Op wachtlijst van
nog 60.000 namen
P.T.T.
In de toekomst nog moeilijker
een aansluiting te krijgen
Gancia
N'
Dukaat
Stichting „Door de eeuwen trouw" kan niet
van oplichting beschuldigd worden
Soldateske krabbels
I
Ziekenfonds strijd
weer actueel
Welpenhorde voor Bijzondere
Eisen naar Lourdes
Genezing door „godsdienstige verbeelding
Ei
Men moet gevaar van de activiteit
der stichting niet overschatten
Geen enkel bedrijf kan
echter zonder telefoon
Met IVOllO L: elke tand een brillant
Voorbeeld van de dappere kikker geeft hun moed
K0REA-VRIJWILL1GERS
VERTROKKEN
Medisch
Kamer op zomerreces
.J
ZATERDAG 21 JULI 1951
PAGINA 5
„THUNDERJETS" NAAR ONS
LAND PER VLIEGDEKSCHIP
KATHOLIEK TILBURG MAAKTE HET MOGELIJK
J'
öóiiwe
'V EffiSfSfftS
i PIJP
TABAK
„ZUIDERKRUIS" THANS
EMIGRANTENSCHIP
Prijzenbeschikking
Handelsmarges 1951
NED. FINANCIEEL EXPERT
NAAR KOREA
standpunt
MINISTER MULDERIJE IN DE TWEEDE KAMER
Zeventien vragen
„Waar plicht mij heeft geleid
Mr. Teulings
Re- en dupliek
Antwoord aan mr. Mulderije £erin8 de zaak wel degelijk ernstig
worden overschat. Laatste vergadering
(Van onze Haagse redacteur)
De lasten, welke de defensie ons land oplegt, dwingen tot bezuinigingen, waar
van ook het P.X.T.-bedrijf zijn deel krijgt te verwerken. Uitgemaakt is nog
niet welke beperkingen de P.T.T. zich uiteindelijk zal moeten getroosten, doch
vast staat wel, dat een onderdeel van het bedrijf, dat van vitaal belang is en
waar het publiek direct mee te maken heeft, namelijk de telefoondienst, in de
naaste toekomst niet zo zal kunnen functionneren als men in alle redelijkheid
rou mogen verlangen.
Wjj spraken dezer dagen met de di
recteur-generaal van het staatsbedrijf
over de problemen van de P.T.T.-begro-
ting, waarbjj met name het onderwerp
..Telefonie" aan de orde kwam. De heer
L. Ncher gaf daarbij als zijn mening,
dat in geen enkel bedrijf de telefoon
gemist kan worden. Niettemin is er
voor de telefoonaansluitingen over het
HbS JL ,^™™cn toch een wacht
te inr° '""O ffegadigden. Dit cij-
°n?eveer constant. Er worden
natuurlijk incidenteel wel mensen ge
holpen, doch er komen steeds weer
nieuwe aanvragen bij en dus wordt in
feite de situatie ongunstiger, want de
reserve-marge wordt kleiner en tenslot
te zo goed als nihil.
De toenemende industrialisatie stelt
naar eisen aan het telefoonverkeer; wat
dit in de practijk betekent, gaat men
zich pas realiseren, als men hoort, dat er
kleine plaatsen zijn, waar het aantal
aansluitingen van nog geen 200 tot 500
gestegen is. De structuur-verandering is
b.v. typerend voor de provincie Noord-
Brabant en in mindere mate ook voor
Drente. Daarnaast wordt ook onder de
boerenbevolking de telefoon steeds meer
als een onmisbare voorziening be
schouwd.
Het probleem, dat hierdoor ontstaat,
is bekend; de capaciteit der centrales
wordt ontoereikend. Deze moeilijkheid
speelt overal in den lande evengoed
in de grote steden van het Westen als
in de verschillende provincies; met na
me daar, waar (reeds te lang) nog cen
trales met handbeweging in gebruik
zijn kan men de ontwikkeling niet meer
bijbenen.
Met de kwestie van de capaciteit der
eentrales hangt om technische rede
nen direct samen het vraagstuk van
de automatisering van het telefoon
verkeer. Reeds voor de oorlog be
stond dienaangaande een plan. vol
gens hetwelk in 1945 de volledige
automatisering van het gehele land
een feit had moeten worden. De oor
log heeft de uitvoering van dit plan
onmogelijk gemaakt; men is integen
deel zelfs ernstig achterop geraakt,
zodat er in 1945 tien jarcn bij getrok
ken moesten worden. Nu is het tijd-
Advertentie
(Vervolg van pag. 1)
u zou men verwachten, dat het in
middels in Culemborg gestarte
maatschappijziekenfonds zich, ge
lijk in een democratische staat betaamt,
bij de feiten zou neerleggen: de overheid
(waarvan in dit geval bekend is, dat ze
de voorkeur geeft aan eenheidsfondsen)
heeft een uitspraak gedaan. Niet aldus
het maatschappijfonds. Dit komt in ver
zet tegen de beslissing van de centrale
overheid en wel met middelen, die
hoogst bedenkelijk zijn. Een door de
medewerkers (artsen, apothekers en
specialisten) ondertekend pamflet (het
spijt ons, maar we kunnen het niet an
ders aanduiden), uitgereikt aan de Cu-
lemborgse verzekerden, wemelt van in
sinuaties, van halve en hele onwaarheden
en bovendien van een vet-gedrukte,
verborgen dreiging: Indien verzekerden
prijs stellen op handhaving van de pret
tige samenwerking welke steeds tusseh
verzekerden en medewerkers heeft be
slaan. geven wij ernstig in overweging
zich wel te beraden, alvorens zich bij het
andere tonds aan te melden.
