Verovering van het eiland Walcheren ging plotseling niet door Militaire oefening op het hoogtepunt afgelast Eric de Noorman: DE PttUS DEP WBAKE TOT DE RAND VAN DE AFGROND Nationale Demobilisatieraad ontbonden Gedemobiliseerde militairen vónden bijna allen werk GEyae^ NEDERLANDSE LEGERVLIEGERS UIT AMERIKA TERUG Angst voor het kostbare koolzaad 27 onderscheidingen posthuum verleend 65 NEDERLANDERS KOMEN UIT RUSLAND TERUG j DOOR LEO BRADY Decentralisatie werkte uitstekend A.N.W.B. heeft 250.000 leden VERBETERING VAN DE PRACTISCHE VORMING VAN PLATTELANDSJONGEREN GEEN FOOIEN Zware opleiding met uitstekende resultaten FESTIVAL-AGENDA VRIJDAG 29 JUNI 1951 PAGINA 3 Zesjarig jongetje vermist DOODSTRAF VAN SWEERTS THANS DEFINITIEF Daden van moed beloond Wegenwacht helpt by bestrijding van bosbranden Harken en harken is twee Zegt de A.N.W.B. Het drama te Boerakker MESSENSTEKER TOT TWAALF JAAR VEROORDEELD Geen audiëntie (Van onze speciale verslaggever) Het zit ons leger niet mee de laatste tijd. Het heeft achter elkaar de tamelijk onverkwikkelijke geschiedenis van de Wittenberg en het mislukken van de oefeningencyclus Crescendo moeten verstouwen en nu gisteravond, vrezen wü, is een nieuwe vry onaangename historie aan deze sombere reeks toegevoegd. Sinds Maandag namelijk was in het zuiden van ons land een nieuwe militaire oefening aan de gang, geleid en opgezet door de K.M.A. te Breda, de operatie ..Kreeft", Met de overovering van het eiland Walcheren zou deze operatie ge lopen nacht haar hoogtepunt hebben gevonden, ware niet gisteravond om acht uur plotseling zonder opgave van redenen het bevel gegeven, dat de oefening moest worden gestaakt. Men kan zich wellicht voorstellen welke reactie deze plotselinge werkloos heid teweeg bracht bij de rond 1500 mannen die aan deze oefening deelna men. Zij immers hadden zich deze week meestal in de stromende regen vanuit Arcen in Noord-Limburg al vechtende ®en weg gebaand dwars door Brabant en nu lagen zij vol strijdlust aan weers zoden van de Sloepolder gereed voor de elles beslissende slag. Wanneer men nu bovendien nog weet dat tegenover el kaar cadetten en dienstplichtigen, mari niers en commando-troepen lagen opge steld en dat zij de strijd hadden gevoerd niet alleen met infanteriewapens, tanks en vliegtuigen, maar ook met pamfletten en zgn. ondermijnende radio-uitzendin gen over en weer, dan kan men mis schien begrijpen hoe voortreffelijk de stemming vóór deze slotavond was en hoe diep derhalve de teleurstelling ge voeld werd, toen dat plotselinge bevel alle aanvalslust zinloos en overbodig maakte. Wij maken ons dan ook werke lijk niet aan overdrijving schuldig, wan neer wij constateren, dat de stemming zskte tot beneden het nulpunt en dat er door deze na vier dagen vechten over vermoeide manschappen gekankerd werd dat het een aard had. Deze negatieve houding werd nog ver sterkt door het feit dat niemand, zelfs de hoogste bevelvoerende officieren niet, practisch wist waarom deze oefening zo ontijdig tot een einde werd gebracht. De meest betrouwbare lezing, die wü heden nacht konden achterhalen, luidt onge veer als volgt: De Sloepolder is een gloednieuwe polder in rijkseigendom. Hfl draagt dit jaar zijn eerste meterhoge koolzaadoogst. Voor deze oogst schijnt men uitermate beducht. Zo beducht, dat reeds bij de voorbereidingen voor deze oefening herhaalde malen er op werd gewezen dat hij vooral niet mocht wor den beschadigd. Dienovereenkomstig waren dan ook bevelen gegeven en dienovereenkomstig ic dan ook zoals wij persoonlijk heb ben kunnen vaststellen gehandeld door de strijdende troepen. De burge meester van Nieuwland, die over een belangrijk deel van de polder gezag: uit oefent, deelde ons mede geen klacht te hebben ontvangen. Desniettemin werd