JJtecoverjy
X?tecoi>erjj »ss X}i$coverj) «a ï}i!?couerji ss? X7t^overjy
„Indonesië-veteranen" worden
thans nog niet opgeroepen
fÖe "fconfrig cLsteppen
Congres van „St. Antonius" met
feestvergadering besloten
Laat lief» ilc IJ
bemind
Gancia
FINANCIEEL GUNSTIGER DAN IN 1949
Diensttijd van lichting 1949-11
wordt niet verlengd
Pro Ecclesia et Pontifice voor
voorzitter Van Bijsterveld
AARTSOPLICHTER
STAAT WEER
WRESZINSKY
TERECHT
Bij Griep en Kou helpt DAMPO trouw
Nota N.-Guinea Dinsdag
in Tweede Kamer
Overpeinzingen
de
Verdere bezuinigingen en toegenomen vervoer
sterk van invloed
AKKERTJE
Inlichtingen bij de Gew.
Arbeidsbureaux
Dagvaarding niet in overeenstemming met
voorwaarden aan uitlevering verbonden?
2
VRIJDAG 12 JANUARI 1951
PAGINA 3
K.L.M.-RESULT AT EN 1950
Omvang personeel
daalde
Verschuiving naar vracht
Uitbreidingen
Financiering
Officieel commentaar uit Den Haag
IN MEMORIAM
Mej. M. M. A. Michels
Gas, water en electriciteit
niet duurder
SLECHTS BIJ NOODTOESTAND
VERANDERING
Neem een doos echte
P ast ILL- es
VÓÓR KOMI NG VAN GR I EP
Prof. Schermerhorn over
standpunt P.v.d.A.
Partijraadsvergadering KVP
Op 23 en 24 Februari
Zenuwpijnen P
Neem
Aspirant-emigranten
van Snorrebor I
Uit het
Engels
vertaald door
DICK
OUWENDIJK
door ETHEL MANNIN
vermouth Torino
Advertentie
FOR
QUAUTY
(Van onze financiële redacteur)
Na het vrij slechte jaarverslag van de K L. M. over 1949, toen zoals men zich
zal herinneren de mij. een verlies van ca. f 40 mill, moest dekken uit de reserves en
een bijdrage van het Rijk, zal het boekjaar 1950 een aanmerkelijk beter resultaat
vertonen. Weliswaar zal ook dit jaar nog met een verliessaldo sluiten, maar dit
saldo zal zeer beslist onder de f 10 millioen blijventerwijl mogelijk door het aan
wenden van enige reserves do verlies- en winstrekening zelfs sluitend kan wor
den gemaakt.
Dit werd ons medegedeeld door drs. MJ. van der Ploegdirecteur van de
K. L. M., in een onderhouddat wij met hem mochten hebben, in verband met
het jaarverslag over 1950dat binnen een maand of drie tegemoet mag worden
gezien
Deze aanzienlijk betere resultaten van
de my, met betrekking: tot 't jaar 1950
konden op de eerste plaats worden be
haald, dank zij de verdere bezuinigin
gen en de efficiëntere werkmethodes,
die de directie in dit jaar kon doorvoe
ren. Daarnaast echter werd de betere
gang van zaken gestimuleerd door de
sterke toename van voornameiyk het
vrachtvervoer, maar eveneens ook van
het passagiersvervoer in de zomermaan
den en daarna, welk verloop in het be
gin van 1950 allerminst voorzien werd.
Het is wellicht niet geheel en al ontoe
vallig dat deze verbetering van het
vervoer in het algemeen samenviel met
het uitbreken van het Koreaans con
flict. Deze vervoertoename komt trou
wens niet alleen voor by de K.L.M.,
maar ook by vrijwel alle buitenlandse
maatschappijen, waarvan wy noemen de
Belgische Sabena, de B.O.A.C., die reeds
met cijfers kwamen, waarin de betere
resultaten, of moeten wy zeggen de
minder slechte resultaten t.o.v. 1949 tot
uiting kwamen.
De heer Van der Ploeg verstrekte ons
enkele cijfers, waarbij hij als vergelij
kingsjaar 1948 stelde, daar dit het laat
ste normale jaar voor de K.L.M. is ge
weest, aangezien in 1949 èn de versto
ring van de Indonesië-lijn èn de deva
luatie vielen. Welnu, in 1950 werd ruim
18 pet. meer geproduceerd en verkocht
in tonkilometers dan in 1948, terwijl de
omvang van het personeel, indien 1948
gesteld wordt op 100, in 1950 daalde tot
87.
Zoals drs. v. d. Ploeg het uitdrukte
Was 1950 voor de K.l.M. een voortdu
rend gevecht tegen de gevolgen van de
devaluatie. Gevolgen, die voor de
K.L.M. uitkwamen op ca. 1 mill, gulden
per maand, of met andere woorden, de-
re kostten de K.L.M. in 1949 3 mill, en
in 1950 ca. 13 millioen gulden. Daar
naast betekende de verminderde bete
kenis van de Indië-lijn een tweede te
genwind voor de mij.