Wij vragen: is dit van de voorstanders
van de eenheidsfondsen redelijk, nog
afgezien van de vraag of het democra
tisch is. Men zal goed doen zich de ge
schiedenis van het ziekenfondswezen in
Nederland te herinneren, om dan tot de
erkenning te moeten komen, dat er
hiet alleen plaats is voor ziekenfondsen,
steunend op een levensbeschouwing,
tnaar ook, dat, gezien hun verdiensten
in het verleden, de katholieke zieken
fondsen recht en reden van bestaan
hebben. De strijd rond het vrije zieken
fonds is even oud als de ziekenfondsen
Zelf. Erkend moet worden, dat de ver
zekerden het recht hebben, fondsen te
stichten, die door hen zelf worden be
stuurd en beheerd. Was dit altijd al
evident, van groter belang is dit recht
geworden, toen op 1 Nov. 1941 honderd
duizenden meer werden verplicht zich te
Verzekeren. De verzorging van de volks
gezondheid is een groot, zèèr groot goed,
met niet alleen medische kanten; het zie
kenfondswezen is niet een zaak van
louter administratieve aard.
Het R.K. Artsenblad van Maart 1949
<blz. 56) schreef: „Het moge waar zijn,
bat een ziekenfonds de belangrijkste
verstrekkingen niet zelf verleent......
toch maakt men o.i. een grote fout, ais
men de functie van het ziekenfondswe
zen als louter administratief-technische,
sis uit principieel oogpunt indifferent,
stelt.
Hét ziekenfondswezen heeft invloed
ep de gang van zaken en de ontwikke-
"ng van geneeskundige en gezondheids
zorg en wij zien die invloed eer toe- dan
wiemen."
Het is ons bekend, dat in. meerdere
Plaatsen, ook in Noord-Holland, pogin
gen worden aangewend, om, waar zulks
nog met hei geval is, verzekerden onder
te brengen in maatschappijfondsen, aldus
ons katholieke ziekenfonds St. Joan de
■Leo zijn rechtvaardige kans ontnemend.
Onze katholieke organisatiebesturen
uilen uiterst waakzaam dienen te blij-
en en, m politicis, wordt het hoog tijd
at onze K.V.P. in de Staten-Generaal
-ns ernstig aandacht gaat schenken aan
vraag, wanneer nu eindelijk de reeds
Jeren aangekondigde ziekenfondswet
zecht zal doen gelden, waar dit reeds
Jaren werd verkracht.
stip alweer verschoven en geldt I960
als streefdatum.
Een duidelijk aanwijsbaar symptoom
van dit uitstel is bijvoorbeeld het feit,
dat Rotterdam twee jaar langer op auto
matisch interlocaal verkeer zal moeten
wachten: volgens de huidige vooruit
zichten krijgt deze stad het namelijk
niet in 1952. doch eerst in 1954.
Telt men de moeilijkheden tezamen:
verhoging van de materiaalprijzen, be
perkingen tengevolge van de defensie-
lasten en niet te vergeten het feit, dat
wanneer er niet uitgebreid wordt ook
de geringere baten het aanschaffen van
de duurder geworden materialen on
gunstig beïnvloeden, dan kan geresu
meerd worden, dat het in stede van ge
makkelijker in de naaste toekomst voor
het publiek nog moeilijker zal worden
om een telefoonaansluiting te krijgen.
En hiermede is de vicieuze cirkel dan
gesloten: uitbreiding van de telefoon
capaciteit moet juist van belang geacht
worden voor de industrialisatie, welke
onze economische positie zou verster
ken en waardoor ook de P.T.T. ruimer
armslag zou kunnen krijgen.
Wanneer er wel eens door buiten
staanders geopperd wordt om dan maar
over te gaan tot het afsluiten van die
abonné's,
genomen
die hun telefoon toch strikt
niet nodig hebben dan luidt
het antwoord, dat een dergelijke dis
criminatie niet objectief ten uitvoer te
leggen is.
De heer Neher achtte het van be
lang dat het publick, dat iedere dag
met 'het P.T.T.-bedrijf te maken heeft
en zijn klachten niet onder stoelen of
banken pleegt te steken, een inzicht
krijgt 'n deze problematiek uiter
aard niet alleen voor wat de telefoon-
perikelen betreft. Een herleving van
de Postraad, hoe verdienstelijk dit li
chaam ook geweest moge zijn, lijkt
daarvoor niet de ideale oplossing te
bieden; wel zou het instellen van
„postkamers" in verschillende delen
van ons land, waardoor het bedrijfs
leven contact kan onderhouden met
P.T.T.-functionarissen in die streken,
aanbeveling verdienen. Deze regeling
is neergelegd in het w.o. betreffende
de rechtspositie van het Staatsbedrijf
der P.T.T.. dat al enkele jaren oud is.
De Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer naziend, zagen wij ech
ter, dat minister Wemmers zich terzake
nog nader wenst te oriënteren. Dus dit
kan nog wel even aanlopen
Een woordvoerder voor het Ameri
kaanse department van Defensie heeft
bekend gemaakt, dat het vliegdekschip
..Corregidor" Maandag met circa veertig
F 84 Thunder jets voor Nederland, Bel
gië, Denemarken, Frankrijk en Noor
wegen naar Europa vertrekt. Reeds eer
der zijn „Thunderjets" aan Nederland
geleverd, maar deze machines gingen
gedemonteerd en in kisten verpakt over
de Oceaan. De vliegtuigen die met de
„Corregidor" gaan zullen voor onmid
dellijk gebruik gereed zijn.
