MINISTER LIEFTINCK ACHT TOEZICHT OP CREDIETWEZEN ONMISBAAR Een gesprek met oudere priesterstudenten Per „Europa*bus" naar Ostende II csffiKa'saaraSE sur™.s=c- - Ons land zou anders in economisch opzicht onregeerbaar worden Defensie-inspanningen van vrije wereld nog slechts begonnen Prachtige natuurreservaten voor het publiek ontsloten je 1 j Eén avond in een luie badplaats Pseudo-vogelpest niet onrustbarend In Nederland worden alle mogelijkheden nog niet ten volle benut Ede kocht landgoederen in Neder-Veluwe Ministeriële nota over Opera-subsidie Nieuwe stakingen in Djakarta GROTE AANVOER VAN KERSEN DINSDAG 26 JUNI 1951 PAGINA 5 CRITIEK VAN SOCIALISTISCHE WERKGEVERS Het verschijnsel der late roepingen Bezoek aan „Maris Stella" Hekel aan de toog Van militaire dienst naar het seminarie Uit sociale bewogenheid Verkennersleider wilde meer doen Pelgrimstocht naar de Adelbertsakker „Boetseerder van zielen" Boodschap van Truman aan Amerikaanse Congress Overleg over nieuwe financieringsbasis Naar de missie SPAREN IN SCHOOLVERBAND Tienduizend leerkrachten verlenen medewerking Radioprijsvraag Vacantie Kunst Volgende week: Minister Lieftinck heeft Vrijdag in een te Utrecht gehouden besloten bijeen komst van werkgeversleden van de Partij van de Arbeid gesproken over het Wetsontwerp tot Toezicht op het Cre- dietwezen, aldus meldt Het Vrije Volk. De Minister gaf de verzekering, dat indien de Kamer niet bereid zou zijn de lijn van de regering te volgen, Ne derland dan in economisch opzicht on regeerbaar zou worden, óf men zou moeten komen tot een zeer streng ge leide economie met ingrijpende con trolemaatregelen. Anders zal hiervan een internationale voogdij over onze fi nanciën het gevolg zyn, daar onze de viezenreserves volkomen uitgeput raken. Dit zou tevens betekenen een drastische verlaging van ons levenspeil en grote werkloosheid. Hoewel men bezwaren kan hebben te gen onderdelen van dit ontwerp, is de meeste critiek gericht op het beginsel van het toezicht en daarmee tast men de grondslag aan, waarop in Nederland eco nomische politiek is te voeren, aldus de Minister. Minister Lieftinck meent, dat de re denering van zijn tegenstanders ver ouderd en onwetenschappelijk is, want volgens hen heeft de regering in nor male tijden geen toezicht op de banken nodig. Nu volgens hen de regering door „wanbeleid" de zaak heeft laten mis lopen en zich voor de financiële afgrond ziet geplaatst, zijn extra bevoegdheden nodig. Zij vergeten echter, dat er allerlei structuurveranderingen hebben plaats ge had. Wat zij normaal noemen is de toe stand van 30 of 40 jaar geleden. In alle handboeken luidt de theorie, dat de Centrale Bank naast Rente- en Open markt-politiek ook de Credietcontróle nodig heeft, en deze idee is in vele lan den aanvaard. Het is volgens de Minister onwetenschappelijk te beweren, dat de Centrale Bank in normale tijden dus geen credietcontróle nodig zou hebben. De Minister verklaarde nog, aldus Het Vrije Volk, een open oog te hebben voor de invloed van deze credietbeperking op de werkgelegenheid, doch van twee kwa den moet men het beste kiezen. Naar wij vernemen, werd vóór de vergadering bij monde van de voorzit ter, de heer J. van der Kieft, medege deeld, dat geen journalisten konden worden toegelaten, omdat zowel het ge sproken woord van de Minister als de daarop volgende discussie als strikt „huishoudelijk" moesten werden aange merkt. Alle aanwezigen werd verzocht zich te willen onthouden van het ver strekken van mededelingen aan journa listen, en aan deze laatsten, voorzover aanwezig, werd de toegang tot de ver gadering beleefd ontzegd. In aansluiting op hetgeen het Vrije Volk van de bijeenkomst van socialisti sche werkgevers uit de Partij v. d. Arbeid op Vrijdag j.I. te Utrecht gehouden, op Zaterdag d.a.v. heeft gepubliceerd; schrijft de heer K. R. van Staal, sociaal democraat en oud-wethouder van Fi nanciën in Gouda en thans directeur van het drukkerijbedrijf Boom-Ruygrok te Haarlem ons, dat uit genoemd verslag van het „Vrije Volk" (op deze verga dering werd de pers niet toegelaten) met geen woord blijkt, dat in en uit de vergadering ernstige critiek op het voorliggende wetsontwerp werd ge oefend. Acht man hadden zich als deba ter gemeld en zes er van hebben zich de een wat feller dan de ander tegen liet wetsontwerp