Op wachtlijst van nog 60.000 namen P.T.T. In de toekomst nog moeilijker een aansluiting te krijgen Gancia N' Dukaat Stichting „Door de eeuwen trouw" kan niet van oplichting beschuldigd worden Soldateske krabbels I Ziekenfonds strijd weer actueel Welpenhorde voor Bijzondere Eisen naar Lourdes Genezing door „godsdienstige verbeelding Ei Men moet gevaar van de activiteit der stichting niet overschatten Geen enkel bedrijf kan echter zonder telefoon Met IVOllO L: elke tand een brillant Voorbeeld van de dappere kikker geeft hun moed K0REA-VRIJWILL1GERS VERTROKKEN Medisch Kamer op zomerreces .J ZATERDAG 21 JULI 1951 PAGINA 5 „THUNDERJETS" NAAR ONS LAND PER VLIEGDEKSCHIP KATHOLIEK TILBURG MAAKTE HET MOGELIJK J' öóiiwe 'V EffiSfSfftS i PIJP TABAK „ZUIDERKRUIS" THANS EMIGRANTENSCHIP Prijzenbeschikking Handelsmarges 1951 NED. FINANCIEEL EXPERT NAAR KOREA standpunt MINISTER MULDERIJE IN DE TWEEDE KAMER Zeventien vragen „Waar plicht mij heeft geleid Mr. Teulings Re- en dupliek Antwoord aan mr. Mulderije £erin8 de zaak wel degelijk ernstig worden overschat. Laatste vergadering (Van onze Haagse redacteur) De lasten, welke de defensie ons land oplegt, dwingen tot bezuinigingen, waar van ook het P.X.T.-bedrijf zijn deel krijgt te verwerken. Uitgemaakt is nog niet welke beperkingen de P.T.T. zich uiteindelijk zal moeten getroosten, doch vast staat wel, dat een onderdeel van het bedrijf, dat van vitaal belang is en waar het publiek direct mee te maken heeft, namelijk de telefoondienst, in de naaste toekomst niet zo zal kunnen functionneren als men in alle redelijkheid rou mogen verlangen. Wjj spraken dezer dagen met de di recteur-generaal van het staatsbedrijf over de problemen van de P.T.T.-begro- ting, waarbjj met name het onderwerp ..Telefonie" aan de orde kwam. De heer L. Ncher gaf daarbij als zijn mening, dat in geen enkel bedrijf de telefoon gemist kan worden. Niettemin is er voor de telefoonaansluitingen over het HbS JL ,^™™cn toch een wacht te inr° '""O ffegadigden. Dit cij- °n?eveer constant. Er worden natuurlijk incidenteel wel mensen ge holpen, doch er komen steeds weer nieuwe aanvragen bij en dus wordt in feite de situatie ongunstiger, want de reserve-marge wordt kleiner en tenslot te zo goed als nihil. De toenemende industrialisatie stelt naar eisen aan het telefoonverkeer; wat dit in de practijk betekent, gaat men zich pas realiseren, als men hoort, dat er kleine plaatsen zijn, waar het aantal aansluitingen van nog geen 200 tot 500 gestegen is. De structuur-verandering is b.v. typerend voor de provincie Noord- Brabant en in mindere mate ook voor Drente. Daarnaast wordt ook onder de boerenbevolking de telefoon steeds meer als een onmisbare voorziening be schouwd. Het probleem, dat hierdoor ontstaat, is bekend; de capaciteit der centrales wordt ontoereikend. Deze moeilijkheid speelt overal in den lande evengoed in de grote steden van het Westen als in de verschillende provincies; met na me daar, waar (reeds te lang) nog cen trales met handbeweging in gebruik zijn kan men de ontwikkeling niet meer bijbenen. Met de kwestie van de capaciteit der eentrales hangt om technische rede nen direct samen het vraagstuk van de automatisering van het telefoon verkeer. Reeds voor de oorlog be stond dienaangaande een plan. vol gens hetwelk in 1945 de volledige automatisering van het gehele land een feit had moeten worden. De oor log heeft de uitvoering van dit plan onmogelijk gemaakt; men is integen deel zelfs ernstig achterop geraakt, zodat er in 1945 tien jarcn bij getrok ken moesten worden. Nu is het tijd- Advertentie (Vervolg van pag. 1) u zou men verwachten, dat het in middels in Culemborg gestarte maatschappijziekenfonds zich, ge lijk in een democratische staat betaamt, bij de feiten zou neerleggen: de overheid (waarvan in dit geval bekend is, dat ze de voorkeur geeft aan eenheidsfondsen) heeft een uitspraak gedaan. Niet aldus het maatschappijfonds. Dit komt in ver zet tegen de beslissing van de centrale overheid en wel met middelen, die hoogst bedenkelijk zijn. Een door de medewerkers (artsen, apothekers en specialisten) ondertekend pamflet (het spijt ons, maar we kunnen het niet an ders aanduiden), uitgereikt aan de Cu- lemborgse verzekerden, wemelt van in sinuaties, van halve en hele onwaarheden en bovendien van een vet-gedrukte, verborgen dreiging: Indien verzekerden prijs stellen op handhaving van de pret tige samenwerking welke steeds tusseh verzekerden en medewerkers heeft be slaan. geven wij ernstig in overweging zich wel te beraden, alvorens zich bij het andere tonds aan te melden. Wij vragen: is dit van de voorstanders van de eenheidsfondsen