MIDDENSTANDERS TOT TOLLENAARS
VAN DE STAAT GEMAAKT
GEEN AANLEIDING DE LONEN
THANS TE HERZIEN
<S-<r de "Howko*,: STUUD OM •HEIDRÜM
S
T
TOT DE RAND VAN DE AFGROND
Men kan de armoede niet met
armoede bestrijden
VOOR F 216 MILLIOEN FAALDEN DE
INVORDERINGSMAATREGELEN
VOOR DE VUIST
WEG
PRINS BERNHARD REIKT DRIE ZILVEREN ANJERS UIT
BELASTINGDRUK
TE ZWAAR
PUROL
Minister Joekes tot Eerste Kamer
Verschuiving in het
nationale inkomen
HEILIG JAAR GROOTSTE STIMULANS
VOOR TOERISTENVERKEER IN 19SO
FESTIVAL-AGENDA
VAKOPLEIDING VAN
VOLWASSENEN
Attractieve spaarregeling voor de rijpere
jeugd bij Spaarraad in voorbereiding
Passagiers van Piper
club vrijgesproken
Aan prof. dr. Ph. A. Kohnstamm, W. J. H. Muiier
en K. ter Laan
DOOR LEO BRADY
Minister Brasseur van
België naar ons land
DINSDAG 26 JUNI 1951
PAGINA 3
VOORZITTER OOSTERMEYER VAN UTRECHTSE KATH. MIDDENSTANDSBOND:
Tourisme bracht ons land
f 78 millioen op
Nota van minister Joekes
aart Tweede Kamer
ACHTERSTAND BIJ BELASTINGEN
Benelux-belastingstelsel
Sparen
Belangrijke defensieopdracht
Progressiever dan
Progressief
24
Als 't knaagt in Uw spieren,
Uw gewrichten alleen nog
maar pijnlijk bewegen
- en venijnige scheuten door Ut
leden schieten
Dr. Fentener v. Vlissingen
gaat heen
Alt voorzitter van de
Jaarbeurs
Het is een woelige en niet altijd even
pleizierige vergadering geweest, die de
Centrale Raad van de Aartsdiocesane
Middenstandsbond gisteren te Utrecht
heeft gehouden en welke culmineerde in
het heengaan van een kleine groep, die
uit een niet geheel onverklaarbare bal
sturigheid tot een onverantwoord recal
citrante houding kwam. Doch dit ge
beurde pas in de middaguren. De och
tend vond de vergadering bijeen, luiste
rend naar de rede van haar voorzitter,
die de belastingpolitiek in theorie en
practjjk onder de loupe nam, en naar
het vermanend woord over de liefde
door de Bondsadviseur, pastoor Fr. van
Gendt.
Bondsvoorzitter A. F. A. Oostermeyer
ging de belastingpolitiek niet geheel on
gewapend te lijf, want hij had steun ge
zocht in de uitspraken van de Tilburgse
hoogleraar prof. dr. Weve O.P., terwijl
ook de oud-staatssecretaris, mr. Van der
Grinten, en prof. Romme nog hun duit
in het zakje van de praesidiale rede
mochten doen. Indertijd heeft mr. Van
der Grinten in de Kamer duidelijk ge
steld, dat de middenstand niet zomaar
de middenklasse is, maar dat hij een
wezenlijk eigen kenmerk bezit: dat van
zelfstandig ondernemer te zijn. En prof.
Romme heeft de middenstand zelfs eens
de ruggegraat van de samenleving ge
noemd en versterking van die rugge
graat als een eminent belang voor de
hele samenleving geschetst. Uit deze uit
spraken, aldus de bondsvoorzitter, blijkt
wel duidelijk dat onze belangen bij de
K.V.P. veilig zijn.
Beschouwt men de verhouding tussen
overheid en middenstand, zo vervolgde
do heer Oostermeyer, dan ziet men als
daden de afschaffing der ondernemers
belasting en de verlaging van de inkom
stenbelasting, maar meer ook niet. De
moeilijke financiële situatie heeft zelfs
tot het indienen van vier nieuwe belas-
tingontwerpen geleid. Het is daarom wel
eens goed de ethische normen te bezien,
waaraan volgens onze katholieke op
vattingen de belastingen dienen te be
antwoorden en die door prof. Weve in
het afgelopen jaar op de Tilburgse ho-
geschöoldagen zijn geformuleerd. Belas
tingen dan moeten ten dienste komen
aan het algemeen welzijn, en vervolgens
zodanig drukken op de verschillende be
volkingsgroepen en individuele perso
nen. dat bij deze druk van een zekere
gelijkheid sprake is.
En hoe is nu de praetijk, zo vroeg de
voorzitter zich verder af. De extra be
lasting op winsten boven de 8000 gld. is
eigenlijk een straf voor hen, die van de
staat niet de verzorging van de wieg tot
het graf vragen. De vennootschapsbelas
ting, die een teruggekeerde onderne-
mersbelasting is, en de inkomstenbelas
ting doen de winsten uit eigen, bedrijf
volkomen verloren gaan. De verhoogde
omzetbelasting maakt de middenstanders
tot tollenaars van de staat en holt de
eigendom van de kleine en middelgrote
middenstanders uit op straffe van ver
beurdverklaring en gevangenis. Wanneer
de belastnig de werkgelegenheid weg
neemt, dan streeft men naar een natio
naal herstel door de ondergang van de
middenstand, een onmogelijke oplossing,
daar men armoede niet met armoede
kan bestrijden.