van de regiering ge keerd. Scherpe critiek werd geuit op de ,1e- ningspolitiek van de regering en wijlen de heer Wibaut en andere toenmalige so cialistische wethouders van financiën, die terecht hun beleid verstevigden door het werken met leningen op lang» termijn, werden genoemd als voorbeel den, die de regering tot lering hadden kunnen strekken. Het feit. dat de mi nister van Financiën in de afgelopen week van de verzekeringsmaatschappijen 250 millioen gulden heeft geleend tegen vier procent met een looptijd van slechts 25 jaar, bewijst, dat het niet op tijd afsluiten van langer lopende le ningen, mis geweest is. Waarom aldus werd gevraagd beroept de minister van Financiën zich wel op de volksvertegenwoordiging in dien er critiek wordt uitgeoefend op zijn investeringspolitiek, en waarom voorziet de raamwet uitschakeling van zowel Eerste als Tweede Kamer, wanneer het gaat om een eventuele nationalisering. De minister deelde ter vergadering mede, dat het niet vooraf overleg ple gen met de bankiersorganisatie zijn oor zaak vindt in het feit, dat het rege ringsontwerp er een is van openbare orde. Doch, zo werd de minister hierop toegevoegd, er zijn in de afgelopen jaren meerdere ontwerpen van wet ingediend die tot deze categorie behoorden en daarbij heeft de regering het overleg met N.V.V. en andere vakcentralen niet uitgesloten. De Minister kreeg ook te verstaan, dat het feit, dat er ondanks een veel geld verspillende reclame voor méér sparen, minder wordt gespaard, een ge volg is van afnemend vertrouwen, zo als de regeringspolitiek gefaald heeft ten opzichte van het in evenwicht hou den van lonen en prijzen. Het is een eis van redelijkheid en democratie, dat een overheid, die een recht van controle en beschikking ver langt, zelve in de practijk de bewijzen levert van een verantwoorde en effi ciënte huishouding in het algemeen en van een kennis van zaken in het bij zonder. Het is niet zo, aldus de heer Staal, dat men deze bijeenkomst als over de gehele linie geslaagd voor de Minister van Financiën mag boeken. Het tegen deel is waar, hetgeen 'vooral in latere onder-onsjes bleek, n.l. dat een zeer groot deel der aanwezige werkgevers, die alle min of meer kleine bedrijven vertegenwoordigen, het gevoel niet van zich kunnen afzetten, dat met dit wets ontwerp regering en Party van de Ar beid het Nederlandse volk op een hel lend vlak brengen. ■M V J» :W Tsjenjoe, een belangrijke handelsstad in het landbouwgebied, 500 km. ten Zuiden van de 38ste breedtegraad, was na de herovering door de strijdkrachten van de Verenigde Naties in September 1950 voor 50 verwoest. Thans, nu de strijd een jaar aan de gang is, heeft men reeds een groot deel van de geteisterde plaats herbouwd. Terwijl een landbouwer bezig is met het bewerken van een stukje akkerland, vlechten arbeiders de rieten dakbedekking van een in aanbouw zijnd huis in een' der buitenwijken van Tsjenjoe. Is het toeval, dat we, nu we aan de schrijftafel gebogen zitten over de noti ties, die we te Wijk aan Zee in het priestercollege „Maris Stella" maakten, tel kens moeten denken aan het laatste woord van de pastoor uit het „Dagboek" van George Bernanos? „Alles is genade", heeft daar de dorpspastoor voor zijn dood langzaam en zeer duidelijk gezegd. Alles is genade. De Overste van het college had ons toegestaan een zestal jonge mensen van rond de twintig op de man af te vragen, hoe zij ertoe gekomen waren zich op latere leeftijd nog op het Pries terschap te gaan voorbereiden. Een sergeant, een kleermaker, een boer, twee kan toorbedienden, een beeldhouwer. Zij vervulden een taak in de maatschappij, tot ineens, snel of langzaam gerijpt, het besluit kwam, de zekerheid er was, niet op de juiste weg te zijn, dat zij geroepen waren tot een andere, hogere taak.. Hoegroeide deze zekerheid in hen? We hebben hun dit gevraagd, omdat we proefondervindelijk weten: hun ervaring neergeschreven in een eenvoudig kran ten-artikel kan voor anderen de aanleiding zijn tot het zetten van de laatste be slissende stap. En er is in deze tijd een grote behoefte aan bemiddelaars bij Gods heilswerk. Wanneer men de leiders van semi naria en kloosterscholen hoort, klinkt uit hun stem een angstige bezorgdheid: het aantal roepingen neemt af in deze na-oorlogse jaren. Daarentegen doet zich het opmerkelijke