redelijk, nog afgezien van de vraag of het democra tisch is. Men zal goed doen zich de ge schiedenis van het ziekenfondswezen in Nederland te herinneren, om dan tot de erkenning te moeten komen, dat er hiet alleen plaats is voor ziekenfondsen, steunend op een levensbeschouwing, tnaar ook, dat, gezien hun verdiensten in het verleden, de katholieke zieken fondsen recht en reden van bestaan hebben. De strijd rond het vrije zieken fonds is even oud als de ziekenfondsen Zelf. Erkend moet worden, dat de ver zekerden het recht hebben, fondsen te stichten, die door hen zelf worden be stuurd en beheerd. Was dit altijd al evident, van groter belang is dit recht geworden, toen op 1 Nov. 1941 honderd duizenden meer werden verplicht zich te Verzekeren. De verzorging van de volks gezondheid is een groot, zèèr groot goed, met niet alleen medische kanten; het zie kenfondswezen is niet een zaak van louter administratieve aard. Het R.K. Artsenblad van Maart 1949 <blz. 56) schreef: „Het moge waar zijn, bat een ziekenfonds de belangrijkste verstrekkingen niet zelf verleent...... toch maakt men o.i. een grote fout, ais men de functie van het ziekenfondswe zen als louter administratief-technische, sis uit principieel oogpunt indifferent, stelt. Hét ziekenfondswezen heeft invloed ep de gang van zaken en de ontwikke- "ng van geneeskundige en gezondheids zorg en wij zien die invloed eer toe- dan wiemen." Het is ons bekend, dat in. meerdere Plaatsen, ook in Noord-Holland, pogin gen worden aangewend, om, waar zulks nog met hei geval is, verzekerden onder te brengen in maatschappijfondsen, aldus ons katholieke ziekenfonds St. Joan de ■Leo zijn rechtvaardige kans ontnemend. Onze katholieke organisatiebesturen uilen uiterst waakzaam dienen te blij- en en, m politicis, wordt het hoog tijd at onze K.V.P. in de Staten-Generaal -ns ernstig aandacht gaat schenken aan vraag, wanneer nu eindelijk de reeds Jeren aangekondigde ziekenfondswet zecht zal doen gelden, waar dit reeds Jaren werd verkracht. stip alweer verschoven en geldt I960 als streefdatum. Een duidelijk aanwijsbaar symptoom van dit uitstel is bijvoorbeeld het feit, dat Rotterdam twee jaar langer op auto matisch interlocaal verkeer zal moeten wachten: volgens de huidige vooruit zichten krijgt deze stad het namelijk niet in 1952. doch eerst in 1954. Telt men de moeilijkheden tezamen: verhoging van de materiaalprijzen, be perkingen tengevolge van de defensie- lasten en niet te vergeten het feit, dat wanneer er niet uitgebreid wordt ook de geringere baten het aanschaffen van de duurder geworden materialen on gunstig beïnvloeden, dan kan geresu meerd worden, dat het in stede van ge makkelijker in de naaste toekomst voor het publiek nog moeilijker zal worden om een telefoonaansluiting te krijgen. En hiermede is de vicieuze cirkel dan gesloten: uitbreiding van de telefoon capaciteit moet juist van belang geacht worden voor de industrialisatie, welke onze economische positie zou verster ken en waardoor ook de P.T.T. ruimer armslag zou kunnen krijgen. Wanneer er wel eens door buiten staanders geopperd wordt om dan maar over te gaan tot het afsluiten van die abonné's, genomen die hun telefoon toch strikt niet nodig hebben dan luidt het antwoord, dat een dergelijke dis criminatie niet objectief ten uitvoer te leggen is. De heer Neher achtte het van be lang dat het publick, dat iedere dag met 'het P.T.T.-bedrijf te maken heeft en zijn klachten niet onder stoelen of banken pleegt te steken, een inzicht krijgt 'n deze problematiek uiter aard niet alleen voor wat de telefoon- perikelen betreft. Een herleving van de Postraad, hoe verdienstelijk dit li chaam ook geweest moge zijn, lijkt daarvoor niet de ideale oplossing te bieden; wel zou het instellen van „postkamers" in verschillende delen van ons land, waardoor het bedrijfs leven contact kan onderhouden met P.T.T.-functionarissen in die streken, aanbeveling verdienen. Deze regeling is neergelegd in het w.o. betreffende de rechtspositie van het Staatsbedrijf der P.T.T.. dat al enkele jaren oud is. De Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer naziend, zagen wij ech ter, dat minister Wemmers zich terzake nog nader wenst te oriënteren. Dus dit kan nog wel even aanlopen Een woordvoerder voor het Ameri kaanse department van Defensie heeft bekend gemaakt, dat het vliegdekschip ..Corregidor" Maandag met circa veertig F 84 Thunder jets voor Nederland, Bel gië, Denemarken, Frankrijk en Noor wegen naar Europa vertrekt. Reeds eer der zijn „Thunderjets" aan Nederland geleverd, maar deze machines gingen gedemonteerd en in kisten verpakt over de Oceaan. De