VRAAG NAAR HOUT NEEMT ANGSTWEKKEND TOE FRic t>€ noorman ~7ï/rfi*iq - my siecie y De poëzie van de arbeid Indonesisch wantrouwen jegens Philippijnen I Jusien neui en iipp&tx Laat heb ik IJ bemind Geweldige prijsstijgingen in alle productielanden Wereldproductie van tin in 1950 hoger dan in 1949 Ir. Louwes over Nederlandse boer en buitenlandse collega's Overpeinzingen Finland uitverkocht Ambonezen naar Korea? Lagere productie bij Philips in 1951? 1WITS AL (jJtMjfyt Verschil in buitenlandse politiek Maar lager dan voor de oorlog Geest van durf moet in Europa vaardig worden van Snorrebor door ETHEL MANNIN DINSDAG 6 FEBRUARI 1951 PAGINA 3 Indonesische regering moet beslissen AGRARISCHE EXPORT IN 1950 VICE-ADM. WILLINGE UIT FUNCTIE ONTHEVEN TWEE PERSONEN VERMIST DE REIS VAN SUKARNO BUITENLANDSE LANDBOUWDAG IN UTRECHT Nederlandse arbeiders naar Zweden Koninklijke vermelding voor de „Tromp" Twaalf dagen in een lawine Winterhanden? Stalin geëxecuteerd (Van onze medewerker) De exorbitante prijsstijging der naaldhoutprijzen, die nog geen einde schijnt te willen nemen, bewijst wel duidelijk dat er iets gaande is, iets ongewoons, want doze ontwikkeling is niet alleen het gevolg van speculatiedrift zonder meer, doch een verschijnsel dat meerdere oorzaken heeft. De z.g. houtschaarste staat hier huiten, al kan met ontkend worden, dat zij in het Zuiden van Duitsland, waar de bezetter gedurende enige jaren millioenen bomen heeft geveld, mede in het ge ding komt. Voor het overige echter is er van schaarste geen sprake, want de hoeveelheid beschikbaar hout wordt er niet minder op, maar de behoefte neemt toe, om maar niet eens te gewagen van de universele bewapeningspsychose, die ontzaglijke hoeveelheden vordert Zweden heeft naar ruwe schatting reeds de helft van zijn voor dit jaar berekende productie geplaatst, t.w. ca. 350.000 standards. Het aandeel dat Ne derland daarin heeft is ca. 80.000 stan dards. De rest zal óók wel spoedig uit de markt worden genomen, want de belangstelling is zeer groot. Engeland zal dit seizoen naar alle waarschijnlijk heid meer dan de dubbele hoeveelheid Van verleden jaar kopen, n.l. 200.000 standards. Dit is althans wat men in Zweden voor dat land heeft uitgetrok ken, doch de Engelse importeurs heb ben een veel hoger cijfer in het hoofd. Ook West-Duitsland wil tweemaal zo veel kopen als verleden jaar, zodat de Zweedse exporteurs in het minst geen haast maken. Tóch gaan er ook in Zwe den al stemmen op, die er voor waar schuwen de boog niet te strak te span- hen, want dat zou de markt slechts kunnen schaden. Finland is reeds zo goed als uitver kocht. Voor uitgezochte specificaties Werden ongeveer dezelfde prijzen be taald als voor goede Zweedse merken. In Oostenrijk kan men nu in clearing kopen, maar het is nog niet bekend of dergelijke transacties daar ook offici eel goedgekeurd zullen worden, want ook uit andere landen is er veel vraag en men heeft er de vorige week ook weer minimumprijzen ingevoerd. De prijzen in Oostenrijk stijgen nog dage lijks, hetgen ten gevolge heeft, dat vele exporteurs hun reeds eerder aangegane verplichtingen niet nakomen. Ook m Zuid-Duitsland komt dit de laatste tijd hog al eens voor, want de binnenlandse vraag is daar zeer levendig, zodat er feeds sprake van is dat de uitvoer van hout binnenkort verboden zal worden. Het ziet er met de bevoorrading van dennenhout dan ook slecht uit, want de voorraden raken langzamerhand uit geput. Amerikaans grenenhout en Oregon Fine begint welhaast onbetaalbaar te Worden en wordt door de exportlanden niet meer aangeboden, omdat men daar feeds verplichtingen op lange termijn naar elders heeft aangegaan. Meubel- Ben zegsman van de Nederlandse re gering heeft te Den Haag, volgens A.P., verklaard, dat de Indonesische regering moet beslissen in de zaak van de Ambo- nese soldaten, die aangeboden hebben aan de zijde van de strijdkrachten der Ver. Naties in Korea dienst te doen. In principe betekent het dienst nemen in een vreemd leger het verliezen van de nationaliteit, maar, aldus de zegs man, in Korea hebben we te doen met strijdkrachten van de Ver. Naties. Men moet hierbij in het oog houden, dat In donesië, ook al heeft het besloten geen troepen naar Korea te sturen, lid is van de Ver. Naties. De cijfers die in Den Haag verstrekt werden, over het aan