Veertig procent verminderde omzet in de touristencentra "Eric de Noor wan:DE PftUS "DEP WRAKE I x Tragisch land met een gekastijde bevolking TOT DE RAND VAN DE AFGROND Critieke toestand voor kleine zaken na de jongste accijnsverhoging Maastrichtenaar zou diamantveld in de Congo hebben ontdekt Viva toti Weer minimumprijs? Aardige bijverdienste.... In eerste maanden van volgend jaar? Masseur veroordeeld Caféhouder is biechtvader en gastheer tegelijk Gastheer Verminderde omzet „Wij aan het front zijn er heilig van overtuigd dat wij streden om de macht der samenbundeling te bewijzen" Christen-Koreaan rookt niet Krimpen van pijn Gesloten maar dankbaar" —20 MOBYLETTES - binnen een maand - voor 35 ct. - 20 x EEN KANS! voor 35 cent 20 x 'n kans op 'n MOB VLETTE! Dertien pond opium in beslag genomen Hoe de vondst te exploiteren WOL ZIJDE DOOR LEO BRADY Conflict rond geld voor bejaarden Eigendommen terug aan „Door Eeuwen Trouw WOENSDAG 1 AUGUSTUS 1951 PAGINA 3 Mensenkennis Platina contactpunten gestolen R.T.C. met de West KAPITEIN VAN MARION VERTELT OVER KOREA; Al speelt U geen roulette, „NIET VERANTWOORDELIJK VOOR BEGROTING" Aldus Indonesische minister van Defensie Benoemingen Congregatie Zusters van Moerdijk SPECIAAL ALKALIVRIJ VOOR HET GEHEIM SPECIAAL ALKALIVRIJ VOOR 55 Gemeentebestuur gedagvaard Wegens geneeskundige be handeling van een tiental personen <Van onze speciale verslaggever) /te zeg altijd, en tegen iedereen er is maar één ding dat ie als caféhouder op de been houdt", zegt ons een caféhouder, een van de vele plaatselijke voorzit ters van afdelingen van „tiocres" ae Katli Bond van Hotei-Café-Restaurant- houaers en Slijters. „En dat is elke morgen tussen tien en twaalf uur, als het enigszins kan de deur uit om afleiding te gaan halen" Zelf doet onze zegsman dat at twee en twintig jaar tang, zolang hij achter de tapkast van ,,'t Haasje" staat. Soms gaat hij op de fiets, het bos in, soms loopt hij eens wat te praten over hot zangkoor, de politiek of de organisatie. „Anders zit je de hele dag vast in je zaak en kom je nooit eens de buitenlucht in." Nu vindt onze zegsman het werk van de caféhouder om de bliksem geen vervelend werk. Maar het. is wel zwaar. De hele dag is hij in touw, van 's morgens vrij vroeg tot 's avonds twaalf uur en Zaterdags en Zondags tot een uur, tenminste voor de collegas in de kleinere plaatsen. In de grote steden gaat het bedrijf elke nacht tot één uur door. Inderdaad, het werk van de caféhou der in een eenmanszaak is zwaar. Hij moet de gehele dag in zijn bedrijf zijn en zelf achter de tapkast staan. Want in deze tijd is het voor dergelijke kleine zaken moeilijk een kellner te nemen. Trouwens de klanten willen dat niet. De meesten komen aan de tapkast staan om hun „afzakkertje" te halen en wan neer dat dan door een kellner wordt doorgegeven, vinden zii het maar half goed dat zij daar 15 pet. bedienings- geld voor moeten betalen1. De borrel is 01 duur genoeg! Er is trouwens toch niet zo heel veel geld meer onder de mensen. Eerst moet het weekgeld naar moeder de vrouw en van wat daarvan overblijft, kan zo nu en dan een bor reltje of een glaasje bier gedronken Worden. De jongste accijnsverhoging heeft het *r voor vele kleinere caféhouders niet beter op gemaakt. Per glas gedistilleerd komt deze verhoging neer op minstens 5 cent inkoop. En wanneer dan de Heeste caféhouders van de klasse twee en drie besluiten om het maar bij die vijf cent te laten bij de verkoop, dan toil dat niet zeggen, aat ze toch al vol doende op het borreltje verdienen, maar dan betekent dat dut zij er niet toe over kunnen gaan om de borrelprijs drastisch te verhogen, daar dit zich onherroepe lijk ernstig zou wreken op hun omzet. Bovendien zou naar de mening yanjfon- 2e zegsman, een verhoging van tien cent °ngetwijfeld de concurrentiestrijd onder de kleine zaken opnieuw doen losbran den. Mede om deze reden is door Hocres thans aan de regering verzocht, opnieuw een minimumprijs