vliegtuigen die met de „Corregidor" gaan zullen voor onmid dellijk gebruik gereed zijn. Advertentie Advertentie F3 Negen stralende gezichtjes onder groene welpenpetjes, negen groene wel pentruien en daartussendoor de unifor men van de leidsters. Het had een welpenhorde kunnen zijn, die klaar stond voor het zomerkamp, die kleine groep, die zich om half drie in de Tuinstraat te Tilburg had verzameld. Opvallend waren slechts de dassen, hardgeel met een heldergroene kikker. Wie even de tijd nam om stil te staan en de welpen op te nemen, kwam bo vendien al gauw tot de ontdekking, dat déze vrolijke jochies gehandicapt wa ren: een bengeltje, de eigenaardige vorm van een schoen en een paar ab normaal zware brilleglazen spraken duidelijke taal. Deze negen vormen de Tilburgse André de Thaye-groep, een wel penhorde voor Bijzondere Eisen, waar deze lichamelijk gebrekkige jongens hun spel van verkennen beleven, mis schien intenser nog dan andere jongens van hun leeftijd en zeker met nog gro ter paedagogisch rendement. Het is immers van enorme betekenis voor hun karaktervorming, dat deze jongens, die thuis al te vaak een beetje verwend worden, zich hier leren aan passen aan anderen. Bovendien verhoogt het welpenleven hun gevoel van eigen waarde. Het is moeilijk te zeggen, wat het voor deze jongens van 714 jaar betekent, mee te kunnen doen, ook als het mooi weer is de bossen in te trekken, te zwemmen, al is het dan ook maar in 30 cm. water. Zij horen er voortaan bij, zij dragen ook de wel penuniform en halen hun sterren, al is het sterkaartsysteem uiteraard aange past aan hun lichamelijke capaciteiten. Toen is op een goede dag het grote plan ontstaan om met de hele André de Thayehorde naar Lourdes te gaan. 't Was een vermetel plan, zo vermetel dat menig ander leidster het onmid dellijk als „onmogelijk" van zich zou hebben afgezet Maar de leidsters van de B.E-horde dragen niet voor niets even als hun welpen de groene kikker, sym bool van het doorzettingsvermogen, in hun das. Die kikker was eens met een kameraad in de melkkan terecht geko men. De ene kikker probeerde ®r uit te komen, maar toen hij bemerkte, dat het hem niet lukte, gai hij de moed op, liet zich zinken en verdronk. De andere echter bleef ondanks net hopeloze van de situatie zwemmen en doorspartelen, met'het gevolg, dat op de melk een laag boter ontstond, die de dappere kikker tenslotte in staat stelde zich met een ferme sprong uit de melkkan te bevrij den. Zoals deze kikker voor de gehan dicapte weipjes steeds het lichtend voorbeeld wanneer een poging niet De „Zuiderkruis", die de laatste jaren als troepentransportschip werd gebruikt, is thans verbouwd voor het vervoer van emigranten. Vooral het interieur heeft een grondige verandering ondergaan. Vele militairen, die met dit schip van of naar Indonesië gingen, zullen het niet meer herkennen.. De „Zuiderkruis" zal 25 Juli uit Rot terdam uitvaren voor de eerste emigran- tenreis naar Canada. De „Waterman", vroeger ook troepentransportschip, wordt eveneens verbouwd. Dit schip komt eind September gereed. De „Siba- jak" en de „Johan van Oldenbarnevelt" worden ook omgebouwd. Het eerste s°hip zal eind September en het laatste in November gereed zijn voor emigran- tenvervoer. Als ook de „Groote Beer" wordt omgebouwd, wat in de bedoeling ligt, zal Nederland beschikken over vijf emigrantenschepen met een totaal-capa- citei van 20.000 passagiers per jaar. De Kamer van Koophandel en Fabrie ken voor Rijnland heeft aan de minis ters van Economische Zaken en van Landbouw, Visserij en Voedselvoorzie ning een brief gericht naar aanleiding van de prijzenbeschikking Handels marges 1951. De Kamer zou het op prijs stellen, als de werkingsduur der be schikking alsnog zou worden vastge steld op zes maanden. direct met succes wordt bekroond, was hij dat ook voor de leiding. „Onze welpen moeten naar Lourdes", besloot zij en zie, gisteren stonden daar die negen groene kereltjes. kaartjes met hun na.ner van de Nationale Be devaart om de hals, koffertjes in de hand, gereed voor de reis naar Lour des. Drie glanzende auto's stonden voor om de jochies en hun 'er.sters naar Roosendaal te brengen, vanwaar ze per trein de reis zoud' voortzetten. Weer is het „werkelijk heei Tilburg" geweest, dat met zijr bijdragen het mogelijk heeft gemaakt, deze droom te verwe zenlijken- Heel Tilburg had zijn aan deel gehad in de vreugde, die lag op die jongenssnuitje:,, in de roerende dankbaarheid, die sprak uit de gezich ten van de ouders, en in de opgetogen blijdschap van Akela Sevink en haar mede-leidsters. „Dag Adje; dag Theo; dag Don; goed oppassen, jongen". Nog een laatste zoen aan