C. J. d. Broek Bonte menigte van allerlei ras -■ 'SifeK I GIULIANO, de Siciliaanse bandiet MORRIS v.af f 3955.- Bloemendaal krijgt een natuurwacht E ONGEKENDE BLOEMEN WEELDE Heer van Marquette in strijd met „Courantiers De grote Rendorp DE COMMANDO-BRUG, Sobere Italiaanse film in Luxor HERINGA WUTHRICH Jubileum aan St. Lucia- Muloschool A.E.G. VOORBEELD VAN CULTURELE OPKOMST 11 "H Radio Moors RADIO VELT ZATERDAG 7 APRIL 1951 PAGINA 7 City Cinema Palace Frans Hals CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS Rembrandt Spaarne JUR. A. v. d. PRIJT 25 jaar in dienst van Hageveld Mej. H. A. M. Sprengers 25 jaar aan de school verbonden Elecfrisch Gereedschap Voorlopig comité opgericht Hedendaagse Luxemburgse kunst" in Huis van Looy De jongste generatie opvallend goed vertegenwoordigd l. r. Een bezoek aan Zuid-Afrika n r 'ti t*. •tl Ui i>; Hl 99 99 Dispensatie kwam niet VAN AMSTERDAM NAAR 'S HAGE. EEN GROOT AANTAL FELICITATIES KYNOLOGENCLUB KENNEMERLAND R.K.T.T.V. „G.T.T.C 15 jaar Natuurlijk hebt u zitten wachten op een film over de befaamde Siciliaanse bandiet Giuliano. Die film moest komen en we zijn dus op onze wenken bediend. Ze is niet eens zo gek uitgevallen, al kennen we zuiverder voorbeelden van Italiaanse filmkunst uit de laatste ja ren. Aldo Vergano is de regisseur van dit drama, waarin Giuliano geenszins ver schijnt als de vereerde held van zoveel Sicilianen, maar evenmin als de bloed dorstige moordenaar, die alle respect voor het leven ontbeert. Hij is een ta melijk naïeve man, die op een of an dere manier hogere bedoelingen heeft en slechts node zijn tegenstanders neer schiet. Hij is als de leeuw, die alleen verscheurt als hij aangevallen wordt of honger heeft. En eigenlijk is hij het slachtoffer van een paar misdadige in tellectuelen en aristocraten, die hem willen gebruiken voor hun eigen voor deel onder het mom, dat hij strijdt voor een onafhankèli.ik Sicilië. En als altijd Wordt het drama van Giuliano doorbro ken door de menselijke verhoudingen, die hier en daar richting geven aan de gebeurtenissen en tenslotte zelfs van beslissende invloed zijn. Zo is daar de liefde tussen de bandiet en een meisje uit een Siciliaans dorp, een oprechte liefde, die schandaal verwekt bij de te genstanders, doch volkomen begrepen wordt door de moeder van de bandiet en zijn vrienden. Het schuldaccent ligt dus niet op Giuliano alleen, maar ster ker dan op hem, op de konkelaars ach ter de schermen. Hetgeen duidelijk blijkt, als Giuliano wordt neergeschoten m een gevecht met de politie aan de ingang van een kerk, waar juist een avonddienst plaats heeft en waar de el lendelingen vooraan zitten. Als het dra- tha zich voltrokken heeft en de ware schurken tegenover het publiek hun °hschuld betuigen en dit zowaar onge- Vraagd doen, trekken de mensen zich Zwijgend terug om hun afkeer van de hoeyen kenbaar te maken. Dit element, dat herhaaldelijk in de handeling tot Uiting komt, heeft Vergano uitstekend getröffen, met name ook, waar de poli tie de bevolking ondervraagt, die zo hardnekkig in stilzwijgen volhardt en dit op zo natuurlijke wijze doet, dat het duidelijk wordt, dat hier waarlijk niet de angst alleen de drijfveer is. Veeleer is het een zuiver aanvoelen van de si tuatie, die ietwat gecompliceerder schijnt te zijn, dan de autoriteiten ver moeden. De mensen zwijgen, omdat zij de zekerheid hebben, dat er nog andere en misschien erger schurken aan het werk zijn dan Giuliano. Zoals u ziet, heeft Vergano de zaken niet zo heel licht opgevat en zeker heeft hij niet naar sensatie gestreefd, hoezeer men dat ook had moeten verwachten. Hij vertelt met een zekere koelheid en toch onderhoudend genoeg om de film aangenaam te maken. Daartegenover mist hij de pakkende vormgeving, die het verhaal meer vlucht en kracht had kunnen geven. Maar om zijn soberheid, die nergens dor wordt, moet men hem toch prijzen. De