Volkeren moeten beschermd worden tegen verderfelijke leerstellingen 1 v Per „Europa^bes" naar Gstende m CONSTELLATION VERMIST Het goede in gewoonten der volkeren dient gerespecteerd ^Christelijke sociologie in practijk van de „derde macht 41 personen aan boord PROGRESSIVITEIT IN VERHOGING VAN KINDERBIJSLAG VERWORPEN DE WERELD VAN DEZE WEEK Hommage aan het ongewisse reizen Droste Gemanoeuvreer met R.P.F. niet in regering kostwinnersvergoeding Zaak tegen verdediger v.d. Waals terug verwezen Ontstemming in katholieke kamp zeer groot ZATERDAG 23 JUNI 1951 PAGINA 7 MISSIE-ENCYCLIEK „EVANGELII PRAECONES» Missietentoonstellingen Oproep tot heel de katholieke wereld Missieverenigingen en de Pauselijke missiewerken bazelnoomclk errassing Verklaring van De Gaulle Besluit Neergestort in een moerassige jungle Twee dodelijke ongelukken in Eindhoven IV slot Graag willen wij hier de instellingen van gezondheidszorg, zoals zieken- en melaatsenhuizen, apotheken, gestich ten voor ouden van dagen, instellingen voor kraamverpleging, voor wezen en voor noden van allerlei aard van harte aanbevelen. Deze werken schijnen ons de schoonste bloemen uit de tuin van de Missie-liefde en roepen het beeld op van de Goddelijke Verlosser Zelf, die „wel doende rondging en allen genas" (Hand. 10:38). Voor de uitoefening van de geneeskun de en de chirurgie is het zeer belangrijk ook leken te vinden, die niet alleen de nodige diploma's hebben en bereid zijn het vaderland te verlaten om de Mis sionarissen te helpen, maar die ook de be kwaamheid hebben, die voor de uitoefe ning van hun ambt nodig xs. Thans gaan Wij over tot een ander, niet minder gewichtig en belangrijk vraagstuk: Wij willen enige richtlijnen formuleren met betrekking tot de Christelijke ordening van de maatschap pij volgens de „beginselen van de recht vaardigheid en de naastenliefde. Ter wijl et communisme, dat thans overal verspreid is, gemakkelijk vat krijgt op de simpele en ongevormde geest van het volk, menen Wij weer de klank te horen van Jesus' stem: „Ik heb mede lijden met de schare" (Mare. 8:2). Het is absoluut noodzakelijk met de groot ste diligentie en ijver de gezonde be ginselen van de Christelijke sociologie in praktijk te brengen. Het is nodig, de volkeren te beschermen tegen, of zo ze al aangetast zijn, te genezen van die verderfelijke leerstellingen, die de men sen als enig doel van dit leven het ge not van aardse genoegens aangeven en die het verkrijgen en gebruiken van de eigendom alleen toestaan aan de wille keur van de staat en die dermate de waardigheid van de menselijke persoon omlaag halen, dat er vrijwel niets meer van over blijft. Men moet er in het openbaar en in privégesprekken de na- di-uk op leggen, dat wij ballingen zijn, op weg naa. een onsterfelijk vaderland en dat wij zijn vooi'bestemd tot een eeuwig geluk, dat we moeten verdie nen, geleid door de waarheid en de deugd beoefenend. Alleen Christus is de wreker van de menselijke gerechtig heid en de zoete vertrooster van hen, die door de onontkoombare rampen van dit leven getroffen zijn. Alleen Hij geeft ons de weg aan naar de poort van de vrede, van de gerechtigheid en van het eeuwige geluk, waartoe de mens, die door Zijn bloed verlost is, na dit aardse leven is voorbestemd. Toch is iedereen verplicht zoveel mogelijk de noden, smarten en el lende van de medemens, ook in dit aardse leven, te verlichten. De naastenliefde kan ongetwijfeld de vele sociale onrechtvaardigheden lichter te dragen maken, maar dat is niet voldoende. Bovenal is het nodig, dat de deugd van rechtvaardigheid bloeit, heerst en werkelijk beoefend wordt. Het is nu aan U, Eerbiedwaardige Broeders van de Missiegebieden, deze beginselen met zorg in pi'aktijk te bren gen. Gij moet daarbij rekening hou den met de plaatselijke omstandighe den. Gij moet op uwe Bisschopsconfe renties. in de Synodes en andere bij eenkomsten trachten, voor zover moge lijk is, al die verenigingen en institu ten op sociaal en economisch gebied op richten, die de tijd cn het bijzonder ka rakter van het toevertrouwde volk eisen. Dat is een eis van uw taak als zielzorger, opdat uw kudde niet ver strooid wordt door dwalingen die zich voordoen onder de mom van gerechtig heid en waarheid. De verbreiders van het geloof, die met u samenwerken, moeten ook pioniers zijn in de sociale actie, opdat op hen niet van toepassing mogen zijn de woorden: „De kinderen van de duisternis zijn slimmer dan die van het licht" (Luc. 16:8). Het is ech ter geschikt, wanneer de Missionaris sen zich zo mogelijk bedienen van het werk van katholieke leken, die bijzon der eerlijk en bekwaam zijn, wanneer zij