Tot slot besprak de bondsvoorzitter
drie maatregelen die getroffen moeten
worden, wil men een einde maken aan
de onmogelijke situatie, waarin de mid
denstand thans verkeert. Deze drie
maatregelen zijn aan het einde der
vergadering in een motie ter kennis
gebracht van de Ned. R.K. Midden
standsbond met het verzoek deze door
te geven aan de regering, de katholieke
Kamerfractie en het partijbestuur der
K.V.P. In de motie wordt verlangd dat
i een vrije prijsvorming wordt hersteld,
c.q. dat, bij onmogelijkheid daarvan,
t.a.v. de noodzakelijk gebleken
prijsvaststellingen een reëel overleg met
het bedrijfsleven zal plaats hebben, de
algemene marge-beschikking zal wor
den vervangen door calculatiebeschik
kingen voor de onderscheidene bran
ches en dat een redelijk ondernemers-
loon wordt mogelijk gemaakt; voorts
dat een nieuwe zij het gewijzigde
vorm van ondernemersbelasting met
als gevolg een niet-rechtvaardige ver
deling van de lasten zal worden afge
wezen, en uit de andere belastingwets
voorstellen die elementen worden ver
wijderd, die de reële bestaansmogelijk
heid van de middenstand aantasten;
tenslotte dat een betalingsregeling voor
de aflossing van de belastingschulden
voor de duur van tien jaar wordt af
gekondigd en dat niet rigoureus tot op
zegging van credieten wordt overge
gaan.
Bij de verkiezingen voor het hoofd
bestuur vond de huldiging plaats van
twee leden, die zich niet meer herkies
baar stelden, t.w. het enige vrouwelijke
diocesane bestuurslid in Nederland,
mej. J. E. M. Mul uit Zevenaar, en de
Advertentie
Bij zonnebrand, doorzit
ten, schrijnen, smetten
1 zeventigjarige H. F. J. ten Kroode uit
Laren (N.H.). Mej. Mul, die wegens
drukke bezigheden elders afscheid
neemt, mocht van de voorzitter een
bouquet bloemen in ontvangst nemen.
Voor de heer ten Kroode was de lande
lijk voorzitter van de N.R.K.M., de heer
H. J. Koops, naar de vergadering ge
komen om hem de zilveren N.R.K.M.-
medaille op de borst te spelden, een
onderscheiding, die gewoonlijk slechts
aan landelijke functionarissen wordt
verleend. Hun plaatsen werden inge
nomen door de heren H. Hu'gen en H
E. M. Zurlohe. De heren J. W. v. d.
Linden en W. Koopmans werden ver
vangen door de heren J. Holland en G.
W. Geelen, terwijl de heren J. G. Post
en H. H. Hendriksen herkozen werden
Toen ontstonden de boven reeds aan
geduide moeilijkheden, welke uiteinde
lijk hun oorsprong vinden in het feit
dat de Aartsdiocesane Middenstands
bond reeds twee jaar leeft naar zijn
nieuwe statuten, welke echter nog
steeds niet van kracht zijn. De kring
Twenthe had zich namelijk een nieuwe
voorzitter gekozen en, waar de kring
voorzitters q.q. lid van het hoofdbe
stuur zijn, zou daarmee de bondsvoor
zitter die men verleden jaar tegen
zijn voornemen in overreed had om als
zodanig aan te blijven weggestemd
worden, daar hij uit deze kring afkom
stig is. Bij de behandeling van deze
zaak praesideerde aanvankelijk vice-
voorzitter Klompé, doch toen de verga
dering het met diens optreden niet eens
bleek, nam de geestelijk adviseur de
hamer over. Na een tamelijk onwaardig
gedrag liepen daarop de afgevaardig
den van enige afdelingen uit de krin
gen Twenthe en Deventer de zaal uit.
Het voorstel, dat de hele kwestie ver
schoof naar de volgende Centrale
Raadsvergadering in September, daar
dan inmiddels de nieuwe statuten van
kracht zullen zijn, werd vervolgens
aangenomen-met 52—6 stemmen. Na de
stemming verlieten nog twee afdelingen
uit genoemde kringen de vergadering.
Voor een onmiddellijk opnieuw ingrij
pen, teneinde de bestaande verhouding
tussen lonen en salarissen, alsmede so
ciale uitkeringen ongevallen- en invali-
diteitsrenten enerzijds en prijzen ander
zijds in voor de arbeiders gunstige zin
te wijzigen bestaat, na de in Maart ver
leende loontoeslag van vijf pet. en de
hiermede verband houdende voorstellen
tot verhoging der sociale uitkeringen en
renten, voorshands geen aanleiding. Al
dus deelt minister Joekes in zijn Memo
rie van Antwoord aan de Eerste Kamer
mede.