film draait in Luxor en 18-jarigen kunnen er heen. Alexander Hall heeft een van die familieverhalen op de film gebracht, waarin de Amerikanen nog al eens ple zier hebben gehad. Maar ditmaal zijn het niet de jongelui, die de hoofdrollen spelen, maar een oma en een weduwnaar op jaren. Louisa is de naam van Oma. Sinds de dood van haar man woont zij in bij haar getrouwde zoon, die behalve een aardige vrouw ook een leuk dochter tje en een klein zoontje heeft. Oma voelt zich wel wat eenzaam, doch na een toe vallige ontmoeting met de kruidenier Henry, die zich ook eenzaam voelt, be gint zij zich te realiseren, dat ze niet eenzaam behoeft te blijven. Daar komen verwikkelingen van en Henry, die maar een eenvoudig man is, krijgt concurren tie van een bankier, die zijn rivaal on derschat en na wilde worstelingen moet erkennen, dat Louisa haar kruidenier beven de rijkaard verkiest. Alles komt °P z«n pootjes terecht, maar voor ,ls' wordt een heel gezin weken alarmtoestand gehouden en die alarmtoestand is om zo te zeggen de kern van de zaak. Terwijl wij dan ons genoegen beleven aan de ontwarring van de knopen, ervaren wij, dat Alexander Hall of de man, die het verhaal heeft verzonnen, kans gezien heeft de toe schouwer duidelijk te maken, dat de verliefdheid van die twee oude mensen hoegenaamd niets belachelijks heeft en integendeel ook hier de eeuwige frisheid en de eeuwige jeugd van de liefde eer Een gezellige film dus, die mef streeft naar een bijzonder geraffineerde ver. telvorm, maar door de beweeglijkheid Van het verhaal reeds voldoende afwis seling biedt om te kunnen amuseren. Jong en oud kan er heen. „De blauwe dahlia" is de naam van een cabaret, dat overigens maar een zeer ondergeschikte rol speelt in deze nogal traag beginnende en ingewikkeld verlo pende detectivestory. Het slot is tamelijk geforceerd. Er vallen harde klappen in deze film en ook worden er enige slacht offers gemaakt. Er zijn verscheidene verdachten, maar slechts één van allen is de dader, en dit is natuurlijk juistdie persoon die U het minst verdenkt. Acht tienjarigen zullen er een spannend uur tje aan beleven, wanneer zij „De blauwe dahlia" gaan zien om te trachten achter de ware dader van deze moordgeschie denissen te komen. Alan Lard, Veronica Lake en William Bcndix spelen de hoofdrollen in deze thriller. Advertentie HAARLEM Giuliano en zijn geliefde. Errol Flynn en Olivia de Havilland spelen de hoofdrollen in de romantische film „Charge van de lichte brigade". Deze rolprent is weliswaar lang voor de oorlog gemaakt, maar toch kan zij de toeschouwers nog tot het einde toe boeien. De film is onder regie van Michael Curtis tot stand gekomen en het verhaal speelt zich af in het Verre Oosten, waar de Engelse troepen in de tijd van Koningin Victoria een heftige strijd tegen de benden van Soerat Khan en het Russische Rijk voeren. De film eindigt met een relaas van het bloed bad bij Baraklava in 1856, waar ruim 600 man in de pan werd gehakt. Zo nu en dan is de film wat grieze lig, n.l. daar waar een realistisch ver slag van de gevechten wordt geleverd. Overigens is „De charge van de lichte brigade" zeer boeiend. David Niven was in de dagen, dat deze rolprent werd opgenomen, nog een opkomende ster; (Veertien jaar). Van „Vrouwenkamp Borneo" gaven wij dezer dagen reeds een uitvoerige bespreking. Wij menen dus thans met een aanbeveling voor deze goede film te te mogen volstaan. Een film om enkele genoeglijke uren aan te beleven is „Het duivelspaard", die 18-jarigen deze week in het theater in de Kleine Houtstraat kunnen gaan zien. Deze rolprent is van ongemeen boeiend gehalte en daarom zullen de uren, aan het zien er van besteed, geen verloren uren zijn. Advertentie UIT VOORRAAD LEVERBAAR GARAGE BR1NKMANN SMEDESTR. 