RATTEN TERRORISEREN GEZIN VEERTIEN PERSONEN VAN Nieuwe films in Haarlem Loodswezen onmisbaar voor de zeeman H Het probleem van de ploegendienst Kamervloer, zeil en behang worden finaal kapot gevreten Werken bij een tweede baas geschiedt niet uit weelde Ingrijpen direct noodzakelijk CWlcitrcióóen. Pullman matrassen LUNAPARK Zondag laatste dag Historische bijzonderheden en de mogelijkheden in deze eeuw Van Fluit tot Fluit X Taak voor organisatie HERINGA WUTHRICH SLEUTEL ZATERDAG 21 JULI 1951 PAGINA 7 Ergerlijke huisvesting van Santpoortse familie BABY VAN NEGEN WEKEN SLAAPT ONDER IJZERVLECHTWERK Fok en Beertje op jacht I GEZON DE SLAAP:) *0 WASSENAAR ?é$m$ Geen (ratten)kruit tegen gewassen Phoenix-terrein - Parklaan Geopend vanaf 18 11 111* Bloembollen naar West-Duitsland Rembrandt Frans Hals Spaarne Luxor City NOORDZEEKAN AAL—IJMUIDEN 1876—1951 Palace Grote gezinsmoeilijkheden Funest voor samenleving Het vlaggfesein mmmm- Verdere vooruitgang CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS „DE SLEUTELSPECIALIST" Marijke Tervoort, nog maar negen weken oud, weet niets van de paar honderd ratten, die het huis van haar ouders belagen, maar iedere avond dekt haar moe der het ledikantje af met een stuk hek van ijzer vlechtwerk. In de nacht is Marijke dan tenminste veilig en zal geen rat haar kwaad kunnen doen. De ratten vinden overigens toch wel hun weg in het huis, met onverstoorbare vraat zucht knagen zij aan vloerzeil, behang en meubilair, en niets is veilig voor dat gespuis, dat kans heeft gezien binnen een jaar tijds voor een kleine vijf duizend gulden te vernietigen. Niemand zal dat allemaal zo maar willen geloven, ook wij deden dat in eerste instantie niet. Maar een bezoek aan de familie Tervoort, Van Dalenlaan 26a in Santpoort-Station, bevestigde dat alles in hevigie mate en de ontstellende ontdekking, die wij daar moesten doen, deed ons de vraag stellen, of wij ons werkelijk in het Santpoort van 1951 bevonden. De situatie, waarin het gezin Tervoort vader moeder en twaalf kinderen daar verkeert, is zonder meer hemeltergend. Zelfs een grapje met de befaamde rattenvanger van Hameln zou hier bepaald Pijnlijk klinken. R"'m, ,twee jaar woont nu dit gezin in de kleme. veel te kleine boerderij aan de Van Dalenlaan. Voor die tijd w oonde het elders in Santpoort, maar de ruimte was daar veel te beperkt. Daar bestond toen wel een mogelijkheid om een ruimer huis te krijgen, doch zo. als in de meeste gevallen bleek die mo gelijkheid van elastiek te zijn. Veel uitzicht bestond er in ieder geval niet en toen de heer Tervoort gelegenheid kreeg de boerderij aan de Van Dalen laan te betrekken, welke tenminste wat meer ruimte bood, besloot hij daarheen te gaan. Aanvankelijk wilde hij van de woning een pakhuis maken, maar het commentaar van officiële zijde luidde: Wij maken van een woning geen pak huis, hoogstens van een pakhuis een woning. Hoe het ook zij, de familie woont nu in het ,,huis", dat om zijn ligging een boerderij genoemd wordt, maar dat in wezen niets anders is dan een ongeluk-- kige constructie van stenen en planken, Waarin veertien personen zo draaglijk mogelijk proberen te leven. De negen koeien en twintig varkens duiden op het landelijke karakter van de omge ving, maar van vredig kan hier moei lijk gesproken worden. De omstandigheden, waarin deze mensen moeten leven, tarten iedere beschrijving. Wij kwamen b.v. in de „mooie" kamer en we stonden ver steld van de ravage, die de ratten hadden aangericht. Een groot deel van de vloer was zonder meer weg gevreten, van het zeil was ook niet veel meer te bespeuren en het dres soir demonstreerde in z'n hellende stand, dat er nog werk voor de ratten is om het door de grond te laten zak ken. Het behang