De omvang van deze lün is momen
teel nog slechts 80 pet. van die van
1948 en zoals het er op dit moment
uitziet mag niet verwacht worden,
dat deze nog op de oude omvang zal
terugkomen. Ook wat het aantal
vliegfrequenties op Indonesië betreft,
welke thans 6 bedragen tegen 8 in
1948, ligt het niet in de Iyn der ver
wachtingen, dat deze nog zullen wor-
den uitgebreid. Niettemin is deze In.
donesielijn voor de K.L.M. noff een
uitermate winstgevende lyn. Gezien
deze verminderde frequentie is zowel
het aantal passagiers, als het volume
van de vracht aanmerkelijk afgeno
men, maar wat dit laatste betreft, kan
in relatief opzicht een aanmerkelijke
toename worden geconstateerd.
Een opmerkelijk feit, dat zich ook op
de meeste andere lijnen voordoet. Is er
dus sprake van een vrij algemene ver
schuiving naar vrachtvervoer, dan wil
dit geenszins zeggen, dat het passagiers
vervoer in betekenis is afgenomen. Ge
zegd kan worden, dat de bezettings
graad van de machines in het algemeen
's toegenomen, hetgeen voor de finan
ciële uitkomsten van het bedrijf buiten
gewoon belangrijk is, indien men ziet,
?at b.v. elk millioen gulden, dat ver
legen wordt uit meerder vervoer, on
geveer f 900.000 zuivere winst betekent.
M.a.w. elke passagier of vracht, die
boven de huidige bezettingsgraad van
de machines kan worden verkregen, be
tekent voor de K.L.M. 90 pet. winst,
doordat het bedrijf slechts weinig va
riabele kosten kent.
Hoezeer de situatie van de K.L.M. in
1950 verbeterd is. kan blijken uit de in
komsten van de mij. over 1950, kan
blijken, omdat daarnaast de wetenschap
van de kosten voor een juiste beoorde
ling onontbeerlijk is. Deze kon de heer
v. d. Ploeg ons echter nog niet ver
strekken. De inkomsten dan bedroegen
in 1950 ca. f 187 mill., tegen f 145 mill,
in 1948 en f 137 mill, in 1947. Een van
de devaluatiegevolgen was wel de aan
zienlijke verhoging van de afschrijvin
gen. Deze werden toen n.l. bepaald op
de nieuwe dollarkoers, de daaruit voort
vloeiende stijging klemde te meer om
dat de afsehrijvingspolitiek van de
K.L.M. er op gericht is de eenheden van
de vloot in vijf jaren af te schrijven,
terwijl de meeste buitenlandse mijen
deze afschrijvingstermijn op 7 jaren
stellen en een enkele zelfs op tien ja
ren. De K.L.M. meent echter deze af-
schrijvingspolitiek niet te moeten prijs
geven, omdat men de vloot in ieder ge
val op peil wenst te houden. Mede hier
door is het mogelijk geworden belang
rijke aankopen in 1950 te verrichten,
terwijl het plan bestaat nog meer aan
kopen te doen.
Gehoopt wordt deze aankopen geheel
uit eigen middelen te kunnen financie
ren, zodat geen beroep behoeft te wor
den gedaan op het rijk. Dat dit in 1950
reeds voor een goed deel mogelijk was,
moge blijken uit het feit, dat het kapi
taal door regeringsdeelname is ver
groot met f 65 mill., waarvan f 15 mill,
is gestoken in aandelen van de Garuda,
de Indonesische luchtvaartmij., waarvan
de K.L.M. 50 pCt. der aandelen houdt,
terwij! daarnaast door het rijk nog voor
f 50 mill, garanties zijn getekend, waar
van f 10 mill, is opgenomen, terwijl de
desbetreffende wet voorzag in een op
name van f 38 mill. Hiertegenover staat,
dat het crediet van de Herstelbank ad
ruim f33 mill. Is afgelost, voornamelijk
Onze financiële redacteur had een de
zer dagen een onderhoud met drs. M.
J. van der Ploeg, directeur van de
K.L.M., waarin de financiële resulta
ten van dit bedrijf over 1950 werden
besproken. In het hiernevens afge
drukte artikel heeft hij zijn uit dit
gesprek verkregen inzichten in deze
maatschappij-uitkomsten samenge
vat. Hoezeer deze maatschappij in
millioenen guldens denkt en handelt
moge blijken uit de benzinerekening,
die de Mij. ieder jaar gepresenteerd
krijgt en welke zo gemiddeld een
simpele f 35 mill, gulden omvat. Er
is op de K.L.M. in het afgelopen jaar,
gezien de financiële uitkomsten van
het bedrijf, tamelijk wat critiek ge
uit. Gedeeltelijk terecht en voor een
deel ook zeker ten onrechte. Was
1949 voor de Mij. bepaald slecht, 1950
toont een aanmerkelijk gunstiger
beeld, al is het uit commercieel oog
punt nog niet fraai.
