Veertig procent verminderde omzet
in de touristencentra
"Eric de Noor wan:DE PftUS "DEP WRAKE
I
x
Tragisch land met een gekastijde bevolking
TOT DE RAND VAN DE AFGROND
Critieke toestand voor kleine zaken
na de jongste accijnsverhoging
Maastrichtenaar zou diamantveld
in de Congo hebben ontdekt
Viva toti
Weer minimumprijs?
Aardige bijverdienste....
In eerste maanden van
volgend jaar?
Masseur veroordeeld
Caféhouder is biechtvader en gastheer tegelijk
Gastheer
Verminderde omzet
„Wij aan het front zijn er heilig van overtuigd dat wij streden
om de macht der samenbundeling te bewijzen"
Christen-Koreaan
rookt niet
Krimpen van pijn
Gesloten maar dankbaar"
—20 MOBYLETTES - binnen een maand - voor 35 ct. - 20 x EEN KANS!
voor 35 cent 20 x 'n kans op 'n MOB VLETTE!
Dertien pond opium in beslag
genomen
Hoe de vondst te
exploiteren
WOL
ZIJDE
DOOR LEO BRADY
Conflict rond geld voor
bejaarden
Eigendommen terug aan
„Door Eeuwen Trouw
WOENSDAG 1 AUGUSTUS 1951
PAGINA 3
Mensenkennis
Platina contactpunten
gestolen
R.T.C. met de West
KAPITEIN VAN MARION VERTELT OVER KOREA;
Al speelt U geen roulette,
„NIET VERANTWOORDELIJK
VOOR BEGROTING"
Aldus Indonesische minister
van Defensie
Benoemingen Congregatie
Zusters van Moerdijk
SPECIAAL
ALKALIVRIJ
VOOR
HET GEHEIM
SPECIAAL
ALKALIVRIJ
VOOR
55
Gemeentebestuur
gedagvaard
Wegens geneeskundige be
handeling van een
tiental personen
<Van onze speciale verslaggever)
/te zeg altijd, en tegen iedereen er is maar één ding dat ie als caféhouder op de
been houdt", zegt ons een caféhouder, een van de vele plaatselijke voorzit
ters van afdelingen van „tiocres" ae Katli Bond van Hotei-Café-Restaurant-
houaers en Slijters. „En dat is elke morgen tussen tien en twaalf uur, als het
enigszins kan de deur uit om afleiding te gaan halen" Zelf doet onze zegsman
dat at twee en twintig jaar tang, zolang hij achter de tapkast van ,,'t Haasje"
staat. Soms gaat hij op de fiets, het bos in, soms loopt hij eens wat te praten over
hot zangkoor, de politiek of de organisatie. „Anders zit je de hele dag vast in je
zaak en kom je nooit eens de buitenlucht in." Nu vindt onze zegsman het werk
van de caféhouder om de bliksem geen vervelend werk. Maar het. is wel zwaar.
De hele dag is hij in touw, van 's morgens vrij vroeg tot 's avonds twaalf uur en
Zaterdags en Zondags tot een uur, tenminste voor de collegas in de kleinere
plaatsen. In de grote steden gaat het bedrijf elke nacht tot één uur door.
Inderdaad, het werk van de caféhou
der in een eenmanszaak is zwaar. Hij
moet de gehele dag in zijn bedrijf zijn
en zelf achter de tapkast staan. Want in
deze tijd is het voor dergelijke kleine
zaken moeilijk een kellner te nemen.
Trouwens de klanten willen dat niet.
De meesten komen aan de tapkast staan
om hun „afzakkertje" te halen en wan
neer dat dan door een kellner wordt
doorgegeven, vinden zii het maar half
goed dat zij daar 15 pet. bedienings-
geld voor moeten betalen1. De borrel is
01 duur genoeg! Er is trouwens toch
niet zo heel veel geld meer onder de
mensen. Eerst moet het weekgeld naar
moeder de vrouw en van wat daarvan
overblijft, kan zo nu en dan een bor
reltje of een glaasje bier gedronken
Worden.
