OPIUM VOOR CAIRO
■Mi
w
„Waterland", één van Velsens
mooiste buitens
Het probleem van de ploegendienst
Werkgelegenheid in Gewest Haarlem
niet overal even gunstig
ilfi
I
Koele spannende film
De tragedie die „Rembrandt" heet
R
iB
Toestand in Kennemerland merkbaar
beter dan elders
De Belgische continu
De tentoonstelling in de Vleeshal
Pullman matrassen
Natuurschoon door vernielzucht geen
algemeen bezit
HERINCA WUTHRICH
Animo voor cursussen aan Rijkswerkplaats
zeer groot
wmsm
ZATERDAG 9 JUNI 1951
PAGINA 4
-
f 150.000 VOOR FLORA
Goedkeuring door
Ged. Staten
Luxor
Frans Hals
Spaarne
Q.,/fasting
<s ifururu
Comfort
Mi WASSENAAR
Rembrandt
Palace
Vacantietoeslag gemeente-
personeel
H.V.B.-PROGRAMMA
-mwm:
VAN FLUIT TOT FLUIT V
Fabrieken in centrum
Levenslang nachtdienst
Ploegendienst-ervaringen
Vrije tijds-besteding
Ongerept natuurschoon
Geen vrije toegang
«\ms
David MacDonald
heeft met Cairo
Road (Opiutn voor
Cairo) geen mees
terwerk gemaakt,
maar wel een koele
en spannende film,
die de aandacnt
vasthoudt en die
nuchter en zonder
veel omhaal een
smokkelgeschiede-
nis vertelt uit Egyp
te, waar de Engel
sen een heftige
strijd voeren tegen
de smokkelhandel
in verdovende mid
delen. De tendenz
van de film is: de
Britten doen prach
tig werk, ver van
het vaderland en
ten behoeve van
andere volken. En
fin, ze doen het in
alle geval. En ze
doen het nauwkeu
rig en flegmatiek,
in samenwerking
met de Egyptische
politie. Of eigenlijk
Is dat helemaal niet
waar, want de poli
tiemannen zijn stuk
voor stuk Egypte-
naren. Het wil ons
alleen maar niet
duidelijk worden,
want de held van
het verhaal is Eric
Portman, een En
gelsman van zo rasechten bloede en zo
typisch Britse allure, dat we geen ogen.
blik de indruk krijgen, met Egyptena-
ren te doen te hebben.
Al hetgeen niemand zal beletten, hei
verhaal gespannen te volgen, vol be
wondering voor de politiemannen, die
de ene affaire na de andere afwerken
en nooit aan het einde van hun Latijn
zijn, evenmin als de schurken van
smokkelaars, die leven van de. ellende
der eenvoudigen. De film is voor veer
tien jaar.
Nu in de Haarlemse Vleeshal een
tentoonstelling wordt gehouden van
Rembrandt-tekeningen en -etsen, zal
onze medewerker voor beeldende
kunst daaraan enige beschouwingen
wijden, die ten doel hebben de be
zoekers van deze belangrijke expo
sitie in te leiden in het zien en ge
nieten van de kunstwerken, welke
als een kostbare schat voor de duur
van enige maanden binnen Haar
lems veste werden samengebracht.
Wij hopen hiermee te bereiken, dat
ook de ongeoefende beschouwer na
der gebracht zal worden tot de wel
eens „moeilijk" genoemde kunst van
Rembrandt. En voor de overigen
moge de genieting worden verrijkt,
doordat zij opnieuw kennis kunnen
nemen van de achtergrond waarte
gen deze kunstwerken moeten wor
den gezien.
In dit eerste artikel wordt een
schets gegeven van enige wezens
trekken van Rembrandt's tragisch
leven.
Strijd tussen politie en smokkelaars
't Is een nogal merkwaardig geval, dat
het befaamde regisseursduo Powell en
Pressburger ons onder de titel ..Gone to
earth („Gejaagd in de dood") voorscho
telt. De film is gebaseerd op een roman
van Mary Webb. Zij verhaalt de ge
schiedenis van de dochter van een harp
spelende doodkistenmaker, die van haar
zigeunermoeder een hoop bijgeloof en
een nogal sentimentele dierenlieicie heeft
geërfd. Ze trouwt met een dominee, na
dat ze eens door een merkwaardige
landheer naar zijn kasteel werd gesleept.
Na haar huwelijk keert ze r.aar de land
heer terug, wordt echter door haar man
v.eer weggehaald, die daarmee de af
schuw van zijn moeder en van zijn ge
meente op zijn hals haalt. Wanneer het
meisje haar weggelopen vosje, dat dcor
de meute van de landheer wordt achter
volgd, wil redden, valt ze met het dier
tje te pletter in een diepe kuil, waarin
al eens eerder een koe en haar kalf
zijn gestort. Met de gebruikelijke uitroep
„Prooi ontsnapt" eindigt dan deze film.