gisteravond eerst normaal een strikte order uit Den Haag doorgegeven dat de oogst nergens mocht worden beschadigd, terwijl een half uur later plc/seling het bevel werd gegeven de oefening geheel te staken. Het schijnt, zo vernamen wij, dat het ministerie van Landbouw sterke druk heeft uitgeoefend op de chef van de generale staf waarop deze na over leg met de minister van Oorlog de oefening plotseling liet stopzetten. Naar wij van de Legervoorlichtings- dienst nader vernemen is „het laatste gedeelte van de oefening „Kreeft" afge last, omdat bij de landbouwautoriteiten grote beduchtheid rees, dat het koolzaad in de Sloepolder ernstige schade zou op lopen door het daar doorheen trekken van de oefenende troepen. Door een ver zuim was bij de opzet van de oefening met deze factor geen rekening gehou den en is eerst op het allerlaatste mo ment de noodzaak gebleken de oefening voortijdig te beëindigen". In Groningen is sinds een paar da gen de zes-jarige Appie Hoeksema, J. W. Frisostraat 79a, zoek. Zijn signalement luidt: lichtblond haar. blauwe ogen, stevig postuur praat moeilijk, gekleed in manchester broek, geruite blouse met korte mouwen, blau we pullover met rode strepen, grijze kniekousen en hoge zwarte schoenen. Op de nieuwe verkeersweg te Nun- speet is Donderdag een auto, bestuurd door de Zweedse gezant in Nederland, de heer J. Lagerberg, in botsing geko men met een personenauto bestuurd door een boekhandelaar uit Gantelwijk (bij Gorinchem). De Zweedse gezant werd licht gewond. De krijgsraad te Luik heeft Donder dag uitspraak gedaan inzake de ontvan kelijkheid van het verzet van de oud- SS-er Sweerts, bekend uit de zaak Wes terling, tegen het vonnis van de Belgi sche krijgsraad te Tongeren van 1946, waarbij Sweerts bij verstek wegens oor logsmisdaden ter dood werd veroordeeld. Zoals gemeld, verklaart Sweerts geen kennis te hebben gehad van dit vonnis, daar hij in het buitenland verbleef. In zijn uitspraak betoogde de Luikse krijgsraad dat het argument van force majeure slechts aannemelijk is voor de periode tot 1948, het jaar, waarin Sweerts in Nederland werd vrijgelaten, doch dat hij na dit jaar zonder twijfel kennis heeft kunnen nemen van de uitspraak van de krijgsraad, De Luikse krijgsraad verklaarde het verzet van Sweerts bijge volg niet ontvankelijk. Het resultaat hiervan is, dat de veroordeling tot de doodstraf van Sweerts thans definitief is. Hierbij dient opgemerkt te worden, dat in het afgelopen jaar aan geen en kele Belgische oorlogsmisdadiger, die ter dood werd veroordeeld, het doodvonnis werd voltrokken, De minister van Oorlog en Marine, ir. C Staf, heeft Donderdag in de Rolzaal te 's-Gravenhage zeven en twintig on derscheidingen uitgereikt, welke post huum zijn toegekend aan personen, die behoorden tot de Koninklijke Land macht of de Koninklijke Marine of die als burger tijdens de gevechtshandelin gen daden van moed verrichtten. Minister Staf zei de in een toespraak, dat de onderscheidingen zijn toegekend voor velerlei moedige verrichtingen op verschillende fronten na de oorlogsda den in 1940. Overal werden daden van zelfopoffering betoond: in Nederland tegen de Duitse troepen, in Indonesië en in Korea. Wanneer wij onze geval lenen herdenken, zo vervolgt minister Staf, beseffen wij dat er droefenis is in uw hart, doch tevens geloven wij dat deze herdenking gevoelens van dank en waardering in u zult opwekken, dank en waardering jegens uw naasten. Spr. zei tenslotte dat men zich de moed, trouw en dapperheid van de gevallenen slechts ten voorbeeld kan stellen. Zoals dezer dagen is gemeld is bin nenkort in Nederland een nieuwe groep van uit krijgsgevangenschap in de Sov jet-Unie ontslagenen te verwachten. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft heden de volgende lijst der namen der 65 repatrianten ontvangen: H. J. Aalders, Westervoort; W. ter Avest, Amsterdam; A. Albertus, Amsterdam; J. C. v. Baggum, Den Haag; H. Bakker, Horst; H. J. Barendrecht, Dordrecht; J. M. Berendsen, Walsum; M. J. Bosboom, Utrecht; M. J. Brijke, Zwolle; C. J. Bra- to, Bonn; B. A. v. Breda, Utrecht; D. du Chatinier, Leiden; J. H. Dekkers, Oss; M. A. Dutz, Maastricht; H. G. van Dijk, Baarn; H. W. Dijkstra, Amsterdam; C. J. Ewen, Breda; R. J. Evermans, Den Haag; J. v. Eijk, Haarlem; C. G. Hin ten, Amsterdam; H. J. Geerlings, Nij megen; P. C. v. Gemert, Eindhoven; J. W. Goethart, Amsterdam; A. M. Gor- dobeke, Kleef; G. v. d. Groep, Den Haag; S. H. de Groot, Stadskanaal; J. Hagens, Arnhem; F, Hansen, Scherfeld; C. den Hartog, Rotterdam; J. P. Jelkman, Rot terdam; J. Huismans, Amsterdam; P. Kleingansey, Heino; A. Knijff, Utrecht; W. G. Koenen, Ordichem (Java); Th. J. Koenen, Roermond; E. Colmsee, Am sterdam; G. L. Koning, Haarlem; Jac. de Koning, Leiden; J. Koole, Schiedam; T. A. Kor, Meeden; B. A. van Krimpen, Zwijndrecht; M. de Kruyff, Amsterdam; J. Kuppen, Breda; G. Kwint, Arnhem; P. J. de Laat, Tilburg; H. de Leeuw, Den Haag; D. H. Lehmann, Amsterdam; Th. J. Ligtvoet. Tilburg; H. G. Lubbers, Gronau; H. v. d. Maaden, Heerlen; H. C. v. Meurs, Leiden; H. Mussert, Gorin chem; B. Norbruis, St. Jacobaparochie; A. Nuis, Rotterdam; J. F. Quaedflieg, Kerkrade; J. B. de Beer, Klunder; J. F. Vera, Eindhoven; G. de Wal, Zeist; P. A. Wasman, Rotterdam; G. v. Wee- ren, Amsterdam; J. C. Wennink, Am sterdam; P. v. Willems, Vaals; C. J. Wulffraat, Rotterdam; J. v. d. IJssel, Den Haag en H. W. v. d. Zee, Joure. Advertentie 27 (Vit het Engels vertaald door André Noorbeek ca uitgegeven door Het Spectrum, Utrecht.) J5lonken voetstappen op straat. Hij kon de omtrekken zien van een gestal te. die voortdurend groter werd tussen hen en het licht van buiten. Hij keerde zich haastig om en deed of hij de kleu renfoto's bekeek; vastgelegde belang rijke momenten uit het jachtende re laas van de sensationele film „De Wreker", de titel stond in grote zwarte letters op het reclamebord geschilderd. Sensationeel drama van intrige eft hartstocht" stond er onder. De voetstappen klonken voortdurend luider in het hol en werden steeds tal rijker door de weerkaatsing. „Vlam mende liefde" ziden de opschriften: „Adembenemende momenten. Een breedgeschouderd, vervaarlijk man in het zwart met een hand onheilspellend in zijn jaszak, bedreigde het meisje. Het meisje in haar rode jurk stond op de punten van haar tenen op iets, dat de top van een heuvel kon zijn; haar ar men hield zij zijwaarts uitgestrekt, het hoofd achterover, met een grote bos loshangend haar. Net een poppetje op een motorkap, dacht Martin. Maar ze was mooi. Ze zag er werkelijk uit naar vlammende liefde. De voetstappen wa ren nu overal om hem heen in de lucht, weergalmend van de ene muur na de andere, zich in zijn hoofd vermengend tot een holklinkende tap-dans. De ge daante was nu aan de andere kant van de hal, ergens achter hen Pollitie? Hij draaide zich om en liep langzaam de enigszins hellende vloer af met een po ging' om nonchalant te doen, als een lanterfanter. De voetstappen klonken nu niet meer. Martin naderde de uit gang; zijn voeten kwamen steeds dich ter bij de golf van zonlicht, die, schuin onder de luifel door, in zijn richting viel. Zijn schoenen waren nu in het licht en een stem riep achter hem. „Een ogenblik", zei de stem. Het leek hem het beste, te doen alsof hij niets had gehoord en door te lopen. Maar de voetstappen klonken weer en de stem ook. Martin bleef staan, waar hij was, half buiten in het zonlicht. De stappen werden minder duidelijk, nu de weer galm wegstierf in de open lucht. „Hoor eens jongeman," zei de stem die nu naast