De minister onderschrijft de mening
dat werktijdverlenging in haar alge
meenheid geen positieve bijdrage tot
productieverhoging zou betekenen. Hij
wijst er op, dat werkclassificatie niet
opvoering van de productie ten doel
heeft, doch veeleer het scheppen van
objectief rechtvaardige loonverhoudin-
gen. Van een rechtvaardig loon kan dan,
als secundair effect, een verbetering
van de productiviteit het gevolg zijn.
In de verdeling van het nationale in
komen kan een verschuiving geconsta
teerd worden ten gunste van het aan
deel der ondernemers.
Een belangrijk deel van het onderne
mersinkomen wordt aan investeringen
besteed, welke voor werkgelegenheid
van het gehele volk van betekenis zijn.
De vraag of het billijk is, dat deze in
vesteringen uitsluitend eigendom van
de ondernemers worden, vormt thans
een onderzoek op
de sociaal-econo-
Over het geheel genomen is het jaar
1950 voor ons land een goed touristenjaar
geweest, aldus heeft de algemene Neder
landse Vereniging voor Vreemdelingenver
keer vastgesteld in haar jaarverslag. De
viering van het Heilige Jaar met de daar
mee samenhangende plechtigheden en ont
vangsten in Rome is wel de grootste sti
mulans geweest voor het tourlstenverkeer
in 1950. Ons land heeft, vooral uit Noord-
Amerika, Ierland en Engeland, vele naar
Rome doorgaande reizigers zien passeren.
In vele gevallen was het mogelijk deze
reizigers enige dagen in het land te hou
den alvorens zij hui weg voortzetten.
Aantrekkingskracht oefenden vooral „De
Keukenhof", de Passiespelen te Tegelen;
Rotterdam Ahoy' en het Holland-Festival.
Het buitenlands bezoek steeg, verge
leken met 1949, van 315.000 tot 400.000.
Het grootste aantal bezoekers kwam uit
België en Luxemburg, nl. 85 000. Uit de
U.S.A. kwamen 40.000 bezoekers. Het to
taal aantal overnachtingen kan op bijna
1 millioen worden geschat.
Het buitenlands bezoek bracht ons land
een bedrag op van 58 millioen. Aan Ne
derlandse vervoermaatschappijen werd bo
vendien in totaal een bedrag betaald van
ongeveer 20 millioen. Uit deze cijfers
trekt de A.N.V.V. de conclusie, dat het
tourisme onder de voornaamste bronnen
van inkomsten uit export kan worden ge
rangschikt.
Wat het binnenlands touristenverkeer
betreft is 1950 een jaar geweest, waarin wel
tot uiting is gekomen, dat de Nederlanders
zich moeten beperken in het doen van uit
gaven Dit bleek o.a. uit de mindere be
zetting van de hotels en vooral van de
Noordelijke, Oostelijke en Zuidelijke deel
van ons land en uit de kleinere verterin
gen, die men overal maakte. Er valt, voor
al ook tengevolge van oe weersgesteldheid,
een kleine teruggang te bespeuren.
De grote hotels in het Westen van ons
land, waarin de meeste buitenlanders lo-
Woensdag 21 Jlïht
AMSTERDAM
Stadsschouwburg; 8-30 Dido en Aeneas
door Engl. Opera Group.
Carré: 8 u. Ifigeneia door Ned. Co-
medie.
I. C. C.: 9.30 u. Vondelpark „Schijn
en Maneschijn".
SCHEVENINGEN
Kurzaal: 8.15 u. Residentieorkest o.lv.
Leopold Stokowski.
geren, hebben een goed seizoen gehad.
De pensions, restaurants en café's echter
hebben ook hier minder verdiend.
Ook in 1950 is weer gebleken, dat in het
volle seizoen de hotelcapaciteit in de plaat
sen, waar de buitenlandse toeristen willen
verblijven, onvoldoende is, ofschoon door
een met kracht gevoerde actie voor vacan-
tiespreiding reeds enig resultaat was be
reikt en meer ripmte in de hotels voor
buitenlandse gasten aanwezig was.
De minister van Sociale Zaken heeft,
mede namens de minister van Bui
tenlandse Zaken, aan de voorzitter
van de Tweede Kamer doen toeko
men een nota betreffende het standpunt
van de Nederlandse regering ten aan
zien van de aanbeveling betreffende de
iiakopleiding van volwassenen, minder
validen daaronder begrepen, aangeno
men door de internationale arbeidscon-
ferentie.
Als oorzaken van de behoefte aan
vakopleiding worden in de nota ge
noemd: militaire dienst, gevolgen van
een oorlog, mindere validiteit, een over
compleet aan arbeidskrachten in één
vak, dan wel een tekort daaraan in een
ander vak, alsmede immigratie en emi
gratie. Bij het verlenen van voorrang
in gevallen van vakopleiding buiten de
bedrijven ware met het algemeen be
lang rekening te houden.
Aan de toelating tot de opleiding
moet een selectie voorafgaan, welke
dient om het soort werk, waarvoor
de betrokkene het meest geschikt is,
vast te stellen. De opleidingspro
gramma's dienen te berusten op een
systematische analyse van de onder
scheidene beroepen en moeten in sa
menwerking met de werkgevers- en
werknemersorganisaties vastgesteld
worden.
