NEDERLANDSE IMMIGRANTEN VERTELLEN HUN ERVARINGEN feu was het ceel beter gewend et*icde noorman: J{et 7 p pen Laat heb ik II bemind Komst der grote Ambonezen schept moeilijkheden SOMBERE VOORUITZICHTEN VOOR NEDERL. TUINBOUW De moeilijkheden met Duitsland £hefarine.4 Overpeinzingen ABDUSIROOP DE MOEILIJKHEDEN BIJ HET TONEEL J Snuif en wrijf Hygiënische toestanden in kampen slecht Voor de helft is woon ruimte gevonden zéér Viervoudige krachtige werking. m NOG STEEDS GEHEIME ZENDERS IN DRENTE WOENSDAG 7 MAART 1951 PAGINA 3 SPAREN VOOR DE TERUGREIS Jier 8£r en Onbevoegd tanden getrokken Twaalf weken tegen „dentist" geëist Dodelijke aanrijding Mening van het A.T.G. Jr m 1 -I Twee Duitse gezinnen worden uit Seifkant uitgewezen van Snorrebor Hongaars priester in ons land De roman van een oplichter Uit het Engels vertaald door DICK OmVENDIJK door ETHEL MANNIN Met stomheid geslagen Water en vuur (Bijzondere correspondentie) £)eeds verschillende malen is in dit blad geschreven over de grote moeilijk je heden, die de emigranten in Australië te wachten staan en over de alles behalve prettige omstandigheden, waarin zij na hun aankomst zijn komen je verkeren. Dat deze beweringen, naar voren gebracht door mensen in Neder- "nd, die over een groot verantwoordelijkheidsgevoel beschikken, inderdaad juist yw. moge blijken uit de ervaringen, die wij hebben opgetekend uit de mond van emigrant zelf. Die ervaringen zijn er geen over het vele geld, dat er te ver benen zou zijn, want ook in Australië moet hard gewerkt worden voor de "dterham. Vele emigranten geraken in grote moeilijkheden door de geringe huisves- XnOsmogelijkheden, die er in Australië zijnZij worden n.l. in barakkenkampen °ndergebracht, wanneer zij niet in staat zijn zelf voor een woning te zorgen. scheen of zij alle interesse voor het le ven en alles om haar heen verloren had. Ze spreekt nog steeds geen woord En gels. De jongens gingen naar school en deden niets anders dan breien en matjes vlechten en dat is te begrijpen. De meester spreekt geen Nederlands en hoe kan hij hun wat leren, wanneer zij tegen een horse" paard zeggen? De jaatste keer, dat Uw correspondent deze mensen bezocht, dacht hij bij zichzelf, dat de kinderen hier als boeven zouden op groeien. De familie zit natuurlijk dik in de schulden. Men schafte zich huisraad aan en alles ging op afbetaling. Hoe zij hier uit moeten komen is een raadsel. Zo spraken wij laatst een grossier in suikerwerken, die onlangs hier aan nam en, omdat hij èen valse huisves- 'ngsverklaring gekregen had, naar een ®amp moest. De man vertelde ons o.a.: «Eindelijk bfcn ik in Australië aange komen. Je weet, dat ik niet voor een *leint,ie vervaard ben, maar ik vraag JUe nu toch af, of ik niet de stomste «heek van mijn leven heb uitgehaald. J* nam mijn vrouw en kinderen gelijk "lee en dat was de tweede domme «teek. We wonen nu al vier weken hier in 5|t kamp. Het is in een woord ver- ^hrikkelijk! Wij hebben ons npg niet ongelukkig gevoeld. Ze doen maar je wat ze willen. En dan de ligging! ^tierige houten barakken. Als het re- «ent staat het water onder de bedden. Puiten is het een grote modderpoel. De 55'giënlsche toestand is méér dan slecht. I e W.C.'s en badkamers zijn te vies om e gebruiken. We moeten een uur in de 'j staan voor etert en als we het dan ^idelijk krijgen gooien we er de helft weg omdat het niet te eten is. Gelukkig zijn de jongens niet zo j'ein meer en kunnen ze voor zich zelf ,0rgen. Er wordt hier niets gedaan voor ®fc kinderen. Van de z.g. Displaced Per sons uit Duitsland hoor ik, dat de kam- Pe't in Europa tien keer beter zijn dan n'er. Het ergste is, dat ik absoluut geen {^gelijkheid zie hieruit te komen, ^lijkbaar is de woningtoestand slechter h ergens anders in de wereld. Ik nam mijn z.g. pre-fabricated huis mee uit Holland, maar mag het hier niet opzetten, omdat het vol gens de bouw- en woningcommissie hiet deugt. Soms staat er een advertentie in de *rant, waar ik dan direct op af ga, maar ,.