MINISTER LIEFTINCK ACHT TOEZICHT OP
CREDIETWEZEN ONMISBAAR
Een gesprek met oudere priesterstudenten
Per „Europa*bus" naar Ostende II
csffiKa'saaraSE sur™.s=c- -
Ons land zou anders in economisch
opzicht onregeerbaar worden
Defensie-inspanningen van vrije wereld
nog slechts begonnen
Prachtige natuurreservaten voor het
publiek ontsloten
je 1 j
Eén avond in een
luie badplaats
Pseudo-vogelpest niet
onrustbarend
In Nederland worden alle mogelijkheden nog
niet ten volle benut
Ede kocht landgoederen in Neder-Veluwe
Ministeriële nota over
Opera-subsidie
Nieuwe stakingen in
Djakarta
GROTE AANVOER VAN
KERSEN
DINSDAG 26 JUNI 1951
PAGINA 5
CRITIEK VAN SOCIALISTISCHE
WERKGEVERS
Het verschijnsel der late roepingen
Bezoek aan „Maris Stella"
Hekel aan de toog
Van militaire dienst naar
het seminarie
Uit sociale bewogenheid
Verkennersleider wilde
meer
doen
Pelgrimstocht naar de
Adelbertsakker
„Boetseerder van zielen"
Boodschap van Truman aan Amerikaanse Congress
Overleg over nieuwe
financieringsbasis
Naar de missie
SPAREN IN SCHOOLVERBAND
Tienduizend leerkrachten
verlenen medewerking
Radioprijsvraag
Vacantie Kunst
Volgende week:
Minister Lieftinck heeft Vrijdag in een
te Utrecht gehouden besloten bijeen
komst van werkgeversleden van de
Partij van de Arbeid gesproken over het
Wetsontwerp tot Toezicht op het Cre-
dietwezen, aldus meldt Het Vrije Volk.
De Minister gaf de verzekering, dat
indien de Kamer niet bereid zou zijn
de lijn van de regering te volgen, Ne
derland dan in economisch opzicht on
regeerbaar zou worden, óf men zou
moeten komen tot een zeer streng ge
leide economie met ingrijpende con
trolemaatregelen. Anders zal hiervan
een internationale voogdij over onze fi
nanciën het gevolg zyn, daar onze de
viezenreserves volkomen uitgeput raken.
Dit zou tevens betekenen een drastische
verlaging van ons levenspeil en grote
werkloosheid.
Hoewel men bezwaren kan hebben te
gen onderdelen van dit ontwerp, is de
meeste critiek gericht op het beginsel
van het toezicht en daarmee tast men de
grondslag aan, waarop in Nederland eco
nomische politiek is te voeren, aldus de
Minister.
Minister Lieftinck meent, dat de re
denering van zijn tegenstanders ver
ouderd en onwetenschappelijk is, want
volgens hen heeft de regering in nor
male tijden geen toezicht op de banken
nodig. Nu volgens hen de regering door
„wanbeleid" de zaak heeft laten mis
lopen en zich voor de financiële afgrond
ziet geplaatst, zijn extra bevoegdheden
nodig. Zij vergeten echter, dat er allerlei
structuurveranderingen hebben plaats ge
had. Wat zij normaal noemen is de toe
stand van 30 of 40 jaar geleden. In alle
handboeken luidt de theorie, dat de
Centrale Bank naast Rente- en Open
markt-politiek ook de Credietcontróle
nodig heeft, en deze idee is in vele lan
den aanvaard. Het is volgens de Minister
onwetenschappelijk te beweren, dat de
Centrale Bank in normale tijden dus
geen credietcontróle nodig zou hebben.
De Minister verklaarde nog, aldus Het
Vrije Volk, een open oog te hebben voor
de invloed van deze credietbeperking op
de werkgelegenheid, doch van twee kwa
den moet men het beste kiezen.
Naar wij vernemen, werd vóór de
vergadering bij monde van de voorzit
ter, de heer J. van der Kieft, medege
deeld, dat geen journalisten konden
worden toegelaten, omdat zowel het ge
sproken woord van de Minister als de
daarop volgende discussie als strikt
„huishoudelijk" moesten werden aange
merkt. Alle aanwezigen werd verzocht
zich te willen onthouden van het ver
strekken van mededelingen aan journa
listen, en aan deze laatsten, voorzover
aanwezig, werd de toegang tot de ver
gadering beleefd ontzegd.
In aansluiting op hetgeen het Vrije
Volk van de bijeenkomst van socialisti
sche werkgevers uit de Partij v. d. Arbeid
op Vrijdag j.I. te Utrecht gehouden,
op Zaterdag d.a.v. heeft gepubliceerd;
schrijft de heer K. R. van Staal, sociaal
democraat en oud-wethouder van Fi
nanciën in Gouda en thans directeur van
het drukkerijbedrijf Boom-Ruygrok te
Haarlem ons, dat uit genoemd verslag
van het „Vrije Volk" (op deze verga
dering werd de pers niet toegelaten)
met geen woord blijkt, dat in en uit de
vergadering ernstige critiek op het
voorliggende wetsontwerp werd ge
oefend. Acht man hadden zich als deba
ter gemeld en zes er van hebben zich
de een wat feller dan de ander tegen
liet wetsontwerp van de regiering ge
keerd.