Advertentie
Advertentie
F3
Negen stralende gezichtjes onder
groene welpenpetjes, negen groene wel
pentruien en daartussendoor de unifor
men van de leidsters. Het had een
welpenhorde kunnen zijn, die klaar
stond voor het zomerkamp, die kleine
groep, die zich om half drie in de
Tuinstraat te Tilburg had verzameld.
Opvallend waren slechts de dassen,
hardgeel met een heldergroene kikker.
Wie even de tijd nam om stil te staan
en de welpen op te nemen, kwam bo
vendien al gauw tot de ontdekking, dat
déze vrolijke jochies gehandicapt wa
ren: een bengeltje, de eigenaardige
vorm van een schoen en een paar ab
normaal zware brilleglazen spraken
duidelijke taal. Deze negen vormen de
Tilburgse André de Thaye-groep, een wel
penhorde voor Bijzondere Eisen, waar
deze lichamelijk gebrekkige jongens
hun spel van verkennen beleven, mis
schien intenser nog dan andere jongens
van hun leeftijd en zeker met nog gro
ter paedagogisch rendement.
Het is immers van enorme betekenis
voor hun karaktervorming, dat deze
jongens, die thuis al te vaak een beetje
verwend worden, zich hier leren aan
passen aan anderen. Bovendien verhoogt
het welpenleven hun gevoel van eigen
waarde. Het is moeilijk te zeggen, wat
het voor deze jongens van 714 jaar
betekent, mee te kunnen doen, ook
als het mooi weer is de bossen in te
trekken, te zwemmen, al is het dan
ook maar in 30 cm. water. Zij horen
er voortaan bij, zij dragen ook de wel
penuniform en halen hun sterren, al is
het sterkaartsysteem uiteraard aange
past aan hun lichamelijke capaciteiten.
Toen is op een goede dag het grote
plan ontstaan om met de hele André
de Thayehorde naar Lourdes te gaan.
't Was een vermetel plan, zo vermetel
dat menig ander leidster het onmid
dellijk als „onmogelijk" van zich zou
hebben afgezet Maar de leidsters van de
B.E-horde dragen niet voor niets even
als hun welpen de groene kikker, sym
bool van het doorzettingsvermogen, in
hun das. Die kikker was eens met een
kameraad in de melkkan terecht geko
men. De ene kikker probeerde ®r uit te
komen, maar toen hij bemerkte, dat het
hem niet lukte, gai hij de moed op,
liet zich zinken en verdronk. De andere
echter bleef ondanks net hopeloze van
de situatie zwemmen en doorspartelen,
met'het gevolg, dat op de melk een laag
boter ontstond, die de dappere kikker
tenslotte in staat stelde zich met een
ferme sprong uit de melkkan te bevrij
den. Zoals deze kikker voor de gehan
dicapte weipjes steeds het lichtend
voorbeeld wanneer een poging niet
De „Zuiderkruis", die de laatste jaren
als troepentransportschip werd gebruikt,
is thans verbouwd voor het vervoer van
emigranten. Vooral het interieur heeft
een grondige verandering ondergaan.
Vele militairen, die met dit schip van of
naar Indonesië gingen, zullen het niet
meer herkennen..
De „Zuiderkruis" zal 25 Juli uit Rot
terdam uitvaren voor de eerste emigran-
tenreis naar Canada. De „Waterman",
vroeger ook troepentransportschip,
wordt eveneens verbouwd. Dit schip
komt eind September gereed. De „Siba-
jak" en de „Johan van Oldenbarnevelt"
worden ook omgebouwd. Het eerste
s°hip zal eind September en het laatste
in November gereed zijn voor emigran-
tenvervoer. Als ook de „Groote Beer"
wordt omgebouwd, wat in de bedoeling
ligt, zal Nederland beschikken over vijf
emigrantenschepen met een totaal-capa-
citei van 20.000 passagiers per jaar.
De Kamer van Koophandel en Fabrie
ken voor Rijnland heeft aan de minis
ters van Economische Zaken en van
Landbouw, Visserij en Voedselvoorzie
ning een brief gericht naar aanleiding
van de prijzenbeschikking Handels
marges 1951. De Kamer zou het op prijs
stellen, als de werkingsduur der be
schikking alsnog zou worden vastge
steld op zes maanden.
direct met succes wordt bekroond,
was hij dat ook voor de leiding.
„Onze welpen moeten naar Lourdes",
besloot zij en zie, gisteren stonden daar
die negen groene kereltjes. kaartjes
met hun na.ner van de Nationale Be
devaart om de hals, koffertjes in de
hand, gereed voor de reis naar Lour
des. Drie glanzende auto's stonden voor
om de jochies en hun 'er.sters naar
Roosendaal te brengen, vanwaar ze per
trein de reis zoud' voortzetten. Weer
is het „werkelijk heei Tilburg" geweest,
dat met zijr bijdragen het mogelijk
heeft gemaakt, deze droom te verwe
zenlijken- Heel Tilburg had zijn aan
deel gehad in de vreugde, die lag op
die jongenssnuitje:,, in de roerende
dankbaarheid, die sprak uit de gezich
ten van de ouders, en in de opgetogen
blijdschap van Akela Sevink en haar
mede-leidsters.
„Dag Adje; dag Theo; dag Don; goed
oppassen, jongen". Nog een laatste zoen
aan moeder en dan rijden de auto's
weg, het verre doel tegemoet.
Do.r het dak van een der wagens
wuift nog een groen jongensarmpje:
„daag, tot volgende week!"
