R.K. VERPLEEGSTERS OP BOUVIGNE BIJEEN kwaliteit HUIDIGE AFNEMERS VAN DE IRAANSE OLIE HEBBEN DE VOORRANG W VEEL LOF IN EERSTE KAMER VOOR MINISTER MANSHOLT dingen Staat van ongehuwde vrouw in gevallen ook een roeping" vele „Gesubsidieerde kunst in ons land in hoofdzaak vuurrood getint vier smaken BENELUX-MINISTERS VAN ONDERWIJS IN BRUSSEL BIJEEN De troonsafstand van koning Leopold COMMUNISTEN EN NEO-FASCISTEN KREGEN VELE STEMMEN De Gasperi verovert zestien van de dertig provinciale hoofdsteden Opbrengst behoort geheel aan Iran Onverbloemde harde woorden over de Benelux België doet onaangename chocoladerepen melk hazelmotmelk dessert hazelnootdessert wereldberoemde kwaliteit Prof. Rutten spreekt over Kunst en Overheid Verschillende reacties bij de burgerij, in de pers en in de parlementsgroepen Proeven op Eniwetok volkomen geslaagd We ha/en c/e/re/n nog. U hebt we/een ftOXYvere/t efeen wonder da/ /edereen zeg/. wa/een /Jmer/bonn WOENSDAG 13 JUNI 1951. PAGINA 5 ff PROF. DE QUAY OVER BIESBOSCH WERKEN EN OVER DE CULTUUR Oude man door trein gegrepen en gedood DROSTE ALTIJD WELKOM! STAATSPENSIOEN KAN SLECHTS OP OMSLAGSTELSEL BERUSTEN Conclusie op congres van Actuarissen Westerling in Frankrijk? Interpellatie-Schalker in Eerste Kamer Waarnemers op 25 km. afstand verblind DE VERKIEZINGEN IN ITALIË BRINDISI ROOD UIT HET BLAUW-WITTE PAKJE Formele overgave (Van onze parlementaire redacteur) Het is gisteren bij de behandeling van de landbouwbegroting in de Eerste Ka mer geheel en al duidelijk geworden, dat minister Mansholt, als Boeddha op de Lotusbloem, gezeteld is op de monumen tale roos van de derde macht. De heer Louwes (VVD) is het nog niet genoeg, dat hij hierover zijn tevre denheid betuigt, maar hij verzekert de minister .nog eens apart van zijn instem ming met het door hem gevoerde beleid. De heer Kolff (CH) gewaagt van de vol doening, waarmee hij minister Mansholt heeft zien terugkeren, en de heer Rip (AR) zegt, dat hij het weliswaar met de minister niet eens is inzoverre als hij deel uitmaakt van het kabinet en mede voor het beleid van het kabinet verant woordelijk is, maar wat betreft zijn per soonlijke verantwoordelijkheid voor het landbouwbeleid geen woord van critiek heeft. Waarlijk minister Mansholt is een groot heer geworden in Neerlands staat; op zijn bed van rozen mag hij zijn ge zonde en verstandige hoofd ter ruste leggen. Als een goede boer nam de minister al deze lofprijzingen met grote gere serveerdheid in ontvangst. Het is een ernstig geval, als men bedenkt, dat speciaal de heer Louwes maar ook wel de andere sprekers er geen twijfel over heeft laten bestaan dat deze woorden van instemming niet zo maar rhetorische praatjes waren. De heer Louwes heeft uitvoerig aange toond, waarom hij het zo met de mi nister eens is door een werkelijk zeer breed aangelegd betoog te houden ter markering van de plaats, waar wij op het ogenblik met onze landbouwpoli tiek in economisch en sociaal opzicht staan. Hij ziet de planmatige ontwik keling, die de minister geleidelijk na streeft, hij ziet de opbouw van een stabiel beleid, dat zekerheid geeft in de productie, in de afzet en in de be staansvoorwaarden, en hij ziet hoe dit allemaal gaat in een algehele samen werking van de overheid met de land bouworganisaties en hoe wij nu in tegenstelling tot vele andere landen zijn gekomen op een punt, waar nie mand de stem van de landbouw meer kan verstaan als de stem van een be paalde politieke groepering, doch haar hoort als de stem van een georgani seerde, boven partijen en politiek ver heven bedrijfswereld. Natuurlijk, het gebouw kan nog niet voltooid zijn. In internationaal opzicht moet er nog veel gedaan worden. Eco nomisch gezien blijft men streven naar een internationale doelmatige verdeling der wereldproductie, maar daar zijn factoren bij in het spel, die wij en die niemand nog in handen