Scherpe critiek werd geuit op de ,1e-
ningspolitiek van de regering en wijlen
de heer Wibaut en andere toenmalige so
cialistische wethouders van financiën,
die terecht hun beleid verstevigden
door het werken met leningen op lang»
termijn, werden genoemd als voorbeel
den, die de regering tot lering hadden
kunnen strekken. Het feit. dat de mi
nister van Financiën in de afgelopen
week van de verzekeringsmaatschappijen
250 millioen gulden heeft geleend tegen
vier procent met een looptijd van
slechts 25 jaar, bewijst, dat het niet op
tijd afsluiten van langer lopende le
ningen, mis geweest is.
Waarom aldus werd gevraagd
beroept de minister van Financiën zich
wel op de volksvertegenwoordiging in
dien er critiek wordt uitgeoefend op zijn
investeringspolitiek, en waarom voorziet
de raamwet uitschakeling van zowel
Eerste als Tweede Kamer, wanneer het
gaat om een eventuele nationalisering.
De minister deelde ter vergadering
mede, dat het niet vooraf overleg ple
gen met de bankiersorganisatie zijn oor
zaak vindt in het feit, dat het rege
ringsontwerp er een is van openbare
orde. Doch, zo werd de minister hierop
toegevoegd, er zijn in de afgelopen jaren
meerdere ontwerpen van wet ingediend
die tot deze categorie behoorden en
daarbij heeft de regering het overleg
met N.V.V. en andere vakcentralen niet
uitgesloten.
De Minister kreeg ook te verstaan,
dat het feit, dat er ondanks een veel
geld verspillende reclame voor méér
sparen, minder wordt gespaard, een ge
volg is van afnemend vertrouwen, zo
als de regeringspolitiek gefaald heeft
ten opzichte van het in evenwicht hou
den van lonen en prijzen.
Het is een eis van redelijkheid en
democratie, dat een overheid, die een
recht van controle en beschikking ver
langt, zelve in de practijk de bewijzen
levert van een verantwoorde en effi
ciënte huishouding in het algemeen en
van een kennis van zaken in het bij
zonder.
Het is niet zo, aldus de heer Staal,
dat men deze bijeenkomst als over de
gehele linie geslaagd voor de Minister
van Financiën mag boeken. Het tegen
deel is waar, hetgeen 'vooral in latere
onder-onsjes bleek, n.l. dat een zeer
groot deel der aanwezige werkgevers,
die alle min of meer kleine bedrijven
vertegenwoordigen, het gevoel niet van
zich kunnen afzetten, dat met dit wets
ontwerp regering en Party van de Ar
beid het Nederlandse volk op een hel
lend vlak brengen.
■M V J» :W
Tsjenjoe, een belangrijke handelsstad in het landbouwgebied, 500 km. ten Zuiden
van de 38ste breedtegraad, was na de herovering door de strijdkrachten van de
Verenigde Naties in September 1950 voor 50 verwoest. Thans, nu de strijd een
jaar aan de gang is, heeft men reeds een groot deel van de geteisterde plaats
herbouwd. Terwijl een landbouwer bezig is met het bewerken van een stukje
akkerland, vlechten arbeiders de rieten dakbedekking van een in aanbouw zijnd
huis in een' der buitenwijken van Tsjenjoe.
Is het toeval, dat we, nu we aan de schrijftafel gebogen zitten over de noti
ties, die we te Wijk aan Zee in het priestercollege „Maris Stella" maakten, tel
kens moeten denken aan het laatste woord van de pastoor uit het „Dagboek"
van George Bernanos? „Alles is genade", heeft daar de dorpspastoor voor zijn dood
langzaam en zeer duidelijk gezegd. Alles is genade. De Overste van het college
had ons toegestaan een zestal jonge mensen van rond de twintig op de man af
te vragen, hoe zij ertoe gekomen waren zich op latere leeftijd nog op het Pries
terschap te gaan voorbereiden. Een sergeant, een kleermaker, een boer, twee kan
toorbedienden, een beeldhouwer. Zij vervulden een taak in de maatschappij, tot
ineens, snel of langzaam gerijpt, het besluit kwam, de zekerheid er was, niet
op de juiste weg te zijn, dat zij geroepen waren tot een andere, hogere taak..
Hoegroeide deze zekerheid in hen? We hebben hun dit gevraagd, omdat we
proefondervindelijk weten: hun ervaring neergeschreven in een eenvoudig kran
ten-artikel kan voor anderen de aanleiding zijn tot het zetten van de laatste be
slissende stap. En er is in deze tijd een grote behoefte aan bemiddelaars bij Gods
heilswerk.
