RATTEN TERRORISEREN GEZIN
VEERTIEN PERSONEN
VAN
Nieuwe films in Haarlem
Loodswezen onmisbaar
voor de zeeman
H
Het probleem van de ploegendienst
Kamervloer, zeil en behang worden
finaal kapot gevreten
Werken bij een tweede baas geschiedt
niet uit weelde
Ingrijpen direct noodzakelijk
CWlcitrcióóen.
Pullman matrassen
LUNAPARK
Zondag
laatste dag
Historische bijzonderheden en de mogelijkheden
in deze eeuw
Van Fluit tot Fluit X
Taak voor organisatie
HERINGA WUTHRICH
SLEUTEL
ZATERDAG 21 JULI 1951
PAGINA 7
Ergerlijke huisvesting van Santpoortse familie
BABY VAN NEGEN WEKEN SLAAPT
ONDER IJZERVLECHTWERK
Fok en Beertje op jacht
I GEZON DE SLAAP:)
*0 WASSENAAR
?é$m$
Geen (ratten)kruit tegen
gewassen
Phoenix-terrein - Parklaan
Geopend vanaf 18 11 111*
Bloembollen naar
West-Duitsland
Rembrandt
Frans Hals
Spaarne
Luxor
City
NOORDZEEKAN AAL—IJMUIDEN 1876—1951
Palace
Grote gezinsmoeilijkheden
Funest voor samenleving
Het vlaggfesein
mmmm-
Verdere vooruitgang
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
„DE SLEUTELSPECIALIST"
Marijke Tervoort, nog maar negen weken oud, weet niets van de paar honderd
ratten, die het huis van haar ouders belagen, maar iedere avond dekt haar moe
der het ledikantje af met een stuk hek van ijzer vlechtwerk. In de nacht is
Marijke dan tenminste veilig en zal geen rat haar kwaad kunnen doen. De
ratten vinden overigens toch wel hun weg in het huis, met onverstoorbare vraat
zucht knagen zij aan vloerzeil, behang en meubilair, en niets is veilig voor dat
gespuis, dat kans heeft gezien binnen een jaar tijds voor een kleine vijf duizend
gulden te vernietigen. Niemand zal dat allemaal zo maar willen geloven, ook wij
deden dat in eerste instantie niet. Maar een bezoek aan de familie Tervoort, Van
Dalenlaan 26a in Santpoort-Station, bevestigde dat alles in hevigie mate en de
ontstellende ontdekking, die wij daar moesten doen, deed ons de vraag stellen,
of wij ons werkelijk in het Santpoort van 1951 bevonden. De situatie, waarin
het gezin Tervoort vader moeder en twaalf kinderen daar verkeert, is
zonder meer hemeltergend. Zelfs een grapje met de befaamde rattenvanger van
Hameln zou hier bepaald Pijnlijk klinken.
R"'m, ,twee jaar woont nu dit gezin
in de kleme. veel te kleine boerderij
aan de Van Dalenlaan. Voor die tijd
w oonde het elders in Santpoort, maar
de ruimte was daar veel te beperkt.
Daar bestond toen wel een mogelijkheid
om een ruimer huis te krijgen, doch zo.
als in de meeste gevallen bleek die mo
gelijkheid van elastiek te zijn. Veel
uitzicht bestond er in ieder geval niet
en toen de heer Tervoort gelegenheid
kreeg de boerderij aan de Van Dalen
laan te betrekken, welke tenminste wat
meer ruimte bood, besloot hij daarheen
te gaan. Aanvankelijk wilde hij van de
woning een pakhuis maken, maar het
commentaar van officiële zijde luidde:
Wij maken van een woning geen pak
huis, hoogstens van een pakhuis een
woning.
Hoe het ook zij, de familie woont nu
in het ,,huis", dat om zijn ligging een
boerderij genoemd wordt, maar dat in
wezen niets anders is dan een ongeluk--
kige constructie van stenen en planken,
Waarin veertien personen zo draaglijk
mogelijk proberen te leven. De negen
koeien en twintig varkens duiden op
het landelijke karakter van de omge
ving, maar van vredig kan hier moei
lijk gesproken worden.
