OPIUM VOOR CAIRO ■Mi w „Waterland", één van Velsens mooiste buitens Het probleem van de ploegendienst Werkgelegenheid in Gewest Haarlem niet overal even gunstig ilfi I Koele spannende film De tragedie die „Rembrandt" heet R iB Toestand in Kennemerland merkbaar beter dan elders De Belgische continu De tentoonstelling in de Vleeshal Pullman matrassen Natuurschoon door vernielzucht geen algemeen bezit HERINCA WUTHRICH Animo voor cursussen aan Rijkswerkplaats zeer groot wmsm ZATERDAG 9 JUNI 1951 PAGINA 4 - f 150.000 VOOR FLORA Goedkeuring door Ged. Staten Luxor Frans Hals Spaarne Q.,/fasting <s ifururu Comfort Mi WASSENAAR Rembrandt Palace Vacantietoeslag gemeente- personeel H.V.B.-PROGRAMMA -mwm: VAN FLUIT TOT FLUIT V Fabrieken in centrum Levenslang nachtdienst Ploegendienst-ervaringen Vrije tijds-besteding Ongerept natuurschoon Geen vrije toegang «\ms David MacDonald heeft met Cairo Road (Opiutn voor Cairo) geen mees terwerk gemaakt, maar wel een koele en spannende film, die de aandacnt vasthoudt en die nuchter en zonder veel omhaal een smokkelgeschiede- nis vertelt uit Egyp te, waar de Engel sen een heftige strijd voeren tegen de smokkelhandel in verdovende mid delen. De tendenz van de film is: de Britten doen prach tig werk, ver van het vaderland en ten behoeve van andere volken. En fin, ze doen het in alle geval. En ze doen het nauwkeu rig en flegmatiek, in samenwerking met de Egyptische politie. Of eigenlijk Is dat helemaal niet waar, want de poli tiemannen zijn stuk voor stuk Egypte- naren. Het wil ons alleen maar niet duidelijk worden, want de held van het verhaal is Eric Portman, een En gelsman van zo rasechten bloede en zo typisch Britse allure, dat we geen ogen. blik de indruk krijgen, met Egyptena- ren te doen te hebben. Al hetgeen niemand zal beletten, hei verhaal gespannen te volgen, vol be wondering voor de politiemannen, die de ene affaire na de andere afwerken en nooit aan het einde van hun Latijn zijn, evenmin als de schurken van smokkelaars, die leven van de. ellende der eenvoudigen. De film is voor veer tien jaar. Nu in de Haarlemse Vleeshal een tentoonstelling wordt gehouden van Rembrandt-tekeningen en -etsen, zal onze medewerker voor beeldende kunst daaraan enige beschouwingen wijden, die ten doel hebben de be zoekers van deze belangrijke expo sitie in te leiden in het zien en ge nieten van de kunstwerken, welke als een kostbare schat voor de duur van enige maanden binnen Haar lems veste werden samengebracht. Wij hopen hiermee te bereiken, dat ook de ongeoefende beschouwer na der gebracht zal worden tot de wel eens „moeilijk" genoemde kunst van Rembrandt. En voor de overigen moge de genieting worden verrijkt, doordat zij opnieuw kennis kunnen nemen van de achtergrond waarte gen deze kunstwerken moeten wor den gezien. In dit eerste artikel wordt een schets gegeven van enige wezens trekken van Rembrandt's tragisch leven. Strijd tussen politie en smokkelaars 't Is een nogal merkwaardig geval, dat het befaamde regisseursduo Powell en Pressburger ons onder de titel ..Gone to earth („Gejaagd in de dood") voorscho telt. De film is gebaseerd op een roman van Mary Webb. Zij verhaalt de ge schiedenis van de dochter van een harp spelende doodkistenmaker, die van haar zigeunermoeder een hoop bijgeloof en een nogal sentimentele dierenlieicie heeft geërfd. Ze trouwt met een dominee, na dat ze eens door een merkwaardige landheer naar zijn kasteel werd gesleept. Na haar huwelijk keert ze r.aar de land heer terug, wordt echter door haar man v.eer weggehaald, die daarmee de af schuw van zijn moeder en van zijn ge meente op zijn hals haalt. Wanneer het meisje haar weggelopen vosje, dat dcor de meute van de landheer wordt achter volgd, wil redden, valt ze met het dier tje te pletter in een diepe kuil, waarin al eens eerder een koe en haar kalf zijn gestort. Met de gebruikelijke uitroep „Prooi ontsnapt" eindigt dan deze film. Zo naar het werk van Powell en Press burger te oordelen, is het een nogal zw aar-romantische zonderlinge liefdes geschiedenis. mogelijk heeft de schrijf ster in haar boek, dat wij niet kennen, er een bewogen en poëtisch verhaal van gemaakt. Powell en Pressburger overtui gen ons dattr zeker-niet Van. Ze werken rijkelijk met geheimzinnige beelden, waarin ze de kleur niet onaardig en wel elfectief benutten. Ze observeren het dorpsleven treffend en combineren dat alles met soms nogal conventionele, dan weer goed gekozen beelden. 