„Hallo, hallo, hier R.P. 10"
lEric de Is/oor man; DE P"RUS DEP WftAKE
a
f
MOÏRA: «ver de verzoeking van het noodlot
Drama van een godvrezende geest
„De verzoeking''
TOT DE RAND VAN DE AFGROND
Alles of niets
33
W
Wijziging Arheidswet
VOOR DE VUIST
WEG
Over pyramiden en stijve foto's
«k 5SwS asr&'s.'sss.
Propaganda filmpje voor
de Rijkspolitie
Centraal Overleg
protesteert
LITERAIRE KRONIEK
DOOR LEO BRADY
177 stewardessen
bij de K.L.M.
FESTIVAL-AGENDA
ZATERDAG 7 JULI 1951
PAGINA 3
BISSCHOPSCONSECRATIE
Mgr. dr. B. J. ALFRINK
op 17 Juli aus.
Tegen bevoordeling van
de spoorwegen
Namen voor de nieuwe
onderzeeboot jagers
Dertien Zondagen als
rustdag
H.H. WIJDINGEN
Minister Staf bezoekt
„De Ruyter"
De Tovenaar van het
Derde Rijk
Voor onze amateur-
fotografen
Advertentie
De officiële Pauselijke Vlag,
Mits omgaand bestelt, tijdige levering
verzekerd.
Dokkumer Vlagrgen-Centrale
postbus 14 - Telefoon 385 - Dokkum
In het Evangelie heeft Christus ons
een volledig levensprogram gegeven.
Dit omvat de hele mens; zowel zijn
verborgen gedachten en strevingen als
zijn gedrag in het openbaar; de mens
als eenling evenzeer als in zijn hoeda
nigheid van gemeenschapswezen; de af
zonderlijke personen en de maatschap
pij. Zodat het Christendom in de vol
strekte zin van het woord a 1 z ij d i g
moet heten.
Hoewel het Christendom duidelijk om
schreven richtlijnen biedt op levens
beschouwelijk, moreel, sociaal en cultu
reel terrein en deze zelfs tot voor
waarde stelt voor een geordend per
soonlijk en maatschappelijk leven, is het
toch vóór alles een godsdienst, die
de mens moet voorbereiden om, na dit
leven, geschikt te zijn om samen met
zijn Schepper een gelukkige eeuwigheid
te genieten.
Deze geschiktheid wordt bepaald door
fle mate van bereikte heiligheid, welke
G d ar beurt in wezen liefde tot
God iSi d w z j,e(. met en eerbied
uwgezet volbrengen van de geopen-
aarde H. Wil van God. Practisch en
concreet betekent dit, dat wij in het
mtheu en de levensstaat, waarin de
°°rzienigheid ons heeft geplaatst, onze
Richtingen tegenover God, onze
roemensen en ons zelf naar best ver-
1 ?gen vervullen. Voor het verwezen-
HJken van dit program, dat een 1 e-
^enstaak is, schieten onze louter
natuurlijke krachten echter ten
enenmale tekort. Daarom heeft de Ver-
losser het ontzagwekkend mysterie van
Zlin H. Kerk in het leven geroepen,
waarin Hijzelf een onophoudelijke stroom
van genaden uitstort over alle leden
Van Zijn Mystiek Lichaam.
Ofschoon God beminnen onze eerste
Plicht is, hebben wij. om het zo eens te
zeggen, toch nog méér te doen dan dat.
Om dit te verwerkelijken heeft God
ons in de ingestorte goddelijke en zede
lijke deugden de daartoe vereiste, bo
vennatuurlijke vermogens geschonken.
Daardoor bezit onze ziel de goede hoe
danigheden om waarlijk goed te leven
in het Rijk van God, waartoe de zuiver
natuurlijke deugden ons niet vermogen
te brengen. In tegenstelling met de na
tuurlijke deugden, die door oefening en
wilstraining te verwerven zijn, liggen de
bovennatuurlijke totaal boven onze
menselijke mogelijkheden, zodat zij tot
ons komen als een louter ingestort ge
schenk van Gods liefde.
In deze ingestorte, bovennatuurlijke
deugden ligt het fundament van
een waarhjk christelijk leven.
Zij schenken ons het vermogen, „een
echt kunnen, om een precies bepaald
soort goddelijk goede daden te verrich
ten." (Pauwels). Maar behalve dat zij.
op het moment van het instorten, ons
van zonde bevrijden, veranderen zij
niets aan onze menselijke eigenschap
pen neigingen en hartstochten, waar
mee zij in dezelfde vermogens
zetelen.
Nu bestaat er tussen alle deugden,
tussen de natuurlijke onderling
zowel als tussen de bovennatuur
lijke, een zeer innige samenhang. Zó
zelfs, dat men, op beide afzonderlijke
terreinen, onmogelijk de ene deugd kan
bezitten 'en de andere niet. Naar mate
he ene deugd toeneemt, groeiden de an
dere mee- wanneer de ene verzwakt,
Worden éok de andere krachtelozer.
f^venals de natuurlijke deugden onder-
£unr.ti'0rb°nden zijn door en eerst goed
voor,, uneren onder voorlichting van de
hatu„ C,htiSheid. zo vormen de boven-
^Uurl1Jke deugden een hechte eenheid
tioK basis van de kardinale voorzich-
Sneid en de goddelijke liefde.
vJ,ze waarheid, natuurlijk uitsluitend
erstaan in de zin van echte volle-
S e deugd, die ons bekwaam maakt
f 1 ij d en onder alle omstandig-
f1 e d e n de juiste, goede daad te stel-
len, is het fundament van de alzijdigheid
van het Christendom.