hem was. Het was een be daarde, afwezige stem als van iemand die opkijkt van zijn boek. De belang stelling van de spreker scheen zich op iets anders te concentreren, dan op de woorden, die hij gebruikte. ..Heb jij misschien De stem brak niet plotseling af, maar scheen weg te sterven. De man stond vlak achter hem en Martin keerde zich naar hem om. „O," zei de man, alsof hij zich had vergist. Hij was lang. mager, onopvallend gekleed; zijn handen hin gen slap langs zijn lijf; er was niets dreigends aan hem, niets wat aan politie deed denken. „Riep u mij?" vroeg Martin; zijn voornemen om brutaal op te treden en de mooie hal deed zijn slon zigheid nog sterker uitkomen. „Ik hield je voor iemand anders," zei de man afwezig. Zijn lange dunne vin gers trokken zijn das recht; in het schemerlicht was het moeilijk zijn ge zicht te zien. „Woon je de man scheen te aarzelen uit verlegenheid, woon je hier in de buurt?" „Niet zo ver," antwoordde Martin, en hij' dacht: alweer vragen. De vragen beginnen weer, vragen van vreemden. Hij tuurde in de schemering om te trachten iets te ontdekken omtrent de identiek van de ondervrager, omtrent zijn beroep. „Er is hier gisteravond iets gebeurd," zei de magerre man. „Hier in de hal." „Daar heb ik over gehoord," zei Mar tin „Maar neemt u mij niet kwalijk „Heb je het in de krant gelezen?" vroeg de man. Zijn handen hingen weer langs zijn lijf, alsof ze niet op hun ge mak waren, wanneer ze niets te doen hadden; hij staarde over Martins schou der naar de straat. „Iemand vertelde het me", antwoord de Martin. „Maar ik moet nu gaan." Hij deed een stap naar de straat. Maar de man liep met hem mee. „En ben je toch nog naar de foto's gaan kijken?" vroeg de man. „Na die opzettelijk wachtte hij even voor het volgende woord, schietpartij?" Het kwam er bruusk uit. Martin had het gevoel of hij het op de stenen hoorde vallen met een geluid of het van lood was. En daar lag het hem aan te staren en zei: moord, moord, moord. Hij voelde het crucifix kil in zijn hand, zag het grijze hoofd droevig-melelijdend schudden. „Wie bent u?" vroeg Martin. „Waar om vraagt u me dat?" „Ik heb niet veel gevraagd," zei de man op gekwetste en verbaasde toon. „Ik weet niets over een of andere moord," zei Martin; zijn stem weifelde bij het woord, alsof hij het met tegen zin koos en alleen, omdat het 't enige woord was, dat hier op zijn plaats was, ofschoon hij er een afkeer van had. „Ik sprak niet van moord", zei de man welwillend. Martin voelde zich verble ken. „Adembenemende momenten, intrige en hartstocht", las Martin op het recla me-bord achter de man. „Ik ben recher cheur. Er wordt van mij verwacht, dat ik de dader vind". Dit zou het einde van zijn privé-film. kunnen zijn, dacht Mar tin de laatste acte. Hij ken bedaard en als terloops zeggen: Ik ben de moor denaar. Het verwondert me, dat u mij niet hebt herkend, en dan zijn handen uitsteken voor de boeien. De politie was als God: alomtegenwoordig in de be lachelijkste vermommingen. „Het valt niet mee", zei de man. Ze waren nu als oude vrienden, in hun in timiteit besloten. Martin schatte de af stand tot de open straat: vijf stappen, zes misschien. Mensen haastten zich door het zonlicht naar hun werk. Als hij doorliep, zouden de zware voetstappen dan meegaan, over het trottoir in de zon? „Er waren gisteravond twee lelijke zaakjes in deze buurt, geen vijf straten van elkaar. En helemaal geen aanwijzin gen. Ze denken zeker dat ik kan tove ren". Hij krabde zich in de nek en trok toen zijn hand verlegen terug, alsof hij zich had betrapt. „Och. ik klaag niet. We vinden de daders toch wel. Maar het duurt zo lang en het is zoveel werk. Het kost je je nachtrust. Hoe heet je?" (Wordt vervolgd). 