JJtecoverjy X?tecoi>erjj »ss X}i$coverj) «a ï}i!?couerji ss? X7t^overjy „Indonesië-veteranen" worden thans nog niet opgeroepen fÖe "fconfrig cLsteppen Congres van „St. Antonius" met feestvergadering besloten Laat lief» ilc IJ bemind Gancia FINANCIEEL GUNSTIGER DAN IN 1949 Diensttijd van lichting 1949-11 wordt niet verlengd Pro Ecclesia et Pontifice voor voorzitter Van Bijsterveld AARTSOPLICHTER STAAT WEER WRESZINSKY TERECHT Bij Griep en Kou helpt DAMPO trouw Nota N.-Guinea Dinsdag in Tweede Kamer Overpeinzingen de Verdere bezuinigingen en toegenomen vervoer sterk van invloed AKKERTJE Inlichtingen bij de Gew. Arbeidsbureaux Dagvaarding niet in overeenstemming met voorwaarden aan uitlevering verbonden? 2 VRIJDAG 12 JANUARI 1951 PAGINA 3 K.L.M.-RESULT AT EN 1950 Omvang personeel daalde Verschuiving naar vracht Uitbreidingen Financiering Officieel commentaar uit Den Haag IN MEMORIAM Mej. M. M. A. Michels Gas, water en electriciteit niet duurder SLECHTS BIJ NOODTOESTAND VERANDERING Neem een doos echte P ast ILL- es VÓÓR KOMI NG VAN GR I EP Prof. Schermerhorn over standpunt P.v.d.A. Partijraadsvergadering KVP Op 23 en 24 Februari Zenuwpijnen P Neem Aspirant-emigranten van Snorrebor I Uit het Engels vertaald door DICK OUWENDIJK door ETHEL MANNIN vermouth Torino Advertentie FOR QUAUTY (Van onze financiële redacteur) Na het vrij slechte jaarverslag van de K L. M. over 1949, toen zoals men zich zal herinneren de mij. een verlies van ca. f 40 mill, moest dekken uit de reserves en een bijdrage van het Rijk, zal het boekjaar 1950 een aanmerkelijk beter resultaat vertonen. Weliswaar zal ook dit jaar nog met een verliessaldo sluiten, maar dit saldo zal zeer beslist onder de f 10 millioen blijventerwijl mogelijk door het aan wenden van enige reserves do verlies- en winstrekening zelfs sluitend kan wor den gemaakt. Dit werd ons medegedeeld door drs. MJ. van der Ploegdirecteur van de K. L. M., in een onderhouddat wij met hem mochten hebben, in verband met het jaarverslag over 1950dat binnen een maand of drie tegemoet mag worden gezien Deze aanzienlijk betere resultaten van de my, met betrekking: tot 't jaar 1950 konden op de eerste plaats worden be haald, dank zij de verdere bezuinigin gen en de efficiëntere werkmethodes, die de directie in dit jaar kon doorvoe ren. Daarnaast echter werd de betere gang van zaken gestimuleerd door de sterke toename van voornameiyk het vrachtvervoer, maar eveneens ook van het passagiersvervoer in de zomermaan den en daarna, welk verloop in het be gin van 1950 allerminst voorzien werd. Het is wellicht niet geheel en al ontoe vallig dat deze verbetering van het vervoer in het algemeen samenviel met het uitbreken van het Koreaans con flict. Deze vervoertoename komt trou wens niet alleen voor by de K.L.M., maar ook by vrijwel alle buitenlandse maatschappijen, waarvan wy noemen de Belgische Sabena, de B.O.A.C., die reeds met cijfers kwamen, waarin de betere resultaten, of moeten wy zeggen de minder slechte resultaten t.o.v. 1949 tot uiting kwamen. De heer Van der Ploeg verstrekte ons enkele cijfers, waarbij hij als vergelij kingsjaar 1948 stelde, daar dit het laat ste normale jaar voor de K.L.M. is ge weest, aangezien in 1949 èn de versto ring van de Indonesië-lijn èn de deva luatie vielen. Welnu, in 1950 werd ruim 18 pet. meer geproduceerd en verkocht in tonkilometers dan in 1948, terwijl de omvang van het personeel, indien 1948 gesteld wordt op 100, in 1950 daalde tot 87. Zoals drs. v. d. Ploeg het uitdrukte Was 1950 voor de K.l.M. een voortdu rend gevecht tegen de gevolgen van de devaluatie. Gevolgen, die voor de K.L.M. uitkwamen op ca. 1 mill, gulden per maand, of met andere woorden, de- re kostten de K.L.M. in 1949 3 mill, en in 1950 ca. 13 millioen gulden. Daar naast betekende de verminderde bete kenis van de Indië-lijn een tweede te genwind voor de mij. De omvang van deze lün is momen teel nog slechts 80 pet. van die van 1948 en zoals het er op dit moment uitziet mag niet verwacht worden, dat deze nog op de oude omvang zal terugkomen. Ook wat het aantal vliegfrequenties op Indonesië betreft, welke thans 6 bedragen tegen 8 in 1948, ligt het niet in