Volkeren moeten beschermd worden tegen
verderfelijke leerstellingen
1
v
Per „Europa^bes" naar Gstende
m
CONSTELLATION VERMIST
Het goede in gewoonten der volkeren
dient gerespecteerd
^Christelijke sociologie
in practijk
van de „derde macht
41 personen aan boord
PROGRESSIVITEIT IN VERHOGING VAN
KINDERBIJSLAG VERWORPEN
DE WERELD VAN DEZE WEEK
Hommage aan het
ongewisse reizen
Droste
Gemanoeuvreer met
R.P.F. niet in regering kostwinnersvergoeding
Zaak tegen verdediger
v.d. Waals terug verwezen
Ontstemming in katholieke kamp zeer groot
ZATERDAG 23 JUNI 1951
PAGINA 7
MISSIE-ENCYCLIEK „EVANGELII PRAECONES»
Missietentoonstellingen
Oproep tot heel de
katholieke wereld
Missieverenigingen en de
Pauselijke missiewerken
bazelnoomclk
errassing
Verklaring van De Gaulle
Besluit
Neergestort in een
moerassige jungle
Twee dodelijke ongelukken
in Eindhoven
IV slot
Graag willen wij hier de instellingen
van gezondheidszorg, zoals zieken- en
melaatsenhuizen, apotheken, gestich
ten voor ouden van dagen, instellingen
voor kraamverpleging, voor wezen en
voor noden van allerlei aard van harte
aanbevelen. Deze werken schijnen ons
de schoonste bloemen uit de tuin van de
Missie-liefde en roepen het beeld op van
de Goddelijke Verlosser Zelf, die „wel
doende rondging en allen genas" (Hand.
10:38).
Voor de uitoefening van de geneeskun
de en de chirurgie is het zeer belangrijk
ook leken te vinden, die niet alleen de
nodige diploma's hebben en bereid zijn
het vaderland te verlaten om de Mis
sionarissen te helpen, maar die ook de be
kwaamheid hebben, die voor de uitoefe
ning van hun ambt nodig xs.
Thans gaan Wij over tot een ander,
niet minder gewichtig en belangrijk
vraagstuk: Wij willen enige richtlijnen
formuleren met betrekking tot de
Christelijke ordening van de maatschap
pij volgens de „beginselen van de recht
vaardigheid en de naastenliefde. Ter
wijl et communisme, dat thans overal
verspreid is, gemakkelijk vat krijgt op
de simpele en ongevormde geest van
het volk, menen Wij weer de klank te
horen van Jesus' stem: „Ik heb mede
lijden met de schare" (Mare. 8:2). Het
is absoluut noodzakelijk met de groot
ste diligentie en ijver de gezonde be
ginselen van de Christelijke sociologie
in praktijk te brengen. Het is nodig, de
volkeren te beschermen tegen, of zo
ze al aangetast zijn, te genezen van die
verderfelijke leerstellingen, die de men
sen als enig doel van dit leven het ge
not van aardse genoegens aangeven en
die het verkrijgen en gebruiken van de
eigendom alleen toestaan aan de wille
keur van de staat en die dermate de
waardigheid van de menselijke persoon
omlaag halen, dat er vrijwel niets meer
van over blijft. Men moet er in het
openbaar en in privégesprekken de na-
di-uk op leggen, dat wij ballingen zijn,
op weg naa. een onsterfelijk vaderland
en dat wij zijn vooi'bestemd tot een
eeuwig geluk, dat we moeten verdie
nen, geleid door de waarheid en de
deugd beoefenend. Alleen Christus is
de wreker van de menselijke gerechtig
heid en de zoete vertrooster van hen,
die door de onontkoombare rampen van
dit leven getroffen zijn. Alleen Hij
geeft ons de weg aan naar de poort
van de vrede, van de gerechtigheid en
van het eeuwige geluk, waartoe de
mens, die door Zijn bloed verlost is, na
dit aardse leven is voorbestemd.
Toch is iedereen verplicht zoveel
mogelijk de noden, smarten en el
lende van de medemens, ook in dit
aardse leven, te verlichten.
De naastenliefde kan ongetwijfeld
de vele sociale onrechtvaardigheden
lichter te dragen maken, maar dat is
niet voldoende. Bovenal is het nodig,
dat de deugd van rechtvaardigheid
bloeit, heerst en werkelijk beoefend
wordt.
Het is nu aan U, Eerbiedwaardige
Broeders van de Missiegebieden, deze
beginselen met zorg in pi'aktijk te bren
gen. Gij moet daarbij rekening hou
den met de plaatselijke omstandighe
den. Gij moet op uwe Bisschopsconfe
renties. in de Synodes en andere bij
eenkomsten trachten, voor zover moge
lijk is, al die verenigingen en institu
ten op sociaal en economisch gebied op
richten, die de tijd cn het bijzonder ka
rakter van het toevertrouwde volk
eisen. Dat is een eis van uw taak als
zielzorger, opdat uw kudde niet ver
strooid wordt door dwalingen die zich
voordoen onder de mom van gerechtig
heid en waarheid. De verbreiders van
het geloof, die met u samenwerken,
moeten ook pioniers zijn in de sociale
actie, opdat op hen niet van toepassing
mogen zijn de woorden: „De kinderen
van de duisternis zijn slimmer dan die
van het licht" (Luc. 16:8). Het is ech
ter geschikt, wanneer de Missionaris
sen zich zo mogelijk bedienen van het
werk van katholieke leken, die bijzon
der eerlijk en bekwaam zijn, wanneer
zij initiatieven van die aard willen on
dernemen.