De omstandigheden, waarin deze
mensen moeten leven, tarten iedere
beschrijving. Wij kwamen b.v. in de
„mooie" kamer en we stonden ver
steld van de ravage, die de ratten
hadden aangericht. Een groot deel
van de vloer was zonder meer weg
gevreten, van het zeil was ook niet
veel meer te bespeuren en het dres
soir demonstreerde in z'n hellende
stand, dat er nog werk voor de ratten
is om het door de grond te laten zak
ken. Het behang was er bij flarden
afgescheurd en overal lagen er grote
gaten open, waardoor de dieren zich
een weg gebaand hadden.
De „huisKamer" een klein houten
vertrek met een lage, schuin aflopende
zoldering vertoonde eenzelfde beeld.
„Kijk, dat gat was er gisteravond nog
niet", vertelt de heer Tervoort, wijzend
naar een hoek van de kamer- „Dat Heb
ben die ratten vannacht weer gedaan".
Zijn vrouw kwam al met het bewijsstuk
aandragen, een klein kindersokje, dat
op de grond was gevallen en dat door
een rat stukgevreten was.
Op de slaapkamer, waar de ouders
sliepen, was er een groot gat zichtbaar
in het behang, ter hoogte van het hoofd
einde van het bed- „Daar komen ze
's nachts ook doorheen, en ze tippelen
dan rustig over mijn bed. In m'n slaap
jaag ik ze al weg of ik roep kss kss,
maar aan dat geluid zijn ze al gewend".
De heer Tervoort zegt dat allemaal een
beetje laconiek, maar de buitenstaan
der vraagt zich af, hoe hier nog iemand
rustig kan slapen.
Dat het eten voor de ratten niet vei
lig is, spreekt wel vanzelf. Brood is een
geliefde prooi voor die dieren. De enige
oplossing was hier, dat het brood
's nachts buiten in een auto werd ge.
borgen. De bakker kwam dezer dagen
met een kist, van binnen beslagen met
blik. Daarin kon voortaan het brood
opgeborgen worden, doch diezelfde
nacht hadden de ratten het hout van de
kist reeds bewerkt.
De beesten huizen kennelijk overal-
Toen een van de zoons onlangs het dak
schoonmaakte, stootte hij met zijn hand
op een nest jonge ratten onder een
dakpan. De vader trof het daarop weer
°P een andere plaats.
Het gezin Tervoort beschikt gelukkig
hog over twee jachtlustige honden. Fok
en Beertje zijn by wijze 'van spreken
dag en nacht in de weer. De twintig
•ninuten, dat wy daar waren, konden
wy met eigen ogen zien, hoe de honden
öiaar liefst zeven ratten vingen en ze
dood beten. De vangst van de honden
blijkt echter niet op te wegen tegen de
kanwas van de ratten, zy oefenen hun
vak overigens wel met veel behendig
heid uit en tekenend is het wel, dat
■vele toeschouwers van een wielerwed
strijd, die onlangs daar werd gehouden,
de renners rustig lieten trappen en met
•neer belangstelling de dryfjacht van
de honden volgden.
Met dat al dreigt de gezondheid danig
in gevaar te komen. De honden bijten
de ratten wel dood, maar laten de ca
davers liggen. Als zo'n dode rat ergens
verscholen op het erf blijft liggen, zijn
de gevolgen wel te begrijpen. De vrouw
Advertentie
Advertentie
Volledige collectie
Jansweg 11
t/o Station
des huizes vertelde ons, hoe kort gele
den nog een ondraaglijke geur in een
der slaapkamers hing. Dagen de ramen
openhouden bleek niet te helpen en
tenslotte kwam men tot de ontdekking,
dat achter het behang een dode rat lag.
Het zijn echter niet alleen de ratten,
die het huis onbewoonbaar maken. De
huidige constructie laat evèneens alles
te wensen over.
De vloer van de „mooie
is weggevreten. Fok ruikt weer onraad en speurt naarstig
naar de ratten. De heer Tervoort volgt met belangstelling
de verrichtingen van zijn hond, die meestal wel resultaat
opleveren!
„Als het regent, is het beter buiten
wonen dan binnen", wordt ons toege
voegd.
Overal loopt de regen met straal
tjes doorheen en bij een fikse regen-
bui onder de maaltijden vloeit de
hemelsaus rijkelijk over de borden.
Iedereen zoekt dan maar een droog
plekje op de grond om zijn hapje te
verorberen. Wij zagen verder een
slaapkamer, waar zeven jongens sla
pen. Deze kamer wordt van de bui
tenlucht met een houten schot afge
sloten, dat door en door vermolmd is-
Met een stijve nek opstaan, is hier
dan ook geen ongewoon verschijnsel.