de Iyn der ver wachtingen, dat deze nog zullen wor- den uitgebreid. Niettemin is deze In. donesielijn voor de K.L.M. noff een uitermate winstgevende lyn. Gezien deze verminderde frequentie is zowel het aantal passagiers, als het volume van de vracht aanmerkelijk afgeno men, maar wat dit laatste betreft, kan in relatief opzicht een aanmerkelijke toename worden geconstateerd. Een opmerkelijk feit, dat zich ook op de meeste andere lijnen voordoet. Is er dus sprake van een vrij algemene ver schuiving naar vrachtvervoer, dan wil dit geenszins zeggen, dat het passagiers vervoer in betekenis is afgenomen. Ge zegd kan worden, dat de bezettings graad van de machines in het algemeen 's toegenomen, hetgeen voor de finan ciële uitkomsten van het bedrijf buiten gewoon belangrijk is, indien men ziet, ?at b.v. elk millioen gulden, dat ver legen wordt uit meerder vervoer, on geveer f 900.000 zuivere winst betekent. M.a.w. elke passagier of vracht, die boven de huidige bezettingsgraad van de machines kan worden verkregen, be tekent voor de K.L.M. 90 pet. winst, doordat het bedrijf slechts weinig va riabele kosten kent. Hoezeer de situatie van de K.L.M. in 1950 verbeterd is. kan blijken uit de in komsten van de mij. over 1950, kan blijken, omdat daarnaast de wetenschap van de kosten voor een juiste beoorde ling onontbeerlijk is. Deze kon de heer v. d. Ploeg ons echter nog niet ver strekken. De inkomsten dan bedroegen in 1950 ca. f 187 mill., tegen f 145 mill, in 1948 en f 137 mill, in 1947. Een van de devaluatiegevolgen was wel de aan zienlijke verhoging van de afschrijvin gen. Deze werden toen n.l. bepaald op de nieuwe dollarkoers, de daaruit voort vloeiende stijging klemde te meer om dat de afsehrijvingspolitiek van de K.L.M. er op gericht is de eenheden van de vloot in vijf jaren af te schrijven, terwijl de meeste buitenlandse mijen deze afschrijvingstermijn op 7 jaren stellen en een enkele zelfs op tien ja ren. De K.L.M. meent echter deze af- schrijvingspolitiek niet te moeten prijs geven, omdat men de vloot in ieder ge val op peil wenst te houden. Mede hier door is het mogelijk geworden belang rijke aankopen in 1950 te verrichten, terwijl het plan bestaat nog meer aan kopen te doen. Gehoopt wordt deze aankopen geheel uit eigen middelen te kunnen financie ren, zodat geen beroep behoeft te wor den gedaan op het rijk. Dat dit in 1950 reeds voor een goed deel mogelijk was, moge blijken uit het feit, dat het kapi taal door regeringsdeelname is ver groot met f 65 mill., waarvan f 15 mill, is gestoken in aandelen van de Garuda, de Indonesische luchtvaartmij., waarvan de K.L.M. 50 pCt. der aandelen houdt, terwij! daarnaast door het rijk nog voor f 50 mill, garanties zijn getekend, waar van f 10 mill, is opgenomen, terwijl de desbetreffende wet voorzag in een op name van f 38 mill. Hiertegenover staat, dat het crediet van de Herstelbank ad ruim f33 mill. Is afgelost, voornamelijk Onze financiële redacteur had een de zer dagen een onderhoud met drs. M. J. van der Ploeg, directeur van de K.L.M., waarin de financiële resulta ten van dit bedrijf over 1950 werden besproken. In het hiernevens afge drukte artikel heeft hij zijn uit dit gesprek verkregen inzichten in deze maatschappij-uitkomsten samenge vat. Hoezeer deze maatschappij in millioenen guldens denkt en handelt moge blijken uit de benzinerekening, die de Mij. ieder jaar gepresenteerd krijgt en welke zo gemiddeld een simpele f 35 mill, gulden omvat. Er is op de K.L.M. in het afgelopen jaar, gezien de financiële uitkomsten van het bedrijf, tamelijk wat critiek ge uit. Gedeeltelijk terecht en voor een deel ook zeker ten onrechte. Was 1949 voor de Mij. bepaald slecht, 1950 toont een aanmerkelijk gunstiger beeld, al is het uit commercieel oog punt nog niet fraai. Afgezien van de commerciële uit komsten van de Mij. zelf, moge echter bij het beschouwen van de Cijfers bedacht worden, dat de good will, die de Mij. voor ons land heeft gekweekt en nog dagelijks kweekt met haar imposant vlagvertoon over de gehele wereld, van niet te schat ten invloed is, ook al moge deze dan niet in de cijfers van het bedrijf zelf tot uitdrukking komen. echter