MIDDENSTANDERS TOT TOLLENAARS VAN DE STAAT GEMAAKT GEEN AANLEIDING DE LONEN THANS TE HERZIEN <S-<r de "Howko*,: STUUD OM •HEIDRÜM S T TOT DE RAND VAN DE AFGROND Men kan de armoede niet met armoede bestrijden VOOR F 216 MILLIOEN FAALDEN DE INVORDERINGSMAATREGELEN VOOR DE VUIST WEG PRINS BERNHARD REIKT DRIE ZILVEREN ANJERS UIT BELASTINGDRUK TE ZWAAR PUROL Minister Joekes tot Eerste Kamer Verschuiving in het nationale inkomen HEILIG JAAR GROOTSTE STIMULANS VOOR TOERISTENVERKEER IN 19SO FESTIVAL-AGENDA VAKOPLEIDING VAN VOLWASSENEN Attractieve spaarregeling voor de rijpere jeugd bij Spaarraad in voorbereiding Passagiers van Piper club vrijgesproken Aan prof. dr. Ph. A. Kohnstamm, W. J. H. Muiier en K. ter Laan DOOR LEO BRADY Minister Brasseur van België naar ons land DINSDAG 26 JUNI 1951 PAGINA 3 VOORZITTER OOSTERMEYER VAN UTRECHTSE KATH. MIDDENSTANDSBOND: Tourisme bracht ons land f 78 millioen op Nota van minister Joekes aart Tweede Kamer ACHTERSTAND BIJ BELASTINGEN Benelux-belastingstelsel Sparen Belangrijke defensieopdracht Progressiever dan Progressief 24 Als 't knaagt in Uw spieren, Uw gewrichten alleen nog maar pijnlijk bewegen - en venijnige scheuten door Ut leden schieten Dr. Fentener v. Vlissingen gaat heen Alt voorzitter van de Jaarbeurs Het is een woelige en niet altijd even pleizierige vergadering geweest, die de Centrale Raad van de Aartsdiocesane Middenstandsbond gisteren te Utrecht heeft gehouden en welke culmineerde in het heengaan van een kleine groep, die uit een niet geheel onverklaarbare bal sturigheid tot een onverantwoord recal citrante houding kwam. Doch dit ge beurde pas in de middaguren. De och tend vond de vergadering bijeen, luiste rend naar de rede van haar voorzitter, die de belastingpolitiek in theorie en practjjk onder de loupe nam, en naar het vermanend woord over de liefde door de Bondsadviseur, pastoor Fr. van Gendt. Bondsvoorzitter A. F. A. Oostermeyer ging de belastingpolitiek niet geheel on gewapend te lijf, want hij had steun ge zocht in de uitspraken van de Tilburgse hoogleraar prof. dr. Weve O.P., terwijl ook de oud-staatssecretaris, mr. Van der Grinten, en prof. Romme nog hun duit in het zakje van de praesidiale rede mochten doen. Indertijd heeft mr. Van der Grinten in de Kamer duidelijk ge steld, dat de middenstand niet zomaar de middenklasse is, maar dat hij een wezenlijk eigen kenmerk bezit: dat van zelfstandig ondernemer te zijn. En prof. Romme heeft de middenstand zelfs eens de ruggegraat van de samenleving ge noemd en versterking van die rugge graat als een eminent belang voor de hele samenleving geschetst. Uit deze uit spraken, aldus de bondsvoorzitter, blijkt wel duidelijk dat onze belangen bij de K.V.P. veilig zijn. Beschouwt men de verhouding tussen overheid en middenstand, zo vervolgde do heer Oostermeyer, dan ziet men als daden de afschaffing der ondernemers belasting en de verlaging van de inkom stenbelasting, maar meer ook niet. De moeilijke financiële situatie heeft zelfs tot het indienen van vier nieuwe belas- tingontwerpen geleid. Het is daarom wel eens goed de ethische normen te bezien, waaraan volgens onze katholieke op vattingen de belastingen dienen te be antwoorden en die door prof. Weve in het afgelopen jaar op de Tilburgse ho- geschöoldagen zijn geformuleerd. Belas tingen dan moeten ten dienste komen aan het algemeen welzijn, en vervolgens zodanig drukken op de verschillende be volkingsgroepen en individuele perso nen. dat bij deze druk van een zekere gelijkheid sprake is. En hoe is nu de praetijk, zo vroeg de voorzitter zich verder af. De extra be lasting op winsten boven de 8000 gld. is eigenlijk een straf voor hen, die van de staat niet de verzorging van de wieg tot het graf vragen. De vennootschapsbelas ting, die een teruggekeerde onderne- mersbelasting is, en de inkomstenbelas ting doen de winsten uit eigen, bedrijf volkomen verloren gaan. De verhoogde omzetbelasting maakt de middenstanders tot tollenaars van de staat en holt de eigendom van de kleine en middelgrote middenstanders uit op straffe van ver beurdverklaring en gevangenis. Wanneer de belastnig de werkgelegenheid weg neemt, dan streeft men naar een natio naal herstel door de ondergang van de middenstand, een onmogelijke oplossing, daar men armoede niet met armoede kan bestrijden. Tot slot besprak