Zonder enige overdrijving zouden wij
over deze treurige toestand nog en
kele kolommen kunnen vullen-
Of het gezin Tervoort daar nog wat
tegen doet? Wat de ratten betreft, daar
is geen (ratten) kruit tegen gewassen. De
Gemeentereiniging weet er geen raad
mee en zejfs experts op het gebied van
de rattenbestrijding zien het geval als
hopeloos. Het vorig jaar heeft de heer
Tervoort voor bijna f 5000 aan het huis
laten repareren, maar „de ratten hebben
minstens voor een gelijk bedrag kapot
gevreten", zegt hij. Zijn vrouw heeft
twee jaar geleden alles geschilderd,
maar de vocht heeft er wel voor ge
zorgd, dat er niet veel meer van de verf
te bespeuren valt.
En de instanties? Die zijn van alles
wel op de hoogte. Dr. Limborgh Meijer
heeft er een rapport over uitgebracht,
de Huisvesting heeft van het geval ken
nis genomen, de beheerder kan er
over meepraten,
Bouw- en Woning
toezicht vindt de
toestand onhoud
baar. Een afdoende
oplossing, die uiter
aard alleen kan be
staan in een andere
woning, ruim ge
noeg voor veertien
personen, is nog
niet gevonden. Moe
der Tervoort is per-
soonlijk bij Velsens
burgemeester ge
weest en als bewijs
had zij een tafel
kleedje en een
hoofddoek meege
nomen, die door de
ratten „bewerkt"
waren.
wy hebben dit
lange en droevige
relaas hier niet
neergeschreven om
enige instantie een
verwyt te maken.
Wy hebben slechts
concrete feiten
weergegeven, die
voldoende illustre
ren, dat hier sprake
is van een ernstig
crepeergeval, waar
aan eigenlijk van
daag nog een eind
moest worden ge
maakt.
„Ik zou m'n heie
bedryf willen ver
kopen om uit die
narigheid te zijn",
verzekert ons de
heer Tervoort. En
niemand zal dat on-
bcgrüpeiyk vinden.
Advertentie
Iederè avond wordt het ledikantje van
de negen weken oude Marijke afge
dekt met een vlechtwerk van ijzer. Op
die manier krijgen de ratten niet veel
kans het kind aan te vallen.
De interministeriële invoercommissie
van West-Duitsland heeft Vrijdag in
voer uit Nederland toegestaan van
bloembollen tot een bedrag van 2,5 nril-
lioen dollar en van verduurzaamde
melkproducten en groentenconserven
tot een bedrag van 100.000 dollar.
De dwaze film „The Yellow Cab Man"
heeft men in het Nederlands vertaald
door „Een heer in 't verkeer". Het is de
geschiedenis van een man. die elastisch
glas heeft uitgevonden, maar belaagd
wordt door een bende, die zijn produc
tie-geheim tracht te achterhalen. Als er
een demonstratie zal plaats vinden is
het elastisch glas verwisseld, zodat de
scherven in het gzicht van een taxi
ondernemer terecht komen. Er wordt
in deze film gewerkt-met massale alarm
toestellen, injecties en meer van die
zaken en er vindt een reusachtige slag
plaats op een damesbeurs. De politie
rukt met groot materiaal uit en eindelijk,
na veel lachen, gieren brullen, wint de
uitvinder geld en meisje. Red Skelton
is de zot op wielen, die iedereen kan
gaan zien.
Het is bijna alles zang. wat de klok
slaat in de film „De terugkeer van Al
Jolson". Om de zanger Al Jolson, die
vreest te ouderwets te zijn om het pu
bliek nog te kunnen boeien, is een zeer
langdradig verhaal gesponnen, dat enige
aantrekkelijkheid krijgt door de manier,
waarop oude romantische liedjes op-
rreuw hun weg vinden naar de heden
daagse toehoorder. Al jolson wordt na
jaren weer opgenomen in de rij van ge
vierde zangers. Liefhebbers van de be
kende melodieën uit vroeger tyd zoals
Sunny Boy, zullen bij het zien van deze
fiim niet teleurgesteld worden. Toegang
alle leeftijden.
kamer, zoals die door de ratten
„De brug naar de eeuwigheid' is on
getwijfeld een film vol spanning. Men
valt van het ene avontuur in het andere.
Liefhebbers zullen hun weg naar dit
avonturenverhaal wel weten te vinden.
14 jaar.