°dra ik vertel, dat het voor een fami- Pé met drie kinderen is, heeft men al- I Dei uitvluchten en zie ik, dat ik nog r'hger in die hel moet leven. Was ik maar alleen gekomen en had ik eerst gezorgd, dat ik onderdak had voordat mijn vrouw en kinderen over liet Komen. Was het maar mogelijk, dat we efug konden gaan flaar Holland. Waarom heeft men ons niet beter in gelicht toen we nog in Holland waren?" •Iet is wel heel erg wat deze man ver leide. En dan te weten dat er dit jaar «o'n 35.000 Nederlanders hier heen ko men! Vele Australiërs wachten hier al jaren lang op hun huis. Het enige wat deze mensen voor verpaupering kan oewaren js goe(je voorlichting in Ne derland. Uit gesprekken, die Uw cor espondent gehad heeft met verschil- mde immigranten, is hem gebleken, dat 'r bij vele van hen de indruk bestaat, "ut de Nederlandse Regering erg bly is hjUhsen kwijt te raken en er zich dan "iet veel meer van aantrekt op welke Pottier cn hoe die mensen terecht ko- ?en. Zy geloven ook, dat de Austra- 'sehe Regering geen haar beter is. Men ehreeuwt als het ware om mensen en v's ze er dan eenmaal zijn is de taak bi de regering afgelopen. De verschil- r.de verenigingen en de kerkelijke ."stellingen doen veel goed werk, maar De man sloot zelfs een lening met een n.b. Hollandse geldschieter in de stad. De vrouw voelt zich als een gevangene. Nooit ziet ze iemand anders dan haar man en de kinderen. Haar enige verlan gen gaat uit naar Holland, maar het is een verlangen, dat nooit werkelijkheid zal worden. Ze vertelde o.a.: „Zegt u maar aan alle mensen met meer dan twee kinderen, dat ze nooit naar Australië moeten komen. In Hol land woonden we op een bovenhuis, maar we hadden onze vrienden en ken nissen. Hier kan ik niet eens met de buren praten. In Holland hadden we waterleiding en electriciteit. Hier moet ik het water uit de kreek scheppen en 's avonds zitten we bij de petroleum lamp. Toen we nog in Holland waren werd ons wel verteld, dat we met dat soort dingen rekening moesten houden, maar u weet hoe dat gaat. Het enige waaraan je dan denkt is: „weggaan uit Holland" en „we zullen het wel klaar spelen". Hetzelfde gaat het met de taal. Ik dacht ook: „Als ik in Australië ben, leer ik wel Engels," maar ik weet nu wel, dat daar nooit iets van komt. De kinderen, hoewel ze het op het ogenblik erg moeilijk hebben op school, zullen na verloop van tijd hun Hollands wel ver geten en Engels spreken en denken Dan zul je dus je eigen kinderen niet eens meer kunnen verstaan. Nee, ik heb nooit gedacht, dat we nog eens in alle opzichten zó arm zouden worden...." Voor deze mensen valt weinig meer te doen. Bovendien moeten dergelijke mensen niet te veel geholpen worden. Ze zouden maar gaan denken, dat an deren hun moeilijkheden wel zullen op- rossen. Immigranten, die terecht gekomen zijn in de z.g. Hollandse Kolonie in Zee zicht en reeds dozijnen brieven ge schreven hebben over de toestanden daar, hebben ons bezworen de Neder landers toch hiervoor te waarschuwen. Er zijn nu weer 40 Nederlanders naar die kolonie onderweg. „Ze gaan hun ongeluk tegemoet," heeft men ons ver teld. Het volgende is n.l. het gevalt Een Nederlandse fabrikant kocht in Australië wat land en een boerdery. Hij liet een aantal Nederlanders overkomen, die voor hem moesten werken. Hij kocht meer land en liet hen huizen bouwen. Hy betaalde de overtocht voor nog meer Nederlanders en breidde nog meer uit. Nu wordt hij de koning van Zeezicht genoemd. Hy wordt gehaat door zijn landgenoten, die van hem afhankelijk zijn en hij is ook niet erg gezien bij de Australiërs teSen wie hij zijn landgeno ten ophitst. Kolonievorming is nu juist iets wat de Australiërs niet willen. Men meent dat de immigranten zich beter onder de Australiërs'kunnen mengen. Wanneer wij hier vanuit Australië de Nederlandse adspirant-emigranten een raad zouden moeten geven, dan is dat de volgende: Nederlanders, die niet jong zijn, die zich niet aan willen passen, die zich niet de moeite getroosten Engels te leren, die niet het vaste plan en de vaste wil hebben om te slagen in Australië, mensen die rekenen op de hulp van an deren, die bij zichzelf denken „we red den het wel", die zich niet storen aan eerlijke voorlichting over Australië, kortom Nederlanders, die op de boot stappen zonder zich terdege voorbereid te hebben op de grote stap, die zij on dernemen, kunnen beter bij hun klom pen en windmolentjes blijven. Zij wor den dan in Australië nooit zichzelf en ze worden de gemeenschap tot een plaag. Zij zullen dan ook niet de goede naam, die de Nederlanders in Australië had den, nog meer schade doen. Laat men. zich niet druk maken over het klimaat of over het weer; praat ook niet over de verschillende staten en hoofdsteden, over de strategische ligging van Aus tralië, of over de bevolking. Laat dat maar aan de voorlichtingsdiensrt over. UU, -uoJlWl UJWgl 42. Angst en afgrijzen staan