tal Ambonese soldaten op Java waren 5.000 en ruim 7.000 familieleden. A. P. meldt uit Djakarta, dat vierdui- 2end Ambonese soldaten van het vroe gere KNIL geweigerd hebben de Ne derlandse uniformen uit te trekken of hun wapens in te leveren. Zaterdag heeft de Indonesische rege ring Den Haag officieel medegedeeld, dat zij er geen bezwaar tegen heeft, in dien de Ambonezen in de toekomst als ongewapende buigers naar Indonesië terugkeren. Uit de voorlopige cijfers van het C.B.3. over de uitvoer van akkerbouw-, tuin bouw-, en dergelijke producten in 1950 "lijkt, dat voor ruim ly milliard gulden "?an deze producten is uitgevoerd, hetgeen 'n vergelijking tot de waarde in 1949 ®on toeneming met 269 y, millioen gul den betekent. De grootste stijging werd gevonden is de groep dierlijke produc ten, n.l. een toeneming van ƒ210.690.000 °e grote spankracht van de Nederlandse Agrarische export ligt thans in boter V257,6 mill.), eieren 167,9 mill.), verse groenten en vers fruit (ƒ165,9 mill.), haas 162,5 mill.) en tenslotte de bloem bollen (met ƒ112,5 mill.). Hiervan ging ^°or ƒ32 millioen naar de Ver. Staten, t'aarmede dit artikel zich als meest dol- jhrkwekende exportproduct uit de agra- 'sche sector heeft gehandhaafd. Het valt op, dat export van agrarische eProductiemateriaal (zaaigoed, poot- *°ed, fokvee) t.o.v. 1949 over practisch gehele linie is gedaald. Slechts de uit- °er van pootaardappelen maakte hier- P een uitzondering. De achteruitgang ?°et worden geweten aan, hetzij stijgen- zelfvoorziening, hetzij grote voorraad, elke bij onze buitenlandse afnemers aan- i ®zig is. Ondanks de vele moeilijkheden j^Zake de export naar dat land was Pitsland in 1950 onze grootste agrari- "e afnemer. l^ywe-admiraal J. J. L. Willinge, com- Wmt zeemacht Nederland, zal met in- dpi1® Van 1 Maart a.s. eervol ontheven wor- zijn functie. Zijn opvolger is nog niet bii.nr 1 Maart zijn bevorderd tot schout- Van a1* de kapitein ter zee Th. K. baron gfaohr becIt> chef van de dienst der hydro- "ïarip16, commandeur A. de Booy, plv. chef laatst maï' en kapitein ter zee C. W. Slot, rel r» commandant van Hr. Ms. Ka- u°°rman". Bi Advertentie «en ^zandend maagzuur eer, Wee Rennies vóolaten smelten op de tong. Nog Verleden n weet, behoort de pijn tot het ï^cer-, h voor U is er nu geen reden Jaten v„ ebaalde lievelingsgerechten te eerd van 6aan- Als er eens 'ets ver- hand t ,lebt ge toch Uw Rennies bij ?:aU'r n ge kunt ze innemen zonder naag Uu 3t oolt' a'hjd en overal, i hnies i.' apotheker of Drogist een pak n h' némoÜ11 Pracht remedie, prettig om n enzo doeltreffend. hout, zoals eiken en beuken, is nog wel voldoende verkrijgbaar, doch de note ringen iopen dusdanig op dat de ver bruikers moeite krijgen met de finan ciering. Bijzonder levendig is de handei in constructiehout en in het algemeen in materiaal van de westkust van Afri ka, zowel voor schildoeleinden als ter vervanging van teak voor scheepsbouw en havenwerken. De aanvoer van triplex wordt hoe langer hoe meer afgestemd op de vraag naar de verschillende soorten. Finland met zijn berken heeft het leeuwenaan deel, terwijl België en Duitsland eerst op grote afstand volgen. Dat de landen achter het ijzeren gor dijn niets meer leveren is niet te ver wonderen, want hun noteringen zijn gewoonlijk te hoog en hun product te vaak weinig aantrekkelijk. Over de Ne derlandse productie staan geen nauw keurige gegevens ter beschikking, zodat niet valt na te gaan in hoeverre het verbruik hier te lande gelijke tred houdt met de toenemende invoer. Voor lopig behoeft er geen angst te bestaan voor een overvoering van de markt en nog minder voor felle concurrentie. Alle triplexprijzen bewegen zich in opwaartse lijn, want de vraag neemt nog gestadig toe, zodanig zelfs dat het voor de industrie moeilijk begint te worden het huidige tempo bij te hou den. lOONOtl STUDIO Z» 17. Een ondeelbaar ogenblik is Eric stokstijf blijven staan bij deze kreet door het nachtelijk Tyrfing. Met een ruk wendt hij zich om en stormt in de richting, vanwaar het geluid gekomen is. Daar, vlak bij die doorgang, ligt een gedaante op de stenen vloer uitgestrekt. Olaf, denkt Eric weer, is hij nu zelf Maar dan bemerkt hij zijn vergissing. Het is niet Olaf, het is Gost, die daar ver slagen neerligt. Een enkele blik is voldoende om vast te stellen, dat