vast te stellen. Naar ons werd medegedeeld zal deze ver moedelijk voor de 2e klas café's op 34 et worden gesteld. Onze zegsman is er van overtuigd, dat er weinig mensen zijn, die zoveel men senkennis opdoen als de caféhouder. Daar zijn vanzelfsprekend de vaste klanten van elk bedrijf. Die kent de man achter de tapkast als zijn kassa-lade. Maar ook aan de nieuwe klanten kan hij onmid dellijk zien wat voor vlees hij in de kuip i"? *?en je nei een biechtvader. m dat hoekje" en hij wijst rechts van de tapkast, die met veel k2i?iejLe.P ehro.om is .versierd „is al neel wat algepraat" Ze komen met hun huishoudelijke moeilijkheden, met finan ciële bezwaren en stroppen en met wat al niet meer. En daarbij weet eenieder, die in dat hoekje met zijn problemen voor de dag komt. dat het bij mij net zo veilig is als de slok bier door zijn keelgat". Behalve biechtvader, zijn de leden yan Hocres op de eerste plaats gastheer. Dat geldt vanzelfsprekend meer voor de hotelliers dan voor de caféhouders. Drs. H. Lammers, secretaris van Hocres, heeft meesprekend over de restaurant houders en hoteliers ons dat ver leid op een dag dat een groep jonge knapen in het Gezellenhuis in Amsterdam spitsroeden moest lopen voor een aantal gestrenge en grote mees- Iers in het vak, waarin zij een toekomst hopen te vinden. Jongens van 13 en 14 jaar worstelden met vork en lepel en grote biefstukken, met knikkerende „Om de bliksem geen werk vervelend erwtjes en glibberige wortelen in een examenproef van de kellnersvakschool. Zij hebben het er die dag nog al goed afgebracht, vooral gelet de omstandig heid dat deze jongens op hun jeugdige leeftijd onnoemelijk veel moeten leren. Zii moeten de wijnkaart beter kunnen lezen dan een culinaire specialist en mogen niet meer struikelen over het Frans van de internationale menu's. Want men gaat er na hun opleiding van uit, dat in de zaken waar zij komen, zij de remplagant dienen te zijn van de eigenaar, dat het voornamelijk de kellner is behalve in de eenmans-zaken dan die de sfeer in het bedrijf bepaalt. En van hun kennis en opvoeding hangt bij het behouden van een critische klant zeer veel af. Drs. Lammers heeft daarbij gewezen op de grote conjunctuurgevoe ligheid. die in ons kleine land zelfs nog van streek tot streek kan wisselen. Men is afhankelijk van zeer veel factoren die buiten het bedrijf liggen, factoren, die voor het merendeel door de over heid worden geschapen, zoals de accijns verhogingen, de drankwet die een vrij onmogelijk instituut is het ver- gunningenrecht en wat al niet meer. Voor een schets van de huidige eco nomische situatie moet men de be drijven eigenlijk in verschillende groe pen verdelen. Er zijn er, die zich uit- sluiitend op het zakenverkeer toeleg gen, die gevestigd zijn in de omgeving van de beurzen, de havens, de stations en de zakencentra der grote stede». En waar ondanks alles de zakenwereld door moet gaan, hebben zij de wind niet zozeer tegen als die bedrjjven die het van de uitgaande mensen moeten hebben. Want het laatste is een kwes tie van geid of geen geld. En dat is vooral te merken bij het tourisme. Zelfs in de grootste touristische cen tra is een vermindering van omzet en toeloop geconstateerd, in sommige be drijven zelfs 40 procent. Te veel men sen die bet maar enigszins kunnen doen en behoorlijke klanten zouden kunnen zijn, gaan naar het buitenland, daartoe in staat gesteld door de reis- bureaux, die goedkope reizen organi seren. En tegenover deze trek naar buiten staat geen evenredig aantal buitenlanders dat onze grenzen als tourist overschrijdt. Bovendien blijven de buitenlanders, die ons land bezoe ken, voor het merendeel in het Wes ten, terwijl in ons land het Oosten en het Zuiden het veel meer van het tou risme moeten hebben. Drs. Lammers geloofde ook, dat het er voor de kleine zaken na deze jongste accijnsverhoging critiek zal gaan uite zien. Daar is nu nog moeilijk een peil op te trekken, want de mensen, die eenmaal aan een borreltje zijn gewend, laten dat met zo snel staan, maar langzamerhand zal de verhoging gaan doorwerken in de omzet. En dat wordt een heel pro bleem. mijn broeder Baldon!'