Verovering van het eiland Walcheren
ging plotseling niet door
Militaire oefening op het
hoogtepunt afgelast
Eric de Noorman: DE PttUS DEP WBAKE
TOT DE RAND VAN DE AFGROND
Nationale Demobilisatieraad ontbonden
Gedemobiliseerde militairen vónden
bijna allen werk
GEyae^
NEDERLANDSE LEGERVLIEGERS UIT
AMERIKA TERUG
Angst voor het kostbare
koolzaad
27 onderscheidingen
posthuum verleend
65 NEDERLANDERS KOMEN UIT RUSLAND TERUG
j DOOR LEO BRADY
Decentralisatie werkte
uitstekend
A.N.W.B. heeft 250.000
leden
VERBETERING VAN DE PRACTISCHE VORMING
VAN PLATTELANDSJONGEREN
GEEN FOOIEN
Zware opleiding met uitstekende resultaten
FESTIVAL-AGENDA
VRIJDAG 29 JUNI 1951
PAGINA 3
Zesjarig jongetje vermist
DOODSTRAF VAN SWEERTS
THANS DEFINITIEF
Daden van moed beloond
Wegenwacht helpt by
bestrijding van bosbranden
Harken en harken is twee
Zegt de A.N.W.B.
Het drama te Boerakker
MESSENSTEKER TOT TWAALF
JAAR VEROORDEELD
Geen audiëntie
(Van onze speciale verslaggever)
Het zit ons leger niet mee de laatste tijd. Het heeft achter elkaar de tamelijk
onverkwikkelijke geschiedenis van de Wittenberg en het mislukken van de
oefeningencyclus Crescendo moeten verstouwen en nu gisteravond, vrezen wü,
is een nieuwe vry onaangename historie aan deze sombere reeks toegevoegd.
Sinds Maandag namelijk was in het zuiden van ons land een nieuwe militaire
oefening aan de gang, geleid en opgezet door de K.M.A. te Breda, de operatie
..Kreeft", Met de overovering van het eiland Walcheren zou deze operatie
ge lopen nacht haar hoogtepunt hebben gevonden, ware niet gisteravond om
acht uur plotseling zonder opgave van redenen het bevel gegeven, dat de
oefening moest worden gestaakt.
Men kan zich wellicht voorstellen
welke reactie deze plotselinge werkloos
heid teweeg bracht bij de rond 1500
mannen die aan deze oefening deelna
men. Zij immers hadden zich deze week
meestal in de stromende regen vanuit
Arcen in Noord-Limburg al vechtende
®en weg gebaand dwars door Brabant
en nu lagen zij vol strijdlust aan weers
zoden van de Sloepolder gereed voor de
elles beslissende slag. Wanneer men nu
bovendien nog weet dat tegenover el
kaar cadetten en dienstplichtigen, mari
niers en commando-troepen lagen opge
steld en dat zij de strijd hadden gevoerd
niet alleen met infanteriewapens, tanks
en vliegtuigen, maar ook met pamfletten
en zgn. ondermijnende radio-uitzendin
gen over en weer, dan kan men mis
schien begrijpen hoe voortreffelijk de
stemming vóór deze slotavond was en
hoe diep derhalve de teleurstelling ge
voeld werd, toen dat plotselinge bevel
alle aanvalslust zinloos en overbodig
maakte. Wij maken ons dan ook werke
lijk niet aan overdrijving schuldig, wan
neer wij constateren, dat de stemming
zskte tot beneden het nulpunt en dat er
door deze na vier dagen vechten over
vermoeide manschappen gekankerd werd
dat het een aard had.
Deze negatieve houding werd nog ver
sterkt door het feit dat niemand, zelfs
de hoogste bevelvoerende officieren niet,
practisch wist waarom deze oefening zo
ontijdig tot een einde werd gebracht. De
meest betrouwbare lezing, die wü heden
nacht konden achterhalen, luidt onge
veer als volgt: De Sloepolder is een
gloednieuwe polder in rijkseigendom.
Hfl draagt dit jaar zijn eerste meterhoge
koolzaadoogst. Voor deze oogst schijnt
men uitermate beducht. Zo beducht, dat
reeds bij de voorbereidingen voor deze
oefening herhaalde malen er op werd
gewezen dat hij vooral niet mocht wor
den beschadigd.