hier geen hulp meer baten kan. Een geritsel doet de Noorman opzien. „Sta!" buldert hij, opspringend. Een schaduw is langs de doorgang gegleden. Maar de gestalte keert terug als hij Eric's bevel hoort en dan ziet Eric, dat het Vagen is. Deze toont zich niet minder verbaasd dan de koning. „Gij ook reeds hier, mijn heer koning?" Donker ziet Eric hem aan. „Ja," zegt hij langzaam, „met hem hier!" Hij wijst op het lichaam van Gost. Ridder Vagen schudt meewarig het hoofd. ,Arme drommel," zegt hij. „Heeft het rumoer u uit de slaap gewekt?" „Ik zou me juist ter ruste begeven," antwoordt Eric: ,Ik ben hierheen gesneld en vind hier deze oude dienaar en u!" Vagen knikt. „Ik hoorde zijn angstschreeuw en vond Gost hier verslagen liggen. In zijn hand klemde hij een rafelig stukje van een mantel. Misschien heeft hij zijn aanvaller willen grijpen en diens kleed te pakken gekregen. Hier heeft u het, heer koning, het lag reeds in mijn voornemen het u te brengen." Zwijgend neemt de Noorman het bewijsstuk aan. „Van 't kleed van Gost's moordenaar?" herhaalt hij op vragende toon. ,,'n Lafaard, die een oude man van achteren aanvalt en neersteekt!" Vagen kijkt zijn koning strak aan. „Ja, uwe genade," zegt hij met een langzame hoofdknik. „Een lafaard, die een purperen kleed draagt De burgemeester van Ouddorp deelt mee, dat sedert 19 Januari wordt ver mist Lieven Vroegindeweij, geboren 28 Maart 1917 en wonende te Ouddorp, Een ongeluk wordt gevreesd. 19 Januari is hij per rijwiel van zijn woning vertrok ken. De hoofdinspecteur van politie te Am sterdam, bureau Marnixstraat, verzoekt namens de zoon opsporing van Leonar- dus Anthonius Maris, geboren 17 Mei 1889, P.T.T.-ambtenaar en wonende Derde Egelantierdwarsstraat 3 (tweede etage) te Amsterdam, die Donderdag 13 Januari het hoofdpostkantoor in de Raadhuisstraat te Amsterdam heeft ver laten en sindsdien spoorloos is. Een on geluk wordt gevreesd. (Van onze speciale verslaggever) De mensen van de da mesmodeateliers H. Berg- haus N.V. die in XJlft in de Gelderse Achterhoek een nieuw bedrijf hebben gebouwd, zijn op een charm,ant idee gekomen. Natuurlijk hebben zij dat nieuwe bedrijf zo modern, zo licht en zo vriendelijk mogelijk gemaakt. Zij hebben lage ramen aange bracht, waardoor de 250 meisjes die er gaan wer ken vrijelijk naar buiten kunnen kijken, waar 's zo mers bloemen zullen bloeien en de kerktorens van XJlft fleurig oprijzen achter golvend goudgeel koren. Alles is gedaan om de meisjes zodanig plezier in hun werk te geven, dat zij „te lui zullen zijn om op te houden", zoals een van de bedrijf sing enieurs verklaarde. En omdat die meisjes het daar zo prettig zullen hebben, vond men het wreed om ze achter hun lage ramen, de bloemen, de torens en het goudgele koren en hun on onderbro ken zoemende naaimachi nes plotseling in hun vreugdevolle arbeid te storen door een fabrieks sirene te laten loeien wan neer de tijd voor het bo terham eten was aangebro- opend zal verklaren. Ove- ken. Weg met de sirenes rigens is dit carillon, al is Advertentie dus. In plaats daarvan hebben de mensen van Berghaus nu een heuselijk carillon uit Asten laten komen, dat met vrolijk klokgeklinget de meisjes zal oproepen de moed op te brengen hun arbeid nu maar eens in de steek te laten om de inwendige mens te verzorgen. En daar de meisjes in XJlft over het algemeen katho liek zijn zal het dan ge beuren dat om twaalf uur klinkt een lieflijk „Het Angelus klept in de verte". En 's avonds zal dan met het Gelders Volkslied de regionale trots worden verhoogd. Ook het Wilhelmus zal op het carillon gespeeld kunnen worden, zij het met een geringe „ver wringing", want er is een accoord in onze nationale hymne welke het carillon niet haalt. Een origineel klokkenspel heeft name lijk 45 klokken en dat in XJlft heeft er slechts elf. De staatssecretaris van Economische Zaken mr. W L. v. tl. Grinten, zal a.s. Zaterdag 10 Febr. deze elf klokjes het Wilhelmus laten kleppen, met welke symbolise daad hij deze nieuwe ateliers voor ge- het klein, het eerste ten Oosten van de Gelderse Usel en tevens het eerste fabriekscarïllon van Ne derland. In 1904 had de firma Bensdorp in We nen een dergelijk klok kenspel in de fabrieksto- ren en Au Bon Marché in Brussel kende een soort tokkelspel op holle pijpen en verder is zoiets op de hele wereld niet