„Johnny Holiday", aangekondigd als
een diep menselijke film over het jeugd
probleem, speelt zich grotendeels af in
een modern verbeteringshuis voor ont
wrichte jongens in de Amerikaanse
staat Indiana.
Hier wordt de jeugdige John Holiday,
die op aandrang van een slechte „vriend
geld van een drogist heeft gestolen, on
dergebracht.
De oppasser Walker slaagt erin hem
weer een eind op het goede pad te
helpen, totdat ook de vriend naar het
zelfde huis wordt gestuurd en er zich
aan de hand van een boeiend verhaal
een strijd om het kind ontwikkelt, die
tenslotte eindigt in een verdiend suc
ces voor de juiste party.
Zij die veertien jaar zijn en ook in de
vecantie een min of meer ernstige film
waarderen, kunnen deze gaan zien.
„De Prairiebruid" is een geschiedenis
uit het Wilde Westen, welke zeker niet
zonder gevoel voor humor is gemaakt
en waarin het „wilde" zich ditmaal niet
uit in verschrikkelijke revolvergevech
ten of stapels lijken. Een verbitterde
vechtpartij tussen de neven O'Hara ein
digt tenslotte in een overwinning voor
de verliezer en het is voor de liefheb- v„.e,
ber van dit genre stellig wel de moei- 1 steng,
te waard om te zien hoe die-vork aan
de steel zit. Veertienjarigen.
De film „Louise-Lotte", naar het be
kende boek van Erich Kastner, is gepro
longeerd. Wij kunnen deze film aan
ieder boven 14 jaar aanbevelen.
et is ruw weer. Buitengaats zwiept
de wind de golven op tot grote
hoogte en op de pieren slaan zy
uiteen tot machtige fonteinen van brui
send geweld. De zeeman, die de wacht
heeft, duikt dieper in zijn kraag als de
wind giert door de tuigage. Honden
weer noemen ze dat en dan te weten,
dat slechts enkele mijlen verderop de
veilige haven ligt. Maar de loodsdienst
is gestaakt en het schip blijft op een
veilige afstand van de kust wachten op
beter weer. In zulke uren voelt men
pas goed de betekenis van een goed
functionnerend apparaat als het Loods
wezen, zonder welks diensten geen en.
kei zeeschip van enige importantie in
staat is de haven veilig binnen te lopen.
In het begin der 19e eeuw tot onge
veer de eerste jaren van het bestaan
van de loodsdienst, had men algemeen
de rinkelaar als loodsvaartuig gebruikt.
Dit schip toonde, wat zijn vorm betreft,
veel overeenkomst met de vissersbom,
alleen was het veel langer, had 'n fok.
ke- en een bezaanmast en kon vrij veel
zeil voeren. Tengevolge van hun lompe
vorm liepen zij weinig vaart en het
moest al flink hard waaien, wilde men
er een behoorlijke snelheid mee kun
nen bereiken. Door hun platte bodem
en geringe diepgang vertoonden zij veel
neiging tot afdrijven en om dit te be
perken waren zij voorzien van zwaar
den. Toen de scheepsbouwkunde het
type van de kotter ontwikkelde, was
het lot van de rinkelaars spoedig be
slist.
De kotters waren deugdelijke zee
schepen, waarmee handig gemanoeu
vreerd kon worden. Het waren gekoper
de vaartuigen met het gewone kotter
tuig, bestaande uit een mast met schuif-
waaraan een grootzeil en een
gaftopzeil werden gevoerd, alsmede
enkele zeilen op het hout. Bovendien
voerden zij een breefok met een of
twee topzeilen. Kort voor de opening
van het Noordzeekanaal kwam op de
loodskotter de druilmas- in gebruik.
Een van de stoombootloodsen, zoals die
gedurende tientallen jaren voor de oorlog
in IJmuiden in gebruik waren.
(Van onze Beverwijkse redacteur)
Er was eens een ondernemer, die uit eigen ervaring het arbeidersprobleem wilde
leren kennen. Hy ging een half jaar in ploegendienst werken en zei tegen zijn
gezin dat men gedurende deze periode genoegen zou moeten nemen met zijn
loon als continu-arbeider. Een eenvoudige berekening wees uit, dat mevrouw
zelf het huishoudelijk werk moest doen, want een dienstbode kon er niet af.
Het ging goed, zolang ze gezond was, maar na een maand moest ze gaan liggen.
Geen geld voor een hulpje. Zoon Jan klopte by pa aan om een paar boeken,
dochter Thea wilde met haar vriendin naar een serie concerten. Pietje had een
nieuw pakje nodig en voor mevrouw moesten versterkende middelen komen.