1. Met gefronste wenkbrauwen kijkt de breedgeschouderde man in de Drakkar naar de langzaam naderbij schuivende kust van Noorwegen. Hoog boven de beman ning van het schip uit reikt de drakenkop op de voorsteven bijna tot aan de top van het brede zeil. Land vooruitEen lange tocht gaat zijn einde vinden in de beschutting van de baai. Harde trekken op de verweerde gezichten van de zeevaarders getuigen van de beproevingen, die zij hebben doorstaan. Gespannen, verlangend ook, zien zij de steil oprijzende rotsen langs zich heen glijden, tot de scheepsbodem over het zand schuurt en zij op het strand kunnen springen,' waar de golven breed uitlopen in een schuimend-witte branding. Zwijgend zien de vijf mannen over het landschap, dat zich voor hen uitstrekt. Gloeiende velden verliezen zich in de donkere achtergrond der wouden. Afwachtend wenden de vreemdelingen de blik naar de breedgeschouderde man in het midden. Hoe fors zij allen ook van gestalte zijn, deze man, die klaarblijkelijk hun aanvoerder is, steekt nog boven hen uit. Zijn gelaat spreekt van wilskracht en meedogenloze hardheid. De helblauwe ogen schieten vonken en geven hem met zijn verwilderde haren, zijn lange baard en zware snor een welhaast afschrikwekkend uiterlijk. Grote ringen draagt hij in de oren en uit dierenhuiden zijn de kledingstukken vervaardigd, die zijn machtige borst omspannen. Vreemdelingen zijn zij blijkbaar gewapend met vreemd gevormde bogen en speren als die, welke voor de vangst van reuzenvissen worden gebruikt. ,,Moet het schip verbrand worden, heer Hovin?'* vraagt een van de mannen. Zonder hem aan te zien schudt de aanvoerder^ het hoofd, zodat de beide korte haar- vlechten heen en weer springen. „Neen!" zegt hij. Zijn stem klinkt bevelend, als van iemand die slechts gewend is, dat anderen zich eerbiedig tot hem wenden. Vlammen en rook trekken te veel de aandacht!" Eén voor één neemt Hovin zijn mannen scherp op. „Wij moeten niet zo -snel opgemerkt worden!" gaat hij voort. „Als wij aan het werk gaan," hij laat een korte, droge lach horen, „wordt men ons spoedig genoeg gewaar. Welaan, daar vóór ons ligt het bos! Wouden, mannenleer dat van mij zijn zeer geschikt om in te verdwijnen Advertentie (Van onze Utrechtse correspondent) De Nationale Demobilisatie Raad is gisteren in een laatste bijeenkomst te Utrecht door zijn voorzitter, Z. K. H. Prins Bernhard, ontbonden. Het zou echter onjuist zijn, aldus Prins Bernhard in zijn openingswoord, uit deze afsluiting de conclusie te trekken, dat het demobilisatiewerk overal in den lande hiermede beëindigd is. Het betekent slechts dat de steun van de Nationale Raad niet meer nodig is en dat het thans aan de provinciale en plaatselijke demobilisatieraden te be oordelen staat, wanneer zij hun werk willen afsluiten. Bij de hervatting der demobilisatie in 1949 en op welke schaal! heeft de decentralisatie haar deugdelijkheid be wezen; de demobilisatie-centra, het di rectoraat Verkeerswezen, de sociale diensten, de arbeidsbureau's en de de- mobilisatie-comité's stonden schouder aan schouder. Naast de sociale hulp, door de Raad verleend, is de materiële hulp, geboden door de Gezamenlijke Militaire Fondsen en het Fonds voor Bijzondere Noden, een grote steun ge weest. De algemeen secretaris van de Raad, de luit.