kan hebben, hetgeen men begrijpt als men alleen maar denkt aan de weersverwachting voor seizoenen en de daarvan afhan kelijke oogstverwachtingen en derhalve ook de productie-planning. Dat is dan wellicht voor een volgende generatie weggelegd. Organisatorisch gezien achtte de heer Louwes het plan-Mansholt een gewichtige bijdrage voor de internatio nale regeling van productie en markt, en op het interne sociaal-economische vlak staan wij voor de PBO, waarbij de tot dusverre voltooide ontwikkeling een geheel natuurlijke voorbereiding vormt. De heer Louwes wilde zich niet Verhelen, dat men er nog niet in ge slaagd is de oude adem van de belan- genstellingen geheel te doden, maar hij meende dat dit de komende bedrijfsor ganisatie wel zal lukken, mits wij er voor zorgen dat de gevaarlijke over gangsperiode, waarin wij thans verke ren, niet lang meer zal duren voor zichtige toespeling op de voortvarend heid, waarmede men doende is de Pu bliekrechtelijke Bedrijfs Organisatie van de landbouw in gereedheid te brengen. Het was kortom een rede van allure, die de heer Louwes hier hield en het niveau van de Eerste Kamer geheel waardig. Maar ook andere senatoren hebben zich in veelszins aan deze rede verwante geest uitgelaten, waarbij wij nu nog enkele bijzondere punten aan stippen. Daar was de kwestie van de pachtprijzen, waarover speciaal de heren Kolff, Rip, Kuiper en Hoogland het heb ben gehad. De eersten om er op aan te dringen dat zij moeten worden verbe terd, de heer Hoogland om dit te ont kennen. Over Benelux zijn onverbloemde har de woorden gevalien, zoals ze trouwens ook in België van tijd tot tijd geuit worden. Nu doen de Belgen op land bouwgebied beslist geen aangename din gen ten onzen opzichte. Feitelijk is er in België een verbeten strijd gaande, gedeeltelijk ondergronds, tegen een Be- nelux-politiek, zoals die door het gezond verstand wordt voorgeschreven, waarbij de Belgische regering, die bepaald niet kan steunen op een landbouworganisatie, zoals die door de heer Louwes voor Ne derland zo terecht werd beschreven, tegen die bekrompen belangenstrijd niet voldoende opgewassen is. En er werd aangedrongen op krasse tegenmaatregelen, indien de Belger. niet ophouden met onze land- en tuinbouw- export te dwarsbomen. Maar dat is kennelijk de politiek van minister Mansholt voor dit ogenblik nog niet. Hij wees erop dat wat de Belgen met de sla doen gegrond is op het nieu we landbouwprotocol, en in het alge meen zei hij, dat onze agrarische export dan toch maar tweemaal zo groot is als voor dp oorlog. Wij hadden het vermoe den, dat de minister uit tactische over wegingen enkele gedachten, die hij mis schien bovendien nog zou hebben, maar niet openbaarde. Hij heeft een zeer taaie en het uiterste van geduld vergende strijd te voeren. Enfin, de.minister zei in het algemeen niet heel veel. Hij had ook niet veel te zeggen, na(lat de Eerste Kamer op zulk een uitbundige wijze zijn verdediging voor hem gevoerd had. Voor de rest mag niet onvermeld blij ven, dat mr Jonkman waardig en in jacquet gekleed de presidentszetel bezet te. Hij hield daarbij een korte en met applaus begrotte rede, waarin hij hulde bracht aan zjjn ambtsvoorganger, prof Kranenburg, en wees op de grote be tekenis van zijn taak: leiding te geven aan, een democratische staatsinstelling, die haar plaats inneemt in het geheel van ons staatsbestel, waarin de organen elkander in evenwicht houden en op elkaar toezien in critische samenwerking zonder dat de ene de andere mag over heersen. „Ik geloof, dat het bestaan van on gehuwde vrouw zeker in de tegen woordige tijd een roeping kan zijn en in veel gevallen ook een roeping is," zei pastoor H. J. M. N'ieuwenhuizen uit Amsterdam gistermiddag op de jaarvergadering van de Ned. R.K. Bond van Ziekenverplegenden op „Bouvigne". Spr. wees op het grote werk, dat vooral de werkende vrouw