18-jarigen kunnen deze week de film zien. Het zijn ruwe kerels, die in de film „Wild Harvest" langs de uitgestrekte korenvelden van Texas trekken en daar met een vijftal machines van het al lermodernste type onder een bran dende zon ploeteren om de korenoogst op tijd binnen te hebben. Zij onder vinden grote concurrentie van een an dere groep, die eveneens van boerderij naar boerderij trekt en telkens tracht hun voor te zijn. De spanning tussen deze twee komt op een gegeven moment tot uitbarsting in een kroeg, die bin nen een oogwenk herschapen wordt in een slagveld. Na deze opluchtende vechtpartij duikt er weer een moeilijk heid op in de vorm van een vrouw, die een van de mannen overhaalt om slechts een gedeelte van de oogst aan de eigenaar af te dragen en de rest ten eigen bate te verkopen. De dief krijgt het aan de stok met de baas. Weer ko men de harde vuisten in het geweer, maar even gauw is ook de vrede gete kend, vooral als er plotseling bericht komt, dat een boer hun veel werk met een rijk loon aanbiedt. Er valt veel te genieten in deze film en iedereen boven de 18 jaar kan er enige prettige uren aan beleven. In „Spaarne" kan men deze week de boeiende rolprenten „Verloren in de wildernis" en „De verborgen schat van Kashmir" zien. Zoals men uit de titel kan opmaken, speelt de eerste film zich in het dichte oerwoud af. Prachtige tro- penbloemen, wilde dieren en romanti sche natuuropnamen zijn te genieten. De avonturenliefhebber kan zijn hart ophalen in de tweede film, waarin ook de liefde een grote rol speelt Veertien jaar. Gisteren ongeveer twaalf uur is op zijn werk aangehouden de zesentwintig jarige electro-monteur J. F. uit Haar lem, die verdacht werd electrische ma terialen gestolen te hebben bij zijn pa troon, een electro-monteur. Deze mate rialen beliepen een bedrag van vijfhon derd gulden. Hij heeft bekend en is op gesloten. Advertentie Advertentie Volledige collectie Deze week een goed gecomponeerde, boeiende film voor volwassenen. „Ge heim van drie vrouwen". Een vliegtuig, waarin de vijfjarige Johnny Peterson naar huis terugkeert, stort neer op een schier onbereikbare bergtop en uit foto- opnamen blijkt, dat alleen de jongen de ramp heeft overleefd. Een verslaggever ontdekt, dat Johnny een aangenomen kind is en wanneer dat bekend wordt, komen drie vrouwen, die hun vijf jaar geleden geboren kind afstonden aan het tehuis waar de Petersons Johnny adop teerden, naar de plek vanwaar een ex peditie vertrekt om de jongen te redden. De regie heeft de angstige spanning van deze drie vrouwen knap geschilderd en zo het pakkende verhaal met veel sober, heid tot een ontroerende film gemaakt. De besluiten van Haarlem garantie van honderdduizend van de gemeenteraden en Heemstede om een resp. vijftigdiuizend en gulden te verstrekken De film „Altijd naar viens" beant woordt in ieder geval tot in de klein ste détails aan de titel. Een kolonels dochter raakt verliefd op een „dood gewoon" soldaat, die in het burgerle ven een befaamd trapèzewerker is. Een en ander geeft de nodige complicaties maar tenslotte gaat alles naar wens. en vinden ook de kolonel en zijn vrouw elkaar weer in de liefde terug. Een simpel verhaal dus, waaromheen veel show in technicolor is geweven. Pro minente sterren geven een nummer ten beste en ofschoon de toeschouwer ten laatste wel een beetje veel van het goede krijgt, zal hij toch met pleizier genieten van dans, zang en muziek. Achttien jaar, zegt de K.F.C. voor de Flora-tentoonstelling 1953 zijn door Gedeputeerde Staten van Noord- Holland goedgekeurd. -e Ook dit jaar zal er weer aan het ge- meentepersoneel een vacantie-toeslag van 2 pet. gegeven worden. Door mid del van de Vereniging van Nederland se Gemeenten zullen B. en W. trachten die toeslag niet te beperken tot een ma ximum van f 50.Gepoogd zal worden die 2 pet te geven over het gehele sa laris. Mocht dat niet toegestaan wor den, dan zal gevraagd worden om die f 50.te verhogen met 15 pet. toeslag. I A: ADO 2Zandvoortmeeuwen 3; SpaarnaamKinheim 2. 