22 TEL. 11025 Daar zullen in het Haarlemse diocees maar weinige jongere priesters zijn, die de Hageveldse Jur niet kennen, de man, die bij de burgerlijke stand van Heem stede beter bekend is als Jur. A. v. d. Prijt. Woensdag 11 April viert hij zijn zilveren jubileum in dienst van het klein-seminarie en verwacht mag wor den, dat de jubilaris zich in een grote belangstelling zal kunnen verheugen. De werkzaamheden van de heer v. d. Prijt op Hageveld vallen moeilijk te om schrijven. De expeditie is bij hem in vertrouwde handen en voor insiders is het voldoende te weten, dat de zorgen van de jubilaris zich in dat verband ook uitstrekken tot de befaamde „speskof- fers". Vrienden en bekenden kunnen de jubilaris feliciteren tijdens de receptie op 11 April, die gehouden wordt van 3 tot 5 uur in diens woning bij de biblio- theekvleuegel van het seminarie. Kaapstad, Op Dinsdag 10 April herdenkt mej. H. A. M. Sprengers het feit, dat zij vijf en twintig jaar als onderwijzeres aan de R.K. Mulo-school St. Lucia werkzaam is. 's Morgens om kwart voor acht wordt haar ter ere een H. Mis opge dragen in de kerk van de H.H. Elisa beth en Barbara, Waarna op school de feestelinge gehuldigd wordt en de leer lingen der Mulo-school in zang, spel en muziek haar dankbaarheid tot uiting zullen brengen. Voor oud-leerlingen bestaat er ge legenheid om haar gelukwensen aan te bieden des middags van 2.30 tot 4 uur thuis, Atjehstraat 22. Hadrlem. Advertentie hoofdvertegenwoordiger Wanneer V over enkele maanden in de stichting Kennemerduinen zult lo pen en zich afvraagt wat daar voor een vreemde plant bloeit, zal er een vrien delijke man op Uw weg verschijnen, die nauwlettend toeziet of U niet uit onwe tendheid of nonchalance het natuur schoon schaadt en U bovendien op Uw vragen over planten en dieren een des kundig antwoord geeft. Dat zal dan een van de vele Natuurwachters zijn die Nederland telt en die, aangesloten bij de Bond van Natuurbeschermingswachten, het publiek tot goede burgers in de na tuur tracht op te voeden. In ons land zijn op dit ogenblik 33 Natuurwachten; dit zijn plaatselijke or ganisaties, die door middel van folders en persberichten de belangstelling voor de natuur levendig houden en zich 'in verbinding stellen met de plaatselijke autoriteiten om bijv. voor te stellen een bepaalde plant voor uitsterving te be hoeden door haar in de pölitie-verorde- ning op te nemen enz. Boven deze Natuurwachten staat de landelijke Bond van Natuurbescher- mingswachten (voorzitter: Dr. Joh. H. v- Burkom te Apeldoorn) die contact on derhoudt met de andere landelijke ver enigingen op het gebied van "natuurbe scherming. Dit doet zij om alles te ver krijgen wat nodig is ter behartiging van het behoud van het natuurschoon. En onder deze wachten staan de Een zelfstandige, op traditie ge bouwde en traditie-vormende kunst kan in Luxemburg nauwe lijks kansen hebben gehad, naar het ons voorkomt. Het land ligt gedrukt tussen invloeden van germaanse en romaanse geest, zonder evenwel een knooppunt van beide te zijn. Nu de ontwikkeling van de beelden de kunsten zo is, dat ze zich pleegt los te maken van plaatselijke omstandig heden en een meer internationale oriën tatie kiest, wordt van de geboortegrond minder inspiratief erfgoed vereist. In hoeverre Luxemburg in vorige genera ties grote schilders heeft bezeten, is ons niet bekend. Maar dat Luxemburg in dit internationale stadium van de beeldende kunst mensen oplevert, die de nodige geest en allure bezitten, en die bovendien naar kunsthaarden als Brussel, Parijs en Miinchen moeten worden gezonden om die elementaire begaafdheden te doen ontplooien, en daarna in staat is het centrum te zijn waarin zijn kunstenaars terugkeren en in bundeling van krachten verenigd blijven, wordt bewezen door de reizen de tentoonstelling „Hedendaagse Luxem. burgse Kunst", die tot 17 April in Haar lem te gast is in Museum „Het Huis Van Looy". Tevens blijkt hier dat de moderne idealen algemeen erkend wor den door de Luxemburgers en dat zij