-kol, der mariniers W. J. van Rhijn, bracht vervolgens verslag uit over de werkzaamheden in drie jaar, de fundatie in 1948,'de uitbouw in 1949 en de vuurproef in 1950. Het waren vooral twee omstandigheden, die in de zomer van 1947 de idee voor een dergelijk in stituut wakker riepen. Daar was aller eerst het feit, dat er vele militairen na een diensttijd van onbekende duur uit Indonesië zouden terugkeren zonder een werkkring te hebben gekend. En ver volgens was er bij insiders de weten schap, hoe ondanks ruime financiële middelen en een ruime arbeidsmarkt de demobilisatie der geallieerde landen in 1945 minder gunstig was verlopen. Na diverse besprekingen kwam er een ge mengd orgaan tot stand, waarin over heid en particulier initiatief naast el kaar zitting hadden. De naam van pater Goossens zal onverbrekelijk aan dit vooroverleg verbonden blijven. Door doelbewuste decentralisatie is de demo bilisatie een zorg van iedere streek en iedere gemeente geworden. De ruime mate, waarin m.n. de Provinciale De mobilisatie Raden, vaak onder voorzit terschap van de Commissarissen der Koningin, aan het werk deelnamen, heeft het mogelijk gemaakt dat het na tionaal secretariaat klein kon blijven. Geen grote campagnes via pers of radio, geen affiches zijn nodig geweest om de gedemobiliseerden aan hun bestemming te helpen; alles wat naar reclame zweemde, is doelbewust als schadelijk op de lange duur vermeden. De gedachtenwisseling in de Raad heeft zich vooral rond vier punten ge concentreerd: het K.B. Demobilisatie voorzieningen; de scholing van gede mobiliseerden en de billijkheid van een trainingstoeslag van Rijkswege bij scholing in de bedrijven; de huisves ting, waarvoor de minister van We deropbouw en Volkshuisvesting twee maal een extra contingent duplexwo- ningen ter beschikking stelde; ten slotte de emigratie, waarvoor tevens in Djakarta een orgaan werd geves tigd, specieal georiënteerd op Austra lië en Ni,uw-Zeeland. De demobilisatie-stop die in de herfst van 1948 inging, werd niet onbenut ge laten. Men heeft deze tijd gebruikt om de vóórzorg beter te organiseren, waar toe de versterking der militaire organi satie in Indonesië met vier van de beste krachten van het Rijksarbeidsbureau veel heeft bijgedragen. De voorzorgge dachte werd in deze periode doorgetrok ken tot in de gezinnen in Nederland, tot bjj de troepen in Indonesië. Verbetering der demobilisatie-voor zieningen, voorlichting op de troepen schepen, spoedcursussen en psychotech nisch onderzoek waren initiatieven van ambtelijke zijde. Het particuliere initia tief verzorgde o.a. het gezinswerk, het contact met gewonden en nagelaten be trekkingen, bemiddeling bij het verwer ven van leidinggevende functies, e.d. Dit alles getuigt er van, dat de demobilisa tie een goede klankbodem in ons volk heeft gehad. Mede hierdoor heeft meer dan 99 pet. der oud-militairen reeds zijn bestemming bereikt. Op 15 Juni waren er van de 13.000 gedemobiliseerden uit Indonesië nog slechts 1.069 werkzoeken den, waarvan er slechts 334 langer dan drie maanden werkloos zijn. Het resul taat van de arbeidsbemiddeling is uit zonderlijk goed geweest. De woningnood is te algemeen om op korte termijn evenzo te slagen, maar in de afgelopen 2 a 3 jaar zijn er toch meer gedemobi liseerden aan huisvesting geholpen dan er nog ingeschreven staan. Met een woord van dank voor de ontvangen hulp en het betoonde vertrouwen besloot de overste Van Rhijn zijn verslag. De minister-president, dr. W. Drees. vertolkte voorts de dank der regering voor het feit. dat het Nederlandse volk het vertrouwen der regering niet heeft beschaamd, mede dank zij de goodwill, door de Nationale Demobilisatie Raad gekweekt. Bijzonder ook is de regering erkentelijk voor de tact en wijsheid, waarmee de Prins het voorzitterschap heeft bekleed. In zijn laatste toespraak als voor zitter van de Raad memoreerde Prins Bernhard als laatste spreker, hoe het boven verwachting goede verloop der demobilisatie ook aan een aantal objec tieve factoren te danken is geweest, zo als het milde conjunctuurverloop en de geringe werkloosheid in Nederland, als mede de karaktereigenschappen der de mobiliserende militairen zelf. Daarnaast staat het begrip, dat het Nederlandse volk metterdaad voor de gedemobili seerden heeft getoond. De Koninklijke Nederlandse