in Olaf's verschrikte wijd-opengesperde ogen te lezen. Het zwaardzegt hij toonloos, „de vloek „Bespied zijn wij op deze tocht!" zegt Eric hard. Als in een flits ziet hij weer alle bijzonderheden van de laatste uren voor zich van het ogenblik af, dat hij Olaf naar Pum-Pum vroeg. Iemand moet ons gevolgd zijn, gaat het door hem heen. Maar nu weet hij het ook! Een man hebben zij op hun tocht door de burcht ontmoet: Vagen! De Fret, die zo zoetsappig vroeg of Eric de moordenaar van Gost al gevonden had Scherp blikt de Noorman om zich heen. „Daar, die trap op," zegt hij tot Olaf, „langs auar moet de rover verdwenen zijn!" Met grote sprongen is de Noorman al op de eerste treden. Olaf volgt hem en heeft moeite hem bij te houden. Door de snelheid, waarmede de beide mannen zich wegspoeden, blijft Pum-Pum verbluft achter. Hij wü hen nalopen, maar bedenkt zich meteen weer. Een tevreden blik komt in zijn ogen. „Ik weer meester helpen!" denkt hij trots. „Pum-Pum goed kijken blijven, Pum- Pum klein zijn en niet gauw gezien worden! Nog meer ontdekken?" Ver voor Olaf uit bereikt Eric de bovenverdieping. Snel spoedt hij zich naar zijn vertrek en gordt zich gehaast een zwaard om. Vagen! denkt hij. Hij is de aanstichter van alles en het zwaard het doel. Maar in het bos redde hij mij het leven bij die overval... Neen, een schijngevecht, weet de Noorman nu met onfeil.bare zekerheid. Misleiden wilde hij mij! Daarom lieten die aanvallers zich ook niet raken. Daar is het vertrek van de Fret. Eric houdt de pas in en trekt zijn zwaard. Voor zichtigheid is nu geboden. Een seconde later staat hij dreigend in de deuropening. Maar geen woeste aanval treedt hem in de weg; de kamer is verlaten, op één persoon na Heidrun! De dienst Maatschappelijke Zorg van het ministerie van Binnenlandse Zaken, die he iast is met de verzorging van repatrianten, ziet zich door de komst van drieduizend Ambonese gezinnen (ongeveer twaalf dui zend personen) voor grote moeilijkheden ge plaatst. Door de ontruiming en uitbreiding van een aantal woonoorden, o.a. Vught en Schattenberg, en de beschikbaarstelling van enkele DUW-karapcn zal er weliswaar tegen 1 Mei woonruimte zijn voor 1.500 Ambonese gezinnen, maar voor de resterende 1.500 is nog geen woonruimte gevonden. Men gaf ons te verstaan, dat deze woonruimte in ieder geval beschikbaar zal komen, desnoods door vordering van woonruimte of door de inrichting van andere kampen. Sinds 1945 zijn ongeveer 200.000 gerepa- trieerden uit Indonesië ons land binnengeko men (57.000 emigranten verlieten ons land). In het begin kon 25 pet. gerepatrieerden niet zelf een onderdak vinden. In de vol gende jaren was 50 a 60 pet. aangewezen op de woonoorden. Op het ogenblik zijn er nog bijna 4.000 gezinnen (ongeveer 18.000 per sonen) verdeeld over woonoorden (52) en hotels (500). De komst van de Ambonezen werpt be halve huisvestingsproblemen ook de vraag op, wat er verder met hen in Nederland zal geschieden. Hun verblijf wordt door de Ne derlandse regering en door hen zelf be schouwd als een tijdelijk verblijf. Zodra de politieke situatie in Indonesië meer gestabi liseerd zal zijn, zal het grootste deel der Ambonezen, zo verwacht men, willen terug keren. Daarom worden er geen maatregelen voorbereid, die het opgaan van de Ambone zen in de Nederlandse samenleving kunnen bevorderen. De enige uitzondering hierop is een Maleis-Nederlands leerboekje, dat hen in staat moet stellen zich enigermate ver staanbaar te maken. stroom van emigranten is te groot en Moeilijkheden zyn te talryk. lh Nederland wordt zo gauw gezegd: J- We vinden altijd wel iets; we zullen niet op straat hoeven te slapen". W"S niet zo lang geleden overnachtten hebben enige Nederlanders in het park! ze onderdak. Ze wonen n.l. vieren op twee kamers; hebben el- dag ruzie met de mensen waar zij bij Wonen en sparen voor de terugreis! Een Nederlandse familie met twee Kleine kinderen werd bij een Austra lische boer ondergebracht, ongeveer Mijl buiten de stad. Zij kregen een "bis en mochten de groenten uit de bin halen. De eigenaar, een echte Vrijgevige Australische boer met een °Pen oog voor de moeilijkheden van «ih nieuwe huurders, sloofde zich Jht om het hun zo prettig mogelijk Maken Hij leende hun zelfs een van 'Jn koeien en hij gaf hun zes kip pen. Eén dag is die familie daar ge- P'even! Toen pakten ze hun spullen !n. de ondankbaren, en kwamen ze 'erug naar de stad, waar ze bij het ^rbeidsbureau