de bondsvoorzitter drie maatregelen die getroffen moeten worden, wil men een einde maken aan de onmogelijke situatie, waarin de mid denstand thans verkeert. Deze drie maatregelen zijn aan het einde der vergadering in een motie ter kennis gebracht van de Ned. R.K. Midden standsbond met het verzoek deze door te geven aan de regering, de katholieke Kamerfractie en het partijbestuur der K.V.P. In de motie wordt verlangd dat i een vrije prijsvorming wordt hersteld, c.q. dat, bij onmogelijkheid daarvan, t.a.v. de noodzakelijk gebleken prijsvaststellingen een reëel overleg met het bedrijfsleven zal plaats hebben, de algemene marge-beschikking zal wor den vervangen door calculatiebeschik kingen voor de onderscheidene bran ches en dat een redelijk ondernemers- loon wordt mogelijk gemaakt; voorts dat een nieuwe zij het gewijzigde vorm van ondernemersbelasting met als gevolg een niet-rechtvaardige ver deling van de lasten zal worden afge wezen, en uit de andere belastingwets voorstellen die elementen worden ver wijderd, die de reële bestaansmogelijk heid van de middenstand aantasten; tenslotte dat een betalingsregeling voor de aflossing van de belastingschulden voor de duur van tien jaar wordt af gekondigd en dat niet rigoureus tot op zegging van credieten wordt overge gaan. Bij de verkiezingen voor het hoofd bestuur vond de huldiging plaats van twee leden, die zich niet meer herkies baar stelden, t.w. het enige vrouwelijke diocesane bestuurslid in Nederland, mej. J. E. M. Mul uit Zevenaar, en de Advertentie Bij zonnebrand, doorzit ten, schrijnen, smetten 1 zeventigjarige H. F. J. ten Kroode uit Laren (N.H.). Mej. Mul, die wegens drukke bezigheden elders afscheid neemt, mocht van de voorzitter een bouquet bloemen in ontvangst nemen. Voor de heer ten Kroode was de lande lijk voorzitter van de N.R.K.M., de heer H. J. Koops, naar de vergadering ge komen om hem de zilveren N.R.K.M.- medaille op de borst te spelden, een onderscheiding, die gewoonlijk slechts aan landelijke functionarissen wordt verleend. Hun plaatsen werden inge nomen door de heren H. Hu'gen en H E. M. Zurlohe. De heren J. W. v. d. Linden en W. Koopmans werden ver vangen door de heren J. Holland en G. W. Geelen, terwijl de heren J. G. Post en H. H. Hendriksen herkozen werden Toen ontstonden de boven reeds aan geduide moeilijkheden, welke uiteinde lijk hun oorsprong vinden in het feit dat de Aartsdiocesane Middenstands bond reeds twee jaar leeft naar zijn nieuwe statuten, welke echter nog steeds niet van kracht zijn. De kring Twenthe had zich namelijk een nieuwe voorzitter gekozen en, waar de kring voorzitters q.q. lid van het hoofdbe stuur zijn, zou daarmee de bondsvoor zitter die men verleden jaar tegen zijn voornemen in overreed had om als zodanig aan te blijven weggestemd worden, daar hij uit deze kring afkom stig is. Bij de behandeling van deze zaak praesideerde aanvankelijk vice- voorzitter Klompé, doch toen de verga dering het met diens optreden niet eens bleek, nam de geestelijk adviseur de hamer over. Na een tamelijk onwaardig gedrag liepen daarop de afgevaardig den van enige afdelingen uit de krin gen Twenthe en Deventer de zaal uit. Het voorstel, dat de hele kwestie ver schoof naar de volgende Centrale Raadsvergadering in September, daar dan inmiddels de nieuwe statuten van kracht zullen zijn, werd vervolgens aangenomen-met 52—6 stemmen. Na de stemming verlieten nog twee afdelingen uit genoemde kringen de vergadering. Voor een onmiddellijk opnieuw ingrij pen, teneinde de bestaande verhouding tussen lonen en salarissen, alsmede so ciale uitkeringen ongevallen- en invali- diteitsrenten enerzijds en prijzen ander zijds in voor de arbeiders gunstige zin te wijzigen bestaat, na de in Maart ver leende loontoeslag van vijf pet. en de hiermede verband houdende voorstellen tot verhoging der sociale uitkeringen en renten, voorshands geen aanleiding. Al dus deelt minister Joekes in zijn Memo rie van Antwoord aan de Eerste Kamer mede. De minister onderschrijft de mening dat werktijdverlenging in haar alge meenheid geen positieve bijdrage tot productieverhoging zou betekenen. Hij wijst er op, dat werkclassificatie niet opvoering van de productie ten doel heeft, doch veeleer het scheppen van objectief rechtvaardige loonverhoudin- gen. Van een rechtvaardig loon kan dan, als