SOMBERE DEVIEZEN-NOTA 1951 Regering voert besprekingen om op korte termijn dollarhulp te verkrijgen TRIEST HET STIEFKIND VAN ITALIË, TWISTAPPEL VAN HET BUITENLAND 1 t AMBTENAREN HOUDING DER TELEURGESTELD DOOR REGERING North State CKefarine 4 E GROTE INTERNATIONALE TENTOONSTELLING IN POSTZEGEL UTRECHT Voorlopige regeling is een blijvende geworden NA-00RL0GSE BELASTINGPOLITIEK if HOGE LEVENSSTANDAARD IN ZWEDEN Deel van de verzameling van de Engelse Koning waarschijnlijk naar ons land Zieke en gewonde Korea- strijders op thuisreis Kruitvat, dat niemand durft te ontladen Vijf en een half jaar fiscale dictatuur Misnoegen geuit over het uitblijven van de ziektekostenregeling Beier resuliaai door samenwerking. Zweedse volk ongetwijfeld een van de meest verwende volkeren van de hele aardbodem Vakbonden oppermachtig WOENSDAG 23 MEI 1951 PAGINA 5 EEUWFEEST NEDERLANDSE POSTZEGEL Directeur van „Berg en Bosch" gepromoveerd 9 ÜH TWEEDE DAG A.R.K.A.-CONGRES cigarettes IR. WARNERS DIRECTEUR VAN HET K.N.M.I. TEKORT KRANTEN- PAPIER Contactcomité Nederl. detachement Korea De 4 geneesmiddelen die teiemen Chefarine „4" vormen zijn elk stuk voor stuk al wereldberoemd. Haar in één tablet verenigd werken zij n6g krachtiger en weldadiger. Zij helpen ook dan wanneer andere middelen (alen. jmn Geen werkloosheid 4 Zoals in de laatste jaren gebruikelijk is geworden, heeft de regering ook dit jaar weer een nota aan de Tweede Kamer gezonden, waarin zij een beeld geeft fan de Nederlandse deviezenpositie. Positie die blijkens de inhoud van de nota Weinig opwekkend is. Zo zegt de deviezennota t.a-v. de handel met de dollararea p.m., dat het importprogramma reeds in 1950 sterk vbas gereduceerd. Verdere inkrimping stuit op grote bezwaren, aangezien de thans nog op het dollarpro gramma voorkomende goederen dusdanig onmisbaar zijn voor de Nederlandse economie, dat zij tengevolge van de liberalisatie ons land langs een omweg en tegen veel hogere kosten toch zouden binnenkomen, hetgeen voor de essentialia niet verantwoord is. Gezien de prijsstijgingen bedraagt dit gereduceerde program in 1951 300 millioen dollar. Hierbij komt dat het twijfelachtig is of de opbrengst Van de export naar de dollargebieden het niveau van 1950 zal overtreffen. Bedacht dient te worden dat. de verhoging in 1950 van de export naar de dol largebieden, welke voor 31 millioen dollar voor rekening komt van de U.S.A. (64,4 millioen dollar in 1950 tegenover 33,millioen dollar in 1949) ten dele het gevolg was van één keer optredende factoren, zoals de uitzonderlijk grote ver kopen van schroot naar de U.S.A.; ook de doorwerking van de in 1949 tot stand gebrachte devaluatie moet, hier in aanmerking worden genomen. De uitzichten Voor 1951 zijn derhalve somber. Tegenover de waarschijnlijk heid van een vergroting van het tekort op de lopende rekening met de dollar- gebieden staat de onzekerheid van een eventuele voortzetting van de thans nog zo onontbeerlijke steunverlening van Amerikaanse zijde. Een verdere paragraaf van de Devie- zennoia bevat een beschouwing over de Voorlopige betalingsbalans over 1950 in Vergelijking met die over 1948 en 1949. Het belangrijkste element van de beta lingsbalans is het tekort op lopende re kening. Dit tekort steeg in 1950 ten op zichte van 1949 met ruim f 850 millioen tot f 1106 millioen. Van de verdere ont wikkeling van de betalingsbalans wil de Regering niet verhelen, dat het uit de cijfers van de betalingsbalans sprekende beeld haar met ernstige zorg voor de toekomst heeft vervuld. De absolute grootte van het te dekken tekort in 1950 was van een zodanige omvang, dat, gezien enerzijds het relatief geringe bezit aan goud en deviezen en anderzijds de waarschijnlijkheid dat dckkingsmiddelen uit hoofde van bui tenlandse hulp niet meer in die mate beschikbaar zullen komen als in het af gelopen jaar, het streven naar een meer evenwichtige positie ten opzichte van het buitenland een taak van eerste ur gentie moest worden geacht. Het resultaat over 3950 werd ongun stig beïnvloed door de reactie op de af wachtende houding, welke importeurs in 1949 aanvankelijk hadden aangeno men na de devaluatie en evenzeer door het op peil brengen van voorraden in verschillende geledingen van het be drijfsleven, waartoe de liberalisatie van het internationale handelsverkeer