Dienovereenkomstig waren dan ook
bevelen gegeven en dienovereenkomstig
ic dan ook zoals wij persoonlijk heb
ben kunnen vaststellen gehandeld
door de strijdende troepen. De burge
meester van Nieuwland, die over een
belangrijk deel van de polder gezag: uit
oefent, deelde ons mede geen klacht te
hebben ontvangen. Desniettemin werd
gisteravond eerst normaal een strikte
order uit Den Haag doorgegeven dat de
oogst nergens mocht worden beschadigd,
terwijl een half uur later plc/seling het
bevel werd gegeven de oefening geheel
te staken. Het schijnt, zo vernamen wij,
dat het ministerie van Landbouw sterke
druk heeft uitgeoefend op de chef van
de generale staf waarop deze na over
leg met de minister van Oorlog de
oefening plotseling liet stopzetten.
Naar wij van de Legervoorlichtings-
dienst nader vernemen is „het laatste
gedeelte van de oefening „Kreeft" afge
last, omdat bij de landbouwautoriteiten
grote beduchtheid rees, dat het koolzaad
in de Sloepolder ernstige schade zou op
lopen door het daar doorheen trekken
van de oefenende troepen. Door een ver
zuim was bij de opzet van de oefening
met deze factor geen rekening gehou
den en is eerst op het allerlaatste mo
ment de noodzaak gebleken de oefening
voortijdig te beëindigen".
In Groningen is sinds een paar da
gen de zes-jarige Appie Hoeksema, J.
W. Frisostraat 79a, zoek.
Zijn signalement luidt: lichtblond
haar. blauwe ogen, stevig postuur praat
moeilijk, gekleed in manchester broek,
geruite blouse met korte mouwen, blau
we pullover met rode strepen, grijze
kniekousen en hoge zwarte schoenen.
Op de nieuwe verkeersweg te Nun-
speet is Donderdag een auto, bestuurd
door de Zweedse gezant in Nederland,
de heer J. Lagerberg, in botsing geko
men met een personenauto bestuurd
door een boekhandelaar uit Gantelwijk
(bij Gorinchem). De Zweedse gezant
werd licht gewond.
De krijgsraad te Luik heeft Donder
dag uitspraak gedaan inzake de ontvan
kelijkheid van het verzet van de oud-
SS-er Sweerts, bekend uit de zaak Wes
terling, tegen het vonnis van de Belgi
sche krijgsraad te Tongeren van 1946,
waarbij Sweerts bij verstek wegens oor
logsmisdaden ter dood werd veroordeeld.
Zoals gemeld, verklaart Sweerts geen
kennis te hebben gehad van dit vonnis,
daar hij in het buitenland verbleef.
In zijn uitspraak betoogde de Luikse
krijgsraad dat het argument van force
majeure slechts aannemelijk is voor de
periode tot 1948, het jaar, waarin Sweerts
in Nederland werd vrijgelaten, doch dat
hij na dit jaar zonder twijfel kennis
heeft kunnen nemen van de uitspraak
van de krijgsraad, De Luikse krijgsraad
verklaarde het verzet van Sweerts bijge
volg niet ontvankelijk. Het resultaat
hiervan is, dat de veroordeling tot de
doodstraf van Sweerts thans definitief
is.
Hierbij dient opgemerkt te worden,
dat in het afgelopen jaar aan geen en
kele Belgische oorlogsmisdadiger, die ter
dood werd veroordeeld, het doodvonnis
werd voltrokken,
De minister van Oorlog en Marine, ir.
C Staf, heeft Donderdag in de Rolzaal
te 's-Gravenhage zeven en twintig on
derscheidingen uitgereikt, welke post
huum zijn toegekend aan personen, die
behoorden tot de Koninklijke Land
macht of de Koninklijke Marine of die
als burger tijdens de gevechtshandelin
gen daden van moed verrichtten.
Minister Staf zei de in een toespraak,
dat de onderscheidingen zijn toegekend
voor velerlei moedige verrichtingen op
verschillende fronten na de oorlogsda
den in 1940. Overal werden daden van
zelfopoffering betoond: in Nederland
tegen de Duitse troepen, in Indonesië
en in Korea. Wanneer wij onze geval
lenen herdenken, zo vervolgt minister
Staf, beseffen wij dat er droefenis is in
uw hart, doch tevens geloven wij dat
deze herdenking gevoelens van dank en
waardering in u zult opwekken, dank
en waardering jegens uw naasten. Spr.
zei tenslotte dat men zich de moed,
trouw en dapperheid van de gevallenen
slechts ten voorbeeld kan stellen.
Zoals dezer dagen is gemeld is bin
nenkort in Nederland een nieuwe groep
van uit krijgsgevangenschap in de Sov
jet-Unie ontslagenen te verwachten. Het
ministerie van Buitenlandse Zaken
heeft heden de volgende lijst der namen
der 65 repatrianten ontvangen: H. J.