voldoende zelfstandigheid bezitten om de invloeden van buiten persoonlijk te verwerken, want directe ontleningen zijn nauwelijks waar te nemen. Het zou onredelijk zijn om in dit sta dium van een nog zo jonge bewustwor ding naar daden van experimentele origine te vragen, maar tegelijkertijd vragen we ons af, of het juist is nu reeds te spreken van een „Luxemburg se Kunst". Dit toch veronderstelt een eenheid, organisch gegroeid uit een kern en zover is het nog niet. Ware het niet beter de collectie te zien als de werken van kunstenaars, die in „Zittend Meisje" van Joseph Kutter. Luxemburg wonen, en dan zijn de pres taties waarlijk en oprecht te prijzen. Zo is het ons opgevallen dat onder de exposanten zeer jonge mensen zijn die we in het totale beeld niet gaarne gemist hadden soms zelfs nog stu. derenden, waaruit men geneigd is af te leiden, dat men van de jongste genera tie nu reeds grote verwachtingen heeft en ze in het overzicht niet kan missen. en keus makend uit de inzendingen, noemen we Joseph Kutter (t 1945). wiens werk in ons land al eerder de aandacht trok. Hij is verwant aan Cantré, Permeke en Chabot. De grote spanningen, die dezen hebben be wogen, heeft hij in zijn korte leven niet kunnen opbrengen, ook zijn onderwer pen zijn minder grimmig; deze twee verschijnselen zullen met elkaar in ver band zijn. Dit verslag is vergezeld door een foto van zijn „Zittend meisje", ter wijl het in de stad alom verspreide affiche eveneens versierd is met een van zijn schilderijen. Henri Dillenbourg (1926), met een opleiding in Brussel, zond een voor naam „Schilderij" in, een zeer monu mentale abstractie, die grote rijpheid doet vermoeden de vaststelling hier van zou op méér dan één werk moeten geschieden. Dahlem, 10 jaar ouder dan voor gaande, verwijdert zich minder ver dan voorgaande van zijn modellen; hij om schrijft ze met een persoonlijke vrijheid in blonde kleurzetting. Met „Naakt" is hij het best vertegenwoordigd. Joseph Probst, de meest interes sante, bezit een Byzantijnse strakheid van bouw en beeldvorming. Met zijn broer Emile samen maakte hij een glas raam „Sint Maximinus", een gezonde en verantwoorde religieuze kunst van deze tijd. Robert Weimerskirch ('23) maakte gevoelige beschrijvingen van een rhythme van plantenstengels in inkt: „Rosé Laurier" en een een voudig „Portret" in houtskool. Het hier genoem de vijftal vormt wel de top in het overzicht van he dendaagse Luxem burgse kunstenaars, indien deze exposi tie daarvan een getrouwe afspiege ling is. Verder noemen we Coryse Kiefer, nog leerlinge aan de Brusselse Acade mie: zij is vertegen woordigd door een Cézanne-achtig stil leven; Kirscht vanwege de goua che „Bij het ven ster"; G e r m a i n e Ma us ('31) om haar gevoelig-tas- tende inkttekening; Stoffel, die blij kens zijn „Wijze" meer in zich heeft dan hij kan uit brengen, en T h i 1- m a n y, een plas tisch naturalist. De belangstelling voor deze uitzon derlijke collectie is tot nog toe ongemo tiveerd matig ge weest in Haarlem. Onze stad is nog niet zo verwend met internationale exposities, dat ze zich kan permitte ren deze te veron achtzamen. wachters, dit zijn vrijwilligers, die zich beschikbaar stellen om gedurende hun vacantie of vrije uren in de duinen te surveilleren. Zij letten daar op de orde en beantwoorden vragen over de natuur. Ze zijn allemaal zeer vriendelijk en spelen absoluut niet voor boeman, want de Natuurwacht onderwerpt deze vrijwilligers eerst aan een keuring voor hen in dienst te stellen en ziet daarbij nauwlettend toe dat er geen driftkoppen aangesteld worden. De wachter is te herkennen aan een groene band, die hij om de arm draagt en waarop het em bleem van de Bond, n.l. een witte wa terlelie op een groen blad (het symbool van de reinheid in de natuur) staat af gebeeld. Bovendien heeft hij een door de politie getekende identiteitskaart. De wachter heeft, op enkele