1 B: WaterlooHaarlem 3a; RCH 5 DEM 2. Kampioenscomp.: Beverwijk 2Hille- gom 2; VSV 4—EDO 5; DSOV—HFC 11; Hillegom 6—EDO 9; Geel Wit 5—EDO 13. Besl. wedstrijden: TYBB 7ETO 3; EHS 2—RCH 7. Jeugdafd.: HBC aDEM a; Velsen a EDO a. Advertentie STATIONSPLEIN 6 - TEL. 21750 Wij serveren diverse exquise Roomijs- combinaties die U doen watertanden. embrandt's leven is boeiend, althans voor ons, die het als buitenstaan ders kunnen gadelaan en her opbouwen met behulp van de enkele gegevens, die ons van de wederwaardig heden van deze merkwaardige man be kend zijn. Die wederwaardigheden zijn stuk voor stuk droevig, zelfs die feiten, die op zichzelf een gelukstoestand zou den moeten betekenen, zijn wreed als onderdeel van Rembrandt's tragedie. Een tegenwicht van zijn beproevin gen had zijn jonge geluk met Saskia kunnen zijn, maar de kinderen die zij hem schenkt ziet hij sterven en midden in de roes der jonge liefde wordt ook zijn vrouw hem door de dood ontnomen, in zijn artistieke loopbaan vergaat het hem al niet anders. De gevierdheid van de jonge schilder schijnt slechts gecre- eerd te zijn om hem stuk voor stuk zijn bewonderaars te laten ontvallen en op den duur de ordelijke maatschappij zich tegen hem te laten keren, zonder dat een zijner vrienden nog een glimp van sympathie betoont. En uiteindelijk, is het dan zover dat hij een vergetene is. Men passeert hem als ware hij er niet en ware hij er nooit geweest. Zelfs Rubëns gaat niet naar hem toe, wanneer hij de Hollandse collega's bezoekt. Voor zijn tijdgenoten bestond Rembrandt eigenlijk niet: hij leefde in een andere wereld en heeft daarmee zich zelf buitengesloten. Rembrandt's leven rolt uit als een meesterlijk in elkaar gezette tragedie, zelfs met nog een sober „happy end", en des te sensationeler voor de toeschou wers omdat het niet ontsproten is uit de fantasie van een schrijversbrein maar werkelijk gebeurd. Overmatig veel tegenslagen, waarvan de oorzaak buiten de mens ligt, zijn opeengestapeld, en daartussendoor wor den de tragische resultaten geschoven van het blindelings volgen van een aan leg. Dit laatste had voor Rembrandt een twee-ledige verscheurdheid ten gevolge: de innerlijke verdeeldheid tussen droom en aarde, waarmee hij zijn gehele leven te kampen had, en de maatschappelijke gevolgen daarvan. Deze scheurden hem los van zijn medemensen, van hun sympathie, erkenning en waardering en leverden hem over aan onbegrip, ver nedering en spotlust. Voor ons moge het dan een boeiend verhaal zijn, maar voor de man die door dit alles werd overspoeld? Voor deze Job, aan wie het tederste werd gege ven om er zich aan te hechten, zonder dat hij het ooit mocht behouden, voor deze vogel die een leven lang naar vrij heid heeft gefladderd tegen de ruit van de realiteit voor Rembrandt is het leven één grote beproeving geweest. Hoewel, ner gens zijn hieromtrent zijn gevoelens be waard, zijn duidelijke reacties als mens zijn niét te vinden. We weten niet of hij ineengekrompen is, of gevloekt heeft, hoe vermoeid hij is geraakt onder de eindeloze kweliipg die steeds in nieuwe vormen verscheen. derijen. Een „spel" van licht en donker: het licht om het donker. Of: het don ker om het licht te bewijzen? Rembrandt is een raadsel, nóg eenzaam in zijn machtige persoonlijkheid. Het kan onze bedoeling niet zijn de lezer uit mede lijden naar Rembrandt te drijven, het zou een slechte drijfveer zijn, die naar kunstbeleving leidt. Rembrandt immers heeft een andere ontroering willen los slaan: die, welke hij zelf ondergaan heeft en medelijden heeft hij, naar wij menen, ook niet met zichzelf gehad. Tijdens zijn leven zal hij er geen tekort aan gevoeld hebben. Maar erkenning en waardering, dat is wat hij heeft ont beerd en dit moest hij ontberen, anders was hij niet groter geweest dan zijn ge vierde collega's boven wie hij tier uit steekt. Hef is nog maar ruim een eeuw ge leden dat men hem begon te zien, uit stekend boven zijn tijd en van toen af is gebeurd waartoe-zijn tijdgenoten niet in staat konden zijn. De prijzen, die voor zijn stukken be taald worden, mogen dan niets met waarde te maken hebben en de wijze waarop men van alle windstreken uit pelgrimeert naar zijn „N achtwacht" moge dan geen begrip van dit niet zijn meesterwerk zijnde experiment inhouden, het is althans de erkenning, dat hij een schepper is. En het niet kunnen doorgronden van dit werk, des noods een