* Een stroom van herinneringen welt in Eric op als Hovin deze laatste woorden herhaalt. Baldon! Zijn oude doodsvijand, die hem eenmaal een schip met goud ont roofde, en hem. in China deed opsluiten in de Toren der Duizend Smarten Bal don die hij achtervolgde over alle wereldzeeën, tot hun oude vete beslecht iverd in het hoge Noorden Baldon, de verrader! En Hovin is zijn broeder! gij doodde mijn broeder, Noorman!" sist Hovin, en in z'n ogen gloeit een waanzinnige woede. „Mijn broeder Baldon, die ik thans ga wreken Dichter schuift de reus op de koning toeterwijl hij z'n jachtmes trekt, grote, grijze ogen van de Noorman staren hem vreesloos aan. „Thans herken ik u, Hovin," zegt Eric minachtend. „Een waardig broeder van een lafaard en een verrader zijt ge, om op deze wijze uw wraak te koelen dan een weerloos man. Stoot toe! Ge kunt me doden, maar geen vrees inboezemen.... Hovin's ogen vernauwen zich tot spleetjes. Een ogenblik lijkt het of hij zich, in wilde drift, op de Noorman zal storten dan steekt hij met een plotselinge beweging het mes weer in de schede. Doch de Enige weken geleden arresteerde de Haagse politie twee monteurs van de P.T.T. uit 's-Gravenhage, die er van verdacht werden voor een niet onaan zienlijk bedrag platina contactpunten uit telefoontoestellen te hebben ont vreemd. Er rees toen een vermoeden dat hier een derde man in het spel moest zijn. Dit vermoeden werd be waarheid, toen men de hand wist te leggen op de 59-jarige Haagse monteur J. van O., die belast was met het be heer van de goederen in het submaga zijn der P.T.T. Daarbij kwam aan het licht, dat Van O. reeds sedert 1935 ge regeld bovengenoemde platina contact punten had gestolen en „voor de sloop" aan opkopers had verkocht. Aan deze opkopers gaf hij valse namen op en deze sloten dan de koop volkomen te goeder trouw. De prijs, die hij voor het metaal kreeg was ongeveer zes gulden .per gram. Op deze manier wist hij een aardige bijverdienste te kweken. Voor de politie legde hij een volledige be kentenis af. De landsregering van Suriname heeft san de Surinaamse staten medegedeeld, nat zij over het algemeen instemt met ae voorstellen van de Nederlandse rege- Dng ten aanzien van de Ronde-Tafel- Lonferentie met de West-Indische gebie den. Zij is het evenwel eens met het door de staten aangevoerde bezwaar, dat voor het bijeenroepen der conferen tie nog geen datum is vastgesteld. Zij «eeft er daarom bij de Nederlandse re gering met klem op aangedrongen, dat Qe conferentie uiterlijk in de eerste hiaanden van 1952 zal worden gehouden. De landsregering heeft zich tegenover be Nederlandse regering voorts het recht J'oorbehouden om later te beslissen, of «et door de Nederlandse redactiecom missie onlangs ingediende voorontwerp Yoor de Rijksgrondwet al dan niet voor Suriname aanvaardbaar is. In zijn woning- aan de Hospeslaan te Overveen maakten wy een praatje met de onlangs uit Korea teruggekeerde kapitein C. van Marion, die na een rustperiode weer zijn plaats als inspecteur der recherche in het Haarlemse politiekorps hoopt in te nemen. Het werd bijna vanzelfsprekend geen gesprek met een vaste lijn, maar eer der een vraag- en antwoordspel, dat van de hak op de tak sprong. Niet temin heeft deze Korea-strijder interessante dingen verteld over het land waar hij de zaak der Verenigde Volken met het zwaard diende, over de bevol king die hij er aantrof en over de toekomst van het zo zwaar getroffen land. Advertentie door rheumatiek, spit, ischias, hoofd- en ®enuwpijnen is onnodig. Togal bevrijdt U. Sn<d en afdoende van die pijnen. Togal baat Waar andere middelen falen. Togal zuivert de nieren, is onschadelijk voor hart en maag. Aij apoth. en drog. f 0.83, f 2.06, f 7.94. Reeds dadelijk na aankomst aan het front, bijna negen maanden geleden, viel