was er bij flarden afgescheurd en overal lagen er grote gaten open, waardoor de dieren zich een weg gebaand hadden. De „huisKamer" een klein houten vertrek met een lage, schuin aflopende zoldering vertoonde eenzelfde beeld. „Kijk, dat gat was er gisteravond nog niet", vertelt de heer Tervoort, wijzend naar een hoek van de kamer- „Dat Heb ben die ratten vannacht weer gedaan". Zijn vrouw kwam al met het bewijsstuk aandragen, een klein kindersokje, dat op de grond was gevallen en dat door een rat stukgevreten was. Op de slaapkamer, waar de ouders sliepen, was er een groot gat zichtbaar in het behang, ter hoogte van het hoofd einde van het bed- „Daar komen ze 's nachts ook doorheen, en ze tippelen dan rustig over mijn bed. In m'n slaap jaag ik ze al weg of ik roep kss kss, maar aan dat geluid zijn ze al gewend". De heer Tervoort zegt dat allemaal een beetje laconiek, maar de buitenstaan der vraagt zich af, hoe hier nog iemand rustig kan slapen. Dat het eten voor de ratten niet vei lig is, spreekt wel vanzelf. Brood is een geliefde prooi voor die dieren. De enige oplossing was hier, dat het brood 's nachts buiten in een auto werd ge. borgen. De bakker kwam dezer dagen met een kist, van binnen beslagen met blik. Daarin kon voortaan het brood opgeborgen worden, doch diezelfde nacht hadden de ratten het hout van de kist reeds bewerkt. De beesten huizen kennelijk overal- Toen een van de zoons onlangs het dak schoonmaakte, stootte hij met zijn hand op een nest jonge ratten onder een dakpan. De vader trof het daarop weer °P een andere plaats. Het gezin Tervoort beschikt gelukkig hog over twee jachtlustige honden. Fok en Beertje zijn by wijze 'van spreken dag en nacht in de weer. De twintig •ninuten, dat wy daar waren, konden wy met eigen ogen zien, hoe de honden öiaar liefst zeven ratten vingen en ze dood beten. De vangst van de honden blijkt echter niet op te wegen tegen de kanwas van de ratten, zy oefenen hun vak overigens wel met veel behendig heid uit en tekenend is het wel, dat ■vele toeschouwers van een wielerwed strijd, die onlangs daar werd gehouden, de renners rustig lieten trappen en met •neer belangstelling de dryfjacht van de honden volgden. Met dat al dreigt de gezondheid danig in gevaar te komen. De honden bijten de ratten wel dood, maar laten de ca davers liggen. Als zo'n dode rat ergens verscholen op het erf blijft liggen, zijn de gevolgen wel te begrijpen. De vrouw Advertentie Advertentie Volledige collectie Jansweg 11 t/o Station des huizes vertelde ons, hoe kort gele den nog een ondraaglijke geur in een der slaapkamers hing. Dagen de ramen openhouden bleek niet te helpen en tenslotte kwam men tot de ontdekking, dat achter het behang een dode rat lag. Het zijn echter niet alleen de ratten, die het huis onbewoonbaar maken. De huidige constructie laat evèneens alles te wensen over. De vloer van de „mooie is weggevreten. Fok ruikt weer onraad en speurt naarstig naar de ratten. De heer Tervoort volgt met belangstelling de verrichtingen van zijn hond, die meestal wel resultaat opleveren! „Als het regent, is het beter buiten wonen dan binnen", wordt ons toege voegd. Overal loopt de regen met straal tjes doorheen en bij een fikse regen- bui onder de maaltijden vloeit de hemelsaus rijkelijk over de borden. Iedereen zoekt dan maar een droog plekje op de grond om zijn hapje te verorberen. Wij zagen verder een slaapkamer, waar zeven jongens sla pen. Deze kamer wordt van de bui tenlucht met een houten schot afge sloten, dat door en door vermolmd is- Met een stijve nek opstaan, is hier dan ook geen ongewoon verschijnsel. Zonder enige overdrijving zouden wij over deze treurige toestand nog en kele kolommen kunnen vullen- Of het gezin Tervoort daar