initiatieven van die aard willen on dernemen. In vroeger eeuwen was het uitgestrekte terrein van het Missie-apostolaat niet ge bonden aan bepaalde kerkelijke grenzen en ook was er aan de verschillende religieuze ordes en congregaties en aan de inheemse geestelijkheid niet de zorg voor een be paald gebied toevertrouwd. Tegenwoordig is. zoals bekend, dit meestal wel het geval en ook gebeurt het soms. dat zekere ge bieden, toevertrouwd worden aan religieu zen van een bepaalde provincie van een in stituut. Wij zien ongetwijfeld het nut van dit alles in. daar immers zó de organisatie van de Missie ordelijker en doelmatiger wordt. Dit kan echter ernstige nadelen met zich meebrengen, die men zoveel mogelijk moet trachten te voorkomen. Reeds Onze Voorgangers hebben zich in de bovenaan gehaald); brieven (vgl. A.A.S. 1919. p, 444: A.A.S. 1926, p. 181-82) met dit probleem bezig gehouden en er zeer wijze normen over gegeven, die Wij willen herhalen en bevestigen, U vaderlijk vermanend, om toch „in Uw voorbeeldige ijver voor de godsdienst en het heil der zielen, die U drijft, in kinderlijke gehoorzaamheid een laatste en zeer belangrijke raadgeving te willen aanvaarden. De gebieden, die door de Heilige Stoel aan Uw zorg zijn toever trouwd, om ze aan de wet van God te on derwerpen, zijn meestal zeer uitgestrekt. Het kan dus gebeuren, dat het aantal Mis sionarissen van Uw instituut lang niet aan de behoeften voldoet. Zoals in de gevestigde diocesen. Priesters of leken van verschil lende congregaties, de bisschoppen te hulp komen, zo moet ook Gij, wanneer het gaat om de verbreiding van het geloof, om de opvoeding van de inheemse jeugd of om andere gelijksoortige werken, niet aarzelen, als medewerkers voor godsdienst en Missie Priesters en leden van lekencongregaties. ook al behoren zij tot een ander instituut, uit te nodigen en te accepteren. Het Is goed. dat de ordes en religieuze congregaties trots zijn op de zending onder de heidenen, die hun is toevertrouwd en op de voor het Rijk van Christus tot nog toe gemaakte verove ringen. maar ze mogen niet vergeten, dat zij de Missiegebieden niet bezitten krachtens een exclusief en eeuwigdurend recht, maar alleen met goedvinden van de Heilige Stoel, die derhalve het recht en de plicht heeft *e zorgen, dat zij goed en volledig worden ver zorgd. En de Paus zou in Zijn plicht tekort schieten, wanneer H alleen maar grotere of kleinere gebieden toe zou wijzen aan dit of dat religieus instituut. Hij moet daarentegen steeds en met grote zorg erop toezien, dat die instituten naar de hun toe vertrouwde gebieden zoveel en zodanige missionarissen sturen als nodig zijn voor het vruchtdragend werk dat er in bestat, die gebieden in heel hun uitgestrektheid goed te verlichten met het licht der waar heid" (A.A.S. 1926. pp. 81-82). Er is nog een ander punt, waarover Wij zeer gaarne een helderder licht willer. laten schijnen. Vanaf het begin van de Kerk is het een zeer wijze stelregel Be ueest, dat het Evangelie het goede, eer lijke en schone, dat er In de gewoonten en gebruiken van de verschillende volke ren bestond, niet mocht vernietigen. De Kerk mag zich, wanneer zij de volkeren brengt tot een hogere beschaving onder de invloed van de Christelijke gods- - dienst, niet gedragen als iemand, die een voortwoekerend oerwoud moet uitroeien zonder enige onderscheiding. Maar zij moet zich gedragen als iemand, die nieuwe gezonde twijgen ent op de oude stam, opdat deze te zijner tijd uitgezoch- ter en heerlijker vruchten kan voort brengen. De menselijke natuur, hoewel bedorven door de erfzonde, heeft nog een van na ture Christelijke ondergrond (vgl. Tert. 11 Apologet. cap. XVII:ML 1:377 A), die on der de verlichting van de Heilige Geest, en, gevormd door de genade, kan worden verheven tot het verrichten van acten van deugd, die het eeuwig leven verdienen. Daarom heeft de Katholieke Kerk geen verachting voor het heidens den ken en verwerpt het ook niet in zijn geheel, maar zuivert het van iedere smet van dwaling en maakt het daarna volledig en perfect met het Christelijk weten. Zo heeft zij de vooruitgang van kunsten en wetenschappen gunstig ont vangen, die op sommige plaatsen werke lijk zeer grote hoogten bereiken konden en vervolmaakte hen, met zorg hen verheffend tot misschien nog onover troffen schoonheid. En al evenmin on derdrukte zij de gewoonten en oude ge bruiken van de volken geheel, maar wijdde ze op de een of andere manier. De heidense feesten zelf dienden, na te zijn getransformeerd, tot het vieren van de gedachtenis van martelaren en god delijke mysteries. En in de toespraak, die Wij hielden tot de vertegenwoordigers