feit voor, dat het aan tal roepingen op latere leeftijd, toe neemt. Ini Duitsland is procentsge- wijze gerekend het aantal instituten groter dan het aantal roepingen op jon gere leeftijd. In Frankrijk besteedt men aan de late roepingen reeds sinds vijf tig jaren bijzondere aandacht; daar be staat een dertigtal instituten voor op leiding voor late roepingen en heeft men door de jarenlange ervaring, een speci aal studie-programma voor hen ontwor pen. Sinds de bevrijding neemt het aan tal late roepingen in Frankrijk regel matig toe. Men heeft de oorzaken ge zocht in de na-oorlogse toestand, in de situaties van de parochies, die zodanig is. dat de roeping op jonge leeftijd niet voldoende wordt gewekt. De late roe ping roeping van degenen, die reeds bewust in het leven hebben gestaan en dit kennen levert met het oog op de zielzorg vaak grote voordelen op. Het is opvallend, dat het merendeel van de late roepingen voorkomt in de kringen van de hoogst-intellectuelen en van cle arbeiders. Het grootste gedeelte meldt zich voor aanvulling van de wereldcle- rus, ofschoon ook een aantal de voor keur geeft aan het kloosterleven Het oordeel over de late roepingen is zeer gunstig. In Nederland heeft zich de Congrega te van de H Familie (M.S.F.) sinds haar vestiging bijzonder toegelegd op het scheppen van een studiegelegenheid voor late roepingen. Enkele jaren geleden is deze congregatie er zelfs toe overge gaan het eerste speciale college voor de ze roepingen in Nederland te openen, „Maris Stella" te Wijk aan Zee. Er heerst in dit studiehuis een heel eigen sfeer, zoals er ook heel eigen moeilijkheden bestaan. Daarop in te gaan is niet de bedoeling van deze re gels. Het boeide ons meer te weten, hoe deze jonge mensen, die met ons mee werkten aan de taken in de maatschap pij, ertoe zijn gekomen radicaal van levensrichting te veranderen, na een, in vele gevallen, intensief contact met het wereldse leven. Alles is genade. Men beseft dit heel bij zonder in „Maris Stella", waar jonge mannen, die meewerkten met deze ge naden, na het drukke leven, in ernstige bezinning door studie en gebed zich voorbereiden, hier of elders ter wereld het priesterambt te vervullen. In een rustige spreekkamer, die uit zicht gaf op het verrukkelijke duinland schap van „Klein Zwitserland" hebben we gesproken met jonge idealistische, maar door de levenspractijk ernstig be wuste mensen. Het verhaal van hun leven is menigmaal zeer frappant. Neem de twee en twintigjarige oud sergeant uit Enschede. Hij zat in de Mulo-banken, toen de oorlog uitbrak. Van studeren kwam niets meer. Hij voelde voor journalistiek. Werkte mee aan het illegale „Parool", moest in dienst, werd na de bevrijding naar In donesië gezonden. Daar is door alles wat hij zag, („Ik heb de rommel gezien") het verlangen in hem gerijpt om actief mee te werken aan de geestelijke en materiële verheffing van de mensen. Het werk van de missionarissen bewonderde hij zeer. Hij sprak met zijn aalmoezenier over het verlangen, dat in hem groeide, priester te zijn. Zeker, in zijn jeugd had hij ook wel in deze richting gedacht, maar hij had een hekel aan de toog, kon dit niet van zich afzetten. Door goed in de wereld rond te zien, is hij echter over deze aversie heengeraakt. Kort en goed: de sergeant was nog maar zes dagen met verlof uit Indonesië terug of hij zat in de studiezaal van „Maris Stella". De overgang was moeilijk. Zijn hoofd stond niet naar de studie. Maar hij zette door en zijn verlangen naar het missiewerk helpt hem over alle moeilijkheden heen. Heel anders verging het een twee-en- twintigjarige kleermaker uit Ouder kerk aan de Amstel. Als dertienjarige jongen zat hij al op de kleermakerstafel in Amsterdam, waar hij een dubbeltje in de week verdiende. Na een jaar had hij het tot een gulden geschopt, maar ging gauw naar een andere baas, bij wie hij zeven jaar bleef. In deze periode (Van onze speciale verslaggever) Om tot België te worden toegelaten heeft een mens nauwelijks meer een bewijs van Nederlanderschap nodig; toen wij er met onze Europa-bus aan de grens arriveerden was er althans niemand die ons naar enig bewijsstuk omtrent onze afkomst vroeg. Wij hebben daar een zegenrijk gevolg van de Bene- lux"-gedachte achter gezocht. Maar een van onze mede-passagiers een heer die toch beslist een zeer