Zo naar het werk van Powell en Press
burger te oordelen, is het een nogal
zw aar-romantische zonderlinge liefdes
geschiedenis. mogelijk heeft de schrijf
ster in haar boek, dat wij niet kennen,
er een bewogen en poëtisch verhaal van
gemaakt. Powell en Pressburger overtui
gen ons dattr zeker-niet Van. Ze werken
rijkelijk met geheimzinnige beelden,
waarin ze de kleur niet onaardig en wel
elfectief benutten. Ze observeren het
dorpsleven treffend en combineren dat
alles met soms nogal conventionele, dan
weer goed gekozen beelden.
18-jarigen kunnen deze week de film
zien.
Het zijn ruwe kerels, die in de film
„Wild Harvest" langs de uitgestrekte
korenvelden van Texas trekken en daar
met een vijftal machines van het al
lermodernste type onder een bran
dende zon ploeteren om de korenoogst
op tijd binnen te hebben. Zij onder
vinden grote concurrentie van een an
dere groep, die eveneens van boerderij
naar boerderij trekt en telkens tracht
hun voor te zijn. De spanning tussen
deze twee komt op een gegeven moment
tot uitbarsting in een kroeg, die bin
nen een oogwenk herschapen wordt in
een slagveld. Na deze opluchtende
vechtpartij duikt er weer een moeilijk
heid op in de vorm van een vrouw, die
een van de mannen overhaalt om
slechts een gedeelte van de oogst aan
de eigenaar af te dragen en de rest ten
eigen bate te verkopen. De dief krijgt
het aan de stok met de baas. Weer ko
men de harde vuisten in het geweer,
maar even gauw is ook de vrede gete
kend, vooral als er plotseling bericht
komt, dat een boer hun veel werk met
een rijk loon aanbiedt.
Er valt veel te genieten in deze film
en iedereen boven de 18 jaar kan er
enige prettige uren aan beleven.
In „Spaarne" kan men deze week
de boeiende rolprenten „Verloren in de
wildernis" en „De verborgen schat van
Kashmir" zien. Zoals men uit de titel
kan opmaken, speelt de eerste film zich
in het dichte oerwoud af. Prachtige tro-
penbloemen, wilde dieren en romanti
sche natuuropnamen zijn te genieten.
De avonturenliefhebber kan zijn hart
ophalen in de tweede film, waarin ook
de liefde een grote rol speelt Veertien
jaar.
Gisteren ongeveer twaalf uur is op
zijn werk aangehouden de zesentwintig
jarige electro-monteur J. F. uit Haar
lem, die verdacht werd electrische ma
terialen gestolen te hebben bij zijn pa
troon, een electro-monteur. Deze mate
rialen beliepen een bedrag van vijfhon
derd gulden. Hij heeft bekend en is op
gesloten.
Advertentie
Advertentie
Volledige collectie
Deze week een goed gecomponeerde,
boeiende film voor volwassenen. „Ge
heim van drie vrouwen". Een vliegtuig,
waarin de vijfjarige Johnny Peterson
naar huis terugkeert, stort neer op een
schier onbereikbare bergtop en uit foto-
opnamen blijkt, dat alleen de jongen de
ramp heeft overleefd. Een verslaggever
ontdekt, dat Johnny een aangenomen
kind is en wanneer dat bekend wordt,
komen drie vrouwen, die hun vijf jaar
geleden geboren kind afstonden aan het
tehuis waar de Petersons Johnny adop
teerden, naar de plek vanwaar een ex
peditie vertrekt om de jongen te redden.
De regie heeft de angstige spanning van
deze drie vrouwen knap geschilderd en
zo het pakkende verhaal met veel sober,
heid tot een ontroerende film gemaakt.
De besluiten
van Haarlem
garantie van
honderdduizend
van de gemeenteraden
en Heemstede om een
resp. vijftigdiuizend en
gulden te verstrekken
De film „Altijd naar viens" beant
woordt in ieder geval tot in de klein
ste détails aan de titel. Een kolonels
dochter raakt verliefd op een „dood
gewoon" soldaat, die in het burgerle
ven een befaamd trapèzewerker is. Een
en ander geeft de nodige complicaties
maar tenslotte gaat alles naar wens. en
vinden ook de kolonel en zijn vrouw
elkaar weer in de liefde terug. Een
simpel verhaal dus, waaromheen veel
show in technicolor is geweven. Pro
minente sterren geven een nummer ten
beste en ofschoon de toeschouwer ten
laatste wel een beetje veel van het
goede krijgt, zal hij toch met pleizier
genieten van dans, zang en muziek.
Achttien jaar, zegt de K.F.C.
voor de Flora-tentoonstelling 1953 zijn
door Gedeputeerde Staten van Noord-
Holland goedgekeurd. -e
Ook dit jaar zal er weer aan het ge-
meentepersoneel een vacantie-toeslag
van 2 pet. gegeven worden. Door mid
del van de Vereniging van Nederland
se Gemeenten zullen B. en W. trachten
die toeslag niet te beperken tot een ma
ximum van f 50.Gepoogd zal worden
die 2 pet te geven over het gehele sa
laris. Mocht dat niet toegestaan wor
den, dan zal gevraagd worden om die
f 50.te verhogen met 15 pet. toeslag.
I A: ADO 2Zandvoortmeeuwen 3;
SpaarnaamKinheim 2.