In vroeger eeuwen was het uitgestrekte
terrein van het Missie-apostolaat niet ge
bonden aan bepaalde kerkelijke grenzen en
ook was er aan de verschillende religieuze
ordes en congregaties en aan de inheemse
geestelijkheid niet de zorg voor een be
paald gebied toevertrouwd. Tegenwoordig
is. zoals bekend, dit meestal wel het geval
en ook gebeurt het soms. dat zekere ge
bieden, toevertrouwd worden aan religieu
zen van een bepaalde provincie van een in
stituut. Wij zien ongetwijfeld het nut van
dit alles in. daar immers zó de organisatie
van de Missie ordelijker en doelmatiger
wordt. Dit kan echter ernstige nadelen met
zich meebrengen, die men zoveel mogelijk
moet trachten te voorkomen. Reeds Onze
Voorgangers hebben zich in de bovenaan
gehaald); brieven (vgl. A.A.S. 1919. p, 444:
A.A.S. 1926, p. 181-82) met dit probleem
bezig gehouden en er zeer wijze normen
over gegeven, die Wij willen herhalen en
bevestigen, U vaderlijk vermanend, om
toch „in Uw voorbeeldige ijver voor de
godsdienst en het heil der zielen, die U
drijft, in kinderlijke gehoorzaamheid een
laatste en zeer belangrijke raadgeving te
willen aanvaarden. De gebieden, die door
de Heilige Stoel aan Uw zorg zijn toever
trouwd, om ze aan de wet van God te on
derwerpen, zijn meestal zeer uitgestrekt.
Het kan dus gebeuren, dat het aantal Mis
sionarissen van Uw instituut lang niet aan
de behoeften voldoet. Zoals in de gevestigde
diocesen. Priesters of leken van verschil
lende congregaties, de bisschoppen te hulp
komen, zo moet ook Gij, wanneer het gaat
om de verbreiding van het geloof, om de
opvoeding van de inheemse jeugd of om
andere gelijksoortige werken, niet aarzelen,
als medewerkers voor godsdienst en Missie
Priesters en leden van lekencongregaties.
ook al behoren zij tot een ander instituut,
uit te nodigen en te accepteren. Het Is goed.
dat de ordes en religieuze congregaties trots
zijn op de zending onder de heidenen, die
hun is toevertrouwd en op de voor het Rijk
van Christus tot nog toe gemaakte verove
ringen. maar ze mogen niet vergeten, dat
zij de Missiegebieden niet bezitten krachtens
een exclusief en eeuwigdurend recht, maar
alleen met goedvinden van de Heilige Stoel,
die derhalve het recht en de plicht heeft *e
zorgen, dat zij goed en volledig worden ver
zorgd. En de Paus zou in Zijn plicht tekort
schieten, wanneer H alleen maar grotere
of kleinere gebieden toe zou wijzen aan
dit of dat religieus instituut. Hij moet
daarentegen steeds en met grote zorg erop
toezien, dat die instituten naar de hun toe
vertrouwde gebieden zoveel en zodanige
missionarissen sturen als nodig zijn voor
het vruchtdragend werk dat er in bestat,
die gebieden in heel hun uitgestrektheid
goed te verlichten met het licht der waar
heid" (A.A.S. 1926. pp. 81-82).
Er is nog een ander punt, waarover Wij
zeer gaarne een helderder licht willer.
laten schijnen. Vanaf het begin van de
Kerk is het een zeer wijze stelregel Be
ueest, dat het Evangelie het goede, eer
lijke en schone, dat er In de gewoonten
en gebruiken van de verschillende volke
ren bestond, niet mocht vernietigen. De
Kerk mag zich, wanneer zij de volkeren
brengt tot een hogere beschaving onder
de invloed van de Christelijke gods-
- dienst, niet gedragen als iemand, die een
voortwoekerend oerwoud moet uitroeien
zonder enige onderscheiding. Maar zij
moet zich gedragen als iemand, die
nieuwe gezonde twijgen ent op de oude
stam, opdat deze te zijner tijd uitgezoch-
ter en heerlijker vruchten kan voort
brengen.
De menselijke natuur, hoewel bedorven
door de erfzonde, heeft nog een van na
ture Christelijke ondergrond (vgl. Tert. 11
Apologet. cap. XVII:ML 1:377 A), die on
der de verlichting van de Heilige Geest,
en, gevormd door de genade, kan worden
verheven tot het verrichten van acten van
deugd, die het eeuwig leven verdienen.
Daarom heeft de Katholieke Kerk
geen verachting voor het heidens den
ken en verwerpt het ook niet in zijn
geheel, maar zuivert het van iedere
smet van dwaling en maakt het daarna
volledig en perfect met het Christelijk
weten. Zo heeft zij de vooruitgang van
kunsten en wetenschappen gunstig ont
vangen, die op sommige plaatsen werke
lijk zeer grote hoogten bereiken konden
en vervolmaakte hen, met zorg hen
verheffend tot misschien nog onover
troffen schoonheid. En al evenmin on
derdrukte zij de gewoonten en oude ge
bruiken van de volken geheel, maar
wijdde ze op de een of andere manier.
De heidense feesten zelf dienden, na te
zijn getransformeerd, tot het vieren van
de gedachtenis van martelaren en god
delijke mysteries.