Een afzonderlijk hoofdstuk is gewijd
aan de opleiding van minder validen.
Aanbevolen wordt het treffen van
maatregelen om voor minder valide vol
wassenen doelmatige opleidingsmoge
lijkheden te scheppen, waardoor zij m
staat gesteld worden productieve arbeid
te verrichten, voor zover de physieke
toestand zulks toelaat. Met dit doel voor
ogen zal de opleiding gebaseerd moeten
zijn op nauwe samenwerking tussen de
instanties op het gebied van revalida
tie,^ beroepskeuzevoorlichting, vakop
leiding, bijzondere bemiddeling en de
werkgevers- en werknemersorganisa
ties.
het onderwerp van
korte termijn, dat
mische raad instelt.
Omtrent de wet, welke regelen zal
stellen inzake de organisatie ten behoeve
van de emigratie, kan minister Joekes
mededelen, dat het desbetreffende ont
werp zijn departement heeft verlaten.
Met betrekking tot de onrustbarende
berichten, welke uit Australië zijn ont
vangen, meent hij er op te moeten wij
zen, dat deze geen betrekking hebben
op de overgrote meerderheid der emi
granten.
Het is de bedoeling, dat onder leiding
van de minister-president door een dele
gatie uit de ministerraad opnieuw met
de Stichting van de Arbeid overleg
wordt gepleegd omtrent het tijdstip van
invoering der Werkloosheidswet.
De regering vertrouwt, dat binnen
enkele maanden de regeling van de
ouderdomsvoorziening in de vorm van
een voorontwerp aan de S.E.R. voor ad
vies zal kunnen worden toegezonden.
De opbrengst der vereveningsheffing
bedroeg in 1950 f 233.428.000. Daarte
genover kunnen de volgende sociale
voorzieningen worden gesteld, waarvoor
de uitgaven voor 1951 nader zijn ge
raamd a$ volgt: Noodwet ouderdoms
voorziening f 180.000.000. Bijslagen inge
volge de wet tot aanvulling van renten
krachtens de invaliditeitswet 26.400.000
gulden. Kinderbijslagen aan invalidi-
teits-, ouderdoms- en wezenrentetrek
kers f 14.000.000. Bjjslagen ingevolge de
wet tot aanvulling der ongevallenrenten
f 3.000.000. Kraamgelden f 9.000.000.
Aan de gedachte, de verstrekking van
kraamhulp vanwege de ziekenfondsen
te doen verlenen, kon nog geen uitvoe
ring worden gegeven. Het overleg ter
zake is nog gaande.
Het bedrag van f 1.153.000 hetwelk na
der werd verhoogd tot f 1.573.000 en dat
uit het tegenwaardefonds van de Mar
shall-hulp ten behoeve van de tubercu
losebestrijding beschikbaar is gesteld,
zal op generlei wijze aanleiding geven
tot vermindering van de rijksuitgaven
voor de tuberculosebestrijding. Van de
zijde van ECA werd geen toestemming
ontvangen tot besteding van het restant
van het aanvankelijk aangevraagde be
drag van f 2.500.000.
45. Met de lenigheid van een panter werkt Wendir zich door het dichte struik-
gewas heen. Het is niet de eerste keer, dat hij zich in een wanhopige toestand weet,
doch ook nu vertrouwt hij op zijn gelukkig gesternte. Iedere stap, die hem dieper het
bos inbrengt, doet zijn kansen stijgen. Verder en verder snelt hij. Nu eens bukkend
voor takken, die in zijn gezicht zwiepen, dan weer half struikelend over de wortels
van een boom. Hij kan zich geen tijd gunnen om op adem te komen, achter zich hoort
hij de gedempte stemmen van de krijgsknechten met daarbovenuit het schallende
stemgeluid van Haifa.
„De opschepper!" gromt hij voor zich heen. En vloekend dringt hij dieper, steeds
dieper het struikgewas in. Wacht! Hij zal die kerels wel op een dwaalspoor leiden.
Telkens van richting veranderend worstelt hij voort. Hijgend, steunend, maar met
de verbeten kracht van een in het nauw gedreven dier. Dan, verscholen tussen dich\
gebladerte, staat Wendir stil, de benen trillend van spanning en plotseling opkomende
moeheid.
Hij luistert scherp, zijn bezweet gelaat vertrekt in een langzame grijns. Stilte
heerst om hem heen Van verre dringen zwakjes de stemmen van zijn achtervolgers
tot hem door. Het is gelukt; hij is hun te slim af geweest Ze zijn het spoor bijster
hè, hè. Mooi, nu rustig afwachten in deze veilige verborgenheid tot de kust veilig is.
En dan de vrijheid tegemoet! Maar eensklaps verstijft hij.
„Terug! Deze jacht is voor de dommenhoort hij Halfa's zware stem roepen
„Omsingelt het woud! Dan kan de vos ons nooit ontsnappen! Dan moet hij..."