Christus eist van ons. dat wij alle
deugden bezitten, omdat de hele mens
geroepen is tot gelijkvormigheid met
God. Men is nelemaal Christen of
helemaal niet.
Er mag geen tegenspraak heersen tus
sen ons strikt godsdienstig leven en ons
gedrag tijdens ons aardse bestaan, op
v elk gebied dan ook. De ervaring v%|
elke dag echter bewijst, dat druk kerf?
bezoek, lang en veel bidden nog geen
garantie bieden voor b.v. liefde en recht
vaardigheid in het contact met onze
medemensen. Evenmin houdt een schijn
baar perfect altruïsme, een militant ver
dedigen van Geloof en Kerk per se ge
lijke tred met een innig ziele verkeer
met God.
Waar deze dingen niet werkelijk sa
mengaan, kan geen echte deugd bestaan.
Waarachtig christelijk leven sluit alle
Onzijdigheid uit. Een wanhoopsstem-
b'ing ten gevolge hiervan is echter vol-
K°men misplaatst.
Natuurlijk zal iemand zoals dr.
auwels in zijn meesterlijke verhande-
.5 over dit onderwerp uiteenzet die
zijl) geestelijk leven wenst te cultiveren.
Weldra een ontmoedigende hoeveelheid
tekortkomingen bij zich zelf constate
ren. Deze alle te g e 1 ij k trachten te ver
beteren is inderdaad onbegonnen werk.
Het verstandigste is daa?om zij aan
dacht te concentreren op wat men heeft
leren inzien als zijn fundamenteel ge
brek. Het bestrijden daarvan dit is
trouwens met iedere fout het geval
sterkt automatisch de tegenovergestelde
deugd. „En waar één deugd groeit, ont
wikkelen zich alle andere mee. Zo kan
rr.en zich met een gerust hart wijden
aan de verzorging van één detail van het
godsdienstig leven in de overtuiging,
dat men toch over de hele linie zal
Voortgaan."
De voornaamste krachtbron van alle
^spanning op dit gebied blijft intussen
!|f goddelijke liefde. Dat h a a r bloei
andere deugden doet meegroeien is
'el voor ieder begrijpelijk.
L.
Op initiatief van de Algemeen In
specteur der Rijkspolitie, juister nog
van het Bureau Reserve Rijkspolitie, is
met toestemming van de minister van
Justitie, in opdracht van de Regerings
voorlichtingsdienst een film gemaakt,
waarmee men bij de toekomstige vrij
willigers van de Reserve Rijkspolitie
belangstelling wil wekken voor het
Corps Rijkspolitie.
Het is wel een hele mond vol, maar
ondanks alle officiële instanties, die
er aan te pas zijn gekomen, is „Hallo,
Hallo, Hier R. P. .10" toch een propa-
gandafïlmpje geworden van de goede
soort: de zaken worden er niet al te
veel mooier in voorgesteld dan ze
zijn en de belerende toon ontbreekt
weliswaar niet geheel en al, maar
wordt toch ook vaak genoeg getem
perd.
Niet minder dan zes jonge cineasten,
Staugaard, v. d. Hoeven, Kuit, v. d.
Velde, Huender en Scheers, hebben in
deze productie van „Forum" een aan-
Rijkspolitie te water bij controle
van een vissersnet.
deel gehad. Zij werkten niét met be
roepsacteurs en kozen voor hun intrige
een routinegeval van opsporing van
een sigarettensmokkelarij, interessant
genoeg om enige spanning te geven,
maar niet zo sensationeel, dat het di
rect aan Chicago (^pet denken. Een goed
gevoel voor maat houden spreekt hier
uit. waarmee het doel van deze film
ook inderdaad bereikt kan worden: het
politievak wordt boeiend, maar niet
gruwelijk voorgesteld.
Hier en daar is de film even wat
braafjes in het oog van de vrijgevochten
burger, die nu eenmaal het optreden
van politiemensen altijd wat moeilijk
verteert en een zekere houterigheid is
het acteren van enkele der amateurs
niet vreemd, maar dat is dan toch in
aanmerkelijk mindere mate het geval
dan men het voorheen in Nederlandse
films wel heeft meegemaakt en er moet
zeker ook tegenover gesteld worden, dat
op vele plaatsen de behandeling van het
gegeven opvalt door frisheid en zin voor
humor.
De première, die Vrijdagmorgen in
Den Haag werd gegeven, had de belang
stelling van de ministers Van Maarse-
veen, Mulderije, Teulings, Joekes, staats
secretaris Van Rhijn, mr. Jonkman,
voorzitter van de Eerste Kamer, plus
natuurlijk tal van politie-autoriteiten.