bekend. De reden waarom de fa. Berghaus N.V. de leve rancier van damesboven- kleding aan vrijwel alle modezaken in ons land met bovendien dependan ces in Londen, Brussel, Zurich, Amerika en Ca nada haar nieuwe ate liers in XJlft heeft geves tigd, ligt in het grote over schot aan vrouwelijke ar beidskrachten in dit deel van de Achterhoek Terwijl de personeels leden van het hoofdbe drijf in Amsterdam het nieuwe gebouw in XJlft zonder meer een verras sing vinden, een modern wonder, vinden de Ulftse meisjes het eigenlijk ge woon, hetgeen een plei dooi is voor de moderne ontwikkeling van het Achterhoekse meisje! de ondertekening, in Manilla of in Dja karta, na terugkomst van president Su karno. Hiertegen hebben wij geen be zwaar, wij wijzen n.l. iedere ons toe gestoken vriendschapshand niet af, te meer niet van een land met hetzelfde bloed als de Philippijnen. Doch wij hebben wèl bezwaar, indien daarbij het betrokken land alléén aan eigen belang denkt en ons belang' er niet bij in overweging neemt." Naar aanleiding van het bezoek van president Sukarno aan de Philippijnen schrijft „Merdeka" onder meer, dat nog vóór het vertrek van de president de felle reactie tegen het bezoek zowel binnen als huiten het parlement bekend was. De redenen ervan zijn duidelijk. In de Indonesische maatschappij, aldus „Merdeka", heerst er wantrouwen jegens de Philippijnen, die in de uitvoering van haar politiek herhaaldelijk een pro-Amerikaanse houding tonen en dus daar mede openlijk in de strijd tussen het Westerse en Oosterse blok partij hebben gekozen. Het kiezen van een partij is het vol ledig recht van de Philippijnen, aldus gaat het blad verder, waarin „wij ons niet behoeven te mengen". Doch aan de andere kant volgt de regering van de Republiek Indonesia tot dusver een buitenlandse politiek, bekend onder de naam „onafhankelijke politiek". Dus noch tegen het Westers blok, noch voor het Oosters blok, doch een individuele actieve deelname in elk streven gericht op de wereldvrede. Hier bestaat dus een verschil in de basis van de buiten landse politiek tussen de Philippijnen en Indonesië, aldus „Merdeka". Het blad merkt voorts op, dat kort vóór het vertrek van president Sukar no naar de Philippjjnen president Qui- rino op niet beleidvolle wijze in zijn re de de buitenlandse politiek va<n Indo nesië heeft aangeroerd, waarin hij als zijn mening te kennen gaf, dat in zijn buitenlandse politiek Indonesië zich tè veel naar Nehru richt. Dit alleen, al- dus het blad, is voldoende om het wan trouwen jegens de Philippijnen, dat reeds aanwezig is, extra op te wekken. Deze uitspraak plaatst het Indonesische staatshoofd in een minder aangename positie, daar deze juist werd geuit op het tijdstip, dat president Sukarno zich voorbereidde om aan de reeds twee maal uitgestelde uitnodiging voor een bezoek te voldoen. Doch desondanks vertrok het Indonesische staatshoofd met een koel hoofd naar de Philippijnen. Het blad vervolgt: „Nog is deze ge beurtenis niet uit de herinnering ge bannen, of plotseling werd uit Manilla via een boodschap van de vice-minister van Buitenlandse Zaken, Felinoneri, tij dens het bezoek van president Sukar no, ook nog de kwestie van een vriend schapsverdrag tussen de Philippijnen en Indonesië te berde gebracht, welk verdrag volgens deze officiële verant woordelijke autoriteit slechts wacht op Evenmin is elk pijnstillend mid del Aspirin. Let er op, dat U As pirin krijgt, wanneer U Aspirin vraagt. Alleen Aspirin draagt het Bayerkruis en oranjeband In het. Januari-bulletin van de Interna tionale Tin Studiegroep wordt omtrent de tinpositie in 1950 het volgende medege deeld: De wereld-mijnproductie van tin in con centraten bedroeg ongeveer 163.500 ton. Dit is iets meer dan in 1949, maar minder dan het vooroorlogse gemiddelde van 171.600 ton voor 1935/39. De voornaamste toene mingen van de productie kwamen voor in Indonesië (11 pet. boven het cijfer van 1949), de Congo (6 pet.) en Malakka (5 pet.). Anderzijds was de productie in Bolivia be langrijk en die in Nigeria iets kleiner dan in 1949. De wereldproductie van tinmetaal in 1950 was ongeveer 172.500 ton groot tegen 168.600 ton in 1949. De toeneming was het gevolg van 'grotere bedrijvigheid van de smelterijen op Malakka, in Nederland en in België. Dit vormde een tegenwicht te gen een kleine