En in de toespraak, die Wij hielden tot
de vertegenwoordigers van de Pauselijke
Missiewerken in het jaar 1944, zeiden Wij
onder andere: „De Missionaris is de Apos
tel van Jezus Christus. En hij heeft niet
tot taak om de specifiek Westerse bescha
ving over te planten naar de Missiegebie
den, maar om die volkeren, die soms prat
gaan op duizend-jarige beschavingen, klaar
en bereid te maken tot het opnemen en as
simileren van de elementen van Christelijk
leven en de Christelijke gewoonten, die ge
makkelijk aansluiten op iedere gezonde be
schaving en haar volledig geschikt maken
en in staat, om de waardigheid en het men
selijk geluk te verzekeren en te waarborgen.
Onze Voorganger Pius XI, zaliger gedach
tenis, liet in het Heilig Jaar 1925 een grootse
Missietentoonstelling organiseren, waarvan
hij zelf het zeer gunstige resultaat als volgt
beschreef: „Het is een door God gegeven
succes, een nieuwe en practische getuigenis
van de universaliteit en de eenheid van het
levend organisme van Gods KerkDe
tentoonstelling is en blijft waarlijk als een
groot en ontzaglijk boek" (Toespraak van
10 Januari 1926).
Om de grote verdienste van de Missie
voorraad voor de cultuur 'n zo groot moge
lijke bekendheid te geven, hebben ook Wij
in het afgelopen Heilige Jaar een rijke do
cumentatie laten verzamelen in een tentoon
stelling niet ver van het Vaticaan, die dui
delijk de Christelijke hernieuwing van de
inheemse kunst door de missionarissen aan
toonde, bij de volkeren met een zeer oude
cultuur zowel als bij de meest primitieve.
En de tentoonstelling bracht aan het licht,
hoezeer de verkondigers van het Evangelie
hebben bijgedragen tot de ontwikkeling
van de kunst en de studie erover en hoe de
Kerk het genie van ieder volk niet in de
weg staat maar respeceert en ten hoogste
vervolmaakt.
Wij danken het aan Gods goedheid, dat
deze tentoonstelling met bijzondere belang
stelling ontvangen is, daar zij openlijk van
de hernieuwde kracht en ontwikkeling van
de Missie getuigt. Door het werk van de
Missionarissen heeft de Christelijke geest,
diep ongelovige volkeren uit delen van de
wereld en zeer verscheiden van zeden zo
kunnen doordringen, dat hij 'n schitterende
opbloei van de kunst verwekt heeft De ten
toonstelling heeft nogmaals bewezen, dat
alleen een diep gevoald en beleefd geloof
het artistiek talent tot die hoge scheppingen
kan opwekken, die ongetwijfeld een glorie
rijke traditie van de Katholieke Kerk zijn
en een schitterend sieraad voor de gods
dienst.
Wij willen ook het werk prijzen dat de
Missies voorziet van kerkelijke siera
den en Onze vaderlijke tevredenheid
betuigen met die groepen van vrouwen,
die zo'n nuttig werk doen met het ver
vaardigen van liturgische gewaden en
altaarlinnen.
Tenslotte willen Wij deze Encycliek
niet beëindigen, zonder met liefde te
denken aan de geestelijkheid en gelo
vigen van heel de Katholieke wereld en
hen bovenal Onze grote dankbaarheid
te betuigen. Ook dit jaar is de hulp aan
de Missie aanmerkelijk toegenomen.
Zeker kan de liefde niet betel werken
dan voor de uitbreiding van het Rijk
Gods en het heil van zovele ongelovi
gen, immers de Heer „heeft iedereen
bevolente denken aan zijn naaste"
(Eccli 17 12).
Daarom achten Wij het nu geschikt,
nog eens met aandrang te herhalen wat
Wij in de brief van 9 Augustus aan onze
beminde zoon, Pietro kardinaal Fuma-
soni Biondi, prefect van de Heilige Con-
giegatie tot Voortplanting des Geloofs,
at geschreven hebben: „Mogen de gelo
vigen allen volharden in hun wil, de Mis
sies te onderhouden, hun activiteit hier
voor verhogen, onophoudelijk vurige
gebeden tot God richten, hulp bieden
aan hen, die geroepen zijn tot het Mis
sie-apostolaat, door hun zoveel mogelijk
de noodzakelijke middelen te verschaf
fen. De Kerk is het Mystieke Lichaam
van Christus waarin, „wanneer een lid
lijdt, alle andere ledematen meelijden''
(j Cor. 12:26).
En omdat heden velen van deze lede
maten gekweld worden door hevig lij
den en schrijnexide wonden, hebben alle
Christenen de heilige plicht, zich nauw
om hen heen te scharen in solidariteit
en sympathie. In sommige Missielanden
heeft de verschrikking van de oorlog
op een gruwelijke manier niet weinige
kerken, nederzettingen, scholen en
ziekenhuizen van de Missie verwoest.