van de Pauselijke Missiewerken in het jaar 1944, zeiden Wij onder andere: „De Missionaris is de Apos tel van Jezus Christus. En hij heeft niet tot taak om de specifiek Westerse bescha ving over te planten naar de Missiegebie den, maar om die volkeren, die soms prat gaan op duizend-jarige beschavingen, klaar en bereid te maken tot het opnemen en as simileren van de elementen van Christelijk leven en de Christelijke gewoonten, die ge makkelijk aansluiten op iedere gezonde be schaving en haar volledig geschikt maken en in staat, om de waardigheid en het men selijk geluk te verzekeren en te waarborgen. Onze Voorganger Pius XI, zaliger gedach tenis, liet in het Heilig Jaar 1925 een grootse Missietentoonstelling organiseren, waarvan hij zelf het zeer gunstige resultaat als volgt beschreef: „Het is een door God gegeven succes, een nieuwe en practische getuigenis van de universaliteit en de eenheid van het levend organisme van Gods KerkDe tentoonstelling is en blijft waarlijk als een groot en ontzaglijk boek" (Toespraak van 10 Januari 1926). Om de grote verdienste van de Missie voorraad voor de cultuur 'n zo groot moge lijke bekendheid te geven, hebben ook Wij in het afgelopen Heilige Jaar een rijke do cumentatie laten verzamelen in een tentoon stelling niet ver van het Vaticaan, die dui delijk de Christelijke hernieuwing van de inheemse kunst door de missionarissen aan toonde, bij de volkeren met een zeer oude cultuur zowel als bij de meest primitieve. En de tentoonstelling bracht aan het licht, hoezeer de verkondigers van het Evangelie hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van de kunst en de studie erover en hoe de Kerk het genie van ieder volk niet in de weg staat maar respeceert en ten hoogste vervolmaakt. Wij danken het aan Gods goedheid, dat deze tentoonstelling met bijzondere belang stelling ontvangen is, daar zij openlijk van de hernieuwde kracht en ontwikkeling van de Missie getuigt. Door het werk van de Missionarissen heeft de Christelijke geest, diep ongelovige volkeren uit delen van de wereld en zeer verscheiden van zeden zo kunnen doordringen, dat hij 'n schitterende opbloei van de kunst verwekt heeft De ten toonstelling heeft nogmaals bewezen, dat alleen een diep gevoald en beleefd geloof het artistiek talent tot die hoge scheppingen kan opwekken, die ongetwijfeld een glorie rijke traditie van de Katholieke Kerk zijn en een schitterend sieraad voor de gods dienst. Wij willen ook het werk prijzen dat de Missies voorziet van kerkelijke siera den en Onze vaderlijke tevredenheid betuigen met die groepen van vrouwen, die zo'n nuttig werk doen met het ver vaardigen van liturgische gewaden en altaarlinnen. Tenslotte willen Wij deze Encycliek niet beëindigen, zonder met liefde te denken aan de geestelijkheid en gelo vigen van heel de Katholieke wereld en hen bovenal Onze grote dankbaarheid te betuigen. Ook dit jaar is de hulp aan de Missie aanmerkelijk toegenomen. Zeker kan de liefde niet betel werken dan voor de uitbreiding van het Rijk Gods en het heil van zovele ongelovi gen, immers de Heer „heeft iedereen bevolente denken aan zijn naaste" (Eccli 17 12). Daarom achten Wij het nu geschikt, nog eens met aandrang te herhalen wat Wij in de brief van 9 Augustus aan onze beminde zoon, Pietro kardinaal Fuma- soni Biondi, prefect van de Heilige Con- giegatie tot Voortplanting des Geloofs, at geschreven hebben: „Mogen de gelo vigen allen volharden in hun wil, de Mis sies te onderhouden, hun activiteit hier voor verhogen, onophoudelijk vurige gebeden tot God richten, hulp bieden aan hen, die geroepen zijn tot het Mis sie-apostolaat, door hun zoveel mogelijk de noodzakelijke middelen te verschaf fen. De Kerk is het Mystieke Lichaam van Christus waarin, „wanneer een lid lijdt, alle andere ledematen meelijden'' (j Cor. 12:26). En omdat heden velen van deze lede maten gekweld worden door hevig lij den en schrijnexide wonden, hebben alle Christenen de heilige plicht, zich nauw om hen heen te scharen in solidariteit en sympathie. In sommige Missielanden heeft de verschrikking van de oorlog op een gruwelijke manier niet weinige kerken, nederzettingen, scholen en ziekenhuizen van de Missie verwoest. Heel de Katholieke wereld, die onge twijfeld bezield is van een speciale zorg en liefde voor de Missies, zal edel moedig hulp bieden om deze schade te herstellen en deze gebouwen weer op te bouwen' (A.A.S. 1950, p. 727-728), Gij weet zeer goed, hoe de Encycliek „Rèrum Ecclesiae" de Missievereniging van de geestelijkheid warm aanbeveelt, waarin priesters, religieuzen en semi naristen gezamenlijk en met alle mid delen werken ter