Wendir heeft genoeg gehoord. Hij moet weg, het bos uit, voor de dodelijke cirkel
rondom hem gesloten wordt. Het dreunen van paardenhoeven dringt tot hem door,
achter zichmaar ook aan zijn linkerhand nu ook rechtshij moet er eerder
zijn. Doch plotseling houdt hij de pas weer in en staat hijgend stil. Voor hem uit
klinken de stemmen van zijn vijanden. Te laat! De kring is gesloten, de weg is
afgesneden. Wild kijkt Wendir om zich heen. Hij zit als een rat in de val Be
hoedzaam trekt hij zich terug in de duisternis terwijl zijn hersenen koortsachtig
werken. Zal hij proberen uit te breken of moet hij afwachten en het hier uitvechten
Verschenen is de memorie van antwoord op het voorlopige verslag der commis
sie van rapporteurs uit de Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot vast
stelling van hoofdstuk 7b (departement van Financiën) der rijksbegroting voor
het dienstjaar 1951. Hieraan is het volgende ontleend:
In de lopende invordering van belas
tingen weerspiegelt zich sinds 30 April
1950 de neiging van het publiek om een
aanmaning en/of dwangbevel af te
wachten. Recapitulerende was de toe
stand op 30 April 1951 aldus, dat op
een totaal openstaand bedrag van f 1106
millioen nog de inning mocht worden
verwacht van een totaal van f 890 mil
lioen, zodat voor f 216 millioen de nor
male invorderingsmaatregelen reeds dui
delijk hadden gefaald.
De achterstand in de betaling van de
vennootschapsbelasting heeft een onre
gelmatig verloop, maar is in verhouding
tot de inkomsten-, vermogens- en onder
nemingsbelasting veel minder groot.
De minister geeft echter gaarne toe,
dat, ondanks de zeer gunstige werking
van het systeem der voorlopige aan
slagen, niettemin de nadelige gevol
gen van de achterstand in de regeling
der definitieve aanslagen en die in
belastinginning zich nog steeds ern
stig doen gevoelen, al kan naar zijn
mening zeker niet van een welhaast
onhoudbare toestand worden gespro
ken.
Tegen de door sommige leden verkon
digde stelling, als zou in het huidige
belastingstelsel hier te lande de doelma
tigheid prevaleren in die zin, dat daar
aan de rechtvaardigheid wordt opgeof
ferd, meent de minister met klem te
moeten opkomen.
Vooropstellende dat de samenwerking
in Benelux-verband een verhoging van
het ideële en materiële welvaartspeil in
de verbonden landen ten doel heeft, ont
gaat het de minister, dat een aan deze
doeleinden dienstbare aanpassing van
enkele Nederlandse belastingen aan de
belastingstelsels van de beide overige
Benelux-genoten een vergroting van het
utiliteitselement in ons belastingstelsel
tot schade van de rechtvaardigheid zol
medebrengen.
Wat het bevorderen van de spaarzin
betreft, is de minister in principe bereid
te overwegen tot het verlenen van
een extra-spaarpremic over te gaan. Bjj
de Nationale Spaarraad is een spaarrege
ling voor de rijpere jeugd in voorbe
reiding, waarbij aan ongehuwden van
1725 jaar een suppletie op de rente
verstrekt wordt, mits de spaargelden
tot de datum van het huwelijk of het
bereiken van de 25-jarige leeftijd niet
opgevraagd Worden. Wanneer de Na
tionale Spaarraad officieel de defini
tieve spaarregeling bij het ministerie
van Financiën indient, en de minister
zich met de strekking daarvan kan ver
enigen, zal de indiening van een wets
ontwerp ter verkrijging van de daar
toe benodigde gelden bij de Staten-
Generaal worden bevorderd.
Wanneer deze spaaractie aan de ver
wachtingen beantwoordt, bestaat de
mogelijkheid ook voor andere catego
rieën soortgelijke regelingen te ont
werpen.
Advertentie
De rechtbank te Haarlem veroordeel
de 15 Maart j.l. wegens meineed de
heer J. M. H. tot vier maanden gevan
genisstraf, tegen welk vonnis verdachte
hoger beroep aantekende. De zaak is
voortgevloeid uit de bekeuring, die de
vliegenier M. H. P. 2 Juli van het vorig
jaar kreeg wegens het te laag vliegen
met zijn eenmoterige Piper-cub boven
het strand nabij Zandvoort en Bloe-
mendaal. In December 1950 werd deze
overtreding van het luchtverkeersre-
glement door de rechtbank te Haarlem
behandeld. De vliegenier kreeg toen
een boete van f 500. H„ die als passa
gier in de Piper-cub had meegevlogen,
voor de rechtbank, dat P. niet lager
dan tweehonderd meter had gevlogen,
hetgeen door andere getuigenverkla
ringen werd tegengesproken. Tegen H.
werd tenslotte een vervolging wegens
meineed ingesteld.
Het Amsterdams Gerechtshof sprak
H. thans vrij van het hem ten laste ge
legde, omdat het Hof niet overtuigd is
dat H. opzettelijk foutieve verklaringen
heeft afgelegd. Veertien dagen geleden
eiste de procureur-generaal bevestiging
van het vonnis van de Haarlemse
rechtbank.