Van zijn loon, de ondernemer bemerkte het met schrik, kon hy dit alles niet
bekostigen, terwijl hij de noodzaak en de redelykheid van dergelijke uitgaven
inzag. Hy informeerde eens bij mede-arbeiders hoe zij in dergelyke gevallen te
werk gingen. Zie er 'n cent bij te verdienen, was het antwoord. Klop aan bij
gezinshulp en Iaat je dochter thuis blyven, waren andere adviezen. Die zoon
van je moet z'n boeken maar lenen van een bibliotheek.
De ondernemer dacht lang na, maar vond geen bevredigende oplossing: ging
hij er nog een baas by zoeken, dan werd hy een werkslaaf, zonder vrije tijd,
nodig om een menswaardig bestaan te leiden. Aankloppen by instanties gaf
slechts een gedeeltelijke oplossing.
Voor zeer velen is dit moeilijke probleem een belemmering om gelukkig te le
ven. Al stellen wy, Nederlanders, onze eisen, dit moet met nadruk gezegd
worden zeer hoog, het is ons uit correspondentie duidelijk geworden, dat het
niet aangaat zonder meer te zeggen, dat het werken by een tweede baas om
het gezinsinkomen te vermeerderen moreel niet verantwoord is. Vandaar een
tweede artikel over deze materie.
Voordat we de correspondentie over
dit onderwerp behandelen, een korte
bewerking. Er is op sociaal gebied zeer
veel ten goede veranderd de laatste
zestig jaren. Onze eenvoudige voorou
ders zouden de verlangens van de ar
beidersstand van tegenwoordig, die van
rijkaards noemen- We zijn zo in het
Stoffelijke opgegaan, dat stoffelijke wel
vaart bijna onze enige maatstaf van ge
luk is geworden. Eenvoud kennen we
niet meer. We hebben allen de neiging
boven onze stand te leven. Om aan die
neiging te voldoen, wordt ieder middel,
dat men verantwoord acht voor eigen
geweten, gebruikt om geld te verdienen.
Ten koste van tevredenheid, ten koste
van geluk in het gezin, ten koste van
de werkelijke opvoeding van de kin
deren, ten koste van eigen ontwikke
ling, ontspanning, geestelijk leven. Men
maakt zichzelf tot werkslaaf om de
centen. Een kapitalistische instelling,
die men zowel bij katholieken als bij
communisten aantreft! Zowel bij gesi
tueerden als bij eenvoudige arbeiders!
Over dezulken spreken we hier niet.
De bedoeling van de sociale maatrege
len is hen voorbij gegaan.
Het blijkt echter, dat een behoorlijk
grote categorie van continu-arbeiders
de tweede baas niet verkiest uit liefde
tot de arbeid of uit weelde, maar door
noodzaak gedwongen- Dit lezen we uit
het schrijven van de heer M. J. H.
Santbergen, Lijsterstraat 6, Haarlem.
Hij reageert daarin op hetgeen de heer
Kaandorp te Beverwijk eerder over
deze materie schreef. De heer Santber
gen zegt: De heer Kaandorp schrijft,
dat een arbeider, die er een tweede
baas bij heeft, gevaar oplevert in het
bedrijf, omdat hy door slaap overmand
geen 100 pet. werk meer aflevert- Ver
der zegt nij, dat een dergelyke arbeider
een dief is van het inkomen van de
landarbeider.
Ik vind de redeneringvan de heer
Kaandorp zeer overdreven- lk werk op
een fabriek van ongeveer 700 arbeiders.
Onder hen zijn er, die ook bij een twee.
de baas werken. Nooit heb ik iets be
merkt van prestaties beneden de maat
bij deze arbeiders, nooit slaperigheid
e-d-
Wat het tweede punt betreft: diefstal
van inkomen van de landarbeiders!
Laten we dan de volkstuinen (denk aan
de grote steden) maar afschaffen. Wa
ren die er niet, dan hadden meer land
arbeiders een boterham. En kijk eens
in het Zuiden. Daar heeft zo goed als
iedere arbeider een stukje grond, waar
op hij aardappelen en groenten tee.t, na
zijn fabrieksarbeid-*
De heer Santbergen kan het voorts
heel moeilijk eens zijn met de heer
Kaandorp, waar deze opmerkte, dat de
ene huisvrouw wel met een bepaald in
komen toe kan en de andere niet. „Ik
zou de heer Kaandorp in overweging
willen geven eens te gaan kijken in
verschillende gezinnen", schrijft hij
„en eens poolshoogte te nemen, wat
de oorzaak is, dat er een baas bij wordt
genomen. Ik kom in zeer vele gezinnen.