moeder en dan rijden de auto's weg, het verre doel tegemoet. Do.r het dak van een der wagens wuift nog een groen jongensarmpje: „daag, tot volgende week!" (Van onze Rotterdamse redactie) Om ongeveer twaalf uur vanmiddag vertrokken uit Rotterdam met de „Ge neral Mac Rae" een Nederlands en een Belgisch detachement vrijwilligers naar Korea.. De totale sterkte van het Nederlandse detachement bedraagt 250 man; dat der Belgen 179 man. Bij het Nederlandse detachement behoren on geveer 30 Surinamers. Majoor-aalmoe zenier dr. G. Brouwer C.SS.P. gaat met de troepen mee naar Korea, waar hij aalmoezenier Yan de Vrande zal aflossen. Reeds het vorige jaar heeft pater Brouwer zich voor deze taak op gegeven. Wanneer dit detachement zich in Korea bij de andere troepen gevoegd zal hebben, wordt de totale sterkte van de Nederlandse troepen aldaar de zelfde als toen het eerste bataljon arriveerde, n.l. ongeveer 750 man. De commandant van het detachement, kapitein C. D. Teelenius Kruythoff, die in Korea verbindingsofficier zal wor den, ontving voor het vertrek van vice- admiraal Rost van Tonningen, namens H. M. de Koningin een telegram, waar in de troepen een goede reis werd ge wenst en de overtuiging werd uitge sproken, dat dit detachement, evenals de mannen, die reeds in Korea zijn, de naam van de Nederlandse soldaat hoog zullen houden. Namens de regering sprak luitenant- generaal D. C. Buurman van Vreeden de troepen toe. Zoals bekend heeft de Nederlandse regering aan het eind van het vorig jaar de permanente vertegenwoordiger te New York, gemachtigd een Neder landse bijdrage aan de hulpactie der V.N. toe te kennen ter waarde van een millioen gulden in nader te bepalen goederen en diensten, waarbij inbegre pen een aanbod om tien Nederlandse deskundigen gedurende een jaar ter be schikking te stellen voor het materieel herstel van Korea. Thans is als eerste deskundige aange wezen de heer J. P. van Marie, rijks accountant, lid van het Niva (Neder lands instituut van accountants), die vermoedelijk binnenkort naar Korea zal worden uitgezonden als financieel ex- pers voor de UNKRA (United Nations Korean Reconstruction Agency). en der vooral in Ame rika veel verbreide geestelijke kwakzalve rijen. dient zich aan onder de naam van Christian Scien ce, alhoewel zij haar leerstel lingen en practijken eigenlijk en hoofdzakelijk aan de oude Indische Yogin ontleent. De grondlegster van Christian Science is Mrs. Ma r y Baker Eddy geweest. Zij werd geboren 16 Juli 1821 en stamde uit een Nieuw Englandse landverhuizersfa- milie. Haar vader was een keiharde puritein, koppig en driftig; haar moeder was zachter en goedig, maar stierf vroeg. De dochter ont wikkelde zich tot een drome rig, prikkelbaar meisje, wier zwaar belaste gevoelsleven via hysterische trekken en toevallen een weg naar bui ten vond. In 1843 trad ze in het huwelijk met George W. Glover, een kortdurende pe riode, waar ze als weduwe met een zoontje uitkwam. De rouw drukte deze narcis tische vrouw niet zwaar: ze dichtte, wierp zich op als helderziende en spiritistisch medium. Zij hertrouwde met een tandarts Patterson, maar werd in 1866 door hem ver laten. Hij hield het bij haar niet uit. Met al haar psychi sche moeilijkheden ging Mrs. Patterson nu te rade bij de hypnotiseur Quimby. Schijn baar herboren kwam ze bij hem vandaan, bovendien aangestoken door zijn ideeën, die h ij soms al „Christian Science'' („Christelijke We tenschap") noemde. Na een ongeval te Lynn genas zij zichzelf, en met dit „wonder van God" was de Christian Science officiéél aanbesteed. Mrs. Baker verwerkte de „Questions and Answers" („Vragen en Antwoorden") van Quimby in haar dure les sen, die ze nog aantrekkelij- ker maakte met mededelin gen dat ze over de wateren kon wandelen, geen voedsel nodig had om te leven, etc. Alhoewel het volgens Chris tian Science mogelijk is zon der huwelijk te leven, liet Mrs. Patterson zich in 1877 voor de derde keer in de echt verbinden, nu met haar leer ling Gilbert Eddy, een volg zame agent in naaimachines. „Er is geen pijn, geen ziekte en geen zonde voor elkeen, die geloven wil", leert Mrs. Baker Eddy. Maar voor haar zelf gold dat niet. Bij haar hysterische toevallen voegde zich n.l. nog een uitgebreide vervolgingswaanzin, die ze dan maar verklaarde als het gevolg van „boosaardig dier lijk magnetisme", op haar gericht door afvalligen. Ge dreven door de waanzin en de zucht naar geld en macht, breidde ze haar organisatie uit, stichtte een Moeder kerk, vervolledigde haar boek „Science and Health" (belangrijker dan de Bijbel!) met een Onze Vader waarin ze zelf wordt genoemd, dacht zich onsterfelijk, door