uit de vordering op de staat groot f 37.2 mill., terwijl bovendien de schuld aan de personeelsfondsen ad ca. f9.6 mill, geheel Is afgelost. Boven dien is de reserve assurantie eigen risi co aanmerkelijk toegenomen, welke re serve in de toekomst nog verder uitge breid zal worden. Gevraagd naar een eventuële uit breiding van de lijndiensten van de maatschappij, deelde de heer van der Ploeg mede, dat op het ogenblik geen belangrijke uitbreidingen in het voornemen liggen. De enige voor de K.L.M. belangrijke uitbreiding is de voorgenomen emigratiedienst op Australië. Verwacht wordt, dat in 1951 ca. 100 emigratievluchten kunnen worden gemaakt, welke tezamen een omzetverbetering te zien zullen ge ven van ca. f 10 mill. Het is niet de bedoeling de binnen landse lyndiensten te heropenen. De afstanden zyn te kort om een rendabe le en aantrekkelijke dienst te kunnen instellen. Het instellen van bijzondere zomerviuchten in het binnenland b.v. naar Texel, is weliswaar nog in studie, doch ook deze vooruitzichten zijn niet zeer gunstig, omdat de K.L.M. momen teel slechts de beschikking heeft over grote machines, waarvan het gebruik op deze betrekkelijk kleine afstanden niet efficient is. De bereidheid aan Nederlandse zijde om in de West-Europese defensie ons aan deel te dragen is zeker aanwezig, maar de vraag was en is: tot welke practi- sche resultaten leidt dit feitelijk en op dit moment. Het bezoek van generaal Eisenhower aan ons land is algemeen gezien ais een eerste begin om nu ook tot daden te komen. En onmiddellijk na het vertrek van de opperbevelhebber doen dan ook in Den Haag vragen en al dan niet aannemelijke antwoorden daarop de ronde over wat er thans gebeuren gaat. Dit heeft zyn betekenis uiteraard allereerst naar boven voor de verdediging van West-Europa, maar het zou ook zyn consequenties kunnen hebben naar beneden, voor de militairen, die daarby zullen worden ingeschakeld. En één van de kwade dingen, die men dan vreest, raakt de diensttyd der lichting 1949-II. 86. Het was Eric vreemd te moede. Hier was een man, die in zijn leven niets dan wandaden bedreven had, doch nu, in zijn dood, geëerd werd als een held. Met grote plechtigheid had Gonor de plechtige begrafenis voltooid en zo er onder de aanwezige Nomaden waren, die van Onga Toeghir's duistere rol vernomen hadden, dan toch hielden zij, uit eerbied voor de gevoelens van hun aanvoerder, dit voor zich. Toeghir en zijn grijze vader, het oude stamhoofd, lagen naast elkaar. Peinzend bezag de Noorman de beide graven. De dood had gegeven, wat het leven onthouden had. Toeghir, wie de waardigheid van stamhoofd bij zijn leven ontzegd werd, rustte nu als een opperhoofd in de dood. Hoe vreemd was het lot Met een zucht richtte Eric zich in zijn volle lengte op en keek naar de jongen en het meisje naast hem. Het gezicht van de jongen stond ernstig, toen hij Eric's blik ontmoette. „Het is voorbijmijn broeder," zei hij schor, „kom verlaten wij thans deze plaats der stilte. De tijd zal mij helpen te vergeten." Terwijl Gonor, gevolgd door het merendeel der nomaden, zich naar de paarden begaf, wendde Onga zich tot de blonde krijger naast haar. „Gij zijt een nobel mens, blonde man," fluisterde zij. „Uw wijsheid heeft een bedroefd, eenzaam hart nog groter beproeving bespaard. Ik zal U daarvoor eeuwig dankbaar zijn." Glimlachend keek Eric neer op het jonge meisje. „Bedroefd hart, ja, eenzaam hart, neen," antwoordde hij zacht. ,Jfet een meisje als gij aan zijn zijde kan Gonor zich niet eenzaam voelen. En met Uw hulp zal mijn jonge vriend zeker zijn droefheid kunnen overwinnen Op dit ogenblik trok een gesmoorde kreet beider aandacht. Een opgewonden noma de, een der weinigen, die Gonor op zijn reis vergezeld hadden, snelde naderbij. De boodschap, welke die man bracht, deed opeens de sluimerende onrust, die al die tijd diep in Eric's onderbewustzijn geknaagd had, opflakkeren. „Zeg Gonor," hijgde de man, „dat Raven, die zwarte duivel, nog in het dal der opperhoofden is. Ik heb hem gezien. Hij probeerde door de kloof te ontsnappen!!!" Advertentie Op oen dienstreis naar Limburg is, zo- reeds gemeld, me j. M. M. A. Michels, mspectrice van