bevordering vatx de Missiebelangep. Wij hebben ons, zoals wij al zeiden," van harte verheugd over de aanzienlijke vooruitgang, die deze vereniging gemaakt heeft en wij blijven er op aandringen, dat zij zich meer en meer verspreidt en de Missiegeest en Missie plicht bij de priesters en de hun toever trouwde gelovigen versterkt. Deze ver eniging is als etn waterbron, die de bloeiende akkers van de andere Pause lijke Missiewerken bevloeit: van de Voortplanting des Geloofs, het Sint Peti-us Liefdewerk voor de inheemse geestelijkheid tot de H. Kindsheid. Wij hoeven geen woorden te gebruiken om de schoonheid, de noodzaak en de ver diensten van deze werken aan te tonen, waaraan Onze Voorgangers vele en rijke aflaten verbonden hebben. Wij zijn er mee ingenomen, dat men de giften van de gelovigen vooral inzamelt op de „Missiedag" maar Onze eerste wens is, Advertentie (Van een medewerker) an rijkswege wordt ingevorderd v de ondersteuning, in de oorlogs- Generaal de Gaulle heeft rydag op T jaren door Nederlandse consuls een persconferentie te Parijs verklaard m het buitenland verleend aan land- dat de Franse volksbeweging (R.P.F.)genoten, die uit Duitse concentratie die bij de jonrgste Franse verkiezingen j kampen ontslagen of ontsnapt in het buitenland zonder middelen van bestaan als grootste party uit de bus is geko- waren. Hiertegen is herhaaldelijk en men niet zal deelnemen aan een door de „derde macht" te vormen volksrege ring. Aan de R.P.F. komt de verantwoor delijkheid voor de vorming van een re gering toe. „Wij zijn bereid, samen te werken met allen die ons willen steu nen." zo zeide de Gaulle Hij achtte het echter onwaarschijnlijk, dat de andere partijen aan de R.P.F. de leiding zou den willen geven. Zij zouden er de voorkeur aan geven zonder de R.P.F. te regeren. „Degenen, die de verant woordelijkheid op zich willen nemen, kunnen zulks doen, doch zij zullen geen succes hebben", aldus de generaal. Het Haagse gei-echtshof heeft de zaak behandeld tegen de verdediger van An ton van der Waals, mr. J. E. van der S uit Leiden. Van der S. werd enige tijd geleden door de Rotterdamse rechtbank wegens smaadschrift in zijn brochure „England-Spiel". démasqué der Vau- mannen", veroordeeld tot een gevange nisstraf van zes weken. Van dit vonnis was hij in hoger beroep gegaan. Het Haagse gerechtshof verwees de zaaik terug naar de rechter-commissaris met de instructie een nieuw onderzoek in te stellen. De Rotterdamse hoofdagent van ge meentepolitie, J. van de E„ die het on derzoek in de zaak tegen Van dep Waals leidde en in de brochure van mr. Van der S. beticht werd van mishandeling van deze delinquent, had een aanklacht wegens smaadschrift ingediend. Tijdens de zitting ontkende Van den E. ten stel ligste, dat hij Van der W. zou hebben mishandeld dat allen tot de Almachtige God bidden, opdat Hij talrijke missionarissen wil roepen en dat allen zich zullen inschrij ven bij de door Ons genoemde Pause lijke Missiewerken en dat zij ervoor zullen wex-ken. Gij weet zeer goed, Eer biedwaardige Broeders, dat Wij onlangs een feest hebben ingesteld ter bevorde- ring van het gebed en het geven voor het wei'k van de H. Kindsheid. Zo kun nen Onze beminde kleine kinderen er aan wennen, te bidden voor de zaligheid van de ongelovigen en kunnen er in hun nog onschuldige zielen missionaris roepingen ontkiemen en gedijen. Wij vertrouwen, dat de vijfentwintig ste verjaardag van de publicatie van de Encycliek „Rerum Ecclesiae" met deze Vaderlijke wensen en deze nood zakelijke richtlijnen voor alle katholie ken het uitgangspunt moge worden voor nieuwe en steeds groter vorderin gen op Missie-gebied. En daarom geven wij bezield door deze zoete hoop aan U allen afzon derlijk Eerbiedwaardige Broeders, aan de Priesters en aan alle gelovigen en vooral aan hen, die óf in het vader land met hun gebeden en offers, óf in de Missie-landen door hun zwoe gen samenwerken voor deze allerhei ligste zaak tot belofte van overvloe dige hemelse gunsten, als onderpand ook van Onze Vaderlijke Welwillend heid van ganser harte Onze Apostoli sche Zegen. Gegeven te Rome, bij Sint Pieter, de tweede Juni van het jaar 1951, op het Feest van de Heilige Ëugenius I, in het dertiende jaar van Ons Pontificaat. PIUS PP. XII (Van een speciale verslaggever) Het is dwars tegen iedere technische vooruitgang en tegen de plannen van de heer Plesman in, wij weten het. maar wij houden niet van die overijlde manier waarop de mensen zich soms voortbewegen. Als het aan ons lag dan gingen trekschuit en diligence nog; aan werd de straaljager bij decreet ver boden en dan verleenden wij subsidie aan ieder, die een voetreis