T. E.
Het „Centraal Overleg" van de weg-
verkeers- en vervoersorganisaties heeft
de voorzitter en de lede„ der Tweede
Kamer een telegram doen toekomen
waarin de in „Centraal Overleg" samen
werkende wegverkeers- en vervoersor
ganisaties zeggen met grote bezorgdheid
kennis genomen te hebben van de uit
spraak van de minister van Financiën,
waarbij onomwonden en geheel in te
genspraak met vroegere geruststellende
verklaringen wordt medegedeeld, „dat
van regeringszijde via de belastingen
een bewuste politiek ter begunstiging
van de Spoorwegen wordt bedreven".
De organisaties menen met klem tegen
een dergelijke bevoordeling te moeten
protesteren.
De verschuiving in het binnenlandse
goederenvervoer ten nadele van de
Spoorwegen en ten voordele van het
wegverkeer is een natuurlijk verschijn
sel dat zich thans overal ter wereld
voordoet, omdat op grond van economi
sche overwegingen de verladers aan het
wegverkeer in vele gevallen de voor
keur geven. Te trachten deze natuurlij
ke verschuiving door belastingverho
ging te remmen, is een sociaal en eco
nomisch te veroordelen poging om het
wegvervoer kunstmatig in een nadelige
positie te plaatsen tegenover het spoor
vervoer, waarbij de Staat, als enig aan
deelhouder, financieel geïnteresseerd is,
aldus het telegram.
Hare Majesteit de Koningin heeft de
volgende namen toegekend aan de
twaalf in aanbouw zijnde onderzeeboot-
jagers: Ho'land, Friesland, Groningen,
Drenthe, Overijssel, Gelderland, Lim
burg, Noord-Brabant, Utrecht, Zeeland,
Amsterdam en Rotterdam.
Met gefronst voorhoofd staart Awain naar de uitgebrande resten van de hoeve.
Wat is hier gebeurd? vraagt hij zich ontzet af. Langzaam wendt hij zich tot de
vrouw, die hem doodsbleek gadeslaat.
„Wat is hier gaande?" vraagt hij zacht. In zijn stem klinkt een diep medelijden
door. Doch het is of het nauwelijks tot de vrouw doordringt.
„Het umren vijf mannen," mompelt ze toonloos, meer tot zichzelf gericht dan tot
de' twee ruiters. ,Vijf vreemdelingen waren het Waarom moesten ze komen
Waarom moesten "ze kleding eisen? Wij leefden hier rustig Niemand deden
wij kwaad Wij gaven hun toch alles wat wij hadden, maar wat bezit een boer...?
Slechts twee konden zich kleden.' Waarom schreeuwden de anderen? Waarom ver
brandden zij ons huis? Wij hebben hun toch alles gegeven wat wij hadden? Waar
om? Waarom?"-
Awain geeft Likar een wenk en zacht verwijderen de beide mannen zich. het ver
driet eerbiedigend dat zij niet troosten kunnen. Ook als zij samen weer het bos in
rijden waar de nacht snel tussen de stammen valt, spreken zij lange tijd niet met
eikaar Awain voelt een dof, leeg gevoel in z'n binnenste. Het is dieper, snijdender
dan haat of afkeer, deze alles omvattende troosteloosheid. De woorden van de vrouw
galmen na in z'n hoofd. Waarom? Waarom? Waarom is er smart? Waarom moest
Heidrun sterven bij haar poging om koning Eric te reddenWaarom moesten deze
mannen een rustige familie plunderen en brandschatten? Wat is er over het rijk van
de Noorman gekomen, dat haat en verdriet alles vervult?
„Waarom...?" mompelt Awain toonloos.
Likar werpt z'n tochtgenoot een zorglijke blik toe. Hij voelt dat er iets niet in
orde is met Awain, maar meent dat deze door dezelfde afkeer bezield wordt die hem,
Likar, vervult als hij aan de mannen denkt die hem mishandelden. „Er moet tegen
die rabauwen worden opgetreden!" gromt hij. „Hun aanvoerder, die de anderen
Hovin noemen, is de duivel in eigen persoon. Eh, wat is er?"
„Licht!" zegt Awain, terwijl hij zijn paard inhoudt en voor zich uitwijst, naar waar
een dansend vuurfiuntje in de verte tussen de bomen trilt.
„Een kampvuur?" vraagt Likar verrast. Awain knikt, terwijl hij zich uit het zadel
laat glijden. „Volg mij op een afstand," zegt hij, z'n zwaard naar voren schuivend
„Ik wii weten wie zich daarginds ophouden
De romanschrijver Ju li en Green werd in 1900 geboren te Parijs. Zijn
ouders waren echter Noord-Amerikanen. Wellicht is het de wisselwerking
tussen zijn Angelsaksische afkomst en zijn Franse opvoeding, welke aan
zijn scheppende persoonlijkheid een factuur heeft gegeven, waarin morbide
romantiek en gezond oordeel, duistere openbaringsdrang van hartstochten en
helder overwicht van geest, in fatsoensmoraal wroetende fantasie en onkreuk
baarheid van geweten volmaakt en uniek harmoniëren. Een ziel als die van
Green zwalkt tussen uitersten. Zij kent rust noch duur, maar ivel benauwenis.
Zij is zichzelf slechts in een voortdurende strijd tussen licht en duisternis. Al
strijdende getuigt zij van de harmonietussen Schepper en schepping; een reli
gieuze harmonie, die ons vreemd is sinds de zondeval, zich in moderne dissonan
ten toespitst, maar, ook door uitersten van disharmonie heengevoerd, waarheid
en werkelijkheid blijft. De uitbeelding van deze strijd, hoe tragisch en onbewim
peld ook, is verheffend, om het teken waarin hij staat.