nog wat tegen doet? Wat de ratten betreft, daar is geen (ratten) kruit tegen gewassen. De Gemeentereiniging weet er geen raad mee en zejfs experts op het gebied van de rattenbestrijding zien het geval als hopeloos. Het vorig jaar heeft de heer Tervoort voor bijna f 5000 aan het huis laten repareren, maar „de ratten hebben minstens voor een gelijk bedrag kapot gevreten", zegt hij. Zijn vrouw heeft twee jaar geleden alles geschilderd, maar de vocht heeft er wel voor ge zorgd, dat er niet veel meer van de verf te bespeuren valt. En de instanties? Die zijn van alles wel op de hoogte. Dr. Limborgh Meijer heeft er een rapport over uitgebracht, de Huisvesting heeft van het geval ken nis genomen, de beheerder kan er over meepraten, Bouw- en Woning toezicht vindt de toestand onhoud baar. Een afdoende oplossing, die uiter aard alleen kan be staan in een andere woning, ruim ge noeg voor veertien personen, is nog niet gevonden. Moe der Tervoort is per- soonlijk bij Velsens burgemeester ge weest en als bewijs had zij een tafel kleedje en een hoofddoek meege nomen, die door de ratten „bewerkt" waren. wy hebben dit lange en droevige relaas hier niet neergeschreven om enige instantie een verwyt te maken. Wy hebben slechts concrete feiten weergegeven, die voldoende illustre ren, dat hier sprake is van een ernstig crepeergeval, waar aan eigenlijk van daag nog een eind moest worden ge maakt. „Ik zou m'n heie bedryf willen ver kopen om uit die narigheid te zijn", verzekert ons de heer Tervoort. En niemand zal dat on- bcgrüpeiyk vinden. Advertentie Iederè avond wordt het ledikantje van de negen weken oude Marijke afge dekt met een vlechtwerk van ijzer. Op die manier krijgen de ratten niet veel kans het kind aan te vallen. De interministeriële invoercommissie van West-Duitsland heeft Vrijdag in voer uit Nederland toegestaan van bloembollen tot een bedrag van 2,5 nril- lioen dollar en van verduurzaamde melkproducten en groentenconserven tot een bedrag van 100.000 dollar. De dwaze film „The Yellow Cab Man" heeft men in het Nederlands vertaald door „Een heer in 't verkeer". Het is de geschiedenis van een man. die elastisch glas heeft uitgevonden, maar belaagd wordt door een bende, die zijn produc tie-geheim tracht te achterhalen. Als er een demonstratie zal plaats vinden is het elastisch glas verwisseld, zodat de scherven in het gzicht van een taxi ondernemer terecht komen. Er wordt in deze film gewerkt-met massale alarm toestellen, injecties en meer van die zaken en er vindt een reusachtige slag plaats op een damesbeurs. De politie rukt met groot materiaal uit en eindelijk, na veel lachen, gieren brullen, wint de uitvinder geld en meisje. Red Skelton is de zot op wielen, die iedereen kan gaan zien. Het is bijna alles zang. wat de klok slaat in de film „De terugkeer van Al Jolson". Om de zanger Al Jolson, die vreest te ouderwets te zijn om het pu bliek nog te kunnen boeien, is een zeer langdradig verhaal gesponnen, dat enige aantrekkelijkheid krijgt door de manier, waarop oude romantische liedjes op- rreuw hun weg vinden naar de heden daagse toehoorder. Al jolson wordt na jaren weer opgenomen in de rij van ge vierde zangers. Liefhebbers van de be kende melodieën uit vroeger tyd zoals Sunny Boy, zullen bij het zien van deze fiim niet teleurgesteld worden. Toegang alle leeftijden. kamer, zoals die door de ratten „De brug naar de eeuwigheid' is on getwijfeld een film vol spanning. Men valt van het ene avontuur in het andere. Liefhebbers zullen hun weg naar dit avonturenverhaal wel weten te vinden. 