in de Katholieke Actie kan verrichten, „maar daarvoor hoeft ze niet eerst een mislukking te zijn geworden," zo zei hij. Het behoeft wel niet vermeld te worden, dat zijn woorden in een ojj- eenkomst van ongeveer honderdvijftig gediplomeerde en veelal „gevestigde" verpleegsters met luide bijval werden ontvangen. Die bijval was te groter, omdat zeker een groot deel van de aanwezigen uit de voordracht van dr. A. v. d. Werf, welke aan de ontboeze ming van de pastoor was voorafge gaan, het tegenovergestelde had menen te beluisteren. Dr. van der Werf sprak over de maat schappelijke taak van de verpleegster, mede in verband met de opleiding. Het vraagstuk of de opleiding van de ver pleegster nog voldoet bij het uitgroeien van haar maatschappelijke taak is al lang niet nieuw meer. Tot die maat schappelijke taak wilde spr. ook het werk van de verpleegster in het zieken huis gerekend zien. Spr. vroeg zich af, wat de reden kon zijn, dat de verpleeg sters zich vaak na het behalen van het diploma afkeren van het ziekenhuis, waar zij zijn opgeleid. Dat hier de lei dende positie, die religieuzen veelal in katholieke ziekenhuizen hebben, een rol speelt, wordt weerlegd door het feit, dat het in protestantse en neutrale zieken huizen niet anders is. Spr. wees er in dit verband op, dat een zeer groot percen tage van de leerling-verpleegsters later trouwt. Spr. stelde daarom de vraag of het niet wenselijk zou zijn, bij de oplei ding met dit feit rekening te houden, in dat geval zou de opleiding van leken en religieuzen moeten verschillen. „Zuiver materieel genomen is de niet gehuwde vrouw een mislukking," aldus spr. Im mers van nature is de vrouw geneigd tot het huwelijk. De religieuze heeft daar van vrijwillig afstand gedaan. „U zit echter in een levenspositie," zei spr. tot zijn toehoorsters, „die u aanvankelijk niet hebt gewild." Hij betoogde verder, dat pas als men er toe komt deze staat vrijwillig, als een van God opgelegde, te omhelzen en men loskomt van zichzelf, men als verpleegster werkelijk kan hel pen. Sprekend over de opleiding, gaf spr. als zijn mening, dat terwijl deze in Aan drie onderwerpen besteedde prof. dr. J. de Quay, Commissaris der Koningin in Noord-Brabant, gisteren tijdens de zitting van de Provinciale Staten bijzondere aandacht: aan de tweede Technische Hogeschool, aan de Biesboschwerken en aan de subsidies op cultureel terrein. De mededeling van minister Rutten omtrent de plannen der Regering voor het treffen van voorbereidingen voor het stichten van een tweede Technische Hogeschool te Eindhoven begroette spr. uiteraard met grote voldoening en erkentelijk heid. Prof. De Quay sprak de hoop uit, dat de Staten-Generaal met het voorstel van de Regering zouden in stemmen. De Stichting Tweede Tech nische Hogeschool in het Zuiden heeft na het uitbrengen van haar omvang rijk rapport in December 1948 niet stil gezeten. Zij zal gaarne te zijner tijd al, haar omvangrijke gegevens ter be schikking van de regering stellen. Ook Gedeputeerde Staten zullen alle steun aan het plan verlenen. Meer concrete voorstellen om de instem ming van die zijde te bewijzen kunnen worden tegemoet gezien. Het geluid, dat prof. De Quay om trent de Biesboschwerken liet horen, was niet zo optimistisch. Spr. meende, dat er een tendens is om deze werkzaam heden te vertragen of uit te stellen. Hij wees er op, dat de hierin geïnvesteerde gelden pas rendement gaan opleveren op de dag dat het gehele werk is vol tooid. Daarom is het gewenst het werk zo spoedig mogelijk te voltooien. In dit opzicht verwierp spr. ook de gedachte, dat men door het vertragen van het Werk werkzaamheden zou kunnen scheppen als de conjunctuur daarvoor rijp is. Bij een werk, dat minimaal zes a zeven jaar zal duren acht spr. een zo Verfijnde regulering onmogelijk. Boven dien is de eerste periode van deze wer ken zeer kapitaal-intensief, terwijl