lahore In India? Mag men in Lon;
den bij een rood verkeerslicht omke
ren? Hoe is de weg tussen Hanoi en
Haiphong? Na de theorie komt de prac-
tijk, d.w.z. met jeeps in moeilijk terrein
de malste bokkensprongen maken, wa
pens hanteren en met de radio werken.
De cursus duurt drie maanden. Daarna
worden de geslaagde leerlingen naar de
verschillende missies van de V.N. over
geheel de wereld gestuurd. Helaas, leren
zij er niet, hoe in de verkeerde wereld
te verkeren om het wereldverkeer weer
normaal ie laten functionneren. Dat we
ten de kopstukken van de V.N. zelf
niet.
Duizenden Duitsers, die indertyd op
last van de Nazi's gesteriliseerd zijn,
hebben een bond opgericht om op ge
lijke voet als de oud-strijders en zij. die
in concentratiekampen hebben gezeten,
door de overheid gesteund te worden.
Zij eisen een levenslange uitkering van
80 mark per maand cn levenslang gra
tis geneeskundige behandeling.
Uit het
Engels
vertaald door
DICK
OUWENDIJK
Zij verloor haar hoekigheid en kreeg
het gracieuse van haar moeder; zij
vlocht haar fijn, steil, typisch meisjes
achtig haar tof vlechten en wond deze
in een krans om haar klein njooi hoofd
je. Haar intelligentie aanvaardde ken
nis met een gemak zoals zij een kle
dingstuk aantrok, maar in haar gevoels
leven bleef zij het jonge meisje dat be
reid was om alles te willen wat Fran
cis wilde en om alles te doen wat hij
wilde dat zij deed. Haar gelukkigste tijd
was wanneer hij in Parijs was en zij
alles samen konden doen. Wanneer hij
weg was ging zij geheel op in haar
kunst en wachtte zij tot hij weer bij haar
was. Zij hield veel van Sue Lester,
maar als zij niet bij Francis kon zijn
was zij het liefst alleen en na een jaar
bij Sue gewoond te hebben huurde zij
zelf een atelier in het studentenkwartier
bij de Boulevard Raspail. Zij kalmeer
de haar moeders ongerustheid over de
ze verhuizing door haar te verzekeren,
dat zij een kamer had in een huis dat
vol zat met meisjesstudenten zoals zij
zelf en dat Sue vlak om de hoek woon
de, wat inderdaad zo was, Zij bleef
slechts zes maanden in dat huis. Haar
medestudenten waren haar te ruw.
Zij had het gevoel. dat schilderen
geen ernstig en moeilijk beroep voor
hem was, maar een pretje, dat boven
dien nog het voordeel had dat er tegen
ie werd opgezien, een excuus om van
huis weg te komen en een leven te
leiden dat volgens hen la vie Bohème
was en dat, voor zover Cathryn het be
greep, niets anders was dan een einde
loze reeks alcohol-fuiven en sexuele
promiscuïteit. Wanneer zij niet studeer
den maakten de meesten van hun da
gen en nachten een soort van studen-
tenjool. Zij begreep, dat zij niet werke
lijk belang stelden in schilderen; zij
hielden alleen maar van het leven
vooral nu zij. met een inkomen achter
zich, in geen levensonderhoud behoef
den te voorzien. Zij schilderden het
liefst met het mes en beschouwden zich
Van Goghs in de dop; waarbij ze over
het hoofd zagen, dat Van Gogh een
genie was. De jonge mannen lieten hun
baard groeien en droegen geribd fluwe
len kleren; de meisjes droegen „apa-
che"-sjaaltjes, waren dol op excentrieke
make-ups en waren allemaal welbewust
immoreel.
Het was vervelend, vond Cathryn.
Vervelend op een smerige manier.
Waarom leerden ze niet schilderen of
gingen ze naar huis, naar New York,
Minnesota, Londen, Birmingham, Black
pool of waar ze ook vandaan mochten
komen? Ze klitten aan elkander in de
overbevolkte scholen en in de café's; te
legden bovendien voor hun woeste fui
ven beslag op de ateliers welke serieuze
schilders voor hun werk nodig hadden;
zij zetten heel Parijs op zijn kop
'Zij overdacht deze dingen eens, geze
ten in Select, dicht bij de Rotonde, waar
zij 's middags was gaan eten, omdat zij
de Rotonde en de mensen die daar
kwamen beu was en omdat de plat du
iour in Select altijd goedkoop was. Aan
een tafel tegenover de hare was een
kleine, hoekige, vormeloze vrouw van
middelbare leeftijd, die een oud over
hemd droeg met een stropdas, bezig een
crayon- en houtskooltekening van haar
te maken. Iedereen op Montparnasse en
in het Quartier kende Anna Kallinova.