(Van onze Rotterdamse redactie)
Om ongeveer twaalf uur vanmiddag
vertrokken uit Rotterdam met de „Ge
neral Mac Rae" een Nederlands en een
Belgisch detachement vrijwilligers
naar Korea.. De totale sterkte van het
Nederlandse detachement bedraagt 250
man; dat der Belgen 179 man. Bij het
Nederlandse detachement behoren on
geveer 30 Surinamers. Majoor-aalmoe
zenier dr. G. Brouwer C.SS.P. gaat
met de troepen mee naar Korea, waar
hij aalmoezenier Yan de Vrande zal
aflossen. Reeds het vorige jaar heeft
pater Brouwer zich voor deze taak op
gegeven.
Wanneer dit detachement zich in
Korea bij de andere troepen gevoegd
zal hebben, wordt de totale sterkte van
de Nederlandse troepen aldaar de zelfde
als toen het eerste bataljon arriveerde,
n.l. ongeveer 750 man.
De commandant van het detachement,
kapitein C. D. Teelenius Kruythoff, die
in Korea verbindingsofficier zal wor
den, ontving voor het vertrek van vice-
admiraal Rost van Tonningen, namens
H. M. de Koningin een telegram, waar
in de troepen een goede reis werd ge
wenst en de overtuiging werd uitge
sproken, dat dit detachement, evenals
de mannen, die reeds in Korea zijn, de
naam van de Nederlandse soldaat hoog
zullen houden.
Namens de regering sprak luitenant-
generaal D. C. Buurman van Vreeden
de troepen toe.
Zoals bekend heeft de Nederlandse
regering aan het eind van het vorig
jaar de permanente vertegenwoordiger
te New York, gemachtigd een Neder
landse bijdrage aan de hulpactie der
V.N. toe te kennen ter waarde van een
millioen gulden in nader te bepalen
goederen en diensten, waarbij inbegre
pen een aanbod om tien Nederlandse
deskundigen gedurende een jaar ter be
schikking te stellen voor het materieel
herstel van Korea.
Thans is als eerste deskundige aange
wezen de heer J. P. van Marie, rijks
accountant, lid van het Niva (Neder
lands instituut van accountants), die
vermoedelijk binnenkort naar Korea zal
worden uitgezonden als financieel ex-
pers voor de UNKRA (United Nations
Korean Reconstruction Agency).
en der vooral in Ame
rika veel verbreide
geestelijke kwakzalve
rijen. dient zich aan onder
de naam van Christian Scien
ce, alhoewel zij haar leerstel
lingen en practijken eigenlijk
en hoofdzakelijk aan de oude
Indische Yogin ontleent. De
grondlegster van Christian
Science is Mrs. Ma r y
Baker Eddy geweest. Zij
werd geboren 16 Juli 1821
en stamde uit een Nieuw
Englandse landverhuizersfa-
milie. Haar vader was een
keiharde puritein, koppig en
driftig; haar moeder was
zachter en goedig, maar
stierf vroeg. De dochter ont
wikkelde zich tot een drome
rig, prikkelbaar meisje, wier
zwaar belaste gevoelsleven
via hysterische trekken en
toevallen een weg naar bui
ten vond. In 1843 trad ze in
het huwelijk met George W.
Glover, een kortdurende pe
riode, waar ze als weduwe
met een zoontje uitkwam.
De rouw drukte deze narcis
tische vrouw niet zwaar: ze
dichtte, wierp zich op als
helderziende en spiritistisch
medium. Zij hertrouwde met
een tandarts Patterson, maar
werd in 1866 door hem ver
laten. Hij hield het bij haar
niet uit. Met al haar psychi
sche moeilijkheden ging Mrs.
Patterson nu te rade bij de
hypnotiseur Quimby. Schijn
baar herboren kwam ze bij
hem vandaan, bovendien
aangestoken door zijn ideeën,
die h ij soms al „Christian
Science'' („Christelijke We
tenschap") noemde. Na een
ongeval te Lynn genas zij
zichzelf, en met dit „wonder
van God" was de Christian
Science officiéél aanbesteed.
Mrs. Baker verwerkte de
„Questions and Answers"
(„Vragen en Antwoorden")
van Quimby in haar dure les
sen, die ze nog aantrekkelij-
ker maakte met mededelin
gen dat ze over de wateren
kon wandelen, geen voedsel
nodig had om te leven, etc.
Alhoewel het volgens Chris
tian Science mogelijk is zon
der huwelijk te leven, liet
Mrs. Patterson zich in 1877
voor de derde keer in de echt
verbinden, nu met haar leer
ling Gilbert Eddy, een volg
zame agent in naaimachines.
„Er is geen pijn, geen ziekte
en geen zonde voor elkeen,
die geloven wil", leert Mrs.
Baker Eddy. Maar voor haar
zelf gold dat niet. Bij haar
hysterische toevallen voegde
zich n.l. nog een uitgebreide
vervolgingswaanzin, die ze
dan maar verklaarde als het
gevolg van „boosaardig dier
lijk magnetisme", op haar
gericht door afvalligen. Ge
dreven door de waanzin en
de zucht naar geld en macht,
breidde ze haar organisatie
uit, stichtte een Moeder
kerk, vervolledigde haar
boek „Science and Health"
(belangrijker dan de Bijbel!)
met een Onze Vader waarin
ze zelf wordt genoemd, dacht
zich onsterfelijk, door God
gezalfd, de enig-Goddelijke
vrouw. Welk een uitverkie
zing! In 1910 stierf ze, volsla
gen kinds en ontoerekenbaar,
liet een enorm fortuin na en
had geen opvolger benoemd.