het Nijverheidsonder- viijs, bij een auto-ongeluk om het leven gekomen Voor zij bij inspectie in dienst kwam, is zij directrice geweest van de E K. Huishoud- en Industrieschool te Haarlem. In 1921 is zij adjunct-inspec- trice geworden, in 1928 inspectrice, aanvankelijk voor de provincies Zee land, Noord-Brabant, Limburg en Zuid-Holland, de laatste tijd, sinds het overlijden van mej. Van Loghem, ook voor Groningen, Friesland, Drente, Overijssel en Gelderland. Bovendien jjas zij secretaresse van de commissie- Kohnstarrtm, die werkzaam is op net gebied van de vernieuwing van het onderwijs. Mej Michels heeft haar functies met nauwgezette toewijding vervuld. Zij ^as zeer vitaal en had een helder en Scherp oordeel. Dat maakte haar ook een stuwende kracht, vooral op het gebied van de huishoudelijke voorlich- v.hg en de voorlichting aan meisjes, al jong loonarbeid moeten vernch- J}n- Zij heeft veel geijverd voor de JJater Amabilis- en de Zonnebloem- ^"olen. De inspectie en het gehele nij- ^''heidsonderwijs lijden door haar ^ngaan een ernstig verlies, y "tej. Michels was ridder in de orde ah de Ned. Leeuw. - Kaar stoffelijk overschot zal Zaterdag .'s- te 's-Gravenhage ter aarde worden «steid. Des morgens om tien uur wordt v. parochiekerk aan de Wassenaarse ri een gezongen Requiemmis opge- J^-gen, waarna om half twaalf de be- ®'afenis geschiedt op de R.K. Begraaf- ats aan de Kerkhoflaan. Staatscourant bevat een beschik- §~}S van de minister van Economische Kraken, houdende een verbod tot ver- t ®lnS van gas-, water en electriciteits- aneven wegens hogere huurprijzen. wanneer aan deze tarieven de huur- j^arde van een perceel ten grondslag «k dan mag volgens de beschikking (-"0r Ke desbetreffende tariefsfactor ten /"ogste in rekening worden gebracht het *o,. dat 31 December 1950 werd of p„ Z|jn berekend, voor zover wettelijk Dtïi^ directeur-generaal van de kjn'en kan bijzondere gevallen afwij- ®en hiervan vaststellen. Het betreft hier die categorie militai ren, die in het begin van het vorige jaar afzwaaide, maar later in 1950 weer weru opgeroepen. Het toen niet bepaald ele gante omspringen met de persoonlijke belangen van deze militairen, gevoegd bij een ander feit, namelijk het langer vasthouden van de H-brigade in Indo nesië dan was aangekondigd, is blijkbaar het vertrouwen in de regeringstoezeg ging, dat deze lichting 1949-11 in het aanstaande voorjaar naar huis zal kun nen gaan, niet ten goede gekomen, zo dat thans het boze gerucht is ontstaan, dat tengevolge van Eisenhower's behoef te aan gevechtsklare troepen, het twee de deel van de lichting 1949 een ver lenging van diensttijd te wachten staat. Wij hebben getracht omtrent deze kwestie een officiële verklaring te Den Haag te verkrijgen, en ontvingen van welingelichte zijde het volgende com mentaar: De regering zou er niet aan denken deze militairen langer onder dienst te houden; hiervoor ontbreken namelijk wapenen, Uitrusting en opleidingsmo gelijkheden. De hierboven aangeduide militairen oefenen thans met verschil lende soorten materieel, maar niet of nauwelijks met de moderne Ameri kaanse bewapening. Evenmin, en mede om dezelfde reden, is thans aan de orde het weer laten aan treden van de militairen der lichtingen 1946 tot en met 1949, die in Indonesië gediend hebben. In Amerika zijn de „veteranen" evenmin opgeroepen. Slechts door een noodtoestand zou het bovenstaande kunnen komen te verval len. Er zijn echter, 20 werd ons verze kerd, geen besluiten genomen, die een afwijking betekenen van het op het ogenblik in uitvoering zijnde plan om op het einde van dit jaar drie divisies gereed te hebben. Generaal Eisenhower heeft de Nederlandse regering geen eisen gesteld; hij kwam om zich te oriënteren, zo werd deze verklaring van welinge lichte zijde besloten. Na afloop van de besprekingen met generaal Eisenhower wordt ons van bevoegde zijde het volgende medege deeld: „In de besprekingen, welke met de Atlantische opperbevelhebber, gene raal Dwight D. Eisenhower, gehouden zijn, is door de Nederlandse regering uitvoerig uiteengezet, welke militaire inspanning Nederland zich in de afgelo pen jaren heeft getroost en wat nu ge