pas de tweede periode arbeidsintensief is. Ook daarom is het nu de tijd om met grote snelheid het eerste werk ter hand te nemen. Sprekend over de subsidies voor cul turele doeleinden constateerde spr., dat ")sn provinciale en gemeentelijke zijde in de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht ongeveer zes en een half hiillioen aan subsidies wordt verstrekt, terwijl de overige provincies niet meer dan één millioen geven. Uit 's Rijks kas komt een subsidie van drie en een half millioen, waarvan drie millioen naar de drie bovengenoemde en een half mil lioen naar de overige provincies gaat. Gaat men uit van een toekenning van subsidies evenredig, aan de eig'en bij drage een basis, die spr. overigens uitdrukkelijk niet noodzakelijk achtte dan heeft men in Brabant nog geen re den om te reclameren. Spr. wees er met nadruk op, dat ook de kunst levensbeschouwelijk is inge richt en zo is de in ons land gesubsi dieerde kunst, met name in Amster dam, in hoofdzaak vuurroood, d.i. com munistisch getint, aldus spr., vooral dc litteratuur en het toneel. In Brabant is daarom in dit opzicht positief werk te doen. Wij moeten geen tweede kwali- teits- maar eerste rangsw^rk leveren, ook op het gebied van de cultuur. De economische en industriële ontwikkeling van Brabant leidt wel eens tot een ver wijt van eenzijdigheid. Daarom beval spr. vooral het culturele terrein nog eens ernstig in de aandacht van de Statenleden aan. De 73-jarige H. Vreken uit Echt is op het baanvak Sittard—Roermond door een electrische trein gegrepen en op slag gedood. Amerika vaak te veel de zuiver techni sche kant opgaat, zodat er van „verple gen" als zodanig weinig overblijft, het in Nederland nogal eens aan docenten ontbreekt, die hun stof aan hun jeugdig gehoor kunnen aanpassen. In dit ver band noemde spr. de plannen, die op het ogenblik door de zusters Onder de Bogen te Nijmegen worden gerealiseerd voor een opleiding van verpleegstersdocenten. Met het oog op de grotere persoon lijkheidsvorming van de verpleegster achtte spr. een verpleegstersschool als te Vronenstein van zeer groot belang. Spr. zou zelfs de opleiding van de wijkverpleegster gaarne in internaats- verband zien geschieden. Dr. v. d. Werf besloot zijn voor dracht met een herinnering aan het feit, dat ook de missie dringend be hoefte heeft aan verpleegsters en dat ook voor dit hoogste ideaal de leken- verpleegster onmisbaar is. De zeer levendige discussie, die op deze voordracht volgde en die met de boven reeds aangehaalde mening van pastoor Nieuwenhuizen werd ingeleid, belichtte nog tal van kanten van net vraagstuk der opleiding. Behalve de welhaast onvermijdelijke critiek werd hier toch ook met veel waardering ge sproken over hetgeen de religieuzen in deze doen en hebben gedaan. „Wij kun nen de religieuzen bij dé opleiding niet missen," zei een der lekenverpleegsters, voor welke uitspraak zij een hartelijk applaus van de anderen en een dank woordje van een der religieuzen in ont vangst te nemen kreeg. Tijdens de vergadering, die aan deze voordracht was voorafgegaan, werd meegedeeld, dat de bond thans ruim 4000 leden telt, dat een voortdurend contact met de internationale verplèegstersorga- nisatie (C.I.C.I.A.M.S.) en met de Bond van Religieuze Verenigingen, die zich aan de ziekenverpleging wijden, St. Ca- nisius, wordt onderhouden. Tot patrones van de Bond werd ge kozen Maria onder de titel Salus Infir- morum (Heil der Kranken), welke naam aan die van de bond zal worden toege voegd. Advertentie Ter gelegenheid van het bezoek aan Brussel van de Nederlandse minister van Onderwijs, prof. dr. Th. Rutten, en de Luxemburgse minister van Onder wijs P. Frieden, die met hun Belgische ambtsgenoot besprekingen voeren over de problemen, welke betrekking heb ben op de Benelux, het vijflandenpact, de Europese organisatie en de Unesco, is