14 jaar. „Johnny Holiday", aangekondigd als een diep menselijke film over het jeugd probleem, speelt zich grotendeels af in een modern verbeteringshuis voor ont wrichte jongens in de Amerikaanse staat Indiana. Hier wordt de jeugdige John Holiday, die op aandrang van een slechte „vriend geld van een drogist heeft gestolen, on dergebracht. De oppasser Walker slaagt erin hem weer een eind op het goede pad te helpen, totdat ook de vriend naar het zelfde huis wordt gestuurd en er zich aan de hand van een boeiend verhaal een strijd om het kind ontwikkelt, die tenslotte eindigt in een verdiend suc ces voor de juiste party. Zij die veertien jaar zijn en ook in de vecantie een min of meer ernstige film waarderen, kunnen deze gaan zien. „De Prairiebruid" is een geschiedenis uit het Wilde Westen, welke zeker niet zonder gevoel voor humor is gemaakt en waarin het „wilde" zich ditmaal niet uit in verschrikkelijke revolvergevech ten of stapels lijken. Een verbitterde vechtpartij tussen de neven O'Hara ein digt tenslotte in een overwinning voor de verliezer en het is voor de liefheb- v„.e, ber van dit genre stellig wel de moei- 1 steng, te waard om te zien hoe die-vork aan de steel zit. Veertienjarigen. De film „Louise-Lotte", naar het be kende boek van Erich Kastner, is gepro longeerd. Wij kunnen deze film aan ieder boven 14 jaar aanbevelen. et is ruw weer. Buitengaats zwiept de wind de golven op tot grote hoogte en op de pieren slaan zy uiteen tot machtige fonteinen van brui send geweld. De zeeman, die de wacht heeft, duikt dieper in zijn kraag als de wind giert door de tuigage. Honden weer noemen ze dat en dan te weten, dat slechts enkele mijlen verderop de veilige haven ligt. Maar de loodsdienst is gestaakt en het schip blijft op een veilige afstand van de kust wachten op beter weer. In zulke uren voelt men pas goed de betekenis van een goed functionnerend apparaat als het Loods wezen, zonder welks diensten geen en. kei zeeschip van enige importantie in staat is de haven veilig binnen te lopen. In het begin der 19e eeuw tot onge veer de eerste jaren van het bestaan van de loodsdienst, had men algemeen de rinkelaar als loodsvaartuig gebruikt. Dit schip toonde, wat zijn vorm betreft, veel overeenkomst met de vissersbom, alleen was het veel langer, had 'n fok. ke- en een bezaanmast en kon vrij veel zeil voeren. Tengevolge van hun lompe vorm liepen zij weinig vaart en het moest al flink hard waaien, wilde men er een behoorlijke snelheid mee kun nen bereiken. Door hun platte bodem en geringe diepgang vertoonden zij veel neiging tot afdrijven en om dit te be perken waren zij voorzien van zwaar den. Toen de scheepsbouwkunde het type van de kotter ontwikkelde, was het lot van de rinkelaars spoedig be slist. De kotters waren deugdelijke zee schepen, waarmee handig gemanoeu vreerd kon worden. Het waren gekoper de vaartuigen met het gewone kotter tuig, bestaande uit een mast met schuif- waaraan een grootzeil en een gaftopzeil werden gevoerd, alsmede enkele zeilen op het hout. Bovendien voerden zij een breefok met een of twee topzeilen. Kort voor de opening van het Noordzeekanaal kwam op de loodskotter de druilmas- in gebruik. Een van de stoombootloodsen, zoals die gedurende tientallen jaren voor de oorlog in IJmuiden in gebruik waren. (Van onze Beverwijkse redacteur) Er was eens een ondernemer, die uit eigen ervaring het arbeidersprobleem wilde leren kennen. Hy ging een half jaar in ploegendienst werken en zei tegen zijn gezin dat men gedurende deze periode genoegen zou moeten nemen met zijn loon als continu-arbeider. Een eenvoudige berekening wees uit, dat mevrouw zelf het huishoudelijk werk moest doen, want een dienstbode kon er niet af. Het ging goed, zolang ze gezond was, maar na een maand moest ze gaan liggen. Geen geld voor een hulpje. Zoon Jan klopte by pa aan om een paar boeken, dochter Thea wilde met haar vriendin naar een serie