daan wordt om zo snel mogelijk een doeltreffende bijdrage aan de Westerse verdediging te leveren. In dit verband werd mede ter sprake gebracht, dat een versnelling van de wa penhulp essentieel is om binnen korte tyd de paraatheid te kunnen opvoeren Aan de Atlantische opperbevelhebber werd voorts uiteengezet, dat Nederland zijn industrie maximaal inschakelt voor de bewapening. Veei begrip werd bij generaal Eisenhower ontmoet voor het Nederlandse standpunt, dat Nederland nog steeds een belangrijk zeevarend land is en dus het recht en de plicht heeft aan de Atlantische maritieme verdedi ging een volwaardig deel bij te dragen. Advertentie De viering van het veertigjarig be staan van de Ned. B.K. Bond van Ho tel-, Café- en Restaurant-geëmployeer den „St. Antonius" werd gistermiddag te Utrecht gesloten met een feestverga dering in het gebouw van K. en W. Na dat een jongenskoor het Introïtus uit de Requiemmis had gezongen en bonds voorzitter J. F. van Bijsterveld een krans had gelegd bij een herdenkings- kruis, kon de officiële feestredenaar, dr. A. A. Olierook pr.. directeur van het Vormingsinstituut der K.A.B. te Doorn, de sluizen zijner oratorische talenten over de geheel gevulde zaal openen. Spr. stelde scherp de tegenstellingen tegenover eikaar, zoals die liggen in de arbeidsvoorwaarden van nu en van veertig jaar her. Maar wat er ook be reikt moge zijn. de schoonste en meest- beiovende vrucht der emancipatie is de groeiende solidariteit tussen werk gevers en werknemers. Velen der thans aanwezigen zijn daarvoor even zovele getuigen. Veranderd is door deze ontwikkeling het lichaam, maar niet zo de geest- want deze leeft nog, o.a. in de huidige voorzitter, met dezelfde onverzettelijk heid als in de eerste pioniers. Toch zou zelfs dit alles niet baten. indien het menszijn van de kellner en zijn vak genoten niet was verdiept. Christus die als dienend koning de voeten van'ziin leerlingen waste, zij uw voorbeeld al dus vervolgde spr Als heerser of'die naar, men Is kind Gods en erfgenaam des hemels. Maar Newman zegt terecht- „Het Christendom is de wejfld ineel dragbb door de persoonlijke invloed van Sn rhrM gr0te Strijd §aat VÓÓr wb nnk hAhi maar' hoevee> eerbied Z l w hebben voor de biddende mens. v?fjrn ",let verSeten dat onze ar- f gelden kan zijn. Niet de geniale J otie van de arbeid is het, maar de arbeid ad majorem Dei gloriam, die de band vormt tussen hemel en aarde. Zo zij steeds uw welvaart naar lichaam en geest èn uw verrukking- in de eeu wige glorie het doel van „St. Antonius" Nadat vervolgens de heer A. Boersma namens het Verbondsbestuur der K.A.B. de gelukwensen had overgebracht, kon de geestel. adv., pastoor I*. A. W. J Koelman, mededeling doen van 's voor zitters onderscheiding met „Pro Eccle sia et Pontifice". welk nieuws met luide bijval werd begroet. Op de vervolgens gehouden receptie boden velen hun gelukwensen aan, o.a de directeur-generaal van de Arbeid ir Fetter, de heer Lammers, secretaris van de Hocres, die mededeling deed van op handen zijnde besprekingen tussen werkgevers en werknemers om te ko men tot vorming van een bedrijfschap in de Horeca-bedrijven. Voorts nog de heer Meijer, voorzitter van de Horecaf. een vertegenwoordiger van de Neder landse Bond van Hotelpersoneel en de heer Emiel Machielsen, secretaris van de R.K. Vakinternationale en voorzitter der Belgische zustervereniging. De rij sprekers werd besloten door een afge vaardigde van de Jubileumcommissie, die een bedrag van ƒ700.als geschenk aanbood. In een nota aan de Tweede Kamer heeft de regering verslag uitgebracht van de onderhandelingen, van 427 De cember gevoerd, tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de republiek Indo nesië betreffende de kwestie-N.