C. J. d. Broek
Bonte menigte van
allerlei ras
-■
'SifeK
I
GIULIANO, de Siciliaanse bandiet
MORRIS v.af f 3955.-
Bloemendaal krijgt een natuurwacht
E
ONGEKENDE BLOEMEN
WEELDE
Heer van Marquette in strijd
met „Courantiers
De grote Rendorp
DE COMMANDO-BRUG,
Sobere Italiaanse film
in Luxor
HERINGA WUTHRICH
Jubileum aan St. Lucia-
Muloschool
A.E.G.
VOORBEELD VAN CULTURELE OPKOMST
11 "H
Radio Moors
RADIO VELT
ZATERDAG 7 APRIL 1951
PAGINA 7
City
Cinema Palace
Frans Hals
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
Rembrandt
Spaarne
JUR. A. v. d. PRIJT
25 jaar in dienst van
Hageveld
Mej. H. A. M. Sprengers
25 jaar aan de school
verbonden
Elecfrisch Gereedschap
Voorlopig comité
opgericht
Hedendaagse Luxemburgse kunst" in Huis van Looy
De jongste generatie opvallend
goed vertegenwoordigd
l. r.
Een bezoek aan Zuid-Afrika
n
r 'ti t*.
•tl
Ui i>;
Hl
99
99
Dispensatie kwam niet
VAN AMSTERDAM NAAR 'S HAGE.
EEN GROOT AANTAL
FELICITATIES
KYNOLOGENCLUB
KENNEMERLAND
R.K.T.T.V. „G.T.T.C
15 jaar
Natuurlijk hebt u zitten wachten op
een film over de befaamde Siciliaanse
bandiet Giuliano. Die film moest komen
en we zijn dus op onze wenken bediend.
Ze is niet eens zo gek uitgevallen, al
kennen we zuiverder voorbeelden van
Italiaanse filmkunst uit de laatste ja
ren.
Aldo Vergano is de regisseur van dit
drama, waarin Giuliano geenszins ver
schijnt als de vereerde held van zoveel
Sicilianen, maar evenmin als de bloed
dorstige moordenaar, die alle respect
voor het leven ontbeert. Hij is een ta
melijk naïeve man, die op een of an
dere manier hogere bedoelingen heeft
en slechts node zijn tegenstanders neer
schiet. Hij is als de leeuw, die alleen
verscheurt als hij aangevallen wordt of
honger heeft. En eigenlijk is hij het
slachtoffer van een paar misdadige in
tellectuelen en aristocraten, die hem
willen gebruiken voor hun eigen voor
deel onder het mom, dat hij strijdt voor
een onafhankèli.ik Sicilië. En als altijd
Wordt het drama van Giuliano doorbro
ken door de menselijke verhoudingen,
die hier en daar richting geven aan de
gebeurtenissen en tenslotte zelfs van
beslissende invloed zijn. Zo is daar de
liefde tussen de bandiet en een meisje
uit een Siciliaans dorp, een oprechte
liefde, die schandaal verwekt bij de te
genstanders, doch volkomen begrepen
wordt door de moeder van de bandiet
en zijn vrienden. Het schuldaccent ligt
dus niet op Giuliano alleen, maar ster
ker dan op hem, op de konkelaars ach
ter de schermen. Hetgeen duidelijk
blijkt, als Giuliano wordt neergeschoten
m een gevecht met de politie aan de
ingang van een kerk, waar juist een
avonddienst plaats heeft en waar de el
lendelingen vooraan zitten. Als het dra-
tha zich voltrokken heeft en de ware
schurken tegenover het publiek hun
°hschuld betuigen en dit zowaar onge-
Vraagd doen, trekken de mensen zich
Zwijgend terug om hun afkeer van de
hoeyen kenbaar te maken. Dit element,
dat herhaaldelijk in de handeling tot
Uiting komt, heeft Vergano uitstekend
getröffen, met name ook, waar de poli
tie de bevolking ondervraagt, die zo
hardnekkig in stilzwijgen volhardt en
dit op zo natuurlijke wijze doet, dat het
duidelijk wordt, dat hier waarlijk niet
de angst alleen de drijfveer is. Veeleer
is het een zuiver aanvoelen van de si
tuatie, die ietwat gecompliceerder
schijnt te zijn, dan de autoriteiten ver
moeden. De mensen zwijgen, omdat zij
de zekerheid hebben, dat er nog andere
en misschien erger schurken aan het
werk zijn dan Giuliano.