De N.V. Koninklijke Metaalwarenfa-
briek v/h J. N. Daalderop en Zonen te
Tiel, heeft een belangrijke militaire
opdracht ontvangen. De fabriek zal uit
sluitend voor de Nederlandse strijd
krachten jerrycans gaan maken. Mede
in verband met deze opdracht worden
de fabrieksgebouwen met een fabrieks
hal uitgebreid. Met de bouw hiervan is
men bereids begonnen.
de
egen de beschuldiging, dat
K.V.P. zich onder invloed van
haar samengaan met de P.v.d.A.
te ver in progressieve richting zou
hebben laten meesleuren, heeft de
voorzitter van de K.V.P. indertijd
enkele punten opgenoemd, waarop het
verzet van de K.V.P. enige progressieve
verlangens van de P.v.d.A. heeft ge
dwarsboomd of verijdeld. Dat men
daarover in de kring van de P.v.d.A.
niet erg goed te spreken was. laat zich
horen. Maar voorzitter Andriessen be-
vond zich in het onaangename parket,
dat hij op twee fronten moest vechten:
tegen het katholieke thuisfront van de
Nijmeegse rector magnificus én tegen
al te progressieven An de gelederen van
de bondgenoot in de progressiviteit.
Thans heeft de P.v.d.A. echter in de
Kamer bij de kwestie van de progres
sie in de kinderbijslag de K.V.P. in
haar dooie eentje in de kou laten
staan. Niet omdat zij niet alles voor
welke progressiviteit dan ook zou voe
len, maar omdat zij eerst het advies
van de Sociaal Economische Raad wil
afwachten, van welke Raad bekend is,
dat zij evenmin iets van progressie in
de kinderbijslag wil weten als de rest
van de Kamer.... Dit keer heeft de
P.v.d.A. de K.V.P. met haar kinder
bijslag-politiek het figuur laten slaan,
alsof zij zelfs voor de progressieve
P.v.d.A. te progressief was. Politiek
blijft politiek, en opportunisme is haar
profeet. De ontstemming in de K.V.P.
is groot, maar dit zal wel even wei
nig uithalen als bü vroegere gelegen
heden.
Andermaal heeft Prins Bernhard aan
een drietal Nederlanders, die zich bij
zonder verdienstelijk hebben gemaakt
voor het Nederlands cultuureie leven,
als bewijs van waardering voor hun
werk de Zilveren Anjer uitgereikt, nJ.
aan prof, dr. Ph. A. Kohnstamm, K. ter
Laan en W. J. H. Muiier. Dit geschiedde
Maandagmiddag in het gebouw van de
Nederlandsche Handel-Maatschappij te
Amsterdam, op dezelfde plaats, waar de
Prins het vorig jaar de uitreiking der
anjers verrichtte. Toen zo zei de
Prins werd deze gebeurtenis over
schaduwd door het nieuws, dat de Ver
enigde Natieg besloten hadden de Zuid-
Koreanen gewapende bijstand te verle
nen. Van die dag af is de dreiging van
Mars blijven bestaan, en dat niet alleen,
doch deze nam zelfs toe op een wijze,
die wij ons een jaar geleden zelfs niet
hadden kunnen voorstellen.
Zou hij wel vermoord zijn, vroeg zij
zich af, kijkend naar Malcolms glim
lach, als wij geen poging hadden ge
daan om te trouwen? Vaak genoeg 1 ad
zij gewenst, dat de oude priester maar
dood was; dat hij uit haar leven was
verdwenen, weg, zodat ze vrij zou zijn.
Om te beginnen zou hij niet onbe
schermd zijn achtergebleven; dat was
zo goed als zeker. Maar was er mis
schien nog een ander, geheimzinnig, on
definieerbaar verband tussen haar ver
langens en de dood, een ontzettende pa
rallel in de gebeurtenissen, waardoor
een deel van de zonde op haar kwam
te rusten? Zij huiverde weer; de oude
bijgelovigheden lieten zich moeilijk ver
jagen.
„Bij de katholieken begraven ze toch.
is het niet?", vroeg Malcolm.
„Natuurlijk".
„Ik dacht dat zij ze in een glazen kist
legden. Dat heb ik wel eens gelezen
over heiligen". Zijn gezicht betrok, ter
wijl hij naar haar keek; al zijn gevoe
lens stonden er op te lezen; zijn masker
was ook maar van cellophaan. „Zoiets
mag ik niet zeggen, hè?"
„Van mij wel,- hoor", zei ze. Maar dat
was niet zo. De luchthartigheid werd
voor haar vergald door de herinnerin
gen aan haar oom, door de geheimzin
nige vrees, dat ze toch op de een of
andere ingewikkelde manier bij zijn
dood betrokken was.
Met iets van berouw dacht zij aan hem,
zoals hij daar bij de haard had gelegen.
De tegenstelling had hen verbonden. Hij
was van haar zestiende jaar af voogd
geweest; dat was tien jaar geleden. Hun
gevecht was al van oude datum en ook
toen zij meerderjarig was geworden, had
hij geweigerd van zijn zeggingschap af
stand te doen. Vijf jaar lang had hij zich
zonder enig recht met haar manier van
leven bemoeid, het grijze hoofd geschud,
reprimandes uitgedeeld, gewaarschuwd
gesmeekt soms. Zo was er een band ont-
(Uit het Engels vertaald door André Noorbeek
en uitgegeven door Het Spectrum, Utrecht.)
hand. „Wij zijn nu van hem af. Net als
in de sprookjes. De boze reus is dood".