Afgezien van de commerciële uit
komsten van de Mij. zelf, moge
echter bij het beschouwen van de
Cijfers bedacht worden, dat de good
will, die de Mij. voor ons land heeft
gekweekt en nog dagelijks kweekt
met haar imposant vlagvertoon over
de gehele wereld, van niet te schat
ten invloed is, ook al moge deze dan
niet in de cijfers van het bedrijf zelf
tot uitdrukking komen.
echter uit de vordering op de staat
groot f 37.2 mill., terwijl bovendien de
schuld aan de personeelsfondsen ad
ca. f9.6 mill, geheel Is afgelost. Boven
dien is de reserve assurantie eigen risi
co aanmerkelijk toegenomen, welke re
serve in de toekomst nog verder uitge
breid zal worden.
Gevraagd naar een eventuële uit
breiding van de lijndiensten van de
maatschappij, deelde de heer van
der Ploeg mede, dat op het ogenblik
geen belangrijke uitbreidingen in het
voornemen liggen. De enige voor de
K.L.M. belangrijke uitbreiding is
de voorgenomen emigratiedienst op
Australië. Verwacht wordt, dat in 1951
ca. 100 emigratievluchten kunnen
worden gemaakt, welke tezamen een
omzetverbetering te zien zullen ge
ven van ca. f 10 mill.
Het is niet de bedoeling de binnen
landse lyndiensten te heropenen. De
afstanden zyn te kort om een rendabe
le en aantrekkelijke dienst te kunnen
instellen. Het instellen van bijzondere
zomerviuchten in het binnenland b.v.
naar Texel, is weliswaar nog in studie,
doch ook deze vooruitzichten zijn niet
zeer gunstig, omdat de K.L.M. momen
teel slechts de beschikking heeft over
grote machines, waarvan het gebruik op
deze betrekkelijk kleine afstanden niet
efficient is.
De bereidheid aan Nederlandse zijde om in de West-Europese defensie ons aan
deel te dragen is zeker aanwezig, maar de vraag was en is: tot welke practi-
sche resultaten leidt dit feitelijk en op dit moment. Het bezoek van generaal
Eisenhower aan ons land is algemeen gezien ais een eerste begin om nu ook
tot daden te komen. En onmiddellijk na het vertrek van de opperbevelhebber
doen dan ook in Den Haag vragen en al dan niet aannemelijke antwoorden
daarop de ronde over wat er thans gebeuren gaat.
Dit heeft zyn betekenis uiteraard allereerst naar boven voor de verdediging
van West-Europa, maar het zou ook zyn consequenties kunnen hebben naar
beneden, voor de militairen, die daarby zullen worden ingeschakeld. En één
van de kwade dingen, die men dan vreest, raakt de diensttyd der lichting 1949-II.
86. Het was Eric vreemd te moede. Hier was een man, die in zijn leven niets
dan wandaden bedreven had, doch nu, in zijn dood, geëerd werd als een held. Met
grote plechtigheid had Gonor de plechtige begrafenis voltooid en zo er onder de
aanwezige Nomaden waren, die van Onga Toeghir's duistere rol vernomen hadden,
dan toch hielden zij, uit eerbied voor de gevoelens van hun aanvoerder, dit voor
zich.
Toeghir en zijn grijze vader, het oude stamhoofd, lagen naast elkaar. Peinzend
bezag de Noorman de beide graven. De dood had gegeven, wat het leven onthouden
had. Toeghir, wie de waardigheid van stamhoofd bij zijn leven ontzegd werd, rustte
nu als een opperhoofd in de dood. Hoe vreemd was het lot
Met een zucht richtte Eric zich in zijn volle lengte op en keek naar de jongen
en het meisje naast hem. Het gezicht van de jongen stond ernstig, toen hij Eric's
blik ontmoette.
„Het is voorbijmijn broeder," zei hij schor, „kom verlaten wij thans deze plaats
der stilte. De tijd zal mij helpen te vergeten."
Terwijl Gonor, gevolgd door het merendeel der nomaden, zich naar de paarden
begaf, wendde Onga zich tot de blonde krijger naast haar.
„Gij zijt een nobel mens, blonde man," fluisterde zij. „Uw wijsheid heeft een
bedroefd, eenzaam hart nog groter beproeving bespaard. Ik zal U daarvoor eeuwig
dankbaar zijn."
Glimlachend keek Eric neer op het jonge meisje.
„Bedroefd hart, ja, eenzaam hart, neen," antwoordde hij zacht. ,Jfet een meisje
als gij aan zijn zijde kan Gonor zich niet eenzaam voelen. En met Uw hulp zal
mijn jonge vriend zeker zijn droefheid kunnen overwinnen
Op dit ogenblik trok een gesmoorde kreet beider aandacht. Een opgewonden noma
de, een der weinigen, die Gonor op zijn reis vergezeld hadden, snelde naderbij. De
boodschap, welke die man bracht, deed opeens de sluimerende onrust, die al die tijd
diep in Eric's onderbewustzijn geknaagd had, opflakkeren.