secundair effect, een verbetering van de productiviteit het gevolg zijn. In de verdeling van het nationale in komen kan een verschuiving geconsta teerd worden ten gunste van het aan deel der ondernemers. Een belangrijk deel van het onderne mersinkomen wordt aan investeringen besteed, welke voor werkgelegenheid van het gehele volk van betekenis zijn. De vraag of het billijk is, dat deze in vesteringen uitsluitend eigendom van de ondernemers worden, vormt thans een onderzoek op de sociaal-econo- Over het geheel genomen is het jaar 1950 voor ons land een goed touristenjaar geweest, aldus heeft de algemene Neder landse Vereniging voor Vreemdelingenver keer vastgesteld in haar jaarverslag. De viering van het Heilige Jaar met de daar mee samenhangende plechtigheden en ont vangsten in Rome is wel de grootste sti mulans geweest voor het tourlstenverkeer in 1950. Ons land heeft, vooral uit Noord- Amerika, Ierland en Engeland, vele naar Rome doorgaande reizigers zien passeren. In vele gevallen was het mogelijk deze reizigers enige dagen in het land te hou den alvorens zij hui weg voortzetten. Aantrekkingskracht oefenden vooral „De Keukenhof", de Passiespelen te Tegelen; Rotterdam Ahoy' en het Holland-Festival. Het buitenlands bezoek steeg, verge leken met 1949, van 315.000 tot 400.000. Het grootste aantal bezoekers kwam uit België en Luxemburg, nl. 85 000. Uit de U.S.A. kwamen 40.000 bezoekers. Het to taal aantal overnachtingen kan op bijna 1 millioen worden geschat. Het buitenlands bezoek bracht ons land een bedrag op van 58 millioen. Aan Ne derlandse vervoermaatschappijen werd bo vendien in totaal een bedrag betaald van ongeveer 20 millioen. Uit deze cijfers trekt de A.N.V.V. de conclusie, dat het tourisme onder de voornaamste bronnen van inkomsten uit export kan worden ge rangschikt. Wat het binnenlands touristenverkeer betreft is 1950 een jaar geweest, waarin wel tot uiting is gekomen, dat de Nederlanders zich moeten beperken in het doen van uit gaven Dit bleek o.a. uit de mindere be zetting van de hotels en vooral van de Noordelijke, Oostelijke en Zuidelijke deel van ons land en uit de kleinere verterin gen, die men overal maakte. Er valt, voor al ook tengevolge van oe weersgesteldheid, een kleine teruggang te bespeuren. De grote hotels in het Westen van ons land, waarin de meeste buitenlanders lo- Woensdag 21 Jlïht AMSTERDAM Stadsschouwburg; 8-30 Dido en Aeneas door Engl. Opera Group. Carré: 8 u. Ifigeneia door Ned. Co- medie. I. C. C.: 9.30 u. Vondelpark „Schijn en Maneschijn". SCHEVENINGEN Kurzaal: 8.15 u. Residentieorkest o.lv. Leopold Stokowski. geren, hebben een goed seizoen gehad. De pensions, restaurants en café's echter hebben ook hier minder verdiend. Ook in 1950 is weer gebleken, dat in het volle seizoen de hotelcapaciteit in de plaat sen, waar de buitenlandse toeristen willen verblijven, onvoldoende is, ofschoon door een met kracht gevoerde actie voor vacan- tiespreiding reeds enig resultaat was be reikt en meer ripmte in de hotels voor buitenlandse gasten aanwezig was. De minister van Sociale Zaken heeft, mede namens de minister van Bui tenlandse Zaken, aan de voorzitter van de Tweede Kamer doen toeko men een nota betreffende het standpunt van de Nederlandse regering ten aan zien van de aanbeveling betreffende de iiakopleiding van volwassenen, minder validen daaronder begrepen, aangeno men door de internationale arbeidscon- ferentie. Als oorzaken van de behoefte aan vakopleiding worden in de nota ge noemd: militaire dienst, gevolgen van een oorlog, mindere validiteit, een over compleet aan arbeidskrachten in één vak, dan wel een tekort daaraan in een ander vak, alsmede immigratie en emi gratie. Bij het verlenen van voorrang in gevallen van vakopleiding buiten de bedrijven ware met het algemeen be lang rekening te houden. Aan de toelating tot de opleiding moet een selectie voorafgaan, welke dient om het soort werk, waarvoor de betrokkene het meest geschikt is, vast te stellen. De opleidingspro gramma's dienen te berusten op een systematische analyse van de onder scheidene beroepen en moeten in sa menwerking met de werkgevers- en werknemersorganisaties vastgesteld worden. Een afzonderlijk hoofdstuk is gewijd aan de opleiding van minder validen. Aanbevolen wordt het treffen van maatregelen om voor minder valide