onkreukbare indruk maakte was zo onfortuinlijk in handen te vallen van een energieke douane-official, die deviezen-smokkel rook en op grond van dat ij dele vermoe den verplichtte men hem zich van zijn jasje te ontdoen. Of hij, in zijn over hemd staande, even rozige gedachten aan de „Benelux" wijdde als uw verslagge ver wagen wij te betwijfelen. Hoe dit zij, een officiële openingsrit neemt een mens niet te baat om te smokkelen. En wij waren dan ook allen in douane-technisch ven. In vroeger tijden werd Ostende opzicht brandschoon. In de late middag bereikten wij dan Ostende. Waar onmiddellijk de plaatse db Belgische Spoorwegen- hij waiver- badplaatselijke geneugten van de Belgi- heer R.frioiV ^^Lirer- sche kust te ondergaan. Dienovereen. Autocaruitbaters" zoals deze instantie in plastisch Vlaams heet die ons, ter wijl wij naar ons hotel reden, en passant ia MnnKnntir opgepropte amusementsmogelijkheden; een stad vol samengebald vertier. Zij is wijl WIJ naar ons uwi «uui, en passant. allure dan haar Neder- wees op het in aanbouw zijnde casino, bed anders vanNeder Wij stietten dus op een vrij slaperige stad'; maar er was weinig fantasie voor nodig om te beseffen dat het in al die „Chez Maxim's" en „Chez-dit-of-dat's" warm zal toegaan wanneer het sein voor de cosmopolitische feestelijkheid een maal is gegeven. Een zeer actieve en beminnelijke Vlaam se journalist leidde ons rond. Maar zelfs zijn warme welbespraaktheid was niet bij machte de portier van de speelzaal een in solemneel jacquet gestoken en met een ambtsketen-zoals-by-ons-burge- meesters-die-dragen omhangen official uit zijn pantser van kilheid te lokken. Wij kregen géén toegang tot 't gokkers paradijs. En zo ontging ons de gelegen heid de wanhoop van de valse graaf, die zojuist de laatste centen van het familie kapitaal had verdobbeld, van nabij gade te slaan; en zelfs onze heimelijke hoop op een geringe vermogensaanwas ging teloor. Onze gids bracht ons naar „Chez Bouvy", waar een sanguinische waard in overhemdsmouwen ons inderdaad verbluffend gastvrij ontving met een fust voortreffelijk bier op tafel en een schaaltje zoutjes voor ieder. Vanwege de kennismaking. En „Bouvieke" presen teerde onze Belgische collega, die kind in huis bleek te zijn, een nieuw soort drank, die „De Witte van Leuven" zou heten, maar die bij nader inzien niets anders was dan met water aangelengd Pils. Ach ja, wat doet een mens één avond in een inerte, nauwelijks uit haar win terslaap ontwaakte badplaats, die vadsig ligt te wachten om opgepord te worden? hard op weg te worden een oord van De madame van ..Chez Johnnie rees -amechtig vanachter de bar op en trok aarzelend een glimlach over haar gezicht toen wij binnentraden, en de ober zette De douane rook deviezensmokkel. werd gebombardeerd, bezig is te herle- de koningin onder de Belgische bad plaatsen" genoemd. Russische keizers be zochten haar en president Roosevelt; en hu Teide zeer voornaam was landse pendant Scheveningen. Onze bad- dat, naar hij zeide, maam was strand met daaromheen ge- -SJïL-e?.*" SChoonste golpeerd établissementen waar gelegen heid wordt geboden tot vermaak; Ost ende is „een pseudo-Parijs", dat toeval- paleizen zal uitmaken. Later vernamen wij dat in deze op geprikkeld een gramofoon aan. Maar, och heden, dat brengt óók de vrolijkheid niet in het land. Kom, wij hebben niets tegen Ostende. En in „het seizoen" zal het er heus wel naar alle kanten uitpuilen van de feeste lijkheid. Maar wij geven nu eenmaal niet de voorkeur aan die steden vol verplichte gezelligheid. Evenwel, u moet wél eens die „Euro pa-bus" proberen. U voelt er zich al reizende thuis; en thuis zijnd verkeert U in een andere wereld. En u hoeft heus één niet in Ostende te blijven. De heer Klin- kert en zijn onderneming brengen u met toewijding helemaal tot in Casablanca deed, dat zijn stad, die in de oorlog niet was nóg buiten het seizoen, dat in deze als u dat wilt. maal streken pas op 1 Juli begint.