Heel de Katholieke wereld, die onge
twijfeld bezield is van een speciale
zorg en liefde voor de Missies, zal edel
moedig hulp bieden om deze schade te
herstellen en deze gebouwen weer op te
bouwen' (A.A.S. 1950, p. 727-728),
Gij weet zeer goed, hoe de Encycliek
„Rèrum Ecclesiae" de Missievereniging
van de geestelijkheid warm aanbeveelt,
waarin priesters, religieuzen en semi
naristen gezamenlijk en met alle mid
delen werken ter bevordering vatx de
Missiebelangep. Wij hebben ons, zoals
wij al zeiden," van harte verheugd over
de aanzienlijke vooruitgang, die deze
vereniging gemaakt heeft en wij blijven er
op aandringen, dat zij zich meer en meer
verspreidt en de Missiegeest en Missie
plicht bij de priesters en de hun toever
trouwde gelovigen versterkt. Deze ver
eniging is als etn waterbron, die de
bloeiende akkers van de andere Pause
lijke Missiewerken bevloeit: van de
Voortplanting des Geloofs, het Sint
Peti-us Liefdewerk voor de inheemse
geestelijkheid tot de H. Kindsheid. Wij
hoeven geen woorden te gebruiken om
de schoonheid, de noodzaak en de ver
diensten van deze werken aan te tonen,
waaraan Onze Voorgangers vele en rijke
aflaten verbonden hebben. Wij zijn er
mee ingenomen, dat men de giften van
de gelovigen vooral inzamelt op de
„Missiedag" maar Onze eerste wens is,
Advertentie
(Van een medewerker)
an rijkswege wordt ingevorderd
v de ondersteuning, in de oorlogs-
Generaal de Gaulle heeft rydag op T jaren door Nederlandse consuls
een persconferentie te Parijs verklaard m het buitenland verleend aan land-
dat de Franse volksbeweging (R.P.F.)genoten, die uit Duitse concentratie
die bij de jonrgste Franse verkiezingen j kampen ontslagen of ontsnapt in het
buitenland zonder middelen van bestaan
als grootste party uit de bus is geko- waren. Hiertegen is herhaaldelijk en
men niet zal deelnemen aan een door
de „derde macht" te vormen volksrege
ring.
Aan de R.P.F. komt de verantwoor
delijkheid voor de vorming van een re
gering toe. „Wij zijn bereid, samen te
werken met allen die ons willen steu
nen." zo zeide de Gaulle Hij achtte het
echter onwaarschijnlijk, dat de andere
partijen aan de R.P.F. de leiding zou
den willen geven. Zij zouden er de
voorkeur aan geven zonder de R.P.F.
te regeren. „Degenen, die de verant
woordelijkheid op zich willen nemen,
kunnen zulks doen, doch zij zullen geen
succes hebben", aldus de generaal.
Het Haagse gei-echtshof heeft de zaak
behandeld tegen de verdediger van An
ton van der Waals, mr. J. E. van der S
uit Leiden. Van der S. werd enige tijd
geleden door de Rotterdamse rechtbank
wegens smaadschrift in zijn brochure
„England-Spiel". démasqué der Vau-
mannen", veroordeeld tot een gevange
nisstraf van zes weken. Van dit vonnis
was hij in hoger beroep gegaan.
Het Haagse gerechtshof verwees de
zaaik terug naar de rechter-commissaris
met de instructie een nieuw onderzoek
in te stellen.
De Rotterdamse hoofdagent van ge
meentepolitie, J. van de E„ die het on
derzoek in de zaak tegen Van dep Waals
leidde en in de brochure van mr. Van
der S. beticht werd van mishandeling
van deze delinquent, had een aanklacht
wegens smaadschrift ingediend. Tijdens
de zitting ontkende Van den E. ten stel
ligste, dat hij Van der W. zou hebben
mishandeld
dat allen tot de Almachtige God bidden,
opdat Hij talrijke missionarissen wil
roepen en dat allen zich zullen inschrij
ven bij de door Ons genoemde Pause
lijke Missiewerken en dat zij ervoor
zullen wex-ken. Gij weet zeer goed, Eer
biedwaardige Broeders, dat Wij onlangs
een feest hebben ingesteld ter bevorde-
ring van het gebed en het geven voor
het wei'k van de H. Kindsheid. Zo kun
nen Onze beminde kleine kinderen er
aan wennen, te bidden voor de zaligheid
van de ongelovigen en kunnen er in
hun nog onschuldige zielen missionaris
roepingen ontkiemen en gedijen.
Wij vertrouwen, dat de vijfentwintig
ste verjaardag van de publicatie van
de Encycliek „Rerum Ecclesiae" met
deze Vaderlijke wensen en deze nood
zakelijke richtlijnen voor alle katholie
ken het uitgangspunt moge worden
voor nieuwe en steeds groter vorderin
gen op Missie-gebied.
En daarom geven wij bezield door
deze zoete hoop aan U allen afzon
derlijk Eerbiedwaardige Broeders, aan
de Priesters en aan alle gelovigen en
vooral aan hen, die óf in het vader
land met hun gebeden en offers,
óf in de Missie-landen door hun zwoe
gen samenwerken voor deze allerhei
ligste zaak tot belofte van overvloe
dige hemelse gunsten, als onderpand
ook van Onze Vaderlijke Welwillend
heid van ganser harte Onze Apostoli
sche Zegen.
Gegeven te Rome, bij Sint Pieter, de
tweede Juni van het jaar 1951, op het
Feest van de Heilige Ëugenius I, in het
dertiende jaar van Ons Pontificaat.