De minister van Sociale Zaken heeft
geen bezwaar, zo zegt hij in zijn memo
rie van antwoord aan de Tweede Kamer
ten aanzien van het wetsontwerp tot
wijziging van de Arbeidswet 1919, het
minimum-aantal Zondagen die een rust
dag moeten zijn op dertien in plaats van
op twaalf te stellen. Het aantal vrije
Zondagen verder te verhogen acht hji
voor het ogenblik onmogelijk.
Z. H. Exc. mgr. W. Mutsaerts, bis
schop van 's-Hertogenbosch, zal Zondag
15 Juli in de kapel van het studiehuis
St. Joseph te Hees-Nijmegen het
H. Priesterschap toedienen aan de eerw.
fraters Philippus Joseph Heitzman, Al-
bertus Vincentius Thijssing, Hermanus
Nicolaus Oudejans, Joannes Albertus
van Kaam. Josef Jacobus Tegels, Eduar-
dus Willibrordus van Gisbergen, An
dreas Jacobus Boelrijk van de congre
gatie der Priesters van het H. Hart van
Jezus, de eerw. fraters Laurentius Ver
meer en Cornelius Jansen van de Orde
der Bernardijnen te Nieuwkuyk, de
eerw. fraters Hermanus Wilhelmus
Dijkman, Nicolaas Out, Everardus Jo
hannes Hendricus Preusting, Nicolaas
Dominicus van den Idsert, Ludovicus
Joseph Maria Overhaus en Petrus Ca-
nisius Mattheus Maria Copray van de
orde der paters Dominicanen en de
eerw. fraters Bernardus Erkens, Joan
nes Jorna, Joannes Ponten, Guido van
Daelen en Egbertus Kraaykamp van de
Congregatie van het Onbevlekt Hart
van Maria (Scheut).
Z. H. Exc. mgr. Klemann O.S.F.S.,
titulair bisschop van Drusiliana, zal 18
Juli in de kapel van het missiehuis
„Ave Maria" te Tilburg het H. Priester
schap toedienen aan de eerw. fraters
Nico Bergkamp, Joseph van den Broek,
Quirinus Groenendijk en Wilhelmus
Timmermans van de congregatie der
paters Oblaten van de H. Franciscus van
Sales.
Julien Green is een van de grootste
katholieke schrijvers van onze tijd. Zijn
betekenis is te meten aan die van
Dostojewski. Deze kunstenaars moesten
en moeten ons door een bezetenheid
van ziel en zinnen heenvoeren, om zich
zelf en ons te doordringen van de
goedheid van het leven. Dostojewski
schreef eens ,De droom van een be
lachelijk mens" een novelle die men
wel pleegt te beschouwen als de sleu
tel tot zijn gehele werk. Het ging om
de droom, „dat allen broeders zijn" „En
als het dan een droom is," schreef
Dostojewski in zijn nagelaten Notities,
„dan wordt zijn verwerkelijking pas
mogelijk in Christus. Zonder Hem valt
de wereld uiteen." 1). In Zijn teken
staat de strijd tussen licht en duister
nis.
In zekere zin kan men zeggen, dat
iedere grote romanschrijver, die wer
kelijk een zielestrijd wil uitbeelden,
„belachelijke mensen schept: „lach
wekkende spiegels, waarin we onszelf
in één richting overdreven, aanschou
wen".
Ook Julien Green schept zulke men
sen
Zijn jongste roman „Moïra" door
C J. Kelk. vertaald onder de titêl ..De
Verzoeking" 2)gaat over een
jongeman „uit de bergen" (een boers
achterland), die naar de stad komt om
aan de universiteit te studeren. De ge
schiedenis speelt in het Zuiden van de
U.S.A., omstreeks 1920. Rudolf Valen
tino was toen voor de jongelui de grote
filmster en het liedje „Rose of Washing
ton Square" maakte furore onder de
studenten.
Niet willekeurig kiest een schrijver
een speciale tijd en een speciaal milieu
voor zijn handeling Green's keuze van
het universiteitsstadje in de broeikas
der Zuidelijke staten is te meer typisch,
omdat Green's beste romans in de
Franse provincie spelen, waar hij in
staat bleek eenzelfde matte atmosfeer
van door conventie misvormde vitali
teit te scheppen.
Ook zijn keuze van de naam Moïra (de
Ierse vorm voor de naam Maria en te
vens toevallig een van de namen die
de Grieken aan het noodlot gaven) is
typisch. Zon keuze is enerzijds onge
zocht; anderzijds intuïtief doelbewust.
Zij behoort wezenlijk bij het schep
pingsproces en het „waarom van ont-
sluieren is haast niet doenlijk. De laat
ste beweegredenen van een kunstenaar
schap als dat van Julien Green blijven
uiterst kuis verborgen: het werk, dat hij
de wereld inzendt, schijnt een toonbeeld
van objectiviteit; men verdiept zich er
in, peilt het, verstaat er de levenswijs
heid en de lering van. Maar men kan de
meester geen vragen stellen: een klas
siek masker van stijl en vorm maakt
zijn ontroering koel.