Aalders, Westervoort; W. ter Avest,
Amsterdam; A. Albertus, Amsterdam;
J. C. v. Baggum, Den Haag; H. Bakker,
Horst; H. J. Barendrecht, Dordrecht; J.
M. Berendsen, Walsum; M. J. Bosboom,
Utrecht; M. J. Brijke, Zwolle; C. J. Bra-
to, Bonn; B. A. v. Breda, Utrecht; D. du
Chatinier, Leiden; J. H. Dekkers, Oss;
M. A. Dutz, Maastricht; H. G. van Dijk,
Baarn; H. W. Dijkstra, Amsterdam; C.
J. Ewen, Breda; R. J. Evermans, Den
Haag; J. v. Eijk, Haarlem; C. G. Hin
ten, Amsterdam; H. J. Geerlings, Nij
megen; P. C. v. Gemert, Eindhoven; J.
W. Goethart, Amsterdam; A. M. Gor-
dobeke, Kleef; G. v. d. Groep, Den Haag;
S. H. de Groot, Stadskanaal; J. Hagens,
Arnhem; F, Hansen, Scherfeld; C. den
Hartog, Rotterdam; J. P. Jelkman, Rot
terdam; J. Huismans, Amsterdam; P.
Kleingansey, Heino; A. Knijff, Utrecht;
W. G. Koenen, Ordichem (Java); Th.
J. Koenen, Roermond; E. Colmsee, Am
sterdam; G. L. Koning, Haarlem; Jac.
de Koning, Leiden; J. Koole, Schiedam;
T. A. Kor, Meeden; B. A. van Krimpen,
Zwijndrecht; M. de Kruyff, Amsterdam;
J. Kuppen, Breda; G. Kwint, Arnhem;
P. J. de Laat, Tilburg; H. de Leeuw,
Den Haag; D. H. Lehmann, Amsterdam;
Th. J. Ligtvoet. Tilburg; H. G. Lubbers,
Gronau; H. v. d. Maaden, Heerlen; H. C.
v. Meurs, Leiden; H. Mussert, Gorin
chem; B. Norbruis, St. Jacobaparochie;
A. Nuis, Rotterdam; J. F. Quaedflieg,
Kerkrade; J. B. de Beer, Klunder; J.
F. Vera, Eindhoven; G. de Wal, Zeist;
P. A. Wasman, Rotterdam; G. v. Wee-
ren, Amsterdam; J. C. Wennink, Am
sterdam; P. v. Willems, Vaals; C. J.
Wulffraat, Rotterdam; J. v. d. IJssel,
Den Haag en H. W. v. d. Zee, Joure.
Advertentie
27
(Vit het Engels vertaald door André Noorbeek
ca uitgegeven door Het Spectrum, Utrecht.)
J5lonken voetstappen op straat. Hij
kon de omtrekken zien van een gestal
te. die voortdurend groter werd tussen
hen en het licht van buiten. Hij keerde
zich haastig om en deed of hij de kleu
renfoto's bekeek; vastgelegde belang
rijke momenten uit het jachtende re
laas van de sensationele film „De
Wreker", de titel stond in grote zwarte
letters op het reclamebord geschilderd.
Sensationeel drama van intrige eft
hartstocht" stond er onder.
De voetstappen klonken voortdurend
luider in het hol en werden steeds tal
rijker door de weerkaatsing. „Vlam
mende liefde" ziden de opschriften:
„Adembenemende momenten. Een
breedgeschouderd, vervaarlijk man in
het zwart met een hand onheilspellend
in zijn jaszak, bedreigde het meisje. Het
meisje in haar rode jurk stond op de
punten van haar tenen op iets, dat de
top van een heuvel kon zijn; haar ar
men hield zij zijwaarts uitgestrekt, het
hoofd achterover, met een grote bos
loshangend haar. Net een poppetje op
een motorkap, dacht Martin. Maar ze
was mooi. Ze zag er werkelijk uit naar
vlammende liefde. De voetstappen wa
ren nu overal om hem heen in de lucht,
weergalmend van de ene muur na de
andere, zich in zijn hoofd vermengend
tot een holklinkende tap-dans. De ge
daante was nu aan de andere kant van
de hal, ergens achter hen Pollitie? Hij
draaide zich om en liep langzaam de
enigszins hellende vloer af met een po
ging' om nonchalant te doen, als een
lanterfanter. De voetstappen klonken
nu niet meer. Martin naderde de uit
gang; zijn voeten kwamen steeds dich
ter bij de golf van zonlicht, die, schuin
onder de luifel door, in zijn richting
viel. Zijn schoenen waren nu in het
licht en een stem riep achter hem.