PIUS PP. XII
(Van een speciale verslaggever)
Het is dwars tegen iedere technische
vooruitgang en tegen de plannen
van de heer Plesman in, wij
weten het. maar wij houden niet van die
overijlde manier waarop de mensen zich
soms voortbewegen. Als het aan ons lag
dan gingen trekschuit en diligence nog;
aan werd de straaljager bij decreet ver
boden en dan verleenden wij subsidie
aan ieder, die een voetreis op grote
schaal ging ondernemen. Het ligt alle
maal niet aan ons en over een jaar of
twintig beschikken wij allen over een
privé-vliegtüig. Maar dat neemt niet
weg, dat wij tot onze laatste snik de
voorkeur zuilen blijven geven aan die
wijze van reizen, die niet al te zeer ge
richt is op een snel bereiken van het
gestelde doel. Liefst zouden wij hele
maal zonder doel reizen; maar dat is nu
eenmaal bij onderlinge afspraak over de
hele wereld verboden.
Dit alles in aanmerking genomen zult
u kunnen aannemen, dat wij verheugd
waren toen wij vernamen dat de N.V.
Nederlandse Buurtspoorweg een nieuwe
touristenbuslijn op Ostende had ge
opend; en dat wij nóg verheugder waren,
toen ons een uitnodiging bereikte om
de „officiële openingsrit" mee te maken.
Reizen per autocar immers betekent een
achteruitgang vergeleken hij de dreiging
van het i-eizen per straalvliegtuig. Rei
zen per autocar laat mogelijkheden open,
die het reizen per diesel van meet af
aan in de kiem smoort. De heerlijke
mogelijkheid van op het allerlaatste
moment een andere route te moeten
nemen dan de oorspronkelijk vastgestel
de bijvoorbeeld. Een mogelijkheid die
tijdens onze reis inderdaad ook tot stra
lende werkelijkheid werd.
Maar laten wij bij 't begin beginnen. Een
vriendelijk stewardessje begroette ons
Vreemdelingenverkeer in discrediet.
toen wij bij het Amstelstation in de
„Europa-bus" stapten; niet echter dan'
nadat zij minzaam had geïnformeerd of
wij werkelijk van plan waren mee te
gaan. En de heer E. D. Klinkert, de
directeur van de N.V. Nederlandse
Buurtspoorweg Maatschappij, deed ons
meteen uit de doeken dat hij zijn dienst
regeling zo elastisch mogelijk had inge
richt. Al te zamen van die kleine op
merkingen die een (oprecht reizend)
mens meteen zo aangenaam mogelijk
stemmen. Immers: hij wordt niet van de
aanvang af in die stompzinnige zeker
heid op-de-minuut-af geduwd, die iede
re belangstelling in wat staat te gebeu-
ren bij voorbaat onmogelijk maakt.
Met onze stewardess hadden wij, pas-
sagersi, het bijzonder getroffen. Zij
maakte de tocht voor de eerste maal.
En zo kon het rus gebeuren dat zij ons
met iets juicïiends in heur stem mee
deelde: „Recht van u, dames en heren,
kunt u Schiphol zien liggen". Zodat wij
met blijde verrassing het hoofd ophie
ven om ons dat zó enthousiast aange
kondigde evenement niet te laten ont
gaan. Om ongeveer gelijke manier on
dergingen we de kunstacademie in Den
Haag, de brug over de Maas in Rotter
dam, een soldatenkerkhof en het dorpje
W ouw.
Wij dronken thee in Scheveningen er.
wij lunchten in Middelburg en in Vlis-
singen waar een veerboot ons over zou
zetten naar de overkant van de Schelde
stietten wij op een file van bussen, die
óók meewilden. En dat was dan een
niet mis te verstaan handicap. Iemand
kwam ons vertellen dat wij pas na ver
loop van een uur of vier enige kans op
navigatorisch vervoer zouden hebben.
Maar ziet, dat nam de heer Klinkert,
die wel van een elastische maar niet
van een ganselijk verfomfaaide dienst
regeling houdt, niet. En hij trachtte
onmiddelijk in èen nabij gelegen éta
blissement, allerlei gewichtige mensen
opbellend, voorrang voor zijn Europa
bus te forceren. Inmiddels bejubelden
wij in een rose-gelukkige stemming de
ongewisheid van onze reis en hoopten
De N.V. Nederlandse Buurtspóor-
wegmaatschappij te Zeist, die de
„Europa-bus" exploiteert, heeft de
zer dagen twee nieuwe touristenbus-
lijndiensten op Ostende en Luxem
burg geopend; zulks in samenwer
king met respectievelijk de Belgische
cn Luxemburgse Spoorwegen. Deze
busdiensten, waarvan de dienstrege
lingen voorlopig geldt tot 30 Sep
tember, hebben vertakkingen over
geheel Europa. Zij worden onder
houden met grote touringcars met
moderne accommodatie. Een verslag
gever, die een officiële openingsrit
naar de Belgische badplaats mee
maakte, zal in enige airtikelen van
zijn bevindingen vertellen.
wij van ganser harte dat de heer Klin
kert het niét gedaan zou krijgen. En
het geluk blééf met ons: de directeur
faalde inderdaad. De bazen weigerden.
Zodat wij een heel stuk Zeeland moes
ten omrijden teneinde via Kruiningen-
Kloosterzande de andere kant te be
reiken. Wij glorieerden, maar wij gaven
grif de heer Klinkert en de heren van
de Spoorwegen, die óók meereisden,
gelijk toen zij beweerden dat dat geen
manier van doen was; en dat dit niet
de wijze was, om het vreemdelingen
verkeer te bevorderen. Zij hadden ook
gelijk, want per slot van rekening ston
den zich daar bij het water van Vlis-
singen een paar honderd Engelsen, die
met bussen ons land uft wilden,
stierlijk te vervelen. En daar komen
zelfs Engelsen niet helemaal voor naar
hier.