„Zeg Gonor," hijgde de man, „dat Raven, die zwarte duivel, nog in het dal der
opperhoofden is. Ik heb hem gezien. Hij probeerde door de kloof te ontsnappen!!!"
Advertentie
Op oen dienstreis naar Limburg is, zo-
reeds gemeld, me j. M. M. A. Michels,
mspectrice van het Nijverheidsonder-
viijs, bij een auto-ongeluk om het leven
gekomen
Voor zij bij inspectie in dienst
kwam, is zij directrice geweest van de
E K. Huishoud- en Industrieschool te
Haarlem. In 1921 is zij adjunct-inspec-
trice geworden, in 1928 inspectrice,
aanvankelijk voor de provincies Zee
land, Noord-Brabant, Limburg en
Zuid-Holland, de laatste tijd, sinds het
overlijden van mej. Van Loghem, ook
voor Groningen, Friesland, Drente,
Overijssel en Gelderland. Bovendien
jjas zij secretaresse van de commissie-
Kohnstarrtm, die werkzaam is op net
gebied van de vernieuwing van het
onderwijs.
Mej Michels heeft haar functies met
nauwgezette toewijding vervuld. Zij
^as zeer vitaal en had een helder en
Scherp oordeel. Dat maakte haar ook
een stuwende kracht, vooral op het
gebied van de huishoudelijke voorlich-
v.hg en de voorlichting aan meisjes,
al jong loonarbeid moeten vernch-
J}n- Zij heeft veel geijverd voor de
JJater Amabilis- en de Zonnebloem-
^"olen. De inspectie en het gehele nij-
^''heidsonderwijs lijden door haar
^ngaan een ernstig verlies,
y "tej. Michels was ridder in de orde
ah de Ned. Leeuw.
- Kaar stoffelijk overschot zal Zaterdag
.'s- te 's-Gravenhage ter aarde worden
«steid. Des morgens om tien uur wordt
v. parochiekerk aan de Wassenaarse
ri een gezongen Requiemmis opge-
J^-gen, waarna om half twaalf de be-
®'afenis geschiedt op de R.K. Begraaf-
ats aan de Kerkhoflaan.
Staatscourant bevat een beschik-
§~}S van de minister van Economische
Kraken, houdende een verbod tot ver-
t ®lnS van gas-, water en electriciteits-
aneven wegens hogere huurprijzen.
wanneer aan deze tarieven de huur-
j^arde van een perceel ten grondslag
«k dan mag volgens de beschikking
(-"0r Ke desbetreffende tariefsfactor ten
/"ogste in rekening worden gebracht het
*o,. dat 31 December 1950 werd of
p„ Z|jn berekend, voor zover wettelijk
Dtïi^ directeur-generaal van de
kjn'en kan bijzondere gevallen afwij-
®en hiervan vaststellen.
Het betreft hier die categorie militai
ren, die in het begin van het vorige jaar
afzwaaide, maar later in 1950 weer weru
opgeroepen. Het toen niet bepaald ele
gante omspringen met de persoonlijke
belangen van deze militairen, gevoegd
bij een ander feit, namelijk het langer
vasthouden van de H-brigade in Indo
nesië dan was aangekondigd, is blijkbaar
het vertrouwen in de regeringstoezeg
ging, dat deze lichting 1949-11 in het
aanstaande voorjaar naar huis zal kun
nen gaan, niet ten goede gekomen, zo
dat thans het boze gerucht is ontstaan,
dat tengevolge van Eisenhower's behoef
te aan gevechtsklare troepen, het twee
de deel van de lichting 1949 een ver
lenging van diensttijd te wachten staat.
Wij hebben getracht omtrent deze
kwestie een officiële verklaring te Den
Haag te verkrijgen, en ontvingen van
welingelichte zijde het volgende com
mentaar:
De regering zou er niet aan denken
deze militairen langer onder dienst te
houden; hiervoor ontbreken namelijk
wapenen, Uitrusting en opleidingsmo
gelijkheden. De hierboven aangeduide
militairen oefenen thans met verschil
lende soorten materieel, maar niet of
nauwelijks met de moderne Ameri
kaanse bewapening.
Evenmin, en mede om dezelfde reden,
is thans aan de orde het weer laten aan
treden van de militairen der lichtingen
1946 tot en met 1949, die in Indonesië
gediend hebben. In Amerika zijn de
„veteranen" evenmin opgeroepen.
Slechts door een noodtoestand zou het
bovenstaande kunnen komen te verval
len. Er zijn echter, 20 werd ons verze
kerd, geen besluiten genomen, die een
afwijking betekenen van het op het
ogenblik in uitvoering zijnde plan om
op het einde van dit jaar drie divisies
gereed te hebben. Generaal Eisenhower
heeft de Nederlandse regering geen eisen
gesteld; hij kwam om zich te oriënteren,
zo werd deze verklaring van welinge
lichte zijde besloten.