De jongste accijnsverhoging heeft het
*r voor vele kleinere caféhouders niet
beter op gemaakt. Per glas gedistilleerd
komt deze verhoging neer op minstens
5 cent inkoop. En wanneer dan de
Heeste caféhouders van de klasse twee
en drie besluiten om het maar bij die
vijf cent te laten bij de verkoop, dan
toil dat niet zeggen, aat ze toch al vol
doende op het borreltje verdienen, maar
dan betekent dat dut zij er niet toe over
kunnen gaan om de borrelprijs drastisch
te verhogen, daar dit zich onherroepe
lijk ernstig zou wreken op hun omzet.
Bovendien zou naar de mening yanjfon-
2e zegsman, een verhoging van tien cent
°ngetwijfeld de concurrentiestrijd onder
de kleine zaken opnieuw doen losbran
den. Mede om deze reden is door Hocres
thans aan de regering verzocht, opnieuw
een minimumprijs vast te stellen. Naar
ons werd medegedeeld zal deze ver
moedelijk voor de 2e klas café's op 34
et worden gesteld.
Onze zegsman is er van overtuigd, dat
er weinig mensen zijn, die zoveel men
senkennis opdoen als de caféhouder. Daar
zijn vanzelfsprekend de vaste klanten
van elk bedrijf. Die kent de man achter
de tapkast als zijn kassa-lade. Maar ook
aan de nieuwe klanten kan hij onmid
dellijk zien wat voor vlees hij in de kuip
i"? *?en je nei een biechtvader.
m dat hoekje" en hij wijst
rechts van de tapkast, die met veel
k2i?iejLe.P ehro.om is .versierd „is al
neel wat algepraat" Ze komen met hun
huishoudelijke moeilijkheden, met finan
ciële bezwaren en stroppen en met wat
al niet meer. En daarbij weet eenieder,
die in dat hoekje met zijn problemen
voor de dag komt. dat het bij mij net
zo veilig is als de slok bier door zijn
keelgat".
Behalve biechtvader, zijn de leden
yan Hocres op de eerste plaats gastheer.
Dat geldt vanzelfsprekend meer voor de
hotelliers dan voor de caféhouders. Drs.
H. Lammers, secretaris van Hocres, heeft
meesprekend over de restaurant
houders en hoteliers ons dat ver
leid op een dag dat een groep
jonge knapen in het Gezellenhuis in
Amsterdam spitsroeden moest lopen
voor een aantal gestrenge en grote mees-
Iers in het vak, waarin zij een toekomst
hopen te vinden. Jongens van 13 en 14
jaar worstelden met vork en lepel en
grote biefstukken, met knikkerende
„Om de bliksem geen
werk
vervelend
erwtjes en glibberige wortelen in een
examenproef van de kellnersvakschool.
Zij hebben het er die dag nog al goed
afgebracht, vooral gelet de omstandig
heid dat deze jongens op hun jeugdige
leeftijd onnoemelijk veel moeten leren.
Zii moeten de wijnkaart beter kunnen
lezen dan een culinaire specialist en
mogen niet meer struikelen over het
Frans van de internationale menu's.
Want men gaat er na hun opleiding van
uit, dat in de zaken waar zij komen, zij
de remplagant dienen te zijn van de
eigenaar, dat het voornamelijk de kellner
is behalve in de eenmans-zaken dan
die de sfeer in het bedrijf bepaalt. En
van hun kennis en opvoeding hangt bij
het behouden van een critische klant
zeer veel af. Drs. Lammers heeft daarbij
gewezen op de grote conjunctuurgevoe
ligheid. die in ons kleine land zelfs nog
van streek tot streek kan wisselen. Men
is afhankelijk van zeer veel factoren
die buiten het bedrijf liggen, factoren,
die voor het merendeel door de over
heid worden geschapen, zoals de accijns
verhogingen, de drankwet die een
vrij onmogelijk instituut is het ver-
gunningenrecht en wat al niet meer.
Voor een schets van de huidige eco
nomische situatie moet men de be
drijven eigenlijk in verschillende groe
pen verdelen. Er zijn er, die zich uit-
sluiitend op het zakenverkeer toeleg
gen, die gevestigd zijn in de omgeving
van de beurzen, de havens, de stations
en de zakencentra der grote stede».
En waar ondanks alles de zakenwereld
door moet gaan, hebben zij de wind
niet zozeer tegen als die bedrjjven die
het van de uitgaande mensen moeten
hebben. Want het laatste is een kwes
tie van geid of geen geld. En dat is
vooral te merken bij het tourisme.