1 B: WaterlooHaarlem 3a; RCH 5
DEM 2.
Kampioenscomp.: Beverwijk 2Hille-
gom 2; VSV 4—EDO 5; DSOV—HFC 11;
Hillegom 6—EDO 9; Geel Wit 5—EDO 13.
Besl. wedstrijden: TYBB 7ETO 3;
EHS 2—RCH 7.
Jeugdafd.: HBC aDEM a; Velsen a
EDO a.
Advertentie
STATIONSPLEIN 6 - TEL. 21750
Wij serveren diverse exquise Roomijs-
combinaties die U doen watertanden.
embrandt's leven is boeiend, althans
voor ons, die het als buitenstaan
ders kunnen gadelaan en her
opbouwen met behulp van de enkele
gegevens, die ons van de wederwaardig
heden van deze merkwaardige man be
kend zijn. Die wederwaardigheden zijn
stuk voor stuk droevig, zelfs die feiten,
die op zichzelf een gelukstoestand zou
den moeten betekenen, zijn wreed als
onderdeel van Rembrandt's tragedie.
Een tegenwicht van zijn beproevin
gen had zijn jonge geluk met Saskia
kunnen zijn, maar de kinderen die zij
hem schenkt ziet hij sterven en midden
in de roes der jonge liefde wordt ook
zijn vrouw hem door de dood ontnomen,
in zijn artistieke loopbaan vergaat het
hem al niet anders. De gevierdheid van
de jonge schilder schijnt slechts gecre-
eerd te zijn om hem stuk voor stuk
zijn bewonderaars te laten ontvallen en
op den duur de ordelijke maatschappij
zich tegen hem te laten keren, zonder
dat een zijner vrienden nog een glimp
van sympathie betoont.
En uiteindelijk, is het dan zover dat
hij een vergetene is. Men passeert hem
als ware hij er niet en ware hij er
nooit geweest. Zelfs Rubëns gaat niet
naar hem toe, wanneer hij de Hollandse
collega's bezoekt. Voor zijn tijdgenoten
bestond Rembrandt eigenlijk niet: hij
leefde in een andere wereld en heeft
daarmee zich zelf buitengesloten.
Rembrandt's leven rolt uit als een
meesterlijk in elkaar gezette tragedie,
zelfs met nog een sober „happy end",
en des te sensationeler voor de toeschou
wers omdat het niet ontsproten is uit
de fantasie van een schrijversbrein maar
werkelijk gebeurd.
Overmatig veel tegenslagen, waarvan
de oorzaak buiten de mens ligt, zijn
opeengestapeld, en daartussendoor wor
den de tragische resultaten geschoven
van het blindelings volgen van een aan
leg. Dit laatste had voor Rembrandt een
twee-ledige verscheurdheid ten gevolge:
de innerlijke verdeeldheid tussen droom
en aarde, waarmee hij zijn gehele leven
te kampen had, en de maatschappelijke
gevolgen daarvan. Deze scheurden hem
los van zijn medemensen, van hun
sympathie, erkenning en waardering en
leverden hem over aan onbegrip, ver
nedering en spotlust.
Voor ons moge het dan een boeiend
verhaal zijn, maar voor de man die door
dit alles werd overspoeld? Voor deze
Job, aan wie het tederste werd gege
ven om er zich aan te hechten, zonder
dat hij het ooit mocht behouden, voor
deze vogel die een leven lang naar vrij
heid heeft gefladderd tegen de ruit van de
realiteit voor Rembrandt is het leven één
grote beproeving geweest. Hoewel, ner
gens zijn hieromtrent zijn gevoelens be
waard, zijn duidelijke reacties als mens
zijn niét te vinden. We weten niet of
hij ineengekrompen is, of gevloekt heeft,
hoe vermoeid hij is geraakt onder de
eindeloze kweliipg die steeds in nieuwe
vormen verscheen.
derijen. Een „spel" van licht en donker:
het licht om het donker. Of: het don
ker om het licht te bewijzen? Rembrandt
is een raadsel, nóg eenzaam in zijn
machtige persoonlijkheid. Het kan onze
bedoeling niet zijn de lezer uit mede
lijden naar Rembrandt te drijven, het
zou een slechte drijfveer zijn, die naar
kunstbeleving leidt. Rembrandt immers
heeft een andere ontroering willen los
slaan: die, welke hij zelf ondergaan
heeft en medelijden heeft hij, naar wij
menen, ook niet met zichzelf gehad.
Tijdens zijn leven zal hij er geen tekort
aan gevoeld hebben. Maar erkenning en
waardering, dat is wat hij heeft ont
beerd en dit moest hij ontberen, anders
was hij niet groter geweest dan zijn ge
vierde collega's boven wie hij tier uit
steekt.
Hef is nog maar ruim een eeuw ge
leden dat men hem begon te zien, uit
stekend boven zijn tijd en van toen af
is gebeurd waartoe-zijn tijdgenoten niet
in staat konden zijn.