concerten. Pietje had een nieuw pakje nodig en voor mevrouw moesten versterkende middelen komen. Van zijn loon, de ondernemer bemerkte het met schrik, kon hy dit alles niet bekostigen, terwijl hij de noodzaak en de redelykheid van dergelijke uitgaven inzag. Hy informeerde eens bij mede-arbeiders hoe zij in dergelyke gevallen te werk gingen. Zie er 'n cent bij te verdienen, was het antwoord. Klop aan bij gezinshulp en Iaat je dochter thuis blyven, waren andere adviezen. Die zoon van je moet z'n boeken maar lenen van een bibliotheek. De ondernemer dacht lang na, maar vond geen bevredigende oplossing: ging hij er nog een baas by zoeken, dan werd hy een werkslaaf, zonder vrije tijd, nodig om een menswaardig bestaan te leiden. Aankloppen by instanties gaf slechts een gedeeltelijke oplossing. Voor zeer velen is dit moeilijke probleem een belemmering om gelukkig te le ven. Al stellen wy, Nederlanders, onze eisen, dit moet met nadruk gezegd worden zeer hoog, het is ons uit correspondentie duidelijk geworden, dat het niet aangaat zonder meer te zeggen, dat het werken by een tweede baas om het gezinsinkomen te vermeerderen moreel niet verantwoord is. Vandaar een tweede artikel over deze materie. Voordat we de correspondentie over dit onderwerp behandelen, een korte bewerking. Er is op sociaal gebied zeer veel ten goede veranderd de laatste zestig jaren. Onze eenvoudige voorou ders zouden de verlangens van de ar beidersstand van tegenwoordig, die van rijkaards noemen- We zijn zo in het Stoffelijke opgegaan, dat stoffelijke wel vaart bijna onze enige maatstaf van ge luk is geworden. Eenvoud kennen we niet meer. We hebben allen de neiging boven onze stand te leven. Om aan die neiging te voldoen, wordt ieder middel, dat men verantwoord acht voor eigen geweten, gebruikt om geld te verdienen. Ten koste van tevredenheid, ten koste van geluk in het gezin, ten koste van de werkelijke opvoeding van de kin deren, ten koste van eigen ontwikke ling, ontspanning, geestelijk leven. Men maakt zichzelf tot werkslaaf om de centen. Een kapitalistische instelling, die men zowel bij katholieken als bij communisten aantreft! Zowel bij gesi tueerden als bij eenvoudige arbeiders! Over dezulken spreken we hier niet. De bedoeling van de sociale maatrege len is hen voorbij gegaan. Het blijkt echter, dat een behoorlijk grote categorie van continu-arbeiders de tweede baas niet verkiest uit liefde tot de arbeid of uit weelde, maar door noodzaak gedwongen- Dit lezen we uit het schrijven van de heer M. J. H. Santbergen, Lijsterstraat 6, Haarlem. Hij reageert daarin op hetgeen de heer Kaandorp te Beverwijk eerder over deze materie schreef. De heer Santber gen zegt: De heer Kaandorp schrijft, dat een arbeider, die er een tweede baas bij heeft, gevaar oplevert in het bedrijf, omdat hy door slaap overmand geen 100 pet. werk meer aflevert- Ver der zegt nij, dat een dergelyke arbeider een dief is van het inkomen van de landarbeider. Ik vind de redeneringvan de heer Kaandorp zeer overdreven- lk werk op een fabriek van ongeveer 700 arbeiders. Onder hen zijn er, die ook bij een twee. de baas werken. Nooit heb ik iets be merkt van prestaties beneden de maat bij deze arbeiders, nooit slaperigheid e-d- Wat het tweede punt betreft: diefstal van inkomen van de landarbeiders! Laten we dan de volkstuinen (denk aan de grote steden) maar afschaffen. Wa ren die er niet, dan hadden meer land arbeiders een boterham. En kijk eens in het Zuiden. Daar heeft zo goed als iedere arbeider een stukje grond, waar op hij aardappelen en groenten tee.t, na zijn fabrieksarbeid-* De heer Santbergen kan het voorts heel moeilijk eens zijn met de heer Kaandorp, waar deze opmerkte, dat de ene huisvrouw wel met een bepaald in komen