„De Verzoeking" van Julien Green.
inderdaad een meesterwerk, tevens
een boek dat sinds vorig jaar in
Frankrijk al heel wat pennen in be
weging heeft gebracht verdient de
volle belangstelling. Dat een katholie.
Vrijdag heeft de minister van Mari-
ir' £-• Staf, vergezeld door de vlag
officier materieel, schout-bij-nacht F.
sr-hf1' een.Afzoek gebracht aan de
scheepswerf Wilton-Fijenoord te Schie-
am, teneinde zich op de hoogte te stel
en van de voortgang bij de afbouw van
«•e m aanbouw zijnde kruiser „De Ruy-
v-rf e? n'euwc onderzeebootjagers
JS?r_,de Koninklijke Marine. Voorts
«*>nde minister Staf belangstelling voor
aanmaak van de kanons voor deze
jenepen, welke eveneens bij Wilton-
yenoord geschiedt.
34
(Uit het Engels vertaald door André Noorbeek
en uitgegeven door Het Spectrum, Utrecht.)
„Als je het nu had, zou er wel iets
mèe gedaan kunnen worden". Zij
keek hem vriendelijk aan. Het drong
plotseling tot hem door, dat zij een
schijnlijk daar beneden bezig was met van zijn ogen en boog de vingers, als
de lijken. De gedachte, dat Albert om ze te onderzoeken, een inspectie voor
met zijn afgemeten rhythmische geba- de aanval, voor de daad. Hij voelde het
ren met zijn moeder bezig zou zijn, zweet op zijn voorhoofd, als bespatte
maakte hem razend; hij keerde zich om hem de vloedgolf van zijn hartstocht,
liep onder langs de trap. Maar de Hij kon het geneurie nu duidelijk
pii,i^."..b --- opvr^lens en nep onder langs de trap. maar uc «ei geneune nu duidelnk
vrouw was, zijn opgezweepte ge duisternis deed hem alle gevoel voor horen, ofschoon hij de indruk kreeg, dat
zochten een uitweg. Hij ™°e®tA n(®n7pnd richting verliezen en hij moest blijven Albert niet vlak achter de deur stond,
ken aan de psychiater, die zo p staan_ tastend met zijn hand tot hij ein- maar verder weg. in een nog verder af-
met iets van afkeer, naar nem nao g detijk het uiteinde van de trapleuning gelegen ruimte. Het was daar onder de
keken. Dat was ook weer een aiwyzing. VQnd Albert zo dacht hij was na- grond, te midden van de scherpe reuken
een weigering geweest, maar aaar tuurlijk een tegenwerkende kracht, deel en de verrotting, een geschikte plaats
lij zich ook bevrijd. aiiang ge a van de naam|OZe velen, die zijn wrok om iemand bij de keel te griinen en
had hij
Wat kan er veel tegelijk in je omgaan, opwekten Albert, die zo geaffaireerd en hem te dwingen toe te geven, Grimmi"
dacht hij en worstelde aisoi er een elef,ant zijn luguber beroep uitoefende, vroeg hij zich af, hoe Alberts handige
hoge golf op hem neersloeg, ene d e g zachtjes sprekend tegen weduwen en uitvluchten zouden klinken als hij de
hem te bedelven onder het gewicnt van wezen handig uitvissend, wat hun ver- vingers om zijn keel zou voelen,
het verstikkende water. drje^ hun waard was. Maar hij was nu Hij had zijn hand al aan de deur toen
Zij sprak neg. „Morgen zie je de a - egn kracht; hij was niet bang meer. hij met schrik bedacht, dat hij daar mis-
gen weer anders", zij probeerde ie 2ijn ogen tuurden in het donker en schien zijn moeder zou zien. dat hij
van meegevoel in haar stem te legge onderScheidden een lichtstreep onder de haar zien zou in een of ander akelig
maar het was goed merkbaar, dat ze nei deur rechts van hem. Hij liep er op de stadium van balseming, waarvan hem
niet meende. „Laat kapelaan Kotn ae tagt naar De reuk van chemicaliën altijd de verschrikking zou bijblijven
zaak toch regelen". was nu scherper en scheen nog sterker Hij wist niet precies, hoe dat toeging
„Kapelaan Roth", zei hij. „Ik regel net te worden, naarmate hij dichter bij dat hij had vage voorstellingen van Albert,
zelf. Ik heb geen geestelijke nodig «U jjcht kwam. die de reusachtige naalden voor de inspui-
trok de zijdeur open en stond op net hoorde een zacht geneurie achter tingen in het vlees van een arm stak en
donkere trapje, dat naar het s0UtFr'a'r' de deur Albert was opgewekt aan het enorme spuiten leegperste, waardoor
leidde, vóór zij kon opspringen, cl zeiis. wgrk zjjn wrok laaide weer in hem op, het oude lichaam van zijn moeder zou
"taar roepen. Hij hoorde haar hoge nar- elend langs de randen van zijn her- zwellen en van kleur veranderen. Maar
de stem achter de deur: ..Wacht even. sgnen hem aanSporend tot handelen, de koppige doorzettingskracht won het
terwijl hij haastig drie, vier treden ai- Hoevgr kon de woede gaan als hij een- weer en bevend duwde hij de deur
j viel de stilte op m' maal werd losgelaten? Met schrik drong open: het deed er niet toe, welke ver