De prijzen, die voor zijn stukken be
taald worden, mogen dan niets met
waarde te maken hebben en de wijze
waarop men van alle windstreken uit
pelgrimeert naar zijn „N achtwacht"
moge dan geen begrip van dit niet
zijn meesterwerk zijnde experiment
inhouden, het is althans de erkenning,
dat hij een schepper is. En het niet
kunnen doorgronden van dit werk, des
noods een relatieve waardering van zijn
strijd. Het kennen van de omstandig
heden, waaronder deze grote geest ge
werkt heeft, niet bedoeld als een
verzoek om medelijden kan wel een
bijdrage zijn tot het
leren kennen van
zijn bedoelingen.
Zijn levensge
schiedenis is daar
naast een hoofdstuk
op zichzelf, dat niet
per se hoeft te be
wijzen, dat Rem
brandt tot de groot
ste kunstenaars der.
aarde behoort; wat
hij najoeg had een
waanbeeld kunnen
zijn. Het is echter
geen waanbeeld ge
weest. Nu de schil
derkunst drie eeu
wen verder is, zien
wij, dat het gelo
pen is, zoals het lo
pen moest. Met die
vreemde schilder
en met die kort
zichtige tijdgeno
ten.
Uiteindelijk is hij
er in gesiaagd de
tweeslachtigheden
van zijn persoon
en van zijn idealen
op te heffen en de
tegenstelling tus
sen droom en wer
kelijkheid om te
zetten in een el
kaar ophogende
twee-eenheid. Maar
dan is zijn leven
haast ten einde.
L. T.
Advertentie
ij weten alleen zeker, dat zij
doorwerkte. Geen slag die hem
trof heeft zijn werkzaamheid
vertraagd en zeker verdronk hij zijn
Zelfportret van Rembrandt op ongeveer 50-jarige leeftijd.
Twinkelend zeeft het zonlicht door de
bladertooi van machtige, beuken en
linden, hier en daar neervallend op moe
leed niet in de taveerne. Hij vocht zijn der aarde in forse stralenbundels, waar
innerlijke strijd door, als voelde hij de
slagen van buiten af niet, geen klacht
zelfs klinkt door in zijn werk. Zijn leven
getuigt van de heldhaftigheid van een
heilige.
Clair-obscuur heet het in zijn schil
de kruinen van de eeuwenoude bomen
zulks gedogen. Rhododendrons, in forse
partijen bijeen en soms als een sierlijk
lint geslingerd aan de voet van op
gaand struikgewas, pronken - met een
schat van bloemen- en kleurenpracht.
(Van onze Beverwijkse redacteur)
We moesten de katechismus van de kinderen op school er eens bij halen. Onze
eigen vaders, die de tjjd van Rerum Novarum nog geker.»l hebben, aan den lijve
ondervonden in vele gevallen, hebben zich vaak ze waren diep-godsdienstig
getroost met de gedachte, dat de aarde eer- tranendal is. Zelf zijn we dit, we
bekennen het eerlijk, goeddeels vergeten, omdat het tranendal door tal van
sociale maatregelen bewoonbaarder geworden is. En wat dan nog aan moei
lijkheden en ellenden rest, och, de gedachte aan de eerste vraag van de kate
chismus uit eigen schooljaren, verzoent er ons mee: op deze vraag antwoorden!
we immers: we zijn op aarde om God te dienen en daardoor in de hemel te
komen. De narigheid is voor de uitboeting van onze pekelzonden met het oog"
op het toekomstige geluk in de eeuwigheid. Maar neem nu de katechismus van
je zoontje. Die leert op de eerste vraag antwoorden: we zijn op aarde om God
te dienesi en daardoor hier en hiernamaals gelukkig te zijn. De Kerk heeft:
wel altijd geleerd, dat het geluk op aarde een na streefhaar goed is, maar de
aandacht is daarop nooit zo gevallen ais in deze dagen. Het geluk hier op
aarde. Dat is voor iedereen, dus ook voor de continu-arbeider, zo hij dit niet
los van de dienst van God, de Gods-dienst, zoekt.
Hoe staat het met dit geluk?
Laten we eens negatief beginnen, aansluitend aan het vorige artikel, waarin we
een vergelijkende beschouwing toezegden over de continu elders. Blijken zal,
dat de omstandigheden om gelukkig te zijn in Kennemerland heel goed liggen.
De rest: is goeddeels eigerj werk.
Jansweg 11
t/o Station
Een Beverwijker, chef van de produc
tie op Hoogovens, zet m'n naam er
maar niet bij vertelt van zijn eigen
jarenlange ervaringen in d8 Belgische
ploegendienst.
Wanneer men bij Visé België binnen
komt begint reeds enige kilometers over
de grens het Luikse industrie-bekken.
Volgt men dan het Maasdal, dan trekt
men kilometers achter elkaar langs ko
lenmijnen, waarvan steen en afval als
reusachtige zwarte bergen verspreid lig
gen, langs Hoogovens en staalfabrieken.
Overal klinkt het machtige lied van de
arbeid.
Hebt u er wel eens over nagedacht,
wat iets dergelijks betekent? Het ge
stamp van de machines, het kreunen van
de walsen en het vloeien van het staal,
gaat onophoudelijk door, dag en nacht.
Duizenden arbeiders verrichten hun zwa
re arbeid in ploegendienst.