ge legenheid bood. Men mag aannemen, dat deze beide factoren bij de ontwikkeling in 1951 in het algemeen geen rol meer zullen spe len. In een later stadium vormden de ver scherping der internationale politieke verhoudingen en de door deze ont ketende prijsstijgingen een belangrijke stimulans voor de invoer. Hoewel facto ren met een tijdelijk karakter als ver vroegde aankopen en versterkte voor- raadvorming een belangrijke rol heb ben gespeeld, is hier een doorwerken ook in 1951 niet zonder meer als on mogelijk te beschouwen. Hetzelfde valt op te merken ten aanzien van de ver schuiving van handelscreciietan; een verder voortschrijden hiervan zou ook de betalingsbalans van het lopende jaar kunnen belasten, zij het waarschijnlijk in mindere mate dan die van 1950. Daarnaast zijn evenzeer van betekenis die posten van de kapitaalrekening, waarvoor dekking moet worden gevon den. Immers staan hiervoor, afgezien Van buitenlandse hulp, als dekking in Principe slechts ter beschikking een overschot op de lopende rekening dan wel intering op de deviezenreserves of andere vermogensbestanddelen. De onzekerheden die voorts blijven bestaan betreffen in de eerste plaats de omvang van de binnenlandse ef fectieve koopkracht, ook na de daar aan opgelegde, respectievelijk op te leggen, beperkingen. Zo is het de vraag, in welke mate het bedrijfsleven en het publiek alsnog in staat en bereid zullen blijken verder in te teren op de in geldvorm aanwezige liquide middelen. Gezien .de aanzien lijke intering, die in het verleden reeds op deze middelen heeft plaats gevonden, en de gestegen behoeften aan kasgelden voor transactiedoelein den als gevolg van de toeneming der nominale omzetten zijn de gevaren voor de betalingsbalans in dit op zicht thans minder groot. Voorts zou een vergroting van de koopkracht kunnen uitgaan van het aanwenden van anders dan in geld vorm aangehouden liquiditeiten zoals schatkistpapier in handen van bedrij ven of particulieren, termijndeposito's en spaarbanktegoeden. Het valt niet te ontkennen, dat tijdens de afgelopen maanden tamelijk omvangrijke ont- sparingen zijn opgetreden. Een ander element van onzekerheid is gelegen in de door het buitenland uit geoefende vraag. De relatieve zwakte van ons exportpakket, die vooral in om standigheden als waarin de wereld thans verkeert, sterk aan de dag treedt, maakt de Nederlandse economie in dit opzicht bijzonder kwetsbaar. Dat van deze zijde plotseling ernstige gevaren voor de be talingsbalans kunnen optreden, is ge bleken uit de jongste moeilijkheden in het handelsverkeer met Duitsland. Het zal niet te vermijden zijn, dat ook in 1951 een deel van de lopende betalingen niet door deviezeninkom- sten wordt gedekt. Het inzetten van een belangrijk deel van de in het licht van het huidige niveau van onze buitenlandse handel toch reeds krap pe goud- en deviezenreserves voor dekking van dit tekort en van de ka pitaalverplichtingen kan slechts wor den voorkomep, voorzover door de Ver. Staten in het kader van de eco nomische en militaire hulpverlening bijstand zal worden verleend. Bespre kingen hierover met de Amerikaanse autoriteiten zijn momenteel gaande. De Nederlandse regering hoopt, dat deze besprekingen er toe zullen lei den. dat op korte termijn dollarhulp ter beschikking zal worden gesteld. Daarmede zou het gevaar worden af gewend, dat de beschikbare reserves tot een onaanvaardbaar peil zouden dalen. Het voorgaande overziende, kan de regering niet loochenen, dat de moei lijkheden op het stuk der deviezenvoor- ziening nog groot en de vooruitzichten in verschillende opzichten onzeker zijn. Een en ander mag echter geen aanlei ding zijn tot defaitisme. (Van onze Haagse redacteur) In dezelfde stad, waar honderd jaar geleden de eerste Nederlandse postzegels vervaardigd werden, bij 's Rijks Munt aan de Neude te Utrecht, waar nu het grote postkantoor staat, wordt van 28 Juni tot 6 Juli in 1952 een grote tentoon stelling gehouden t.g.v. het feit, dat het 'dat jaar een eeuw geleden zal zijn, dat na veel delibereren in Nederland de postzegel werd ingevoerd. Utrecht krijgt dan in de Beatrix- en Irenehallen een expositie van bijna 5000 vierkante meter met kostbare zegels uit tal van landen, voor een gezamenlijke waarde van enige millioenen. Het" invoeren van de postzegel, die om streeks 