Het werken bij een. tweede baas komt
daar veelvuldig voor. Eenvoudig om de
gezinslasten tot een minimum te be
perken.
Deze lasten zijn veelal: versterkende
middelen voor vrouw by ziekte, het
dure dieët van b.v. suikerpatiënten,
uitzending van kinderen op medisch
advies. Soms ook het feit, dat de ar-
Dat we vandaag het tiende artikel
over het probleem van de ploegen
dienst kunnen publiceren, danken
we voor een groot deel aan de en
thousiaste medewerking van geïn
teresseerde lezers. Een groot aantal
brieven lokte een vruchtbare ge-
dachtemvisseling over verschillende
onderwerpen uit. Een en ander blijkt
volop in de kringen van de continu-
arbeiders te leven. Van vele zijden
is ons nog medewerking toegezegd:
van geestelijke zijde, van medische
zijde, door verschillende arbeiders en
hun vrouwen K.A.V. te Hillegom.
Iedere reactie, geschikt voor pu
blicatie of ter persoonlijke inlichting
blijft ons welkom. Voor folders en
manifesten ons toegezonden onze
dank. Ze vormen waardevol mate
riaal. Adressen voor contact: Redac
tie Smedestraat 5, Haarlem of
Stumphiusstraat 45, Beverwijk.
beider tot de laagst betaalde klas be.
hoort.
De heer Santbergen tracht in zijn
schrijven dus te verklaren, waarom
continu-arbeiders ertoe overgaan een
tweede baas te nemen. Hij praat het
feit op zich niet goed en zou zelf liever
zien, dat het niet nodig was naar een
tweede baas uit te zien. Hij besluit dan
ook met te zeggen: er is veel te doen
op organisatie- en sociaal gebied. Ik zou
alle arbeiders willen aanraden vooral
niet te vergeten de vergaderingen van
de organisatie bij te wonen. Daar kun
nen alle problemen besproken worden,
daar kan men aandrang erop uitoefenen,
dat de organisatie er zorg voor draagt,
dat het niet meer nodig is, dat arbeiders
naar een tweede baas gaan, doordat zij
een redelijk bestaan vinden in het nor
male werk.
Voor 100 pet. kunnen we het met dit
besluit van schrijver eens zijn. Zoals we
van hem aannemen, dat hij het met
ons eens zal zijn, wanneer we beweren,
dat er, ook wanneer het redelijk be
staan verzekerd is, nog arbeiders zullen
zijn, die nog niet tevreden zijn en in
een kapitalistische mentaliteit die
niet alleen bij mensen met geld aanwe
zig behoeft te zijn nog meer willen
hebben, en dus toch nog een tweede
baas opzoeken.
Op gezag van verschillende brief
schrijvers, de heer Schoorl, Oudaen-
straat 29, Haarlem (N.) schreef ook
over dit onderwerp nemen we aan,
dat er continu-arbeiders zijn, voor wie
het werken bij een tweede baas, tij
delijk of voor lange tijd noodzakelijk
is óm het gezin van het nodige te voor
zien. Dit is dus een sociale wantoestand,
die uit de weg geruimd moet worden.
Immers, ieder mens heeft om een mens
waardig bestaan te leiden, om het leven
op deze aarde volledig als mens te be
leven, genietend van het schone, nadat
hij zijn brood door hard werken heeft
verdiend, het Techt om over vrije tijd
te kunnen beschikken teneinde zich te
kunnen geven aan zijn gezin, zijn hob
bies, muziek te kunnen maken of ie
beluisteren, te kunnen schilderen of
schilderijen-tentoonstellingen te gaan
zien, te lezen, wat kunstenaars in ver
zen en romans aan schoonheid bieden,
de rijkdom van de natuur te genieten,
enz.