Dinsdag in het koninklijk museum voor kunst en geschiedenis een Recep tie gehouden. Minister Ruttcn heeft daar een uit eenzetting gegeven over het onder wijs in Nederland. Aan de samenhang van het onderwijsstelsel ontbreekt wel het een en ander, zeide hij. Maar de minister hoopt binnenkort met een plan te komen, waarin een sluitend stelsel wordt voorgesteld. Nadat hij op de verschillende facetten van het onderwijs had gewézen, kwam hij ook te spreken over de verhouding tussen overheid en kunst. Het kan niet de taak van de over heid zijn, aldus minister Ruttcn, een oordeel uit te spreken over de waar de van kunstwerken of uit te maken, welke kunstprestaties ip het bijzon der tot het aesthetisch-cultureël wel zijn van onze samenleving bijdragen In de slotzitting van het 13e Interna tionale Congres van Actuarissen heeft de minister van Justitie, mr. H. Mulde- rije, de congressisten namens de rege ring toegesproken. Als minister van Justitie verklaarde hij overtuigd te zijn van de grote waarde van de verzekering in het algemeen, voor een gezonde ontwikkeling van de economie der bevolking. De sociale strekking van de openbare verzekering en de particuliere verzekering hebben de algehele aandacht der regering. De moderne maatschappij kan zich niet meer afzijdig houden van de ver zekering in al haar vormen, daar de sociale en economische zekerheid van het volk een cultureel goed is van de eerste orde. Elke regering heeft in onze dagen behoefte aan deskundige adviezen voor een wettelijke regeling van de zaken met betrekking tot de particuliere en sociale verzekering. Die vrijheid, die er bestaat voor de verzekeringsmaatschappijen, zowel als voor de verzekerden, houdt in, dat de regering zich tot taak stelt, dat de ver antwoordelijkheid van de verzekerings maatschappijen in het belang van de verzekerden gewaarborgd is. De bijzondere taak van de Verzeke ringskamer is die van een censor dat wil zeggen, dat indien men bij een of andere maatschappij een ongewenste ontwikkeling waarneemt, zij haar een advies moet geven. Gezegd kan worden, aldus de minister, dat de particuliere levensverzekering 'n andere leidende factor is van de sociale zekerheid in Nederland en dat men zich in de toekomst niet meer van haar me dewerking kan onthouden. Na de rede van minister Mulderije op de slotzitting van het Congres van Actu arissen werden door het congres enkele slotconclusies aangenomen. In één daarvan wordt voorgesteld de verplichte verzekering te beperken tot prestaties voor het bestaansminimum; daarboven uitgaande aanspraken dienen gedekt te worden door vrijwillige ver zekering. De conclusie luidde, dat invoe ring van staatspensioen voor hel gehele volk slechts op het omslagstelsel kan berusten, bij geleidelijk invoering van staatspensioen dient een tussenvorm te worden gekozen tussen het omslag en het kapitaaldekkingsstelsel, al naar ge lang van de politieke en economische constellatie van het betrokken land. De algemene opvatting was, dat ondeme- mingspensioenen door fondsvorming ge dekt moeten worden. Ter feestelijke sluiting van het congres had 's avonds de Nederlandse Ver. tot Bevordering van het Verzekeringswezen meer dan duizend gasten in het Kurhaus aan een banket verenigd. Aan de hoofd tafels waren behalve bestuursleden van de gastvrouwelijke vereniging de leiders van het congres gezeten, onder wie vele buitenlandse afgevaardigden, benevens als voornaamste gasten mr. Mulderije, minister van Justitie, prof. Lieftinck, minister van Financiën, en mr. Kesper, Commissaris der Koningin in Zuid- Holland. Naar het A. N. P. meldt, zou Wester ling thans in Frankrijk zijn. In de vergadering van de Eerste Ka mer van hedenmorgen werd in behande ling genomen het verzoek van de heer Schalker (G.P.N,) tot het houden van een interpellatie over de door de V.S. voorgeschreven belemmeringen van de handel met