1850 gèmeengoed werd over de gehele wereld, heeft een ware ommekeer in het maatschappelijk verkeer bewerk stelligd; kort voor de invoering bestond uit het kantoor te Sneek zelfs nog ver voer van poststukken per trekschuit hetgeen ook op de expositie zal worden (Van onze Utrechtse correspondent) De geneesheer-directeur van het sana torium der K.A.B. te Bilthoven „Berg en Bosch", J. J. Hirdes, is gisteren onder overweldigende belangstelling te Utrecht gepromoveerd tot doctor in de genees kunde op proefschrift „Het clinische longfunctie-onderzoek". Promotor was de voorganger van dr. Hirdes aan Berg en Bosch, prof. dr. W. Bronkhorst, bui tengewoon hoogleraar in de longziekten. Toen de Academische Senaat na zijn traditionele retraite in de Senaatskamer terugkeerde, bleek dat dr. Hirdes met zijn lijvig proefschrift het praedicaat cum laude" had verworven. uitgebeeld met er op volgend verschil lende merkwaardigheden uit de eerste geschiedenis van de postzegel, zoals het wachten van het publiek op straat voor een loket, het drukproces van de eerste zegel bij Enschedé en een trampost- rijtuig. Het pièce de resistance op de ITEP de Internationale Tentoonstelling Eeuw feest Postzegel wordt echter de expo sitie van gehele vellen van de oudste Ne derlandse zegel en daarom heen de eerste emissies van zegels in andere landen een waar festijn voor de philatelist. Postzegels zijn deviezen en men is dus r.u al druk doende aan besprekingen met de Nederlandsche Bank, instanties voor invoerrechten, omzetbelasting enz., om van de expeditie, verzekering en bewa king nog maar niet eens te spreken. O.a. uit'Amerika, Car.ada en Egypte ziin reeds inzendingen toegezegd en on der zeker voorbehoud is ook reeds de beschikbaarstelling Van zegels uit de be roemde verzameling van de Koning van Engeland beloofd, zo deelde de heer L. Neher, zelf geen philatelist, maar daar om niet minder enthousiast voor de vie ring van dit belangrijke postale gebeu ren, Woensdagmorgen te Den Haag mede. Er komt natuurlijk de uitgifte van een bijzondere zegel door de P.T.T., die zon der toeslag verkocht zal worden en bi] hoge uitzondering dit keer ook in blok ken van vier. Tenslotte zal de bezoekei ook versgedrukte zegels ter plaatse kun- nèn kopen. Prins Bernhard heeft het beschermheerschap van de ITEP aan vaard. De handel, die met de philate- listen ook bij de manifestatie is inge schakeld, organiseert in dezelfde periode een internationale beurs. De Emir van Cyrenaica (in het midden), die aangezocht is koning van Libië te worden, is eind vorige week met grote sfaatsie in Tripolis aangekomen. De pre mier van Libië, Mahmoud Bey Muntasser (rechts), was ter verwelkoming aan wezig. In Tripolis zijn twee bomaanslagen op de Emir gepleegd, die echter mis- I lukten. Met het Amerikaanse troepenschip „General McRae" zijn drie en twintig manschappen van het Nederlandse de tachement in Korea van Japan naar Europa onderweg. Het zijn zieken en gewonden, die voor verdere dienst zijn afgekeurd. „De Maasbode" vermeldt de namen van de thuisvaarders: sold. J. Abels (Arlo, Dr.), sold. W. Haxe (En schede), sold. W. H. Post, korp. M. B. W. Reuter, sold. J. H. Bronius (Utrecht), korp. H. J. M. Goossens ('s-Hertogen- bosch), sold. H. J. Swart (Rotterdam), sold. J. Woudsma (Hilversum), sold. H.- W. v. Leeuwen (Hulsberg), sold. J. D. Kruvs (Schiedam), sold. J. P. Stijvers (Amsterdam), korp. W. M. E. Vond eren (Grave), sergt. C. J. Hagers (Amster dam), J. C. Kampmeindert (Amster dam), sergt. J. J. Seeuwen (Den Haag), sergt. W. A. Snoeys (Nieuw-Vennep), sergt. J F. A. M. Petit (Breda), sold. A. Fredêriksen (Putten), sergt C. Kruyf (Rotterdam), korp. B. Visser (Gaande ren), sold. F. Plomp (Delft), sergt. A. G. Wagner ('t Gooi) en sold. J Deeder (Sittard). (Van onze Weense correspondent) Teen, de eerste indruk is toch niet altijd de juiste. Op weg naar Triest pas- Y seerden wij het stadje Udine, waar het wemelde van lanterfantende, pit- tige Italiaanse soldaatjes. „Weer een bewijs dat men in andere landen meer ernst maakt met de verdediging van het Oude Europa", dachten wij. Wan neer het in Udine soldaten regent, dan moet er in Rome en Venetië overstroming zijn. Maar Rome en Venetië waren leeggestroomd, want heel het soldateske Italië was naar Udine opgecommandeerd.omdat het voor Ike moest