Dit behoort by het mens-zyn. God
schiep de aarde niet, opdat we nooit
naar de zon zouden kijken, naar het
landschap. Hy gaf zijn talenten niet aan
kunstenaars opdat alleen de élite ervan
zou genieten. Kunst en schoonheid is
er ook voor de arbeider, ook voor de
continu-arbeider. Maakt deze zich tot
werk-slaaf, uit eigen vrije wil, uit geld
dorst of omdat de omstandigheden hem
dwingen, dan is hy maar half mens,
gaat alle geluk en schoonheid aan hem
voorby. Zijn leven is grauw en uitzicht
loos. Wat komt er in zo'n geval van een
behoorlijk op peil staand geestelijk le
ven terecht? Zou men niet liever de
stoffelijke nood moeten aanvaarden,
strydend voor verbetering! om gees-
telyk vrij te zyn, dan de stoffelijke nood
opheffen en geestelijk dood te zyn?
Laten onze continu-arbeiders boven
dien bedenken, dat er duizenden zijn,
die, niet in continu-dienst werkend, de
gelegenheid niet hebben naar een twee
de baas om te zien, hoewel hun gezin
nen voor dezelfde moeilijkheden staan.
Geven we dus toe. dat er aanleiding
kan bestaan naar een bijverdienste uit
te zien, we moeten het met de heer J.
Heeres, Havenstraat 33, Hillegom eens
zijn, waar deze in een tweede gesprek
het werken bij een tweede baas funest
voor de samenleving noemde. Het be
vordert namelijk de werkloosheid en de
man, die uiteindelijk profiteert is de
baas: die heeft een goedkope kracht. Po
sitief stelde hij het volgende: wanneer
iemand over veel vrije tijd beschikt, laat
hij deze nuttig maken voor zijn gezin.
In eigen vrije tijd verbouwde de heer
Heeres zijn woning, richtte alles naar
eigen smaak in. We komen zodoende
dus weer bij de hobbies terecht. Niet
slenteren langs de straat, geen tweede
baas zoeken, maar proberen eigen tijd
in eigen sfeer door te brengen. De heer
Santbergen wees daarop óok. Hij
schreef: voor vrije tijds-besteding is er
in een gezin veel, zelfs zeer veel te doen.
Op alle gebied. Te veel om op te noe
men.
Het werk in het bedrijf kan zwaar zijn
of licht, de vrije tijd, die men overhoudt
moet recreatie bieden, de sfeer van het
bedrijf doen vergeten. Men mag, wil men
dit korte leven op aarde goed door
brengen, zichzelf geen werkslaaf maken
terwille van het stoffelijke alleen. Foto:
de kostbare ^kunstmeststoffen van de
Mekog, aangesloten bedrijf van Hoog
ovens, worden door vaardige handen
met behulp van machines in de bekende
zakken gestort. Ook aan de Mekog wordt
continu gewerkt.
Het binnenvoeren van zeeschepen in
de haven is lang geen gemakkelijke
taak. Er doen zich hierbij zoveel
moeilijkheden en gevarwi voor, dat
het heus geen overbodige luxe is
daartoe specialisten te bezitten, die
van al die moeilijkheden en gevaren
volledig op de hoogte zijn. Sinds 20
Augustus 1S59 behoudt de Staat zich
de uitsluitende bevoegdheid voor tot
het doen loodsen van. zeeschepen in
en uit de Nederlandse zeegaten of
havens en langs de rivieren, kanalen,
enz., terwijl de uitoefening van ae
loodsdienst geschiedt door daartoe
geëxamineerde en beëdigde. lood
sen. Het Rijk werd verdeeld in ver
schillende 'districten, t.w. Ie district
Eems, 2e district Terschelling, 3e
district Texel. 4e district Coederee
en Maas, 5e district Brouwershaven
en 6e district Scheldemonden. IJmui
den werd bij de indienststelling van
de haven opgenomen in het 3e dis
trict.
Deze maakte, het mogelijk in zwaar
weer alleen op de stormfok en de druil
te varen.
Het is de Belgische concurrentie bij
de Scheldemond geweest, die de stoot
gaf tot het bouwen van vaartuigen met
grotere zeewaardigheid, die meer zeil
konden voeren dan de kotters en zo
kwam men tot de bouw van loodsschoe.
ners- Deze waren weer groter dan de
kotters en konden bij hoge zee beter
vaart houden. Aanvankelijk waren ook
deze vaartuigen van hout en gekoperd,
later werden zij van staal gebouwd.
Naast de kustdienst bestond er voor de
districten van Texel tot en met de
Scheldemond nog een zeedienst, een
uiterste kruispost onder de Engelse
kust bij Dungeness. Deze diende om de
schepen in staat te stellen reeds daar
een loods over te nemen, dus voordat
zij de Hollandse kust bereikt hadden.