Zoals u ziet, heeft Vergano de zaken
niet zo heel licht opgevat en zeker heeft
hij niet naar sensatie gestreefd, hoezeer
men dat ook had moeten verwachten. Hij
vertelt met een zekere koelheid en
toch onderhoudend genoeg om de film
aangenaam te maken. Daartegenover
mist hij de pakkende vormgeving, die
het verhaal meer vlucht en kracht had
kunnen geven. Maar om zijn soberheid,
die nergens dor wordt, moet men hem
toch prijzen. De film draait in Luxor en
18-jarigen kunnen er heen.
Alexander Hall heeft een van die
familieverhalen op de film gebracht,
waarin de Amerikanen nog al eens ple
zier hebben gehad. Maar ditmaal zijn
het niet de jongelui, die de hoofdrollen
spelen, maar een oma en een weduwnaar
op jaren. Louisa is de naam van Oma.
Sinds de dood van haar man woont zij
in bij haar getrouwde zoon, die behalve
een aardige vrouw ook een leuk dochter
tje en een klein zoontje heeft. Oma voelt
zich wel wat eenzaam, doch na een toe
vallige ontmoeting met de kruidenier
Henry, die zich ook eenzaam voelt, be
gint zij zich te realiseren, dat ze niet
eenzaam behoeft te blijven. Daar komen
verwikkelingen van en Henry, die maar
een eenvoudig man is, krijgt concurren
tie van een bankier, die zijn rivaal on
derschat en na wilde worstelingen moet
erkennen, dat Louisa haar kruidenier
beven de rijkaard verkiest. Alles komt
°P z«n pootjes terecht, maar voor
,ls' wordt een heel gezin weken
alarmtoestand gehouden en die
alarmtoestand is om zo te zeggen de
kern van de zaak. Terwijl wij dan ons
genoegen beleven aan de ontwarring van
de knopen, ervaren wij, dat Alexander
Hall of de man, die het verhaal heeft
verzonnen, kans gezien heeft de toe
schouwer duidelijk te maken, dat de
verliefdheid van die twee oude mensen
hoegenaamd niets belachelijks heeft en
integendeel ook hier de eeuwige frisheid
en de eeuwige jeugd van de liefde eer
Een gezellige film dus, die mef streeft
naar een bijzonder geraffineerde ver.
telvorm, maar door de beweeglijkheid
Van het verhaal reeds voldoende afwis
seling biedt om te kunnen amuseren.
Jong en oud kan er heen.
„De blauwe dahlia" is de naam van
een cabaret, dat overigens maar een zeer
ondergeschikte rol speelt in deze nogal
traag beginnende en ingewikkeld verlo
pende detectivestory. Het slot is tamelijk
geforceerd. Er vallen harde klappen in
deze film en ook worden er enige slacht
offers gemaakt. Er zijn verscheidene
verdachten, maar slechts één van allen
is de dader, en dit is natuurlijk juistdie
persoon die U het minst verdenkt. Acht
tienjarigen zullen er een spannend uur
tje aan beleven, wanneer zij „De blauwe
dahlia" gaan zien om te trachten achter
de ware dader van deze moordgeschie
denissen te komen. Alan Lard, Veronica
Lake en William Bcndix spelen de
hoofdrollen in deze thriller.
Advertentie
HAARLEM
Giuliano en zijn geliefde.
Errol Flynn en Olivia de Havilland
spelen de hoofdrollen in de romantische
film „Charge van de lichte brigade".
Deze rolprent is weliswaar lang voor
de oorlog gemaakt, maar toch kan zij de
toeschouwers nog tot het einde toe
boeien. De film is onder regie van
Michael Curtis tot stand gekomen en
het verhaal speelt zich af in het Verre
Oosten, waar de Engelse troepen in de
tijd van Koningin Victoria een heftige
strijd tegen de benden van Soerat Khan
en het Russische Rijk voeren. De film
eindigt met een relaas van het bloed
bad bij Baraklava in 1856, waar ruim
600 man in de pan werd gehakt.
Zo nu en dan is de film wat grieze
lig, n.l. daar waar een realistisch ver
slag van de gevechten wordt geleverd.
Overigens is „De charge van de lichte
brigade" zeer boeiend. David Niven was
in de dagen, dat deze rolprent werd
opgenomen, nog een opkomende ster;
(Veertien jaar).
Van „Vrouwenkamp Borneo" gaven
wij dezer dagen reeds een uitvoerige
bespreking. Wij menen dus thans met
een aanbeveling voor deze goede film te
te mogen volstaan.
Een film om enkele genoeglijke uren
aan te beleven is „Het duivelspaard",
die 18-jarigen deze week in het theater
in de Kleine Houtstraat kunnen gaan
zien. Deze rolprent is van ongemeen
boeiend gehalte en daarom zullen de
uren, aan het zien er van besteed, geen
verloren uren zijn.