Oost-Europese landen. Be sloten werd de minister van Buitenland se Zaken uit te nodigen 19 Juni de inlichtingen te verstrekken. en welke dat in mindere mate doen. En toch moet zij bepaalde normen aanleggen voordat zij een bepaald kunstwerk bekroont, normen die zij ontleent aan het algemeen welzijn Wij staan hier dus voor de moeilijk heid, aldus de minister, dat de over heid moet steunen en toch vrij laten. Het ligt voor de hand, dat op dit punt spanningen nooit geheel kunnen uitblijven. Als een denkbeeld dat hem dierbaar is, maar dat voorlopig ten gevolge van de financiële omstandigheden een droombeeld zal moeten blijven, zei de minister tenslotte nog, dat wij er naar zullen moeten streven het cultuurbezit binnenhet bereik te brengen van iedereen, door de musea zonder en treegeld voor iedereen open te stellen, door concerten en toneel ook voor smalle beurzen toegankelijk te doen zijn. De kunst moet wederom tot het volk worden gebracht. In de middeleeuwen was het niet anders, zo besloot de mi nister zijp rede. De Luxemburgse minister van On derwijs hield eveneens een toespraak, waarin hij o.m. zei, dat het slagen of mislukken van de Benelux beslissend zal zijn voor de toekomst van de drie landen. Benelux is slechts te verwezen lijken, zo betoogde hij, indien vooraf het morele en geestelijke klimaat ge schapen is, waarin deze organisatie kan gedijen. Benelux zal levensvatbaar zijn op de dag, dat de erbij betrokken vol ken zullen tonen de geestelijke rijpheid bereikt te hebben, die beantwoordt aan de eisen van dat nieuwe organisme. (Telefonisch van onze Belgische correspondent) BRUSSEL, hedenmorgen Terwijl de aankondiging van Koning Leopold's vervroegde troonsafstand door de publieke opinie in België vrijwel met onverschilligheid ljjkt opgenomen, brengen verschillende bladen een recente gezamenlijke foto van de Koning en de Kroonprins en wijden min of meer uitvoerig commentaar aan de beslissing van de Vorst. In de katholieke en liberale parlementsgroepen werd uitdruk kelijk hulde gebracht aan de Koning. Het communiqué van het socialistische partijbestuur daarentegen maakte enkel melding van een mededeling omtrent deze aangelegenheid van zijn voorzitter. In Kamer en Senaat spraken de beide katholieke voorzitters eveneens woorden van hulde aan het adres van de Vorst. Leopold in is inmiddels met zijn echtgenote, voor een verblijf van veertien dagen, aan de Cöte d'Azur aangekomen. Het commentaar van de dagbladen :s intussen vrij verschillend. Zo schrijft de Libre Belgique, dat het initiatief tol de vervroeging van de troonsafstand tot enkele dagen vóór de Nationale Feest dag enkel en alleen van de Koning is uitgegaan. ,.De 16e Juli zal voor alle loyale Belgen en zij vormen de rr.eei- derheid een dag van droefheid zijn' De katholieke Nation Beige legt vooral de nadruk op de bereikte ver zoening en op de diepe aanhankelijk heid, die de kroonprins reeds heeft weten te wekken. Het blad trekt hier uit de conclusie, dat deze verzoening niet voorkomt uit moeheid en dat het monarchistische principe door de Koningskwestie niet werd geschokt Ook in het- gematigde Vlaamse kamp wordt de daad van de Koning op waardering onthaald. De Nieuwe Gids onderlijnt de zelfverloochening van de Vorst, die zo sterk ervan overtuigd was, dat het heropnemen van zijn pre rogatieven een vereiste was voor ge zonde verhoudingen in zijn land. en die met zoveel zorg heeft getracht te vermijden, dat aan het rechtvaardig heidsgevoel van de meerderheid van de bevolking moeilijk herstelbare schade werd toegebracht. De meer ra dicale Standaard daarentegen waar schuwt vooral tegen linkse manoeu vres, die uit 's Konings bezorgdheid om de nationale eendracht munt zou den willen slaan tegen de Christelijke Volks Partij en verkiezingen zouden willen uitlokken. Het blad ontkent, dat een nieuwe coalitie de onmisbare voorwaarde