„Schei toch uit", zei ze weer, ditmaal
wrevelig. „Het was mijn oom. De enige
familie die ik had." Ze wilde, dat zij dat
niet had gezegd; het vereenzelvigde haar
met wat zij zo lang had trachten te ont-
vluchten.
„Nu heb je mij", zei Malcolm. En zij
moest er aan denken, hoe lang en hoe
dikwijls zij er naar verlangd had, die
woorden van hem te horen, hoe zij ge
hoopt had. dat hij midden in een grap
zou ophouden om een woord van liefde
te zeggen; hoe lang had zij gewacht voor
het kwam! Hij vertegenwoordigde voor
haar redding en bevrijding, het bekoor
lijke en betrouwbare antwoord op al die
aphoristische uitspraken van de oude
priester. Maar nu klonken zijn woorden
haar mat in de oren. Zij had hem nu!
Maar dat leek ineens zo weinig. Nu het
visioen dichterbij kwam, bleek de stra
lenkrans maar verf te zijn.
„We kunnen trouwen, zodra we wil
len", zei Malcolm. „Zo gauw als jij denkt
dat het pas geeft."
Langs de spiegelruit van de eetzaal
van het hotel sjokte een man over het
trottoir, een ongeschoren gezicht was ge
deeltelijk te zien boven de opgeslagen
kraag van zijn jasje; zijn loop had iets
boosaardigs, onmenselijks. Ergens liep de
moordenaar van haar oom, het werktuig
van haar wensen, nu op dezelfde ma
nier.
Behalve om de tegenstand van haar
oom was hun huwelijk uitgesteld, omdat
de echtscheiding van Malcolm nog niet
definitief van kracht was geworden.
„Vandaag is het zover", zei hij triom
fantelijk. „Het was gisteren wel een
beetje riskant. Gods Voorzienigheid!"
Rita had zijn eerste vrouw ontmoet,
een slanke verschijning, als uit albast
gehouwen, bleek, rechtop, verfijnd. „Zij
kon nooit haar slaapkamer-pantoffels
vinden", had Malcolm eens gezegd en
hij bleef opmerkelijk vaag over haar.
staan: het kwaad, dat mensen doen, leeft Het had twee jaar geduurd. Zijn vrouw
na hen voort. „Ik kan het niet helpen,
dat ik blij ben." Malcolm vatte haar
had al plannen voor een ander huwelijk,
toen zij van elkaar gingen. „Ik zou niet
mogen zeggen, dat ze dol op mij was",
had Malcolm, bij een van zijn zeldzame
toespelingen op zijn huwelijk, met bit
terheid erkend.
„De politie wil mij spreken", zei Rita,
opzettelijk haar eigen hinderlijke ge-
dachtengang onderbrekend. Ze probeer
de te glimlachen.
„Lieve hemel", zei Malcolm. „Ik ver
geet aldoor dat het moord is. Wie ver
denken ze, de communisten of de Getui
gen van Jehovah?"
Zij ergerde zich opnieuw, het geme
lijke gevoel kwam als een slechte smaak
in haar mond. „Wie zou er anders een
priester willen vermoorden?" vroeg hij
spottend. „Of er zou een Geheime Dienst
van het Vaticaan moeten bestaan, die
ongewenste elementen uit de weg ruimt.
Van mijn standpunt gezien was je oom
stellig een ongewenst element."
„Als je denkt, dat je me op die manier
kunt opvrolijken, dan vergis je je", zei
ze opstaande.
„Lieveling", hij stond dadelijk naast
haar. „Het spijt me. Het is alleen maar,
omdat ik egoïstisch ben, wat ons tweeën
betreft. Je weet, dat ik er niets kwaad
mee bedoel. Maar het is nog te vroeg
om ernstig te zijn."
Zij kusten elkaar koel, toen hij haar
in een taxi zette. Hij stond zonder hoed
op de rand van het trottoir en wuifde
naar haar toen de wagen wegreed. Zodra
hij uit het gezicht was verdwenen, wel
de al haar tederheid voor hem op. Zijn
vrolijk heidendom had haar onmiddellijk
aangetrokken; hij was de eerste man, die
in staat was geweest, verstandige en be
moedigende redenen te noemen voor het
feit, dat zij zich maar niet kon schikken
onder het juk van het katholicisme.
„Dat is allemaal heel goed voor oude
vrouwen, die geen figuur hebben", had
hij gezegd in een van die betogen, die
zo karakteristiek voor hem waren; hij
had haar binnengeleid in zijn eigen we
reld van vrolijkheid en scherts, haar
zachtjes bij de elleboog houdend, ter
wijl hij haar voorzichtig wegleidde van
het oude geloof, dat haar gevangen
hield.
(Wordt vervolgd).
1 De huidige ontwikkeling, zo vervolgde
de Prins, vormt in toenemende mate een
bedreiging voor het culturele ieven. En
cultuur moge dan in onze tijd geen
frontpagina-nieuws zijn, het heeft toch
recht op een zo goed mogelijke plaats.