op grote schaal ging ondernemen. Het ligt alle maal niet aan ons en over een jaar of twintig beschikken wij allen over een privé-vliegtüig. Maar dat neemt niet weg, dat wij tot onze laatste snik de voorkeur zuilen blijven geven aan die wijze van reizen, die niet al te zeer ge richt is op een snel bereiken van het gestelde doel. Liefst zouden wij hele maal zonder doel reizen; maar dat is nu eenmaal bij onderlinge afspraak over de hele wereld verboden. Dit alles in aanmerking genomen zult u kunnen aannemen, dat wij verheugd waren toen wij vernamen dat de N.V. Nederlandse Buurtspoorweg een nieuwe touristenbuslijn op Ostende had ge opend; en dat wij nóg verheugder waren, toen ons een uitnodiging bereikte om de „officiële openingsrit" mee te maken. Reizen per autocar immers betekent een achteruitgang vergeleken hij de dreiging van het i-eizen per straalvliegtuig. Rei zen per autocar laat mogelijkheden open, die het reizen per diesel van meet af aan in de kiem smoort. De heerlijke mogelijkheid van op het allerlaatste moment een andere route te moeten nemen dan de oorspronkelijk vastgestel de bijvoorbeeld. Een mogelijkheid die tijdens onze reis inderdaad ook tot stra lende werkelijkheid werd. Maar laten wij bij 't begin beginnen. Een vriendelijk stewardessje begroette ons Vreemdelingenverkeer in discrediet. toen wij bij het Amstelstation in de „Europa-bus" stapten; niet echter dan' nadat zij minzaam had geïnformeerd of wij werkelijk van plan waren mee te gaan. En de heer E. D. Klinkert, de directeur van de N.V. Nederlandse Buurtspoorweg Maatschappij, deed ons meteen uit de doeken dat hij zijn dienst regeling zo elastisch mogelijk had inge richt. Al te zamen van die kleine op merkingen die een (oprecht reizend) mens meteen zo aangenaam mogelijk stemmen. Immers: hij wordt niet van de aanvang af in die stompzinnige zeker heid op-de-minuut-af geduwd, die iede re belangstelling in wat staat te gebeu- ren bij voorbaat onmogelijk maakt. Met onze stewardess hadden wij, pas- sagersi, het bijzonder getroffen. Zij maakte de tocht voor de eerste maal. En zo kon het rus gebeuren dat zij ons met iets juicïiends in heur stem mee deelde: „Recht van u, dames en heren, kunt u Schiphol zien liggen". Zodat wij met blijde verrassing het hoofd ophie ven om ons dat zó enthousiast aange kondigde evenement niet te laten ont gaan. Om ongeveer gelijke manier on dergingen we de kunstacademie in Den Haag, de brug over de Maas in Rotter dam, een soldatenkerkhof en het dorpje W ouw. Wij dronken thee in Scheveningen er. wij lunchten in Middelburg en in Vlis- singen waar een veerboot ons over zou zetten naar de overkant van de Schelde stietten wij op een file van bussen, die óók meewilden. En dat was dan een niet mis te verstaan handicap. Iemand kwam ons vertellen dat wij pas na ver loop van een uur of vier enige kans op navigatorisch vervoer zouden hebben. Maar ziet, dat nam de heer Klinkert, die wel van een elastische maar niet van een ganselijk verfomfaaide dienst regeling houdt, niet. En hij trachtte onmiddelijk in èen nabij gelegen éta blissement, allerlei gewichtige mensen opbellend, voorrang voor zijn Europa bus te forceren. Inmiddels bejubelden wij in een rose-gelukkige stemming de ongewisheid van onze reis en hoopten De N.V. Nederlandse Buurtspóor- wegmaatschappij te Zeist, die de „Europa-bus" exploiteert, heeft de zer dagen twee nieuwe touristenbus- lijndiensten op Ostende en Luxem burg geopend; zulks in samenwer king met respectievelijk de Belgische cn Luxemburgse Spoorwegen. Deze busdiensten, waarvan de dienstrege lingen voorlopig geldt tot 30 Sep tember, hebben vertakkingen over geheel Europa. Zij worden onder houden met grote touringcars met moderne accommodatie. Een verslag gever, die een officiële openingsrit naar de Belgische badplaats mee maakte, zal in enige airtikelen van zijn bevindingen vertellen. wij van ganser harte dat de heer Klin kert het niét gedaan zou krijgen. En het geluk blééf met ons: de directeur faalde inderdaad. De bazen weigerden. Zodat wij een heel stuk Zeeland moes ten omrijden teneinde via Kruiningen- Kloosterzande de andere kant te be reiken. Wij glorieerden, maar wij gaven grif de heer Klinkert en de heren van de Spoorwegen, die óók meereisden, gelijk toen zij beweerden dat dat geen manier van doen was; en dat dit niet de wijze was, om het vreemdelingen verkeer te bevorderen. Zij hadden ook gelijk, want per slot van rekening ston den zich daar bij het water van Vlis- singen een paar honderd Engelsen, die met bussen ons land uft wilden, stierlijk te vervelen. En daar komen zelfs Engelsen niet helemaal voor naar hier. Maar wij