Zelfs in de grootste touristische cen
tra is een vermindering van omzet en
toeloop geconstateerd, in sommige be
drijven zelfs 40 procent. Te veel men
sen die bet maar enigszins kunnen
doen en behoorlijke klanten zouden
kunnen zijn, gaan naar het buitenland,
daartoe in staat gesteld door de reis-
bureaux, die goedkope reizen organi
seren. En tegenover deze trek naar
buiten staat geen evenredig aantal
buitenlanders dat onze grenzen als
tourist overschrijdt. Bovendien blijven
de buitenlanders, die ons land bezoe
ken, voor het merendeel in het Wes
ten, terwijl in ons land het Oosten en
het Zuiden het veel meer van het tou
risme moeten hebben.
Drs. Lammers geloofde ook, dat het
er voor de kleine zaken na deze jongste
accijnsverhoging critiek zal gaan uite
zien. Daar is nu nog moeilijk een peil op
te trekken, want de mensen, die eenmaal
aan een borreltje zijn gewend, laten dat
met zo snel staan, maar langzamerhand
zal de verhoging gaan doorwerken in
de omzet. En dat wordt een heel pro
bleem.
mijn broeder Baldon!'*
Een stroom van herinneringen welt in Eric op als Hovin deze laatste woorden
herhaalt. Baldon! Zijn oude doodsvijand, die hem eenmaal een schip met goud ont
roofde, en hem. in China deed opsluiten in de Toren der Duizend Smarten Bal
don die hij achtervolgde over alle wereldzeeën, tot hun oude vete beslecht iverd
in het hoge Noorden Baldon, de verrader! En Hovin is zijn broeder!
gij doodde mijn broeder, Noorman!" sist Hovin, en in z'n ogen gloeit een
waanzinnige woede. „Mijn broeder Baldon, die ik thans ga wreken
Dichter schuift de reus op de koning toeterwijl hij z'n jachtmes trekt,
grote, grijze ogen van de Noorman staren hem vreesloos aan.
„Thans herken ik u, Hovin," zegt Eric minachtend. „Een waardig broeder van
een lafaard en een verrader zijt ge, om op deze wijze uw wraak te koelen dan een
weerloos man. Stoot toe! Ge kunt me doden, maar geen vrees inboezemen....
Hovin's ogen vernauwen zich tot spleetjes. Een ogenblik lijkt het of hij zich, in
wilde drift, op de Noorman zal storten dan steekt hij met een plotselinge beweging
het mes weer in de schede.
Doch de
Enige weken geleden arresteerde de
Haagse politie twee monteurs van de
P.T.T. uit 's-Gravenhage, die er van
verdacht werden voor een niet onaan
zienlijk bedrag platina contactpunten
uit telefoontoestellen te hebben ont
vreemd. Er rees toen een vermoeden
dat hier een derde man in het spel
moest zijn. Dit vermoeden werd be
waarheid, toen men de hand wist te
leggen op de 59-jarige Haagse monteur
J. van O., die belast was met het be
heer van de goederen in het submaga
zijn der P.T.T. Daarbij kwam aan het
licht, dat Van O. reeds sedert 1935 ge
regeld bovengenoemde platina contact
punten had gestolen en „voor de sloop"
aan opkopers had verkocht. Aan deze
opkopers gaf hij valse namen op en
deze sloten dan de koop volkomen te
goeder trouw.
De prijs, die hij voor het metaal
kreeg was ongeveer zes gulden .per
gram. Op deze manier wist hij een
aardige bijverdienste te kweken. Voor
de politie legde hij een volledige be
kentenis af.
De landsregering van Suriname heeft
san de Surinaamse staten medegedeeld,
nat zij over het algemeen instemt met
ae voorstellen van de Nederlandse rege-
Dng ten aanzien van de Ronde-Tafel-
Lonferentie met de West-Indische gebie
den. Zij is het evenwel eens met het
door de staten aangevoerde bezwaar,
dat voor het bijeenroepen der conferen
tie nog geen datum is vastgesteld. Zij
«eeft er daarom bij de Nederlandse re
gering met klem op aangedrongen, dat
Qe conferentie uiterlijk in de eerste
hiaanden van 1952 zal worden gehouden.