- stapel staande kurzaal de ferme som van jjg jn de buurt van een strand is gele- 350 millioen francs zijnde ongeveer gen. £je doorsnee-Nederlander gaat wer- een bedrag van ruim 25 millioen Hol- welijk naar Scheveningen om te zwem- landse guldens is geïnvesteerd en dat merL> maar u zult de „badgasten" in alleen de verlichting in het gebouw 30 Ostende de kost moeten geven, die millioen fres zal gaan kosten. De burge- nimmer één been in het meester van Ostende, de heer H. Ser- steken, ruys wij behoeven u nauwelijks te onthullen dat hij tot de liberale partij Wij hebben Ostende gedaan op behoort had wél schoon gelijk, toen avond, waarvan men dan nog een min of hij in 'n welkomstspeech uit de doeken meer plechtig diner moet aftrekken. Het (zee) water sprak hij meermalen met zijn chef over zijn priester-ideaal, dat er altijd ge weest was, maar waarvan hij thuis niet durfde reppen. Het bleef evenwel bij praten, tot hij Pater de Greeve in z'n „Lichtflitsen" over de ontstellende pries ternood en de chaotische toestanden in Duitsland hoorde spreken. Dat gaf de doorslag. Hij werd in contact gebracht met de paters van de H. Familie, die in Amsterdam een assistentiehuis heb ben. Hij ging eens praten in Wijk aan Zee en deelde toen zijn besluit mee aan z'n ouders, die er heel gelukkig mee waren: „Je hadt het ons wel eens eer der kunnen vertellen", was hun enige commentaar Dat de jongens in dienst nog over iets anders praten dan over meisjes, hebben we in Wijk aan Zee gehoord. Een drie-en-twintigjarige boerenzoon uit Diemen, in militaire dienst, sprak met een kamergenoot over de plannen, die in hem, waren gegroeid. Hij wilds priester worden. Hoe dit aan te leggen. De kamergenoot haalde een kranten knipsel uit zijn portefeuille we schreven enkele jaren geleden een ar tikel over „Maris Stella" en liet hem lézen, wat geschreven stond over het huis voor de late roepingen te Wijk aan Zee. Lang heeft de boerenzoon hierover nagedacht. Toen nam hij het besluit, dat een einde maakte aan het boerenwerk thuis in Diemen, bij een oom in de Wieringermeer, hij ging naar „Maris Stella". O, hij had reeds eerder het voornemen gehad priester te worden. Om te zien of hij aanleg had voor de studie ging hij op de Landbouwwinterschool in Voor hout», vervulde dan zijn militaire dienst plicht, ging weer naar Voorhout om het diploma te halen, werkte nog in de IJpoider, moest weer in dienst en is uit de dienst naar het college gegaan. O. L. Heer werkte mee door het groot verlof maanden er voor te geven, dan oorspron kelijk de bedoeling was. En nu moet de boerenzoon, gewend aan het drukke bui tenleven, altijd in de weer, stilzitten en studeren. Het valt hem zeer zwaar. Maar zijn ideaal is het offer waard. Tot in het Huis van de Arbeid van de K.A.B. drong de roepstem van God door. Een twintigjarige kantoorbediende uit Utrecht zat daar achter de type-machine. Hij kreeg rapporten te tikken van de verschillende K.A.B.-diensten, kwam zodoende in contact met de materiële en geestelijke noden van de mensen. Dacht daarover na. Het gevolg was, dat hij op zekere dag afscheid nam van. bestuurde- ren der K.A.B. en van het kantoorperso neel. HU ging priester worden. Tevoren was hy op kantoor bij de Ned. Spoorwegen, maar het ambtelijke zinde hem niet. Belangstelling voor het sociale werk had hem naar het hoofd kantoor van de K.A.B. gevoerd. Toen hij overtuigd was geraakt van zijn roeping, ging hij eerst bij de Dominicanen om raad vragen; maar zou daar tussen de jonge studentjes van 12 jaar moeten zit ten. Terug op kantoor, herinnerde hij zich eens vluchtig een brochure te heb ben doorgezien van een studiehuis voor late roepingen. Het was een brochure van de paters van de H. Familie. Hij zocht haar op, las ze aandachtig en ver trok vorig jaar naar Wijk aan Zee. Het studeren kostte hem geen moeite, om dat hij de rust van het regelmatig wer ken kende. Zijn ideaal? Een grote stads- parochie. Hoe kan het anders, na de „voorbereiding" bij de K.A.B. Omdat het werk onder de jeugd hem trok en hij graag meer wilde geven, is de 23-jarige Amsterdamse kantoorbe diende, die niet meer dan de lagere MkioM dan honderd en tachtig H. Hn. Ofschoon nog geregeld gevallen van pseudo-vogelpest in Nederland voorko men en de grootste voorzichtigheid te dien aanzien blijft geboden, acht men in bevoegde landbouwkringen de thans voorkomende gevallen niet onrustba rend. Men moet rekening blijven hou den met het voorkomen van deze ziekte onder het pluimvee, maar aangezien men geen epidemie vreest, is er ook voorshands geen reden om nieuwe voorzorgsmaatregelen van landelijke of provinciale aard te nemen. Vanzelfspre kend grijpt men onmiddellijk