Na afloop van de besprekingen met
generaal Eisenhower wordt ons van
bevoegde zijde het volgende medege
deeld: „In de besprekingen, welke met
de Atlantische opperbevelhebber, gene
raal Dwight D. Eisenhower, gehouden
zijn, is door de Nederlandse regering
uitvoerig uiteengezet, welke militaire
inspanning Nederland zich in de afgelo
pen jaren heeft getroost en wat nu ge
daan wordt om zo snel mogelijk een
doeltreffende bijdrage aan de Westerse
verdediging te leveren.
In dit verband werd mede ter sprake
gebracht, dat een versnelling van de wa
penhulp essentieel is om binnen korte
tyd de paraatheid te kunnen opvoeren
Aan de Atlantische opperbevelhebber
werd voorts uiteengezet, dat Nederland
zijn industrie maximaal inschakelt voor
de bewapening. Veei begrip werd bij
generaal Eisenhower ontmoet voor het
Nederlandse standpunt, dat Nederland
nog steeds een belangrijk zeevarend land
is en dus het recht en de plicht heeft
aan de Atlantische maritieme verdedi
ging een volwaardig deel bij te dragen.
Advertentie
De viering van het veertigjarig be
staan van de Ned. B.K. Bond van Ho
tel-, Café- en Restaurant-geëmployeer
den „St. Antonius" werd gistermiddag
te Utrecht gesloten met een feestverga
dering in het gebouw van K. en W. Na
dat een jongenskoor het Introïtus uit de
Requiemmis had gezongen en bonds
voorzitter J. F. van Bijsterveld een
krans had gelegd bij een herdenkings-
kruis, kon de officiële feestredenaar, dr.
A. A. Olierook pr.. directeur van het
Vormingsinstituut der K.A.B. te Doorn,
de sluizen zijner oratorische talenten
over de geheel gevulde zaal openen.
Spr. stelde scherp de tegenstellingen
tegenover eikaar, zoals die liggen in de
arbeidsvoorwaarden van nu en van
veertig jaar her. Maar wat er ook be
reikt moge zijn. de schoonste en meest-
beiovende vrucht der emancipatie is de
groeiende solidariteit tussen werk
gevers en werknemers. Velen der thans
aanwezigen zijn daarvoor even zovele
getuigen.
Veranderd is door deze ontwikkeling
het lichaam, maar niet zo de geest-
want deze leeft nog, o.a. in de huidige
voorzitter, met dezelfde onverzettelijk
heid als in de eerste pioniers. Toch zou
zelfs dit alles niet baten. indien het
menszijn van de kellner en zijn vak
genoten niet was verdiept. Christus die
als dienend koning de voeten van'ziin
leerlingen waste, zij uw voorbeeld al
dus vervolgde spr Als heerser of'die
naar, men Is kind Gods en erfgenaam
des hemels. Maar Newman zegt terecht-
„Het Christendom is de wejfld ineel
dragbb door de persoonlijke invloed van
Sn rhrM gr0te Strijd §aat VÓÓr
wb nnk hAhi maar' hoevee> eerbied
Z l w hebben voor de biddende mens.
v?fjrn ",let verSeten dat onze ar-
f gelden kan zijn. Niet de geniale
J otie van de arbeid is het, maar
de arbeid ad majorem Dei gloriam, die
de band vormt tussen hemel en aarde.
Zo zij steeds uw welvaart naar lichaam
en geest èn uw verrukking- in de eeu
wige glorie het doel van „St. Antonius"
Nadat vervolgens de heer A. Boersma
namens het Verbondsbestuur der K.A.B.
de gelukwensen had overgebracht, kon
de geestel. adv., pastoor I*. A. W. J
Koelman, mededeling doen van 's voor
zitters onderscheiding met „Pro Eccle
sia et Pontifice". welk nieuws met luide
bijval werd begroet.
Op de vervolgens gehouden receptie
boden velen hun gelukwensen aan, o.a
de directeur-generaal van de Arbeid ir
Fetter, de heer Lammers, secretaris van
de Hocres, die mededeling deed van op
handen zijnde besprekingen tussen
werkgevers en werknemers om te ko
men tot vorming van een bedrijfschap
in de Horeca-bedrijven. Voorts nog de
heer Meijer, voorzitter van de Horecaf.
een vertegenwoordiger van de Neder
landse Bond van Hotelpersoneel en de
heer Emiel Machielsen, secretaris van
de R.K. Vakinternationale en voorzitter
der Belgische zustervereniging. De rij
sprekers werd besloten door een afge
vaardigde van de Jubileumcommissie,
die een bedrag van ƒ700.als geschenk
aanbood.
In een nota aan de Tweede Kamer
heeft de regering verslag uitgebracht
van de onderhandelingen, van 427 De
cember gevoerd, tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en de republiek Indo
nesië betreffende de kwestie-N.-Guinea.
Hierin wordt een overzicht gegeven van
de „oral notes", die gewisseld werden en
van de redevoeringen, die daarbij ge
houden zijn. Zoals bekend, is tijdens en
na afloop van de conferentie hierover
reeds uitvoerig bericht. te.