zou zijn tot het bereiken van een werkelijke eendracht rond de nieuwe Koning. Op die wijze, zo schrijft de Standaard, zou de Koning opnieuw tot een voorwerp van poli tieke strijd worden verlaagd. De liberale Dernière Heure tenslotte verwacht eerder, dat Koning Boudewijn de ontslag nemende regering zal verzoe ken aan te blijven en dat een eventuele crisis zal worden uitgesteld tot na de parlementaire vacantie. dus tot October of November. Feit is intussen, dat het moment voor de oppositie verleidelijk is. De Peuple begon reeds een campagne tegen wat zij de door bedrog verkregen meerderheid van de C.V.P. noemt, waar uit nieuwe verkiezingen slechts een enig eerlijke uitweg zouden zijn. De Amerikaanse Senator Brien Mc Mahon, voorzitter van de Amerikaanse Congresscommissie voor atoomenergie, verklaarde gisteren, dat de onlangs ver richte atoomproeven op Eniwetok „vol komen geslaagd" zjjn. Dit was gebleken uit een verslag van militaire en civiele deskundigen, die de proefnemingen hadden geleid. Volgens Robert Allen van de New York Post hebben meer dan 8 000 per sonen aan de proeven meegewerkt. De uitwerking van de voornaamste ont ploffing was vijf maal groter dan die van een tot dusver tot ontploffing ge brachte atoombom. De gloed er van was zo groot, dat waarnemers er tijde lijk door verblind werden, ondanks het feit. dat zij speciale brillen droegen en 25 km. van de ontploffing verwijderd waren, aldus Allen. Ook de hitte was op die afstand nog duidelijk waar te nemen. De proefbom werd van een zeer hoge toren tot ontploffing gebracht. Van deze toren werd naderhand geen spoor meer gevonden en evenmin van muizen en alle andere dieren op het eiland. Desondanks konden de geleer den binnen 2'A uur na de proeven naar het eiland terugkeren en het tot op en kele honderden meters benaderen zon der gevaar voor zichzelf- Bjj de gisteravond binnengekomen uitslagen van de verkiezingen voor de Ita liaanse gemeente- en provinciale raden waren de vele op de communisten uit gebrachte stemmen en de herleving van het fascisme zeer opvallend. Als gevolg van de stemmenwinsten dezer beide politieke groeperingen zal de omvang van het succes der anti-communistische regeringspartijen vermoedelijk kleiner wor den. aldus meldt A.P. uit Rome. De coalitie van premier Alcide de Gasperi's Christen-Democraten heeft echter gewonnen in 16 van de 30 provinciale hoofdsteden, terwijl de communisten yol- gens iiiel-officiële uitslagen in 13 hoofdsteden de baas zjjn. De Christen Democraten en hun bondgenoten veroverden Turijn op de commu nisten. Verder verwierven zij zieh een meerderheid in Florence, Pisa en drie andere provinciale hoofdsteden, waar de communisten de scepter zwaaiden. De overige tien steden hadden reeds een anti-communistisch bestuur. De commu nisten echter hielden zeven provinciale hoofdsteden in hun macht. Bij K.B. is benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau: jhr. A. H. M. van Sasse van Ysselt, deken en pas toor te Oosterhout. Zij ontrukten de havenstad Brindisi, waar vele Amerikaanse wapens voor Italië gelost zijn, aan het Christen-De mocratische blok en hielden stand in Tarant ij Livemo. Uit de totaaltelling van de provinciale hoofdsteden bleek de omvang van de neo-fascistische en de communistische macht. De communisten verwierven 792.832 stemmen tegen de volgelingen van De Gasperi 859.832. De neo-iascis- tische Italiaanse sociale beweging (M.S.I.) verwierf vier maal zoveel stem men als bij de parlementsverkiezingen in 1948. Volgens niet-officiële uitslagen kregen zij 125.794 stemmen in vieren- twintigi van de 30 hoofdsteden. In 1948 kregen zjj in dezelfde steden 31.776 stemmen. Er zijn aanwijzingen, dat de M.SI. wellicht met de liberalen en de anti communistische socialisten zal mede dingen naar de derde plaats op de lijst der Italiaanse politieke partijen. Uit 1934 plaatsen