Zij geloofde toch slechts in
één mogelijke leider, t.w.
Mary Baker Eddy.
Vatten we tenslotte enige
punten van Christian Science
samen voor zover die uit
medisch standpunt gezien be
langrijk zijn. Volgens Mrs.
Eddy is de mens alléén geest,
„hij heeft geen hersenen,
veen bloed en beenderen,
kortom hij is geen stoffelijk
organisme"; „De mens is
Gods geïndividualiseerde
idee". De ziekte zou de ge
waarwording zijn van het
„sterfelijk gemoed", de zon
de is een leugen. Jezus zou
geen wonderdoener maar een
Scientist geweest zijn, een
gewone heelmeester (healer)
volgens de door Mrs. Eddy
herontdekte beginselen. De
mens denkt zichzelf gezond
hij praat zich dit in. Dez«
methode geldt voor elke
ziekte, is dus een panacee.
Wij herinneren ons echter
de practijk der Yogin en zien
een verdachte overeenkomst.
Na de dood van Mrs. Baker
Eddy bleef de Christian
Science in een geheimzinni
ge getalsterkte voortbestaan
en liet van lieverlede de al
lerkrankzinnigste „ingevin
gen" van de stichtster los.
Van de laatste zakelijk-geni
ale zet van Mrs. Eddy, de
oprichting van het interna
tionale dagblad „The Chris
tian Science Monitor" kunt
u vandaag nog genieten. Het
is etn prachtig geredigeerde,
uiteraard optimistische krant
met daarin een, om wille van
de verkoopbaarheid, onder de
geestverwanten, klein „reli
gieus" rubriekje.
De conclusie uit dit alles
ligt voor de hand. De gods
dienstige inhoud van Chris
tian Science is onaanvaard
baar, de geneeskundige wer
king berust uitsluitend op
zelfbedrog. Dit laatste wordt
bevestigd door kopstukken
uit de Christian Science-
beweging zelf, die niet aarze
len heimelijk een arts te
raadplegen wanneer hun
eigen gezondheid naar hun
mening iets te wensen over
laat.
J. M.
i
(Vergadering van Vrijdag, geopend te
13 uur; voorzitter mr. Kortenhorst)
De VOORZITTER stelt voor de dit
jaar gevolgde methode van begrotings-
onderzoek nog een jaar voort te zetten,
omdat het niet mogelijk is geweest zich
een oordeel te vormen oVer deze me
thode.
Dr. SCHOUTEN (A.R.) zegt, dat hij
het gevoel heeft, dat de proef dermate
nadelige gevolgen heeft gehad, dat er
geen reden is deze voort te zetten.
De heer TILANUS (C.H.) is ook van
mening, dat de nieuwe methode geen
succes is geweest en ziet geen aanleiding
om met de proef voort te gaan.
De heer GORTZAK (Comm.) zegt, dat
de proef slecht is bevallen. Het verdient
geen aanbeveling de proef voort te zet
ten.
De VOORZITTER handhaaft zijn voor
stel. Dit wordt aangenomen zonder stem
ming (A.R.. C.H. en Communisten tegen).
Dr. ir. DROESEN (Kath.) wordt ver
lof verleend op een nader te bepalen
dag de regering te interpelleren over de
toepassing van het „vervreemdingsbe-
sluit onroerende zaken".
Aan de orde is de interpellatie-GOED-
HART (Arb.) over de activiteit van de
stichting „Door de Euwen Trouw" en de
bureaux der zogenaamde republiek der
Zuid-Molukken.
De INTERPELLANT stelt, na een kor
te inleiding de volgende vragen:
1. Is de regering niet van oordeel, dat
pen gedaan om uitlevering van Wester
ling te verkrijgen. Dit is niet mogelijk,
gezien het uitleveringsverdrag met
Frankrijk. De gegevens over de juwelen
zijn te vaag oir. op grond daarvan uit
levering te vragen.
Vraag 10- Tegen Sv eerts kon geen
de stichting Door de Eeuwen Trouw zich
aan oplichting heeft schuldig gemaakt dat niet gebleken is dat hl m Neder,
door geld, dat was bestemd voor het end strafbare feiten heeft gepleegd,
aankopen van voedsel en medicamenten, h^ver de paspooiten zijn Justitie geen
te gebruiken voor het financieren van gegevens öeKena'
conspiratorische plannen?
Vraag 11. Het is met zeker, dat
2. Is naar aanleiding daarvan een
Sweerts in 1948 in Nederland is ge-
justitieel onderzoek geopend, zijn de weest. zt)n activiteit tot betrekking
boeken en bescheiden in beslag genomen het bureau dateert van na Juni
en onderzocht en zijn de bestuursleden 194°-
verhoord? Vraag 13. Er is steeds contact met de
3. Wat is geschied om vast te stellen Belgische justitie. Indien daar reden
hoe de stichting de gelden in deviezen I VOor is, xan hweerts aan een verhoor
kon omzetten? I worden onderworpen-
4. Waarom heeft de regering toege- Vraag 14. Omtrent de juistheid daar-
staan, dat een aantal buitenlanders zich I van zijn geen gegevens bekend.