daling van de Amerikaan se en Engelse productie der smelterijen. (Van onze correspondent) De Stichting: voor de Landbouw heeft gisteren te Utrecht een buitenlandse dag gehouden, welke in het teken stond van de internationale samenwerking, zowel in Europees verband als op wereldni veau. Na opening door de voorzitter van de Commissie Buitenland van de Stichting voor de Landbouw, ir. J. S. Keyser. sprak in de ochtendvergadering ir. C. Staf, directeur-generaal van de land bouw, over de buitenlandse betrekkin gen. Spr. toonde aan dat een West- Europese integratie van de landbouw een grotere economische onafhankelijk heid zal scheppen, doch wees er tevens op dat door bijzondere omstandigheden in bepaalde landen een overgangstijd onvermijdelijk is. Voorwaarde voor in tegratie is ecljter een gecoördineerd be leid der deelnemende landen. In de middaguren was de voorzitter van de Stichting, de heer H. D. Lou wes, zelf aan het woord, waarbij hjj de Nederlandse boer naast zijn buitenland se collega's stelde. Na de verschillende omstandigheden overal ter wereld bodemkundig, meteorologisch, technisch- sociaal, economisch, geografisch kort om op agrarisch-politiek terrein ge schetst te hebben als evenzóvele hin derpalen voor een grotere eenheid, ging hij met name in op het werk van de Internationale Federatie van Agrari sche Producenten, de wereldorganisatie van vrije landbouwverenigingen. Op grond van drie factoren in het bijzon der heeft Nederland in de I.F.A.P. iets te bieden. Vooreerst is nergens ter wereld de samenwerking tussen de boeren- en landarbeidersorganisaties in zo grote mate gerealiseerd als in ons land. De idee van een belangengemeenschap met gezamenlijke verantwoordelijkheid, zo als wij die kennen, is in vele landen, waar de klassenstrijd nog volop gaande is, onbekend. Vervolgens is daar de samenwerking tussen de standsorgani saties en de coöperaties, waarbij de eer ste het beleid voeren op grond van de deskundigheid van de laatste. Ook op dit gebied is in het buiten land nog voortdurend een strijd om de macht gaande. Op het derde punt staan wij samen met Denemarken aan het front: in de quaestie der kleine boeren. Dat dit probleem zo welbewust wordt gesteld en gezien wordt als een der grootste problemen van de landbouw politiek, zal wellioht ook in andere lan den ogen doen opengaan. Vervolgens wees spr. er op, hoe de pogingen van de I.F.A.P. om bepaalde productenregelingen op wereldniveau doorgevoerd te krijgen, ondanks het theoretisch juiste uitgangspunt, op prac- tische bezwaren althans nu nog grotendeels mislukt zijn. Hij zag een taak voor de Nederlandse boer in dit verband op de kleinere dingen te wij zen, m.n. de landbouwvoorlichting, het landbouw- en het landbouwhuishoud- onderwijs. Tot slot riep de heer Louwes zijn toehoorders op tot een geest van durf en avontuur, die over Europa moet vaardig worden. Want wie wil vasthou den aan een absolute zekerheid, maakt de geesten rijp voor de dreiging van hét Oost-Europese collectivisme. Als laatste sprak mr. J. Linthorst Homan over algemene aspecten van de West-Europese samenwerking, een ge degen betoog met sterk handelspolitie ke inslag, dat vooral bestond uit con crete gegevens, cijfers en voorbeelden uit de jaren 1948'51 en uit aanhangig zijnde rapporten en voorstellen. De vergadering werd met een dis cussie gesloten. Het wereldverbruik in 1950 voor com merciële doeleinden was mogelijk ongeveer 147.0Q0 ton groot. Vergeleken met 1949 be tekent het een sterke toeneming en het verbruikscijfer is het hoogste sedert 1941. Toch ligt het nog beneden het vooroor logse gemiddelde van 157.000 ton. De tinprijs bleef in het eerste halfjaar van 1950 vrij stabiel op nog geen 600 pond sterling per ton te Londen en omstreeks 76 dollarcents per lb te New York, daar na stegen de prijzen zeer sterk en in De cember 1950 waren de prijzen ruw ge sproken het dubbele van die van Januari 1950. De prijsstijging vormde echter ten dele slechts een herstel van de prijzen na de sterke daling in de laatste maanden van 1949. De Londense sterlingprijs voor 1950 (jaarlijks gemiddelde) was 746 pond sterling per ton tegen 606 pond sterling voor 1949 en die te New York (jaarlijks gemiddelde) 95.6 dollarcents per lb, het geen lager was dan het gemiddelde van 1949 n.l. 99,15 dollarcent. Maandag is een