God gezalfd, de enig-Goddelijke vrouw. Welk een uitverkie zing! In 1910 stierf ze, volsla gen kinds en ontoerekenbaar, liet een enorm fortuin na en had geen opvolger benoemd. Zij geloofde toch slechts in één mogelijke leider, t.w. Mary Baker Eddy. Vatten we tenslotte enige punten van Christian Science samen voor zover die uit medisch standpunt gezien be langrijk zijn. Volgens Mrs. Eddy is de mens alléén geest, „hij heeft geen hersenen, veen bloed en beenderen, kortom hij is geen stoffelijk organisme"; „De mens is Gods geïndividualiseerde idee". De ziekte zou de ge waarwording zijn van het „sterfelijk gemoed", de zon de is een leugen. Jezus zou geen wonderdoener maar een Scientist geweest zijn, een gewone heelmeester (healer) volgens de door Mrs. Eddy herontdekte beginselen. De mens denkt zichzelf gezond hij praat zich dit in. Dez« methode geldt voor elke ziekte, is dus een panacee. Wij herinneren ons echter de practijk der Yogin en zien een verdachte overeenkomst. Na de dood van Mrs. Baker Eddy bleef de Christian Science in een geheimzinni ge getalsterkte voortbestaan en liet van lieverlede de al lerkrankzinnigste „ingevin gen" van de stichtster los. Van de laatste zakelijk-geni ale zet van Mrs. Eddy, de oprichting van het interna tionale dagblad „The Chris tian Science Monitor" kunt u vandaag nog genieten. Het is etn prachtig geredigeerde, uiteraard optimistische krant met daarin een, om wille van de verkoopbaarheid, onder de geestverwanten, klein „reli gieus" rubriekje. De conclusie uit dit alles ligt voor de hand. De gods dienstige inhoud van Chris tian Science is onaanvaard baar, de geneeskundige wer king berust uitsluitend op zelfbedrog. Dit laatste wordt bevestigd door kopstukken uit de Christian Science- beweging zelf, die niet aarze len heimelijk een arts te raadplegen wanneer hun eigen gezondheid naar hun mening iets te wensen over laat. J. M. i (Vergadering van Vrijdag, geopend te 13 uur; voorzitter mr. Kortenhorst) De VOORZITTER stelt voor de dit jaar gevolgde methode van begrotings- onderzoek nog een jaar voort te zetten, omdat het niet mogelijk is geweest zich een oordeel te vormen oVer deze me thode. Dr. SCHOUTEN (A.R.) zegt, dat hij het gevoel heeft, dat de proef dermate nadelige gevolgen heeft gehad, dat er geen reden is deze voort te zetten. De heer TILANUS (C.H.) is ook van mening, dat de nieuwe methode geen succes is geweest en ziet geen aanleiding om met de proef voort te gaan. De heer GORTZAK (Comm.) zegt, dat de proef slecht is bevallen. Het verdient geen aanbeveling de proef voort te zet ten. De VOORZITTER handhaaft zijn voor stel. Dit wordt aangenomen zonder stem ming (A.R.. C.H. en Communisten tegen). Dr. ir. DROESEN (Kath.) wordt ver lof verleend op een nader te bepalen dag de regering te interpelleren over de toepassing van het „vervreemdingsbe- sluit onroerende zaken". Aan de orde is de interpellatie-GOED- HART (Arb.) over de activiteit van de stichting „Door de Euwen Trouw" en de bureaux der zogenaamde republiek der Zuid-Molukken. De INTERPELLANT stelt, na een kor te inleiding de volgende vragen: 1. Is de regering niet van oordeel, dat pen gedaan om uitlevering van Wester ling te verkrijgen. Dit is niet mogelijk, gezien het uitleveringsverdrag met Frankrijk. De gegevens over de juwelen zijn te vaag oir. op grond daarvan uit levering te vragen. Vraag 10- Tegen Sv eerts kon geen de stichting Door de Eeuwen Trouw zich aan oplichting heeft schuldig gemaakt dat niet gebleken is dat hl m Neder, door geld, dat was bestemd voor het end strafbare feiten heeft gepleegd, aankopen van voedsel en medicamenten, h^ver de paspooiten zijn Justitie geen te gebruiken voor het financieren van gegevens öeKena' conspiratorische plannen? Vraag 11. Het is met zeker, dat 2. Is naar aanleiding daarvan een Sweerts in 1948 in Nederland is ge- justitieel onderzoek geopend, zijn de weest. zt)n activiteit tot betrekking boeken en bescheiden in beslag genomen het bureau dateert van na Juni en onderzocht en zijn de bestuursleden 194°- verhoord? Vraag 13. Er is steeds contact met de 3. Wat is geschied om vast te stellen Belgische justitie. Indien daar reden hoe de stichting de gelden in deviezen I VOor is, xan hweerts aan een verhoor kon omzetten? I worden onderworpen- 4. Waarom heeft de regering toege- Vraag 14. Omtrent de juistheid daar- staan, dat een aantal buitenlanders zich I van zijn geen gegevens bekend. in ons land als orgaan van de z.g. Re- Vraag 15. Veie Ambonezen op publiek der Zuid-Molukken gevestigd Nieuw-Guinea hangen de gedach'.e aan heeft en-allerlei activiteiten ontwikkeld van een zelfstandig Ambon- Niet bekend