Aan het slot wordt medegMleeld, dat
de Nederlandse delegatie thans in af
wachting is van het antwoord op het Ne
derlandse aanbod vervat in het laatste
voorstel inzake eventuele voortzetting
der onderhandelingen met assistentie der
L.N.C.I. c.q. enig andere ad hoe te for
meren internationale commissie als
Commissie voor Goede Diensten.
De voorzitter van de Tweede Kamer
is voornemens in de vergadering van
a.s. Dinsdag voor te stellen de beraad
slaging over deze nota onmiddellijk aan
de orde te stellen, na het trekken der
afdelingen gn de verkiezing van de voor
zitters van deze afdelingen.
Prof. dr. W. Schermerhorn die in
Washington vertoeft, heeft volgens U.P.
een beroep gedaan op Nederland zowel
als Indonesië, om de onderhandelingen
over Nieuw-Guinea te hervatten. Hij
zei, dat de Partij van de Arbeid „moge
lijk uit de Nederlandse regering zou
treden wanneer de huidige impasse zou
voortduren".
De dertiende partijraadsvergadering
van de K.V.P. wordt 23 en 24 Februari
te Utrecht gehouden. Vrijdagavond 23
Februari wordt allereerst het voorstel
tot wijziging van het Kiesreglement
voor de aanwijzing van candidaten voor
de Tweede Kamer behandeld, daarna
zal de voorzitter der Katholieke Tweede-
Kamerfractie, prof. mr. C. P. M. Romme,
spreken over de staatkundige toestand en
het parlementaire werk.
Advertentie
De Stichting Landverhuizing Neder
land deelt mede, dat nog steeds een
gedeelte van het publiek er niet van
op de hoogte schijnt te zijn waar men
zich dient te vervoegen voor inlichtin
gen omtrent emigratie.
Voor zo ver men zich hiertoe niet
richt tot de emigratiebureaux van de
standsorganisaties van de landbouw,
dient men zich hiertoe schriftelijk of
mondeling te wenden tot de Geweste
lijke Arbeidsbureaux en hun bijkan
toren.
Men moet zich dus niet richten tot
het centraal orgaan, de Stichting Land
verhuizing Nederland te Den Haag, die
nog dagelijks wordt overstroomd door
honderden brieven, bezoeken en tele
fonische oproepen van emigranten en
emigratielustigen, die allen naar boven
staande organisatie moeten worden ver
wezen. Dit geldt evenzeer voor hen, die
reeds bezig zijn met stappen tot ver
trek en weten willen hoe het met hun
zaken staat.
nimimmmMMn
„Heb je gehoord van het spektakel
dat er geweest is bij de verkoop van
de nieuwe loten voor de Staatsloterij?"
vroeg ik aan Snorrebor. „De mensen
hebben zich voor de verkoopkantoren
verdrongen. De politie moest er zelfs
aan te pas komenSommige kantoren
waren in een minimum van tijd uit
verkocht."
„Dat kan ik me best begrijpen," zei
Snorrebor. „Als ik vier gulden over
had gehad, zou ik ze óók aan een twin
tigje gewaagd hebben. Maar htien is
aan het „uitverkopen" geweest, en dan
blijft er voor de „uitverkoop" van de
Staatsloterij niks over. Dat snap je."
„Zouden al die mensen nu werkelijk
denken', dat ze een prijs zullen win
nen?" vroeg ik.
„Denken niet, maar wel hopen. Wie,
die het doen kan, laat zich nou de kans
ontglippen om eindelijk eens iets aan
Vadertje Staat te verdienen in plaats
van te verliezen."
„Maar, Snorrebor," zei ik, „dat is dom
gerekend, want de meesten krijgen nie
ten en die verliezen dus toch aan de
altijd winnende Staat."
„Dat kan wel zijn, maar de moge
lijkheid van een buitenkansje trekt de
mensen juist aan, omdat het zo'n on
mogelijke tijd is. De lui leven bij de dag
en de dag, die maar vier guldentjes
kost, is een koopje, dat je niet meer ha
len kunt, ook niet tijdens de uitver
koop. De hoop op 'n buitenkansje is
vandaag de dag nog de enige, die velen
doet leven."
Het Gerechtshof te Amsterdam heeft
gisteren het getuigenverhoor in de zaak
tegen Siegfried Wreszinsky, verdacht
van voortgezette oplichting in de bezet
tingstijd, vervolgd. De belangrijkste ge
tuige was de Amsterdamse industrieel
ir. J. T. Duyvis, die verklaarde pas veel
te laat gemerkt te hebben met Wres
zinsky te doen te hebben. Zijn zaken
vriend Schaffer had hem in contact ge
bracht met „dr. Hans" een ondergedoken
Duitse Jood, die over zeer goede relaties
ook met de Duitsers beschikte. De trans
acties tussen de getuige en de verdachte
waren alle via Schaffer gelopen. In
totaal betrof het een bedrag van f 139.000.