uitzonderin gen na, geen macht processen-verbaal op te maken enz. Hij gaat dus als bur ger met de burgers om. Van de 750 wachters in Nederland zijn er 50 onbe zoldigd veldwachter en deze zijn voor namelijk daar waar een recalcitrante bevolking dit nodig maakt. Om de Stichting Kennemerduinen te beschermen heeft zich nu in Bloemen daal een voorlopig comité gevormd tot voorbereiding van de oprichting van een Natuurwacht in Bloemendaal. De ze wacht zal echter niet alleen de dui nen bewaken maar ook de plantsoenen in de gemeente. Dit is wel nodig, want het gebeurt maar al te vaak dat in Bloemendaal het natuurschoon ge schonden wordt. De voorzitter van dit comité is de heer Adr. Cassee, mevr. VrijlandFraser is secretaresse en de heren H. J. Jonker, Ir E. Roderkerk, J. Steenhuis, F. Vogelenzang en H. Warnaars zijn leden van het comité. Zij zullen een propaganda-avond voorbereiden, waarop over het natuur schoon gesproken zal worden. Er staat nog piet vast wie dit zal doen, maar in ieder geval zullen er lichtbeelden vertoond wordeti en zal er ook een deel van de avond aan het uiteenzet ten van het doel en de werken van de Natuurwachten besteed worden. Om nogmaals op het werk van de natuurwachter terug te komen: er zal in de Kennemerduinen vermoedelijk volgens een rooster gewerkt moeten worden, wat in overleg met de wach ters geregeld zal worden. De wachter moet dan aan de volgende eisen vol doen: hij moet liefde voor de natuur be zitten en ouder dan achttien jaar zijn. Ieder kan het worden en de wacht zal er naar streven om de wachter nog meer liefde voor en kennis van de na tuur bij te brengen dan deze reeds heeft. stad der tegenstellingen lTVi telkens keren we terug naar Kaapstad, de stad waar hoge wolkenkrabbers frjverrijzen, aan de ene kant begrensd door de Tafelberg, aan de andere door de blauwe haven. Er is hier veel, waarom de Hollander zich dadelijk thuis gevoelt. Al spreekt hij geen enkele vreemde taal, de Zuid-Afrikaners zullen hem verstaan en hij omgekeerd het Afrikaans, dat slechts weinig van het Hollands afwykt. De bena mingen van vele straten zoals Singel, Buitengracht, etc. herinneren hem aan die talrijke steden in Nederland. Vele gebouwen zijn in Oud-Hollandse stijl opge trokken en in menig huis vindt men een schouw met Oud-Hollandse tegels en dito meubilering. Midden in het hart van Kaapstad staat een dergelijk ouderwets huis, waar de rood-wit-blauwe vlag uithangt. Het is de Nederlandse Club. Wie om elf uur hier binnengaat zal het kopje koffie net als thuis proeven en geest verwanten aantreffen met wie hij over het „Vaderland in de Verte" kan spreken. Kaapstad heeft een levendige polsslag Het autoverkeer is intens, doch rustig en beheerst. Het is een bonte menigte, die door haar brede straten dringt. De blanke bevolking bestaat uit degenen die hier geboren zijn van Boerse zowel als Engelse afkomst alsook uit talrijke immigranten, die zich vóór en na de oorlog hier zijn komen vestigen. Overal ziet men de kleurlingen, die aan de Kaap inheems zijn, met hun kastanje bruine huid. Geen groter tegenstelling is denk baar dan men hier aantreft. In een der buitenwijken der stad zie ik een elegante Amerikaanse wagen voor een benzine pomp stoppen. Een Engels meisje met lichte teint steekt haar hoofd naar bui ten. De zon speelt in haar rood-gouden haar. Een kaffer met een gezicht zo zwart als ebbenhout, in wiens uitgerekte oorlellen twee vuurrode gepolijste hou ten klosjes van de grootte van een rijksdaalder steken, helpt haar aan benzine. Tussen de menigte der stad duiken de koperkleurige zichten der Maleiers afstammelingen van slaven, die de Oost- Indische Compagnie hier geïmporteerd heeft op. Zij zien er Oriëntaals uit. De mannen dragen een fez, de vrouwen een veelal bonte sluier. Iets verder lo pen twee Brits-Indische meisjes, de ene in zeegroene, de andere in meloenkleu- rige zijde gehuld. Zij