tegen de Republiek Indonesië, mét alle I jg een bureau in de geest van dat gevolgen van dien? ^ier iande is gevormd- Wel bestaat 5. Betaalt de stichting de salarissen I een organisatie, die op liefdadig terrein en onkosten van de heren van het bu- I werkzaam is. Deze wordt streng gecon- reau? I troleerd» 6. Zijn na het ontdekken van de sa- Vraag 16. Van dergelijke relaties is menwerking tussen de stichting en het niets bekend. Het schip lijkt de rege- boeken ^fschlidlh^va^ hbuleau geSchikt OD1 een gr0te 2eereiS: en hefturgeau°ges"óttn'leiderS Vel'h°°rd Vraag 17' De regering vertrouwt, dat en het bureau geslotenmet de hui{jige moeien voldoende op- Men wil van ons, dat wij naar best vermogen leuk zijn. Dat wij geestige en blijmoedige din gen schrijven over het soldatenleve.n. Maar boven op dat bed zit onze nieu we slaapgenoot, en blaast op zijn fluit. Het is ongetwijfeld kunstzinnig, wat deze knaap presteert, maar het knapt onze gespannen zenuwen. Wij hebben hem gevraagd, er mee op te houden; tevergeefs echter. „Ik kan het niet meer laten." antwoordde de artist. „Het begon al, toen ik als jongen van tien altijd zo n verschrikkelijke honger had en een röntgenfoto het grijnzende gezicht van een lintworm te voorschijn haalde. De dokter schreef in zijn re cept een fluit voor, om het dier te hyp notiseren; zo is dat gekomen." Wij zwegen toen; het is niet onze goede gewoonte om aan de adat van verre volken te pulken. In het Verre Zuiden pleegt men nog in alle gemoedsrust slangen te bezweren; en onze boven buurman in questie die Sjef heet komt uit het Zuiden. Uit Brabant. Sjef is een volkskunstenaar, dat lijdt Seen twijfel. Hij dicht, schrijft, blaast, filmt, klopt en zuigt; en dat alles over het boerenleven, dat, naar gij weet, heden ten dage de grote levensbron van alle grote kunstenaars is. Hij heeft de boerendans tot ongekende culturele j°?gj °Pëev°erd, en hij demonstreert dat door rond middernacht soli weg te geven, waarbij de klompen in de rondte spatten. „Ik ben een declama tor, vertelde hij ons eenmaal in een vertrouwelijke buj. ,Ik weet het: je zou het niet aan me zeggen. Ik ben meer een doodslagersfiguur. Maar als je iets voor me te declameren hebt, zal ik je het tegendeel bewijzen." Wij gaven hem onmiddellijk een ont roerend brok poëzie, dat hij een halve meter van zich afhield, waarna hij met een stem als een galmgat bulderde: „Ilc stond verslagen in de zee te staren; Jij zwom zo ver en wou me niet meer zien En mijn gemoed schoot vol; ik dacht „misschien Grijpt straks een speelse wind in je verwarde haren En voert je meg naar verre, verre kust; Ik heb me uitgesloofd om het jou naar de zin te maken Tot een faillissement me dwong mijn levenswijs te staken. Ik wil je niet meer zien; wat ik verlang is rust." Toen de declamator uitgesproken was, keek hij ons peinzend aan. „Het zou een goed stuk werk geweest zijn, als het maar in overeenstemming met de tijd was," meende hij. „Maar hei heeft elementen in zich van een zieke lijke, versleten romantiek, en tevens gewild moderne motieven. Je moet in een gedicht niet spreken 'over een fail lissement. En niet eenmüal wordt er zelfs maar op de boer gezinspeeld." De volkskunstenaar heeft het ge kraakte gedicht bewerkt. Hij paste het aan bij de huidige begrippenwereld; en waarlijk, welk een taalweeldg na zijn behandeling luidde het als volgt: „De boer stond zwijgend in de stal te kijken; Zijn koeien waren dood en zwegen als het graf. En in zijn wroegend hart dacht hij: dit is mijn straf Voor mijn hardvochtigheid; nu zijn mijn koeien lijken. Hij wenkte bars zijn knecht, die in volmaakte rust En badend in zijn zweet de stal aan kant ging maken; Maar plotseling zei de boer: Weet, dat ik jou zal kraken Als je nog ooit een van mijn dochters kust." Het zou verkeerd zijn te menen, dat deze Sjef de enige is, die in afwachting van zijn benoeming tot officier op onze kamer verblijft. Behalve Schomper, die wij onlangs tot vervelens toe noemden, hüizen daar nog verschillende andere lieden; zij zijn echter ófwel het vermelden niet waard, ófwel zij zijn zo belangrijk, dat hun behandeling ons zou uitputten. En van uitputting hebben wij al genoeg te lijden. Neem bijvoorbeeld die ver schrikkelijke reis van twee en een half uur. die wij elke keer na ons verlof moeten aanleggen om op die plaats te komen, waar bij de L.S.K.