Advertentie
UIT VOORRAAD LEVERBAAR
GARAGE BR1NKMANN
SMEDESTR. 22
TEL. 11025
Daar zullen in het Haarlemse diocees
maar weinige jongere priesters zijn, die
de Hageveldse Jur niet kennen, de man,
die bij de burgerlijke stand van Heem
stede beter bekend is als Jur. A. v. d.
Prijt. Woensdag 11 April viert hij zijn
zilveren jubileum in dienst van het
klein-seminarie en verwacht mag wor
den, dat de jubilaris zich in een grote
belangstelling zal kunnen verheugen.
De werkzaamheden van de heer v. d.
Prijt op Hageveld vallen moeilijk te om
schrijven. De expeditie is bij hem in
vertrouwde handen en voor insiders is
het voldoende te weten, dat de zorgen
van de jubilaris zich in dat verband ook
uitstrekken tot de befaamde „speskof-
fers". Vrienden en bekenden kunnen de
jubilaris feliciteren tijdens de receptie
op 11 April, die gehouden wordt van 3
tot 5 uur in diens woning bij de biblio-
theekvleuegel van het seminarie.
Kaapstad,
Op Dinsdag 10 April herdenkt mej.
H. A. M. Sprengers het feit, dat zij vijf
en twintig jaar als onderwijzeres aan de
R.K. Mulo-school St. Lucia werkzaam
is. 's Morgens om kwart voor acht
wordt haar ter ere een H. Mis opge
dragen in de kerk van de H.H. Elisa
beth en Barbara, Waarna op school de
feestelinge gehuldigd wordt en de leer
lingen der Mulo-school in zang, spel en
muziek haar dankbaarheid tot uiting
zullen brengen.
Voor oud-leerlingen bestaat er ge
legenheid om haar gelukwensen aan
te bieden des middags van 2.30 tot 4
uur thuis, Atjehstraat 22. Hadrlem.
Advertentie
hoofdvertegenwoordiger
Wanneer V over enkele maanden in
de stichting Kennemerduinen zult lo
pen en zich afvraagt wat daar voor een
vreemde plant bloeit, zal er een vrien
delijke man op Uw weg verschijnen, die
nauwlettend toeziet of U niet uit onwe
tendheid of nonchalance het natuur
schoon schaadt en U bovendien op Uw
vragen over planten en dieren een des
kundig antwoord geeft. Dat zal dan een
van de vele Natuurwachters zijn die
Nederland telt en die, aangesloten bij de
Bond van Natuurbeschermingswachten,
het publiek tot goede burgers in de na
tuur tracht op te voeden.
In ons land zijn op dit ogenblik 33
Natuurwachten; dit zijn plaatselijke or
ganisaties, die door middel van folders
en persberichten de belangstelling voor
de natuur levendig houden en zich 'in
verbinding stellen met de plaatselijke
autoriteiten om bijv. voor te stellen een
bepaalde plant voor uitsterving te be
hoeden door haar in de pölitie-verorde-
ning op te nemen enz.
Boven deze Natuurwachten staat de
landelijke Bond van Natuurbescher-
mingswachten (voorzitter: Dr. Joh. H. v-
Burkom te Apeldoorn) die contact on
derhoudt met de andere landelijke ver
enigingen op het gebied van "natuurbe
scherming. Dit doet zij om alles te ver
krijgen wat nodig is ter behartiging van
het behoud van het natuurschoon.
En onder deze wachten staan de
Een zelfstandige, op traditie ge
bouwde en traditie-vormende
kunst kan in Luxemburg nauwe
lijks kansen hebben gehad, naar het ons
voorkomt. Het land ligt gedrukt tussen
invloeden van germaanse en romaanse
geest, zonder evenwel een knooppunt
van beide te zijn.
Nu de ontwikkeling van de beelden
de kunsten zo is, dat ze zich pleegt los
te maken van plaatselijke omstandig
heden en een meer internationale oriën
tatie kiest, wordt van de geboortegrond
minder inspiratief erfgoed vereist. In
hoeverre Luxemburg in vorige genera
ties grote schilders heeft bezeten, is
ons niet bekend. Maar dat Luxemburg
in dit internationale stadium van de
beeldende kunst mensen oplevert, die
de nodige geest en allure bezitten, en
die bovendien naar kunsthaarden als
Brussel, Parijs en Miinchen moeten
worden gezonden om die elementaire
begaafdheden te doen ontplooien, en
daarna in staat is het centrum te zijn
waarin zijn kunstenaars terugkeren en
in bundeling van krachten verenigd
blijven, wordt bewezen door de reizen
de tentoonstelling „Hedendaagse Luxem.
burgse Kunst", die tot 17 April in Haar
lem te gast is in Museum „Het Huis
Van Looy". Tevens blijkt hier dat de
moderne idealen algemeen erkend wor
den door de Luxemburgers en dat zij
voldoende zelfstandigheid bezitten om
de invloeden van buiten persoonlijk te
verwerken, want directe ontleningen
zijn nauwelijks waar te nemen.