relatieve waardering van zijn strijd. Het kennen van de omstandig heden, waaronder deze grote geest ge werkt heeft, niet bedoeld als een verzoek om medelijden kan wel een bijdrage zijn tot het leren kennen van zijn bedoelingen. Zijn levensge schiedenis is daar naast een hoofdstuk op zichzelf, dat niet per se hoeft te be wijzen, dat Rem brandt tot de groot ste kunstenaars der. aarde behoort; wat hij najoeg had een waanbeeld kunnen zijn. Het is echter geen waanbeeld ge weest. Nu de schil derkunst drie eeu wen verder is, zien wij, dat het gelo pen is, zoals het lo pen moest. Met die vreemde schilder en met die kort zichtige tijdgeno ten. Uiteindelijk is hij er in gesiaagd de tweeslachtigheden van zijn persoon en van zijn idealen op te heffen en de tegenstelling tus sen droom en wer kelijkheid om te zetten in een el kaar ophogende twee-eenheid. Maar dan is zijn leven haast ten einde. L. T. Advertentie ij weten alleen zeker, dat zij doorwerkte. Geen slag die hem trof heeft zijn werkzaamheid vertraagd en zeker verdronk hij zijn Zelfportret van Rembrandt op ongeveer 50-jarige leeftijd. Twinkelend zeeft het zonlicht door de bladertooi van machtige, beuken en linden, hier en daar neervallend op moe leed niet in de taveerne. Hij vocht zijn der aarde in forse stralenbundels, waar innerlijke strijd door, als voelde hij de slagen van buiten af niet, geen klacht zelfs klinkt door in zijn werk. Zijn leven getuigt van de heldhaftigheid van een heilige. Clair-obscuur heet het in zijn schil de kruinen van de eeuwenoude bomen zulks gedogen. Rhododendrons, in forse partijen bijeen en soms als een sierlijk lint geslingerd aan de voet van op gaand struikgewas, pronken - met een schat van bloemen- en kleurenpracht. (Van onze Beverwijkse redacteur) We moesten de katechismus van de kinderen op school er eens bij halen. Onze eigen vaders, die de tjjd van Rerum Novarum nog geker.»l hebben, aan den lijve ondervonden in vele gevallen, hebben zich vaak ze waren diep-godsdienstig getroost met de gedachte, dat de aarde eer- tranendal is. Zelf zijn we dit, we bekennen het eerlijk, goeddeels vergeten, omdat het tranendal door tal van sociale maatregelen bewoonbaarder geworden is. En wat dan nog aan moei lijkheden en ellenden rest, och, de gedachte aan de eerste vraag van de kate chismus uit eigen schooljaren, verzoent er ons mee: op deze vraag antwoorden! we immers: we zijn op aarde om God te dienen en daardoor in de hemel te komen. De narigheid is voor de uitboeting van onze pekelzonden met het oog" op het toekomstige geluk in de eeuwigheid. Maar neem nu de katechismus van je zoontje. Die leert op de eerste vraag antwoorden: we zijn op aarde om God te dienesi en daardoor hier en hiernamaals gelukkig te zijn. De Kerk heeft: wel altijd geleerd, dat het geluk op aarde een na streefhaar goed is, maar de aandacht is daarop nooit zo gevallen ais in deze dagen. Het geluk hier op aarde. Dat is voor iedereen, dus ook voor de continu-arbeider, zo hij dit niet los van de dienst van God, de Gods-dienst, zoekt. Hoe staat het met dit geluk? Laten we eens negatief beginnen, aansluitend aan het vorige artikel, waarin we een vergelijkende beschouwing toezegden over de continu elders. Blijken zal, dat de omstandigheden om gelukkig te zijn in Kennemerland heel goed liggen. De rest: is goeddeels eigerj werk. Jansweg 11 t/o Station Een Beverwijker, chef van de produc tie op Hoogovens, zet m'n naam er maar niet bij vertelt van zijn eigen jarenlange ervaringen in d8 Belgische ploegendienst. Wanneer men bij Visé België binnen komt begint reeds enige kilometers over de grens het Luikse industrie-bekken. Volgt men dan het Maasdal, dan trekt men kilometers achter elkaar langs ko lenmijnen, waarvan steen en afval als reusachtige zwarte bergen verspreid lig gen, langs Hoogovens en staalfabrieken. Overal klinkt het machtige lied van de arbeid. Hebt u er wel eens over nagedacht, wat iets dergelijks betekent? Het ge stamp van de machines, het kreunen van de walsen en het vloeien van het staal, gaat onophoudelijk door, dag en nacht. Duizenden arbeiders verrichten hun zwa re arbeid in ploegendienst. Onder welke omstandigheden? De ligging van de grote bedrijven in Kennemerland is van die aard, dat wan neer men zich in het centrum van Bever wijk of