défileren. Dat was afgezien van de duurte de enige teleurstelling die Italië ons bezorgde. Na zoveel jaren weer de onverwoestbare pijnbomen en cypressen te- zien, die ons door de laagvlakte tot aan de kale steenrotsen rond Triest bege leidden! Onsterfelijk Italië met de onvergankelijke geuren van espresso, olie, knoflook en fruit. En midden in deze brandend hete vlakte het kleinood van Aquileja, het pronkjuweel van een oud-christelijke basiliek, in een nest van een dorpje, een Carthago in Noord-Italië, dat ten ondergang is gedoemd, maar waar de basilieken met haar prachtige muurschilderingen en mozaïeken, haar bisschopszetel en het altaar naar het volk gekeerd, het graf der martelaren en de cancelli voor de catechumenen ons doen denken aan de „Grote- Kerk" en de liturgie van Augustinus. Het spijt ons voor Oostenrijk het heeft in deze barre steenwoestijn tijdens de beruchte elf Isonso-veldslagen min stens evenveel bloed vergoten als Italië maar Triëst is en blijft een Italiaanse stad, en ook Tito kan daaraan niets ver anderen. noch ook de kolossale gebou wen in Weense keizerstijl, die onder de oude monarchie werden opgetrokken. Triëst is een havenstad, waarvoor Italië heeft gevochten, maar die het toch een beetje heeft verwaarloosd. Het dankt zijn betekenis aan de belangstelling van hét buitenland. Eerst was het jarenlang de enige en grote zeehaven van Oosten rijk, maar Tito heeft schijnbaar niet ge noeg aan het verwaarloosde Fiume en wil ook Triëst. hebben. Oostenrijk is Triëst trouw gebleven, ondanks het po litieke verlies, en is op de allereerste plaats het land dat van deze haven ge- Tien auto's kunnen in de schaduw staan van deze enorme schoorsteen, welke bestemd is voor de „United Sta tes", het grootste passagiersschip dat tot dusverre in Amerika gebouwd is. De oceaanreus, die ruim 300 meter lang is, zal de volgende maand te water wor den gelaten. De schoorstenen hebben een hoogte van 161A meter en een breedte van 18 meter. Onder deze titel heeft prof. mr. G. M. G. H. Russel, hoogleraar bij de R.K. Universiteit in fiscaal Recht, een belangwekkende brochure geschreven, waarin déze als belasting consulent tevens te Amsterdam zeer bekende specialist in felle woorden de na-oorlogse belastingpolitiek en de daarbij in praktijk gebrachte methodes Wraakt. De belastingplichtigen hebben onder bonden, aldus prof. Russel, dat bevrij ding van de Duitse bezetting niet heeft betekend het herkrijgen van zelfstan digheid. Daarom acht schrijver het Wenselijk een blik te werpen op het geen zich op belastinggebied heeft af gespeeld sedert de bevrijding van de Duitse druk, die heeft plaats gemaakt voor de fiscale Politiestaat. Wij laten hier enkele van de voornaamste passa ges uit het belangwekkende geschrift ha» prof. Russel volgen: De belastingplichtigen hebben onder- Vonden, dat bevrijding van de Duitse bezetting niet heeft betekend het her krijgen van zelfstandigheid. Integen deel, zij zijn kort na Mei 1945 in han den gevallen van belastingambtenaren, die een van bovenaf georganiseerde terreur hebben uitgeoefend, zoals die in Nederland niet voor mogelijk was ge houden. De tegenwoordige belastingpolitiek gaat e- kennelijk van uit, dat aan de doeleinden van de belastingheffing geen grenzen kunnen worden gesteld. Belastingen mogen in deze opvatting borden geheven, zodra de Staat gelden hodig heeft om uitgaven te financieren, °hverschillig van welke aard zij zijn. Onder het motto, dat belasting in het algemeen geen aparte rechtsgrond heeft, jpijpt de Staat aldus steeds verder in de particuliere taken in en werpt hij ajch op als vrijwel uitsluitend behar- Wger van het algemeen welzijn. Welk een onheil door de foutieve fis- politiek wordt veroorzaakt, zal T°oral de christelijke caritas gaan be seffen. wanneer het te laat is. De desorganisatie van het bedrijfs- en handelsleven, van de scheepvaart, «ank-, effecten- en beurswereld, niet ginder van de vrije beroepen en de dreigende ondergang var de sociale ®kerheid van de werknemers, is aan riierpe waarnemers niet ontgaan. De en voornaamste taak van het "*aatsgezag is de rechtsbescherming. Het staatsgezag, dat naar goedvinden de burgers lasten oplegt, loochent de particuliere eigendom. Gemoedelijke artikelen, waarin wordt betoogd, dat de Staat het geld toch moet halen waar het is, om