kwamen tóch in Sluis te recht waar wij stietten op de Neder lands-Belgische grens en waar wij stonden voor de invalspoort, die toe gang geeft tot al die ongekende amu- sementsmogelijkheden die in West- België, gelijk bekend, liggen opgehoopt. In een volgend artikel zullen wij u daarover vertellen H. Hn. Zoals reeds Vrijdag in een deel onzer edities werd gemeld, is ongeveer 800 km. ten Noorden van de equator een constellation van de Pan American Airways, waarschijnlijk doordat de pi. loot verblind was door de zware regen val, in de moerassige jungle bij L'Seria verdwenen. Het viermotorige vliegtuig had 32 passagiers aan boord en een uit 9 leden bestaande bemanning; en was van Jo hannesburg naar New York onderweg. In de laatste bondschap van de piloot, welke om 5.15 uur verzonden werd, werd gezegd, dat tengevolge van het slechte zicht het vliegveld Roberts, dicht bij Monrovia in Liberië, niet te onderscheiden was. Dit gebied bevindt Vrijdag is de 79-jarige W. G. uit Hil versum, die te Eindhoven op familiebe zoek was, toen hij met enkele kennissen even buiten de stad op het fietspad naar Leendee wandelde, aangereden door de wielrijder J. V. uit Weert De oude man kwam zo ongelukkig te vallen, dat hij kort na aankomst in het Sint Jozef ziekenhuis aan de gevolgen overleed. Vrijwel in het hart van de stad Eind hoven langs de spoorlijn naar Den Bosch, is twee jaar geleden ten behoeve van de spoorwegwerken een diepe kuil ge graven waarin thans water staat. Hierin ping Vrijdagmiddag de 50-jarige M. F. zwemmen. Zijn dochtertje, dat aan de kant zat, zag haar vader plotseling onder het wateroppervlak vei'dwijnen, waarop het meisje hulp riep. De gealarmeerde politie slaagde erin de man weer boven en aan de kant te halen, doch pogingen om de levensgeesten nog op te wekken, faalden. zich op het ogenblik midden in de nat te moesson. De gehele dag hebben civiele en mili taire vliegtuigen boven het gebied ge vlogen. De inlandse stammen nemen ook aan het opsporingswerk deel- De Constellation had zijn laatste lan ding te Accra aan de Britse Goudkust gemaakt en 's morgens om 4.45 uur had het toestel in Liberia moeten landen op het vliegveld Roberts, dat tijdens de oorlog door de Amerikaanse luchtmacht midden in de jungle is aangelegd. De Constellation, de „Great Repu blic", werd bestuurd door captain Frank J. Crawford, een piloot, die reeds tien jaar bij de Pan American werk- zaam is met 7817 vlieguren op zijn naam- Het toestel heeft geen Neder landse passagiers aan boord- met klem geprotesteerd. Voor dit pro test is te meer reden als men overweegt, dat het rijk in het algemeen geen ver haal toepast op politieke delinquenten, wegens aan hun verwanten gedurende hun internering verleende uitkeringen uit de overheidskas Het rijk blijkt dus voor de slachtoffers van de bezetter een andere maatstaf aan te leggen dan voor diens handlangers. Op grond van der gelijke feiten hoort men wel eens de stelling verkondigen, dat de staat geen moraal heeft. Wij moesten aan deze dingen denken, toen ons dezer dagen ter ore kwam, dat van rijkswege nu jacht wordt gemaakt op gedemobiliseerde militairen. Aan de ouders van militairen wordt kostwin nersvergoeding verleend, volgens door de ministers van Oorlog en van Ma rine gegever. voorschriften. De burge meesters doen daartoe aan die ministers voorstellen, gebaseerd op het loon. dat de militair in de burgermaat schappij verdiende, en op de gezinsin komsten. Het bedrag van de vergoeding werd dan door de ministers definitief vastgesteld. Wat gaat het rijk nu doen? Een aantal ambtenaren is liet land in gezonden om al die gevallen, waarin kostwinnersvergoeding werd verleend, nauwlettend te controleren. Dit onder zoek gaat soms verschillende jaren terug. Oude werkgevers en ook die van de huisgenoten van de militairen, wor den ongezocht met verzoek om gege vens omtrent verdiensten in vroe gere jaren. Het komt herhaaldelijk voor. dat deze rijksambtenaren de voor schriften ander interpreteren dan de burgemeesters destijds deden bij hun voorstel aan de ministers. Ook blijken soms wijzigingen in de gezinsinkomsten te zijn opgetreden, welke niet tijdig werden opgegeven. Hierdoor ontstaan verschillen in de bedragen der kostwin nersvergoeding, welke soms f 1 of meer per dag belopen. Als zo'n militair en kele jaren In dienst is geweest, loopt het te veel genoten bedrag soms in de honderden guldens. Dat gaat de mi nister dan terug vorderen. Men krijgt dan het geval dat een gezin ondanks de kostwinnersvergoeding, toch altijd nog gedupeerd doordat een zoon lang durig in militaire dienst is geweest na diens demobilisatie besprongen wordt met