-Guinea. Hierin wordt een overzicht gegeven van de „oral notes", die gewisseld werden en van de redevoeringen, die daarbij ge houden zijn. Zoals bekend, is tijdens en na afloop van de conferentie hierover reeds uitvoerig bericht. te. Aan het slot wordt medegMleeld, dat de Nederlandse delegatie thans in af wachting is van het antwoord op het Ne derlandse aanbod vervat in het laatste voorstel inzake eventuele voortzetting der onderhandelingen met assistentie der L.N.C.I. c.q. enig andere ad hoe te for meren internationale commissie als Commissie voor Goede Diensten. De voorzitter van de Tweede Kamer is voornemens in de vergadering van a.s. Dinsdag voor te stellen de beraad slaging over deze nota onmiddellijk aan de orde te stellen, na het trekken der afdelingen gn de verkiezing van de voor zitters van deze afdelingen. Prof. dr. W. Schermerhorn die in Washington vertoeft, heeft volgens U.P. een beroep gedaan op Nederland zowel als Indonesië, om de onderhandelingen over Nieuw-Guinea te hervatten. Hij zei, dat de Partij van de Arbeid „moge lijk uit de Nederlandse regering zou treden wanneer de huidige impasse zou voortduren". De dertiende partijraadsvergadering van de K.V.P. wordt 23 en 24 Februari te Utrecht gehouden. Vrijdagavond 23 Februari wordt allereerst het voorstel tot wijziging van het Kiesreglement voor de aanwijzing van candidaten voor de Tweede Kamer behandeld, daarna zal de voorzitter der Katholieke Tweede- Kamerfractie, prof. mr. C. P. M. Romme, spreken over de staatkundige toestand en het parlementaire werk. Advertentie De Stichting Landverhuizing Neder land deelt mede, dat nog steeds een gedeelte van het publiek er niet van op de hoogte schijnt te zijn waar men zich dient te vervoegen voor inlichtin gen omtrent emigratie. Voor zo ver men zich hiertoe niet richt tot de emigratiebureaux van de standsorganisaties van de landbouw, dient men zich hiertoe schriftelijk of mondeling te wenden tot de Geweste lijke Arbeidsbureaux en hun bijkan toren. Men moet zich dus niet richten tot het centraal orgaan, de Stichting Land verhuizing Nederland te Den Haag, die nog dagelijks wordt overstroomd door honderden brieven, bezoeken en tele fonische oproepen van emigranten en emigratielustigen, die allen naar boven staande organisatie moeten worden ver wezen. Dit geldt evenzeer voor hen, die reeds bezig zijn met stappen tot ver trek en weten willen hoe het met hun zaken staat. nimimmmMMn „Heb je gehoord van het spektakel dat er geweest is bij de verkoop van de nieuwe loten voor de Staatsloterij?" vroeg ik aan Snorrebor. „De mensen hebben zich voor de verkoopkantoren verdrongen. De politie moest er zelfs aan te pas komenSommige kantoren waren in een minimum van tijd uit verkocht." „Dat kan ik me best begrijpen," zei Snorrebor. „Als ik vier gulden over had gehad, zou ik ze óók aan een twin tigje gewaagd hebben. Maar htien is aan het „uitverkopen" geweest, en dan blijft er voor de „uitverkoop" van de Staatsloterij niks over. Dat snap je." „Zouden al die mensen nu werkelijk denken', dat ze een prijs zullen win nen?" vroeg ik. „Denken niet, maar wel hopen. Wie, die het doen kan, laat zich nou de kans ontglippen om eindelijk eens iets aan Vadertje Staat te verdienen in plaats van te verliezen." „Maar, Snorrebor," zei ik, „dat is dom gerekend, want de meesten krijgen nie ten en die verliezen dus toch aan de altijd winnende Staat." „Dat kan wel zijn, maar de moge lijkheid van een buitenkansje trekt de mensen juist aan, omdat het zo'n on mogelijke tijd is. De lui leven bij de dag en de dag, die maar vier guldentjes kost, is een koopje, dat je niet meer ha len kunt, ook niet tijdens de uitver koop. De hoop op 'n buitenkansje is vandaag de dag nog de enige, die velen doet leven." Het Gerechtshof te Amsterdam heeft gisteren het getuigenverhoor in de zaak tegen Siegfried Wreszinsky, verdacht van voortgezette oplichting in de bezet tingstijd, vervolgd. De belangrijkste ge tuige was de Amsterdamse industrieel ir. J. T. Duyvis, die verklaarde pas veel te laat gemerkt te hebben met Wres zinsky te doen te hebben. Zijn zaken vriend Schaffer had hem in contact ge bracht met „dr. Hans" een ondergedoken Duitse Jood, die over zeer goede relaties ook met de Duitsers beschikte. De trans acties tussen de getuige en de verdachte waren alle via Schaffer gelopen. In totaal betrof het een bedrag van f 139.000. Toen de getuige in 1945 argwaan begon te krijgen en zijn geld terugeiste, had verdachte allerlei uitvluchten. Later bood Wreszinsky nog aan, bankbil jetten van f 1000 in kleinere coupures om te zetten. De heer