de doelein den die hij nastreeft te kunnen behar tigen, zijn een groot gevaar te achten omdat zij de geesten vertroebelen. De vraag rijst in hoever zij, die de zgn. bezitsspreiding propageren, begrip hebben van het huidige belastingstelsel. Zij schijnen niet te begrijpen, dat zij geen spreiding van rijkdom voorstaan, doch algemene verarming en hun stre ven tot gevolg zal hebben dat er geen rijken en armen, doch uitsluitend armen zullen zijn. Wellicht is het de bedoeling dat vervolgens allen steun ontvangen uit de „rijkdommen", die de Staat zich dan onrechtmatig mocht hebben toe geëigend De redactie van de na-oorlogse be- lastingbesluiten en wetten is ondeugde lijk, onleesbaar en herhaaldelijk onjuist, zodat die bepalihgen tot onrecht leiden en aan ambtenaren macht geven daar van gebruik te maken. Krachtig zijn vooral in de Kamer se- dèrt enkele jaren de bezwaren, die enige Kamerleden tegen het financiële en vooral tegen het fiscale beleid van de minister van Financiën hebben in gebracht. Met klem van argumenten stelden Kamerleden onrechtvaardig heden uit belastingwetten en het gruwzame optreden van belasting ambtenaren in het licht. De veel te geringe spreektijd, die voor der gelijke onderwerpen ter beschikking staat, komt de minister goed van pas. Ontkenningen, toezeggingen, algemeen heden en niet het minst de partij politiek, redden telkens het hoofd van de bewindsman. Deskundigen in en bui ten de Kamer zien elk jaar dit steek spel en de onbevredigende afloop en vragen zich af met stijgende beklem ming hoe ver dat, tengevolge van 's Mi nister's houding, onverantwoordelijke en onwezenlijke woordenspel zal voort gaan en hoe lang het nog zal duren dat ook de laatste eerlijke belastingplich tigen met afschuw de fiscus de hand schoen in ljet gezicht werpen. Tot slot haalt prof. Russel de woorden van (Michiel Adriaanszoon de Ruyter aan toen déze sprak tot een der leden van de Staten: „Indien het hier in het Vaderland zo gelegen is, dat men de waarheid niet mag spreken, zo is het er ellendig gesteld; nochtans zal ik de waarheid spreken, zolang als mijn ogen openstaan." bruik maakt. Alle voor Oostenrijk be stemde E.R.P.-goederen worden langs Triëst aangevoerd ep men is weer be gonnen de oude Oostenrijkse Lloyd van Triëst te reactiveren.-Terwijl Italië zelf genoeg heeft aan Genua, Napels en zo veel andere beter gelegen havens, ver leent de Engels-Amerikaanse bezetting deze stad een internationaal en modern karakter, waar met behulp van Ameri ka ank kapitaal veel wordt gebouwd en nieuwe industrieën werden opgericht Triëst is Italiaans, ondanks de aan spraken van Tito, die als een zinloze echo op de kale rotsen rondom de stad afstuiten, nu ze geen weerklank meer vinden in Moskou. Het is een van de weinige plekken op aarde waar het Westen een succesje op het commu nisme heeft behaald. Want, terwijl de geallieerde legers zich in 1945 op alle door Stalin gedecreteerde linies in Duitsland en Oostenrijk moesten te rugtrekken, wisten Engeland en Ame rika toch beslag te leggen op Triëst ofschoon Tito hun hier was voor ge weest. Er had een Joegoslavisch schrik bewind gewoed en er zijn veel slacht offers gevallen, maar ten slotte heeft toch de Anglo-Amerikaanse stijfkop pigheid gewonnen en Tito moest zich naar zijn „Zone B" terugtrekken en de stad opgeven. Op drie kilometer afstand, even bo ven het dorpje Opicina, hoort hij de Engelsen voortdurend schietoefeningen houden en staat hij machteloos te kij ken naar een havenbedrijf dat zich zienderogen verder ontwikkelt, beter en voorspoediger dan het verlopen Fiume, waar Joegoslavië eigenlijk geen raad mee weet. In Triëst laat Italië nu drie grote luxe-schepen bouwen van meer dan 25.000 ton elk, waarmee deze stad Genua de loef wil afsteken. En de voortvarende bisschop, Mgr. Santin, bouwt hier tezamen met de architect Dr. Frandoli een nieuw, modern semi narie, waarom andere bisdommen ook in het buitenland hem kunnen benijden. Grote scheepsladingen ruwe olie uit Israël en Perzië komen hier aan en worden in het belastingvrije ha vengebied geraffineerd. llfet is een Per nis in het groot. Ook heeft het ILVA- concern met hulpmiddelen uit het Mar shall-fonds nieuwe staal- en gasfabrie ken opgericht en uitgebouwd. De vroe gere haven in de eerste bocht wordt te klein en men begint een