-vlag de no bele woorden prijken: „Waar plicht mij leide." Waar plicht toch al niet toe leiden kan nietwaar? Wij plegen in die trein behoefte te hebben aan een zitplaats, een goede, royale zitplaats, met liefst nog een er tegenover om ons versleten onderstel op te leggen. Maar zo in de spitsuren wel, dan zijn wij ook de kwaadsten niet, en dan mogen wij nog wel eens graag' genoegen nemen met een enkele zitplaats. Maar die dient dan ook voor onszelf te zijn. Alles of niets, is ons de vies. Die heer op leeftijd naast ons door grondde ons niet. Bovendien had hij een totaal verkeerde opvatting van onze militaire galanterie. Daar stond immers een dame van pak weg veertig; met hulpmiddelen mee een jaar of dertig. Het is ellendig, dat wij zo'n zacht karakter hebben. Het is ons een gruwel, een dame te laten staan, terwijl wij zelf zitten. Het vergalt ons gedurende de hele reis het genot van een zitplaats te hebben. Gelukkig vond zij elders asyl. Deze dame had echter een dochter. Een lieve dochter; een dochter om over te nemen. Maar wat je hebt, dat heb je, en wij hadden een zitplaats. Op het slopende ogenblik, dat wij overwogen, of het in de ogen van deze lieftallige dochter niet nodig zou zijn voor haar op te staan, begon de heer naast ons bp in het oog lopende wijze te insinue ren. Hoewel het denkbeeld geen ogen blik in hem was opgekomen, toen de dame op leeftijd nog overeind stond, meende hij plotseling dat wanneer wij beiden opschoven de lieftallige maagd er nog wel naast zou kunnen. Zij deed het prompt, met be paald typerende nonchalance, daarbij over hei hoofd ziend, dat wij de vor men van een worst in een worste broodje begonnen aan te nemen. „U hebt niet zo erg veel plaats meer, nietwaar?" kweelde zij met een aller - charmantste glimlach, en de heer zei in een wolk van cognac en Karei Een: De militairen vangen altijd de eerste stoot op." Wij zouden hem met plezier zijn sigaar in zijn slokdam geslagen hebben, als wij onze armen maar had den kunnen bewegen. Daarom bepaal den wij ons tot een onverstaanbaar ge mompel; waarbij wij ons zo beheersten, dat onze huig in de knoop raakte. „U bent zeker nog niet zo lang in dienst soldaat?" informeerde onze ver drukster. Wij hesen onze stem kenne lijk vanuit de diepte onzer tenen om hoog, toen wij antwoordden: „Lang genoeg om korporaal en een vrouwen hater te zijn." De heer naast ons keek verrast op. „Hebt u dan geen buiten- model-uniform nodig?" vroeg hij, in zijn binnenzak grijpend. „Van u niet," persten wij uit onze Jongen. „Dan toch wel een beetje frisse lucht zeker," klonk het animerend van de andere kant;. „Nee!" zeiden wij; desondanks gooide iemand het raam open en daar bij een koffer op ons hoofd. „Dank u," waren wij nog .zo beleefd te zeggen. „Niets te danken," meende de ander. „Hier komt er nog een." Deze was met i.izer beslagen; ons hoofd niet, vandaar onze kreet vol schrik en afgrijzen. Dit is zo doorgegaan; in deze staat van machteloze koeienering hebben wij uren doorgebracht. Tenslotte te gelijk met ons moest onze buur vrouw er uit; en onze buurman ook.***) En hét zou vrij onbelangrijk geweest zijn, als niet één dezer personen een (lichte) graad van invloed op ons mi litair bestaan was gaan uitoefenen. Welke? U zult het ervaren zoals wij het ervaren hebben. FRANS GROSFELD 7. Zijn er, voor zover bij deze zaak vreemdelingen betrokken zijn, geen ter. men om hen over de grens te zetten? 8. Is de regering iets bekend van operaties van een geheime dienst van het bureau? Vindt de regering het be staan van dergelijke diensten toelaat baar? 9. Vraagt de regering uitlevering van I omtrent het bestaan van een dergelijk Westerling? En is zij met van mening I dat de verdwijning van kostbare juwelen gc niets bekend was. Van opera, van Zuid-Celebes afkomstig voldoende hes van zulk een dienst ook met- Het grond oplevert voor een dergelijk ver-1 tweede deel van de vraag is niet ge- getreden kan worden tegen deze mis standen. Is dit niet mogelijk, dan zai zij niet aarzelen voorstellen in te dienen. De minister zonder portefeuille, mr. TEULINGS, antwoordt op vraag 8, dat zoek? 10. Waarom is tegen Sweerts geen rechtsingang verleend, nadat hij in Haar lem was gearresteerd en 68 blanco pas poorten in zijn bezit had? 11. Is het bekend, dat de politie Sweerts geen strobreed in de weg heeft I "ns word 't gelegd, toen hij in Nederland was, omdat I het departement van Justtie geen prijs stelde op zijn arrestatie? 12. Waarom heeft de B.V.D., ondanks makkelijk te beantwoorden. Het orga niseren van een dienst is niet verboden, tenzij er ontoelaatbare handelingen worden begaan. Indien er buitenlanders bij betrokken zijn, kunr.en zij over de Vraag 10. Het is niet bekend, dat het B.N.V- Sweerts heeft laten onderduiken. Vraag 12. Er waren geen overstelpen- overstelpende aanwijzingen de stichting 3e aanwijzingen; de B-NA. bepaalt zich en het bureau niet nauwkeurig in het oog gehouden? 