vol wassenen doelmatige opleidingsmoge lijkheden te scheppen, waardoor zij m staat gesteld worden productieve arbeid te verrichten, voor zover de physieke toestand zulks toelaat. Met dit doel voor ogen zal de opleiding gebaseerd moeten zijn op nauwe samenwerking tussen de instanties op het gebied van revalida tie,^ beroepskeuzevoorlichting, vakop leiding, bijzondere bemiddeling en de werkgevers- en werknemersorganisa ties. het onderwerp van korte termijn, dat mische raad instelt. Omtrent de wet, welke regelen zal stellen inzake de organisatie ten behoeve van de emigratie, kan minister Joekes mededelen, dat het desbetreffende ont werp zijn departement heeft verlaten. Met betrekking tot de onrustbarende berichten, welke uit Australië zijn ont vangen, meent hij er op te moeten wij zen, dat deze geen betrekking hebben op de overgrote meerderheid der emi granten. Het is de bedoeling, dat onder leiding van de minister-president door een dele gatie uit de ministerraad opnieuw met de Stichting van de Arbeid overleg wordt gepleegd omtrent het tijdstip van invoering der Werkloosheidswet. De regering vertrouwt, dat binnen enkele maanden de regeling van de ouderdomsvoorziening in de vorm van een voorontwerp aan de S.E.R. voor ad vies zal kunnen worden toegezonden. De opbrengst der vereveningsheffing bedroeg in 1950 f 233.428.000. Daarte genover kunnen de volgende sociale voorzieningen worden gesteld, waarvoor de uitgaven voor 1951 nader zijn ge raamd a$ volgt: Noodwet ouderdoms voorziening f 180.000.000. Bijslagen inge volge de wet tot aanvulling van renten krachtens de invaliditeitswet 26.400.000 gulden. Kinderbijslagen aan invalidi- teits-, ouderdoms- en wezenrentetrek kers f 14.000.000. Bjjslagen ingevolge de wet tot aanvulling der ongevallenrenten f 3.000.000. Kraamgelden f 9.000.000. Aan de gedachte, de verstrekking van kraamhulp vanwege de ziekenfondsen te doen verlenen, kon nog geen uitvoe ring worden gegeven. Het overleg ter zake is nog gaande. Het bedrag van f 1.153.000 hetwelk na der werd verhoogd tot f 1.573.000 en dat uit het tegenwaardefonds van de Mar shall-hulp ten behoeve van de tubercu losebestrijding beschikbaar is gesteld, zal op generlei wijze aanleiding geven tot vermindering van de rijksuitgaven voor de tuberculosebestrijding. Van de zijde van ECA werd geen toestemming ontvangen tot besteding van het restant van het aanvankelijk aangevraagde be drag van f 2.500.000. 45. Met de lenigheid van een panter werkt Wendir zich door het dichte struik- gewas heen. Het is niet de eerste keer, dat hij zich in een wanhopige toestand weet, doch ook nu vertrouwt hij op zijn gelukkig gesternte. Iedere stap, die hem dieper het bos inbrengt, doet zijn kansen stijgen. Verder en verder snelt hij. Nu eens bukkend voor takken, die in zijn gezicht zwiepen, dan weer half struikelend over de wortels van een boom. Hij kan zich geen tijd gunnen om op adem te komen, achter zich hoort hij de gedempte stemmen van de krijgsknechten met daarbovenuit het schallende stemgeluid van Haifa. „De opschepper!" gromt hij voor zich heen. En vloekend dringt hij dieper, steeds dieper het struikgewas in. Wacht! Hij zal die kerels wel op een dwaalspoor leiden. Telkens van richting veranderend worstelt hij voort. Hijgend, steunend, maar met de verbeten kracht van een in het nauw gedreven dier. Dan, verscholen tussen dich\ gebladerte, staat Wendir stil, de benen trillend van spanning en plotseling opkomende moeheid. Hij luistert scherp, zijn bezweet gelaat vertrekt in een langzame grijns. Stilte heerst om hem heen Van verre dringen zwakjes de stemmen van zijn achtervolgers tot hem door. Het is gelukt; hij is hun te slim af geweest Ze zijn het spoor bijster hè, hè. Mooi, nu rustig afwachten in deze veilige verborgenheid tot de kust veilig is. En dan de vrijheid tegemoet! Maar eensklaps verstijft hij. „Terug! Deze jacht is voor de dommenhoort hij Halfa's zware stem roepen „Omsingelt het woud! Dan kan de vos ons nooit ontsnappen! Dan moet hij..." Wendir heeft genoeg gehoord. Hij moet weg, het bos uit, voor de dodelijke cirkel rondom hem gesloten wordt. Het dreunen van paardenhoeven dringt tot hem door, achter zichmaar ook aan zijn linkerhand nu ook rechtshij moet er eerder zijn. Doch plotseling houdt hij de pas weer in en staat hijgend stil. Voor hem uit klinken