Toen de getuige in 1945 argwaan begon
te krijgen en zijn geld terugeiste, had
verdachte allerlei uitvluchten. Later
bood Wreszinsky nog aan, bankbil
jetten van f 1000 in kleinere coupures
om te zetten. De heer Duyvis beschikte
nog over f 140.000 van deze biljetten die
voor hem volkomen waardeloos waren.
zucht gedreven andere kansen om de
jongeman vrij te krijgen te niet hebt
gedaan, dat is dat hoogst ergerlijk. Dan
zijn er geen woorden voor en dan zijn er
ook geen straffen voor te bedenken".
De getuige zou namelijk twee illegale
werkers, de heren Pronk en Verdam,
die met succes mensen vrij hadden ge
maakt, aanvankelijk verzocht hebben,
ook hun best te doen voor zijn schoon
zoon. Een viertal getuigen a décharge
verschenen vervolgens voor het hof.
De middagzitting begon met het ver
hoor van de koopman V.. die door ver
dachte zou zijn opgelicht voor een be
drag van f75.000. Getuige had met Wres
zinsky kennis gemaakt doordat zijn
vrouw bevriend was met de vrouw by
wie W. was ondergedoken. Hij had ge
durende de oorlog extra winsten ge
maakt en voor een deel van dat geld
buiten de beurs om effecten gekocht.
De kennismaking met Wreszinsky was
deze getuige zeer welkom, omdat hij
Hij ging aanvankelijk op het voorstel in j
maar W. was niet bereid een redelijk hoopte dat deAe bankler' ere"c.°.nsul ea
bedrag te geven, zodat ook deze affaire
op niets uitdraaide. Het verhoor van de
heer Duyvis eindigde tenslotte in een
felle discussie tussen getuige en ver
dachte en toen. nogmaals het geld voor
het vrijmaken van de schoonzoon van
getuige ter sprake kwam zeide de presi
dent, mr. F. L. Nepperus, tegen ver
dachte: „Als het juist is dat u door geld-
8)
,Ik zat te denken aan die herrie
schoppers, die heel Parijs op stelten
zetten".
.Dat is altijd zo geweest. Wat doe je
er aan?"
Ik kan niet met hen overweg, dat is
het. Ik moet een plek vinden waar ik
rustig kan werken".
„Ik zal er je wel heen brengen, wan
neer We gegeten hebben", zei Anna.
.Het kost je tweehonderd francs in
een maand. Maar ik vermoed dat een
Sable dat wel kan opbrengen".
„Ik betaalde meer per week".
„Je bent gek! Bederf de Egyptenaren
maar! Maar jullie rijke Engelsen en
Amerikanen zijn een bof voor die zui
nige Fransen. Vive la France!" Zij trok
de kellner de schaal met voedsel uit de
handen, voordat hij die voor haar neer
kon zetten, en begon gulzig te eten. Toen
zij gegeten had dronk zij in een enkele
lange teug haar glas leeg en riep om
l'addition.
„Als ik toch de Egyptenaren bederf",
stelde Cathryn voor, „laat mij dan be
talen."
„Nee, dank je. ik heb geld. Heb ik
niet zojuist een tekening verkocht?"
Anna wierp haar tien francs op tafel
en stond op.
Zij verlieten Select, staken de boule
vard over en kwamen achter le Dóme.
„Er is geen water, waar ik je naar
toe breng, behalve dan beneden, en jij
komt helemaal boven. Je kunt er ook
niet stoken. Maar je kunt van de winter
een petroleumkachel kopen. Je zult er
van niemand last hebben. Ze moeten te
veel trappen klimmen en er is ook geen
comfort. Het is een mansarde, met een
uitstekend dakiicht. Ik heb mijn kamer
er naast. Ik heb ze alle twee gehad
de kamer met het dakiicht om te wer
ken en de kamer er achter, die eigenlijk
niet meer dan een kast is, om te sla
pen, maar ik kon het niet meer opbren
gen".
„Waar werk je nu?" vroeg Cathryn.
„Ik werk niet meer. Tenminste niet
dat soort werk. Ik teken lui in een ca
fé en ik type duistere poëzie en pre
cieus proza voor mensen als Frankie
Sable en soms schrijf ik adressen tegen
zoveel de honderd. Zo moeten de armen
in leven zien te blijven. Je broer kan
het in een verhaaltje zetten of in een
gedicht. Het is aardig, zolang je er al
leen maar over leest".
De zolderkamer, waar Anna Cathryn
bracht over vier eindeloos lijkende,
donkere, nauwe trappen, had één deugd
die onmiddellijk aan het licht trad
en dat was het licht. Voor Cathryn had
zij bovendien nog deze deugd, dat het
er stil was als in de cel van een mon
nik. Er stond een ijzeren bed met eeri
dunne matras, een lelijk stel stoelen en
een kale houten tafel met een kan en
een wasbak.
„Je kunt er slapen, er is ruimte voor
een ezel en niemand zal je lastig val
len. Wat wil je nog meer?" zei Anna.
„Niets", gaf Cathryn toe. „Morgen
verhuis ik".
„Wat mij betreft kun je vandaag al
komen, en als ik de tweehonderd
francs niet later dan morgen krijg, zou
me dat goed te pas komen."