Velsen bevindt, van het bestaan dezer bedrijven niets bemerkt. In het Luikse industrie-bekken is het echter geheel anders. Alle fabrieken staan er in het midden van de gemeente. De hui zen hangen er als trossen omheen. In die zelfde huizen wonen dan de arbeiders uit de ploegendienst, die als ze nacht dienst hebben overdag moeten probe ren te slapen, terwijl de ganse dag op nauwelijks 50 meter afstand soms nog minder de machines staan te dreunen, de fluiten van de locomotieven gillen, auto's en treinen voorbij razen, in één woord, terwijl het volle bedrijfsleven aan de gang is. Men zal begrijpen, dat onder zulke om standigheden het werk voor de meeste van hen, 's nachts dubbel zwaar is. Er zijn echter nog meer nadelen, alhoe wel van andere aard. De meeste uitgangen van deze fabrie ken zijn in één van, de hoofdstraten van de stad of plaats. Men vindt daar natuur lijk allemaal winkels en vooral café's. Een groot percentage van de ploegen dienst-arbeiders stapt de fabriek uit en gaat regelrecht een café binnen. Of ze nu uit de ochtend- middag- of nachtsdienst komen, dat maakt geen verschil, 's mor gens om 5 uur zijn namelijk de meeste van deze zaken reeds geopend. De ar beiders blijven er meestal langer hangen dan ze oorspronkelijk van plan waren. Zo kan het gebeuren, en dit vooral 's Za terdags. dat de man inplaats van 's mor gens, pas 's middags van zijn werk thuis komt, wat het gezinsleven vanzelfspre kend niet ten goede komt. Er zijn ook ploegenarbeiders, honderden die in de omtrek Wonen, ja soms wel 70 a 80 km. van de fabriek verwijderd. Onder hen vindt men vooral mensen uit het Limburgse, Vlamingen dus, die ofwel niet van hun woonplaats kunnen schei den omdat ze daar nog wat land bewer ken, ofwel omdat ze in de Waalse streek niet kunnen aarden, of om principiële redenen daar niet willen wonen. Velen van hen zijn iedere dag 12 tot 14 uur van huis om hun dagtaak te volbrengen. 's Morgens om 4 uur kan men hen aan treffen in de trein, waar ze met slaperige ogen op en over elkaar hangen en liggen, om te proberen van de gederfde nacht rust nog iets in te halen. Als ze uit de nachtdienst komen, hetzelfde beeld. Het is meer dan eens gebeurd, dat een groep, die lag te slapen, een paar stations te JVer reed en soms pas tegen de middag thuis kwam. Wat te zeggen van hen, die in de mij nen werken in de stutploegen in de mijnen werken vaste ploegen: houwers en stutters Het stutwerk wordt 's nachts verricht. Zo zijn er dan van die arbeiders, die hun gehele leven in nacht dienst werken, omdat ze overdag thuis nog een stukje land willen bewerken en er een paar koeien op na kunnen hou den. Zoals men ziet, is het probleem ploegendienst niet alleen in Kennemer land aan de orde, maar overal, waar zware industrie gevestigd is. De vier- ploegendienst kent men in België bijna niet. wel drie-ploegendienst, maar dan zo, dat de arbeiders ook op Zondag werken. De ploeg die dan Zondagmiddag om twee uur begint gaat tot Maandag morgen zes uur door, werkt dus zestien uur aan een stuk om de overgang moge lijk te maken van middagdienst naar nachtdienst. Tot zover deze chef van de productie bij Hoogovens. Men make zelf de verge lijking om te bemerken, dat het indus trie-gebied in Kennemerland bij dit voorbeeld bijzonder goed afsteekt. Na bovenstaande is het interessant de brief van de heer J. Blankwater, Wal deck Pyrmontstraat 22 rd., Haarlem te bezien, waarin deze schematisch conclu sies of ervaring in de ploegendienst weergeeft. Hij noemt op de eerste plaats de voordelen daarvan voor ongeschool den. die door de ploegendienst meer ingeschakeld zijn in het eigenlijke productie-proces meer of mindere persoonlijke onmisbaarheid die een vaste taak hebben met kans van op schuiving naar betere of hogere taak, hoger loon Deze voordelen gelden voor geschool den, naar schrijvers persoonlijke er varing, alleen voor bedieningspersoneel. De overige geschooide arbeiders staan vrij afkerig tegenover ploegendienst, meent hij. Als voordelen van de 4-ploegendienst, Franse continu, boven 3-ploegendienst zonder Zondagsdienst, noemt hij de gro tere rusttijden werkweek van gemid deld 42 uur en het hoger uurinkomen In de vier-ploegendienst heeft men drie vrije Zondagen in de 12 weken. De eerste Zondag van Zaterdagmiddag 2 uur tot Maandagmiddag 