het kapitein Van Marion op, welk een sprookjesachtige natuur Korea is toebedeeld. Het is een onherbergzaam land met rotsige bergen, die sober be groeid zijn en waar heel veel hout ge kapt is. Staat men op een hoog punt, dan ziet men bergen eh dalen elkander afwisselen met ogenschijnlijk zeer klei ne afstanden. In een zonnig hoekje van een dal is dan weer een dorp of een stadje ontstaan, waarin mensen wonen in zeer sumiere huizen met een strooien dakje. Die mensen zijn in de loop der tijden door de ene na de andere macht geregeerd, het laatst door de Japan ners, die, naar duidelijk te onderken nen is, de onaangename zijde van kolo nisatie volledig hebben toegepast. Het volk is arm en uitgezogen. Kapitein Van Marion was ook in In donesië en thans kan hij in vergelij king met Korea rustig verklaren dat de Nederlanders, wat men soms ook zeggen moge, welvaart brachten in plaats van Indië tot op het merg „uit te benen". Boven de acht en dertigste breedte graad bevinden zich de kostbare mij nen, de industrie, de enorme kracht installaties. Beneden deze graad leeft een twintigvoudige bevolking uitslui tend van de landbouw. In goede tijden was het zó, dat het Zuiden het Noorden voedde en dat het Noorden industrie producten naar het Zuiden zond. De acht. en dertigste breedtegraad wordt thans de Duivelslijn genoemd. De bevolking van het Zuiden heeft ontzettend geleden en de wereld had eens moeten zien. wat het zeggen wil steeds maar opgejaagd te worden, zelfs in de bitterste kou. van de ene plaats naar de andere. Wanneer de troepen der V. N. weer terugtrokken, bleef er geen mens van de burgerlijke bevolking achter, want men was zeer en zeer bang voor de Chinezen. Millioenen Chi nezen werden er in de strijd geworpen en zij behaalden oorspronkelijk succes met kleine wapens van grote vuur kracht. In deze onherbergzame oorden bleek men daar meer mee te bereiken dan met het grootste, technisch subliem, materiaal. Tijdens de zeven maanden, dat ik aan het front vertoefde, ging kapitein Van Marion voort, heb ik geen spoor van de Overzicht van het kamp in een dal met een Nederlandse vlag in top. De verteller, kapitein Van Marion, in zijn kamp in Korea. Chinese luchtmacht gezien; Als er vliegtuigen in de lucht waren, droegen ze de Amerikaanse kentekenen. Van g'uerilla-activiteit heb ik niet veel ge merkt. Het is een enorme organisatie, die de Amerikanen hebben opgezet en de bui tenlandse contingenten, vooral de Ne derlanders en de Fransen werden, wat de ravitaillering betreft, bevoorrecht behandeld. Elke schijn, dat het Ameri kaanse leger vocht met behulp van en kele „lelletjes", werd zorgvuldig ver meden. Herhaaldelijk is ook in de pers over het Nederlandse contingent met groot respect geschreven. Dodelijk ver moeiend was het herhaaldelijk ver plaatsen van onze troepen: nauwelijks hadden wij soms onze stellingen be trokken, of er kwam een telegram, dat wij ons enige tientallen kilometers moesten terugtrekken. Wij konden er dan echter van op aan, dat enkele uren later een gemotoriseerde karavaan ar riveerde om ons weg te brengen., En tijdens deze tochten zagen wij vooral, hoe diep en diep de Koreaan moest lij den en hoe vorstelijk hij dat lijden droeg. Veel respect kon kapitein Van Marion ook opbrengen voor de hospitaalsolda ten, die de zwaarste taak hebben en temidden van het vuur gewonden moe ten weghalen. Een sergeant-majoor ziekenverpleger is tijdens het behande len van zo'n gewonde gesneuveld. Maar ook hier laat zich de Ameri kaanse organisatie gelden. Alle soorten verbandmiddelen, grote hoeveelheden penicilline en andere medicamenten waren onmiddellijk bij de hand en op korte afstand was er weer een vliegtuig te vinden, waarin de gewonden naar een hospitaal vervoerd konden worden. Het was interessant te zien, hoe een startbaan is een dal gemaakt werd. Bulldozers verpletterden bossen en hui zen en in ze?r korte tijd landde reeds het eerste vliegtuig. Korea is dan, volgens de uitspraak