„Je kunt ze nu wel krijgen", zei Ca
thryn, „en Ik kom vandaag".
Anna glimlachte een beetje wrang.
„Het schijnt, dat we alle twee een goe
de beurt maken. Ik ga met je mee om
de boel over te brengen. Ik zou graag
je werk eens zien."
Cathryn bloosde. „Je zult het wel af
schuwelijk vinden. Ik schilder in tem
pera."
Anna keek haar verbaasd aan.
„Waarom zou ik dat voor de duivel af
schuwelijk vinden? Hoe eerder we weer
tot tempera en vakmanschap en écht
schilderen terugkeren, des te beter!
Maar hoe kwam je er toe? Gevoel voor
kleuren?"
„Gedeeltelijk. Maar ik vond het ook
een uitstekend middel om uitdrukking
te geven aan de dingen, welke ik wilde
zeggen. Je kunt gevoelig worden in olie,
maar niet in tempera. Je moet je be
heersen en daar houd ik van".
Zij glimlachte en voegde er aan toe:
„Ik hoop niet, dat het verwaand klinkt,
maar het is zo moeilijk onder woorden
te brengen. Ik werd dat vertoon met
verf op de school beu. Ik moest mijn
eigen weg zoeken".
„Iedere artist, die wat waard is, doet
dat. Dat is trouwens het enige nuttige,
dat de academie ons kan bijbrengen. Je
keerde dus de school de rug toe en ging
weer eens kijken naar Botticelli en Bel
lini was het niet zo?"
„Zo ongeveer, ja. Ik keek ook naar
de moderne tempera-schilders. Toen
begon ik de techniek van Cennini te
bestuderen en een beetje op eigen hout
je te experimenteren. Ik ontdekte, dat
eiwit-tempera me gaf wat ik verlangde
en wat ik tot dan toe niet had kunnen
bereiken een bijzondere kwaliteit van
kleur. Voor mijn doel was het een
volmaakt middel. Voortaan wil ik niets
anders meer gebruiken".
„En nu zal je in alle stilte kunnen
werken zonder het lawaai en de druk
te van die kunstenmakers-bende om je
heen."
„Ja." Cathryn keek tevreden naar de
wit gekalkte muren van het kamertje.
„Ik voel mij hier op mijn gemak. Dit
is wat ik altijd gewild heb".
„Goed. Laten we nu je boeltje gaan
halen".
IV
Cathryn veranderde niet meer van
adres in Parijs. Zij woonde en werkte
daar bijna zeven jaren. Sue kwam het
zolderkamertje bezichtigen en verklaar
de, dat zij er in de winter zou sterven
van kou, en Francis was rondweg woe
dend.
„Het is helemaal niet nodig om zo te
leven," zei hij heftig. „De kunst vraagt
geen algehele versterving des vleses."
Cathryn zei: „Kun je je nog die heer
lijke Zondag herinneren toen we met
een boot naar St. Cloud voeren en daar
in de bossen wandelden de grond was
overdekt met kleine witte anemonen,
met stengels als groene draadjes. Gen
tianen noemen we ze thuis. Kun je je
nog herinneren?"
(Wordt vervolgd)
millionnair, die bovendien zeide „een
vriend van Churchill" te zijn, hem zou
kunnen helpen de zwarte winsten veilig
door de geldsanering te loodsen. Wres
zinsky was al spoedig bereid het
„zwarte" geld „wit" te maken.
Pas toen getuige hoorde, dat Wres
zinsky in December 1945 in België was
gearresteerd, begreep hij bij de neus te
zijn genomen. Wreszinsky voerde tot
zijn verdediging aan, dat hij zonder
het te weten valse Ponden in handen
had gekregen en daarom in België was
gearresteerd. Was dit niet gebeurd,
dan zou hij zijn zaken in Nederland
bevredigend kunnen hebben geregeld.
De verdediger, mr. F. Mannheimer,
nam vervolgens het woord om te be
strijden, dat de behandeling van de zaak
in overeenstemming zou zijn met de
voorwaarden aan de uitlevering verbon
den. De dagvaarding aldus mr. Mann
heimer klopt niet met de formulering
van de beschikkig, waarin om uitleve
ring werd verzocht. De raadsman
meende, na zijn juridisch betoog, te
moeten concluderen, dat een uitgelever
de verdachte slechts kan worden ver
volgd voor die feiten en misdaden, die
uitdrukkelijk in het uitleveringsverzoek
zijn genoemd en waarop dat verzoek is
toegestaan. De dagvaarding voldoet niet
aan deze eis, aldus pleiter. Mr. J.
Fabius, procureur-generaal, repliceerde
met te zeggen, dat een te enge interpre
tatie niet op zijn plaats is. Zowel dag
vaarding als uitleveringsbeschikking
spreken over hetzelfde complex van
feiten. Het hof besloot op 25 Januari
uitspraak te doen in deze juridische
kwestie en de zitting, die aanvankelijk
op 18 Januari was bepaald, te doen ver
vallen.
Advertentie