in, indien zich een geval van pseudo-vogelpest in een gemeente voordoet. Zo werden in de week van 10 tot 17 Juni in acht gemeen ten tien gevallen geconstateerd. Een jarenlange traditie getrouw zal op Zondag 1 Juli wederom de gelegen heid bestaan, te pelgrimeren naar de St. A.delbertsakker te Egmond, alwaar om zes uur in de morgen een H. Mis zal v/orden opgedragen in de open lucht. Het betreft hier een bedevaart, welke, eveneens de traditie getrouw, geen op zettelijke organisatie kent en deze, blij kens de iedere keer talrijke deelname, ook niet behoeft. Er bestaat gelegenheid, te communiceren tijdens de H. Mis. waarvan de liturgische gezangen door de bedevaartgangers zelf zullen worden uitgevoerd. school bezocht, op 18-jarige leeftijd de priesterstudie begonnen. Van school ging hij op kantoor als facturist. Hij had een open oog voor de moeilijkheden van deze'tijd, wilde zo graag meer voor de mensen doen, gaf zich aan de verkennersbeweging om de jeugd te ihelpen, zocht verder. Hij werd in contact gebracht met de Paters van de H. Familie, ging naar Kaatsheuvel en kwam na de oprichting van „Maris Stella" naar Wijk aan Zee. Het laatste gesprek: met een vier-en- twintigjarige oud-leerling van de Aca demie voor Beeldende Kunsten te Rot terdam, afkomstig uit Moordrecht. Voor de oorlog was hij meubelmaker. Door zijn fraai houtsnijden werd zijn aanleg ontdekt en hij ging op de acade mie voor beeldende kunsten. Boetseren en beeldhouwen was zijn ideaal. Hij zou kunstenaar worden! Maar ter wijl hij in dat zó gemêleerde gezel schap verkeerde van artisten en would; be artisten, groeide in hem het verlan gen naar het priesterschap. Hoe dat zo gekomen is? Hij kan het niet zeggen. Vroeger had hij er nooit aan gedacht. God moet in hem een soort van boetseerder van zie len hebben gezien. Toen hij de vierde cursus aan de aca demie zou gaan volgen, zegde hij de kunst vaarwel, om in „Maris Stel la" de grote over gang te maken naar de dorre La tijnse thema's. De kunst heeft hy niet meer prac- tisch beoefend, maar zijn aanleg zal hem zeker te pas komen. „Alles is gena de", sprak de dorpspastoor. God schrijft de roman van ons leven en het verhaal wordt heel anders dan wanneer wij het zelf hadden ge componeerd. We spraken met zes jonge mensen, wil lekeurig genomen, uit een grote groep. God heeft hun een nieuwe bestemming gege ven, haalde hen weg van kantoor, van het land, van de academie. Zij zullen zich straks hun ervaring her inneren en hoogst waarschijnlijk zul len zij President Truman heeft in een bood schap aan het Congress verklaard, „dat de gecombineerde defensie-inspannin gen van de vrije wereld in feite nog slechts begonnen zyn." Er is evenwel goede reden voor optimisme over haar voortgang, zo zeide de President in een begeleidend schrijven by het derde half jaarlijkse rapport over het program van wederzijdse militaire bijstand, dat de periode van October 1950 tot Maart 1951 bestrijkt. Volgens dit rapport waren de verschepingen groot, doch zy zouden gering zijn in vergeiyking met de ver schepingen die nog zouden komen. Het totaal der verzendingen steeg van 300.000 ton op 1 October 1950 tot on geveer een millioen ton tegen April, af gezien van de uit de V.S. verzonden vliegtuigen en schepen. Naar het rapport verklaart, zyn in bovengenoemde pe riode naar de landen van het Noord- Atlantische Verdrag o.m. verzonden 319 vliegtuigen, negen schepen, 3.533 tanks en gevechtswagens, 1.150 stuks artillerie en scheepsgeschut en 4.897 transport voertuigen. Frankrijk heeft volgens het rapport het leeuwenaandeel gekregen. De president verklaarde, dat hoewel er op alle fronten vorderingen werden geboekt, sommige landen de mogelijk heden, die zij bezitten voor de productie van militaire goederen nog niet volle dig uitbuiten. In vele gevallen dienen de militaire begrotingen hoger te zijn dan tot dusver het geval is. Over Nederland verklaart President Truman in zijn rapport dat „dit land met zijn bevolking van tien millioen zielen een zeer aanzienlijke indus triële hulpbron is en een belangrijke plaats onder de Europese landen in neemt wat betreft de potentiële bij drage tot de inspanning van de Noord- Atlantische Verdragslanden. „De herfst en de winter van 1950 waren, grotendeels als gevolg van politieke complicaties, getuigen van een aantal