Wanneer men de leiders van semi
naria en kloosterscholen hoort, klinkt
uit hun stem een angstige bezorgdheid:
het aantal roepingen neemt af in deze
na-oorlogse jaren. Daarentegen doet zich
het opmerkelijke feit voor, dat het aan
tal roepingen op latere leeftijd, toe
neemt. Ini Duitsland is procentsge-
wijze gerekend het aantal instituten
groter dan het aantal roepingen op jon
gere leeftijd. In Frankrijk besteedt men
aan de late roepingen reeds sinds vijf
tig jaren bijzondere aandacht; daar be
staat een dertigtal instituten voor op
leiding voor late roepingen en heeft men
door de jarenlange ervaring, een speci
aal studie-programma voor hen ontwor
pen. Sinds de bevrijding neemt het aan
tal late roepingen in Frankrijk regel
matig toe. Men heeft de oorzaken ge
zocht in de na-oorlogse toestand, in de
situaties van de parochies, die zodanig
is. dat de roeping op jonge leeftijd niet
voldoende wordt gewekt. De late roe
ping roeping van degenen, die reeds
bewust in het leven hebben gestaan en
dit kennen levert met het oog op de
zielzorg vaak grote voordelen op. Het
is opvallend, dat het merendeel van de
late roepingen voorkomt in de kringen
van de hoogst-intellectuelen en van cle
arbeiders. Het grootste gedeelte meldt
zich voor aanvulling van de wereldcle-
rus, ofschoon ook een aantal de voor
keur geeft aan het kloosterleven Het
oordeel over de late roepingen is zeer
gunstig.
In Nederland heeft zich de Congrega
te van de H Familie (M.S.F.) sinds
haar vestiging bijzonder toegelegd op het
scheppen van een studiegelegenheid voor
late roepingen. Enkele jaren geleden is
deze congregatie er zelfs toe overge
gaan het eerste speciale college voor de
ze roepingen in Nederland te openen,
„Maris Stella" te Wijk aan Zee.
Er heerst in dit studiehuis een heel
eigen sfeer, zoals er ook heel eigen
moeilijkheden bestaan. Daarop in te
gaan is niet de bedoeling van deze re
gels. Het boeide ons meer te weten, hoe
deze jonge mensen, die met ons mee
werkten aan de taken in de maatschap
pij, ertoe zijn gekomen radicaal van
levensrichting te veranderen, na een, in
vele gevallen, intensief contact met het
wereldse leven.
Alles is genade. Men beseft dit heel bij
zonder in „Maris Stella", waar jonge
mannen, die meewerkten met deze ge
naden, na het drukke leven, in ernstige
bezinning door studie en gebed zich
voorbereiden, hier of elders ter wereld
het priesterambt te vervullen.
In een rustige spreekkamer, die uit
zicht gaf op het verrukkelijke duinland
schap van „Klein Zwitserland" hebben
we gesproken met jonge idealistische,
maar door de levenspractijk ernstig be
wuste mensen. Het verhaal van hun
leven is menigmaal zeer frappant.
Neem de twee en twintigjarige oud
sergeant uit Enschede. Hij zat in de
Mulo-banken, toen de oorlog uitbrak.
Van studeren kwam niets meer. Hij
voelde voor journalistiek. Werkte mee
aan het illegale „Parool", moest in
dienst, werd na de bevrijding naar In
donesië gezonden. Daar is door alles
wat hij zag, („Ik heb de rommel gezien")
het verlangen in hem gerijpt om actief
mee te werken aan de geestelijke en
materiële verheffing van de mensen. Het
werk van de missionarissen bewonderde
hij zeer. Hij sprak met zijn aalmoezenier
over het verlangen, dat in hem groeide,
priester te zijn. Zeker, in zijn jeugd had
hij ook wel in deze richting gedacht,
maar hij had een hekel aan de toog, kon
dit niet van zich afzetten. Door goed in
de wereld rond te zien, is hij echter
over deze aversie heengeraakt. Kort en
goed: de sergeant was nog maar zes
dagen met verlof uit Indonesië terug of
hij zat in de studiezaal van „Maris
Stella". De overgang was moeilijk. Zijn
hoofd stond niet naar de studie. Maar
hij zette door en zijn verlangen naar
het missiewerk helpt hem over alle
moeilijkheden heen.
Heel anders verging het een twee-en-
twintigjarige kleermaker uit Ouder
kerk aan de Amstel. Als dertienjarige
jongen zat hij al op de kleermakerstafel
in Amsterdam, waar hij een dubbeltje
in de week verdiende. Na een jaar had
hij het tot een gulden geschopt, maar
ging gauw naar een andere baas, bij
wie hij zeven jaar bleef. In deze periode
(Van onze speciale verslaggever)
Om tot België te worden toegelaten
heeft een mens nauwelijks meer
een bewijs van Nederlanderschap
nodig; toen wij er met onze Europa-bus
aan de grens arriveerden was er althans
niemand die ons naar enig bewijsstuk
omtrent onze afkomst vroeg. Wij hebben
daar een zegenrijk gevolg van de Bene-
lux"-gedachte achter gezocht. Maar een
van onze mede-passagiers een heer
die toch beslist een zeer onkreukbare
indruk maakte was zo onfortuinlijk
in handen te vallen van een energieke
douane-official, die deviezen-smokkel
rook en op grond van dat ij dele vermoe
den verplichtte men hem zich van zijn
jasje te ontdoen. Of hij, in zijn over
hemd staande, even rozige gedachten aan
de „Benelux" wijdde als uw verslagge
ver wagen wij te betwijfelen. Hoe dit zij,
een officiële openingsrit neemt een mens
niet te baat om te smokkelen. En wij
waren dan ook allen in douane-technisch ven. In vroeger tijden werd Ostende
opzicht brandschoon.