in ons land als orgaan van de z.g. Re- Vraag 15. Veie Ambonezen op
publiek der Zuid-Molukken gevestigd Nieuw-Guinea hangen de gedach'.e aan
heeft en-allerlei activiteiten ontwikkeld van een zelfstandig Ambon- Niet bekend
tegen de Republiek Indonesië, mét alle I jg een bureau in de geest van dat
gevolgen van dien? ^ier iande is gevormd- Wel bestaat
5. Betaalt de stichting de salarissen I een organisatie, die op liefdadig terrein
en onkosten van de heren van het bu- I werkzaam is. Deze wordt streng gecon-
reau? I troleerd»
6. Zijn na het ontdekken van de sa- Vraag 16. Van dergelijke relaties is
menwerking tussen de stichting en het niets bekend. Het schip lijkt de rege-
boeken ^fschlidlh^va^ hbuleau geSchikt OD1 een gr0te 2eereiS:
en hefturgeau°ges"óttn'leiderS Vel'h°°rd Vraag 17' De regering vertrouwt, dat
en het bureau geslotenmet de hui{jige moeien voldoende op-
Men wil van ons, dat wij naar
best vermogen leuk zijn. Dat
wij geestige en blijmoedige din
gen schrijven over het soldatenleve.n.
Maar boven op dat bed zit onze nieu
we slaapgenoot, en blaast op zijn fluit.
Het is ongetwijfeld kunstzinnig, wat
deze knaap presteert, maar het knapt
onze gespannen zenuwen. Wij hebben
hem gevraagd, er mee op te houden;
tevergeefs echter. „Ik kan het niet
meer laten." antwoordde de artist.
„Het begon al, toen ik als jongen van
tien altijd zo n verschrikkelijke honger
had en een röntgenfoto het grijnzende
gezicht van een lintworm te voorschijn
haalde. De dokter schreef in zijn re
cept een fluit voor, om het dier te hyp
notiseren; zo is dat gekomen." Wij
zwegen toen; het is niet onze goede
gewoonte om aan de adat van verre
volken te pulken. In het Verre Zuiden
pleegt men nog in alle gemoedsrust
slangen te bezweren; en onze boven
buurman in questie die Sjef heet
komt uit het Zuiden. Uit Brabant.
Sjef is een volkskunstenaar, dat lijdt
Seen twijfel. Hij dicht, schrijft, blaast,
filmt, klopt en zuigt; en dat alles over
het boerenleven, dat, naar gij weet,
heden ten dage de grote levensbron
van alle grote kunstenaars is. Hij heeft
de boerendans tot ongekende culturele
j°?gj °Pëev°erd, en hij demonstreert
dat door rond middernacht soli weg
te geven, waarbij de klompen in de
rondte spatten. „Ik ben een declama
tor, vertelde hij ons eenmaal in een
vertrouwelijke buj. ,Ik weet het: je
zou het niet aan me zeggen. Ik ben
meer een doodslagersfiguur. Maar als
je iets voor me te declameren hebt, zal
ik je het tegendeel bewijzen."
Wij gaven hem onmiddellijk een ont
roerend brok poëzie, dat hij een halve
meter van zich afhield, waarna hij met
een stem als een galmgat bulderde:
„Ilc stond verslagen in de zee te
staren;
Jij zwom zo ver en wou me niet meer
zien
En mijn gemoed schoot vol; ik dacht
„misschien
Grijpt straks een speelse wind in je
verwarde haren
En voert je meg naar verre, verre
kust;
Ik heb me uitgesloofd om het jou
naar de zin te maken
Tot een faillissement me dwong mijn
levenswijs te staken.
Ik wil je niet meer zien; wat ik
verlang is rust."
Toen de declamator uitgesproken
was, keek hij ons peinzend aan. „Het
zou een goed stuk werk geweest zijn,
als het maar in overeenstemming met
de tijd was," meende hij. „Maar hei
heeft elementen in zich van een zieke
lijke, versleten romantiek, en tevens
gewild moderne motieven. Je moet in
een gedicht niet spreken 'over een fail
lissement. En niet eenmüal wordt er
zelfs maar op de boer gezinspeeld."
De volkskunstenaar heeft het ge
kraakte gedicht bewerkt. Hij paste het
aan bij de huidige begrippenwereld; en
waarlijk, welk een taalweeldg na
zijn behandeling luidde het als volgt:
„De boer stond zwijgend in de stal
te kijken;
Zijn koeien waren dood en zwegen
als het graf.
En in zijn wroegend hart dacht hij:
dit is mijn straf
Voor mijn hardvochtigheid; nu zijn
mijn koeien lijken.
Hij wenkte bars zijn knecht, die in
volmaakte rust
En badend in zijn zweet de stal aan
kant ging maken;
Maar plotseling zei de boer: Weet,
dat ik jou zal kraken
Als je nog ooit een van mijn dochters
kust."
Het zou verkeerd zijn te menen,
dat deze Sjef de enige is, die in
afwachting van zijn benoeming
tot officier op onze kamer verblijft.
Behalve Schomper, die wij onlangs tot
vervelens toe noemden, hüizen daar
nog verschillende andere lieden; zij
zijn echter ófwel het vermelden niet
waard, ófwel zij zijn zo belangrijk, dat
hun behandeling ons zou uitputten. En
van uitputting hebben wij al genoeg te
lijden. Neem bijvoorbeeld die ver
schrikkelijke reis van twee en een half
uur. die wij elke keer na ons verlof
moeten aanleggen om op die plaats te
komen, waar bij de L.S.K.-vlag de no
bele woorden prijken:
„Waar plicht mij leide."
Waar plicht toch al niet toe leiden
kan nietwaar?
Wij plegen in die trein behoefte te
hebben aan een zitplaats, een goede,
royale zitplaats, met liefst nog een er
tegenover om ons versleten onderstel
op te leggen. Maar zo in de spitsuren
wel, dan zijn wij ook de kwaadsten
niet, en dan mogen wij nog wel eens
graag' genoegen nemen met een enkele
zitplaats. Maar die dient dan ook voor
onszelf te zijn. Alles of niets, is ons de
vies.