moeten nog de uitslagen voor de gemeenteraadsverkiezingen binnenkomen. In 704 dier steden hadden de communisten een meerderheid. De Iraanse minister-president Mohammed Mossadeq heeft, naar gisteren te Teheran bekend werd. aan president Truman de verzekering gegeven, dat Iran voorrang zal geven aan de huidige afnemers van de Iraanse olie, wanneer de nationali sering van de Anglo-Iraanse oliemaatschappij eer.maal een tcit geworden zal zijn. Gisteren werd de tekst van het antwoord, dat Mossadeq Maandag aan Tru man heeft gezonden, in antwoord op de brief van de president, waarin op een regeling van het geschil via onderhandelingen werd aangedrongen, gepubliceerd. Met betrekking tot de onteigening van de bezittingen, der A.I.O.C. zegt Mos sadeq in zijn antwoord, dat het hier betreft „uitsluitend aangelegenheden van binnenlands karakter" en dat de regering van Iran slechts onderhandelingen kan beginnen met vertegenwoordigers van de voormalige oliemaatschappij. Mossadeq gaat dan verder: „Wij zullen altüd streven naar het instandhouden van vriendschappelijke betrekkingen met de Britse regering." Inmiddels heeft de Iraanse waar nemend minister van Financiën, Kazem Hassibi, gisteren tegenover United Press verklaard, dat Iran niet zal in gaan op voorstellen om de winsten der olieproductie gelijkelijk met de Britten te delen. „De olie-opbrengst behoort voor honderd procent aan Iran", zeide hij. „Het enige wat wij destijds gezegd hebben is dat vijf en twintig pet. ter zijde gezet diende te worden om de claims te betalen van de voormalige (Anglo-Iraanse) olie-maatschappij," Aangenomen wordt, dat Massibi een belangrijke rol zal spelen bij de onder handelingen met de Britten, die van daag of morgen in Teheran zouden be ginnen. Gevraagd naar zijn Interpretatie der nationalisatie zeide Hassibi: ..Dat bete kent exploratie, exploitatie, raffinering en verkoop van olie door Iran. De be langen der Britten blijven beperkt tot de aankoop van olie tegen internatio nale prijzen. Ieder ander belang zal in strijd zijn met de nationalisatiewet". Hassibi voegde hieraan toe, dat Iran nimmer beweerd heeft in staat te zijn de industrie te bestieren. „Britse tech nici blijven in onze dienst. Er is niets, wat ons verhindert ons te laten advi seren door buitenlandse technici. Wij hebben hun advies nodig ter bevorde ring der industrie, maar wij zullen hun in geen enkel opzicht toestaan zich met onze zaken te bemoeien." Perzië heeft de nachtploeg van de AIOC Maandagavond de toegang ont zegd tot het algemeen kantoor van de maatschappij 'te Korram Shar, waarop twaalf uur tevoren de Perzische vlag was gehesen. Zonder enige verklaring te geven verbood de politie twee Britse nachtwakers het gebouw binnen te gaan. De Britse employé's werd gezegd, dat zij zich in verbinding dienden te stellen met de „Iraanse Nationale Olie' Maatschappij". De regering Mossadeq heeft gisteren door haar vertegenwoordigers te Aba- dan formeel laten bekend maken, dat zjj de bezittingen van de AIOC ter waarde van ruim vijfhonderd millioen dollar met ingang van Maandag 12.15 uur pl. tijd heeft overgenomen. Na de bekendmaking werd de Perzische vlag op het gebouw gehesen. In de Daily News. die door de AI OC voor haar Perzische employé's wordt gedrukt, verscheen gisteren de officiële Perzische bekendmaking van de overname. In een verklaring in het zelfde nummer deelde de algemene di recteur van de AIOC, A. E. C. Drake, echter mede. dat zijn maatschappij het gezag van de door Perzië aangewezen functionarissen voor de exploitatie van de maatschappij niet erkende. Op het Italiaanse vliegveld Ciampino arriveerde gisteren een Nederlandse Skymaster met aan boord zeven en twintig vrouwen en drie en twintig kinderen van employé's der Anglo- Iraanse oliemaatschappij, die uit Iran huiswaarts keerden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 5