nieuwe, gro tere te bouwen in de beschutting van de vooruitspringende rotswand aan de zuidkant van de stad. Triëst groeit tegen de verdrukking in, omdat het profiteert van de jalou- zie der buitenlandse rivalen: van Oos tenrijk, Tito, Engeland-Amerika en ook nog altijd van Rusland. Het stiefkind van Italië heet nog altijd de parel aan de Adriatische Zee, maar het is de ge vaarlijkste troef in het internationale spel om de vrede in Europa. Om Triëst werd het Italiaanse vredesverdrag on- Voor de tweede dag van het ARKA- congres bleven er nog genoeg agenda punten over, die aanleiding konden ge ven tot min of meer felle discussies. De vergadering stak haar teleurstelling niet onder stoelen of banken over het feit, dat de toezegging van de Regering om 2 pet. vacantietoeslag ongelimiteerd toe te kennen aan alle ambtenaren niet in vervulling was gegaan. Bij acclamatie werd besloten de regering op de hoogte te stellen van de nog steeds bij de ARKA levende hoop, dat aan de als redelijk erkende verlangens zal worden tege_ moet gekomen. De loon-index van de ambtenaren steekt wel zeer ongunstig af bij die van de werknemers in het parti culiere bedrijf. Eveneens gaf het congres uiting aan het misnoegen over het uitblijven van een definitieve ziektekostenregeling voor het overheidspersoneel. De minis ter van Binnenlandse Zaken heeft aan de provinciale en gemeentebesturen ver zocht een tijdelijke regeling op dit punt te treffen, maar voor het Rijkspersoneel is zulk een regeling nog steeds niet vastgesteld. Op deze tweede congresdag kwam ook de structuur van ARKA ter sprake. De afdelingen Almelo, Amsterdam en Venlo drongen aan op structuurveran dering van de algemene organisatie. Volgens de afdeling Almelo lag de werkkracht van de ARKA meer in de groepen dan in de afdelingen. Er werd daarom voorgesteld om te onderzoeken in hoeverre het mogelijk was grotere bevoegdheden toe te kennen aan de hoofd- en subgroepen. De afdeling Am sterdam meende, dat de doorvoering van haar voorstel op korte termijn ge wenst was. Dit voorstel betrof de in stelling van districtsbureaux, die de belangen van de in de districten woon achtige ambtenaren zouden moeten be hartigen. De voorzitter zegde toe een commissie in te stellen, die nader zou bezien of structuurverandering in ARKA al dan niet wenselijk was. Een ander belangrijk punt was de kwestie van de medezeggenschap. De landelijke hoofdgroep I was van oor deel, dat met de nieuwe regeling van *t overleg in 's Rijks Dienst onmatig lang gewacht werd en dat met klem aange drongen moest worden op het spoedig tot stand komen van de nieuwe rege ling. Uit de discussies bleek wel, dat er onder de congresleden een sterke drang was naar het wederinstellen van het georganiseerd overleg. Utrecht bracht tenslotte een motie ter kennis van het hoofdbestuur, waarbij verzocht werd stappen te doen om te bevorderen, dat de onderhandelings positie van de ambtenarenorganisaties verstevigd werd, o.a. door een meer doeltreffende samenwerking tussen de ambtenarenorganisaties en door na te gaan hoe de nadelen van het stakings verbod voor ambtenaren ondervangen konden worden. Deze motie werd ech ter aangehouden tot het volgend con gres, dat naar de voorzitter mede deelde het volgend jaar plaats zou vinden in Breda, welke stad dan zeven honderd jaar bestaat. geldig verklaard en van Triëst maakte Rusland het Oostenrijkse staatsverdrag afhankelijk. Goed beschouwd hangt deze stad in het luchtledige. Zij heeft geen statuut, geen gouverneur, zij is alleen twistap pel; en de naam „vrijstaat" is ten aan zien van het 10.090 man tellende bezet tingsleger en een politiecorps van 9000 man een grap. Alles is hier provisorisch, en toch leeft en werkt men hier alsof er een blijvende toestand was geschapen. De Amerikaanse sergeanten leven hier in volle tevredenheid met een douceur tje van 180^000 lire per maand. Door de „austerity" gedwongen, zijn de Engelsen wel veel bescheidener, maar ze hebben hele families hierheen laten komen en zitten 's avonds in de grote hotel-foyers gezellig bij elkaar, alsof het hier old sweet England is. Schoolbussen brengen Engelse en Amerikaanse kinderen naar de verschillende scholen en men heeft het gevoel dat deze jeugd straks de toe komst van, Triëst zal gaan bepalen Amerika bouwt op eigen kosten langs de promenade