2 uur; de twee de Zondag van Zaterdagavond 10 uur tot Maandagavond 10 uur; de derde Zondag van Zondagmorgen 6 uur tot Maandag morgen 6 uur. Deze laatste Zondag, te kent hij hierbij aan, wordt door ons niet bepaald als een vrije Zondag bestempeld. De kalenderdag op Hoogovens begint en eindigt om 6 uur des morgens. Als redenen van teruggang van de continu naar de dagdienst somt hij op: het overcompleet-zijn, vooruitgang van loon, of op medisch advies. Het minst gewild, zegt hij, is de wacht van Zaterdagmiddag 210 en Zondag middag 210. Dit blijkt uit het opnemen van snipperdagen. Tussen kerkelijk en on-kerkelijk constateerde hij geen ver schil wat bovenstaande betreft Ten aanzien van de vrije-tijdsbesteding zijn de ervaringen van de heer Blank water zeer interessant, of het moet zijn, dat hij bedoelt richting aan te geven. Een tweetal interessante en boeiende correspondenties ditmaal over de ploegendienst. Ter vergelijking tus sen de voorwaarden in Kennemer land en in andere industrie-centra, met name het Luikse industrie-bek ken. Ter oriëntering de persoonlijke ervaring en conclusies van een Haar lemse industrie-werker, die belang rijke dingen opmerkt en schematisch een groot gedeelte van de te behan delen materie doorneemt. Met dank aan inzenders geven we hun beschouwingen graag onze le zers in handen. We doen dat na in de Katechismus te hebben gesnuf feld: daar vonden we het uitgangs punt ook van dit probleem: God die nen en daardoor gelukkig zijn in ons werk hier op aarde en in het hiernamaals. Hij somt op: bezoeken van veilingen (huizen en inboedel); week- en vee markten; jaarbeurs; tentoonstellingen; orgelconcerten (die te Haarlem blijkbaar ook overdag gegeven worden): visserij bedrijf en havenwerken te IJmuiden; openbare rechtszittingen; als interessen geeft hij: vakstudie, stadsuitbreiding, huizenbouw; tenslotte het herstellen van huiselijke gebruiksvoorwerpen en de hengelsport. De lichamelijk zware vrije-tijdsbeste ding heeft verval van gezondheid tot ge volg. Tegenslag en geringe resultaten in verhouding tot de geleverde arbeid en huiselijk ongenoegen. Nadat hij de bekende bezwaren van de continu-dienst heeft genoemd, trekt de heer Blankwater de volgende con clusie; De mogelijkheden wat de vrije-tijds besteding betreft, zijn in de 4-ploegen dienst heel anders dan in de dagdienst; de continu-dienst verschaft aan vele on geschoolden, alhoewel dikwijls een zwa re, toch een passende werkkring, die gunstig afsteekt bij het werk in D.U.W., boeren- of tuindersbedrijf. Er openbaart zich een versterking van het verantwoordelijkheidsgevoel voor hun werk en omgeving. Dit blijkt o.m. uit de belangstelling voor kernverkiezin gen en voor de veiligheid. In korte, schematische trekken, heeft de heer Blankwater in bovenstaand schrijven vele punten aangeroerd, die in artikelen van andere medewerkers uit gebreid besproken worden met voor en tegen. Verdere reacties zende men: Re dactie Smedestraat 5, Haarlem of Stum- phiusstraat 45, Beverwijk. Een wilde eend heeft zowaar zijn jon gen niet in de steek gelaten en ploetert met hen in de heldere vijuer. Vogels van diverse pluimage zingen in de bo-, men en in de verte presenteert de koekoek Zijn naamkaartje. Dit is Wa- terlimd. bijna een natuur-reservaat en juist daardoor een van de mooiste bui tens, die Kennemerland uit vroeger eeuwen heeft mogen behouden. Vermoedelijk is Waterland gesticht door Nicolaas van Persijn, althans zijn naam komt in oude stukken voor als „Persijn van Waterland". Toen Floris V meerderjarig werd kocht hij in 1282 van Nicolaas Persijn van Waterland dit bui ten. Deze Persijn was gehuwd met een zuster van Gerard van Velsen en hij behield zich het recht voor zich „Persijn van Waterland" te blijven noemen. In 3 290 schonk Floris V hem het Huis te Velsen. Jan van Persijn, vermoedelijk een zoon van bovengenoemde Nicolaas, stichtte in de oude kerk van Velsen een vicary. Hij wordt in een acte Johannes van Persijn en Heer van Waterland ge noemd. In 1409 stierf de tak Persijn uit en al hun rechten kwamen toen aan de grafelijkheid. Op 1 Mei 1799 wordt de buitenplaats gekocht door mr. Jacob Boreel van Hooglanden, geboren in 1768 te 's Gra- venhage als zoon van mr. Willem BoreeJ ridder baronet en Maria Trip. Deze Jacob trouwde in 1791 