hebben diamanten in de neusvleugels en een zwarte vlek op het voorhoofd. Twee prinsessen uit Duizend en een Nacht? Ik volg hen op de voet en meen, dat zij een paleis zullen binnengaan. Maar neen, het is een der vele grote warenhuizen, geheel volgens Amerikaans systeem in gericht, waar de prinsessen hun inko pen gaan doen. Voor een toonbank, waarop pastelkleurige zijde opgestapeld ligt. blijven zij staan. Ik keer tot de wer kelijkheid terug, want er is zo veel te zen, dat ik hen uit het oog verlies. Het grote gebouw puilt over van goederen, en roltrappen voeren tot aan de nok en terug. Als de vrouwelijke klant van het winkelen vermoeid is kan zij zich in een vertrek terugtrekken om te rusten. Het is een elegante marmeren hal met grote spiegels en diepe fauteuils, waar zij zich kan opknappen. Wil zij dit met behulp van een kappek doen of een gezichtsbe handeling ondergaan, dan is ook daar ge legenheid voor. De vele markten, waar ge Uw ogen uitkijkt aan de verscheiden heid van groenten en fruit zijn heel practisch ingericht. De huisvrouw kan met haar auto tot vóór de ver schillende kraampjes rijden. De prachtigste sleeën ziet ge op de markt, sommige bestuurd door def tige inlandse chauffeurs in lange wit-linnen jassen. Inderdaad ver schillen de prijzen veel met die der winkels, zodat een wekelijkse rit naar de markt zelfs voor goed-ge- situeerden rendabel is. Heeft de huisvrouw een keer uit de rijke overvloed haar keuze gedaan dan worden de boodschappen door kleurlingjongens in het bagageruim gedeponeerd, zodat de klant niet eens een pink hoeft te verroeren. Tussen de steile wolkenkrabbers van Kaapstad in is de bloemenmarkt... een weelde voor het oog. Kleurlingen of Maleise meisjes houden bossen veel kleurige klaprozen omhoog. Mij treffen telkens weer de prachtige Modem bioscoop-theater m het hartje van Kaapstad. bloemarrangementen. Niet alleen in de woonhuizen, ook in de schouwburgen, de tea-rooms en winkels ziet ge enor me bouquetten van verschillende soor ten bloemen smaakvol gerangschikt. Ik kan me niet herinneren, toen ik vóór de oorlog hier was, zoveel bloemen bin nenshuis gezien te hebben. Om deze kunst aan te moedigen wor den vaak bloemententoonstellingen ge houden, waarop amateurs naar de prijzen dingen. Ik vroeg aan een dame, wier werk verschillende keren bekroond was, of zij een opleiding had genoten. Maar zij antwoordde, dat zij uit zichzel? als kind daarmee begonnen was. Geen. wonder ook. in een omgeving, waar de bloemen weelderig in het wild groeien! Ën boven de drukte van Kaifcstad met zijn onophoudelijke stroom van gloed nieuwe auto's, zijn kantoren en winkels, markten en café s uit verrijst de Tafel berg, die dit alles beheerst. Van overal ziet ge hem. soms lijkt hij zó pal achter de huizen te staan alsof ze tegen de berg aan gebouwd waren! En ge behoeft slechts in een- auto te stappen, de gaspedaal in te drukken en een kwartier later zijt ge in de eenzaam heid van Kloof nek de lange, smalle heuvelrug, die Leeuwenkop en Leeu wen staart verbindt. Aan de ene kant kijkt ge door de takken der mimosa's neer op het gewoel van de stad. De vele auto's lijken uit deze hoogte op kevers en de boten in de haven net kinder speelgoed. Ver buiten in zee ziet ge Robbeneiland liggen. Als ge de moeite neemt enke le passen te lopen kijkt ge aan de an dere kant neer op de branding van Campbaai. Een strijdvraag, die de Hollanders in Zuid-Afrika ver deeld houdt, is deze: Heeft dit land „sfeer"? Ik heb er lang over nagedacht en meen, dat deze conclusie de juiste is: Als ge de ..sfeer" bedoelt, die in Hol land aan te treffen is, die van de mot regen. mist of dooi- weer, het vroege voorjaar. b.v„ dan stellig niet. Deze is evenmin voor on- ingewijden onmid dellijk waar te ne men. Maar ik kan me voorstellen, dat er een andere „sfeer" bestaat, zo als ir. „die stilte van die veld" gelijk de Afrikaner die bezingt of de sereniteit van het avonduur, wanneer de zon ondergaal, in een klein ge huchtje, waar een kleurimg zijn ezel voortdrijft langs een weg van okergeel zand. En als op een ochtend de regen neerplenst op het weelderige groen van de tuin. hóórt ge daaruit de ..sfeer" van Debussy's „Jar- dins sous la pluie". En zijn wij hot niet tenslotte i zelf, die onze ..sfeer" schep pen? En is zij m laatste instantie niet het uitvloeisel van onze eigen per soonlijkheid? Mr. K.