De verantwoordelijkheid van de lood
sen begon echter pas op 4 rnjjl afstand
van de uiterton voor het betreffende
zeegat of vanaf het havenhoofd.
De schippers der loodsschoeners, die
hun post voor Dungeness hadden, gaven,
wanneer zij alle loodsen op twee na
hadden afgegeven, een vlaggesein naar
de kust. Het sein werd door een agent,
die aan de Duins woonde, opgevangen
en deze telegrafeerde het nieuws onder
het adres „Pilothouse" door aan het be
treffende loodskantoor. Het telegram
hield dus het bericht in, dat de aan de
wal liggende schoener moest afvaren.
Waren de zeil-loodsvaartuigen bij
stormachtig weer genoodzaakt hun vlag
te strijken en een haven binnen te
vluchten, waartoe alleen in de uiterste
noodzaak mocht worden overgegaan,
dan zouden de schepen, die voor onze
zeegaten kwamen en naar binnen wens
ten te gaan, dit niet kunnen door het
ontbreken van een loodsvaartuig. In dat
geval moesten zij op en neer varen
en handzamer weer afwachten. Dat dit
belangrijke verliezen aan tijd en geld
tengevolge had, is begrijpelijk.
De stoommachine en de daarmee ge
paard gaande vergroting van de loods-
vaartuigen bracht hier een ware uit
komst. Waren de kotters nog 18-5 m
lang, bij een wijdte van 5-57 m. en een
holte van 2.86 m. en de stalen schoeners
28 m- lang, 6 m. wijd en 2.90 m- hor, bij
de stoomloodsboot no. 3 waren deze af
metingen achtereenvolgens 41.75, 7-3
en 3.2 m. geworden. In 1908 was de
loodsdienst met stoomschepen nog niet
voor alle districten ingevoerd- Voor
IJmuiden deden nog steeds 2 kotters
dienst, waarvan de een tussen de ha.
ven en Egmond aan Zee. de ander tus
sen de haven en Zandvoort kruiste.
Wel heeft te IJmuiden gedurende enige
tijd een stoomloodsboot gestationneerd
gelegen om de dienst, indien de kotters
het buiten niet meer konden uithouden,
onmiddellijk over te nemen. Nog in dat
zelfde jaar kreeg echter ook IJmuiden
een volledige stoomloodsbootdienst.
Hoek van Holland had daarin een
streepje voor gehad en was al eerder
zo rijk.
In 1949 kreeg IJmuiden zijn eerste
motorloodsvaartuig, een schip van 512
ton, dat oorspronkelijk voor de Duitsers
op stapel was gezet, doch dat by de
bevrijding met nog enkele andere sche
pen in aanbouw in Nederlandse handen
viel. De afmetingen van dit schip zijn
45-87 m- lang, 8.04 m. breed en een diep.
gang van 3.12 m. Een Dieselmotor van
600 pk- geeft hem een snelheid van on
geveer 12.5 mijl per uur. In plaats van
zoals bij de stoomloodsboten deze sche
pen te nummeren, is het loodswezen er
toe overgegaan ze de namen te geven
van sterrenbeelden. De eerste motor
loodsboot werd Deneb gedoopt en later
volgde de Aldebaran. Inmiddels is een
derde schip aan de dienst te IJmuiden
toegevoegd, namelijk de Belletrix, die
nog niet zo lang geleden zijn entrée in
zijn nieuwe standplaats maakte.
Ondanks deze vooruitgang is het
loodswezen nog steeds niet aan het
eindpunt van zijn ontwikkelingsgang.
Op zee kruist de loodsboot met bevoeg
de loodsen aan boord. Op de kust houdt
de Kustwacht een wakend oogje In het
zeil en dat is bij stormweer zeker geen
overbodige luxe. Alleen de mist was
tot voor kort nog een onoverkomelijke
hinderpaal.
Maar in de toekomst zullen alle
loodsboten aan boord een radar-instal
latie krijgen, welke reeds als proef op
de Aitaïr is geplaatst- Zo zullen zy ook
in dichte mist ieder schip, dat beloodst
wil worden, kunnen vinden. En wan
neer IJmuiden op 1 November, op de
Jubileumdag, een eigen radar-installa
tie op de Semaphore krijgt, zal het mo.
gelyk worden om ook bij weinig zicht
de zeeschepen vanaf de wal veilig bin
nen te loodsen.
Advertentie
HAARLEM
Advertentie
LANGE VEEB6ÏRAA* M HL U4W