Maar wij kwamen tóch in Sluis te
recht waar wij stietten op de Neder
lands-Belgische grens en waar wij
stonden voor de invalspoort, die toe
gang geeft tot al die ongekende amu-
sementsmogelijkheden die in West-
België, gelijk bekend, liggen opgehoopt.
In een volgend artikel zullen wij u
daarover vertellen H. Hn.
Zoals reeds Vrijdag in een deel onzer
edities werd gemeld, is ongeveer 800
km. ten Noorden van de equator een
constellation van de Pan American
Airways, waarschijnlijk doordat de pi.
loot verblind was door de zware regen
val, in de moerassige jungle bij L'Seria
verdwenen.
Het viermotorige vliegtuig had 32
passagiers aan boord en een uit 9 leden
bestaande bemanning; en was van Jo
hannesburg naar New York onderweg.
In de laatste bondschap van de piloot,
welke om 5.15 uur verzonden werd,
werd gezegd, dat tengevolge van het
slechte zicht het vliegveld Roberts,
dicht bij Monrovia in Liberië, niet te
onderscheiden was. Dit gebied bevindt
Vrijdag is de 79-jarige W. G. uit Hil
versum, die te Eindhoven op familiebe
zoek was, toen hij met enkele kennissen
even buiten de stad op het fietspad naar
Leendee wandelde, aangereden door de
wielrijder J. V. uit Weert De oude man
kwam zo ongelukkig te vallen, dat hij
kort na aankomst in het Sint Jozef
ziekenhuis aan de gevolgen overleed.
Vrijwel in het hart van de stad Eind
hoven langs de spoorlijn naar Den Bosch,
is twee jaar geleden ten behoeve van
de spoorwegwerken een diepe kuil ge
graven waarin thans water staat. Hierin
ping Vrijdagmiddag de 50-jarige M. F.
zwemmen. Zijn dochtertje, dat aan de
kant zat, zag haar vader plotseling onder
het wateroppervlak vei'dwijnen, waarop
het meisje hulp riep. De gealarmeerde
politie slaagde erin de man weer boven
en aan de kant te halen, doch pogingen
om de levensgeesten nog op te wekken,
faalden.
zich op het ogenblik midden in de nat
te moesson.
De gehele dag hebben civiele en mili
taire vliegtuigen boven het gebied ge
vlogen. De inlandse stammen nemen
ook aan het opsporingswerk deel-
De Constellation had zijn laatste lan
ding te Accra aan de Britse Goudkust
gemaakt en 's morgens om 4.45 uur had
het toestel in Liberia moeten landen op
het vliegveld Roberts, dat tijdens de
oorlog door de Amerikaanse luchtmacht
midden in de jungle is aangelegd.
De Constellation, de „Great Repu
blic", werd bestuurd door captain
Frank J. Crawford, een piloot, die reeds
tien jaar bij de Pan American werk-
zaam is met 7817 vlieguren op zijn
naam- Het toestel heeft geen Neder
landse passagiers aan boord-
met klem geprotesteerd. Voor dit pro
test is te meer reden als men overweegt,
dat het rijk in het algemeen geen ver
haal toepast op politieke delinquenten,
wegens aan hun verwanten gedurende
hun internering verleende uitkeringen
uit de overheidskas Het rijk blijkt dus
voor de slachtoffers van de bezetter een
andere maatstaf aan te leggen dan voor
diens handlangers. Op grond van der
gelijke feiten hoort men wel eens de
stelling verkondigen, dat de staat geen
moraal heeft.
Wij moesten aan deze dingen denken,
toen ons dezer dagen ter ore kwam, dat
van rijkswege nu jacht wordt gemaakt
op gedemobiliseerde militairen. Aan de
ouders van militairen wordt kostwin
nersvergoeding verleend, volgens door
de ministers van Oorlog en van Ma
rine gegever. voorschriften. De burge
meesters doen daartoe aan die
ministers voorstellen, gebaseerd op het
loon. dat de militair in de burgermaat
schappij verdiende, en op de gezinsin
komsten. Het bedrag van de vergoeding
werd dan door de ministers definitief
vastgesteld. Wat gaat het rijk nu doen?
Een aantal ambtenaren is liet land in
gezonden om al die gevallen, waarin
kostwinnersvergoeding werd verleend,
nauwlettend te controleren. Dit onder
zoek gaat soms verschillende jaren
terug. Oude werkgevers en ook die van
de huisgenoten van de militairen, wor
den ongezocht met verzoek om gege
vens omtrent verdiensten in vroe
gere jaren. Het komt herhaaldelijk
voor. dat deze rijksambtenaren de voor
schriften ander interpreteren dan de
burgemeesters destijds deden bij hun
voorstel aan de ministers. Ook blijken
soms wijzigingen in de gezinsinkomsten
te zijn opgetreden, welke niet tijdig
werden opgegeven. Hierdoor ontstaan
verschillen in de bedragen der kostwin
nersvergoeding, welke soms f 1 of meer
per dag belopen. Als zo'n militair en
kele jaren In dienst is geweest, loopt
het te veel genoten bedrag soms in de
honderden guldens. Dat gaat de mi
nister dan terug vorderen. Men krijgt
dan het geval dat een gezin ondanks
de kostwinnersvergoeding, toch altijd
nog gedupeerd doordat een zoon lang
durig in militaire dienst is geweest
na diens demobilisatie besprongen wordt
met een flinke vordering van de staat.