-S. Advertentie Van ouds bekend. Tel. 14609 Officieel Philips-reparatenr Kruisstraat 38 Haarlem De grootste onder de Rendorpen, die heer van Marquette waren, is ongetwij feld mr. Joachim geweest, een vooraan staand figuur in regeringskringen, een kunstliefhebber en schrijver, daardoor in die woelige tweede helft van de acht tiende eeuw een veelbesproken en ge smaad man, die het bijzonder aan de stok had met de „courantiers", de jour nalisten van die dagen. In zijn vlot ge schreven „Memoires" weerlegde hij hun beschuldigingen. Marquette was in deze tijd werkelijk het pronkjuweel van Kennemerland. De Rendorpen behoorden namelijk niet tot die rijk-geworden kooplieden, die zich als O.W.-ers aanstelden. een lui en vadsig leven leidden. Het bezit van een kostbare bibliotheek, alsmede van waar devolle en historische kunstvoorwerpen stelden zij op prijs. En wat meer zegt: ze lieten hun boeken niet ongelezen. Mr. Joachim Rendorp, die 19 Mei 1761 na de dood van zijn vader mr. Pieter, met de goederen werd verblijd, was 19 Jan. 1728 te Amsterdam geboren. Op 24 April 1750 behaalde hij te Leiden zijn graad van doctor in de beide rechten en trad 7 Dec. 1756 in het huwelijk met Welhelmina Hillegonda Schuijt. In dat zelfde jaar werd hij tot schepen van Amsterdam benoemd. De 10e September 1762 stelden de Sta ten hem aan tot ordinaris meesterknaap van de Houtvesterije van Holland en West-Friesland. Behalve te Amsterdam en op Marquette te Heemskerk, vertoef de hij ook veel te 's-Gravenhage, waar hij in 1768 als gedeputeerde in de Hol landse Rekenkamer werkzaam was. We gens zijn kunde en wetenschap werd hij 11 Juli 1775 benoemd tot lid der Maat schappij van Ned. Letterkunde te Lei den. Zeer verdienstelijk maakte hij zich in 1777 door zijn uit vier hoofdstukken bestaand werk „Verhandeling over het Recht van de Jagt". De grote vraagstukken van stad en land hadden zijn volle aandacht. Als man van veel invloed en liefhebher van goede smaak bemoeide hjj zich ook met architectuur. De Muiderpoort te Amster dam werd in 1774 volgens door hem ont worpen plannen herbouwd, terwijl hij zich ook bemoeide met de bouw van een brug. Dat bezorgde hem in die twist- en spotzieke tijd van de zijde van zijn te genstanders de bijnaam „bruggemaker", getuige het spotdicht „De Commando- Brug van Amsterdam naar 's Hage". Hierin wordt tevens gezinspeeld op zijn afkomst: bierbrouwerszoon (men zie de afbeelding bij dit artikel). Intussen was de periode van verval Mr. Joachim Rendorp was niet ka tholiek. Niettemin moest op zijn ver zoek in 1792 de gezant van de Repu bliek te Brussel aan de Nuntius aldaar, voor de Katholieken van Am sterdam om dispensatie van de vas- tenwet vragen. De Hollandse aarts priester ten Hulscher was zeer streng en had deze dispensatie niet willen verlenen. Men zocht het hogerop, voorgevende dat de vis schaars en duur was. De nuntius te Brussel wees het verzoek af, zodat de Amsterdamse katholieken de dure vis moesben ne men. Gezant te Brussel was destijds Hendrik, baron Hop. (Haagse Hop jes!) van de Republiek der Verenigde Neder landen aangebroken. In 1766 had de jonge prins Willem V uit handen van zijn voogd, de hertog van Brunswijk, de regering overgenomen in een tijd van groot zedelijk en stoffelijk verval. De toekomst op staatkundig gebied zag er zorgelijk uit. Vooral te Amsterdam werd het steeds woeliger. Het volk was ver deeld in staatsgezinden en