de stemmen van zijn vijanden. Te laat! De kring is gesloten, de weg is afgesneden. Wild kijkt Wendir om zich heen. Hij zit als een rat in de val Be hoedzaam trekt hij zich terug in de duisternis terwijl zijn hersenen koortsachtig werken. Zal hij proberen uit te breken of moet hij afwachten en het hier uitvechten Verschenen is de memorie van antwoord op het voorlopige verslag der commis sie van rapporteurs uit de Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot vast stelling van hoofdstuk 7b (departement van Financiën) der rijksbegroting voor het dienstjaar 1951. Hieraan is het volgende ontleend: In de lopende invordering van belas tingen weerspiegelt zich sinds 30 April 1950 de neiging van het publiek om een aanmaning en/of dwangbevel af te wachten. Recapitulerende was de toe stand op 30 April 1951 aldus, dat op een totaal openstaand bedrag van f 1106 millioen nog de inning mocht worden verwacht van een totaal van f 890 mil lioen, zodat voor f 216 millioen de nor male invorderingsmaatregelen reeds dui delijk hadden gefaald. De achterstand in de betaling van de vennootschapsbelasting heeft een onre gelmatig verloop, maar is in verhouding tot de inkomsten-, vermogens- en onder nemingsbelasting veel minder groot. De minister geeft echter gaarne toe, dat, ondanks de zeer gunstige werking van het systeem der voorlopige aan slagen, niettemin de nadelige gevol gen van de achterstand in de regeling der definitieve aanslagen en die in belastinginning zich nog steeds ern stig doen gevoelen, al kan naar zijn mening zeker niet van een welhaast onhoudbare toestand worden gespro ken. Tegen de door sommige leden verkon digde stelling, als zou in het huidige belastingstelsel hier te lande de doelma tigheid prevaleren in die zin, dat daar aan de rechtvaardigheid wordt opgeof ferd, meent de minister met klem te moeten opkomen. Vooropstellende dat de samenwerking in Benelux-verband een verhoging van het ideële en materiële welvaartspeil in de verbonden landen ten doel heeft, ont gaat het de minister, dat een aan deze doeleinden dienstbare aanpassing van enkele Nederlandse belastingen aan de belastingstelsels van de beide overige Benelux-genoten een vergroting van het utiliteitselement in ons belastingstelsel tot schade van de rechtvaardigheid zol medebrengen. Wat het bevorderen van de spaarzin betreft, is de minister in principe bereid te overwegen tot het verlenen van een extra-spaarpremic over te gaan. Bjj de Nationale Spaarraad is een spaarrege ling voor de rijpere jeugd in voorbe reiding, waarbij aan ongehuwden van 1725 jaar een suppletie op de rente verstrekt wordt, mits de spaargelden tot de datum van het huwelijk of het bereiken van de 25-jarige leeftijd niet opgevraagd Worden. Wanneer de Na tionale Spaarraad officieel de defini tieve spaarregeling bij het ministerie van Financiën indient, en de minister zich met de strekking daarvan kan ver enigen, zal de indiening van een wets ontwerp ter verkrijging van de daar toe benodigde gelden bij de Staten- Generaal worden bevorderd. Wanneer deze spaaractie aan de ver wachtingen beantwoordt, bestaat de mogelijkheid ook voor andere catego rieën soortgelijke regelingen te ont werpen. Advertentie De rechtbank te Haarlem veroordeel de 15 Maart j.l. wegens meineed de heer J. M. H. tot vier maanden gevan genisstraf, tegen welk vonnis verdachte hoger beroep aantekende. De zaak is voortgevloeid uit de bekeuring, die de vliegenier M. H. P. 2 Juli van het vorig jaar kreeg wegens het te laag vliegen met zijn eenmoterige Piper-cub boven het strand nabij Zandvoort en Bloe- mendaal. In December 1950 werd deze overtreding van het luchtverkeersre- glement door de rechtbank te Haarlem behandeld. De vliegenier kreeg toen een boete van f 500. H„ die als passa gier in de Piper-cub had meegevlogen, voor de rechtbank, dat P. niet lager dan tweehonderd meter had gevlogen, hetgeen door andere getuigenverkla ringen werd tegengesproken. Tegen H. werd tenslotte een vervolging wegens meineed ingesteld. Het Amsterdams Gerechtshof sprak H. thans vrij van het hem ten laste ge legde, omdat het Hof niet overtuigd is dat H. opzettelijk foutieve verklaringen heeft afgelegd. Veertien dagen geleden eiste de procureur-generaal bevestiging van het vonnis van de Haarlemse rechtbank. De N.V. Koninklijke Metaalwarenfa- briek