In de late middag bereikten wij dan
Ostende. Waar onmiddellijk de plaatse
db Belgische Spoorwegen- hij waiver- badplaatselijke geneugten van de Belgi-
heer R.frioiV ^^Lirer- sche kust te ondergaan. Dienovereen.
Autocaruitbaters" zoals deze instantie
in plastisch Vlaams heet die ons, ter
wijl wij naar ons hotel reden, en passant
ia MnnKnntir
opgepropte amusementsmogelijkheden;
een stad vol samengebald vertier. Zij is
wijl WIJ naar ons uwi «uui, en passant. allure dan haar Neder-
wees op het in aanbouw zijnde casino, bed anders vanNeder
Wij stietten dus op een vrij slaperige
stad'; maar er was weinig fantasie voor
nodig om te beseffen dat het in al die
„Chez Maxim's" en „Chez-dit-of-dat's"
warm zal toegaan wanneer het sein voor
de cosmopolitische feestelijkheid een
maal is gegeven.
Een zeer actieve en beminnelijke Vlaam
se journalist leidde ons rond. Maar zelfs
zijn warme welbespraaktheid was niet
bij machte de portier van de speelzaal
een in solemneel jacquet gestoken en
met een ambtsketen-zoals-by-ons-burge-
meesters-die-dragen omhangen official
uit zijn pantser van kilheid te lokken.
Wij kregen géén toegang tot 't gokkers
paradijs. En zo ontging ons de gelegen
heid de wanhoop van de valse graaf, die
zojuist de laatste centen van het familie
kapitaal had verdobbeld, van nabij gade
te slaan; en zelfs onze heimelijke hoop
op een geringe vermogensaanwas ging
teloor. Onze gids bracht ons naar „Chez
Bouvy", waar een sanguinische waard
in overhemdsmouwen ons inderdaad
verbluffend gastvrij ontving met een
fust voortreffelijk bier op tafel en een
schaaltje zoutjes voor ieder. Vanwege de
kennismaking. En „Bouvieke" presen
teerde onze Belgische collega, die kind
in huis bleek te zijn, een nieuw soort
drank, die „De Witte van Leuven" zou
heten, maar die bij nader inzien niets
anders was dan met water aangelengd
Pils.
Ach ja, wat doet een mens één avond
in een inerte, nauwelijks uit haar win
terslaap ontwaakte badplaats, die vadsig
ligt te wachten om opgepord te worden?
hard op weg te worden een oord van De madame van ..Chez Johnnie rees
-amechtig vanachter de bar op en trok
aarzelend een glimlach over haar gezicht
toen wij binnentraden, en de ober zette
De douane rook deviezensmokkel.
werd gebombardeerd, bezig is te herle-
de koningin onder de Belgische bad
plaatsen" genoemd. Russische keizers be
zochten haar en president Roosevelt; en
hu Teide zeer voornaam was landse pendant Scheveningen. Onze bad-
dat, naar hij zeide, maam was strand met daaromheen ge-
-SJïL-e?.*" SChoonste golpeerd établissementen waar gelegen
heid wordt geboden tot vermaak; Ost
ende is „een pseudo-Parijs", dat toeval-
paleizen zal uitmaken.
Later vernamen wij dat in deze
op
geprikkeld een gramofoon aan. Maar,
och heden, dat brengt óók de vrolijkheid
niet in het land.
Kom, wij hebben niets tegen Ostende.
En in „het seizoen" zal het er heus wel
naar alle kanten uitpuilen van de feeste
lijkheid. Maar wij geven nu eenmaal
niet de voorkeur aan die steden vol
verplichte gezelligheid.
Evenwel, u moet wél eens die „Euro
pa-bus" proberen. U voelt er zich al
reizende thuis; en thuis zijnd verkeert
U in een andere wereld. En u hoeft heus
één niet in Ostende te blijven. De heer Klin-
kert en zijn onderneming brengen u met
toewijding helemaal tot in Casablanca
deed, dat zijn stad, die in de oorlog niet was nóg buiten het seizoen, dat in deze als u dat wilt.