van kapitein Van Marion, een tragisch land met een gekastijde bevolking. De men sen zijn er vreselijk arm en beoefenen geen kunstnijverheid. Zij hebben echter wel honger naar kennis, want in menig huis van de eenvoudige Koreaan vond onze zegsman studieboeken, handelende over de philosophie, aardrijkskunde, astrologie etc. De Koreanen zijn gesloten en uiten zich zelden. Maar wanneer hun kin deren hulp van de blanken nodig had ji den en de hulp verleend kon worden, was een intense dankbaarheid en eer bied in hun ogen te lezen. Ik heb eens een Amerikaan in een jeep met een klein kind op zijn schoot door de vuurlinie zien rijden. Toen de redding gelukt was, schoten de man de tranen in de ogen. Zo zijn de Amerikanen, zij zijn keihard, maar humaan en als het er op aankomt zeer gevoelig. Korea is het meest gekerstende land van het Oosten. De christen-Koreaan rookt niet. Bij verschillende gelegenhe den bood onze zegsman een sigaret aan en dan was strijk en zet 't antwoord: No thank you, I don't smoke, I am a chris tian. Bij een onderhoud met de bisschop van Taegu en de pastoor van Suwon bleek ook, hoe vreselijk de angst van de bevolking is voor de Noord-Koreanen. „Met een groot idealisme bent U ver trokken", merkten wij op, „maar hoe staat het daar nu mee?" De heer Van Marion is er dieper dan ooit van overtuigd, dat een grote macht van vrije volkeren de enige oplossing is om een toekomst voor onze kinderen mogelijk te maken. Als alle weerbaar heid is samengebundeld en de Verenigde Naties alle troeven in handen hebben, kan eerst worden overgegaan tot ver schrompeling van het enorme apparaat, dat thans nog in opbouw is. „Wij hebben gevochten naast Fransen, Engelsen, Portugezen, Turken, Abessij- nen en vele andere soldaten uit dozijnen landen, wy hebben de kracht van Ame rika gevoeld en ondervonden en wy, die aan het front stonden of staan, zijn er heilig van overtuigd, dat wij hebben gevochten om de macht van de samen bundeling te bewijzen". „Het zou tc eenvoudig zijn," gromt hij. „Leef, Noorman! Maar leef ih mijn macht, en alleen om toe te zien hoe ik uw rijk zal verwoesten, uw naam zal uitwissen, uw vrouw en zoon onschadelijk makenLeef, om mijn wraak te zien voor Baldon s dood De nacht is gevallen. Om het vuur snurken de mannen en slechts één wachtpost houdt de Noorman in het oog, het zwaard losjes in de hand. Eric s gedachten werken razend snel. Hij weet thans wat Hovin's plannen zijn en de gedachte aan Erwin en Winonah geeft hem bovenmenselijke kracht. Zijn spieren, rekken de harde vezels die hem binden tot eindelijk een wilde vreugde in hem oplaait: er komt beweging in het touw De wachtpost uit een schrille kreet wanneer hij eensklaps ziet hoe de gevangen Noorman zich opricht en met een reusachtige sprong wegschiet tussen de bomen. Met een aapachtige snelheid komt Hovin overeind. Weergaloos vlug heeft hij zn boog gegrepen, en eer Eric tien meter is gevlucht achtervolgt hem reeds een moor dende pijl Advertentie Ontving U geen deelnemerskaart voor de REBUS-ACTIE VAN DE KATH. NAT, BOND VOOR E.H.B.O.? Bestel dan nog heden gewenst aantal per briefkaart: Bondsbureau: Postbus 19, Overschie - Tel. 81500. Telegram-adres: KAEHBO - Rotterdam. Notariële trekking 31 Augustus a.s. Toegestaan bij Min. Besluit van 23 Juli 1951, 2e Afd. A 02182 De vice-voorzitter van het Indonesi sche parlement heeft medegedeeld, dat het nog enige maanden zal duren alvo rens de begroting voor het lopende jaar in een plenaire zitting van het parle ment zal kunnen worden besproken. De moeilijkheden bij de begrotingsbehande ling zijn gelegen in het feit, dat de mees te parlementsleden niet in staat zijn, de begroting in beschouwing te nemen. Een verrassende noot leverde de verklaring van de minister van Defensie, in de sec tie defensie van het parlement op. dat hij geen verantwoording voor zijn be groting draagt. De Rotterdamse recherche heeft der tien pond opium in beslag genomen. Een hoeveelheid was reeds aan de