v/h J. N. Daalderop en Zonen te Tiel, heeft een belangrijke militaire opdracht ontvangen. De fabriek zal uit sluitend voor de Nederlandse strijd krachten jerrycans gaan maken. Mede in verband met deze opdracht worden de fabrieksgebouwen met een fabrieks hal uitgebreid. Met de bouw hiervan is men bereids begonnen. de egen de beschuldiging, dat K.V.P. zich onder invloed van haar samengaan met de P.v.d.A. te ver in progressieve richting zou hebben laten meesleuren, heeft de voorzitter van de K.V.P. indertijd enkele punten opgenoemd, waarop het verzet van de K.V.P. enige progressieve verlangens van de P.v.d.A. heeft ge dwarsboomd of verijdeld. Dat men daarover in de kring van de P.v.d.A. niet erg goed te spreken was. laat zich horen. Maar voorzitter Andriessen be- vond zich in het onaangename parket, dat hij op twee fronten moest vechten: tegen het katholieke thuisfront van de Nijmeegse rector magnificus én tegen al te progressieven An de gelederen van de bondgenoot in de progressiviteit. Thans heeft de P.v.d.A. echter in de Kamer bij de kwestie van de progres sie in de kinderbijslag de K.V.P. in haar dooie eentje in de kou laten staan. Niet omdat zij niet alles voor welke progressiviteit dan ook zou voe len, maar omdat zij eerst het advies van de Sociaal Economische Raad wil afwachten, van welke Raad bekend is, dat zij evenmin iets van progressie in de kinderbijslag wil weten als de rest van de Kamer.... Dit keer heeft de P.v.d.A. de K.V.P. met haar kinder bijslag-politiek het figuur laten slaan, alsof zij zelfs voor de progressieve P.v.d.A. te progressief was. Politiek blijft politiek, en opportunisme is haar profeet. De ontstemming in de K.V.P. is groot, maar dit zal wel even wei nig uithalen als bü vroegere gelegen heden. Andermaal heeft Prins Bernhard aan een drietal Nederlanders, die zich bij zonder verdienstelijk hebben gemaakt voor het Nederlands cultuureie leven, als bewijs van waardering voor hun werk de Zilveren Anjer uitgereikt, nJ. aan prof, dr. Ph. A. Kohnstamm, K. ter Laan en W. J. H. Muiier. Dit geschiedde Maandagmiddag in het gebouw van de Nederlandsche Handel-Maatschappij te Amsterdam, op dezelfde plaats, waar de Prins het vorig jaar de uitreiking der anjers verrichtte. Toen zo zei de Prins werd deze gebeurtenis over schaduwd door het nieuws, dat de Ver enigde Natieg besloten hadden de Zuid- Koreanen gewapende bijstand te verle nen. Van die dag af is de dreiging van Mars blijven bestaan, en dat niet alleen, doch deze nam zelfs toe op een wijze, die wij ons een jaar geleden zelfs niet hadden kunnen voorstellen. Zou hij wel vermoord zijn, vroeg zij zich af, kijkend naar Malcolms glim lach, als wij geen poging hadden ge daan om te trouwen? Vaak genoeg 1 ad zij gewenst, dat de oude priester maar dood was; dat hij uit haar leven was verdwenen, weg, zodat ze vrij zou zijn. Om te beginnen zou hij niet onbe schermd zijn achtergebleven; dat was zo goed als zeker. Maar was er mis schien nog een ander, geheimzinnig, on definieerbaar verband tussen haar ver langens en de dood, een ontzettende pa rallel in de gebeurtenissen, waardoor een deel van de zonde op haar kwam te rusten? Zij huiverde weer; de oude bijgelovigheden lieten zich moeilijk ver jagen. „Bij de katholieken begraven ze toch. is het niet?", vroeg Malcolm. „Natuurlijk". „Ik dacht dat zij ze in een glazen kist legden. Dat heb ik wel eens gelezen over heiligen". Zijn gezicht betrok, ter wijl hij naar haar keek; al zijn gevoe lens stonden er op te lezen; zijn masker was ook maar van cellophaan. „Zoiets mag ik niet zeggen, hè?" „Van mij wel,- hoor", zei ze. Maar dat was niet zo. De luchthartigheid werd voor haar vergald door de herinnerin gen aan haar oom, door de geheimzin nige vrees, dat ze toch op de een of andere ingewikkelde manier bij zijn dood betrokken was. Met iets van berouw dacht zij aan hem, zoals hij daar bij de haard had gelegen. De tegenstelling had hen verbonden. Hij was van haar zestiende jaar af voogd geweest; dat was tien jaar geleden. Hun gevecht was al van oude datum en ook toen zij meerderjarig was geworden, had hij geweigerd van zijn zeggingschap af stand te doen. Vijf jaar lang had hij zich zonder enig recht met haar manier van leven bemoeid, het grijze hoofd geschud, reprimandes uitgedeeld, gewaarschuwd gesmeekt soms. Zo was er een