vertragingen in de ontwikkeling van het defensieprogram van dit land. Er is echter enige vooruitgang gemaakt: Voordien leerling-beeldhouwer. Thans zet hij zich met er veel „oeste vlijt aan Latijnse thema's en apologie als weten- bHC'hinVa 7-fn™" schappelijke voorbereiding op zijn latere taak. lijke arbeid (Foto Brands, Haarlem) De gemeente Ede heeft de laatste tyd enige mooie landgoederen in de Neder- Veluwe aangekocht, t.w. de „Noord- Ginkel", de „Zuid-Ginkel" en de „Hin dekamp", tezamen ter grootte van plm. 1.000 ha. De gemeente heeft daarmee bedoeld een byarage te leveren tot het behoud en de uitbreiding van de voor ons volk zo onmisbare recreatieruimte. Dit natuurreservaat, nu eens niet opge sloten door metershoge omheiningen, is dezer dagen voor het publiek openge steld, waardoor deze aan natuur- en landschapschoon zo rijke landgoederen van grote betekenis zijn voor het toe risme. Het oude land van De Ginkel wordt door de grote verkeersweg EdeArn hem in Noord- en Zuid-Ginkel gedeeld. Het eerste bestaat uit hoog en laag den nenbos- Hier en daar treft men een oude stuifbaan aan met schilderachtige vliegdennen. De dennenakkers worden onderbroken door fraaie berkengroe. pen, waardoor het terrein liefelijk wordt geaccidenteerd en prachtige contrasten ontstaan in deze ruige wereld. Prachtige vergezichten heeft men van het heuvelcomplex Westerbergen over de akkers van Nieuw Reempot en het bekoorlijk romantische gebied van de Kruip-onder en de donkere Kelderber- gen. In de voc-zomer klinkt hier de roep van de wielewaal, fitis, fluiter en zwarte specht; ook kan men hier het miauwen van de buizerd beluisteren en ontmoetingen heb', en met het grofwild, zoals hert, ree en everzwijn. De Zuid-Ginkel is nog aantrekke lijker, wat natuurschoon aangaat. Het bos is meer gemengd. De schuwe ha vik en andere roofvogels broeden hier ieder jaar. Ook de Hindekamp, die met De Ginkel landschappelijk een geheel vormt, is vanouds een wildrijk gebied; de naam wijst er al op, im mers de hinde Is de naam van het vrouwelijk edelhert. Sinds oudtijds was het daarom een jachtgebied bij uitnemendheid. Begrypelijk, dat er de landbouw niet bijster floreerde, de meeste boeren trok ken naar elders en hun landeryen wer den bebost. Nu de gem. Ede eigenares se geworden is, worden er enkele ver anderingen doorgevoerd, waarbij er naar gestreefd wordt het landschap in zijn oude staat te herstellen. Deze werk zaamheden zijn in volle gang en onder deskundige leiding wordt hier de mid denweg bewandeld, zodat een matige grofwildstand behouden blijft, maar ook zo, dat de boeren die er wonen, een redelijk bestaan gegarandeerd kan wor den. 1. Een speciale organisatie werd ge sticht voor het behandelen der zaken van het onderlinge militaire hulppro gram. 2. De dienstplichtperiode werd uit gebreid tot 1218 maanden voor het leger, 21 maanden voor de marine en 24 maanden voor de luchtmacht", aldus de president in zyn rapport. Tenslotte kwam in Maart een coalitie regering aan het bewind en deze besloot, zoals de minister van buitenlandse za ken dit uitdrukte, dat Nederland zijn volledig aandeel zou leveren aan de handhaving van de wereldvrede door het opbouwen van defensie tegen agres sie. Deze regering formuleerde dadelijk een uitgebreid militair-economisch pro gram, een uitbreiding van 75 procent der tevoren geraamde defensieuitgaven voor 1951 beogend. „Het vermogen van Nederland om mi litaire uitrusting te produceren wordt nog niet ten volle benut en alle pogin gen worden gedaan om verbetering in deze toestand te brengen. Echter zelfs by een volledige benutting, is het pro ductievermogen van Nederland niet in staat te voorzien in alle behoeften van de ontworpen krachten. Een aanzienlij ke hulpverlening met eindproducten zal noodzakelijk blijven", aldus ver klaarde Truman. Verschenen is een nota van de minis ter van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen naar aarleiding van het ver slag der Tweede Kamer over het wets ontwerp tot wijziging van het zesde hoofdstuk der rijksbegroting voor het dienstjaar 1950. Hieraan is het volgende ontleend: Het voorstel tot verhoging van de subsidie voor het dienstjaar 1950 voor de Nederlandse Opera is een gevolg van het feit, dat met de ontw'kkeling van de muziekdramatische cultuur in Nederland, zelfs wanneer dit in