Het zou onredelijk zijn om in dit sta
dium van een nog zo jonge bewustwor
ding naar daden van experimentele
origine te vragen, maar tegelijkertijd
vragen we ons af, of het juist is nu
reeds te spreken van een „Luxemburg
se Kunst". Dit toch veronderstelt een
eenheid, organisch gegroeid uit een
kern en zover is het nog niet. Ware
het niet beter de collectie te zien als
de werken van kunstenaars, die in
„Zittend Meisje" van Joseph Kutter.
Luxemburg wonen, en dan zijn de pres
taties waarlijk en oprecht te prijzen.
Zo is het ons opgevallen dat onder de
exposanten zeer jonge mensen zijn
die we in het totale beeld niet gaarne
gemist hadden soms zelfs nog stu.
derenden, waaruit men geneigd is af te
leiden, dat men van de jongste genera
tie nu reeds grote verwachtingen heeft
en ze in het overzicht niet kan missen.
en keus makend uit de inzendingen,
noemen we Joseph Kutter
(t 1945). wiens werk in ons land al
eerder de aandacht trok. Hij is verwant
aan Cantré, Permeke en Chabot. De
grote spanningen, die dezen hebben be
wogen, heeft hij in zijn korte leven niet
kunnen opbrengen, ook zijn onderwer
pen zijn minder grimmig; deze twee
verschijnselen zullen met elkaar in ver
band zijn. Dit verslag is vergezeld door
een foto van zijn „Zittend meisje", ter
wijl het in de stad alom verspreide
affiche eveneens versierd is met een van
zijn schilderijen.
Henri Dillenbourg (1926), met
een opleiding in Brussel, zond een voor
naam „Schilderij" in, een zeer monu
mentale abstractie, die grote rijpheid
doet vermoeden de vaststelling hier
van zou op méér dan één werk moeten
geschieden.
Dahlem, 10 jaar ouder dan voor
gaande, verwijdert zich minder ver dan
voorgaande van zijn modellen; hij om
schrijft ze met een persoonlijke vrijheid
in blonde kleurzetting. Met „Naakt" is
hij het best vertegenwoordigd.
Joseph Probst, de meest interes
sante, bezit een Byzantijnse strakheid
van bouw en beeldvorming. Met zijn
broer Emile samen maakte hij een glas
raam „Sint Maximinus", een gezonde en
verantwoorde religieuze kunst van deze
tijd.
Robert Weimerskirch ('23)
maakte gevoelige beschrijvingen van
een rhythme van plantenstengels in
inkt: „Rosé Laurier" en een een
voudig „Portret" in
houtskool.
Het hier genoem
de vijftal vormt
wel de top in het
overzicht van he
dendaagse Luxem
burgse kunstenaars,
indien deze exposi
tie daarvan een
getrouwe afspiege
ling is.
Verder noemen we
Coryse Kiefer,
nog leerlinge aan de
Brusselse Acade
mie: zij is vertegen
woordigd door een
Cézanne-achtig stil
leven; Kirscht
vanwege de goua
che „Bij het ven
ster"; G e r m a i n e
Ma us ('31) om
haar gevoelig-tas-
tende inkttekening;
Stoffel, die blij
kens zijn „Wijze"
meer in zich heeft
dan hij kan uit
brengen, en T h i 1-
m a n y, een plas
tisch naturalist.
De belangstelling
voor deze uitzon
derlijke collectie is
tot nog toe ongemo
tiveerd matig ge
weest in Haarlem.
Onze stad is nog
niet zo verwend
met internationale
exposities, dat ze
zich kan permitte
ren deze te veron
achtzamen.
wachters, dit zijn vrijwilligers, die
zich beschikbaar stellen om gedurende
hun vacantie of vrije uren in de duinen
te surveilleren. Zij letten daar op de
orde en beantwoorden vragen over de
natuur. Ze zijn allemaal zeer vriendelijk
en spelen absoluut niet voor boeman,
want de Natuurwacht onderwerpt deze
vrijwilligers eerst aan een keuring voor
hen in dienst te stellen en ziet daarbij
nauwlettend toe dat er geen driftkoppen
aangesteld worden. De wachter is te
herkennen aan een groene band, die hij
om de arm draagt en waarop het em
bleem van de Bond, n.l. een witte wa
terlelie op een groen blad (het symbool
van de reinheid in de natuur) staat af
gebeeld. Bovendien heeft hij een door
de politie getekende identiteitskaart. De
wachter heeft, op enkele uitzonderin
gen na, geen macht processen-verbaal
op te maken enz. Hij gaat dus als bur
ger met de burgers om. Van de 750
wachters in Nederland zijn er 50 onbe
zoldigd veldwachter en deze zijn voor
namelijk daar waar een recalcitrante
bevolking dit nodig maakt.