man gebracht en de opbrengst daarvan, dui zend gulden, viel eveneens in handen van de recherche. Onder voorzitterschap van de bisschop van 's-Hertogenbosch, Mgr. W. Mut- saerts. is op „Mariaoord" te Vught de verkiezing gehouden van het hoofdbe stuur van de congregatie der Zusters van Moerdijk (thans tijdelijk te Vught). Tot algemeen overste werd gekozen zus ter Charlotte (M. Koopman), tot vica- resse zuster Augusta (E. van Kalmt- hout) en tot raadsleden zuster Francis- ca (C. Kimman), zuster Hildegardis (H. Spruit) en zuster Lucia (M. Kerk vliet). De Maastrichtenaar J. Marijnen. die twintig jaar geleden in de Belgische Congo als koloniaal vertoefde, heeft daar ergens in de wildernis in een ri viertje een diamantvondst gedaan. Hij heeft getracht deze vondst te exploite ren, maar het benodigde kapitaal hier voor kon hij niet bijeenbrengen, zodat de diamanten waarschijnlijk nu nog op de bodem van de Afrikaanse beek lig gen. De heer Marynen, die thans in één van de Valkenburgse hotels kellner is, heeft ter gelegenheid van de troonsbe stijging van Koning Boudewijn aan de nieuwe vorst het aanbod gedaan om de plaats van dit diamantveld aan te wij zen, opdat er daar op de een of andere manier een exploitatie uit zou kunnen volgen. Marijnen is thans 42 jaar oud. Hij heeft ons verteld, dat hij sedert 28 jaar de ligging kent van een vindplaats van diamanten in de Belgische Congo, waar van de rijkdom, naar hij zegt, slechts te ramen valt. Jarenlang heeft hij dit ge heim bewaard en eerst in de na-oorlog- se jaren deed hij stappen bij de Belgi sche regering om tot een winstgevende exploitatie van deze diairrantenwinning te geraken. Nu heeft hij, nadat zijn ver schillende pogingen om een ook voor hem winstgevende exploitatie te berei ken, op niets zijn uitgelopen, op 23 Juli per aangetekende zending aan Koning Boudewijn van België aangeboden, aan experts van Zijne Majesteit de plaats van de diamantvondst in Belgisch Congo Advertentie De ervaren textiel vakman zegt: Het brillante effect van nieuwe stoffen krijg ik so: Ik neem voor iedere fijne stof het speciale alkalivrije wasmiddel, dat er bij hoort. U kunt Uw fijne stoffen nieuw houden door deze ook zo te wassen. ALLEEN SPECIAAL ALKALI* VRIJ, IS VEILlG*ALKALiVRlJ (Uit het Engels vertaald door André Noorbeek en uitgegeven door Het Spectrum, Utrecht.) Albert ging opzij en hij zag lange kaarsen, die een vaaglijk vertrouwd ge zicht verlichtten, éen mager, vredig ge zicht, bijna zonder holten, waarin scha duwen konden rusten. Hij probeerde zich te herinneren, onder welke omstan digheden hij dat gezicht vroeger had ge zien; het deed hem denken aan zorgen, aan schaamte en schande, en toch aan liefde. Maar toen hij dichter bij het vieemde bed kwam, waar dat gezicht lag een kist met een gecapitonneerde deksel had hij het gevoel, zich te heb ben vergist: het geleek alleen maar op dat van iemand, die hij vroeger had ge kend, vóór de verschrikking was begon nen. Toen zag hij het kleed, waarin het lichaam was gehuld, dat was keurig net jes, van een absurde waardigheid en toen wist hij, dat het de trekken van zijn moeder waren, waaraan ze op een kunst matige manier dat vredige hadden ge geven. Het was als de vervulling van een wens; zij zag er uit, zoals hij altijd had gewild, dat zij er zou uitzien: sereen, stralend zelfs, blijheid sprak uit de an ders zo zorglijke trek om de mond,; eindelijk zag ze er gelukkig uit. Ver kwikking, licht en vrede, dacht hij. „Zo is het goed," zei hij luid. Albert kuchte waarschuwend, maar dat kon hem niet schelen. Zij was nu veilig, ergens waar ze haar niet konden treffen. En ineens zag hij in, dat er helemaal geen aanleiding voor een moord was geweest; zij zou na iedere „verzorging" zo hebben geglim lacht. De dood, en niet de knechten van de dood, had haar gezicht dat aanzien gegeven, onafhankelijk van de akelige chemicaliën, die Albert in haar aderen mocht hebben gespoten. Zij was nu niet meer ontvankelijk voor