kwamen klagen: men P'as het in Holland beter gewend; er as geen electrisch licht; het was zo Ppr van de stad enz. Het is begrijpe- }'Jk welke indruk dergelijke voorval- *en op de Australiërs maken. Dezelfde (amilie woont nu ergens op het platte iand bij een andere boer, maar nü on- b®r de meest beroerde omstandighe den! Januari 1950 kwam een Nederlan- naar Australië. Hij had zijn vrouw .vUf kinderen achtergelaten, om hen, isTra hij een huis had gevonden, over te vta komen. Na vijf maanden zoeken, hjj ®eh en advertenties plaatsen vond 'ets dagen voordat zijn vrouw kwam dat inderdaad op een huis leek. cjjh^as wel geen electriciteit, waterlei- b\,jf en het was wel ongeveer 18 mijl "bd de stad, maar het was toch een ï^bmen. De man sprak gebroken Sr.ife's; de vrouw kende de taal in het tij ®el niet. De oudste van de vijf kin ken was 8 jaaf, de jongste was nog !iju 2bigeling. De familie ging een moei- *''d tegemoet. Vijf maanden later de vrouw totaal veranderd. Het Advertentie Jiefarine „4" werkt viervoudig, I elk tablet bevat vier verschil- e"de geneesmiddelen tegen pijnen n 9riep. Deze brachten aan nulli jn n*n mensen in de gehele wereld J*'*' vaak ook wanneer andere ^[adelen (aaiden. De werking is ■Ronder krachtig maar weldadig. /S BEROEMDE GENEESMIDDELEN IN ÉÉN TABLET KUNEN EN GRIEP 20 TABLETTEN F 0.7» In zijn openingsrede van de 15e alge mene vergadering der afdeling tuinbouw van het Koninklijk Nederlands Land bouw Comité, die Dinsdag in Amsterdam is gehouden, zei voorzitter W. J. van Kampen somber gestemd te zijn over de vooruitzichten voor de Nederlandse tuinbouw, „die op het ogenblik in dé mist vaart". Overvloed van productie in geheej Europa had de vorige zomer geleid tot een aanmerkelijke daling van de prijzen, die hier en daar een catastrophe tot ge volg had. Spr. achtte de tuinbouw een object van nationale importantie, „een van de economische fundamenten, waar op Nederland gebouwd is". Nationale hulp dient gegeven te worden aan de tuinders, wanneer deze buiten hur. schuld in moeilijkheden geraakten als gevolg van de internationale overvloed aan producten. Besproken werd een bestuursvoorstel, waarin er bij de regering op wordt aan gedrongen een nationaal plan te ontwer pen met het doel elke uitbreiding van gemeenten, industrieterreinen, vliegvel den enz. zodanig te regelen, dat de goede cultuurgronden in ons land niet meer worden aangetast. De vergadering droeg het bestuur op de tekst zo te wijzigen, dat de regering aan de gemeentebesturen slechts richt lijnen verstrekt. Het bestuur was tot dit voorstel gekomen, „omdat steeds meet goede cultuurgronden ten offer vallen aan uitbreiding van gemeenten". De vroegere handelsattaché in Duits land, ir. T. P Huisman, thans voorzitter en directeur van het Hoofdbedrijfschap voor akkerbouwproducten, heeft in een uitvoerig overzicht over de toestand in de Duitse tuinbouw medegedeeld, dat het huidige verdrag de Nederlandse tuinbouw niet geheel bevredigt, doch dat het door de Duitse land- en tuin bouworganisaties in alle opzichten als funest wordt aangezien. De export van onze gecontingenteerde producten is afhankelijk van de export der vrije producten. Wordt deze te groot, zo ging hij voort, dan moet de gecontin genteerde export verminderd worden, daar de invoer uit Duitsland en de ex port naar dat land anders te veel uit hun evenwicht worden getrokken. Hoe groter de invoer uit Duitsland, hoe minder gevaar op deze grond voor onze export. Tenslotte" is de gehele betalings positie van Duitsland tegenover alle O.E.E.C.-landen tezamen van betekenis. Het verbod van invoer van groente, dat 27 Februari werd gepubliceerd nadat de zg. vrije invoer in Duitsland al eerder was stopgezet vloeide volgens spreker voort uit het feit, dat de totale invoer uit de O.E.E.C.-landen het daarvoor ge raamde bedrag zeer sterk had over schreden. Later is de géhele invoer uit alle O.E.E.C.