eerste ploeg van 28 man per chartervliegtuig van Schiphol vertrokken naar Gothenburg. Zij zul len in de aldaar gevestigde Zweedse kogellager fabriek SKF een opleiding krijgen van circa één jaar, waarna zij te werk zullen worden gesteld in de Nederlandse kogellager fabriek der SKF, die gebouwd wordt te Veenendaal, alwaar men in 1952 met de productie denkt te beginnen. In totaal zullen hon derd Nederlandse werklieden naar de hoofdfabriek van de SKF te Gothen burg gaan om daar de techniek der pro ductie van rollagers te leren, met name zullen zij zich vertrouwd moeten maken met de bediening van de automatische machines voor massa-productie. riuMmmmiHlHHWMuiimnimHimiiiminmmuuimnmC „D'r is laatst bij me ingebroken", vertelde Snorrebor. „Nou, toen heb ik die kerel de huid vol gescholden. Sme rige inbreker, heb ik gezegd. En weet je, wat die vent zei? „Ik -zal je een proces aandoen wegens belediging zei-ie." „As je me nou!" „Ja, het was een Chinees en niet eens een rare. Hij was waarschijnlijk lid van de regering in Peking en mis schien dacht hij wel, dat ik lid van de V. N. was." Snorrebor hinnikte zachtjes als een paard in de lente. Ir. Otten. president-directeur der N.V. Philips heeft medegedeeld, dat 1950 een gunstig jaar is geweest voor Philips, doch dat 1951 zich gezien de materiaal situatie, de defensiemaatregelen en de ontwikkeling van het handelsverkeer zeer ongunstig aandient. Nochtans kan door voorzichtig beleid en ieders mede werking ook 1951 een goed jaar worden. De levering van de Nederlandse fa brieken aan de Philips organisaties in het buitenland is sterk toegenomen, mede dank zij de invloed der liberali satie en de steeds groeiende vraag naar Philipsproducten. Als oorzaken, die er toe hebben meege werkt, om de gunstige omzet in 1950 te be reiken, noemde de heer Otten de bevol kingsgroei. de verdere electrificatie en in dustrialisatie, waardoor de vraag naar de Philipsfabrieken nog stijgt, vervolgens de gunstige gevolgen van de liberalisatiemaat regelen, die vooral in de tweede helft van 1950 tot uitdrukking kwamen. Bovendien na men de nieuwere producten, zoals in de Röntgengroep, televisieapparaten, kathode- straalbuizen, TL-buizen. een steeds grotere plaats in bij de omzet. Ook de internationa le verwikkelingen droegen bij tot de om zetstijging, welke laatste stijging echter het gevaar in zich draagt, dat zij slechts van tijdelijke aard zal zijn. Ten aanzien van de productie deelde ir. Otten mede, dat er in 1950 een over schrijding van de plannen is geweest van 5 pet. en er 10 pet. meer dan de plannen werd afgeleverd. Voor de toekomst zal de productie voor de defensiedoeleinden een vermin dering van de overige productie ten gevolge hebben of er zal een grotere al gemene inspanning op elk gebied moe ten komen. Het is practisch zeker, zo merkte ir. Ot ten op, dat de voorziening van grondstof fen ons zal remmen in de plannen tot ver groting van onze activiteit, die op andere gronden nu nog gemotiveerd zouden zijn. In hoeverre deze remming zal optreden, is thans nog niet te beantwoorden. Het personeelsaantal in de Nederland se Philipsbedrijven is in 1950 toegeno men van 34.000 tot 39.300. Aan Hr. Ms. kruiser „Tromp" is een ko ninklijke vermelding toegekend vanwege de actiës, waaraan deze oorlogsbodem ge durende de tweede wereldoorlog heeft deel genomen. De onthulling van deze konink lijke vermelding zal geschieden 19 Febr. in het Marine-etablissement te Amsterdam. Hierbij zal aanwezig zijn het marine-per soneel dat in de periode van Januari 1942 t/m Augustus 1945 op de „Tromp" heeft gediend. Gerhard Freisegger, een 26-jarige Oos tenrijkse boerenzoon, die bij de lawine catastrofe twaalf dagen onder de sneeuw bedolven is geweest, alvorens hij werd gered, heeft in het ziekenhuis te Lienz het beklemmend verhaal van zijn weder varen gedaan. Freisegger en zijn medearbeider, de 20-jarige Siegfried Lindner, waren in het werkkamp op de helling van de Gross Glockner blijven slapen, hoewel opdracht was gegeven het kamp te ver laten met het oog op de loskomende la wines. 