Om de Stichting Kennemerduinen te
beschermen heeft zich nu in Bloemen
daal een voorlopig comité gevormd tot
voorbereiding van de oprichting van
een Natuurwacht in Bloemendaal. De
ze wacht zal echter niet alleen de dui
nen bewaken maar ook de plantsoenen
in de gemeente. Dit is wel nodig, want
het gebeurt maar al te vaak dat in
Bloemendaal het natuurschoon ge
schonden wordt. De voorzitter van dit
comité is de heer Adr. Cassee, mevr.
VrijlandFraser is secretaresse en de
heren H. J. Jonker, Ir E. Roderkerk,
J. Steenhuis, F. Vogelenzang en H.
Warnaars zijn leden van het comité.
Zij zullen een propaganda-avond
voorbereiden, waarop over het natuur
schoon gesproken zal worden. Er staat
nog piet vast wie dit zal doen, maar
in ieder geval zullen er lichtbeelden
vertoond wordeti en zal er ook een
deel van de avond aan het uiteenzet
ten van het doel en de werken van de
Natuurwachten besteed worden.
Om nogmaals op het werk van de
natuurwachter terug te komen: er zal
in de Kennemerduinen vermoedelijk
volgens een rooster gewerkt moeten
worden, wat in overleg met de wach
ters geregeld zal worden. De wachter
moet dan aan de volgende eisen vol
doen: hij moet liefde voor de natuur be
zitten en ouder dan achttien jaar zijn.
Ieder kan het worden en de wacht zal
er naar streven om de wachter nog
meer liefde voor en kennis van de na
tuur bij te brengen dan deze reeds heeft.
stad der tegenstellingen
lTVi telkens keren we terug naar Kaapstad, de stad waar hoge wolkenkrabbers
frjverrijzen, aan de ene kant begrensd door de Tafelberg, aan de andere door
de blauwe haven.
Er is hier veel, waarom de Hollander zich dadelijk thuis gevoelt. Al spreekt
hij geen enkele vreemde taal, de Zuid-Afrikaners zullen hem verstaan en hij
omgekeerd het Afrikaans, dat slechts weinig van het Hollands afwykt. De bena
mingen van vele straten zoals Singel, Buitengracht, etc. herinneren hem aan
die talrijke steden in Nederland. Vele gebouwen zijn in Oud-Hollandse stijl opge
trokken en in menig huis vindt men een schouw met Oud-Hollandse tegels en dito
meubilering. Midden in het hart van Kaapstad staat een dergelijk ouderwets
huis, waar de rood-wit-blauwe vlag uithangt. Het is de Nederlandse Club. Wie
om elf uur hier binnengaat zal het kopje koffie net als thuis proeven en geest
verwanten aantreffen met wie hij over het „Vaderland in de Verte" kan spreken.
Kaapstad heeft een levendige polsslag
Het autoverkeer is intens, doch rustig
en beheerst. Het is een bonte menigte,
die door haar brede straten dringt. De
blanke bevolking bestaat uit degenen
die hier geboren zijn van Boerse
zowel als Engelse afkomst alsook uit
talrijke immigranten, die zich vóór en
na de oorlog hier zijn komen vestigen.
Overal ziet men de kleurlingen, die aan
de Kaap inheems zijn, met hun kastanje
bruine huid.
Geen groter tegenstelling is denk
baar dan men hier aantreft. In een der
buitenwijken der stad zie ik een elegante
Amerikaanse wagen voor een benzine
pomp stoppen. Een Engels meisje met
lichte teint steekt haar hoofd naar bui
ten. De zon speelt in haar rood-gouden
haar. Een kaffer met een gezicht zo
zwart als ebbenhout, in wiens uitgerekte
oorlellen twee vuurrode gepolijste hou
ten klosjes van de grootte van een
rijksdaalder steken, helpt haar aan
benzine.
Tussen de menigte der stad duiken de
koperkleurige zichten der Maleiers
afstammelingen van slaven, die de Oost-
Indische Compagnie hier geïmporteerd
heeft op. Zij zien er Oriëntaals uit. De
mannen dragen een fez, de vrouwen een
veelal bonte sluier. Iets verder lo
pen twee Brits-Indische meisjes, de ene
in zeegroene, de andere in meloenkleu-
rige zijde gehuld. Zij hebben diamanten
in de neusvleugels en een zwarte vlek
op het voorhoofd. Twee prinsessen uit
Duizend en een Nacht?