-landen stopgezet. Spreker meen de, dat dit niet lang zal duren, doch geloofde, dat van de liberalisatie niet veel kan overblyven en de Duitse rege ring nauwlettend toezicht op de Invoer zal blyven houden. D® Amsterdamse rechtbank behan delde in hoger beroep de zaak tegen de 43-jarige Amsterdammer J. J, E., wiens beroep aldus de president - „den tist" was. De kantonrechter had ver dachte wegens het onbevoegd uitoefe nen van een beroep tot twee keer twee weken veroordeeld. Verdachte had bij een patiënte een aantal kiezen en tan den getrokken onder narcose. Deze nar cose was toegediend door dr. S., die als getuige werd gehoord. Hij verklaarde, dat hij verdachte reeds van ver voor de oorlog kende en geregeld met hem samenwerkte. Hij beschouwde de ver dachte als „semi-tandarts." De Officier van Justitie maakte hierover de opmer king: „Het medisch tuchtcollege zal wel belangstelling hebben voor een dokter, die zich niet ontziet dergelijke lieden te steunen." En de president deelde even later mede, dat de geneeskundige inspec teur voor de volksgezondheid van een en ander in kennis was gesteld. De pa tiënte verklaarde, dat verdachte haar tot volle tevredenheid had behandeld. De Officier van Justitie noemde het geval een ernstig feit. Dit kwaad moet worden uitgeroeid. Verdachte is reeds eerder voor een soortgelijke overtreding met de justitie in aanraking gewe'est Hij eiste twee keer zes weken hechte nis. De verdediger, mr. F. Heemskerk, merkte op, dat zijn cliënt zijn practijk heeft overgedragen. Voorts voerde hij aan, dat bij de behandeling dr. S. lei ding naar deze zelf gezegd heeft gaf. Hij verzocht vrijspraak, subs, cle mentie. Uitspraak 20 Maart. De twee-en-zestigjarige nachtportier van het vliegveld Ypenburg, J. A. de Heus, is Dinsdagavond op de weg voor dit vliegveld door een auto aangereden en gedood. jt Een uiterst merkwaardig monument voor Gandhi heeft de beeldhouwer Kar- marhan uit Bombay ontworpen. De Mahatma leunt over de ingangspoort van een monumentaal gebouw, dat meer dan dertig meter hoog zal worden, en kijkt zo uit over New-Delhi, de hoofdstad van India. De ontwerper wil het bouwwerk in rode zandsteen laten uitvoeren zoals zoveel openbare gebouwen in New-Delhi maar in het comité, dat voor een monument voor Gandhi moet zorgen, gaan stemmen op ten gunste van wit marmer. Gelijkvloers zal een restaurant ingericht worden, waar men uitsluitend ge droogde vruchten zal serveren, geitenmelk, vruchtensap en andere soortgelijke dranken. Op de verdiepingen wil men tentoonstellingen inrichten, die bijzonder heden laten zien over Gandhi en andereIndiase leiders. Op de vierde verdieping komt een uitkijkpost, waar de bezoekers de hoofdstad kunnen zien „door de ogen van de Mahatma". De kosten zullen, ruw geschat, anderhalf millioen dollar bedra gen. Maar dat bedrag zal spoedig bijeen zijn, zegt de ontwerper, .als men de bezoekers van het gebouw een kleine heffing oplegt. De leiding van het Amsterdams Toneelge zelschap heeft te kennen gegeven, het ten zeerste te betreuren, dat Ko Arnoldi een persconferentie heeft gehouden en daarin „de vuile was van de toneelwereld heeft uitgehangen". „Zelfs al was het geheel waar, wat de heer Arnoldi heeft gezegd", aldus de zake lijke leider van het A.T.G., de heer Jo Sternheim, „dan komt het nog niet te pas zo te spreken. De heer Arnoldi heeft het toneel door zijn optreden geen goede dienst bewezen. Een dergelijke manier van doen brengt de stand van de toneelspelers in een kwade reuk". De heer Sternheim ging voort met te zeggen, dat het toneel in Rotterdam een probleem zal blijven, zolang er geen fi guur gevonden wordt, „een peiler, die ook de ideële kant van het toneel ziet", die daar de leiding in handen neemt. De heer Arnoldi heeft nooit de gedachte van het Centraal Coördinatie-bureau aangehangen en hij heeft er nooit aan meegewerkt die te verwezenlijken. Door deze houding heeft hij het werk van het C.C.B. gehin derd en geremd. „Op het moment, dat de heer Arnoldi in de coördinatie werd opgenomen'', aldus de heer Sternheim, „was het met het C. C B gebeurd". De heer Arnoldi wil een eigen zaak voeren op liberale grondslag. „Doch dit alles", zo vervolgde de heer Sternheim. „vormt het Rotterdamse probleem niet. Het probleem ligt veel dieper. In Rotterdam gaat het er om door te breken tot de paar duizend mensen, die zich aansluiten bij de smaak van Amsterdam en Den Haag en om ze op te vangen voor een behoorlijk, breed opgezet toneel. Men kent de weg niet die hiertoe leidt en daarom zal de toestand bij het toneel in Rotterdam zo blijven als hij is. Er zijn in Rotterdam, afgezien hiervan, tegenstellingen, die wij hier niet kennen Enerzijds is er een streven te komen tot cultureel verantwoord toneel, anderzijds be staat de neiging te zeggen: wij zijn tevre den met wat wij hebben en de rest inte resseert ons niet. Wat het Rotterdams to neel nodig heeft is een aantal door idealen bezielde spelers, die scheppend werk willen verrichten en niet voor