toe kan en de andere niet. „Ik zou de heer Kaandorp in overweging willen geven eens te gaan kijken in verschillende gezinnen", schrijft hij „en eens poolshoogte te nemen, wat de oorzaak is, dat er een baas bij wordt genomen. Ik kom in zeer vele gezinnen. Het werken bij een. tweede baas komt daar veelvuldig voor. Eenvoudig om de gezinslasten tot een minimum te be perken. Deze lasten zijn veelal: versterkende middelen voor vrouw by ziekte, het dure dieët van b.v. suikerpatiënten, uitzending van kinderen op medisch advies. Soms ook het feit, dat de ar- Dat we vandaag het tiende artikel over het probleem van de ploegen dienst kunnen publiceren, danken we voor een groot deel aan de en thousiaste medewerking van geïn teresseerde lezers. Een groot aantal brieven lokte een vruchtbare ge- dachtemvisseling over verschillende onderwerpen uit. Een en ander blijkt volop in de kringen van de continu- arbeiders te leven. Van vele zijden is ons nog medewerking toegezegd: van geestelijke zijde, van medische zijde, door verschillende arbeiders en hun vrouwen K.A.V. te Hillegom. Iedere reactie, geschikt voor pu blicatie of ter persoonlijke inlichting blijft ons welkom. Voor folders en manifesten ons toegezonden onze dank. Ze vormen waardevol mate riaal. Adressen voor contact: Redac tie Smedestraat 5, Haarlem of Stumphiusstraat 45, Beverwijk. beider tot de laagst betaalde klas be. hoort. De heer Santbergen tracht in zijn schrijven dus te verklaren, waarom continu-arbeiders ertoe overgaan een tweede baas te nemen. Hij praat het feit op zich niet goed en zou zelf liever zien, dat het niet nodig was naar een tweede baas uit te zien. Hij besluit dan ook met te zeggen: er is veel te doen op organisatie- en sociaal gebied. Ik zou alle arbeiders willen aanraden vooral niet te vergeten de vergaderingen van de organisatie bij te wonen. Daar kun nen alle problemen besproken worden, daar kan men aandrang erop uitoefenen, dat de organisatie er zorg voor draagt, dat het niet meer nodig is, dat arbeiders naar een tweede baas gaan, doordat zij een redelijk bestaan vinden in het nor male werk. Voor 100 pet. kunnen we het met dit besluit van schrijver eens zijn. Zoals we van hem aannemen, dat hij het met ons eens zal zijn, wanneer we beweren, dat er, ook wanneer het redelijk be staan verzekerd is, nog arbeiders zullen zijn, die nog niet tevreden zijn en in een kapitalistische mentaliteit die niet alleen bij mensen met geld aanwe zig behoeft te zijn nog meer willen hebben, en dus toch nog een tweede baas opzoeken. Op gezag van verschillende brief schrijvers, de heer Schoorl, Oudaen- straat 29, Haarlem (N.) schreef ook over dit onderwerp nemen we aan, dat er continu-arbeiders zijn, voor wie het werken bij een tweede baas, tij delijk of voor lange tijd noodzakelijk is óm het gezin van het nodige te voor zien. Dit is dus een sociale wantoestand, die uit de weg geruimd moet worden. Immers, ieder mens heeft om een mens waardig bestaan te leiden, om het leven op deze aarde volledig als mens te be leven, genietend van het schone, nadat hij zijn brood door hard werken heeft verdiend, het Techt om over vrije tijd te kunnen beschikken teneinde zich te kunnen geven aan zijn gezin, zijn hob bies, muziek te kunnen maken of ie beluisteren, te kunnen schilderen of schilderijen-tentoonstellingen te gaan zien, te lezen, wat kunstenaars in ver zen en romans aan schoonheid bieden, de rijkdom van de natuur te genieten, enz. Dit behoort by het mens-zyn. God schiep de aarde niet, opdat we nooit naar de zon zouden kijken, naar het landschap. Hy gaf zijn talenten niet aan kunstenaars opdat alleen de élite ervan zou genieten. Kunst en schoonheid is er ook voor de arbeider, ook voor de continu-arbeider. Maakt