„Een ogenblik", zei de stem. Het leek
hem het beste, te doen alsof hij niets
had gehoord en door te lopen. Maar de
voetstappen klonken weer en de stem
ook. Martin bleef staan, waar hij was,
half buiten in het zonlicht. De stappen
werden minder duidelijk, nu de weer
galm wegstierf in de open lucht.
„Hoor eens jongeman," zei de stem
die nu naast hem was. Het was een be
daarde, afwezige stem als van iemand
die opkijkt van zijn boek. De belang
stelling van de spreker scheen zich op
iets anders te concentreren, dan op de
woorden, die hij gebruikte. ..Heb jij
misschien
De stem brak niet plotseling af, maar
scheen weg te sterven. De man stond
vlak achter hem en Martin keerde zich
naar hem om. „O," zei de man, alsof hij
zich had vergist. Hij was lang. mager,
onopvallend gekleed; zijn handen hin
gen slap langs zijn lijf; er was niets
dreigends aan hem, niets wat aan politie
deed denken. „Riep u mij?" vroeg
Martin; zijn voornemen om brutaal op
te treden en de mooie hal deed zijn slon
zigheid nog sterker uitkomen.
„Ik hield je voor iemand anders," zei
de man afwezig. Zijn lange dunne vin
gers trokken zijn das recht; in het
schemerlicht was het moeilijk zijn ge
zicht te zien. „Woon je de man
scheen te aarzelen uit verlegenheid,
woon je hier in de buurt?"
„Niet zo ver," antwoordde Martin, en
hij' dacht: alweer vragen. De vragen
beginnen weer, vragen van vreemden.
Hij tuurde in de schemering om te
trachten iets te ontdekken omtrent de
identiek van de ondervrager, omtrent
zijn beroep.
„Er is hier gisteravond iets gebeurd,"
zei de magerre man. „Hier in de hal."
„Daar heb ik over gehoord," zei Mar
tin „Maar neemt u mij niet kwalijk
„Heb je het in de krant gelezen?"
vroeg de man. Zijn handen hingen weer
langs zijn lijf, alsof ze niet op hun ge
mak waren, wanneer ze niets te doen
hadden; hij staarde over Martins schou
der naar de straat.
„Iemand vertelde het me", antwoord
de Martin. „Maar ik moet nu gaan."
Hij deed een stap naar de straat. Maar
de man liep met hem mee. „En ben je
toch nog naar de foto's gaan kijken?"
vroeg de man. „Na die opzettelijk
wachtte hij even voor het volgende
woord, schietpartij?" Het kwam er
bruusk uit. Martin had het gevoel of hij
het op de stenen hoorde vallen met een
geluid of het van lood was. En daar lag
het hem aan te staren en zei: moord,
moord, moord. Hij voelde het crucifix
kil in zijn hand, zag het grijze hoofd
droevig-melelijdend schudden.
„Wie bent u?" vroeg Martin. „Waar
om vraagt u me dat?"
„Ik heb niet veel gevraagd," zei de
man op gekwetste en verbaasde toon.
„Ik weet niets over een of andere
moord," zei Martin; zijn stem weifelde
bij het woord, alsof hij het met tegen
zin koos en alleen, omdat het 't enige
woord was, dat hier op zijn plaats was,
ofschoon hij er een afkeer van had.
„Ik sprak niet van moord", zei de man
welwillend. Martin voelde zich verble
ken.
„Adembenemende momenten, intrige
en hartstocht", las Martin op het recla
me-bord achter de man. „Ik ben recher
cheur. Er wordt van mij verwacht, dat
ik de dader vind". Dit zou het einde van
zijn privé-film. kunnen zijn, dacht Mar
tin de laatste acte. Hij ken bedaard
en als terloops zeggen: Ik ben de moor
denaar. Het verwondert me, dat u mij
niet hebt herkend, en dan zijn handen
uitsteken voor de boeien. De politie was
als God: alomtegenwoordig in de be
lachelijkste vermommingen.
„Het valt niet mee", zei de man. Ze
waren nu als oude vrienden, in hun in
timiteit besloten. Martin schatte de af
stand tot de open straat: vijf stappen,
zes misschien. Mensen haastten zich door
het zonlicht naar hun werk. Als hij
doorliep, zouden de zware voetstappen
dan meegaan, over het trottoir in de
zon? „Er waren gisteravond twee lelijke
zaakjes in deze buurt, geen vijf straten
van elkaar. En helemaal geen aanwijzin
gen. Ze denken zeker dat ik kan tove
ren". Hij krabde zich in de nek en trok
toen zijn hand verlegen terug, alsof hij
zich had betrapt. „Och. ik klaag niet.