Onder welke omstandigheden?
De ligging van de grote bedrijven in
Kennemerland is van die aard, dat wan
neer men zich in het centrum van Bever
wijk of Velsen bevindt, van het bestaan
dezer bedrijven niets bemerkt. In het
Luikse industrie-bekken is het echter
geheel anders. Alle fabrieken staan er
in het midden van de gemeente. De hui
zen hangen er als trossen omheen. In die
zelfde huizen wonen dan de arbeiders
uit de ploegendienst, die als ze nacht
dienst hebben overdag moeten probe
ren te slapen, terwijl de ganse dag op
nauwelijks 50 meter afstand soms nog
minder de machines staan te dreunen,
de fluiten van de locomotieven gillen,
auto's en treinen voorbij razen, in één
woord, terwijl het volle bedrijfsleven aan
de gang is.
Men zal begrijpen, dat onder zulke om
standigheden het werk voor de meeste
van hen, 's nachts dubbel zwaar is.
Er zijn echter nog meer nadelen, alhoe
wel van andere aard.
De meeste uitgangen van deze fabrie
ken zijn in één van, de hoofdstraten van
de stad of plaats. Men vindt daar natuur
lijk allemaal winkels en vooral café's.
Een groot percentage van de ploegen
dienst-arbeiders stapt de fabriek uit en
gaat regelrecht een café binnen. Of ze nu
uit de ochtend- middag- of nachtsdienst
komen, dat maakt geen verschil, 's mor
gens om 5 uur zijn namelijk de meeste
van deze zaken reeds geopend. De ar
beiders blijven er meestal langer hangen
dan ze oorspronkelijk van plan waren.
Zo kan het gebeuren, en dit vooral 's Za
terdags. dat de man inplaats van 's mor
gens, pas 's middags van zijn werk thuis
komt, wat het gezinsleven vanzelfspre
kend niet ten goede komt. Er zijn ook
ploegenarbeiders, honderden die in
de omtrek Wonen, ja soms wel 70 a 80
km. van de fabriek verwijderd. Onder
hen vindt men vooral mensen uit het
Limburgse, Vlamingen dus, die ofwel
niet van hun woonplaats kunnen schei
den omdat ze daar nog wat land bewer
ken, ofwel omdat ze in de Waalse streek
niet kunnen aarden, of om principiële
redenen daar niet willen wonen. Velen
van hen zijn iedere dag 12 tot 14 uur van
huis om hun dagtaak te volbrengen.
's Morgens om 4 uur kan men hen aan
treffen in de trein, waar ze met slaperige
ogen op en over elkaar hangen en liggen,
om te proberen van de gederfde nacht
rust nog iets in te halen. Als ze uit de
nachtdienst komen, hetzelfde beeld. Het is
meer dan eens gebeurd, dat een groep,
die lag te slapen, een paar stations te JVer
reed en soms pas tegen de middag thuis
kwam.
Wat te zeggen van hen, die in de mij
nen werken in de stutploegen in de
mijnen werken vaste ploegen: houwers
en stutters Het stutwerk wordt
's nachts verricht. Zo zijn er dan van die
arbeiders, die hun gehele leven in nacht
dienst werken, omdat ze overdag thuis
nog een stukje land willen bewerken en
er een paar koeien op na kunnen hou
den.
Zoals men ziet, is het probleem
ploegendienst niet alleen in Kennemer
land aan de orde, maar overal, waar
zware industrie gevestigd is. De vier-
ploegendienst kent men in België bijna
niet. wel drie-ploegendienst, maar dan
zo, dat de arbeiders ook op Zondag
werken. De ploeg die dan Zondagmiddag
om twee uur begint gaat tot Maandag
morgen zes uur door, werkt dus zestien
uur aan een stuk om de overgang moge
lijk te maken van middagdienst naar
nachtdienst.
Tot zover deze chef van de productie
bij Hoogovens. Men make zelf de verge
lijking om te bemerken, dat het indus
trie-gebied in Kennemerland bij dit
voorbeeld bijzonder goed afsteekt.
Na bovenstaande is het interessant de
brief van de heer J. Blankwater, Wal
deck Pyrmontstraat 22 rd., Haarlem te
bezien, waarin deze schematisch conclu
sies of ervaring in de ploegendienst
weergeeft. Hij noemt op de eerste plaats
de voordelen daarvan voor ongeschool
den. die door de ploegendienst
meer ingeschakeld zijn in het eigenlijke
productie-proces meer of mindere
persoonlijke onmisbaarheid die een
vaste taak hebben met kans van op
schuiving naar betere of hogere taak,
hoger loon
Deze voordelen gelden voor geschool
den, naar schrijvers persoonlijke er
varing, alleen voor bedieningspersoneel.
De overige geschooide arbeiders staan
vrij afkerig tegenover ploegendienst,
meent hij.