deze zich tot werk-slaaf, uit eigen vrije wil, uit geld dorst of omdat de omstandigheden hem dwingen, dan is hy maar half mens, gaat alle geluk en schoonheid aan hem voorby. Zijn leven is grauw en uitzicht loos. Wat komt er in zo'n geval van een behoorlijk op peil staand geestelijk le ven terecht? Zou men niet liever de stoffelijke nood moeten aanvaarden, strydend voor verbetering! om gees- telyk vrij te zyn, dan de stoffelijke nood opheffen en geestelijk dood te zyn? Laten onze continu-arbeiders boven dien bedenken, dat er duizenden zijn, die, niet in continu-dienst werkend, de gelegenheid niet hebben naar een twee de baas om te zien, hoewel hun gezin nen voor dezelfde moeilijkheden staan. Geven we dus toe. dat er aanleiding kan bestaan naar een bijverdienste uit te zien, we moeten het met de heer J. Heeres, Havenstraat 33, Hillegom eens zijn, waar deze in een tweede gesprek het werken bij een tweede baas funest voor de samenleving noemde. Het be vordert namelijk de werkloosheid en de man, die uiteindelijk profiteert is de baas: die heeft een goedkope kracht. Po sitief stelde hij het volgende: wanneer iemand over veel vrije tijd beschikt, laat hij deze nuttig maken voor zijn gezin. In eigen vrije tijd verbouwde de heer Heeres zijn woning, richtte alles naar eigen smaak in. We komen zodoende dus weer bij de hobbies terecht. Niet slenteren langs de straat, geen tweede baas zoeken, maar proberen eigen tijd in eigen sfeer door te brengen. De heer Santbergen wees daarop óok. Hij schreef: voor vrije tijds-besteding is er in een gezin veel, zelfs zeer veel te doen. Op alle gebied. Te veel om op te noe men. Het werk in het bedrijf kan zwaar zijn of licht, de vrije tijd, die men overhoudt moet recreatie bieden, de sfeer van het bedrijf doen vergeten. Men mag, wil men dit korte leven op aarde goed door brengen, zichzelf geen werkslaaf maken terwille van het stoffelijke alleen. Foto: de kostbare ^kunstmeststoffen van de Mekog, aangesloten bedrijf van Hoog ovens, worden door vaardige handen met behulp van machines in de bekende zakken gestort. Ook aan de Mekog wordt continu gewerkt. Het binnenvoeren van zeeschepen in de haven is lang geen gemakkelijke taak. Er doen zich hierbij zoveel moeilijkheden en gevarwi voor, dat het heus geen overbodige luxe is daartoe specialisten te bezitten, die van al die moeilijkheden en gevaren volledig op de hoogte zijn. Sinds 20 Augustus 1S59 behoudt de Staat zich de uitsluitende bevoegdheid voor tot het doen loodsen van. zeeschepen in en uit de Nederlandse zeegaten of havens en langs de rivieren, kanalen, enz., terwijl de uitoefening van ae loodsdienst geschiedt door daartoe geëxamineerde en beëdigde. lood sen. Het Rijk werd verdeeld in ver schillende 'districten, t.w. Ie district Eems, 2e district Terschelling, 3e district Texel. 4e district Coederee en Maas, 5e district Brouwershaven en 6e district Scheldemonden. IJmui den werd bij de indienststelling van de haven opgenomen in het 3e dis trict. Deze maakte, het mogelijk in zwaar weer alleen op de stormfok en de druil te varen. Het is de Belgische concurrentie bij de Scheldemond geweest, die de stoot gaf tot het bouwen van vaartuigen met grotere zeewaardigheid, die meer zeil konden voeren dan de kotters en zo kwam men tot de bouw van loodsschoe. ners- Deze waren weer groter dan de kotters en konden bij hoge zee beter vaart houden. Aanvankelijk waren ook deze vaartuigen van hout en gekoperd, later werden zij van staal gebouwd. Naast de kustdienst bestond er voor de districten van Texel tot en met de Scheldemond nog een zeedienst, een uiterste kruispost onder de Engelse kust bij Dungeness. Deze diende om de schepen in staat te stellen reeds daar een loods over te nemen, dus