Duyvis beschikte nog over f 140.000 van deze biljetten die voor hem volkomen waardeloos waren. zucht gedreven andere kansen om de jongeman vrij te krijgen te niet hebt gedaan, dat is dat hoogst ergerlijk. Dan zijn er geen woorden voor en dan zijn er ook geen straffen voor te bedenken". De getuige zou namelijk twee illegale werkers, de heren Pronk en Verdam, die met succes mensen vrij hadden ge maakt, aanvankelijk verzocht hebben, ook hun best te doen voor zijn schoon zoon. Een viertal getuigen a décharge verschenen vervolgens voor het hof. De middagzitting begon met het ver hoor van de koopman V.. die door ver dachte zou zijn opgelicht voor een be drag van f75.000. Getuige had met Wres zinsky kennis gemaakt doordat zijn vrouw bevriend was met de vrouw by wie W. was ondergedoken. Hij had ge durende de oorlog extra winsten ge maakt en voor een deel van dat geld buiten de beurs om effecten gekocht. De kennismaking met Wreszinsky was deze getuige zeer welkom, omdat hij Hij ging aanvankelijk op het voorstel in j maar W. was niet bereid een redelijk hoopte dat deAe bankler' ere"c.°.nsul ea bedrag te geven, zodat ook deze affaire op niets uitdraaide. Het verhoor van de heer Duyvis eindigde tenslotte in een felle discussie tussen getuige en ver dachte en toen. nogmaals het geld voor het vrijmaken van de schoonzoon van getuige ter sprake kwam zeide de presi dent, mr. F. L. Nepperus, tegen ver dachte: „Als het juist is dat u door geld- 8) ,Ik zat te denken aan die herrie schoppers, die heel Parijs op stelten zetten". .Dat is altijd zo geweest. Wat doe je er aan?" Ik kan niet met hen overweg, dat is het. Ik moet een plek vinden waar ik rustig kan werken". „Ik zal er je wel heen brengen, wan neer We gegeten hebben", zei Anna. .Het kost je tweehonderd francs in een maand. Maar ik vermoed dat een Sable dat wel kan opbrengen". „Ik betaalde meer per week". „Je bent gek! Bederf de Egyptenaren maar! Maar jullie rijke Engelsen en Amerikanen zijn een bof voor die zui nige Fransen. Vive la France!" Zij trok de kellner de schaal met voedsel uit de handen, voordat hij die voor haar neer kon zetten, en begon gulzig te eten. Toen zij gegeten had dronk zij in een enkele lange teug haar glas leeg en riep om l'addition. „Als ik toch de Egyptenaren bederf", stelde Cathryn voor, „laat mij dan be talen." „Nee, dank je. ik heb geld. Heb ik niet zojuist een tekening verkocht?" Anna wierp haar tien francs op tafel en stond op. Zij verlieten Select, staken de boule vard over en kwamen achter le Dóme. „Er is geen water, waar ik je naar toe breng, behalve dan beneden, en jij komt helemaal boven. Je kunt er ook niet stoken. Maar je kunt van de winter een petroleumkachel kopen. Je zult er van niemand last hebben. Ze moeten te veel trappen klimmen en er is ook geen comfort. Het is een mansarde, met een uitstekend dakiicht. Ik heb mijn kamer er naast. Ik heb ze alle twee gehad de kamer met het dakiicht om te wer ken en de kamer er achter, die eigenlijk niet meer dan een kast is, om te sla pen, maar ik kon het niet meer opbren gen". „Waar werk je nu?" vroeg Cathryn. „Ik werk niet meer. Tenminste niet dat soort werk. Ik teken lui in een ca fé en ik type duistere poëzie en pre cieus proza voor mensen als Frankie Sable en soms schrijf ik adressen tegen zoveel de honderd. Zo moeten de armen in leven zien te blijven. Je broer kan het in een verhaaltje zetten of in een gedicht. Het is aardig, zolang je er al leen maar over leest". De zolderkamer, waar Anna Cathryn bracht over vier eindeloos lijkende, donkere, nauwe trappen, had één deugd die onmiddellijk aan het licht trad en dat was het licht. Voor Cathryn had zij bovendien nog deze deugd, dat het er stil was als in de cel van een mon nik. Er stond een ijzeren bed met eeri dunne matras, een lelijk stel stoelen en een kale houten tafel met een kan en een wasbak. „Je kunt er slapen, er is ruimte voor een ezel en niemand zal je lastig val len. Wat wil je nog meer?" zei Anna. „Niets", gaf Cathryn toe. „Morgen verhuis ik". „Wat mij betreft kun je vandaag al komen, en als ik de tweehonderd francs niet later dan morgen krijg, zou me dat goed te pas komen." „Je kunt ze