Ik volg hen op de voet en meen, dat zij
een paleis zullen binnengaan. Maar neen,
het is een der vele grote warenhuizen,
geheel volgens Amerikaans systeem in
gericht, waar de prinsessen hun inko
pen gaan doen. Voor een toonbank,
waarop pastelkleurige zijde opgestapeld
ligt. blijven zij staan. Ik keer tot de wer
kelijkheid terug, want er is zo veel te
zen, dat ik hen uit het oog verlies. Het
grote gebouw puilt over van goederen,
en roltrappen voeren tot aan de nok en
terug. Als de vrouwelijke klant van het
winkelen vermoeid is kan zij zich in een
vertrek terugtrekken om te rusten. Het
is een elegante marmeren hal met grote
spiegels en diepe fauteuils, waar zij zich
kan opknappen. Wil zij dit met behulp
van een kappek doen of een gezichtsbe
handeling ondergaan, dan is ook daar ge
legenheid voor.
De vele markten, waar ge Uw
ogen uitkijkt aan de verscheiden
heid van groenten en fruit zijn heel
practisch ingericht. De huisvrouw
kan met haar auto tot vóór de ver
schillende kraampjes rijden. De
prachtigste sleeën ziet ge op de
markt, sommige bestuurd door def
tige inlandse chauffeurs in lange
wit-linnen jassen. Inderdaad ver
schillen de prijzen veel met die der
winkels, zodat een wekelijkse rit
naar de markt zelfs voor goed-ge-
situeerden rendabel is. Heeft de
huisvrouw een keer uit de rijke
overvloed haar keuze gedaan dan
worden de boodschappen door
kleurlingjongens in het bagageruim
gedeponeerd, zodat de klant niet
eens een pink hoeft te verroeren.
Tussen de steile wolkenkrabbers van
Kaapstad in is de bloemenmarkt... een
weelde voor het oog. Kleurlingen of
Maleise meisjes houden bossen veel
kleurige klaprozen omhoog.
Mij treffen telkens weer de prachtige
Modem bioscoop-theater m het hartje van Kaapstad.
bloemarrangementen. Niet alleen in de
woonhuizen, ook in de schouwburgen,
de tea-rooms en winkels ziet ge enor
me bouquetten van verschillende soor
ten bloemen smaakvol gerangschikt. Ik
kan me niet herinneren, toen ik vóór de
oorlog hier was, zoveel bloemen bin
nenshuis gezien te hebben.
Om deze kunst aan te moedigen wor
den vaak bloemententoonstellingen ge
houden, waarop amateurs naar de
prijzen dingen. Ik vroeg aan een dame,
wier werk verschillende keren bekroond
was, of zij een opleiding had genoten.
Maar zij antwoordde, dat zij uit zichzel?
als kind daarmee begonnen was. Geen.
wonder ook. in een omgeving, waar de
bloemen weelderig in het wild groeien!
Ën boven de drukte van Kaifcstad met
zijn onophoudelijke stroom van gloed
nieuwe auto's, zijn kantoren en winkels,
markten en café s uit verrijst de Tafel
berg, die dit alles beheerst. Van overal
ziet ge hem. soms lijkt hij zó pal achter
de huizen te staan alsof ze tegen de
berg aan gebouwd waren!
En ge behoeft slechts in een- auto te
stappen, de gaspedaal in te drukken en
een kwartier later zijt ge in de eenzaam
heid van Kloof nek de lange, smalle
heuvelrug, die Leeuwenkop en Leeu
wen staart verbindt. Aan de ene kant
kijkt ge door de takken der mimosa's
neer op het gewoel van de stad. De vele
auto's lijken uit deze hoogte op kevers
en de boten in de haven net kinder
speelgoed. Ver buiten in zee ziet ge
Robbeneiland liggen. Als ge de
moeite neemt enke
le passen te lopen
kijkt ge aan de an
dere kant neer op
de branding van
Campbaai.
Een strijdvraag,
die de Hollanders
in Zuid-Afrika ver
deeld houdt, is deze:
Heeft dit land
„sfeer"? Ik heb er
lang over nagedacht
en meen, dat deze
conclusie de juiste
is: Als ge de ..sfeer"
bedoelt, die in Hol
land aan te treffen
is, die van de mot
regen. mist of dooi-
weer, het vroege
voorjaar. b.v„ dan
stellig niet. Deze is
evenmin voor on-
ingewijden onmid
dellijk waar te ne
men. Maar ik kan
me voorstellen, dat
er een andere
„sfeer" bestaat, zo
als ir. „die stilte
van die veld"
gelijk de Afrikaner
die bezingt of de
sereniteit van het
avonduur, wanneer
de zon ondergaal,
in een klein ge
huchtje, waar een
kleurimg zijn ezel
voortdrijft langs een
weg van okergeel
zand. En als op een
ochtend de regen
neerplenst op het
weelderige groen
van de tuin. hóórt
ge daaruit de ..sfeer"
van Debussy's „Jar-
dins sous la pluie".