De mensen vragen zich dan af. of dit
de manier van de staat is om te doen
blijken van zijn gevoelens voor het le
vensgevaar dat hun .iongen (de meesten
dienden in Indonesië) in 's lands be
lang heeft gelopen
Wij beseffen volkomen, dat er toe
zicht moet zijn om te voorkomen dat
op onrechtmatige wijze uitkeringen uit
's lands kas worden genoten. Maar onzes
inziens moet men meer vertrouwen
stellen in het beleid van de burgemees
ters. In elk geval moet een controle,
als men die dan wil houden, zo snel
mogelijk na de 'vaststelling van de ver
goeding plaats vinden. Behalve bij op
zettelijke te kwader trouw gegeven on
juiste inlichtingen, dient een eventuele
vermindering der vergoeding niet met
terugwerkende kracht te worden toe
gepast.
(Vervolg van pag. 1)
Aan de orde was dus een methode
tot inlossing van een belofte, de op
vanging van onevenredige gevolgen
van een daling der reële inkomens.
Het was dus geen echte progressivi
teit als systeem, het was ook slechts
een matige progressiviteit, juist zo
veel als onvermijdelijk werd geacht
om de onevenredigheid in de daling
op te vangen.
Nu kan men naar onze mening over
cijfers twisten, evenals over een metho
diek. Van de andere kant kan men van
oordeel zijn, dat zelfs een incidentele,
maar dan toch niet minder feitelijk in
gevoerde progressiv Iteit een zekere
préjudice vestigt, die niet zonder in
vloed blijft op de latere overweging
Er gebeurt tegenwoordig
zo veel in de wereld, dat
de uitslag der Franse ver
kiezingen slechts
even de aandacht
trok en al weer
vergeten schijnt.
Zes politieke
groeperingen
kregen elk on
geveer 100 zetels, uiterst
links staan de communis
ten als de partij met de
meeste stemmen en aan de
rechterzijde staan de
Gaullisten met de meeste
zetels. De middenpartijen
hebben de meerderheid,
maar het zal nog een hele
toer zijn een homogene en
duurzame regering te krij-"
gen. De internationale
pers heeft voor Frankrijk
op het ogenblik weinig
aandacht over, de wereld
heeft in deze week andere
spannender gebeurtenis
sen gadegeslagen.
én
Daar is in de eerste
plaats de Perzische olie
kwestie, die wederom
werd ver
scherpt. De Per
zen hebben de
besprekingen
afgebroken en
een Brits com
promisvoorstel
verworpen. Nu wordt ge
vreesd, dat de Perzen de
toevoer van olie zullen
stopzetten,, hetgeen een
catastrophe zou beteke
nen, daar „de pijpleidin
gen gevaar lopen te bar
sten indien de kleppen
worden gesloten zonder
dat de pompen worden
stopgezet'? gelijk de direc
teur van de „Anglo-Ira-
nian Oil Company" tech
nisch uiteenzette. Het
heeft er alle schijn van,
dat de Iraanse regering
niet bereid en ook niet in
staat zal zijn een compro
mis te aanvaarden. En zo
zitten de Britse employé's
maar te wachten op het
sein tot evacuatie. De
Britse regering heeft op
het moment dit besluit
nog niet genomen. Op een
vraag van Churchill in
het Britse Lagerhuis;
„Heeft de regering het be
sluit genomen om het
Britse personeel te evacu
eren of heeft zij dat be
sluit niet genomen?", ant
woordde minister Morri
son niet zonder felheid,
dat hij over deze kwestie
niets te zeggen had; dat
zou „dwaas, onverstandig
en riskant" zijn, verklaar
de hij. Churchill deed er
toen maar het zwijgen toe.
Het is voor Engeland een
hard gelag de eigen mach
teloosheid te moeten er
kennen. Want het is dui
delijk, dat Engeland er
niet aan denken kan wa
pengeweld in de schaal te
werpen, de internationale
politieke situatie laat een
dergelijke politiek een
voudig niet toe. Perzië zou
een tweede Korea worden
en aan één zo'n vuurhaard
heeft de wereld al meer
dan genoeg.
Met grote spanning
wacht men de verdere
ontwikkeling in Korea af.
Naar verluidt
hebben de
Chinezen en
Noord-Kor ea-
nen zich ten
Noorden van
de befaamde
„ijzeren drie
hoek" inge
graven en sterke verdedi
gingsposities bezet. Men
verwacht algemeen een
nieuw Chinees offensief,
dat, naar men vermoedt,
heviger zal zijn dan tot
nu toe nog werd beleefd.
De Chinezen zullen de
dag, waarop het Koreaan
se conflict één jaar oud
zal zijn, misschien aan
grijpen om de aanval te
beginnen. De Chinezen
zullen nu ook in de lucht
tot grote krachtsontplooi
ing komen en met hun
luchtmacht, die op 3000
vliegtuigen wordt geschat,
het nieuwe offensief on
dersteunen. Reeds wagen
de Noord-Koreaanse vlie
gers zich steeds verder bo
ven Korea en zij gaan er
toe over om geallieerde
bivak-gebieden te bom-
klaren
barderen en te mitrail
leren Of dit nu als een
vredesoffensief kan wor
den aangemerkt? De ge
ruchten over nieuwe vre
despogingen houden wel
iswaar aan, maar ze zijn
blijkbaar weinig geloof
waardig. „Als er iets van
waar zou zijn," zo ver
klaarde president Truman,
„dan zou ik het zeker we
ten!"