's Nachts om half drie op de 24ste Januari werd hun kamp door een gewel dige sneeuwmassa vernield. Eerst werd door de luchtdruk het dak van hun hut weggeblazen en vervolgens werd de hele hut in razende vaart de helling afge sleurd. „Ik verloor geen ogenblik het bewust zijn", vertelde Freisegger. „We vlogen Advertentie met ongeëvenaarde geneeskracht Uit het Engels vertaald door DICK OUWENDIJK 28) „Ik ga waarschijnlijk niet meer terug. Francis-lief.' Moeder en ik kunnen misschien een huisje in Londen huren en het meubile ren met meubelen uit Crag House; zij heeft in Parijs een gemeubileerde flat en ze zou het liefst haar eigen spullen weer om zich heen hebben, dat zei ze laatst nog. Zij is alleen om mij in Pa rijs gaan wonen. Ze gaat liever naar En geland terug." „Maar Londen! Hoe kun je Londen verdragen na Parijs?" „Och. in Parijs heb je dat verschrik kelijk fin de siècle-gevoel." „Dacht je dat het in Londen niet zo zou zijn? Je denkt er toch niet over om in Chelsea te gaan wonen, in zo'n akelig bedompt arbeidershuisje met een netjes blauw geverfde voordeur?" „Het liefst in een hoog smal huis met een balcon en een wingerd en uitzicht op het water. Kom je nu en dan loge ren?" „Misschien. En het huis bezaaid met Jezuïeten?" „Natuurlijk, lieverd, gewoon bezaaid. En dan kom jij en strooit kruimels van het balcon voor de vogels en speelt de H. Franciscus Hij keek haar aan met scherpe blik. „Je bent, geloof ik, dol op die voor stelling, niet? Probeer je me te hypno tiseren tot vroomheid, of iets van die, aard?" Jij bent niet het type voor hypnose, .Waarom wil je me dan een dergelij ke rol opdringen?" „Het was een goed schilderij, Francis, en de berg was echt." Het was de eerste keer dat zij op het schilderij zinspeelde. Hij zei, bijna boos: „Het was een goed schilderij, Cathryn, maar het heeft met mij niet meer van doen dan die berg met jou. En houd nu op met die onzin, trek je laarzen aan en laten we een poos in de sneeuw gaan wandelen." 12 De Amanshausers scheidden van de Sables met tegenzin en niet zonder hun op het hart gedrukt te hebben spoedig terug te komen er zou altijd plaats vooi hen zijn, verklaarden zij, en als ze in het voorjaar kwamen, voordat het sei zoen begon, zouden ze gezellige picnics kunnen hebben in de bergen. „Het is hier prachtig als de appelbo men in bloei staan", vertelde Johann aan Cathryn. „Als u met Pasen komt", zei Frau Amanshauser, „zijn Johann en Lotte hier." Francis vertaalde dit in het Engels voor Cathryn, die zich met een glim lach tot Johann wendde. „Dat zou heerlijk zijn." Hij schonk haar de glimlach terug. „Het zou werkelijk prettig zijn als u met Pasen terug kwam. Misschien bent u dan al in de Kerk opgenomen en dan zoudt u hier uw Paascommunie kunnen doen. Maar u kunt niet weten of u dan al zo ver zult zijn, niemand weet wat er kan gebeuren." „Precies wat ik haar altijd vertel", zéi Francis. „Maar ze wil het nooit van mij aannemen." „Ik wou dat het leven niet zo onze ker was zo onberekenbaar. Ik zou het liefst willen, dat ik kon zeggen „het volgend voorjaar doe ik dit", „de vol gende zomer doe ik dat", en dan moest je er ook op kunnen rekenen, dat het gebeurde". Francis die merkte, dat Lotte zich bui» tengesloten voelde, verviel in Frans. „Persoonlijk", verklaarde hij, „geef ik de voorkeur aan de onzekerheid van het leven ik houd van het avontuur lijke in het leven." „Maar het brengt zoveel teleurstellin gen mee", zei Cathryn. „En verrassingen!" Hij wendde zich tot Lotte: „Zoudt u alles van tevoren willen weten, Mademoiselle?" Zij lachte. „O nee, Monsieur. Ik houd ook van verrassingen. Ik ben het niet met Mademoiselle eens, dat onzekerheid veel teleurstellingen met zich brengt, dat gebeurt alleen door de plannen, die men maakt. Ik zelf maak nooit plannen en daarom word ik ook altijd aange naam verrast. Zoals door het bezoek van u en uw zuster, hier met Kerstmis, Mon sieur." Hij glimlachte en boog. „Misschien dat ik u nog eens zal verrassen door op een goede dag naar Wenen te komen om u mee uit dineren te nemen. Zou u dat prettig vinden?" „Dat zult u wel zien als het gebeurt. En gebeurt het niet, Monsieur, dan is het toch een erg aardige gedachte." „Dan, auf Wiedersehen, Francis." Zij gaf hem een hand en hij bracht die aan zijn lippen. Zij glimlachten tot elkander. Cathryn en Johann gaven elkander eenvoudig een hand. Zij zeiden Auf Wiedersehen, zonder daarbij te glim lachen en wendden zich enigszins abrupt van elkander af. Frau Amanshauser zoende Cathryn op beide wangen. Cathryn hoefde geen Duits te verstaan om te begrijpen, dat zij haar