En zijn wij hot niet
tenslotte i zelf, die
onze ..sfeer" schep
pen? En is zij m
laatste instantie
niet het uitvloeisel
van onze eigen per
soonlijkheid?
Mr. K.-S.
Advertentie
Van ouds bekend. Tel. 14609
Officieel Philips-reparatenr
Kruisstraat 38 Haarlem
De grootste onder de Rendorpen, die
heer van Marquette waren, is ongetwij
feld mr. Joachim geweest, een vooraan
staand figuur in regeringskringen, een
kunstliefhebber en schrijver, daardoor
in die woelige tweede helft van de acht
tiende eeuw een veelbesproken en ge
smaad man, die het bijzonder aan de
stok had met de „courantiers", de jour
nalisten van die dagen. In zijn vlot ge
schreven „Memoires" weerlegde hij hun
beschuldigingen.
Marquette was in deze tijd werkelijk
het pronkjuweel van Kennemerland. De
Rendorpen behoorden namelijk niet tot
die rijk-geworden kooplieden, die zich
als O.W.-ers aanstelden. een lui en
vadsig leven leidden. Het bezit van een
kostbare bibliotheek, alsmede van waar
devolle en historische kunstvoorwerpen
stelden zij op prijs. En wat meer zegt:
ze lieten hun boeken niet ongelezen.
Mr. Joachim Rendorp, die 19 Mei 1761
na de dood van zijn vader mr. Pieter,
met de goederen werd verblijd, was 19
Jan. 1728 te Amsterdam geboren. Op 24
April 1750 behaalde hij te Leiden zijn
graad van doctor in de beide rechten en
trad 7 Dec. 1756 in het huwelijk met
Welhelmina Hillegonda Schuijt. In dat
zelfde jaar werd hij tot schepen van
Amsterdam benoemd.
De 10e September 1762 stelden de Sta
ten hem aan tot ordinaris meesterknaap
van de Houtvesterije van Holland en
West-Friesland. Behalve te Amsterdam
en op Marquette te Heemskerk, vertoef
de hij ook veel te 's-Gravenhage, waar
hij in 1768 als gedeputeerde in de Hol
landse Rekenkamer werkzaam was. We
gens zijn kunde en wetenschap werd hij
11 Juli 1775 benoemd tot lid der Maat
schappij van Ned. Letterkunde te Lei
den. Zeer verdienstelijk maakte hij zich
in 1777 door zijn uit vier hoofdstukken
bestaand werk „Verhandeling over het
Recht van de Jagt".
De grote vraagstukken van stad en
land hadden zijn volle aandacht. Als
man van veel invloed en liefhebher van
goede smaak bemoeide hjj zich ook met
architectuur. De Muiderpoort te Amster
dam werd in 1774 volgens door hem ont
worpen plannen herbouwd, terwijl hij
zich ook bemoeide met de bouw van een
brug.
Dat bezorgde hem in die twist- en
spotzieke tijd van de zijde van zijn te
genstanders de bijnaam „bruggemaker",
getuige het spotdicht „De Commando-
Brug van Amsterdam naar 's Hage".
Hierin wordt tevens gezinspeeld op zijn
afkomst: bierbrouwerszoon (men zie de
afbeelding bij dit artikel).
Intussen was de periode van verval
Mr. Joachim Rendorp was niet ka
tholiek. Niettemin moest op zijn ver
zoek in 1792 de gezant van de Repu
bliek te Brussel aan de Nuntius
aldaar, voor de Katholieken van Am
sterdam om dispensatie van de vas-
tenwet vragen. De Hollandse aarts
priester ten Hulscher was zeer streng
en had deze dispensatie niet willen
verlenen. Men zocht het hogerop,
voorgevende dat de vis schaars en
duur was. De nuntius te Brussel wees
het verzoek af, zodat de Amsterdamse
katholieken de dure vis moesben ne
men. Gezant te Brussel was destijds
Hendrik, baron Hop. (Haagse Hop
jes!)
van de Republiek der Verenigde Neder
landen aangebroken. In 1766 had de
jonge prins Willem V uit handen van
zijn voogd, de hertog van Brunswijk, de
regering overgenomen in een tijd van
groot zedelijk en stoffelijk verval. De
toekomst op staatkundig gebied zag er
zorgelijk uit. Vooral te Amsterdam werd
het steeds woeliger. Het volk was ver
deeld in staatsgezinden en prinsgezin-
den. Het machtige Amsterdam was
staatsgezind en allesbehalve de partij
van Willem V toegedaan. Het sloot
vriendschap met Frankrijk, terwijl de
prinsgezinden met op Engeland gesteld
waren.