De landsregering heeft zich tegenover
be Nederlandse regering voorts het recht
J'oorbehouden om later te beslissen, of
«et door de Nederlandse redactiecom
missie onlangs ingediende voorontwerp
Yoor de Rijksgrondwet al dan niet voor
Suriname aanvaardbaar is.
In zijn woning- aan de Hospeslaan te Overveen maakten wy een praatje met
de onlangs uit Korea teruggekeerde kapitein C. van Marion, die na een
rustperiode weer zijn plaats als inspecteur der recherche in het Haarlemse
politiekorps hoopt in te nemen.
Het werd bijna vanzelfsprekend geen gesprek met een vaste lijn, maar eer
der een vraag- en antwoordspel, dat van de hak op de tak sprong. Niet
temin heeft deze Korea-strijder interessante dingen verteld over het land
waar hij de zaak der Verenigde Volken met het zwaard diende, over de bevol
king die hij er aantrof en over de toekomst van het zo zwaar getroffen land.
Advertentie
door rheumatiek, spit, ischias, hoofd- en
®enuwpijnen is onnodig. Togal bevrijdt U.
Sn<d en afdoende van die pijnen. Togal baat
Waar andere middelen falen. Togal zuivert
de nieren, is onschadelijk voor hart en maag.
Aij apoth. en drog. f 0.83, f 2.06, f 7.94.
Reeds dadelijk na aankomst aan het
front, bijna negen maanden geleden,
viel het kapitein Van Marion op, welk
een sprookjesachtige natuur Korea is
toebedeeld. Het is een onherbergzaam
land met rotsige bergen, die sober be
groeid zijn en waar heel veel hout ge
kapt is. Staat men op een hoog punt,
dan ziet men bergen eh dalen elkander
afwisselen met ogenschijnlijk zeer klei
ne afstanden. In een zonnig hoekje van
een dal is dan weer een dorp of een
stadje ontstaan, waarin mensen wonen
in zeer sumiere huizen met een strooien
dakje. Die mensen zijn in de loop der
tijden door de ene na de andere macht
geregeerd, het laatst door de Japan
ners, die, naar duidelijk te onderken
nen is, de onaangename zijde van kolo
nisatie volledig hebben toegepast. Het
volk is arm en uitgezogen.
Kapitein Van Marion was ook in In
donesië en thans kan hij in vergelij
king met Korea rustig verklaren dat
de Nederlanders, wat men soms ook
zeggen moge, welvaart brachten in
plaats van Indië tot op het merg „uit
te benen".
Boven de acht en dertigste breedte
graad bevinden zich de kostbare mij
nen, de industrie, de enorme kracht
installaties. Beneden deze graad leeft
een twintigvoudige bevolking uitslui
tend van de landbouw. In goede tijden
was het zó, dat het Zuiden het Noorden
voedde en dat het Noorden industrie
producten naar het Zuiden zond. De
acht. en dertigste breedtegraad wordt
thans de Duivelslijn genoemd.
De bevolking van het Zuiden heeft
ontzettend geleden en de wereld had
eens moeten zien. wat het zeggen wil
steeds maar opgejaagd te worden, zelfs
in de bitterste kou. van de ene plaats
naar de andere. Wanneer de troepen
der V. N. weer terugtrokken, bleef er
geen mens van de burgerlijke bevolking
achter, want men was zeer en zeer
bang voor de Chinezen. Millioenen Chi
nezen werden er in de strijd geworpen
en zij behaalden oorspronkelijk succes
met kleine wapens van grote vuur
kracht. In deze onherbergzame oorden
bleek men daar meer mee te bereiken
dan met het grootste, technisch subliem,
materiaal.
Tijdens de zeven maanden, dat ik aan
het front vertoefde, ging kapitein Van
Marion voort, heb ik geen spoor van de
Overzicht van het kamp in een dal met een Nederlandse vlag in top.
De verteller, kapitein Van Marion, in
zijn kamp in Korea.
Chinese luchtmacht gezien; Als er
vliegtuigen in de lucht waren, droegen
ze de Amerikaanse kentekenen. Van
g'uerilla-activiteit heb ik niet veel ge
merkt.