maal streken pas op 1 Juli begint.-
stapel staande kurzaal de ferme som van jjg jn de buurt van een strand is gele-
350 millioen francs zijnde ongeveer gen. £je doorsnee-Nederlander gaat wer-
een bedrag van ruim 25 millioen Hol- welijk naar Scheveningen om te zwem-
landse guldens is geïnvesteerd en dat merL> maar u zult de „badgasten" in
alleen de verlichting in het gebouw 30 Ostende de kost moeten geven, die
millioen fres zal gaan kosten. De burge- nimmer één been in het
meester van Ostende, de heer H. Ser- steken,
ruys wij behoeven u nauwelijks te
onthullen dat hij tot de liberale partij Wij hebben Ostende gedaan op
behoort had wél schoon gelijk, toen avond, waarvan men dan nog een min of
hij in 'n welkomstspeech uit de doeken meer plechtig diner moet aftrekken. Het
(zee) water
sprak hij meermalen met zijn chef over
zijn priester-ideaal, dat er altijd ge
weest was, maar waarvan hij thuis niet
durfde reppen. Het bleef evenwel bij
praten, tot hij Pater de Greeve in z'n
„Lichtflitsen" over de ontstellende pries
ternood en de chaotische toestanden in
Duitsland hoorde spreken. Dat gaf de
doorslag. Hij werd in contact gebracht
met de paters van de H. Familie, die
in Amsterdam een assistentiehuis heb
ben. Hij ging eens praten in Wijk aan
Zee en deelde toen zijn besluit mee aan
z'n ouders, die er heel gelukkig mee
waren: „Je hadt het ons wel eens eer
der kunnen vertellen", was hun enige
commentaar
Dat de jongens in dienst nog over
iets anders praten dan over meisjes,
hebben we in Wijk aan Zee gehoord.
Een drie-en-twintigjarige boerenzoon
uit Diemen, in militaire dienst, sprak
met een kamergenoot over de plannen,
die in hem, waren gegroeid. Hij wilds
priester worden. Hoe dit aan te leggen.
De kamergenoot haalde een kranten
knipsel uit zijn portefeuille we
schreven enkele jaren geleden een ar
tikel over „Maris Stella" en liet hem
lézen, wat geschreven stond over het
huis voor de late roepingen te Wijk aan
Zee. Lang heeft de boerenzoon hierover
nagedacht. Toen nam hij het besluit, dat
een einde maakte aan het boerenwerk
thuis in Diemen, bij een oom in de
Wieringermeer, hij ging naar „Maris
Stella".
O, hij had reeds eerder het voornemen
gehad priester te worden. Om te zien of
hij aanleg had voor de studie ging hij
op de Landbouwwinterschool in Voor
hout», vervulde dan zijn militaire dienst
plicht, ging weer naar Voorhout om het
diploma te halen, werkte nog in de
IJpoider, moest weer in dienst en is uit
de dienst naar het college gegaan. O. L.
Heer werkte mee door het groot verlof
maanden er voor te geven, dan oorspron
kelijk de bedoeling was. En nu moet de
boerenzoon, gewend aan het drukke bui
tenleven, altijd in de weer, stilzitten en
studeren. Het valt hem zeer zwaar. Maar
zijn ideaal is het offer waard.
Tot in het Huis van de Arbeid van de
K.A.B. drong de roepstem van God door.
Een twintigjarige kantoorbediende uit
Utrecht zat daar achter de type-machine.
Hij kreeg rapporten te tikken van de
verschillende K.A.B.-diensten, kwam
zodoende in contact met de materiële en
geestelijke noden van de mensen. Dacht
daarover na. Het gevolg was, dat hij op
zekere dag afscheid nam van. bestuurde-
ren der K.A.B. en van het kantoorperso
neel. HU ging priester worden.
Tevoren was hy op kantoor bij de
Ned. Spoorwegen, maar het ambtelijke
zinde hem niet. Belangstelling voor het
sociale werk had hem naar het hoofd
kantoor van de K.A.B. gevoerd. Toen hij
overtuigd was geraakt van zijn roeping,
ging hij eerst bij de Dominicanen om
raad vragen; maar zou daar tussen de
jonge studentjes van 12 jaar moeten zit
ten. Terug op kantoor, herinnerde hij
zich eens vluchtig een brochure te heb
ben doorgezien van een studiehuis voor
late roepingen. Het was een brochure
van de paters van de H. Familie. Hij
zocht haar op, las ze aandachtig en ver
trok vorig jaar naar Wijk aan Zee. Het
studeren kostte hem geen moeite, om
dat hij de rust van het regelmatig wer
ken kende. Zijn ideaal? Een grote stads-
parochie. Hoe kan het anders, na de
„voorbereiding" bij de K.A.B.
Omdat het werk onder de jeugd hem
trok en hij graag meer wilde geven, is
de 23-jarige Amsterdamse kantoorbe
diende, die niet meer dan de lagere
MkioM dan honderd en tachtig
H. Hn.
Ofschoon nog geregeld gevallen van
pseudo-vogelpest in Nederland voorko
men en de grootste voorzichtigheid te
dien aanzien blijft geboden, acht men
in bevoegde landbouwkringen de thans
voorkomende gevallen niet onrustba
rend. Men moet rekening blijven hou
den met het voorkomen van deze ziekte
onder het pluimvee, maar aangezien
men geen epidemie vreest, is er ook
voorshands geen reden om nieuwe
voorzorgsmaatregelen van landelijke of
provinciale aard te nemen. Vanzelfspre
kend grijpt men onmiddellijk in, indien
zich een geval van pseudo-vogelpest in
een gemeente voordoet. Zo werden in de
week van 10 tot 17 Juni in acht gemeen
ten tien gevallen geconstateerd.