Zij probeerde in leven te blijven door
tekeningen te maken van touristen die
de café-terrassen bevolkten; zij ver
kocht hun ook tegen tweehonderd
francs per stuk, ongeeastigeerde uitga
ven van verboden boeken; van tijd tot
tijd typte zij manuscripten voor senrij-
vers en would-be schrijvers. Zij had
kortgeleden iets uitgetypt voor Francis
Sable en kende Cathryn reeds lang van
gezicht, voor zij haar op een studio
partij bij Sue Lester ontmoette. Zij was
nogal agressief in haar manieren; 7.ij
maakte er als het ware een 'gewetens
zaak van om nooit onder de indruk van
iemand te zijn, noch van zijn uiterlijk,
zijn roem, zijn optreden of wat dan
ook. Zij schepte er een bijzonder ge
noegen in aan bekende personen te
worden voorgesteld en dan te doen ais-
of zij nooit van hen had gehoord; zij
specialiseerde zich in zulk soort dingen;
en omdat haast iedereen Cathryn knap
vond sprak zij het liefst over haar als
„die lelijke zus van Frankie Sable"
Dit was echter niet meer dan de uit
wendige kant van een ruwe goedhartig
heid, en zij kon tekenen. De snelteke-
mngen, welke zy in de café's maakte,
waren alleen maar maakwerk terwille
van de tien of twintig francs die ze
opbrachten; haar eigenlijke liefde ging
uit naar de ets. En in haar etsen open
baarde zij zich als een kunstenares met
een rijke verbeelding en grondige vak
kennis. Het was een wanbof, zei ze ai-
tijd, dat er zo weinig vraag was naar
hét enige dat ze goed kon. Wanneer zij
vijfhonderd francs voor een ets ont
ving, wenste zij zichzelf geluk; het ge
beurde vaker dat zij er niet meer dan
tweehonderd kreeg. Tien jaar later
gingen de etsen van hand tot hand voor
twintig guineas en meer. Daar profi
teerde Anna Kallinova echter niet van,
want jaren daarvoor was zij in Vence
in een sanatorium gestorven. Dat zij
aan haar longen leed had zij zo goed
geheim gehouden, dat niemand in Pa
rijs er enig vermoeden van had.
De schets, welke zij die dag van Ca
thryn maakte, hangt tegenwoordig in
Crag House naast een merkwaardis
portret dat Cathryn in het begin van
1928 van Francis maakte.
Toen de tekening klaar was kwam
Anna naar Cathryn toe en duwde haar
die onder de neus.
„Hoe is ie voor tien francs?" vroeg ze
op haar bruuske manier.
Cathryn glimlachte. „Heel goed, maar
ik wil geen portret van mezelf!"
„Dat kan. Maar ik wil tien francs om
te kunnen eten. Geef 'm aan je broer.
Hij is erg op je gesteld, niet?"
Zij riep een kellner en bestelde de
plat du jour en een Bock-bier. Cathryn
schoei haar een biljet van tien francs
toe, dat Anna zonder een woord te -eg
gen in de borstzak van haar mantel
stak.
„Waarom kijk je zo somber?" vroeg
zij.
(Wordt vervolgd)
In een winkel in Chapel Hill, in de
Amerikaanse staat N.-Carolina, kwam
op een goede morgen een krantenbezor
ger binnen, die de bediende niet kende.
De man legde het dagelijks pakje kran
ten op de toonbank en liet per ongeluk
daarb;j enkele bladen op de grond val
len.
„Wat mankeert jou?" vroeg de be
diende kribbig.
„Neem mij niet kwalijk", verontschul
digde de krantenbezorger zich. „Ik zal:
ze wel oprapen".
Een ogenblik later kwam de bedien
de tot de ontdekking, dat de krantenbe
zorger niemand anders was dan Gordon
Gray de voormalige staatssecretaris
van net Amerikaanse leger en thans
president van de Universiteit van
Noord-Carolina, die in plaats van zijn
zieke zoon, even de kranten kwam
brengen, opdat de klanten hun ochtend
blad op tijd zouden krijgen.
Onze staatssecretarissen zou zo iets
niet kunnen gebeuren, denken wij zo.
Universiteitsprofessoren misschien wel.
Dr. Arthur P. McKinlay, hoogleraar
aan de Universiteit van California, is na
een lange en diepgaande studie tot de
conclusie gekomen, dat wat de oude
Grieken een „symposion" noemden, een
stevig drinkgelag moet zijn geweest.
Wij verstaan tegenwoordig onder een
„symposion" een ernstige discussie over
een zwaar onderwerp, maar de oude
Grieken, die zo'n drinkgelag bijwoon
den, zijn volgens de professor gewoon
lijk flink dronken geworden. Xenophon,
die zelf geheelonthouder was en alleen
de discussie noteerde, heeft veel tot het
onjuist beeld van een „symposion" bij
gedragen. Plato geeft, volgens McKin
lay, een juiste voorstelling van zaken.
Indien prof. McKinlay gelijk heeft,
groeit onze bewondering voor de oude
Grieken aanmerkelijk, want wat zij aan
wijsheid en diepzinnigheid op hun sym
posia te berde brachten, rijst torenhoog
uit boven het borrelgeklets van tegen
woordig. Op dit punt is de wereld dan
zeker niet vooruitgegaan.
De E.C.A.-missie te 's-Gravenhage
deelt mede, dat de Amerikaanse depar
tementen van Landbouw en Handel te
Washington in een gemeenschappelijke
verklaring de toewijzing voor uitvoer
hebben bekend gemaakt van nog 650.000
balen katoen. Van deze hoeveelheid zal
Nederland 30.000 balen ontvangen. Tot
dusverre had Nederland een toewijzing
voor 117.000 balen ontvangen. In totaal
heeft Nederland nu voor het katoen
oogstjaar, eindigende 31 Juli a.s., een toe
wijzing ontvangen van 147.000 balen,
hetgeen slechts 17.000 balen minder is,
dan aanvankelijk door de Nederlanders
was gevraagd. Voor alle tot dusverre
toegewezen katoen zal met E.C.A.-dol-
lars worden betaald en ook de nieuwe
toewyzing zal vermoedelijk met E.C.A.-
dollars betaald kunnen worden.