een flinke vordering van de staat. De mensen vragen zich dan af. of dit de manier van de staat is om te doen blijken van zijn gevoelens voor het le vensgevaar dat hun .iongen (de meesten dienden in Indonesië) in 's lands be lang heeft gelopen Wij beseffen volkomen, dat er toe zicht moet zijn om te voorkomen dat op onrechtmatige wijze uitkeringen uit 's lands kas worden genoten. Maar onzes inziens moet men meer vertrouwen stellen in het beleid van de burgemees ters. In elk geval moet een controle, als men die dan wil houden, zo snel mogelijk na de 'vaststelling van de ver goeding plaats vinden. Behalve bij op zettelijke te kwader trouw gegeven on juiste inlichtingen, dient een eventuele vermindering der vergoeding niet met terugwerkende kracht te worden toe gepast. (Vervolg van pag. 1) Aan de orde was dus een methode tot inlossing van een belofte, de op vanging van onevenredige gevolgen van een daling der reële inkomens. Het was dus geen echte progressivi teit als systeem, het was ook slechts een matige progressiviteit, juist zo veel als onvermijdelijk werd geacht om de onevenredigheid in de daling op te vangen. Nu kan men naar onze mening over cijfers twisten, evenals over een metho diek. Van de andere kant kan men van oordeel zijn, dat zelfs een incidentele, maar dan toch niet minder feitelijk in gevoerde progressiv Iteit een zekere préjudice vestigt, die niet zonder in vloed blijft op de latere overweging Er gebeurt tegenwoordig zo veel in de wereld, dat de uitslag der Franse ver kiezingen slechts even de aandacht trok en al weer vergeten schijnt. Zes politieke groeperingen kregen elk on geveer 100 zetels, uiterst links staan de communis ten als de partij met de meeste stemmen en aan de rechterzijde staan de Gaullisten met de meeste zetels. De middenpartijen hebben de meerderheid, maar het zal nog een hele toer zijn een homogene en duurzame regering te krij-" gen. De internationale pers heeft voor Frankrijk op het ogenblik weinig aandacht over, de wereld heeft in deze week andere spannender gebeurtenis sen gadegeslagen. én Daar is in de eerste plaats de Perzische olie kwestie, die wederom werd ver scherpt. De Per zen hebben de besprekingen afgebroken en een Brits com promisvoorstel verworpen. Nu wordt ge vreesd, dat de Perzen de toevoer van olie zullen stopzetten,, hetgeen een catastrophe zou beteke nen, daar „de pijpleidin gen gevaar lopen te bar sten indien de kleppen worden gesloten zonder dat de pompen worden stopgezet'? gelijk de direc teur van de „Anglo-Ira- nian Oil Company" tech nisch uiteenzette. Het heeft er alle schijn van, dat de Iraanse regering niet bereid en ook niet in staat zal zijn een compro mis te aanvaarden. En zo zitten de Britse employé's maar te wachten op het sein tot evacuatie. De Britse regering heeft op het moment dit besluit nog niet genomen. Op een vraag van Churchill in het Britse Lagerhuis; „Heeft de regering het be sluit genomen om het Britse personeel te evacu eren of heeft zij dat be sluit niet genomen?", ant woordde minister Morri son niet zonder felheid, dat hij over deze kwestie niets te zeggen had; dat zou „dwaas, onverstandig en riskant" zijn, verklaar de hij. Churchill deed er toen maar het zwijgen toe. Het is voor Engeland een hard gelag de eigen mach teloosheid te moeten er kennen. Want het is dui delijk, dat Engeland er niet aan denken kan wa pengeweld in de schaal te werpen, de internationale politieke situatie laat een dergelijke politiek een voudig niet toe. Perzië zou een tweede Korea worden en aan één zo'n vuurhaard heeft de wereld al meer dan genoeg. Met grote spanning wacht men de verdere ontwikkeling in Korea af. Naar verluidt hebben de Chinezen en Noord-Kor ea- nen zich ten Noorden van de befaamde „ijzeren drie hoek" inge graven en sterke verdedi gingsposities bezet. Men verwacht algemeen een nieuw Chinees offensief, dat, naar men vermoedt, heviger zal zijn dan tot nu toe nog werd beleefd. De Chinezen zullen de dag, waarop het Koreaan se conflict één jaar oud zal zijn, misschien aan grijpen om de aanval te beginnen. De Chinezen zullen nu ook in de lucht tot grote krachtsontplooi ing komen en met hun luchtmacht, die op 3000 vliegtuigen wordt geschat, het nieuwe offensief on dersteunen. Reeds wagen de Noord-Koreaanse vlie gers zich steeds verder bo ven Korea en zij gaan er toe over om geallieerde bivak-gebieden te bom- klaren barderen en te mitrail leren Of dit nu als een vredesoffensief kan wor den aangemerkt? De ge ruchten over nieuwe vre despogingen houden wel iswaar aan, maar ze zijn blijkbaar weinig geloof waardig. „Als er iets van waar zou zijn," zo ver klaarde president