Een jarenlange traditie getrouw zal
op Zondag 1 Juli wederom de gelegen
heid bestaan, te pelgrimeren naar de St.
A.delbertsakker te Egmond, alwaar om
zes uur in de morgen een H. Mis zal
v/orden opgedragen in de open lucht.
Het betreft hier een bedevaart, welke,
eveneens de traditie getrouw, geen op
zettelijke organisatie kent en deze, blij
kens de iedere keer talrijke deelname,
ook niet behoeft. Er bestaat gelegenheid,
te communiceren tijdens de H. Mis.
waarvan de liturgische gezangen door de
bedevaartgangers zelf zullen worden
uitgevoerd.
school bezocht, op 18-jarige leeftijd de
priesterstudie begonnen.
Van school ging hij op kantoor als
facturist. Hij had een open oog voor de
moeilijkheden van deze'tijd, wilde zo
graag meer voor de mensen doen, gaf
zich aan de verkennersbeweging om de
jeugd te ihelpen, zocht verder. Hij werd
in contact gebracht met de Paters van
de H. Familie, ging naar Kaatsheuvel en
kwam na de oprichting van „Maris
Stella" naar Wijk aan Zee.
Het laatste gesprek: met een vier-en-
twintigjarige oud-leerling van de Aca
demie voor Beeldende Kunsten te Rot
terdam, afkomstig uit Moordrecht.
Voor de oorlog was hij meubelmaker.
Door zijn fraai houtsnijden werd zijn
aanleg ontdekt en hij ging op de acade
mie voor beeldende kunsten. Boetseren
en beeldhouwen was zijn ideaal. Hij
zou kunstenaar worden! Maar ter
wijl hij in dat zó gemêleerde gezel
schap verkeerde van artisten en would;
be artisten, groeide in hem het verlan
gen naar het priesterschap. Hoe dat zo
gekomen is? Hij kan het niet zeggen.
Vroeger had hij er nooit aan gedacht.
God moet in
hem een soort van
boetseerder van zie
len hebben gezien.
Toen hij de vierde
cursus aan de aca
demie zou gaan
volgen, zegde hij
de kunst vaarwel,
om in „Maris Stel
la" de grote over
gang te maken
naar de dorre La
tijnse thema's. De
kunst heeft hy
niet meer prac-
tisch beoefend,
maar zijn aanleg
zal hem zeker te
pas komen.
„Alles is gena
de", sprak de
dorpspastoor. God
schrijft de roman
van ons leven en
het verhaal wordt
heel anders dan
wanneer wij het
zelf hadden ge
componeerd. We
spraken met zes
jonge mensen, wil
lekeurig genomen,
uit een grote
groep. God heeft
hun een nieuwe
bestemming gege
ven, haalde hen
weg van kantoor,
van het land, van
de academie. Zij
zullen zich straks
hun ervaring her
inneren en hoogst
waarschijnlijk zul
len zij
President Truman heeft in een bood
schap aan het Congress verklaard, „dat
de gecombineerde defensie-inspannin
gen van de vrije wereld in feite nog
slechts begonnen zyn." Er is evenwel
goede reden voor optimisme over haar
voortgang, zo zeide de President in een
begeleidend schrijven by het derde half
jaarlijkse rapport over het program van
wederzijdse militaire bijstand, dat de
periode van October 1950 tot Maart 1951
bestrijkt. Volgens dit rapport waren de
verschepingen groot, doch zy zouden
gering zijn in vergeiyking met de ver
schepingen die nog zouden komen.
Het totaal der verzendingen steeg
van 300.000 ton op 1 October 1950 tot on
geveer een millioen ton tegen April, af
gezien van de uit de V.S. verzonden
vliegtuigen en schepen. Naar het rapport
verklaart, zyn in bovengenoemde pe
riode naar de landen van het Noord-
Atlantische Verdrag o.m. verzonden 319
vliegtuigen, negen schepen, 3.533 tanks
en gevechtswagens, 1.150 stuks artillerie
en scheepsgeschut en 4.897 transport
voertuigen. Frankrijk heeft volgens het
rapport het leeuwenaandeel gekregen.
De president verklaarde, dat hoewel
er op alle fronten vorderingen werden
geboekt, sommige landen de mogelijk
heden, die zij bezitten voor de productie
van militaire goederen nog niet volle
dig uitbuiten. In vele gevallen dienen de
militaire begrotingen hoger te zijn dan
tot dusver het geval is.