Touristen Bond A.N.W.B, heeft een nieuwe mijl paal bereikt. Een dezer dagen kwam bet 250.00ste lid zich opgeven. Bijna gelijk tijdig meldde zich het 100.000ste lid van de Wegenwacht. Deze instelling, even spectaculair als nuttig, beschikt thans o.a. over 477 telefoonposten: in de naaste toekomst zullen er nog zestig bij komen. De Wegenwacht, die zich wel eens de verpleegster-langs-de-weg noemt, heeft onlangs een nieuwe taak op zich geno men. Zij heeft zich namelijk bereid ver klaard mede te werken aan de bestrij ding van bosbranden. De Nationale Demobilisatie Raad heejt Donderdag ter gelegenheid van het beëindigen van zijn werk zaamheden een officiële bijeen komst gehouden in Esplanade tc Utrecht. Z. K. H. Prins Bernhard, voorzitter van de Nationale Demo bilisatie Raad, hield de openings rede. V. i. r.: Miniset-president dr. W. DreesZ. K. H Prins Bern hard; mr. Kranenburg,, staatssecre taris van Oorlog en de heer W. J. van Rhijn, algemeen secretaris van de N. D. R. Naar gisteren te Den Haag werd me degedeeld, heeft zich een landelijk co mité voor het plattelandsjongerenwerk gevormd, waarin de drie grote organisa ties van plattelandsjongeren, de drie landarbeidersbonden en de drie boeren- organisaties tezamen werken om spe ciaal de practische technische vorming van de jeugd ten plattelande te bevor deren. Ogenschijnlijk heeft men hier te ma ken met een aangelegenheid, welker be tekenis niet veel verder reikt dan voor de interne activiteit van de genoemde vérenigingen; het project, dat hiermee wordt opgezet is evenwel van gorter, algemeen belang. Door de contacten met de landbouw in de Europese Angelsaksische landen en met name door de studiereizen, welke Nederlandse agrariërs op uit nodiging van de E.C.A, in Amerika maakten, is de laatste jaren ten on zent het inzicht gegroeid, dat hoewel de jonge boeren en landarbeiders hier op de landbouwscholen een zeer goede theoretische opleiding krijgen, welke beter is dan op vele andere plaatsen, men in Nederland voor wat de toe passing der theorie in de practijk be treft, tekort schiet. In Amerika bijvoorbeeld kent men de „4 H-clubs (Heart, Head, Hands en Health), waarin de jongeren van 10 tot 20 jaar onder supervisie, maar toch op hun eigen houtje reeds vroeg zelf een vorm van bedrijfsvoering aanpakken, welke hun speciale inte resse heeft; zo leert een jongeman van 14 jaar b.v. reeds technisch goed en economische verantwoord de kippen fokkerij. Verschillende van deze activiteiten worden bovendien geanimeerd door er een wedstrijdelement aan te verbinden. Stelt men hier nu, om maar eens een voorbeeld te noemen, tegenover, dat in een der provincies van ons land bij het harken van het hooi hardnekkig wordt vastgehouden aan een model hark, waar mee dit werk aanmerkelijk langzamer geschiedt dan in de andere provincies, waar men een ander model gebruikt, dan is het toch duidelijk, dat er op dit gebied hier nog het een en ander te doen valt. De Nederlandse organisaties beijveren zich zeer voor de principiële, sociaal- economische en maatschappelijke vor ming van hun leden en dit werk mag ook niet worden prijsgegeven, maar daarnaast is het van niet gering belang, dat de jonge boer en landarbeider ook verstand krijgt van de werking, het on derhoud en de reparatie van een tractor. Wat het genoemde comité in deze richting precies zal gaan verrichten laat zich thans nog moeilijk aankondigen, doch de bedoelingen blijken wel zo se rieus, dat de Food and Agriculture Of ficer van de ECA-missie te Den Haag aan de algemene opzet om de practiscne technische vorming der Nederlandse plattelandsjeugd te verbeteren reeds zijn volledige steun heeft toegezegd. Naar wij vernemen, heeft de A.N.W.B. er bij de betreffende instanties op aan gedrongen om in de hotels, café's