een geweldig flatgebouw voor meer dan zestig complete Ameri kaanse families en men kan kwalijk geloven dat het dit offer brengt uit me delijden met de dakloze Italianen. Nu Tito met zijn eisen alleen staat, is het in de stad en in de „Zone A" rus tig geworden. Er wordt hier op z'n Ita liaans gewerkt, niet te hard. maar toch voldoende om het dagelijkse brood en de nodige espresso's te verdienen; bo vendien stromen hier rijkdommen uit de hele wereld tezamen, zodat er voor iedereen wel een fooitje afvalt. Zelfs het hardvochtige Italië vindt somtijds de weg naar dit stiefkind, omdat er geen belasting wordt geheven op tabak en andere genotsartikelen. Triëst is het beeld van de huidige in ternationale toestand; een aanfluiting van de anti-koloniale politiek der Ame rikanen en van de Russische Vredes campagne. Na zes jaar „Vrede" is deze stad, die kalm haar gang gaat zolang de grootmachten haar met rust laten, nog steeds niet bevrijd. Er wordt zelfs niet meer onderhandeld. Hier is een proviso- rium tot iets blijvends geworden, de kou de oorlog tot stilstand verstard. In deze haven ligt een kruitvat dat niemand waagt te ontladen. Advertentie (Van onze Utrechtse correspondent) Tot opvolger van prof. dr. ir. F. A. Vening Meinesz, die enige maanden ge leden aftrad als hoofddirecteur van bet Kon. Ned. Meteorologisch Instituut in De Bilt, is bij K.B. benoemd ir. C. J. Warners, gewezen directeur van Verkeer en Waterstaat in Indonesië. In de prae- federale regering was hij secretaris van Staat van hetzelfde departement, waar onder de Indonesische Meteorologische Dienst ressorteert. Ik. Warners koestert bijzondere be langstelling voor een terrein, dat op het K.N.M.I. de laatste jaren diepgaand wordt bestudeerd, n.l. de weervoorspel ling op lange termijn. Directeuren en hoofdredacteuren van bla den uit 13 Europese landen ztjn in Lon den bijeengekomen om een oplossing te zoeken voor het nijpende gebrek aan rota tiepapier. De meeste van de afgevaardigden op de vierde jaarvergadering van de Internatio nale Federatie van Dagbladuitgevers wil len een internationaal orgaan, dat regelend odtreedt bij de toewijzing van krantenpa pier. Dit zal door de Franse delegatie met steun van de Nederlandse. Belgische. Ita liaanse en Zwitserse delegatie, worden voor gesteld. Verwacht wordt, dat het Franse voor stel zal aandringen op een beperking van vijf percent in het Amerikaanse gebruik van krantenpapier en op de fabricage van rotatiepapier uit nieuwe grondstoffen als suikerriet en stroo. De belangen van de vrijwilligers van het Nederlands detachement Verenigde Naties worden behartigd door een co mité, waarin enige familieleden zich hebben verenigd om samen te werken met de betrokken diensten van de Ko ninklijke Landmacht dienst RAO en van het Nederlandse Rode Kruis. Het comité draagt de naam „Contact- comité detachement Verenigde Naties Korea" en staat onder leiding van mevr. E C. den Ouden. Het contact-comité zal op Maandag 28 Mei de eerste bijeenkomst beleggen van familieleden der vrijwilligers in het gebouw van de Nederlandse Vereniging van Vrouwenbelar.gen te Den Haag, Van Speijkstraat 153. Advertentie BEROEMDE GENEESMIDDELEN IN EÉN TABIET TEGEN EUNW> EN GRIEP, 20 TAM.ETTEN 7» (Van een speciale verslaggever) Toen wij een dezer dagen het was 'snachts om 5 minuten over drie op Schiphol in de Moon-Liner stapten voor Stockholm, hadden we slecht» een flauw vermoeden van de grote welstand, achteraf kunnen we wel zeg gen: van de weelde, die we in Zweden een land, dat de laatste 150 jaar geen oorlog heeft gekend, zouden ontmoeten. Een vergelijking met het Nederland van vóór de oorlog valt voor ons land bepaald ongunstig uit. Het degelijke Zweedse ontbijt, dat ons in het restaurant van het vliegveld Bromma onmiddellijk na onze aankomst werd voorgezet, zou ons om zijn exclusiviteit misschien verrast hebben, wanneer we niet wisten, dat we dit te danken hadden aan de jjoede zorgen ran de K.L.M. Voor het overige kannen we n wel verzekeren, dat we "ons gewaand hebben in een land, dat letterlijk in weelde baadt. Het is natuurlijk mogelijk, dat de versobering waaraan we ons noodgedwongen sinds de laatste wereldoorlog hebben moeten onderwerpen, onze indruk over Zweden gepronon ceerd heeft, maar een feit blijft het, dat het Zweedse volk ongetwijfeld een