Prins Bernhard gaf vervolgens een over
zicht van de werkzaamheden van het
Prins Bernhard Fonds, dat in de laatste
vier jaar meer dan één millioen gulden
aan subsidies uitgaf. Deze subsidies moe
ten worden gezien als een soort „ijsbre-
ker-bijdrage". En het is verrassend te
zien hoe na een dergelijke bijdrage, door
het Prins Bernhard-Fonds ter beschik
king gesteld voor een cultuur-object,
andere medewerking gemakkelijker
wordt verkregen. Ten gevolge hiervan
is, naar ruwe schatting, op grond van
het door het P.B.F. ter beschikking ge
stelde millioen, wel nog een millioen
voor culturele arbeid van andere zijde
verkregen. Voor wetenschap en kunst
werd in totaal bijgedragen 31 procent,
voor volksontwikkeling, jeugdzorg en
regionale arbeid 56 procent en voor bui
tenland en overzeese gebieden 13 pro
cent.
Hieruit zo zei Prins Bernhard
blijkt duidelijk, dat het font^
geenszins alleen in „hoge cultuur",
in kunst en wetenschap een taak
ziet. Integendeel. Vooral de cultu
rele ontwikkeling van brede lagen
van ons volk heeft de bijzondere be
langstelling. Tevreden en voldaan
zijn wij echter beslist niet. De stij
ging van de aanvrage om bijdragen
gaat namelijk niet gepaard met een
evenredige stijging van de bestede
sommen hetgeen doet zien, dat de
beschikbare gelden achter blijven
bij de snel stijgende behoefte.
Het Prins Bernhard Fonds heeft ech
ter in samenwerking met het Koningin
Julianafonds plannen ontworpen om
tot een meer voldoende en meer doel
matige fondsvorming te geraken. „Het
verheugt mij in het bijzonder, dat ik
ten aanzien van deze plannen kan mee
delen, dat een eerste en zeer belangrijke
stap tot verwezenlijking van deze plan
nen is gedaan. Een van de allergrooste
bedrijven in Nederland heeft besloten
daadwerkelijk met het Koningin Juli
ana Fonds en het Prins Bernhard Fonds
te gaan samenwerken. En als de teke
nen niet gaan bedriegen is er zelfs kans.
dat nog enige belangrijke bedrijven
hiertoe binnen afzienbare tijd zullen be
sluiten".
Prof. Kohnstamm ontving vervolgens
Advertentie
dan is 't méér dan tijd om Kruschen
Salts te nemen. Duizenden lijders aan
Rheumatische pijnen gingen U daarin
voor. En met wonderbaarlijk gevolg.
Toch is Kruschen geen tovermiddel,
't Is alleen maar de natuurlijke stimu
lerende werking van Krpschens zes
minerale zouten op Uw bloedzuiverende
organen, die deze verlichting te weeg
brengen. Wacht er toch niet mee! Neem
Kruschen Salts. Ter wille van Uw hele
gestel. Uw humeur, dat keert gelijk een
blad aan een boom, als die pijnen van
U afvallen en ge U weer vief en fit en
monter voelt worden.
Prins Bernhard, Regent van het Prins
Bernhard Fonds, reikt de Zilveren An
jer uit aan de heer K. ter Laan, oud
burgemeester van Zaandam.
de Zilveren Anjer voor het zeer belang
rijke pionierswerk, verricht ten bate
van het volksonderwijs door middel van
het nutsseminarium voor paedadogiek,
het eerste wetenschappelijke onderzoek
instituut. op zijn initiatief gesticht.
De heer K. ter Laan kreeg de Anjer
voor de verdienstelijke arbeid voor de
Nederlandse dialect- en volkskundestudie
in het bijzonder van die van zijn ge
boorteland Groningen, o.m. zijn weer
slag vindend in het nieuw Groninger
woordenboek.
De heer W. J. Muiier tenslotte voor
het introduceren en het met grote
liefde en volharding propageren van
belangrijke takken van sport in Ne
derland zoals de athletiek, het voet
balspel, het hockeyspel, het tennisspel,
de schaatsenrijderssport in het bij
zonder de Elfstedentocht
In hem werd tevens geëerd de arbeid
van de zeer velen, die zonder enig gel
delijk gewin en zonder ooit in het licht
der openbaarheid te treden door per
soonlijke. uitzonderlijke prestaties, niet
temin hun tijd en hun werkkracht geven
aan de organisaties van het Nederlandse
sportleven.
De Belgische minister van Binnen
landse Zaken, de heer Brasseur, wordt
vandaag in ons land verwacht. Hij zal
met minister Teulings besprekingen
voeren over de burgerlijke verdediging
Na 25 jaar het voorzitterschap te hebben
bekleed van de Raad van Beheer van de
Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs te
Utrecht, heeft dr. J. H. Fentener van Vlis
singen de wens te kennen gegeven van deze
functie thans te worden ontheven.
Als zijn opvolger is thans benoemd mr.
W. H. Fockema Andreae, tot Novem
ber 1950 staatssecretaris van het mi
nisterie van Oorlog.