Die heer op leeftijd naast ons door
grondde ons niet. Bovendien had hij
een totaal verkeerde opvatting van
onze militaire galanterie. Daar stond
immers een dame van pak weg
veertig; met hulpmiddelen mee een
jaar of dertig. Het is ellendig, dat wij
zo'n zacht karakter hebben. Het is ons
een gruwel, een dame te laten staan,
terwijl wij zelf zitten. Het vergalt ons
gedurende de hele reis het genot van
een zitplaats te hebben. Gelukkig vond
zij elders asyl.
Deze dame had echter een dochter.
Een lieve dochter; een dochter om over
te nemen. Maar wat je hebt, dat heb
je, en wij hadden een zitplaats. Op het
slopende ogenblik, dat wij overwogen,
of het in de ogen van deze lieftallige
dochter niet nodig zou zijn voor haar
op te staan, begon de heer naast ons
bp in het oog lopende wijze te insinue
ren. Hoewel het denkbeeld geen ogen
blik in hem was opgekomen, toen de
dame op leeftijd nog overeind
stond, meende hij plotseling dat
wanneer wij beiden opschoven de
lieftallige maagd er nog wel naast zou
kunnen. Zij deed het prompt, met be
paald typerende nonchalance, daarbij
over hei hoofd ziend, dat wij de vor
men van een worst in een worste
broodje begonnen aan te nemen.
„U hebt niet zo erg veel plaats meer,
nietwaar?" kweelde zij met een aller -
charmantste glimlach, en de heer zei
in een wolk van cognac en Karei Een:
De militairen vangen altijd de eerste
stoot op." Wij zouden hem met plezier
zijn sigaar in zijn slokdam geslagen
hebben, als wij onze armen maar had
den kunnen bewegen. Daarom bepaal
den wij ons tot een onverstaanbaar ge
mompel; waarbij wij ons zo beheersten,
dat onze huig in de knoop raakte.
„U bent zeker nog niet zo lang in
dienst soldaat?" informeerde onze ver
drukster. Wij hesen onze stem kenne
lijk vanuit de diepte onzer tenen om
hoog, toen wij antwoordden: „Lang
genoeg om korporaal en een vrouwen
hater te zijn." De heer naast ons keek
verrast op. „Hebt u dan geen buiten-
model-uniform nodig?" vroeg hij, in
zijn binnenzak grijpend. „Van u niet,"
persten wij uit onze Jongen. „Dan toch
wel een beetje frisse lucht zeker,"
klonk het animerend van de andere
kant;. „Nee!" zeiden wij; desondanks
gooide iemand het raam open en daar
bij een koffer op ons hoofd. „Dank u,"
waren wij nog .zo beleefd te zeggen.
„Niets te danken," meende de ander.
„Hier komt er nog een." Deze was met
i.izer beslagen; ons hoofd niet, vandaar
onze kreet vol schrik en afgrijzen.
Dit is zo doorgegaan; in deze staat
van machteloze koeienering hebben
wij uren doorgebracht. Tenslotte te
gelijk met ons moest onze buur
vrouw er uit; en onze buurman ook.***)
En hét zou vrij onbelangrijk geweest
zijn, als niet één dezer personen een
(lichte) graad van invloed op ons mi
litair bestaan was gaan uitoefenen.
Welke? U zult het ervaren zoals wij
het ervaren hebben.
FRANS GROSFELD
7. Zijn er, voor zover bij deze zaak
vreemdelingen betrokken zijn, geen ter.
men om hen over de grens te zetten?
8. Is de regering iets bekend van
operaties van een geheime dienst van
het bureau? Vindt de regering het be
staan van dergelijke diensten toelaat
baar?
9. Vraagt de regering uitlevering van I omtrent het bestaan van een dergelijk
Westerling? En is zij met van mening I
dat de verdwijning van kostbare juwelen gc niets bekend was. Van opera,
van Zuid-Celebes afkomstig voldoende hes van zulk een dienst ook met- Het
grond oplevert voor een dergelijk ver-1 tweede deel van de vraag is niet ge-
getreden kan worden tegen deze mis
standen. Is dit niet mogelijk, dan zai zij
niet aarzelen voorstellen in te dienen.
De minister zonder portefeuille, mr.
TEULINGS, antwoordt op vraag 8, dat
zoek?
10. Waarom is tegen Sweerts geen
rechtsingang verleend, nadat hij in Haar
lem was gearresteerd en 68 blanco pas
poorten in zijn bezit had?
11. Is het bekend, dat de politie
Sweerts geen strobreed in de weg heeft I "ns word 't
gelegd, toen hij in Nederland was, omdat I
het departement van Justtie geen prijs
stelde op zijn arrestatie?
12. Waarom heeft de B.V.D., ondanks
makkelijk te beantwoorden. Het orga
niseren van een dienst is niet verboden,
tenzij er ontoelaatbare handelingen
worden begaan. Indien er buitenlanders
bij betrokken zijn, kunr.en zij over de
Vraag 10. Het is niet bekend, dat het
B.N.V- Sweerts heeft laten onderduiken.
Vraag 12. Er waren geen overstelpen-
overstelpende aanwijzingen de stichting 3e aanwijzingen; de B-NA. bepaalt zich
en het bureau niet nauwkeurig in het
oog gehouden?