te Vreeland met Margaertha Johanna Munter en werd in schepen van Amsterdam. Uit die tijd zijn de familie-portretten nog be- HAARLEM CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS waard en grotendeels terug te vinden in het huis Lange Voorhout 48 te 's Gr^- venhage. Tot 1937 blijft het buiten steeds in het bezit van een lid van de familie Boreel. Toen stierf jonkheer mr. J. W. G. Boreel van Hooglanden, oud-burge meester van Haarlem, lid van Gedepu teerde Staten van Noord-Holland en van de Tweede Kamer. De daarop volgende 10 jaren zou men de verval-periode kunnen noemen. Eerst werd het huis niet bewoond, toen werd het ingericht als nood-ziekenhuis en daarna waren het de Duitsers, die er zich vestigden en van het landgoed een enorme munitie-opslagplaats maak ten. In die jaren behoorde het aan de erven van jonkheer mr. J. W. G. Bo reel van Hooglanden, waarna het in 1947 in handen kwam van mevr. Van Tuyll van Serooskerken, geboren Bo reel, grootmeesteres van H. K. H. Prin ses Wilhelmina. Een wandeling door het circa 35 hectare grote buiten is een openbaring- Machtig reiken de eeuwenoude linden hun sierlijke kruinen ten hemel. Elders zijn het zware benken, zowel groene als bruine, die het beeld baiieersen en op weer een andere plaats vergeet men de bomen om zich heen, omdat zij slechts fungeren als achtergrond voor machtige rhododendron-partijen. Dat Waterland zijn eeuwenoude bomen- pracht behouden heeft, is te danken aan de Duitsers, die van het buiten één grote munitie-opslagplaats hadden ge maakt, waarbij zij de bomen als ca mouflage niet konden missen. Het heeft er vol gestaan van bunkers, maar practisch alle van zand, zodat zij op geruimd konden worden. Slechts één kleine betonnen bunker staat er nog. maar met de jaren zal deze verdwijnen achter een beplanting. Een juweeltje van natuurschoon is de vijver met zijn naaste omgeving. Daar op kwam oudtijds de laan uit, voeren de van het vroegere gebouw in rechte lijn naar de „Franse kom". Diverse stijlen heeft deze omgeving „doorstaan" Omstreeks 1800 vierde de „Notre-stijl" hoogtij, alles recht, zonder ook maar één kronkelpaadje. De „Franse kom" was toen als een grote ronde stip aan het einde van de laan. Toen kwam de Chinese stijl en tegelijkertijd de Engel se stijl. Er werden slingerpaden ge maakt, ook de „Eranse kom" werd een zich slingerend lint van water en boog- bruggetjes verbonden de oevers, waar deze elkaar naderden. Omstreeks 190" is de Chinese stijl afgedankt, maar de Engelse is behouden, d.w.z. de brog- getjes zijn verdwenen, maar de na tuurlijke wendingen zijn gebleven. Iets van de zwier van vroeger eeuwen kan men zich voor de geest halen, wan neer men in de vijver kijkt. Aan de oever tegenover de laan zijn in het water nog de funderingen terug te vinden van een terras, dat daar vroeger is geweest en waar de dames, na een wancfeling door de overschaduwde lanen, konden genieten van verrassende doorkijkjes over het water. Baron van Tuyll van Serooskerken heeft al heel wat verwijten moeten ho ren, dat hij zijn bezitting niet voor he» publiek toegankelijk stelt. Dit is slech(s ten dele waar, want een deel van Vfa* terland is vrij toegankelijk en ook Bee- kensteyn kah men gaan bewonderen. En als het nu gesloten deel van Waterland ook voor het publiek zou worden open gesteld, dan zou een aparte staf nodig zijn om papiertjes en schillen te rapen, terwijl de oppervlakte te groot is om een nauwkeurig toezicht uit te oefenen- En waar dat toe zou leiden moet men maar eens gaan zien aan de onttakelde brem in het vrije deel van Waterland- Het is in één woord bedroevend. Temidden van de hoog-opgaande bo men van „Waterland" leeft nog iets van de romantiek van vroeger eeuwen. Van de rijkdom van vroeger spreekt huizo „Waterland", waarin nu een kinder-te- huis „Het Vinkennest" is gevestigd, met zijn overdaad aan marmer en zijn prach tig trappenhuis. Zo bouwden destijds rij ke Amsterdammers hun bezittingen, te midden van de schoonheid der natuur, maar met het gezicht op Amsterdam aan de horizon, de stad, waar zij hun rijkdom men vergaarden. r 4» \\A O V k, l,)\. Ideaal gelegen, ver van de woonwijken der stad, heeft de industrie in Kenne merland een eigen sfeer, tast zij het stadsleven niet aan, zoals elders, waar de woningen der arbeiders