We vinden de daders toch wel. Maar het
duurt zo lang en het is zoveel werk. Het
kost je je nachtrust. Hoe heet je?"
(Wordt vervolgd).
1. Met gefronste wenkbrauwen kijkt de breedgeschouderde man in de Drakkar
naar de langzaam naderbij schuivende kust van Noorwegen. Hoog boven de beman
ning van het schip uit reikt de drakenkop op de voorsteven bijna tot aan de top
van het brede zeil.
Land vooruitEen lange tocht gaat zijn einde vinden in de beschutting van de
baai. Harde trekken op de verweerde gezichten van de zeevaarders getuigen van
de beproevingen, die zij hebben doorstaan.
Gespannen, verlangend ook, zien zij de steil oprijzende rotsen langs zich heen
glijden, tot de scheepsbodem over het zand schuurt en zij op het strand kunnen
springen,' waar de golven breed uitlopen in een schuimend-witte branding.
Zwijgend zien de vijf mannen over het landschap, dat zich voor hen uitstrekt.
Gloeiende velden verliezen zich in de donkere achtergrond der wouden. Afwachtend
wenden de vreemdelingen de blik naar de breedgeschouderde man in het midden.
Hoe fors zij allen ook van gestalte zijn, deze man, die klaarblijkelijk hun aanvoerder
is, steekt nog boven hen uit. Zijn gelaat spreekt van wilskracht en meedogenloze
hardheid. De helblauwe ogen schieten vonken en geven hem met zijn verwilderde
haren, zijn lange baard en zware snor een welhaast afschrikwekkend uiterlijk.
Grote ringen draagt hij in de oren en uit dierenhuiden zijn de kledingstukken
vervaardigd, die zijn machtige borst omspannen. Vreemdelingen zijn zij blijkbaar
gewapend met vreemd gevormde bogen en speren als die, welke voor de vangst van
reuzenvissen worden gebruikt.
,,Moet het schip verbrand worden, heer Hovin?'* vraagt een van de mannen.
Zonder hem aan te zien schudt de aanvoerder^ het hoofd, zodat de beide korte haar-
vlechten heen en weer springen.
„Neen!" zegt hij. Zijn stem klinkt bevelend, als van iemand die slechts gewend is,
dat anderen zich eerbiedig tot hem wenden.
Vlammen en rook trekken te veel de aandacht!"
Eén voor één neemt Hovin zijn mannen scherp op.
„Wij moeten niet zo -snel opgemerkt worden!" gaat hij voort. „Als wij aan het
werk gaan," hij laat een korte, droge lach horen, „wordt men ons spoedig genoeg
gewaar. Welaan, daar vóór ons ligt het bos! Wouden, mannenleer dat van mij
zijn zeer geschikt om in te verdwijnen
Advertentie
(Van onze Utrechtse correspondent)
De Nationale Demobilisatie Raad is gisteren in een laatste bijeenkomst te Utrecht
door zijn voorzitter, Z. K. H. Prins Bernhard, ontbonden. Het zou echter onjuist
zijn, aldus Prins Bernhard in zijn openingswoord, uit deze afsluiting de conclusie
te trekken, dat het demobilisatiewerk overal in den lande hiermede beëindigd
is. Het betekent slechts dat de steun van de Nationale Raad niet meer nodig
is en dat het thans aan de provinciale en plaatselijke demobilisatieraden te be
oordelen staat, wanneer zij hun werk willen afsluiten.
Bij de hervatting der demobilisatie in
1949 en op welke schaal! heeft de
decentralisatie haar deugdelijkheid be
wezen; de demobilisatie-centra, het di
rectoraat Verkeerswezen, de sociale
diensten, de arbeidsbureau's en de de-
mobilisatie-comité's stonden schouder
aan schouder. Naast de sociale hulp,
door de Raad verleend, is de materiële
hulp, geboden door de Gezamenlijke
Militaire Fondsen en het Fonds voor
Bijzondere Noden, een grote steun ge
weest.