13. Is contact opgenomen met de Bel
gische justitie opdat de Nederlandse
justitie Sweerts alsnog aan een verhoor
zou kunnen onderwerpen?
14. Is Sweerts in 1950 tweemaal per
parachute op Ceram neergelaten om
daar opdrachten voor het bureau te ver
vullen?
15. Is er iets bekend over Ambonese
activiteit op Nieuw-Guinea?
16. Is het bekend, dat een oud Portu
gees smokkelschip in de haven van Rot
terdam sinds enige tijd door een aantal
overigens tot die gevallen, waarin er
redelijke zekerheid is, dat verkeerd
wordt gehandeld en indien er duide
lijke aanwijzingen zijn van staatsge
vaarlijke practijken- B.N V. kan haar
activiteit niet tot het buitenland uit
strekken. Interpellant spreekt van con.
spiraties. Het is meer een te betreuren
cperetteconspiratie.
De heer GOEDHART (Arb.) begrijpt,
dat de regering de zaak niet wil opbla
zen. Maar zij moet deze toch ook weer
niet te gering voorstellen. Dit alles oe-
voormalige S.S.-lieden gereed gemaakt e„ «rhjixt nnz» °v if mening
wordt voor een grote zeereis en dat de npci„ e verhouding met Indo
leider van dit gezelschap relaties onder
houdt met een voorman van het bureau?
17. Indien de regering mocht menen,
dat zij over onvoldoende rechtsmiddelen
beschikt om de gesignaleerde misstan
den de kop in te drukken, meent zij dan
niet, dat zij op korte termijn wetsvoor
stellen moet indienen, die in deze lan-
cune kunnen voorzien?
Hetgeen wij uiteraard niet kun
nen. Wij zijn sinds kort geen soldaat
meer, maar hebben de uitzichtvolle
rang van korporaal bereikt; en wij
zijn overgeplaatst naar een inrichting,
waar wjj nog hogerop kunnen. Dat ligt
ons; zo zijn wij wel.
a.u.b., bedoelen wij.
Op dat ogenblik betreurde hij
het, dat hij ons niet eerst in de gele
genheid had gesteld, onze sigaret weg
te leggen, voor hij onze armen begon
te knellen.
nesie.
Met betrekking tot het onderduiken
van Sweerts zou spr. het adres kunnen
noemen.
De heer WAGENAAR (comm.) zegt,
dat de kwestie van de juwelen niet het
belangrijkste is, als gesproken wordt
over de uitlevering van Westerling, het
belangrijkste is, dat hij verantwoorde
lijk is voor de moorden op Zuid-Celebes.
j Minister MULDERIJE zegt, dat de re-
.:.i neemt. Wat de kwestie van oplichting
t Justltl.e' mr- MEL,?E- betreft, er moeten klachten zijn en die
RIJE, zegt, dat de regering geen mlich- 2jjn niet gekomen. Spr. betoogde ander-
tingen kan geven over op haar straf- maal, dat een verzoek tot uitlevering
baarheid te onderzoeken feiten. Voorts van .Westerling niet mogelijk is. De be-
moet het gevaar van de activiteit van raadslagingen worden gesloten,
de stichting en van het bureau niet
spr" dat" noe°rnietPkana^worden" voorzitter houdt in verband met
dli' v 8n WOrdln ?ezf/d' het feit. dat de Kamer haar laatste ver-
veïvnllin- T "pl,cht,,,g l«!"ke 1S' Ecn gadering voor het zomerreces achter de
pas„ niogelyk wanneer rug heeft een korte speech. Hij herin-
door de gedupeerden aangifte wordt ge- nert aan het zojuist genomen besluit om
aaan' I de proef met de nieuwe wijze van begro-
Vragen 3 en 6. Deze aangelegenheden tingsbehandeling nog een jaar voort te
hebben de ernstige aandacht van politie I zetten.
De Kamer heeft in de afgelopen pe
riode zeer veel werk verzet. Id 92 mid
dagvergaderingen, die 41 keer 's avonds
en justitie.
Maatregelen zijn en worden genomen.
Het onderzoek duurt nog voort-
Vraag 4. Deze person -n waren reeds
langer hier aanwezig, in andere kwali
teit. Toen de kwestie-Ambon opkwam,
wierpen zij zich op als v ertegenwoordi-
gers van de Ambonezen. De regej-ing
wilde geen contact met hen onderhou
den. Zo zij met de actie mochten door
gaan, in combinatie met Sweerts. zou
het gevolg kunnen zijn, ü^t zij uit het
land worden gezet.
Vraag 5. Het onderzoek hierover
duurt nog voort, zodat thans nog geen
nadere mededelingen gedaan kunnen
worden.
Vraag 7. Die termen kunnen aanwe
zig zijn.
Vraag 9. De regering heeft geen stap-
werden voortgezet, hetgeen betekent, dat
zij 500 uur bij elkaar is geweest. In de
Handelingen beslaan de redevoeringen
3050 bladzijden. Dit is slechts in 1918/
1919 overtroffen. In verband met de ko
mende grondwetsherziening doet spr. de
suggestie, om in dat jaar het budgetaire
jaar niet met het kalenderjaar te doen
samenvallen. Voorts suggereert spr. de
grondwet zodanig te wijzigen, dat de
kamers kunnen beraadslagen en niet
materiële besluiten kunnen nemen met
een aantal aanwezige leden, dat een
weinig lager Ugt dan de helft van het
totale aantal.
Tenslotte geeft spr. nog een kort over
zicht van de belangrijkste ontwerpen,
die na het reces aan de orde zullen ko
men. De vergadering wordt 15.13 uur
gesloten.