verzoek herhaalde om in het voorjaar terug te komen im Frühling. Cathryn was gedurende hun reis naar Parijs terug zeer verstrooid. Francis vroeg haar of zij aan Johann zat te den ken of aan diens Augustinus. Zij kon daar moeilijk op antwoorden, zij had een gevoel of een nieuwe wereld zich voor haar geopend had, of zij het einde van een bepaalde faze had bereikt. Ook Francis besefte, dat Cathryn het einde ener faze had bereikt. Hij benijdde haar, maar Parijs was voor hem een te heerlijke en te congeniale stad om te verlangen elders in Europa te gaan wonen; wanneer het mogelijk was je aan een stad te hechten, dan was het wel Parijs, dacht hij. Maar Frankrijk was de bron der Europese cultuur en in Parijs voelde je, dat je deel uitmaakte van deze rijkelijk vloeiende bron. Alles wat belangrijk was op het gebied van muziek, schilderkunst, literatuur en balletkunst (die zo vele kunsten om vat) kwam uit Parijs. Hij kon niet be grijpen dat een artist genomen in de ruimste zin van het woord die in Parijs kön wonen er de voorkeur aan zou geven elders te gaan wonen. Afge zien nog van zijn physieke schoonheid was Parijs een goede stad om in te leven en te werken en zich te verstrooien.... ondanks de Amerikaanse bezetting (Wordt vervolgd) de helling af en ik voelde een geweldige luchtdruk in mijn oren. Ik lag nog steeds op mijn brits. Onder me kon ik mijn makker horen kreunen. Enkele secon den later was onze hut vol sneeuw. Ik voelde het hout van mijn brits onder me en om me heen was niets dan koude, natte sneeuw." Freisegger zegt, dat hij zijn makker om hulp hoorde roepen, doch hijzelf kon zich niet bewegen. Lindner overleed spoedig. De redders hebben vastgesteld, dat Lindner's borstkas was ingedrukt door een dakspant. Freisegger bevond zich in volslagen duisternis. Een arm zat achter hem tegen de brits gedrukt, de andere werd vast geklemd door samengeperste sneeuw, die zo hard was als cement. Gelukkig was bij zijn hoofd een kleine open ruim te, zodat hij kon blijven ademen. De eerste dag gebruikte hij om zijn voeten los te werken en een kleine hol te te maken. Tenslotte kreeg hij zijn ar. men vrij, maar toen het zover was, zat zijn lichaam vol grote, bloedende schram men. Hij had geen besef van dag of nacht, omdat zijn cel pikdonker was. Misschien drie dagen heeft de honger hem gekweld, maar daarna werd hij er gevoelloos voor. Wanneer hij dorst had, beet hij in de sneeuw. Hij durfde niet te slapen uit angst dood te zullen vriezen. Wel verloor hij verscheidene malen het bewustzijn. Op zo wat de derde dag hoorde hij voor het eerst geluiden, ver moedelijk van zoekenden, maar de ge luiden stierven weg en hij gaf dfe moed op. De volgende dag hoorde hij de ge luiden weer en hij begon te schreeuwen en vervolgens alle liedjes te zingen, die hij zich kon herinneren. Weer vertrok ken de zoekers, die zelf in groot gevaar verkeerden door de kans op nieuwe la wines. Maar hij bleef zingen. Telkens wanneer zijn stem het begaf, ging hij weer koortsachtig graven met bloeden de bevroren handen, waarvan de nagels waren afgescheurd. Tenslotte was het hol zo groot, dat hij rechtop kon gaan zitten. Freisegger zegt, dat hij voortdu rend moest denken aan het verhaal van baron von MUnehhausen, die zich uit een moeras bevrijdde door zich aan zijn eigen haren te trekken. Hij brak een stuk hout uit zijn brits en groef daarmee verder. Op ongeveer de tiende dag slaag de hij erin een gat te maken zo groot als zijn hand, dat in de buitenwereld uit kwam. Toen had hij geen kracht meer en zakte op de bodem van zijn hol in el kaar. De volgende morgen hoorde hij stem men en hij bracht het tot zwak roepen, maar het werd blijkbaar door niemand gehoord. Men ging weer weg. De och tend daarop hoorde hij weer stemmen en hij schreeuwde zo hard als hij kon. Deze maal werd het gat, dat hij ge maakt had ontdekt en werd hij uitgegra ven. De doktoren hebben goede hoop Frei segger in het leven te houden, ofschoon zijn beide benen misschien geamputeerd zullen moeten worden. Officieren van de Royal Society voor Dierenbescherming hebben in Hudders- field in Engeland een 400 pond wegende Russische beer, die Stalin heette, afge maakt, omdat de oppassers bang waren, dat de beer vals zou worden na het ver lies van zijn wijfje. -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 3