voordat zij de Hollandse kust bereikt hadden. De verantwoordelijkheid van de lood sen begon echter pas op 4 rnjjl afstand van de uiterton voor het betreffende zeegat of vanaf het havenhoofd. De schippers der loodsschoeners, die hun post voor Dungeness hadden, gaven, wanneer zij alle loodsen op twee na hadden afgegeven, een vlaggesein naar de kust. Het sein werd door een agent, die aan de Duins woonde, opgevangen en deze telegrafeerde het nieuws onder het adres „Pilothouse" door aan het be treffende loodskantoor. Het telegram hield dus het bericht in, dat de aan de wal liggende schoener moest afvaren. Waren de zeil-loodsvaartuigen bij stormachtig weer genoodzaakt hun vlag te strijken en een haven binnen te vluchten, waartoe alleen in de uiterste noodzaak mocht worden overgegaan, dan zouden de schepen, die voor onze zeegaten kwamen en naar binnen wens ten te gaan, dit niet kunnen door het ontbreken van een loodsvaartuig. In dat geval moesten zij op en neer varen en handzamer weer afwachten. Dat dit belangrijke verliezen aan tijd en geld tengevolge had, is begrijpelijk. De stoommachine en de daarmee ge paard gaande vergroting van de loods- vaartuigen bracht hier een ware uit komst. Waren de kotters nog 18-5 m lang, bij een wijdte van 5-57 m. en een holte van 2.86 m. en de stalen schoeners 28 m- lang, 6 m. wijd en 2.90 m- hor, bij de stoomloodsboot no. 3 waren deze af metingen achtereenvolgens 41.75, 7-3 en 3.2 m. geworden. In 1908 was de loodsdienst met stoomschepen nog niet voor alle districten ingevoerd- Voor IJmuiden deden nog steeds 2 kotters dienst, waarvan de een tussen de ha. ven en Egmond aan Zee. de ander tus sen de haven en Zandvoort kruiste. Wel heeft te IJmuiden gedurende enige tijd een stoomloodsboot gestationneerd gelegen om de dienst, indien de kotters het buiten niet meer konden uithouden, onmiddellijk over te nemen. Nog in dat zelfde jaar kreeg echter ook IJmuiden een volledige stoomloodsbootdienst. Hoek van Holland had daarin een streepje voor gehad en was al eerder zo rijk. In 1949 kreeg IJmuiden zijn eerste motorloodsvaartuig, een schip van 512 ton, dat oorspronkelijk voor de Duitsers op stapel was gezet, doch dat by de bevrijding met nog enkele andere sche pen in aanbouw in Nederlandse handen viel. De afmetingen van dit schip zijn 45-87 m- lang, 8.04 m. breed en een diep. gang van 3.12 m. Een Dieselmotor van 600 pk- geeft hem een snelheid van on geveer 12.5 mijl per uur. In plaats van zoals bij de stoomloodsboten deze sche pen te nummeren, is het loodswezen er toe overgegaan ze de namen te geven van sterrenbeelden. De eerste motor loodsboot werd Deneb gedoopt en later volgde de Aldebaran. Inmiddels is een derde schip aan de dienst te IJmuiden toegevoegd, namelijk de Belletrix, die nog niet zo lang geleden zijn entrée in zijn nieuwe standplaats maakte. Ondanks deze vooruitgang is het loodswezen nog steeds niet aan het eindpunt van zijn ontwikkelingsgang. Op zee kruist de loodsboot met bevoeg de loodsen aan boord. Op de kust houdt de Kustwacht een wakend oogje In het zeil en dat is bij stormweer zeker geen overbodige luxe. Alleen de mist was tot voor kort nog een onoverkomelijke hinderpaal. Maar in de toekomst zullen alle loodsboten aan boord een radar-instal latie krijgen, welke reeds als proef op de Aitaïr is geplaatst- Zo zullen zy ook in dichte mist ieder schip, dat beloodst wil worden, kunnen vinden. En wan neer IJmuiden op 1 November, op de Jubileumdag, een eigen radar-installa tie op de Semaphore krijgt, zal het mo. gelyk worden om ook bij weinig zicht de zeeschepen vanaf de wal veilig bin nen te loodsen. Advertentie HAARLEM Advertentie LANGE VEEB6ÏRAA* M HL U4W

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 7