Het is een enorme organisatie, die de
Amerikanen hebben opgezet en de bui
tenlandse contingenten, vooral de Ne
derlanders en de Fransen werden, wat
de ravitaillering betreft, bevoorrecht
behandeld. Elke schijn, dat het Ameri
kaanse leger vocht met behulp van en
kele „lelletjes", werd zorgvuldig ver
meden. Herhaaldelijk is ook in de pers
over het Nederlandse contingent met
groot respect geschreven. Dodelijk ver
moeiend was het herhaaldelijk ver
plaatsen van onze troepen: nauwelijks
hadden wij soms onze stellingen be
trokken, of er kwam een telegram, dat
wij ons enige tientallen kilometers
moesten terugtrekken. Wij konden er
dan echter van op aan, dat enkele uren
later een gemotoriseerde karavaan ar
riveerde om ons weg te brengen., En
tijdens deze tochten zagen wij vooral,
hoe diep en diep de Koreaan moest lij
den en hoe vorstelijk hij dat lijden
droeg.
Veel respect kon kapitein Van Marion
ook opbrengen voor de hospitaalsolda
ten, die de zwaarste taak hebben en
temidden van het vuur gewonden moe
ten weghalen. Een sergeant-majoor
ziekenverpleger is tijdens het behande
len van zo'n gewonde gesneuveld.
Maar ook hier laat zich de Ameri
kaanse organisatie gelden. Alle soorten
verbandmiddelen, grote hoeveelheden
penicilline en andere medicamenten
waren onmiddellijk bij de hand en op
korte afstand was er weer een vliegtuig
te vinden, waarin de gewonden naar
een hospitaal vervoerd konden worden.
Het was interessant te zien, hoe
een startbaan is een dal gemaakt werd.
Bulldozers verpletterden bossen en hui
zen en in ze?r korte tijd landde reeds
het eerste vliegtuig.
Korea is dan, volgens de uitspraak van
kapitein Van Marion, een tragisch land
met een gekastijde bevolking. De men
sen zijn er vreselijk arm en beoefenen
geen kunstnijverheid. Zij hebben echter
wel honger naar kennis, want in menig
huis van de eenvoudige Koreaan vond
onze zegsman studieboeken, handelende
over de philosophie, aardrijkskunde,
astrologie etc.
De Koreanen zijn gesloten en uiten
zich zelden. Maar wanneer hun kin
deren hulp van de blanken nodig had
ji
den en de hulp verleend kon worden,
was een intense dankbaarheid en eer
bied in hun ogen te lezen. Ik heb eens
een Amerikaan in een jeep met een
klein kind op zijn schoot door de
vuurlinie zien rijden. Toen de redding
gelukt was, schoten de man de tranen
in de ogen. Zo zijn de Amerikanen, zij
zijn keihard, maar humaan en als het
er op aankomt zeer gevoelig.
Korea is het meest gekerstende land
van het Oosten. De christen-Koreaan
rookt niet. Bij verschillende gelegenhe
den bood onze zegsman een sigaret aan
en dan was strijk en zet 't antwoord: No
thank you, I don't smoke, I am a chris
tian. Bij een onderhoud met de bisschop
van Taegu en de pastoor van Suwon
bleek ook, hoe vreselijk de angst van de
bevolking is voor de Noord-Koreanen.
„Met een groot idealisme bent U ver
trokken", merkten wij op, „maar hoe
staat het daar nu mee?"
De heer Van Marion is er dieper dan
ooit van overtuigd, dat een grote macht
van vrije volkeren de enige oplossing is
om een toekomst voor onze kinderen
mogelijk te maken. Als alle weerbaar
heid is samengebundeld en de Verenigde
Naties alle troeven in handen hebben,
kan eerst worden overgegaan tot ver
schrompeling van het enorme apparaat,
dat thans nog in opbouw is.
„Wij hebben gevochten naast Fransen,
Engelsen, Portugezen, Turken, Abessij-
nen en vele andere soldaten uit dozijnen
landen, wy hebben de kracht van Ame
rika gevoeld en ondervonden en wy, die
aan het front stonden of staan, zijn er
heilig van overtuigd, dat wij hebben
gevochten om de macht van de samen
bundeling te bewijzen".