nu wel krijgen", zei Ca thryn, „en Ik kom vandaag". Anna glimlachte een beetje wrang. „Het schijnt, dat we alle twee een goe de beurt maken. Ik ga met je mee om de boel over te brengen. Ik zou graag je werk eens zien." Cathryn bloosde. „Je zult het wel af schuwelijk vinden. Ik schilder in tem pera." Anna keek haar verbaasd aan. „Waarom zou ik dat voor de duivel af schuwelijk vinden? Hoe eerder we weer tot tempera en vakmanschap en écht schilderen terugkeren, des te beter! Maar hoe kwam je er toe? Gevoel voor kleuren?" „Gedeeltelijk. Maar ik vond het ook een uitstekend middel om uitdrukking te geven aan de dingen, welke ik wilde zeggen. Je kunt gevoelig worden in olie, maar niet in tempera. Je moet je be heersen en daar houd ik van". Zij glimlachte en voegde er aan toe: „Ik hoop niet, dat het verwaand klinkt, maar het is zo moeilijk onder woorden te brengen. Ik werd dat vertoon met verf op de school beu. Ik moest mijn eigen weg zoeken". „Iedere artist, die wat waard is, doet dat. Dat is trouwens het enige nuttige, dat de academie ons kan bijbrengen. Je keerde dus de school de rug toe en ging weer eens kijken naar Botticelli en Bel lini was het niet zo?" „Zo ongeveer, ja. Ik keek ook naar de moderne tempera-schilders. Toen begon ik de techniek van Cennini te bestuderen en een beetje op eigen hout je te experimenteren. Ik ontdekte, dat eiwit-tempera me gaf wat ik verlangde en wat ik tot dan toe niet had kunnen bereiken een bijzondere kwaliteit van kleur. Voor mijn doel was het een volmaakt middel. Voortaan wil ik niets anders meer gebruiken". „En nu zal je in alle stilte kunnen werken zonder het lawaai en de druk te van die kunstenmakers-bende om je heen." „Ja." Cathryn keek tevreden naar de wit gekalkte muren van het kamertje. „Ik voel mij hier op mijn gemak. Dit is wat ik altijd gewild heb". „Goed. Laten we nu je boeltje gaan halen". IV Cathryn veranderde niet meer van adres in Parijs. Zij woonde en werkte daar bijna zeven jaren. Sue kwam het zolderkamertje bezichtigen en verklaar de, dat zij er in de winter zou sterven van kou, en Francis was rondweg woe dend. „Het is helemaal niet nodig om zo te leven," zei hij heftig. „De kunst vraagt geen algehele versterving des vleses." Cathryn zei: „Kun je je nog die heer lijke Zondag herinneren toen we met een boot naar St. Cloud voeren en daar in de bossen wandelden de grond was overdekt met kleine witte anemonen, met stengels als groene draadjes. Gen tianen noemen we ze thuis. Kun je je nog herinneren?" (Wordt vervolgd) millionnair, die bovendien zeide „een vriend van Churchill" te zijn, hem zou kunnen helpen de zwarte winsten veilig door de geldsanering te loodsen. Wres zinsky was al spoedig bereid het „zwarte" geld „wit" te maken. Pas toen getuige hoorde, dat Wres zinsky in December 1945 in België was gearresteerd, begreep hij bij de neus te zijn genomen. Wreszinsky voerde tot zijn verdediging aan, dat hij zonder het te weten valse Ponden in handen had gekregen en daarom in België was gearresteerd. Was dit niet gebeurd, dan zou hij zijn zaken in Nederland bevredigend kunnen hebben geregeld. De verdediger, mr. F. Mannheimer, nam vervolgens het woord om te be strijden, dat de behandeling van de zaak in overeenstemming zou zijn met de voorwaarden aan de uitlevering verbon den. De dagvaarding aldus mr. Mann heimer klopt niet met de formulering van de beschikkig, waarin om uitleve ring werd verzocht. De raadsman meende, na zijn juridisch betoog, te moeten concluderen, dat een uitgelever de verdachte slechts kan worden ver volgd voor die feiten en misdaden, die uitdrukkelijk in het uitleveringsverzoek zijn genoemd en waarop dat verzoek is toegestaan. De dagvaarding voldoet niet aan deze eis, aldus pleiter. Mr. J. Fabius, procureur-generaal, repliceerde met te zeggen, dat een te enge interpre tatie niet op zijn plaats is. Zowel dag vaarding als uitleveringsbeschikking spreken over hetzelfde complex van feiten. Het hof besloot op 25 Januari uitspraak te doen in deze juridische kwestie en de zitting, die aanvankelijk op 18 Januari was bepaald, te doen ver vallen. Advertentie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 3