een zacht prijsje te koop zijn". De leiding van het A.T.G. betwijfelt of het, Ko Arnoldi zal gelukken een goed ge zelschap samen te stellen, zelfs als hij ac teurs en actrices tot zich zou trekken, wier contracten bij de bestaande gezelschappen niet zijn verlengd. Advertentie Uw verkoudheid van neus. keel of borst weg met Hoewel onlangs een einde werd ge maakt aan de clandestiene uitzendingen van de amateurzender Erica, blijven des Zondagsmorgens nog steeds geheime zen ders in de aether, speciaal te beluisteren in de Zuid-Oosthoek van Drente. De afgelopen Zondagmorgen was „Klaver Vier" ongeveer een uur in de aether. Ook deze zender verzorgde een pro gramma verzoekplaten, met daar tussen door een praatje. De Nederlandse regering heeft beslo ten twee Duitse gezinnen, het ene be staande uit vader en twee zoons en het andere uit moeder en dochter, uit de Seifkant naar Duitsland uit te wyzen. Vóór de grenscorrecties doorgevoerd werden, hadden zich ongeveer twintig Duitse gezinnen, die na de bevrijding uit Nederland waren verwyderd, schie- lijk in de Seifkant gevestigd, in de hoop op deze manier toch weer in ons land terecht te komen. Nadat dit bekend ge worden was, is opnieuw een onderzoek naar de antecedenten van deze mensen ingesteld, met het gevolg, dat nu twee gezinnen opnieuw over de grens gezet worden. Een en ander is ih overeen stemming met de in Parijs in 1948 ge nomen besluiten inzake de grenscorrec ties. De gezinnen kunnen voorlopig in de Seifkant blijven, totdat Duitse in stanties woonruimte ter beschikking stellen, waaromtrent overleg is ge pleegd. Htn 3 ■unit Htuiiiiiiiiii ui ttiiiiiiiiftiiiiifiiiiiiHiiiii ui minimis „Er is één goeie kant aan de mis lukking van de zeer brede basis in de kabinetscrisis", zei Snorrebor. „Welke?" vroeg ik benieuwd. „Wel, je kunt er donder op zeggen, dat er verdraaid onaangename maat regelen zullen moeten genomen wor den, maatregelen, die ons volk zwaar op de maag zullen liggen en het het zuur zullen bezorgen Als nou die zeer brede basis met de Anti-revolutionnai ren méé zou zijn gelukt, zouden de communisten alleen in de oppositie hebben gezeten en zouden dan gemak kelijk spel hebben gehad om er poli tieke zij bij te spinnen. Hoeveel, zou bij de verkiezingen in 1952 dan wel zijn gebleken". „Je hebt een vooruitziende geest", zei ik. „Ik ben nog altijd betalend lid van de K.V.P.", antwoordde Snorrebor. Met toestemming van Z.Em. Joh. Kar dinaal de Jong vertoeft voor ongeveer twee weken in ons land de Hongaarse priester Th. Kertesz. Gedurende die tijd belast hij zich speciaal met de zielzorg onder de in ons land vertoevende Hon garen. Voor elk hunner is pater Kertesz te spreken. Bemiddeling verleent de Stichting Hulpactie voor Hongarije, hui ze Zeeburg, Zeeburgerdijk 236 te Am sterdam. De Hongaarse priester heeft domicilie gekozen in de pastorie St. Ge- rardus, Ambonplein 13, Amsterdam. In enkele grote steden, zoals Amster dam en Den Haag zullen bijeenkomsten voor Hongaren worden gehouden. Advertentie Oie krampachtige hoest laat U geen rust. Spaar Uw longen, neem de slijmoplossende Voor een Weense rechtbank heeft een man terecht gestaan, die zich om beurten uitgaf voor „Mijnheer van Hattum „Graaf van Bever", „Dr. Otto Wagner" „Graaf Marticano" of „Guenther Marti- ken". Men vermoedt, dat deze laatste naam tenminste niet vals Is. De man heeft zich aan oplichting schuldig ge maakt om van de rest maar niet te spreken. Het is merkwaardig, hoe in on ze democratische tijd een titel, zelfs een onrechtmatige, nog altijd een geweldig crediet bij de goedgelovige menigte heeft. Vandaar dat oplichters vooral in moeilijk te controleren internationale milieu s er een lucratief gebruik of lie ver misbruik van trachten te maken. Guenther Martiken diste tijdens het proces het volgende levensverhaal op, dat de heren rechters zó zeer boeide dat zij af en toe schenen te vergeten dat zij niet met Moeder de" Gans, maar met een verdachte te maken hadden. Martiken is opgevoed in Tsjechoslo wakije en thans midden dertig. In 1937 werd hij wegens een zedendelict in het gevang gezet. Een jaar later diende hij bij de Edel-Germanen in de S.S., maar, naar hij beweerde, als spion in opdracht van de verzetsbeweging. Hoe dit ook zij, in 1943 bevond hij zich in een Duits con centratiekamp. Volgens zijn eigen ver haal was hij ter dood veroordeeld, om dat hij een stuk van een Duitse vesting in de lucht had laten vliegen. Hij wist 