de be perkte vorm van een operagezelschap geschiedt, meer fondsen gemoeid zijn dan aanvankelyk kon worden veron dersteld. De overgangstijd, vermeld in de Me morie van Toelich'ing, is nodig om in overleg met de belanghebbende ge meentebesturen te komen tot een nieuwe financierii.gsbasis, waardoor waarborgen worden geschapen, dat de financiële positie van de Nederlandse Opera niet alleen in het lopende begro tingsjaar wordt gesaneerd, maar ook voor een groter aantal jaren wordt ze ker gesteld. Dit overleg is nog niet be ëindigd. Doordat de uitkering van de subsidie in afwachting van de goedkeuring van de Staten-Generaal nog op zich moet laten wachten, staat de directie van de Opera voor acute betalingsmoei lijkheden. Om aan deze noodtoestand het hoofd te bieden, heeft de minister gemeend de vrijheid te mogen vinden de desbetreffende gelden, behoudens goedkeuring door de Staten-Generaal, aan de Opera in uitzicht te stellen. In afwachting van het tot stand komen van de begrotingswet is echter, anders dan in het verslag wordt veronder, steld, nog geen uitbetaling van deze gelden geschied. In ongeveer 26 bedrijven in Djakarta zijn Maandag en Dinsdag nieuwe sta kingen uitgebroken, omdat de arbeiders gratificaties eisen. De commissie voor beslechting van arbeidsgeschillen in vitale bedrijven heeft een gratificatie vastgesteld voor het personeel van de B.P.M., waarvan een deel Maandag we derom in staking ging, waardoor de benzinetoevoer weer werd gestagneerd. De gratificaties bij deze maatschappij en by de Garuda Indonesian Airways variëren van een tot anderhalve maand extra-salaris. De arbeiders van de ma chinefabriek Batavia gingen in staking, omdat zij door de directie uitbetaalde gratificatie van een tot anderhalve maand salaris niet genoeg achtten; zij eisten twee maanden, benevens acht tien werkdagen vacantie, vijf meter textiel en tien kilo rijst. Met het s.s. „Oranje" zijn weer vier zusters van de Zusters van Liefde, Oude Dijk. Tilburg, naar de misie in Indonesië vertrokken, n.l. zr. Constan- tia Stauthamer, zr. Miriam Magdalena Oei, zr. Josephien Kerkers en zr. Marie- Louise van Kuijk. Sinds 1949 is de Rijkspostspaarbank bezig jeugdige spaarders op te wekker^ ononderbroken te sparen. Tengevolge van de eerste actie van de R.P-S. kwa men 220 000 jeugdige spaarders zich aanmelden- De tweede actie in 1950 leverde 285.000 spaarders op. Na de eer ste actie bleek, dat een buiten verhou ding groot aantal der nieuwe jeugdige spaarders in de loop van het spaar jaar afviel- De R.P.S- trok hieruit lering en richtte zich tot de scholen met het ver zoek of zij zich actief met de jeugd- spaaractie wilden bezig houden. Het verloop van de schoolspaarders is vry- wel nihil. Scherp steekt daarbij af de teruggang van het aantal der individue le jonge spaarders. Bijna tienduizend leerkrachten hebben bij het sparen in schoolverband hun medewerking ver leend- Zondag 1 Juli a.s. van 21.5022 00 uur zal de KKO een wedstrijd uitzenden van de Stichting Nationaal Steunfonds voor Kun stenaars, waarvan de opdracht luidt de va- cantie-ervaringen uit te beelden in tekening, gedicht of foto. De beste inzendingen van elk der drie categorieën worden beloond met een keur van waardevolle prijzen, welke door be kende ondernemingen in Nederland beschik baar zijn gesteld. In het klankbeeld, dat op bovenvermeld tijdstip wordt uitgezonden, worden de voor waarden tot deelneming uiteengezet. Advertentie Alleen ASPlR^ geleverd in <Je vCr "»et oranjehof De aanvoer van kersen op de veiling te Tiel was Maandag zeer groot. Men verwacht tegen het einde van de week een toenemende aanvoer van Meiker sen: de hoofdaanvoer wordt volgende week verwacht. Het gewas staat er tot heden bijzonder goed voor, doch ongun stige natte weersomstandigheden kun nen in enkele dagen veel nadeel berok kenen. Doordat de kersen belangryk later zyn dan anders, wordt een korte kersentijd verwacht. Aan het Korte Voorhout in Den Haag zal eerlang een nieuwe Amerikaanse ambassade (kanselarij) verrijzen De Haagse gemeenteraad heeft Maandag namelijk een voorstel van B. en W. goedgekeurd om 2400 vierkante meter gemeentegrond langs de Korte Voor hout voor de prijs van f 200 per vier kante meter aan de Verenigde Staten van Amerika te verkopen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 5