Als voordelen van de 4-ploegendienst,
Franse continu, boven 3-ploegendienst
zonder Zondagsdienst, noemt hij de gro
tere rusttijden werkweek van gemid
deld 42 uur en het hoger uurinkomen
In de vier-ploegendienst heeft men
drie vrije Zondagen in de 12 weken. De
eerste Zondag van Zaterdagmiddag 2
uur tot Maandagmiddag 2 uur; de twee
de Zondag van Zaterdagavond 10 uur tot
Maandagavond 10 uur; de derde Zondag
van Zondagmorgen 6 uur tot Maandag
morgen 6 uur. Deze laatste Zondag, te
kent hij hierbij aan, wordt door ons niet
bepaald als een vrije Zondag bestempeld.
De kalenderdag op Hoogovens begint en
eindigt om 6 uur des morgens.
Als redenen van teruggang van de
continu naar de dagdienst somt hij op:
het overcompleet-zijn, vooruitgang van
loon, of op medisch advies.
Het minst gewild, zegt hij, is de wacht
van Zaterdagmiddag 210 en Zondag
middag 210. Dit blijkt uit het opnemen
van snipperdagen. Tussen kerkelijk en
on-kerkelijk constateerde hij geen ver
schil wat bovenstaande betreft
Ten aanzien van de vrije-tijdsbesteding
zijn de ervaringen van de heer Blank
water zeer interessant, of het moet zijn,
dat hij bedoelt richting aan te geven.
Een tweetal interessante en boeiende
correspondenties ditmaal over de
ploegendienst. Ter vergelijking tus
sen de voorwaarden in Kennemer
land en in andere industrie-centra,
met name het Luikse industrie-bek
ken. Ter oriëntering de persoonlijke
ervaring en conclusies van een Haar
lemse industrie-werker, die belang
rijke dingen opmerkt en schematisch
een groot gedeelte van de te behan
delen materie doorneemt.
Met dank aan inzenders geven we
hun beschouwingen graag onze le
zers in handen. We doen dat na in
de Katechismus te hebben gesnuf
feld: daar vonden we het uitgangs
punt ook van dit probleem: God die
nen en daardoor gelukkig zijn in
ons werk hier op aarde en in het
hiernamaals.
Hij somt op: bezoeken van veilingen
(huizen en inboedel); week- en vee
markten; jaarbeurs; tentoonstellingen;
orgelconcerten (die te Haarlem blijkbaar
ook overdag gegeven worden): visserij
bedrijf en havenwerken te IJmuiden;
openbare rechtszittingen; als interessen
geeft hij: vakstudie, stadsuitbreiding,
huizenbouw; tenslotte het herstellen van
huiselijke gebruiksvoorwerpen en de
hengelsport.
De lichamelijk zware vrije-tijdsbeste
ding heeft verval van gezondheid tot ge
volg. Tegenslag en geringe resultaten in
verhouding tot de geleverde arbeid en
huiselijk ongenoegen.
Nadat hij de bekende bezwaren van
de continu-dienst heeft genoemd, trekt
de heer Blankwater de volgende con
clusie;
De mogelijkheden wat de vrije-tijds
besteding betreft, zijn in de 4-ploegen
dienst heel anders dan in de dagdienst;
de continu-dienst verschaft aan vele on
geschoolden, alhoewel dikwijls een zwa
re, toch een passende werkkring, die
gunstig afsteekt bij het werk in D.U.W.,
boeren- of tuindersbedrijf.
Er openbaart zich een versterking van
het verantwoordelijkheidsgevoel voor
hun werk en omgeving. Dit blijkt o.m.
uit de belangstelling voor kernverkiezin
gen en voor de veiligheid.
In korte, schematische trekken, heeft
de heer Blankwater in bovenstaand
schrijven vele punten aangeroerd, die in
artikelen van andere medewerkers uit
gebreid besproken worden met voor en
tegen. Verdere reacties zende men: Re
dactie Smedestraat 5, Haarlem of Stum-
phiusstraat 45, Beverwijk.
Een wilde eend heeft zowaar zijn jon
gen niet in de steek gelaten en ploetert
met hen in de heldere vijuer. Vogels
van diverse pluimage zingen in de bo-,
men en in de verte presenteert de
koekoek Zijn naamkaartje. Dit is Wa-
terlimd. bijna een natuur-reservaat en
juist daardoor een van de mooiste bui
tens, die Kennemerland uit vroeger
eeuwen heeft mogen behouden.
Vermoedelijk is Waterland gesticht
door Nicolaas van Persijn, althans zijn
naam komt in oude stukken voor als
„Persijn van Waterland". Toen Floris V
meerderjarig werd kocht hij in 1282 van
Nicolaas Persijn van Waterland dit bui
ten. Deze Persijn was gehuwd met een
zuster van Gerard van Velsen en hij
behield zich het recht voor zich „Persijn
van Waterland" te blijven noemen. In
3 290 schonk Floris V hem het Huis te
Velsen. Jan van Persijn, vermoedelijk
een zoon van bovengenoemde Nicolaas,
stichtte in de oude kerk van Velsen een
vicary. Hij wordt in een acte Johannes
van Persijn en Heer van Waterland ge
noemd. In 1409 stierf de tak Persijn uit
en al hun rechten kwamen toen aan de
grafelijkheid.