In 1780 kwam het tot een oorlog, de
vierde, met Engeland. Ons land was
allerminst in staat om oorlog te voeren.
Overal verval, ontreddering en hulpe
loosheid. De leiding was zoek.
Het was in die zorgelijke tijden, dat
mr. Joachim Rendorp van Marquette de
lste Februari 1781 zitting nam in het
College van Burgemeesters van Amster
dam. Hoewel hij in het openbare leven
nog weinig op de voorgrond was getre
den, was het voldoende bekend, dat met
burgemeester Rendorp een man met
grote gaven van geest en hart de leiding
in handen had genomen.
Men dichtte toen:
Toon dat uw zorg voor 't heil van ieder
ingezeten
Uw zucht voor weetenschap en kunst-
v -bloei evenaart;
Dat gij beleid met deugd, gezag met
heuschheid paart,
En waaren Godsdienst, naar het voor
schrift van 't geweten,
Verstandig vroom beleeft, en manlijk
trouw bewaart.
In het gemeente-archief van Heems
kerk wordt het lange gedicht bewaard,
waaruit deze regels zijn genomen.
Het belangrijkste werk van mr. Joa
chim 'als burgemeester, naast zijn andere
functies, zullen we in een volgend ar
tikel belichten.
H. VAN BENTHEM
Op de receptie van de firma Joz. Ver
beek waren, naast de reeds eerder ge
noemde bezoekers, de vertegenwoordi
gers van de kleinhandelarenorganisaties
in federatief verband, de R.K. organisa
tie „St. Marcus", de algemene bond „On
derling Belang" en de christelijke bond
„Draagt elkanders lasten".
Bovendien waren er vertegenwoordi
gers van het Haarlemse markt- en ba-
venwezen. Een groot aantal felicitatie»
kwam per telegram binnen.
Op de grote jaarlijkse Winner-ten
toonstelling, die te Amsterdam gehou-
denn werd. hebber een aantal leden
van de kynologenclub Kennemerland
de Haarlemse kleuren goed verdedigd.
Zo wist mevrouw E. Muller met haar
Sealyham Terrier in de Nieuwelings
klasse de eerste prijs te behalen met
de kwalificatie: zeer goed. Naam der
hond is „Kirrymuir County Snowball."
Bij de Welsh Terriers wist de beef
Frans Heerkens Thijssen de hoge jaar-
titels Winner en Winster 1951 nnen
te halen. Deze fokker behaalde bij de
reuen het kampioenschap met zijn
„Kampioen Felstead Fusilier", terwijl
zijn reu „Merthyrls Masterpiece" tevens
met de kwalificatie: uitmuntend werd
bekroond. Bij de teven was het kam
pioenschap voor „Kampioene Merthyr's
Wallflower" eveneens aan de heer
Thijssen. Beide bonden wonnen boven
dien het internationale kampioenschap,
terwijl de teef „Merthyr's Wallflower"
tot beste zelfgefokte werd uitgeroepen.
In de Jeugdklasse behaalde de Welsh
Terrier „Merthyr's Rich Resemblance"
van de zelfde eigenaar de eerste prijs
met kwalificatie: zeer goed.
Op 8 April a.s. viert de tafeltennisver
eniging .G.T.T.C.", onderafdeling van de
K.A.J. Haarlem II, haar derde lustrum.
G.T.T.C. speelde dit jaar met acht heren
teams in de N.T.T.B., afd. Haarlem, en is
momenteel eerste klasser.' Twee teams
behaalden dit jaar het kampioenschap,
terwijl de overige teams allé- een zeer
goede plaats op de ranglijst verefverden.
8 April zal voor alle G.T.T.C.-ers en
Kaj otters niet ongemerkt voorbij gaan.
Het programma luidt: 7.30 u. algemene
H. Communie en daarna gemeenschap
pelijk ontbijt voor alle G.T.T.C-ers en
Kajotters. Na het ontbijt even pauzeren
en daarna feesttrip voor de G.T.T.C.-
familie met de touringcar, 's Avonds
feestavond in.het Jeugdgebouw aan het
Teijlerplein voor alle Kajotters. G.T.T.C.-
ers, ouders, verloofden, genodigden en
supporters! Alle jongemannen die
zich voor tafeltennis interesseren, kun
nen bij G.T.T.C. een kijkje komen ne
men' Speelavonden Dinsdags en Vrijdags
van 7.30—10.30 u. in de KI. H. Theresia-
school aan de Zomervaart.
Advertentie
Bel op 7 3 15
HUIZERWEG 50 BUS SUM