van de meest verwende volken op de hele aardbodem is. Het is moeilijk om hun duidelijk te maken welke ontbHUnpen de wereld geleden heeft en nog lijdt; ze kunnen het zichzelf eenvoudig niet voorstellen. De enige schaduw, die over het land en de bevolking valt is de vrees voor een mogelijk conflict met Rusland. Dit weerspiegelt zich wel enigszins in het dagelijkse leven, maar de laatste tijd is ook die vrees aan het afnemen. Men blijft hopen ook bij een volgend conflict buiten schot te zullen blijven. Typerend hiervoor is wel. dat de uitgaven voor de defensie die voor de sociale voorzieningen nauwelijks overtreffen. De Sociaal Democraten de grootste partij in Zweden wensen een strikt neutrale buitenlandse politiek te voeren. Ze laten er zich eenvoudig niet van doordringen, dat een dergelijke politiek thans tot de onmogelijkheden behoort. In een toekomstige oorlog zal Zweden zowel voor het Westen als voor Rusland een zeer belangrijk volgens militaire deskundigen een volkomen onmisbaar strategisch gebied zijn. Het lijdt dan ook geen twijfel, dat Zweden bij een toekomstig conflict betrokken zal wor den. Toch blijft men zich vastklampen aan de hoop, dat het toch wel niet zal gebeuren en blijft men rustig voortleven op een levensstandaard, die voor onze begrippen beslist paradijselijk is. Men kan van het huidige Zweden met recht zeggen, dat het meer eiland is dan Engeland. Dit geldt ook in sterke mate voor de binnenlandse politiek. Er doen zich in dit land toestanden voor, die voor onze begrippen volkomen onwer kelijk zijn. De „Lands Organizationen" een organisatie waarbij alle vakver enigingen zijn aangesloten controleert er als oppermachtig orgaan de hele ar beidsmarkt en de hele regering is niet in staat, die macht te doorbreken. Deze organisatie bepaalt b.v. eenvoudig welke en hoeveel vreemde arbeidskrachten op een bepaald bedrijf toegelaten mogen worden. De sociale zekerheid van de Zweedse arbeider gaat n.l. vóór alles en daaraan wordt zelfs een verbetering van de economische situatie van het land opgeofferd. Deskundigen hebben ons verzekerd, dat wanneer de Zweedse industrie uitgebreid zou worden iets dat ge zien de rijkdom van het land zeer wel mogelijk is er beslist voor één millioen arbeiders meer werk gevon den zou kunnen worden. Deze arbei ders zouden dan met hun gezinnen van een zelfde hoge levensstandaard kunnen genieten als de huidige Zweedse arbeider. Een uitbreidmg van de industrie komt er echter niet, omdat er natuurlijk enig risico aan zit. En de_ organisatie wenst geen enkel risico, *hce klein ook, te nemen. De onaantastbare sociale zekerheid van de arbeider en het handhaven van het huidige hoge levenspeil is het enige doel en dat zou misschien wel een» gevaar kunnen lopen! In Zweden heerst dan ook geen werk loosheid; er is eerder een tekort aan arbeidskrachten. De lonen liggen dan ook zeer hoog. Ze zijn per 1 Januari jJ. met 18 tot 40 pet. gestegen en bedragen op het ogenblik gemiddeld 150 Kr. per week (f 112.50)Een tramconducteur b.v. verdient er rond "00 Kr. per maand (f525). Naar verhouding liggen de lonen voor kantoorpersoneel iets lager. Ook in Zweden kost bet geld een witte boord te dragen. Aan belasting betaalt men ongeveer hetzelfde als in Nederland. De huren zijn er enorm hoog. Voor een enkele kamer betaalt men 100 a 150 Kr. per maand. Aangezien men slechts ka mers kan huren, komt een „huis" van drie kamers op 300 a 450 Kr. (f225 b f 340) per maand! Dienstmeisjes en keu kenmeisjes zijn nauwelijks te krijgen en heeft men dit geluk, dan betaalt men hiervoor resp. 250 en 350 Kr. (f 190 en f265). Het is duidelijk, dat het salaris van de man zeker niet voldoende is om dit alles te betalen. De vrouw helpt dan ook ijverig mee de hoge levensstandaard op peil te houden. Zij werkt op kantoren, in eetgelegenheden en in winkels. Daar komt nog bij. dat er slechts weinig kin deren zijn om te verzorgen dat de huizen de enkele kamers, die men kan huren zo klein zijn, dat er nauwelijks in gewerkt behoeft te worden en dat de Zweedse vrouw een zeer grote mate van zelfstandigheid bezit. Het familieleven lijdt door dit alles natuurlijk heel erg, maar een hoge levensstandaard schijnt voor de Zweed belangrijker te zijn. Daar wenst hij hand voor te werken, Kr.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 5