Over Nederland verklaart President
Truman in zijn rapport dat „dit land
met zijn bevolking van tien millioen
zielen een zeer aanzienlijke indus
triële hulpbron is en een belangrijke
plaats onder de Europese landen in
neemt wat betreft de potentiële bij
drage tot de inspanning van de Noord-
Atlantische Verdragslanden. „De
herfst en de winter van 1950 waren,
grotendeels als gevolg van politieke
complicaties, getuigen van een aantal
vertragingen in de ontwikkeling van
het defensieprogram van dit land. Er
is echter enige vooruitgang gemaakt:
Voordien leerling-beeldhouwer. Thans zet hij zich met
er veel „oeste vlijt aan Latijnse thema's en apologie als weten-
bHC'hinVa 7-fn™" schappelijke voorbereiding op zijn latere taak.
lijke arbeid (Foto Brands, Haarlem)
De gemeente Ede heeft de laatste tyd
enige mooie landgoederen in de Neder-
Veluwe aangekocht, t.w. de „Noord-
Ginkel", de „Zuid-Ginkel" en de „Hin
dekamp", tezamen ter grootte van plm.
1.000 ha. De gemeente heeft daarmee
bedoeld een byarage te leveren tot het
behoud en de uitbreiding van de voor
ons volk zo onmisbare recreatieruimte.
Dit natuurreservaat, nu eens niet opge
sloten door metershoge omheiningen, is
dezer dagen voor het publiek openge
steld, waardoor deze aan natuur- en
landschapschoon zo rijke landgoederen
van grote betekenis zijn voor het toe
risme.
Het oude land van De Ginkel wordt
door de grote verkeersweg EdeArn
hem in Noord- en Zuid-Ginkel gedeeld.
Het eerste bestaat uit hoog en laag den
nenbos- Hier en daar treft men een
oude stuifbaan aan met schilderachtige
vliegdennen. De dennenakkers worden
onderbroken door fraaie berkengroe.
pen, waardoor het terrein liefelijk wordt
geaccidenteerd en prachtige contrasten
ontstaan in deze ruige wereld.
Prachtige vergezichten heeft men van
het heuvelcomplex Westerbergen over
de akkers van Nieuw Reempot en het
bekoorlijk romantische gebied van de
Kruip-onder en de donkere Kelderber-
gen. In de voc-zomer klinkt hier de
roep van de wielewaal, fitis, fluiter en
zwarte specht; ook kan men hier het
miauwen van de buizerd beluisteren en
ontmoetingen heb', en met het grofwild,
zoals hert, ree en everzwijn.
De Zuid-Ginkel is nog aantrekke
lijker, wat natuurschoon aangaat. Het
bos is meer gemengd. De schuwe ha
vik en andere roofvogels broeden hier
ieder jaar. Ook de Hindekamp, die
met De Ginkel landschappelijk een
geheel vormt, is vanouds een wildrijk
gebied; de naam wijst er al op, im
mers de hinde Is de naam van het
vrouwelijk edelhert. Sinds oudtijds
was het daarom een jachtgebied bij
uitnemendheid.
Begrypelijk, dat er de landbouw niet
bijster floreerde, de meeste boeren trok
ken naar elders en hun landeryen wer
den bebost. Nu de gem. Ede eigenares
se geworden is, worden er enkele ver
anderingen doorgevoerd, waarbij er naar
gestreefd wordt het landschap in zijn
oude staat te herstellen. Deze werk
zaamheden zijn in volle gang en onder
deskundige leiding wordt hier de mid
denweg bewandeld, zodat een matige
grofwildstand behouden blijft, maar ook
zo, dat de boeren die er wonen, een
redelijk bestaan gegarandeerd kan wor
den.
1. Een speciale organisatie werd ge
sticht voor het behandelen der zaken
van het onderlinge militaire hulppro
gram.
2. De dienstplichtperiode werd uit
gebreid tot 1218 maanden voor het
leger, 21 maanden voor de marine en
24 maanden voor de luchtmacht", aldus
de president in zyn rapport.
Tenslotte kwam in Maart een coalitie
regering aan het bewind en deze besloot,
zoals de minister van buitenlandse za
ken dit uitdrukte, dat Nederland zijn
volledig aandeel zou leveren aan de
handhaving van de wereldvrede door
het opbouwen van defensie tegen agres
sie. Deze regering formuleerde dadelijk
een uitgebreid militair-economisch pro
gram, een uitbreiding van 75 procent
der tevoren geraamde defensieuitgaven
voor 1951 beogend.
„Het vermogen van Nederland om mi
litaire uitrusting te produceren wordt
nog niet ten volle benut en alle pogin
gen worden gedaan om verbetering in
deze toestand te brengen. Echter zelfs
by een volledige benutting, is het pro
ductievermogen van Nederland niet in
staat te voorzien in alle behoeften van
de ontworpen krachten. Een aanzienlij
ke hulpverlening met eindproducten
zal noodzakelijk blijven", aldus ver
klaarde Truman.
Verschenen is een nota van de minis
ter van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen naar aarleiding van het ver
slag der Tweede Kamer over het wets
ontwerp tot wijziging van het zesde
hoofdstuk der rijksbegroting voor het
dienstjaar 1950. Hieraan is het volgende
ontleend:
Het voorstel tot verhoging van de
subsidie voor het dienstjaar 1950 voor
de Nederlandse Opera is een gevolg
van het feit, dat met de ontw'kkeling
van de muziekdramatische cultuur in
Nederland, zelfs wanneer dit in de be
perkte vorm van een operagezelschap
geschiedt, meer fondsen gemoeid zijn
dan aanvankelyk kon worden veron
dersteld.