prinsgezin- den. Het machtige Amsterdam was staatsgezind en allesbehalve de partij van Willem V toegedaan. Het sloot vriendschap met Frankrijk, terwijl de prinsgezinden met op Engeland gesteld waren. In 1780 kwam het tot een oorlog, de vierde, met Engeland. Ons land was allerminst in staat om oorlog te voeren. Overal verval, ontreddering en hulpe loosheid. De leiding was zoek. Het was in die zorgelijke tijden, dat mr. Joachim Rendorp van Marquette de lste Februari 1781 zitting nam in het College van Burgemeesters van Amster dam. Hoewel hij in het openbare leven nog weinig op de voorgrond was getre den, was het voldoende bekend, dat met burgemeester Rendorp een man met grote gaven van geest en hart de leiding in handen had genomen. Men dichtte toen: Toon dat uw zorg voor 't heil van ieder ingezeten Uw zucht voor weetenschap en kunst- v -bloei evenaart; Dat gij beleid met deugd, gezag met heuschheid paart, En waaren Godsdienst, naar het voor schrift van 't geweten, Verstandig vroom beleeft, en manlijk trouw bewaart. In het gemeente-archief van Heems kerk wordt het lange gedicht bewaard, waaruit deze regels zijn genomen. Het belangrijkste werk van mr. Joa chim 'als burgemeester, naast zijn andere functies, zullen we in een volgend ar tikel belichten. H. VAN BENTHEM Op de receptie van de firma Joz. Ver beek waren, naast de reeds eerder ge noemde bezoekers, de vertegenwoordi gers van de kleinhandelarenorganisaties in federatief verband, de R.K. organisa tie „St. Marcus", de algemene bond „On derling Belang" en de christelijke bond „Draagt elkanders lasten". Bovendien waren er vertegenwoordi gers van het Haarlemse markt- en ba- venwezen. Een groot aantal felicitatie» kwam per telegram binnen. Op de grote jaarlijkse Winner-ten toonstelling, die te Amsterdam gehou- denn werd. hebber een aantal leden van de kynologenclub Kennemerland de Haarlemse kleuren goed verdedigd. Zo wist mevrouw E. Muller met haar Sealyham Terrier in de Nieuwelings klasse de eerste prijs te behalen met de kwalificatie: zeer goed. Naam der hond is „Kirrymuir County Snowball." Bij de Welsh Terriers wist de beef Frans Heerkens Thijssen de hoge jaar- titels Winner en Winster 1951 nnen te halen. Deze fokker behaalde bij de reuen het kampioenschap met zijn „Kampioen Felstead Fusilier", terwijl zijn reu „Merthyrls Masterpiece" tevens met de kwalificatie: uitmuntend werd bekroond. Bij de teven was het kam pioenschap voor „Kampioene Merthyr's Wallflower" eveneens aan de heer Thijssen. Beide bonden wonnen boven dien het internationale kampioenschap, terwijl de teef „Merthyr's Wallflower" tot beste zelfgefokte werd uitgeroepen. In de Jeugdklasse behaalde de Welsh Terrier „Merthyr's Rich Resemblance" van de zelfde eigenaar de eerste prijs met kwalificatie: zeer goed. Op 8 April a.s. viert de tafeltennisver eniging .G.T.T.C.", onderafdeling van de K.A.J. Haarlem II, haar derde lustrum. G.T.T.C. speelde dit jaar met acht heren teams in de N.T.T.B., afd. Haarlem, en is momenteel eerste klasser.' Twee teams behaalden dit jaar het kampioenschap, terwijl de overige teams allé- een zeer goede plaats op de ranglijst verefverden. 8 April zal voor alle G.T.T.C.-ers en Kaj otters niet ongemerkt voorbij gaan. Het programma luidt: 7.30 u. algemene H. Communie en daarna gemeenschap pelijk ontbijt voor alle G.T.T.C-ers en Kajotters. Na het ontbijt even pauzeren en daarna feesttrip voor de G.T.T.C.- familie met de touringcar, 's Avonds feestavond in.het Jeugdgebouw aan het Teijlerplein voor alle Kajotters. G.T.T.C.- ers, ouders, verloofden, genodigden en supporters! Alle jongemannen die zich voor tafeltennis interesseren, kun nen bij G.T.T.C. een kijkje komen ne men' Speelavonden Dinsdags en Vrijdags van 7.30—10.30 u. in de KI. H. Theresia- school aan de Zomervaart. Advertentie Bel op 7 3 15 HUIZERWEG 50 BUS SUM

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 7