en de duisternis en hij bleef even staan hem door, dat er achter pastoor schrikking hem wachtte, welke akelige
in een soort angst; hij probeerde zien- Kirkman en achter Albert telkens weer dingen hij te zien zou krijgen, hij kon
G I 1 1 If rv\ o Irnri TifQQl* hll TA 11 Cl f -i-t 11J i «..„H1„.%1 K1 1 1 1
zelf duidelijk te maken, waar hij naar
toe ging en zich voor te houden, wat hij
een ander zelfvoldaan, grinnikend ge- nu niet werkeloos blijven, wat zij' alle-
zicht zou verschijnen, dat er om zou maal aan de nagedachtenis van zijn
misschien te zien zou krijgen in dat don- hreeuwen neergeslagen te worden; moeder verschuldigd waren, was be-
i'""~ itr*mein rn<w a» l-!.i„ houten najagen van het allerlaatste gezicht langrijker dan iedere mogelijke ontluis-
zou lang duren, eindeloos lang, want tering van haar stoffelijk overschot; de
de „machten", de anderen, zouden voort- waardigheid van haar persoonlijkheid
kere domein onder aan de kale houten
trap. Het meisje trok de deur achter
hem open en zei: „Ga daar niet naar be
neden". Er klonk iets van ontzetting in toenemen en zich krachtig voort- betekende meer dan het griezelige, dat
haar stem. Hij ^''"^tte. met bonzende nten Maar, dacht hij, je kon het on- hij misschien te zien zou krijgen. Zij
stappen op de houten tieden, naar de 'rech1 in c;k geval neerslaan, waar je het moest worden geëerd; er moest recht
voet van de trap en sloeg rechts a^ ,g kon het achtervolgen. zolang het worden gedaan.
Tiaar een soort vuur van je woede de weg verlichtte, Vastberaden stapte hij naar binnen,
de dansende schimmen achternazitten, zich koppig verzettend tegen de sterke
ke uitgever er een vertaling van heeft
aangedurfd, stemt tot vreugde; na
Graham Greene en Evelyn Waugh
hoefde niet wéér een katholiek ro
mancier van internationaal formaat pas
na zijn algemene erkenning in Neder
land door het katholieke lezerspubliek
aanvaard te worden. Julien Green had
recht op een vertaling; toch is zijn
boek geen boek voor iedereen. Er
komt geen onvertogen woord in voor
en het is ook geen verschrikkelijk
moeilijk boek Maar aan de problemen
van moraal en geweten, waarin Green
binnendringt alsof hij met fakkels een
weg zoekt door keldergewelven
aan deze problemen zullen slechts
rijpere mensen kunnen toekomen. En
dit terwijl Green in deze roman juist
over zeer onrijpe mensen schrijft!
De studentjes, die hij ten tonele
voert ziin blagen die menen dat
ze de wijsheid in pacht hebben.
Ze brengen in hun nieuwe schoolwe
reld de ballast mee van een jeugd en
een opvoeding die zij zonder meer met
van zich af kunnen werpen. Greens
hoofdpersoon, de roodharige jongeman
uit de bergen Joseph Day, heeft een
zeer godsdienstige opvoeding genoten
Die opvoeding heeft vrucht gedragen.
Joseph Day is echter niet écht religieus
van aard geworden of gebleven; hij
toont zich reeds op de eerste bladzijde
van de roman een onverdraagzaam ijve-
raar voor 't meest orthodoxe protestan
tisme dat men zich denken kan. Hij
heeft een onbedwingbare neiging ieder
een, wiens rechtvaardigheid hij in twij
fel trekt, te kastijden. Hij ziet in iedere
uitbundigheid een werelds verderf. Hij
is driftig van aard en zijn grote angst
is de sexualiteit. Hij gaat hier zo tegen te
keer, dat zijn meer bedachtzame, maar
even erg dwepende schoolvriend, hem
'n keer toevoegt: „Die woorden van on
tucht en ontuchtige, waarvan je je zo
graag bedient, hebben iets ruws en on
aangenaams. Ik weet heel goed. dat ze
in de Bijbel staan. Maar toch, we moe
ten ze met oordeel des onderscheids
gebruiken, begrijp je wel?" En als Jo
seph hierop geen antwoord geeft, her
neemt zijn vriend: „Wees niet boos om
wat ik je zeggen ga. Joseph, maar je
denkt te veelaan de ontucht, aan
wat jij ontucht noemt. Je ontwijkt die.
ik weet het, maar je bent er van ver
vuld." „Ik ben er van vervuld, zo
als je steeds denkt aan iets dat je ver
afschuwt," zei Joseph hees.
Joseph Day is om zo te zeggen een
geval van geforceerde onschuld. Geen
heel dit overspannen drama van de
godvrezende geest in een dierlijke
schreeuw. Ja, dit boek is veeleer een
klassieke tragedie dan een roman.
Moïra is Joseph's noodlot; niet in die
zin dat de gebeurtenissen in deze ro
man als fataliteit door God voorbe
schikt zouden zijn, maar wel zó, dat
Joseph, door de manier waarop hij de
verzoeking der wereld bestrijdt, on
vermijdelijk aan die verzoeking moet
bezwijken. Hij verzoekt het noodlot.