en restaurants in drie talen te doen aan kondigen, dat geen fooien gegeven be hoeven te worden, omdat het bedie- ningsgeld in de prijs is inbegrepen. De bond heeft de indruk, dat in vele ge vallen de buitenlandse gasten, die van een en ander niet op de hoogte zijn, tweemaal bet bedieningsgeld betalen. Vanmorgen zijn dertien van de Ne derlandse vliegers, die 24 Mei van het vorig jaar naar Amerika vertrokken om daar hun opleiding te ondergaan op Schiphol teruggekeerd. Dertien bruin gebrande. kennelijk voldane jongelui, die overigens gezamenlijk van mening waren, dat het „behoorlijk" zwaar was geweest. „Toen wij weggingen", zegt sergeant Koos Francois niet zonder trots, „konden wij een beetje overweg met een „Tigermothje". Nu kunnen we met een straaljager vliegen. En wij heb ben 300 vlieguren". Eén en ander bleek dan het resultaat van een intensieve training op het vlieg veld „Randolph Field San Antonio Texas" „Een kleine stad", zegt ser geant Dierendorp en op een Fighter- school in Arizona. Een training zowel in theoretisch als in practisch opzicht. Het begon met gewoon marcheren en met sport. Maar dat door-de-weekse drillen bleek tevens een soort toetssteen te zijn voor het uithoudingsvermogen van de knapen. En dat daarbij hoge eisen werden gesteld moge blijken uit de omstandigheid dat van de negentig Franse vliegers bijvoorbeeld, die tege lijkertijd met de Nederlanders in op leiding waren, er direct al ongeveer zestig uitvielen. Trouwens bij de Ameri kanen is het percentage uitvallers ook niet gering: 50 procent ongeveer. Alles in aanmerking genomen zjjn de resultaten, die de Nederlandse jongens behaald hebben, beslist zeer goed te noemen. Van de 44 legden 13 na ver loop van tjjd het bijltje er bij neer. Zaterdag 30 Juni. AMSTERDAM Concertgebouw: 8.15 u. Peter Pears en Benjamin Britten. Carré: 8 u. Ned. Comedie: Leer om Leer. I.C.C.: Vondelpark Pantomime „Schijn en Maneschijn" 9.30 u. SCHEVENINGEN Kursaal: 8.15 u. Concertgebouw orkeet oJ.v. George Szell. Hetgeen een percentage van ongeveer 27 procent oplevert. Sergeant Dierendorp heeft een verkla ring voor deze uitstekende uitslag. „De Amerikanen werken meer individueel", zegt hij, „maar wij vormen een groep. Als een kameraad dreigde slap te wor den sleepten wij hem als het kon ge zamenlijk mee". Die geest van saam horigheid verlaat Nederlanders in het buitenland nooit; zeker soldaten niet. Overigens: de jongelui hebben vol doende tijd gekregen voor divertisse ment. Zij zijn in als paradijselijk be kend staande vacatieoorden als Miami en Florida geweest, waar zij door Ame rikaanse families heel hartelijk werden ontvangen. „Een pracht land, Amerika", daar waren ze het alle dertien hart roerend over eens. (Van onze correspondent) De Groninger Rechtbank heeft von nis gewezen in de zaak tegen de 30-ja- rige boerenknecht Ewe P. uit Fox- wolde, onder Roden, die in de nacht van 30 op 31 December van het vorige jaar in Boerakker, nabij De Leek, de 34-ja- rige Anne Stokroos er. diens broer, de 36-jarige Ietse, neerstak, met als ge volg, dat de eerste op slag dood was en de laatste ernstig gewond in een ziekenhuis moest worden opgenomen. De daad vond haar oorsprong in het bezwaar dat Anne Stokroos maakte te gen de omgang van P. met diens 16-ja- rige stiefdochter. De Officier van Justi tie had veertien dagen geleden een ge vangenisstraf van 20 jaar geëist we gens moord en poging tot doodslag. De rechtbank veroordeelde de dader tot een gevangenisstraf van 12 jaar en beval de vernietiging van het dolkmes waarmee de daden zijn gepleegd. Ver dachte heeft hoger beroep aangetekend. De Aartsbisschop van Utrecht, Z. E. Joh. Kardinaal de Jong, zal in de ko mende week geen audiëntie verlenen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 3