band ont- (Uit het Engels vertaald door André Noorbeek en uitgegeven door Het Spectrum, Utrecht.) hand. „Wij zijn nu van hem af. Net als in de sprookjes. De boze reus is dood". „Schei toch uit", zei ze weer, ditmaal wrevelig. „Het was mijn oom. De enige familie die ik had." Ze wilde, dat zij dat niet had gezegd; het vereenzelvigde haar met wat zij zo lang had trachten te ont- vluchten. „Nu heb je mij", zei Malcolm. En zij moest er aan denken, hoe lang en hoe dikwijls zij er naar verlangd had, die woorden van hem te horen, hoe zij ge hoopt had. dat hij midden in een grap zou ophouden om een woord van liefde te zeggen; hoe lang had zij gewacht voor het kwam! Hij vertegenwoordigde voor haar redding en bevrijding, het bekoor lijke en betrouwbare antwoord op al die aphoristische uitspraken van de oude priester. Maar nu klonken zijn woorden haar mat in de oren. Zij had hem nu! Maar dat leek ineens zo weinig. Nu het visioen dichterbij kwam, bleek de stra lenkrans maar verf te zijn. „We kunnen trouwen, zodra we wil len", zei Malcolm. „Zo gauw als jij denkt dat het pas geeft." Langs de spiegelruit van de eetzaal van het hotel sjokte een man over het trottoir, een ongeschoren gezicht was ge deeltelijk te zien boven de opgeslagen kraag van zijn jasje; zijn loop had iets boosaardigs, onmenselijks. Ergens liep de moordenaar van haar oom, het werktuig van haar wensen, nu op dezelfde ma nier. Behalve om de tegenstand van haar oom was hun huwelijk uitgesteld, omdat de echtscheiding van Malcolm nog niet definitief van kracht was geworden. „Vandaag is het zover", zei hij triom fantelijk. „Het was gisteren wel een beetje riskant. Gods Voorzienigheid!" Rita had zijn eerste vrouw ontmoet, een slanke verschijning, als uit albast gehouwen, bleek, rechtop, verfijnd. „Zij kon nooit haar slaapkamer-pantoffels vinden", had Malcolm eens gezegd en hij bleef opmerkelijk vaag over haar. staan: het kwaad, dat mensen doen, leeft Het had twee jaar geduurd. Zijn vrouw na hen voort. „Ik kan het niet helpen, dat ik blij ben." Malcolm vatte haar had al plannen voor een ander huwelijk, toen zij van elkaar gingen. „Ik zou niet mogen zeggen, dat ze dol op mij was", had Malcolm, bij een van zijn zeldzame toespelingen op zijn huwelijk, met bit terheid erkend. „De politie wil mij spreken", zei Rita, opzettelijk haar eigen hinderlijke ge- dachtengang onderbrekend. Ze probeer de te glimlachen. „Lieve hemel", zei Malcolm. „Ik ver geet aldoor dat het moord is. Wie ver denken ze, de communisten of de Getui gen van Jehovah?" Zij ergerde zich opnieuw, het geme lijke gevoel kwam als een slechte smaak in haar mond. „Wie zou er anders een priester willen vermoorden?" vroeg hij spottend. „Of er zou een Geheime Dienst van het Vaticaan moeten bestaan, die ongewenste elementen uit de weg ruimt. Van mijn standpunt gezien was je oom stellig een ongewenst element." „Als je denkt, dat je me op die manier kunt opvrolijken, dan vergis je je", zei ze opstaande. „Lieveling", hij stond dadelijk naast haar. „Het spijt me. Het is alleen maar, omdat ik egoïstisch ben, wat ons tweeën betreft. Je weet, dat ik er niets kwaad mee bedoel. Maar het is nog te vroeg om ernstig te zijn." Zij kusten elkaar koel, toen hij haar in een taxi zette. Hij stond zonder hoed op de rand van het trottoir en wuifde naar haar toen de wagen wegreed. Zodra hij uit het gezicht was verdwenen, wel de al haar tederheid voor hem op. Zijn vrolijk heidendom had haar onmiddellijk aangetrokken; hij was de eerste man, die in staat was geweest, verstandige en be moedigende redenen te noemen voor het feit, dat zij zich maar niet kon schikken onder het juk van het katholicisme. „Dat is allemaal heel goed voor oude vrouwen, die geen figuur hebben", had hij gezegd in een van die betogen, die zo karakteristiek voor hem waren; hij had haar binnengeleid in zijn eigen we reld van vrolijkheid en scherts, haar zachtjes bij de elleboog houdend, ter wijl hij haar voorzichtig wegleidde van het oude geloof, dat haar gevangen hield. (Wordt vervolgd). 