Op 1 Mei 1799 wordt de buitenplaats
gekocht door mr. Jacob Boreel van
Hooglanden, geboren in 1768 te 's Gra-
venhage als zoon van mr. Willem BoreeJ
ridder baronet en Maria Trip. Deze
Jacob trouwde in 1791 te Vreeland met
Margaertha Johanna Munter en werd in
schepen van Amsterdam. Uit die
tijd zijn de familie-portretten nog be-
HAARLEM
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
waard en grotendeels terug te vinden
in het huis Lange Voorhout 48 te 's Gr^-
venhage. Tot 1937 blijft het buiten steeds
in het bezit van een lid van de familie
Boreel. Toen stierf jonkheer mr. J. W.
G. Boreel van Hooglanden, oud-burge
meester van Haarlem, lid van Gedepu
teerde Staten van Noord-Holland en
van de Tweede Kamer.
De daarop volgende 10 jaren zou men
de verval-periode kunnen noemen.
Eerst werd het huis niet bewoond, toen
werd het ingericht als nood-ziekenhuis
en daarna waren het de Duitsers, die
er zich vestigden en van het landgoed
een enorme munitie-opslagplaats maak
ten. In die jaren behoorde het aan de
erven van jonkheer mr. J. W. G. Bo
reel van Hooglanden, waarna het in
1947 in handen kwam van mevr. Van
Tuyll van Serooskerken, geboren Bo
reel, grootmeesteres van H. K. H. Prin
ses Wilhelmina.
Een wandeling door het circa 35
hectare grote buiten is een openbaring-
Machtig reiken de eeuwenoude linden
hun sierlijke kruinen ten hemel. Elders
zijn het zware benken, zowel groene
als bruine, die het beeld baiieersen en
op weer een andere plaats vergeet men
de bomen om zich heen, omdat zij
slechts fungeren als achtergrond voor
machtige rhododendron-partijen. Dat
Waterland zijn eeuwenoude bomen-
pracht behouden heeft, is te danken
aan de Duitsers, die van het buiten één
grote munitie-opslagplaats hadden ge
maakt, waarbij zij de bomen als ca
mouflage niet konden missen. Het
heeft er vol gestaan van bunkers, maar
practisch alle van zand, zodat zij op
geruimd konden worden. Slechts één
kleine betonnen bunker staat er nog.
maar met de jaren zal deze verdwijnen
achter een beplanting.
Een juweeltje van natuurschoon is de
vijver met zijn naaste omgeving. Daar
op kwam oudtijds de laan uit, voeren
de van het vroegere gebouw in rechte
lijn naar de „Franse kom". Diverse
stijlen heeft deze omgeving „doorstaan"
Omstreeks 1800 vierde de „Notre-stijl"
hoogtij, alles recht, zonder ook maar
één kronkelpaadje. De „Franse kom"
was toen als een grote ronde stip aan
het einde van de laan. Toen kwam de
Chinese stijl en tegelijkertijd de Engel
se stijl. Er werden slingerpaden ge
maakt, ook de „Eranse kom" werd een
zich slingerend lint van water en boog-
bruggetjes verbonden de oevers, waar
deze elkaar naderden. Omstreeks 190"
is de Chinese stijl afgedankt, maar de
Engelse is behouden, d.w.z. de brog-
getjes zijn verdwenen, maar de na
tuurlijke wendingen zijn gebleven.
Iets van de zwier van vroeger eeuwen
kan men zich voor de geest halen, wan
neer men in de vijver kijkt. Aan de
oever tegenover de laan zijn in het water
nog de funderingen terug te vinden van
een terras, dat daar vroeger is geweest
en waar de dames, na een wancfeling
door de overschaduwde lanen, konden
genieten van verrassende doorkijkjes
over het water.
Baron van Tuyll van Serooskerken
heeft al heel wat verwijten moeten ho
ren, dat hij zijn bezitting niet voor he»
publiek toegankelijk stelt. Dit is slech(s
ten dele waar, want een deel van Vfa*
terland is vrij toegankelijk en ook Bee-
kensteyn kah men gaan bewonderen. En
als het nu gesloten deel van Waterland
ook voor het publiek zou worden open
gesteld, dan zou een aparte staf nodig
zijn om papiertjes en schillen te rapen,
terwijl de oppervlakte te groot is om
een nauwkeurig toezicht uit te oefenen-
En waar dat toe zou leiden moet men
maar eens gaan zien aan de onttakelde
brem in het vrije deel van Waterland-
Het is in één woord bedroevend.
Temidden van de hoog-opgaande bo
men van „Waterland" leeft nog iets van
de romantiek van vroeger eeuwen. Van
de rijkdom van vroeger spreekt huizo
„Waterland", waarin nu een kinder-te-
huis „Het Vinkennest" is gevestigd, met
zijn overdaad aan marmer en zijn prach
tig trappenhuis. Zo bouwden destijds rij
ke Amsterdammers hun bezittingen, te
midden van de schoonheid der natuur,
maar met het gezicht op Amsterdam aan
de horizon, de stad, waar zij hun rijkdom
men vergaarden.
r 4» \\A O V
k, l,)\.