En dan daarna?
Daarna eindigt Green eigenlijk met
een open vraag. Joseph Day vermoordt
Moïra; begraaft haar lijk onder de vers
gevallen sneeuw en gaat dan slapen, zo
als de student Raskolnikoff in Dosto-
jewski's „Schuld en Boete" na zijn
moord op de oude pandjesvrouw gaat
slapen. Joseph Day kent geen wroeging.
Hij blijft „een belachelijk mens". Nóg
meent hij de verzoeking weerstaan te
hebben; of in elk geval: hij heeft na de
verzoeking in Moïra de sexualiteit der
wereld gekastijd. Zijn slapen gaan na de
moord is heel merkwaardig. Ook tevo
ren, telkens na een uitputtende strijd
om rechtvaardiging, placht Green zijn
gefolterde nadrukkelijk in een diepe
slaap te laten vallen. Maar een slaap
des rechtvaardigen was het nooit.
NICO VERHOEVEN.
1) Hierover: dr. Al. Hackel: „Dosto
jewski en de droom van een belachelijk
mens" Uitg. J. M. Meulenhoff, A'dam.
2) Julien Green: „De Verzoeking;'
Moïra"). Vertaald en ingeleid door C.
J.' Kelk. Uitg. De Koepel, Nijmegen.
Onlangs Is het aantal stewardessen van
de K.L.M. met vijftien pas geslaagde
gastvrouwen aangevuld. Het totaal aan
tal stewardessen der Nederlandse Lucht
vaart Maatschappij bedraagt thans 177,
het minimum-aantal dat het bedrijf voor
een goede uitvoering van de verzorging
dei passagiers nodig heeft.
Dr. Hjalmar Schacht, de financiële
tovenaar van Hitler's Derde Rijk, die
in Neurenberg werd vrijgesproken en
sindsdien nog herhaaldelijk spitsroe
den heeft moeten lopen door de Duit
se denazificatie-hcven, is op uitnodi
ging van de Indonesische regering
naar Indonesië vertrokken om te
trachten de economisch zeer wankel
bare toestand er weer stevig op po
ten te krijgen. Hoe verontrustend die
toestand is, bleek duidelijk uit de
zeer ernstige criüek, die in Indonesië
zelf op de „zwakke" regering-Suki-
man en haar beleid werd uitgeoefend,
een critiek, waarvan de bekwame
Sjarifndin een der voornaamste
woordvoerders is geweest. Sjarifudin's
nationalistische gevoelens staan zijn
realisme niet in de weg. Integendeel,
juist terwille van het nationale be
lang van Indonesië is hij geenszins
afkerig van de hulp van Nederlandse
economische en financiële deskundi
gen. Niettegenstaande of juist vanwege
zijn ernstige critiek heeft men hem
benoemd tot president van de Javase
Bank. Dr. Hjalmar Schacht, de uit
vinder van verschillende soorten mar
ken voor binnen- en buitenlands ge
bruik, van de autarkie, van allerlei
deviezenbepalingen, die na de oorlog
elders gretig navolging vonden, zal nu
met Sjarifudin gaan samenwerken en
ofschoon reeds in de zeventig nog een
tropische carrière beginnen. In het
belang van Indonesië hopen wij, dat
de oude, maar vitale tovenaar zal
slagen, al vrezen, wij, dat hij nogal
moeite zal hebben met de Indonesiërs,
waar hij de kadavergehoorzaamheid
van gedrilde Duitse nazi's gewend is
geweest. Nederland noch Amerika en
Engeland zullen wel erg bij hem in
de gunst staan, maar van de andere
kant heeft derze gladde vogel bewe
zen, dat hij alle kanten kan uitvlie
gen, indien hij daar voordeel in ziet.
Een vorige maal hebben wij sterke
punten en lijnen besproken, waar
uit ons is gebleken, dat een goede
foto langs verstandelijke weg opge
bouwd kan worden. Slechts enkelen be
zitten de gave om de oneindige rijkdom
van vorm en vormwerking, kleur en
kleurwerking in de natuur te zien en
in combinatie met de menselijke ver
beelding zodanig vast te leggen, dat zü
een kunstwerk voortbrengen. Toch heb
ben ook zij deze gave min of meer
moeten ontwikkelen en wij gaan dit ook
doen en zullen ons in deze rubriek nog
maals verdiepen in een onderdeel van
de compositieleer en wel de driehoeks
compositie of pyramide-opbouw.
In het behandelde gedeelte van de
onschuld uit naïveteit (hoewel Joseph compOSitie]eer hebben we gezien, dat
naïef is), en ook niet uit huichelarij
(hoewel Joseph vermeend eerlijk is),
maar wel uit de waanzinnigmakende
angst om voor het aangezicht des He
ren toch maar geen verdoemde te zijn.
Deze „onschuld" staat zedelijk zwak.