53) „Morgen zul je die droom uit de tijd, toen je nog klein. was. verwerkelijkt zien. Dat is van belang voor je; het be tekent veel voor je. Dan kom je bij me terug en begint onze eigen droom, de droom die we samen zulen maken. We dromeh er nu over en zuilen er nooit uit ontwaken Het was nog maar nauwelijks licht, toen Cathryn en Francis in de vroege ochtend vertrokken. Johann had er op gestaan koffie voor hen te zetten en her. uitgeleide te doen. Hij stond aan de deur van het Gasthaus en bleef wuiven tot zij in de lege straat uit het gezicht ver dwenen waren. Cathryn vond, dat hij er in zijn bruine kamerjas met het toege- knoopte koord uitzag als een monnik Het koord met de knopen, dat 'n symbool was van zuiverheid, armoede en gehoor zaamheid. Het koord, dat je bii.het klim men om je middel wond; de knoop der veiligheid in het koord, dat het leven zelf vlecht. Zij gingen over weidegronden, door pijnbossen en lariksbossen. over steen gruis naar de gletscher, in het grijze licht een desolate uitgestrektheid ijs vol sleten en plooien. Zij gingen verder door de sneeuw aan de kant, langs de rots wanden; zij hoefden zich niet aali elkan der vast te binden of de. klimijzers aan te doen. Zij klommen, zwijgzaam, met taaie volharding, ook de zon klom en ineens was het volop licht. Boven de gletscher stegen de sneeuwwanden steil op naar een grillig gevormde kam. zij bonden zich aan elkander vast, hakten treden in de wand en klommen omhoog in de wind. Aan de rand kreeg de wind een bulderende kracht. Het was een wind, die je verblindde, die je adem af sneed. Zij begroeven hun mond en kin in de kraag van hun leren wind jackels en worstelden verder. Het leek, vond Cathryn, alsof de, berg hun onvriendelijk gezind was; hij verzette zich tegen je met alle macht; je moest hem bevechten en hij vocht terug, met rotsen, ijs en een bulderende, snijdende wind Maar je worstelde verder, je zette door. Dit wa ren, wat Johann noemde, de „kwad° dingen"; maar het goede was weer, dat je ze bevocht, samen met Francis. De steile, bevroren sneeuwwand boven de gletscher scheen geen einde te hebben 'Je wachtte tot Francis klaar was een trede te hakken, wendde je ogen af van verblindende witheid van de wand en keek omhoog naar de graten. Zij teken den zich af tegen de lucht als de krab bels van een kindertekening. De krab bels waren echter stevige rotsen, en iedere dunne, golvende lijn een ingewik kelde samenstelling van uitspringsels, smalle graten, loodrechte rotspunten, waar je op de een of andere wijze om heen moest zien te komen, of je moest er op zien te komen, centimeter bij cen timeter, je vastklemmend met je nagels en de punten van je schoenen. En heel de tijd huilde de wind om je heen, je verblindend, je verstikkend. Maar je deed het, omdat je er jaren lang naar had uitgezien en zette door. Je kwam eindelijk op de graat, die de sneeuwwand verbond met het rotsmas sief van de Schwarzkogel. Je vroeg je af, h9eveel uren het zou vergen om die grillig gevormde granieten massa over te komen; en hoe de graat zou zijn, die haar weer met de top verbondDan kroop je al weer vooruit op handen en voeten, met je hoofd omlaag als een dier, dat snuffelend een spoor volgt. De zon werd krachtiger en de schittering begon te verblinden, je dreef je ijsbijl diep in de sneeuw en tastte naar je sneeuwbril. De wind probeerde hem uit je handen te rukken, maar op een ol andere wijze kreeg je hem toch op. Wol ken stroomden van de bergpiek als rook, door een vulcaan uitgebraakt; als hete dampen schenen de wolken op te stijgen uit de kokende ketel, die het dal was, bijna tienduizend voet beneden hen. Je kon niet zien, horen of denken. Je han delde als een automaat en zette door, blindelings, zonder te denkenin een inferno van de wind, die om je heen bulderde en raasde. Je kroop vooruit achter Francis, en het touw kroop tus sen hem en jou in, het koord, waarvan je leven afhing. Eenmaal toen Francis zijn pickel dreef in een rand een paar voet boven hen, brokkelde de sneeuw af en een kleine lawine gleed omlaag langs de helling. Hij sloeg zijn pickel opnieuw vast, hoger, cn hij hield. Zij klommen verder. Eindelijk bevonden zij zich op een ter ras aan de voet van de Schwarzkogel, zij leunden met de rug tegen de rotswand, waren wel niet buiten de wind, doch werden nu niet van alle kanten aange vallen. Francis keek haar met een glimlachje aan. „Gaat het?" Zij knikte. „Uitstekend." „Dat stuk" hij wees