zijn medelijden, voor zijn kleine wraakzuchtige uitvallen om harentwille. Hij benijdde haar; zij had het allemaal achter zich en hij was achtergelaten in het vijandelijke kamp, in de steek gelaten als een zuigeling op de kille stoep van de wereld. Haar heen gaan had hem in een ellende gebracht, erger dan zij ooit had kunnen vrezen. Zij wist niet wat moeilijkheden waren, dacht hij; zij was tenslotte de gelukkige. Zijn laatste bondgenoot was heenge gaan. Nu stond hij alleen tegenover hen allen. Niemand zou zijn arme zonden nu nog sussen. „Nog iets, mijnheer Lynn", hoorde hij zeggen en hij yoelde weer een machte loze haat, nu hij de beleefde begrafenis- toon van Albert herkende. „Nog een kleinigheid". Alberts gezicht was geel in het kaarslicht. „Over de siippendra- gers. Als u net wenst, zullen wij daar graag voor zorgen voor Maandag. Dat bespaart u de moeite om vrien den te laten komen". Alberts grote ogen dwaalden door de rouwkamer, als om te doen uitkomen^ hoe leeg die was. „Als u het aan ons zou willen overlaten Martin voelde zich weer gestoken door zijn trots, opgeschrikt uit zijn lethargie van schuldgevoel en zelfbeklag. „Bedoelt u, dat u ze wilt huren"? vroeg hij met een holle toornige stem. die veel harder klonk dan hij bedoeld had. „Dat is algemeen gebruik", zei Albert op de voorzichtige stereotiepe toon van de man van het vak. „Wij hebben be paalde mensen voor zulke gelegenheden beschikbaar, keurige mensen, die er be hoorlijk uitzien. Alsof het vrienden van de familie zijn". „Hoort u eens", schreeuwde Martin, en zijn stem deed de kaarsvlammen trillen. „U hoeft niet te denken, dat wij geen vrienden genoeg zouden hebben". Hij hoorde weer het achteruitschuiven van de stoelen, het vallen van de kaar ten op tafel. „We hebben een heleboel vrienden". Dat is een leugen, dacht hij; het komt er nu niet meer op aan, maar het is een leugen. „Als u haar niet hier boven had weggestopt, terwijl die pas toor daar beneden „Stil, alstublieft". Albert trachtte hem met een zenuwachtig bezwerend hand gebaar tot zwijgen te brengen. „Stil, als tublieft. Ze zijn beneden aan het bid den". „Daar doen ze dan goed aan", zei Mar tin. „Hij kan het gebruiken. En verdwijn nu en kom me niet meer lastig vallen over die slippendragers". „Best, best", zei Albert met hatelijke nadruk. „Ik wilde u alleen maar van dienst zijn". „Mooie dienst", snauwde Martin, ter wijl de parmantige gestalte de deur uit schoot. Hij vond hem een vent om te vermoorden; die kerel zou, als hij dood ging, beslist ook nog zo zegenend be zwerend zijn handen opheffen. Dat zat hem in het bloed. Toen drong het tot hem door, dat hij nu alleen was met het stoffelijk overschot van zijn moeder; en met de weergalm van zijn eigen stem en het geknetter van de kaarsen, dat als een zacht fluisteren door de kamer ging. Hij knielde bij de baar. „Ik heb het niet zo bedoeld, moeder", hij keek gespannen naar het vredige ge laat en hij geloofde nu, dat zij zijn doodsgedachte zeker had gehoord, „ik heb er niets van gemeend. U weet, dat ik een goeie jongen bén". De stille, vreemde lippen hadden die woorden zo vaak tot hem gesproken, als een goed keuring en een belofte. „Ik wilde alleen maar, dat alles mooi zou zijn zei hij tegen het dode lichaam. „Ik wilde een mooie begrafenis". Hij smeekte haar te antwoorden, zijn ogen tuurden naar haar gesloten oogleden en zochten daar een blijk van instemming met zijn daad. Maar er kwam niets. Even kreeg hij de indruk, dat zij ademde en zijn ogen staarden naar het zwart-geklede lichaam, in de hoop, het vertrouwde rijzen en dalen te zien, waardoor het leven zich van de dood onderscheidt. Hij zou haar hebben aan geraakt, als hij zich niet met schrik de kilte van de vorige avond had her innerd. Het lichaam bleef onbeweeglijk. Alleen zijn eigen kuchende adem streek langs hem. Zij was ontvlucht en haastig over de muur omlaag gegleden in een mand, als Sint Paulus. Zij had het achter zich, ze was vrij; hij was degene, die