1 De huidige ontwikkeling, zo vervolgde de Prins, vormt in toenemende mate een bedreiging voor het culturele ieven. En cultuur moge dan in onze tijd geen frontpagina-nieuws zijn, het heeft toch recht op een zo goed mogelijke plaats. Prins Bernhard gaf vervolgens een over zicht van de werkzaamheden van het Prins Bernhard Fonds, dat in de laatste vier jaar meer dan één millioen gulden aan subsidies uitgaf. Deze subsidies moe ten worden gezien als een soort „ijsbre- ker-bijdrage". En het is verrassend te zien hoe na een dergelijke bijdrage, door het Prins Bernhard-Fonds ter beschik king gesteld voor een cultuur-object, andere medewerking gemakkelijker wordt verkregen. Ten gevolge hiervan is, naar ruwe schatting, op grond van het door het P.B.F. ter beschikking ge stelde millioen, wel nog een millioen voor culturele arbeid van andere zijde verkregen. Voor wetenschap en kunst werd in totaal bijgedragen 31 procent, voor volksontwikkeling, jeugdzorg en regionale arbeid 56 procent en voor bui tenland en overzeese gebieden 13 pro cent. Hieruit zo zei Prins Bernhard blijkt duidelijk, dat het font^ geenszins alleen in „hoge cultuur", in kunst en wetenschap een taak ziet. Integendeel. Vooral de cultu rele ontwikkeling van brede lagen van ons volk heeft de bijzondere be langstelling. Tevreden en voldaan zijn wij echter beslist niet. De stij ging van de aanvrage om bijdragen gaat namelijk niet gepaard met een evenredige stijging van de bestede sommen hetgeen doet zien, dat de beschikbare gelden achter blijven bij de snel stijgende behoefte. Het Prins Bernhard Fonds heeft ech ter in samenwerking met het Koningin Julianafonds plannen ontworpen om tot een meer voldoende en meer doel matige fondsvorming te geraken. „Het verheugt mij in het bijzonder, dat ik ten aanzien van deze plannen kan mee delen, dat een eerste en zeer belangrijke stap tot verwezenlijking van deze plan nen is gedaan. Een van de allergrooste bedrijven in Nederland heeft besloten daadwerkelijk met het Koningin Juli ana Fonds en het Prins Bernhard Fonds te gaan samenwerken. En als de teke nen niet gaan bedriegen is er zelfs kans. dat nog enige belangrijke bedrijven hiertoe binnen afzienbare tijd zullen be sluiten". Prof. Kohnstamm ontving vervolgens Advertentie dan is 't méér dan tijd om Kruschen Salts te nemen. Duizenden lijders aan Rheumatische pijnen gingen U daarin voor. En met wonderbaarlijk gevolg. Toch is Kruschen geen tovermiddel, 't Is alleen maar de natuurlijke stimu lerende werking van Krpschens zes minerale zouten op Uw bloedzuiverende organen, die deze verlichting te weeg brengen. Wacht er toch niet mee! Neem Kruschen Salts. Ter wille van Uw hele gestel. Uw humeur, dat keert gelijk een blad aan een boom, als die pijnen van U afvallen en ge U weer vief en fit en monter voelt worden. Prins Bernhard, Regent van het Prins Bernhard Fonds, reikt de Zilveren An jer uit aan de heer K. ter Laan, oud burgemeester van Zaandam. de Zilveren Anjer voor het zeer belang rijke pionierswerk, verricht ten bate van het volksonderwijs door middel van het nutsseminarium voor paedadogiek, het eerste wetenschappelijke onderzoek instituut. op zijn initiatief gesticht. De heer K. ter Laan kreeg de Anjer voor de verdienstelijke arbeid voor de Nederlandse dialect- en volkskundestudie in het bijzonder van die van zijn ge boorteland Groningen, o.m. zijn weer slag vindend in het nieuw Groninger woordenboek. De heer W. J. Muiier tenslotte voor het introduceren en het met grote liefde en volharding propageren van belangrijke takken van sport in Ne derland zoals de athletiek, het voet balspel, het hockeyspel, het tennisspel, de schaatsenrijderssport in het bij zonder de Elfstedentocht In hem werd tevens geëerd de arbeid van de zeer velen, die zonder enig gel delijk gewin en zonder ooit in het licht der openbaarheid te treden door per soonlijke. uitzonderlijke prestaties, niet temin hun tijd en hun werkkracht geven aan de organisaties van het Nederlandse sportleven. De Belgische minister van Binnen landse Zaken, de heer Brasseur, wordt vandaag in ons land verwacht. Hij zal met minister Teulings besprekingen voeren over de burgerlijke verdediging Na 25 jaar het voorzitterschap te hebben bekleed van de Raad van Beheer van de Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs te Utrecht, heeft dr. J. H. Fentener van Vlis singen de wens te kennen gegeven van deze functie thans te worden ontheven. Als zijn opvolger is thans benoemd mr. W. H. Fockema Andreae, tot Novem ber 1950 staatssecretaris van het mi nisterie van Oorlog.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 3