De besprekingen van de
plaatsvervangers der Gro
te Vier te Parijs hebben
nu na 73 bij
eenkomsten
nog geen an
der resultaat
opgeleverd,
dan dat de
Russen thans
wederom ver-
voorstanders te
zijn van een conferentie
der Grote Vier.... indien
het Atlantisch Pact en de
Amerikaanse militaire en
maritieme bases op de
agenda worden geplaatst.
Dit pact en het feit, dat
de Ver. Staten in Japan,
op IJsland en andere
plaatsen militaire bases
hebben, is, volgens de
Russen, de oorzaak van de
huidige spanning in Euro
pa. In de kringen der
Westerse diplomaten is
men er van overtuigd, dat
de Russen niet naar Wash
ington zullen gaan, tenzij
het Atlantisch Pact op de
agenda zal komen te
staan. Zodat het er met de
vredesvooruitzichten nog
niet zo bijster gunstig uit
ziet, vooral niet nu er in
de Verenigde Staten steeds
krachtiger stemmen wor
den gehoord, die aandrin
gen op het bombarderen
van de Chinese vliegbases
in Mandsjoerije. Mochten
deze stemmen bij de ver
antwoordelijke staatslie
den en legeraanvoerders
gehoor vinden, dan is een
verdere uitbreiding van
de oorlogsbrand welhaast
onvermijdelijk. Maar men
mag verwachten, dat on
beraden besluiten in dit
critieke stadium zullen
worden vermeden.
van de kwestie ten principale Wat het
eerste betrert, niemand heeft in ernst
de serieusheid van de cijfers, waarop
de regering zich gebaseerd heeft be
twist, terwijl er feitelijk ook niet veel
tegen "de methodiek is aangevoerd. En
wat de préjudiciteit aangaat van een
eenmaal ingang gevonden hebbende
practijk, daar stuit men nu juist op het
politieke moment in de kwestie. Het is
niet de a.-V-P„ die deze methode heeft
voorgesteld ware zi; dit wel geweest,
dan had men er nog anders over kun
nen denken doch de regering, waar
in vertegenwoordigers van vier partijen
zitting hebben. De regering nr. meent
op serieuze gronden, dat dit de beste
methode is om de boven geciteerde be
lofte uit de regeringsverklaring in te
lossen. Nu kan men twee dingen doen:
men kan formalistische politiek bedrij
ven. maar ook ruime politiek. Men
heeft met z'n vieren een regeringsver
klaring goedgekeurd en op het pro
gram, dat daaraan tengrondslag ligt,
een kabinet gevormd. Tenzij men door
slaggevende argumenten heeft tegen de
juistheid van een uit dit program voort
vloeiend wetsvoorstel is het fatsoen
lijk. ruimhartig en ook nog verstandig
om dit wetsvoorstel te aanvaarden. Men
heeft het nu niet aanvaard op een for
malisme, en bove -uien is het een onop
recht formalisme, waardoor de gestie
niet alleen du-i maar bovendien van
gering allooi wordt.
Want het is een publiek geheim,
dat het rapport van de S.E-R., waar
in de (politieke) verhoudingen gelijk
zijn aan die van de Kamer, afwijzend
zal zijn ten opzichte van progress!» v j
kinderbijslag. Men kan natuurlijk
niets beters doen voor de eenheid vau
de K.V-I*. dan de katholieken op een
hoop drijven.
Dit is dan de troostprijs, die d lei
ding van e K.V.P. van de socialisten
ontvangt. Misschien is zij nog wel
belangrijker dan de hoofdprijs. die
haar ontgaan is. Men heeft hieruit
weer kunnen leren hoe moeilijk het
is voor een politieke partij om poli
tiek verstand te krijgen.
De ontstemming in het katholieke
kamp is zeer groot, want men be
schouwt dit wetsvoorstel als een regel,
rechte consequentie van de regerings
verklaring en bijgevolg de afstemming
van dit onderdeel als een verbreking
van de overeenkomst. Nu zijn dit alle
maal heel respectabele gevoelens, doch
men koopt er in de politiek in het ge
heel niets voor, als men er niet de con
sequenties uit trekt- Een verbreking
van de overeenkomst, waarop een rege
ring gebaseerd is, behoort consequen
ties te hebben, hetgeen betekent, dat
men menig bekend gezicht uit het ka
binet zou moeten zien verdwijnen.
Maar dit is theorie, want indien men
werkelijk duidelijk had gemaakt, dat
men voornemens was het politieke spel
even hard en zakelijk ais eerlijk te spe.
len en zich door geen enkele oneerlijk
heid van de tegenpartijen van die re
gels te l..ten afbrengen, hadden wij de
politieke partij nog moeten zien. die de
verantwoordelijkheid op zich had dur
ven nemen- Ook op dit punt kon men
weer veel Ieren: soms moet politiek
met grote souplesse en veel tact bedre
ven worden, maar dan plotseling weer
met een ongenadige hardheid, die elke
neiging om zich te vermeien in onei
genlijke verantwoordeiykheidsgevoe-
lens, uitbant. Zedelijke verontwaardi
ging achteraf is futiel, want politiek is
een arena gelijk. En sedert de verbon.
wing lijkt de in de diepte weggezonken
Tweede Kamer eerst recht op een leeu
wenkuil.