De overgangstijd, vermeld in de Me
morie van Toelich'ing, is nodig om in
overleg met de belanghebbende ge
meentebesturen te komen tot een
nieuwe financierii.gsbasis, waardoor
waarborgen worden geschapen, dat de
financiële positie van de Nederlandse
Opera niet alleen in het lopende begro
tingsjaar wordt gesaneerd, maar ook
voor een groter aantal jaren wordt ze
ker gesteld. Dit overleg is nog niet be
ëindigd.
Doordat de uitkering van de subsidie
in afwachting van de goedkeuring
van de Staten-Generaal nog op zich
moet laten wachten, staat de directie
van de Opera voor acute betalingsmoei
lijkheden. Om aan deze noodtoestand
het hoofd te bieden, heeft de minister
gemeend de vrijheid te mogen vinden
de desbetreffende gelden, behoudens
goedkeuring door de Staten-Generaal,
aan de Opera in uitzicht te stellen. In
afwachting van het tot stand komen
van de begrotingswet is echter, anders
dan in het verslag wordt veronder,
steld, nog geen uitbetaling van deze
gelden geschied.
In ongeveer 26 bedrijven in Djakarta
zijn Maandag en Dinsdag nieuwe sta
kingen uitgebroken, omdat de arbeiders
gratificaties eisen. De commissie voor
beslechting van arbeidsgeschillen in
vitale bedrijven heeft een gratificatie
vastgesteld voor het personeel van de
B.P.M., waarvan een deel Maandag we
derom in staking ging, waardoor de
benzinetoevoer weer werd gestagneerd.
De gratificaties bij deze maatschappij
en by de Garuda Indonesian Airways
variëren van een tot anderhalve maand
extra-salaris. De arbeiders van de ma
chinefabriek Batavia gingen in staking,
omdat zij door de directie uitbetaalde
gratificatie van een tot anderhalve
maand salaris niet genoeg achtten; zij
eisten twee maanden, benevens acht
tien werkdagen vacantie, vijf meter
textiel en tien kilo rijst.
Met het s.s. „Oranje" zijn weer vier
zusters van de Zusters van Liefde,
Oude Dijk. Tilburg, naar de misie in
Indonesië vertrokken, n.l. zr. Constan-
tia Stauthamer, zr. Miriam Magdalena
Oei, zr. Josephien Kerkers en zr. Marie-
Louise van Kuijk.
Sinds 1949 is de Rijkspostspaarbank
bezig jeugdige spaarders op te wekker^
ononderbroken te sparen. Tengevolge
van de eerste actie van de R.P-S. kwa
men 220 000 jeugdige spaarders zich
aanmelden- De tweede actie in 1950
leverde 285.000 spaarders op. Na de eer
ste actie bleek, dat een buiten verhou
ding groot aantal der nieuwe jeugdige
spaarders in de loop van het spaar jaar
afviel- De R.P.S- trok hieruit lering en
richtte zich tot de scholen met het ver
zoek of zij zich actief met de jeugd-
spaaractie wilden bezig houden. Het
verloop van de schoolspaarders is vry-
wel nihil. Scherp steekt daarbij af de
teruggang van het aantal der individue
le jonge spaarders. Bijna tienduizend
leerkrachten hebben bij het sparen in
schoolverband hun medewerking ver
leend-
Zondag 1 Juli a.s. van 21.5022 00 uur
zal de KKO een wedstrijd uitzenden van de
Stichting Nationaal Steunfonds voor Kun
stenaars, waarvan de opdracht luidt de va-
cantie-ervaringen uit te beelden in tekening,
gedicht of foto.
De beste inzendingen van elk der drie
categorieën worden beloond met een keur
van waardevolle prijzen, welke door be
kende ondernemingen in Nederland beschik
baar zijn gesteld.
In het klankbeeld, dat op bovenvermeld
tijdstip wordt uitgezonden, worden de voor
waarden tot deelneming uiteengezet.
Advertentie
Alleen ASPlR^
geleverd in <Je vCr
"»et oranjehof
De aanvoer van kersen op de veiling
te Tiel was Maandag zeer groot. Men
verwacht tegen het einde van de week
een toenemende aanvoer van Meiker
sen: de hoofdaanvoer wordt volgende
week verwacht. Het gewas staat er tot
heden bijzonder goed voor, doch ongun
stige natte weersomstandigheden kun
nen in enkele dagen veel nadeel berok
kenen. Doordat de kersen belangryk
later zyn dan anders, wordt een korte
kersentijd verwacht.
Aan het Korte Voorhout in Den Haag
zal eerlang een nieuwe Amerikaanse
ambassade (kanselarij) verrijzen De
Haagse gemeenteraad heeft Maandag
namelijk een voorstel van B. en W.
goedgekeurd om 2400 vierkante meter
gemeentegrond langs de Korte Voor
hout voor de prijs van f 200 per vier
kante meter aan de Verenigde Staten
van Amerika te verkopen.