met een knikje naar het labyrinth van rotspunten, sple ten, uitspringsels en steilten achter hen, „is niet zo erg als het er uit ziet. We krijgen nu een hele tijd een vlak gedeelte en dan een couloir bijna tot de top. De graat naar de top is niet zo moeilijk je hoeft in ieder geval niet te kruipen. Zullen we verder gaan?" Zij gingen verder over het terras, ter wijl de wind hen bedreigde van bene den en van boven. De top van de berg was nu uit he't gezicht verdwenen. Zij hadden alleen maar voor zich het smal le, met sneeuw bedekte terras met de granieten wanden aan de ene zijde en de open ruimte aan de andere zijde. Het terras versmalde en eindigde in een groot bastion van grillig gevormde rot sen. „Dit is gemakkelijk", zei Francis. Het was het gemakkelijkste stuk dat zij kregen; er waren steunpunten voor handen en voeten. Er had alleen geen sneeuw moeten zijn, vond Cathryn; die kwam naar beneden telkens wanneer je je aan een vooruitstekende punt m-o- beerde vast te grijpen of met je pickel een houvast probeerde te vinden, zij kwam in je gezicht en bedekte je hoofd en schouders; ook moest er niet steeds die snijdende wind zijn, waardoor je ogen pijn begonnen te doen en je uitge put raakte; het was echter een ver moeidheid die tot je brein beoerkt bleef; je lichaam, je benen en voeten, je ar men, handen en schouders bleven hun werk doen, doch automatisch. (Wordt vervolgd) echter uit het kamp te ontvlus^-en, ging naar Frankrijk en België ert werkte daar in de verzetsbeweging. Hij ontken de, dat hij in 1945 te Wenen als Russische „volkscommissaris" is opgedoken en gro te hoeveelheden goud en juwelen heeft „gevorderd". Wel beweerde hij in die tijd te Brussel te zijn geweest en door Paul Henri Spaak te zijn geïntroduceerd bij een zekere graaf van Bever, die hem als zoon zou hebben geadopteerd. Hier door kreeg deze slanke,' zwartharige nieuwbakken aristocraat, die vriende lijk onder zijn donkere, elegante snor retje a la mode lacht, connecties met de beste Belgische families. „Een zeer rijke dame werd verliefd op mij", verklaarde deze moderne Casanova, die met vrou wenharten ^omspringt als met gebroken borstplaat. *,t)eze dame gaf mij een luxe. auto en veel gouden dollars. Ik was ech ter niet op haar, maar op haar zeventien jarige dochter Monica verliefd en ben met haar, de dollars en een deel der fa miliejuwelen in mijn auto naar Wenen gevlucht, waar ik haar trouwde. Zij is :n Wenen onder de naam van „prinses de Montigny" aan typhus gestorven en ik ben erfgenaam van de Belgische nrilli- oenen van haar vader." In 1946 werd Martiken in Wenen we gens afpersing en smaad tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld. Nauwelijks uit de gevangenis vatte hij zijn oude practijken weer op en wist in kringen van filmsterren, filmproducenten en rijke zakenlieden binnen te dringen, die hij voor grote bedragen bezwendelde. Met zijn geaffecteerde stem vertelde hij, dat hij „officieel" vier keer getrouwd is geweest. Tijdens het beraad van de rech ters wendde hij zich tot de perstribune en vroeg aan de journalisten, of ze hem geen honorarium wilden geven voor „het bijzonder interessante verhaal", dat hij hun had geleverd. Er wordt nog onderzocht of Martiken ook in Nederland heeft gewerkt. Het zou ons niet verwonderen, indien wij hier te doen hebben met dezelfde „Dr. Wagner", die in Rotterdam een mannequin met voorspiegelingen van een filmcarrière bijna tot zijn slachtoffer had gemaakt. De „Third Man" van het na-oorlogse Wenen is maar een schooljongen verge leken by deze veelnamige zwendelende Don Juan. In Treviso in Italië is een man van middelbare leeftijd letterlijk met stom heid geslagen, toen hij in een café de uitslag van een voetbalpool hoorde en het bleek, dat zijn nummer gewonnen had. „Dat is mijn nummer", brulde hy en zakte toen in elkaar. Sindsdien heeft hij slechts onverstaanbare klanken kun nen uitbrengen. Hij werd in het zieken huis opgenomen. De dokter zegt, dat de emotionele schok te groot is geweest, maar verwacht veel heil van de tweede schok, die de patiënt zal krijgen als hij hoort, dat hij niet de enige gelukkige is en slechts 425 gulden van de grote prijs zal ontvangen. Toen het huis van Walter C. Boyles te Fort Wayne in de staat Indiana van alle kanten door water was omringd, trok hij met zijn vrouw en zes kinderen weg. De volgende dag brandde het tot de grond toe af.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 3