De algemeen secretaris van de Raad,
de luit.-kol, der mariniers W. J. van
Rhijn, bracht vervolgens verslag uit
over de werkzaamheden in drie jaar, de
fundatie in 1948,'de uitbouw in 1949 en
de vuurproef in 1950. Het waren vooral
twee omstandigheden, die in de zomer
van 1947 de idee voor een dergelijk in
stituut wakker riepen. Daar was aller
eerst het feit, dat er vele militairen na
een diensttijd van onbekende duur uit
Indonesië zouden terugkeren zonder een
werkkring te hebben gekend. En ver
volgens was er bij insiders de weten
schap, hoe ondanks ruime financiële
middelen en een ruime arbeidsmarkt de
demobilisatie der geallieerde landen in
1945 minder gunstig was verlopen. Na
diverse besprekingen kwam er een ge
mengd orgaan tot stand, waarin over
heid en particulier initiatief naast el
kaar zitting hadden. De naam van pater
Goossens zal onverbrekelijk aan dit
vooroverleg verbonden blijven. Door
doelbewuste decentralisatie is de demo
bilisatie een zorg van iedere streek en
iedere gemeente geworden. De ruime
mate, waarin m.n. de Provinciale De
mobilisatie Raden, vaak onder voorzit
terschap van de Commissarissen der
Koningin, aan het werk deelnamen,
heeft het mogelijk gemaakt dat het na
tionaal secretariaat klein kon blijven.
Geen grote campagnes via pers of radio,
geen affiches zijn nodig geweest om de
gedemobiliseerden aan hun bestemming
te helpen; alles wat naar reclame
zweemde, is doelbewust als schadelijk
op de lange duur vermeden.
De gedachtenwisseling in de Raad
heeft zich vooral rond vier punten ge
concentreerd: het K.B. Demobilisatie
voorzieningen; de scholing van gede
mobiliseerden en de billijkheid van
een trainingstoeslag van Rijkswege bij
scholing in de bedrijven; de huisves
ting, waarvoor de minister van We
deropbouw en Volkshuisvesting twee
maal een extra contingent duplexwo-
ningen ter beschikking stelde; ten
slotte de emigratie, waarvoor tevens
in Djakarta een orgaan werd geves
tigd, specieal georiënteerd op Austra
lië en Ni,uw-Zeeland.
De demobilisatie-stop die in de herfst
van 1948 inging, werd niet onbenut ge
laten. Men heeft deze tijd gebruikt om
de vóórzorg beter te organiseren, waar
toe de versterking der militaire organi
satie in Indonesië met vier van de beste
krachten van het Rijksarbeidsbureau
veel heeft bijgedragen. De voorzorgge
dachte werd in deze periode doorgetrok
ken tot in de gezinnen in Nederland, tot
bjj de troepen in Indonesië.
Verbetering der demobilisatie-voor
zieningen, voorlichting op de troepen
schepen, spoedcursussen en psychotech
nisch onderzoek waren initiatieven van
ambtelijke zijde. Het particuliere initia
tief verzorgde o.a. het gezinswerk, het
contact met gewonden en nagelaten be
trekkingen, bemiddeling bij het verwer
ven van leidinggevende functies, e.d. Dit
alles getuigt er van, dat de demobilisa
tie een goede klankbodem in ons volk
heeft gehad. Mede hierdoor heeft meer
dan 99 pet. der oud-militairen reeds zijn
bestemming bereikt. Op 15 Juni waren
er van de 13.000 gedemobiliseerden uit
Indonesië nog slechts 1.069 werkzoeken
den, waarvan er slechts 334 langer dan
drie maanden werkloos zijn. Het resul
taat van de arbeidsbemiddeling is uit
zonderlijk goed geweest. De woningnood
is te algemeen om op korte termijn
evenzo te slagen, maar in de afgelopen
2 a 3 jaar zijn er toch meer gedemobi
liseerden aan huisvesting geholpen dan
er nog ingeschreven staan. Met een
woord van dank voor de ontvangen hulp
en het betoonde vertrouwen besloot de
overste Van Rhijn zijn verslag.
De minister-president, dr. W. Drees.
vertolkte voorts de dank der regering
voor het feit. dat het Nederlandse volk
het vertrouwen der regering niet heeft
beschaamd, mede dank zij de goodwill,
door de Nationale Demobilisatie Raad
gekweekt. Bijzonder ook is de regering
erkentelijk voor de tact en wijsheid,
waarmee de Prins het voorzitterschap
heeft bekleed.
In zijn laatste toespraak als voor
zitter van de Raad memoreerde Prins
Bernhard als laatste spreker, hoe het
boven verwachting goede verloop der
demobilisatie ook aan een aantal objec
tieve factoren te danken is geweest, zo
als het milde conjunctuurverloop en de
geringe werkloosheid in Nederland, als
mede de karaktereigenschappen der de
mobiliserende militairen zelf. Daarnaast
staat het begrip, dat het Nederlandse
volk metterdaad voor de gedemobili
seerden heeft getoond.