13. Is contact opgenomen met de Bel gische justitie opdat de Nederlandse justitie Sweerts alsnog aan een verhoor zou kunnen onderwerpen? 14. Is Sweerts in 1950 tweemaal per parachute op Ceram neergelaten om daar opdrachten voor het bureau te ver vullen? 15. Is er iets bekend over Ambonese activiteit op Nieuw-Guinea? 16. Is het bekend, dat een oud Portu gees smokkelschip in de haven van Rot terdam sinds enige tijd door een aantal overigens tot die gevallen, waarin er redelijke zekerheid is, dat verkeerd wordt gehandeld en indien er duide lijke aanwijzingen zijn van staatsge vaarlijke practijken- B.N V. kan haar activiteit niet tot het buitenland uit strekken. Interpellant spreekt van con. spiraties. Het is meer een te betreuren cperetteconspiratie. De heer GOEDHART (Arb.) begrijpt, dat de regering de zaak niet wil opbla zen. Maar zij moet deze toch ook weer niet te gering voorstellen. Dit alles oe- voormalige S.S.-lieden gereed gemaakt e„ «rhjixt nnz» °v if mening wordt voor een grote zeereis en dat de npci„ e verhouding met Indo leider van dit gezelschap relaties onder houdt met een voorman van het bureau? 17. Indien de regering mocht menen, dat zij over onvoldoende rechtsmiddelen beschikt om de gesignaleerde misstan den de kop in te drukken, meent zij dan niet, dat zij op korte termijn wetsvoor stellen moet indienen, die in deze lan- cune kunnen voorzien? Hetgeen wij uiteraard niet kun nen. Wij zijn sinds kort geen soldaat meer, maar hebben de uitzichtvolle rang van korporaal bereikt; en wij zijn overgeplaatst naar een inrichting, waar wjj nog hogerop kunnen. Dat ligt ons; zo zijn wij wel. a.u.b., bedoelen wij. Op dat ogenblik betreurde hij het, dat hij ons niet eerst in de gele genheid had gesteld, onze sigaret weg te leggen, voor hij onze armen begon te knellen. nesie. Met betrekking tot het onderduiken van Sweerts zou spr. het adres kunnen noemen. De heer WAGENAAR (comm.) zegt, dat de kwestie van de juwelen niet het belangrijkste is, als gesproken wordt over de uitlevering van Westerling, het belangrijkste is, dat hij verantwoorde lijk is voor de moorden op Zuid-Celebes. j Minister MULDERIJE zegt, dat de re- .:.i neemt. Wat de kwestie van oplichting t Justltl.e' mr- MEL,?E- betreft, er moeten klachten zijn en die RIJE, zegt, dat de regering geen mlich- 2jjn niet gekomen. Spr. betoogde ander- tingen kan geven over op haar straf- maal, dat een verzoek tot uitlevering baarheid te onderzoeken feiten. Voorts van .Westerling niet mogelijk is. De be- moet het gevaar van de activiteit van raadslagingen worden gesloten, de stichting en van het bureau niet spr" dat" noe°rnietPkana^worden" voorzitter houdt in verband met dli' v 8n WOrdln ?ezf/d' het feit. dat de Kamer haar laatste ver- veïvnllin- T "pl,cht,,,g l«!"ke 1S' Ecn gadering voor het zomerreces achter de pas„ niogelyk wanneer rug heeft een korte speech. Hij herin- door de gedupeerden aangifte wordt ge- nert aan het zojuist genomen besluit om aaan' I de proef met de nieuwe wijze van begro- Vragen 3 en 6. Deze aangelegenheden tingsbehandeling nog een jaar voort te hebben de ernstige aandacht van politie I zetten. De Kamer heeft in de afgelopen pe riode zeer veel werk verzet. Id 92 mid dagvergaderingen, die 41 keer 's avonds en justitie. Maatregelen zijn en worden genomen. Het onderzoek duurt nog voort- Vraag 4. Deze person -n waren reeds langer hier aanwezig, in andere kwali teit. Toen de kwestie-Ambon opkwam, wierpen zij zich op als v ertegenwoordi- gers van de Ambonezen. De regej-ing wilde geen contact met hen onderhou den. Zo zij met de actie mochten door gaan, in combinatie met Sweerts. zou het gevolg kunnen zijn, ü^t zij uit het land worden gezet. Vraag 5. Het onderzoek hierover duurt nog voort, zodat thans nog geen nadere mededelingen gedaan kunnen worden. Vraag 7. Die termen kunnen aanwe zig zijn. Vraag 9. De regering heeft geen stap- werden voortgezet, hetgeen betekent, dat zij 500 uur bij elkaar is geweest. In de Handelingen beslaan de redevoeringen 3050 bladzijden. Dit is slechts in 1918/ 1919 overtroffen. In verband met de ko mende grondwetsherziening doet spr. de suggestie, om in dat jaar het budgetaire jaar niet met het kalenderjaar te doen samenvallen. Voorts suggereert spr. de grondwet zodanig te wijzigen, dat de kamers kunnen beraadslagen en niet materiële besluiten kunnen nemen met een aantal aanwezige leden, dat een weinig lager Ugt dan de helft van het totale aantal. Tenslotte geeft spr. nog een kort over zicht van de belangrijkste ontwerpen, die na het reces aan de orde zullen ko men. De vergadering wordt 15.13 uur gesloten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 5