in slavernij moest leven. i,Ik dacht, dat het helpen zou, zei hij wanhopig tegen haar, en hij zag weer, hoe het kruisbeeld door de lucht schoot. „U begrijpt wel, hoe ik me voel de, is het niet? Spijt vervulde hem, terwijl hij daar bij het lijk geknield lag, een gevoel van spijt en nutteloosheid. (Wordt vervolgd). aan te wijzen, in de verwachting, dat er voor de Maastrichtenaar daaruit ook een ruim aandeel zal ten deel vallen. Aldus in grote lijnen, het verhaal, dat. Jules Marijnen ons deed. De publicatie van het aanbod aan koning Boudewijn heeft zijn avontuur in het brandpunt der belangstelling geplaatst. Einde 1918 was Jules Marijnen naar de Congo ver trokken om daar zijn geluk te beproe ven, zoals hij vertelde. Na voor- en te genslagen vond hij als beroepsjager voor het Belgische gouvernement een meer lonend bestaan. Bij de jacht op eert oli fant medio 1923 ontdekte Marijnen, zo vertelde hij ons, bij toeval de diamanten in een waterbassin van een bergbeek, dat in het meest woeste gebied van het Zuidelijk deel van Belgisch Congo, n-1- in het gebied van Kasai. lag. Enkele maanden later keerde Marijnen naar Ne derland terug, waar hij in December 1923 arriveerde. Enkele Amsterdamse diamant-experts erkenden, zo vertelde Marijnen, ae waarde van de gevonden ruwe diamant als van hoog gehalte en waren van oordeel, dat op deze plek waarschijnlijk nog veel meer en grotere stenen gevonden zouden worden. Marij nen heeft daarna jarenlang zijn vondst geheim gehouden. Pas na de oorlog trachtte hij het Belgische gouvernement te interesseren voor zijn vondst. 9 Augustus zal voor de arrondisse mentsrechtbank te Arnhem het ge meentebestuur van Huissen (Gld.) in de persoon van burgemeester F. Ter- windt terecht staan en zich moeten ver antwoorden over de al of niet recht matigheid van het onlangs genomen be sluit, om de op de gemeentespaarbank Huissen belegde gelden ad f 1245, staan de ten name van een. comité ouden van dagen, te confiskeren en daarna over te dragen aan een vanwege het gemeente bestuur gevormd en geïnstalleerd nieuw comité. Het oorspronkelijk comité, dat reeds een paar jaar werkzaam was, had de uitgaansdag 1951 voorbereid, toen het gemeentebestuur ingreep en het z.g. gemeentecomité met de organi satie belastte. De penningmeester van het oorspron kelijke comité heeft zich bij de gang van zaken niet neergelegd. Hij heeft, in zijn hoedanigheid van houder van het desbetreffende spaarbankboekje, het ge meentebestuur van Huissen gedagvaard. De Rotterdamse kantonrechter heeft de 72-jarige Rotterdamse masseur A. B. veroordeeld tot tien geldboeten van tien gulden en een voorwaardelijke hechtenis van veertien dagen met een proeftijd van twee jaar. B. was in het begin van dit jaar gedagvaard, omdat hij zonder daartoe bevoegd te zijn een tiental personen geneeskundig zou heb ben behandeld. Er werden enige ge tuigen gehoord. Een expediteur uit Oegstgeest verklaarde, dat B. hem had bestreken. Twee dames uit Den Haag, die ook door B. waren behandeld, had den hem f 2.50 per consult betaald. Het O.M. eiste tien geldboeten van vijftig gulden en een voorwaardelijke hechte nis van twee maanden met een proef tijd van twee jaar. Verdachte's raads man, mr. Boekwinkel, merkte op, dat zijn cliënt geen beroep uitoefende, maar- dat de mensen een beroep op hem de den. Pleiter beriep zich op overmacht en vroeg ontslag van rechtsvervolging, subs, een lichte geldboete. Het bestuur van de stichting „Door de Eeuwen Trouw" deelt mede dat Dinsdag in de raadkamer van de recht bank te Den Bosch het bezwaarschrift behandeld is van de stichting „Door de Eeuwen Trouw" tegen de inbeslagne ming van stukken en bescheiden, wel ke kort geleden van justitiële zijde is geschied bij de stichting en enkelen van haar bestuursleden. De uitspraak van de rechtbank hield in dat alle in be slag genomen stukken vandaag terug dienen te worden gegeven aan de stich ting.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 3