De Koninklijke Nederlandse Touristen
Bond A.N.W.B, heeft een nieuwe mijl
paal bereikt. Een dezer dagen kwam bet
250.00ste lid zich opgeven. Bijna gelijk
tijdig meldde zich het 100.000ste lid van
de Wegenwacht. Deze instelling, even
spectaculair als nuttig, beschikt thans
o.a. over 477 telefoonposten: in de naaste
toekomst zullen er nog zestig bij komen.
De Wegenwacht, die zich wel eens de
verpleegster-langs-de-weg noemt, heeft
onlangs een nieuwe taak op zich geno
men. Zij heeft zich namelijk bereid ver
klaard mede te werken aan de bestrij
ding van bosbranden.
De Nationale Demobilisatie Raad
heejt Donderdag ter gelegenheid
van het beëindigen van zijn werk
zaamheden een officiële bijeen
komst gehouden in Esplanade tc
Utrecht. Z. K. H. Prins Bernhard,
voorzitter van de Nationale Demo
bilisatie Raad, hield de openings
rede. V. i. r.: Miniset-president
dr. W. DreesZ. K. H Prins Bern
hard; mr. Kranenburg,, staatssecre
taris van Oorlog en de heer W. J.
van Rhijn, algemeen secretaris van
de N. D. R.
Naar gisteren te Den Haag werd me
degedeeld, heeft zich een landelijk co
mité voor het plattelandsjongerenwerk
gevormd, waarin de drie grote organisa
ties van plattelandsjongeren, de drie
landarbeidersbonden en de drie boeren-
organisaties tezamen werken om spe
ciaal de practische technische vorming
van de jeugd ten plattelande te bevor
deren.
Ogenschijnlijk heeft men hier te ma
ken met een aangelegenheid, welker be
tekenis niet veel verder reikt dan voor
de interne activiteit van de genoemde
vérenigingen; het project, dat hiermee
wordt opgezet is evenwel van gorter,
algemeen belang.
Door de contacten met de landbouw
in de Europese Angelsaksische landen
en met name door de studiereizen,
welke Nederlandse agrariërs op uit
nodiging van de E.C.A, in Amerika
maakten, is de laatste jaren ten on
zent het inzicht gegroeid, dat hoewel
de jonge boeren en landarbeiders hier
op de landbouwscholen een zeer goede
theoretische opleiding krijgen, welke
beter is dan op vele andere plaatsen,
men in Nederland voor wat de toe
passing der theorie in de practijk be
treft, tekort schiet.
In Amerika bijvoorbeeld kent men
de „4 H-clubs (Heart, Head, Hands
en Health), waarin de jongeren van
10 tot 20 jaar onder supervisie, maar
toch op hun eigen houtje reeds vroeg
zelf een vorm van bedrijfsvoering
aanpakken, welke hun speciale inte
resse heeft; zo leert een jongeman van
14 jaar b.v. reeds technisch goed en
economische verantwoord de kippen
fokkerij.
Verschillende van deze activiteiten
worden bovendien geanimeerd door er
een wedstrijdelement aan te verbinden.
Stelt men hier nu, om maar eens een
voorbeeld te noemen, tegenover, dat in
een der provincies van ons land bij het
harken van het hooi hardnekkig wordt
vastgehouden aan een model hark, waar
mee dit werk aanmerkelijk langzamer
geschiedt dan in de andere provincies,
waar men een ander model gebruikt,
dan is het toch duidelijk, dat er op dit
gebied hier nog het een en ander te
doen valt.
De Nederlandse organisaties beijveren
zich zeer voor de principiële, sociaal-
economische en maatschappelijke vor
ming van hun leden en dit werk mag
ook niet worden prijsgegeven, maar
daarnaast is het van niet gering belang,
dat de jonge boer en landarbeider ook
verstand krijgt van de werking, het on
derhoud en de reparatie van een tractor.
Wat het genoemde comité in deze
richting precies zal gaan verrichten laat
zich thans nog moeilijk aankondigen,
doch de bedoelingen blijken wel zo se
rieus, dat de Food and Agriculture Of
ficer van de ECA-missie te Den Haag
aan de algemene opzet om de practiscne
technische vorming der Nederlandse
plattelandsjeugd te verbeteren reeds
zijn volledige steun heeft toegezegd.