Wanneer zijn medestudenten een
„grapje" met hem uit willen halen,
en hem de geraffineerde jongedame
Moïra, op zijn dak sturen, dan eindigt
uuuivti u+rvvrvwilriilrpn/l naar Hp Cie aansenae öcnijiiirien zien Koppig vcucucuu ue awcijvc
blik stilstaan, achteio j schuin zolang hun materie binnen het bereik neiging om terug te gaan. Hij herhaalde
sterke lichtbundel die vant boven .schuin zijn redenen voor zichzeif, telkens weer
op de trap viel Hy wachtte j was nu bij de deur; een vage pijn en zo ging hij verder als iemand die
mompelde iets op berustende urn i handDal^en deed hem beseffen, hand over hand vooruitkomt langs een
lichtbundel verschrompelde dedeur in zijn handpalmen n strak gespannen touw, worstelend tegen
sloeg dicht en hy stond m het donker ast zyn nageis in zyn n„. ue geweldige weerstand, die hem ach-
Zondag 8 Juli
AMSTERDAM
Stadsschouwburg 8.15 u. Hommage a
la danse classique.
Carré 8 u. Ned. Comedie: Leer om leer.
I.C.C. 9.30 u. Concertgebouw-koper-
kwartet.
Tuschinski: De weg der hoop.
Alhambra: God heeft de mensen no
dig-
SCHEVENINGEN
Kurzaal 8.15 u. Ned. Opera: Soirée
Frangaise.
's-GRAVENHAGE
Metropole: Met eervol ontslag.
Maandag 9 Juli
AMSTERDAM
Concertgebouw 12 u. Geza Frid en
Luctor Ponse.
films als boven.
's-GRAVENHAGE
Gebouw v. K. en W. 8 u. Ned. Opera:
Fidelio.
films als boven.
wij door het trekken van diagonalen
stérke punten en lijnen kunnen vinden
in een beeldvlak. Trekken wij nu een
diagonaal LD in onze tekening van vo
rige maal en een diagonaal BG. dan is
het snijpunt van die diagonalen een
sterk punt. Laten wij dit sterke punt
even de letter T geven. De twee diago
nalen die wij nu getrokken hebben vor
men samen tevens een driehoek, ge
vormd door de benen LT en GT. Deze
driehoek is een der meest gebruikte
compositievormen in de fotografie. Een
dergelijke opbouw maken wij door drie
voorwerpen of personen zo in het beeld
vlak te plaatsen dat één hiervan op het
punt T en de andere twee links en
rechts hiervan iets lager komen, zodat
de bovenkant van de voorwerpen resp.
de lijnen LT en GT raken. En inder
daad: wanneer u een foto maakt van
een groep personen, zorgt U er meestal
voor, dat de grootste persoon in het
midden komt te staan, terwijl de klei
nere personen in aflopende volgorde
links en rechts gezet worden, waardoor
automatisch een driehoek ontstaat. Wij
zien hieraan duidelijk, dat de composi
tieleer niet een ver gezochte theorie is,
maar zuiver overeen komt met ons ge
voel.
In aansluiting hierop, moeten wij er
nog even op wijzen, dat ook bij drie
hoeken de symmetrie meest vermeden
dient te worden; een niet gelijkbenige
(assymmetrische) driehoek zal immers
meer de aandacht trekken dan een ge
lijkbenige. omdat in de eerste meer
spanning komt doordat er contrast zit
in de benen van de driehoek.
Ook kunnen wij de driehoek weer
gaan combineren met een sterk punt of
een sterke lijn. Stelt U zich maar voor,
dat wij een foto maken van een orkest;
wij kunnen dit dan het beste van een
zij-aanzicht fotograferen, zodat het or
kest begrensd wordt door bijv. de dia
gonalen NB en AI, dus een pyramide,
terwijl de dirigent het sterke punt
vormt, dat buiten de driehoek staat,
bijv. op punt P.
Als wij nu deze lessen over de com
positieleer goed in ons hoofd geprent
hebben, bestaat echter het gevaar, dat
wij te theoretisch worden. Dit moeten
wij beslist vermijden en deze leer dan
ook uitsluitend gebruiken om kleine
wijzigingen in de opbouw aan te bren
gen wanneer wij deze niet helemaal be
vredigend vinden. Gaan wij ons te sterk
op deze theorie toeleggen, dan krijgen
wij vaak erg stijve foto's, zoals boven
staande (gemaakt met Rolleicord. f8,
1/100 sec., volle zon, film 27 gr. Sch.).
De personen worden hier begrensd door
de lijnen DK en GK terwijl de sloot sa
menvalt met de lijn LB. De aandacht
wordt door de kijkrichting en de stok
getrokken naar èen punt in de sloot,
terwijl de dame de heer vasïhoudt om
een ongewenst bad te vermijden. Opper
vlakkig bekeken is dit alles heel aar
dig. maar pas op! Een oplettend be
schouwer zal direct opmerken dat. wan
neer iemand iets uit het water wil ha
len waar hij moeilijk bij kan, deze niet
op een armlengte van de kant blijft. De
heer had dan ook op het uiterste randje
van de sloot moeten zitten, terwijl ook
de houding van de dame niet juist is.
Logischerwijs zou zij zich terdege moe
ten inspannen om de waaghals niet te
laten vallen, dus er moet meer span
ning in de houding zitten; had zij iets
door de knieën gebogen gestaan, dan
was het al veel beter geweest. Verder
kunnen wij aan de plooien bij de schou
der van de heer zien. dat zij niet trekt,
doph eerder duwt. Er klopt dus iets
niet. want het is stellig niet de bedoe
ling. dat zij hem van de wal in de sloot
helpt.