Ideaal gelegen, ver van de woonwijken der stad, heeft de industrie in Kenne
merland een eigen sfeer, tast zij het stadsleven niet aan, zoals elders, waar de
woningen der arbeiders rond de bedrijven staan. Foto: De Binnenhaven va,n
Hoogovens by zonsondergang. (Ontleend aan „Samen".)
In een voorgaand artikel hebben wij
het een en ander geschreven over de
werkgelegenheid en de werkloosheid in
Haarlem in het jaar 1950. De gegevens
hierover putten wij uit het jaarverslag
van het Gewestelijk Arbeidsbureau. In
datzelfde jaarverslag worden nog eens
afzonderlijk de verschillende takken van
industrie in ogenschouw genomen, met
betrekking tot de werkgelegenheden in
deze bedrijfstakken.
Bij de grafische industrie deed zich
in het afgelopen jaar in vrijwel alle
ondernemingen een tekort aan ge-\
schoold personeel gelden, terwijl het
bedrijf toch uitstekend van opdrachten
werd voorzien.
In de bouwnijverheid daarentegen
was de werkgelegenheid ongunstig. Tot
in Mei waren timmerlieden en metse
laars werkloos, hetgeen een ongekend
verschijnsel was sedert het einde van
de ooriog. Voor de rest van het jaar
konden alle bouwvakarbeiders worden
tewerkgesteld.
De toestand bij de metaalindustrie
was evenmin rooskleurig te noemen.
Vrijwel alle bedrijven in deze sector
gingen hoge eisen stellen aan de kwali
teit van het personeel en minder goede
werkkrachten werden ontslagen. Thans
is er weer een grote behoefte aan be
kwame plaatwerkers, machinebankwer
kers, constructiebankwerkers, draaiers,
loodgieters en automonteurs. Waarde
volle arbeidskrachten, wier enig ge
brek een betrekkelijk geringe vakbe
kwaamheid is, staan nog vrij veel als
werkzoekenden op het Arbeidsbureau
ingeschreven.
De chocoladefabrieken ondervonden
bij hun personeelsvoorziening geen
moeilijkheden voorzover het manne
lijke krachten betrof.
De tuinbouwers tonen zich over het
jaar 1950 minder tevredan. In het tuin
bouwgebied Beverwijk waren, vooral
in het najaar, de prijzen uitermate
slecht, in hoofdzaak door het wegvallen
van de export naar Duitsland. De per
soneelsvoorziening stagneerde in het
najaar, omdat een steeds toenemend
aantal tuinknechts overging naar de
beter betalende fabrieken in Beverwijk
en IJmuiden.
Na een zeer slecht begin heeft de
visserij zich geleidelijk hersteld. Ten
aanzien van de opvarenden van de vis
sersschepen waren vraag én aanbod on
geveer met elkaar in evenwicht.
De aan het arbeidsbureau verbonden
rijkswerkplaats voor vakontwikkeling
genoot speciaal bij de gedemobiliseer
de militairen een bijzondere belangstel
ling. Bijna 300 leerlingen verlieten
1950 na het beëindigen van hun oplei
ding deze werkplaats. Hiervan werden
er ruim 100 opgeleid voor het bouwbe
drijf en bijna 200 voor de metaal-in*
dustrie en de electro-techniek. Onge
veer 2/3 van het aantal cursisten waï
gedemobiliseerd militair.
De beroepskeuze-voorlichting is zeer
in trek gebleken. Er werden 1269 ad
viezen gegeven. Ruim 250 gevallen had
den betrekking op schoolkinderen. Voor
de gemeente Heemstede werden all®
kinderen, die een lagere of U.L.O-'
school verlieten, getest.
Voor het arbeidsbureau is de emi
gratievoorlichting tot een bijzonder®
taak geworden. De grootste belangstel
ling ging uit naar emigratie naar
Australië. Er werden hiervoor 800 aan
vragen in behandeling genomen. Meer
dan 400 emigranten vertrokken naar
dat land.
Het jaarverslag besluit dan met de
werkgelegenheid in de rayons nader
belichten. In het rayon Beverwijk zij»
vooral de woningbouw én de uitkom*
sten van het tuinbouwbedrijf van grote
invloed geweest. In de woningbouw
echter een gebrek aan vakarbeiders. Ui1
het eigen rayon kan niet in de be*
hoefte worden voorzien. De bloem- e»
potplantenkwekerij in Aalsmeer, rayo»
Hoofddorp, heeft ruim 2500 vaste ar
beidskrachten in dienst. Dezen konde»
blijven werken, ondanks de afname va"
de binnenlandse afzet, doordat men d®
export opvoerde.
De arbeidsvoorziening in de visver-
werkende bedrijven was bevredigend-
Het was mogelijk om van de 200 bij het
bijkantoor IJmuiden ingeschreven êe'
demobiliseerden er 132 te plaatsen.
De verwachtingen voor het ray
Zandvoort zijn in het algemeen niel
gunstig te noemen.
De bouwbedrijvigheid in deze 2e'
meente zal in het komende jaar onge'
twijfeld teruglopen. Als dit zo is, da»
zal een groot deel van de bouwvak®1"^
beiders, die in Zandvoort een zeer h«*
langrijk deel van de beroepsbevolking
uitmaken, gedurende lange tijd werk
loos zijn.