Truman, „dan zou ik het zeker we ten!" De besprekingen van de plaatsvervangers der Gro te Vier te Parijs hebben nu na 73 bij eenkomsten nog geen an der resultaat opgeleverd, dan dat de Russen thans wederom ver- voorstanders te zijn van een conferentie der Grote Vier.... indien het Atlantisch Pact en de Amerikaanse militaire en maritieme bases op de agenda worden geplaatst. Dit pact en het feit, dat de Ver. Staten in Japan, op IJsland en andere plaatsen militaire bases hebben, is, volgens de Russen, de oorzaak van de huidige spanning in Euro pa. In de kringen der Westerse diplomaten is men er van overtuigd, dat de Russen niet naar Wash ington zullen gaan, tenzij het Atlantisch Pact op de agenda zal komen te staan. Zodat het er met de vredesvooruitzichten nog niet zo bijster gunstig uit ziet, vooral niet nu er in de Verenigde Staten steeds krachtiger stemmen wor den gehoord, die aandrin gen op het bombarderen van de Chinese vliegbases in Mandsjoerije. Mochten deze stemmen bij de ver antwoordelijke staatslie den en legeraanvoerders gehoor vinden, dan is een verdere uitbreiding van de oorlogsbrand welhaast onvermijdelijk. Maar men mag verwachten, dat on beraden besluiten in dit critieke stadium zullen worden vermeden. van de kwestie ten principale Wat het eerste betrert, niemand heeft in ernst de serieusheid van de cijfers, waarop de regering zich gebaseerd heeft be twist, terwijl er feitelijk ook niet veel tegen "de methodiek is aangevoerd. En wat de préjudiciteit aangaat van een eenmaal ingang gevonden hebbende practijk, daar stuit men nu juist op het politieke moment in de kwestie. Het is niet de a.-V-P„ die deze methode heeft voorgesteld ware zi; dit wel geweest, dan had men er nog anders over kun nen denken doch de regering, waar in vertegenwoordigers van vier partijen zitting hebben. De regering nr. meent op serieuze gronden, dat dit de beste methode is om de boven geciteerde be lofte uit de regeringsverklaring in te lossen. Nu kan men twee dingen doen: men kan formalistische politiek bedrij ven. maar ook ruime politiek. Men heeft met z'n vieren een regeringsver klaring goedgekeurd en op het pro gram, dat daaraan tengrondslag ligt, een kabinet gevormd. Tenzij men door slaggevende argumenten heeft tegen de juistheid van een uit dit program voort vloeiend wetsvoorstel is het fatsoen lijk. ruimhartig en ook nog verstandig om dit wetsvoorstel te aanvaarden. Men heeft het nu niet aanvaard op een for malisme, en bove -uien is het een onop recht formalisme, waardoor de gestie niet alleen du-i maar bovendien van gering allooi wordt. Want het is een publiek geheim, dat het rapport van de S.E-R., waar in de (politieke) verhoudingen gelijk zijn aan die van de Kamer, afwijzend zal zijn ten opzichte van progress!» v j kinderbijslag. Men kan natuurlijk niets beters doen voor de eenheid vau de K.V-I*. dan de katholieken op een hoop drijven. Dit is dan de troostprijs, die d lei ding van e K.V.P. van de socialisten ontvangt. Misschien is zij nog wel belangrijker dan de hoofdprijs. die haar ontgaan is. Men heeft hieruit weer kunnen leren hoe moeilijk het is voor een politieke partij om poli tiek verstand te krijgen. De ontstemming in het katholieke kamp is zeer groot, want men be schouwt dit wetsvoorstel als een regel, rechte consequentie van de regerings verklaring en bijgevolg de afstemming van dit onderdeel als een verbreking van de overeenkomst. Nu zijn dit alle maal heel respectabele gevoelens, doch men koopt er in de politiek in het ge heel niets voor, als men er niet de con sequenties uit trekt- Een verbreking van de overeenkomst, waarop een rege ring gebaseerd is, behoort consequen ties te hebben, hetgeen betekent, dat men menig bekend gezicht uit het ka binet zou moeten zien verdwijnen. Maar dit is theorie, want indien men werkelijk duidelijk had gemaakt, dat men voornemens was het politieke spel even hard en zakelijk ais eerlijk te spe. len en zich door geen enkele oneerlijk heid van de tegenpartijen van die re gels te l..ten afbrengen, hadden wij de politieke partij nog moeten zien. die de verantwoordelijkheid op zich had dur ven nemen- Ook op dit punt kon men weer veel Ieren: soms moet politiek met grote souplesse en veel tact bedre ven worden, maar dan plotseling weer met een ongenadige hardheid, die elke neiging om zich te vermeien in onei genlijke verantwoordeiykheidsgevoe- lens, uitbant. Zedelijke verontwaardi ging achteraf is futiel, want politiek is een arena gelijk. En sedert de verbon. wing lijkt de in de diepte weggezonken Tweede Kamer eerst recht op een leeu wenkuil.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 7