Naar wij vernemen, heeft de A.N.W.B.
er bij de betreffende instanties op aan
gedrongen om in de hotels, café's en
restaurants in drie talen te doen aan
kondigen, dat geen fooien gegeven be
hoeven te worden, omdat het bedie-
ningsgeld in de prijs is inbegrepen. De
bond heeft de indruk, dat in vele ge
vallen de buitenlandse gasten, die van
een en ander niet op de hoogte zijn,
tweemaal bet bedieningsgeld betalen.
Vanmorgen zijn dertien van de Ne
derlandse vliegers, die 24 Mei van het
vorig jaar naar Amerika vertrokken
om daar hun opleiding te ondergaan
op Schiphol teruggekeerd. Dertien bruin
gebrande. kennelijk voldane jongelui,
die overigens gezamenlijk van mening
waren, dat het „behoorlijk" zwaar was
geweest. „Toen wij weggingen", zegt
sergeant Koos Francois niet zonder
trots, „konden wij een beetje overweg
met een „Tigermothje". Nu kunnen we
met een straaljager vliegen. En wij heb
ben 300 vlieguren".
Eén en ander bleek dan het resultaat
van een intensieve training op het vlieg
veld „Randolph Field San Antonio
Texas" „Een kleine stad", zegt ser
geant Dierendorp en op een Fighter-
school in Arizona. Een training zowel
in theoretisch als in practisch opzicht.
Het begon met gewoon marcheren en
met sport.
Maar dat door-de-weekse drillen
bleek tevens een soort toetssteen te zijn
voor het uithoudingsvermogen van de
knapen. En dat daarbij hoge eisen
werden gesteld moge blijken uit de
omstandigheid dat van de negentig
Franse vliegers bijvoorbeeld, die tege
lijkertijd met de Nederlanders in op
leiding waren, er direct al ongeveer
zestig uitvielen. Trouwens bij de Ameri
kanen is het percentage uitvallers ook
niet gering: 50 procent ongeveer.
Alles in aanmerking genomen zjjn de
resultaten, die de Nederlandse jongens
behaald hebben, beslist zeer goed te
noemen. Van de 44 legden 13 na ver
loop van tjjd het bijltje er bij neer.
Zaterdag 30 Juni.
AMSTERDAM
Concertgebouw: 8.15 u. Peter Pears en
Benjamin Britten.
Carré: 8 u. Ned. Comedie: Leer om
Leer.
I.C.C.: Vondelpark Pantomime „Schijn
en Maneschijn" 9.30 u.
SCHEVENINGEN
Kursaal: 8.15 u. Concertgebouw orkeet
oJ.v. George Szell.
Hetgeen een percentage van ongeveer
27 procent oplevert.
Sergeant Dierendorp heeft een verkla
ring voor deze uitstekende uitslag. „De
Amerikanen werken meer individueel",
zegt hij, „maar wij vormen een groep.
Als een kameraad dreigde slap te wor
den sleepten wij hem als het kon ge
zamenlijk mee". Die geest van saam
horigheid verlaat Nederlanders in het
buitenland nooit; zeker soldaten niet.
Overigens: de jongelui hebben vol
doende tijd gekregen voor divertisse
ment. Zij zijn in als paradijselijk be
kend staande vacatieoorden als Miami
en Florida geweest, waar zij door Ame
rikaanse families heel hartelijk werden
ontvangen. „Een pracht land, Amerika",
daar waren ze het alle dertien hart
roerend over eens.
(Van onze correspondent)
De Groninger Rechtbank heeft von
nis gewezen in de zaak tegen de 30-ja-
rige boerenknecht Ewe P. uit Fox-
wolde, onder Roden, die in de nacht van
30 op 31 December van het vorige jaar
in Boerakker, nabij De Leek, de 34-ja-
rige Anne Stokroos er. diens broer, de
36-jarige Ietse, neerstak, met als ge
volg, dat de eerste op slag dood was
en de laatste ernstig gewond in een
ziekenhuis moest worden opgenomen.
De daad vond haar oorsprong in het
bezwaar dat Anne Stokroos maakte te
gen de omgang van P. met diens 16-ja-
rige stiefdochter. De Officier van Justi
tie had veertien dagen geleden een ge
vangenisstraf van 20 jaar geëist we
gens moord en poging tot doodslag.
De rechtbank veroordeelde de dader
tot een gevangenisstraf van 12 jaar en
beval de vernietiging van het dolkmes
waarmee de daden zijn gepleegd. Ver
dachte heeft hoger beroep aangetekend.
De Aartsbisschop van Utrecht, Z. E.
Joh. Kardinaal de Jong, zal in de ko
mende week geen audiëntie verlenen.