rond de bedrijven staan. Foto: De Binnenhaven va,n Hoogovens by zonsondergang. (Ontleend aan „Samen".) In een voorgaand artikel hebben wij het een en ander geschreven over de werkgelegenheid en de werkloosheid in Haarlem in het jaar 1950. De gegevens hierover putten wij uit het jaarverslag van het Gewestelijk Arbeidsbureau. In datzelfde jaarverslag worden nog eens afzonderlijk de verschillende takken van industrie in ogenschouw genomen, met betrekking tot de werkgelegenheden in deze bedrijfstakken. Bij de grafische industrie deed zich in het afgelopen jaar in vrijwel alle ondernemingen een tekort aan ge-\ schoold personeel gelden, terwijl het bedrijf toch uitstekend van opdrachten werd voorzien. In de bouwnijverheid daarentegen was de werkgelegenheid ongunstig. Tot in Mei waren timmerlieden en metse laars werkloos, hetgeen een ongekend verschijnsel was sedert het einde van de ooriog. Voor de rest van het jaar konden alle bouwvakarbeiders worden tewerkgesteld. De toestand bij de metaalindustrie was evenmin rooskleurig te noemen. Vrijwel alle bedrijven in deze sector gingen hoge eisen stellen aan de kwali teit van het personeel en minder goede werkkrachten werden ontslagen. Thans is er weer een grote behoefte aan be kwame plaatwerkers, machinebankwer kers, constructiebankwerkers, draaiers, loodgieters en automonteurs. Waarde volle arbeidskrachten, wier enig ge brek een betrekkelijk geringe vakbe kwaamheid is, staan nog vrij veel als werkzoekenden op het Arbeidsbureau ingeschreven. De chocoladefabrieken ondervonden bij hun personeelsvoorziening geen moeilijkheden voorzover het manne lijke krachten betrof. De tuinbouwers tonen zich over het jaar 1950 minder tevredan. In het tuin bouwgebied Beverwijk waren, vooral in het najaar, de prijzen uitermate slecht, in hoofdzaak door het wegvallen van de export naar Duitsland. De per soneelsvoorziening stagneerde in het najaar, omdat een steeds toenemend aantal tuinknechts overging naar de beter betalende fabrieken in Beverwijk en IJmuiden. Na een zeer slecht begin heeft de visserij zich geleidelijk hersteld. Ten aanzien van de opvarenden van de vis sersschepen waren vraag én aanbod on geveer met elkaar in evenwicht. De aan het arbeidsbureau verbonden rijkswerkplaats voor vakontwikkeling genoot speciaal bij de gedemobiliseer de militairen een bijzondere belangstel ling. Bijna 300 leerlingen verlieten 1950 na het beëindigen van hun oplei ding deze werkplaats. Hiervan werden er ruim 100 opgeleid voor het bouwbe drijf en bijna 200 voor de metaal-in* dustrie en de electro-techniek. Onge veer 2/3 van het aantal cursisten waï gedemobiliseerd militair. De beroepskeuze-voorlichting is zeer in trek gebleken. Er werden 1269 ad viezen gegeven. Ruim 250 gevallen had den betrekking op schoolkinderen. Voor de gemeente Heemstede werden all® kinderen, die een lagere of U.L.O-' school verlieten, getest. Voor het arbeidsbureau is de emi gratievoorlichting tot een bijzonder® taak geworden. De grootste belangstel ling ging uit naar emigratie naar Australië. Er werden hiervoor 800 aan vragen in behandeling genomen. Meer dan 400 emigranten vertrokken naar dat land. Het jaarverslag besluit dan met de werkgelegenheid in de rayons nader belichten. In het rayon Beverwijk zij» vooral de woningbouw én de uitkom* sten van het tuinbouwbedrijf van grote invloed geweest. In de woningbouw echter een gebrek aan vakarbeiders. Ui1 het eigen rayon kan niet in de be* hoefte worden voorzien. De bloem- e» potplantenkwekerij in Aalsmeer, rayo» Hoofddorp, heeft ruim 2500 vaste ar beidskrachten in dienst. Dezen konde» blijven werken, ondanks de afname va" de binnenlandse afzet, doordat men d® export opvoerde. De arbeidsvoorziening in de visver- werkende bedrijven was bevredigend- Het was mogelijk om van de 200 bij het bijkantoor IJmuiden ingeschreven êe' demobiliseerden er 132 te plaatsen. De verwachtingen voor het ray Zandvoort zijn in het algemeen niel gunstig te noemen. De bouwbedrijvigheid in deze 2e' meente zal in het komende jaar onge' twijfeld teruglopen. Als dit zo is, da» zal een groot deel van de bouwvak®1"^ beiders, die in Zandvoort een zeer h«* langrijk deel van de beroepsbevolking uitmaken, gedurende lange tijd werk loos zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 4