„Het zou tc eenvoudig zijn," gromt hij. „Leef, Noorman! Maar leef ih mijn macht,
en alleen om toe te zien hoe ik uw rijk zal verwoesten, uw naam zal uitwissen, uw
vrouw en zoon onschadelijk makenLeef, om mijn wraak te zien voor Baldon s
dood
De nacht is gevallen. Om het vuur snurken de mannen en slechts één wachtpost
houdt de Noorman in het oog, het zwaard losjes in de hand. Eric s gedachten werken
razend snel. Hij weet thans wat Hovin's plannen zijn en de gedachte aan Erwin en
Winonah geeft hem bovenmenselijke kracht. Zijn spieren, rekken de harde vezels
die hem binden tot eindelijk een wilde vreugde in hem oplaait: er komt beweging
in het touw
De wachtpost uit een schrille kreet wanneer hij eensklaps ziet hoe de gevangen
Noorman zich opricht en met een reusachtige sprong wegschiet tussen de bomen.
Met een aapachtige snelheid komt Hovin overeind. Weergaloos vlug heeft hij zn
boog gegrepen, en eer Eric tien meter is gevlucht achtervolgt hem reeds een moor
dende pijl
Advertentie
Ontving U geen deelnemerskaart voor de
REBUS-ACTIE VAN DE KATH. NAT, BOND VOOR E.H.B.O.?
Bestel dan nog heden gewenst aantal per briefkaart:
Bondsbureau: Postbus 19, Overschie - Tel. 81500.
Telegram-adres: KAEHBO - Rotterdam.
Notariële trekking 31 Augustus a.s.
Toegestaan bij Min. Besluit van
23 Juli 1951, 2e Afd. A 02182
De vice-voorzitter van het Indonesi
sche parlement heeft medegedeeld, dat
het nog enige maanden zal duren alvo
rens de begroting voor het lopende jaar
in een plenaire zitting van het parle
ment zal kunnen worden besproken. De
moeilijkheden bij de begrotingsbehande
ling zijn gelegen in het feit, dat de mees
te parlementsleden niet in staat zijn, de
begroting in beschouwing te nemen. Een
verrassende noot leverde de verklaring
van de minister van Defensie, in de sec
tie defensie van het parlement op. dat
hij geen verantwoording voor zijn be
groting draagt.
De Rotterdamse recherche heeft der
tien pond opium in beslag genomen.
Een hoeveelheid was reeds aan de man
gebracht en de opbrengst daarvan, dui
zend gulden, viel eveneens in handen
van de recherche.
Onder voorzitterschap van de bisschop
van 's-Hertogenbosch, Mgr. W. Mut-
saerts. is op „Mariaoord" te Vught de
verkiezing gehouden van het hoofdbe
stuur van de congregatie der Zusters
van Moerdijk (thans tijdelijk te Vught).
Tot algemeen overste werd gekozen zus
ter Charlotte (M. Koopman), tot vica-
resse zuster Augusta (E. van Kalmt-
hout) en tot raadsleden zuster Francis-
ca (C. Kimman), zuster Hildegardis
(H. Spruit) en zuster Lucia (M. Kerk
vliet).
De Maastrichtenaar J. Marijnen. die
twintig jaar geleden in de Belgische
Congo als koloniaal vertoefde, heeft
daar ergens in de wildernis in een ri
viertje een diamantvondst gedaan. Hij
heeft getracht deze vondst te exploite
ren, maar het benodigde kapitaal hier
voor kon hij niet bijeenbrengen, zodat
de diamanten waarschijnlijk nu nog op
de bodem van de Afrikaanse beek lig
gen. De heer Marynen, die thans in één
van de Valkenburgse hotels kellner is,
heeft ter gelegenheid van de troonsbe
stijging van Koning Boudewijn aan de
nieuwe vorst het aanbod gedaan om de
plaats van dit diamantveld aan te wij
zen, opdat er daar op de een of andere
manier een exploitatie uit zou kunnen
volgen.
Marijnen is thans 42 jaar oud. Hij
heeft ons verteld, dat hij sedert 28 jaar
de ligging kent van een vindplaats van
diamanten in de Belgische Congo, waar
van de rijkdom, naar hij zegt, slechts te
ramen valt. Jarenlang heeft hij dit ge
heim bewaard en eerst in de na-oorlog-
se jaren deed hij stappen bij de Belgi
sche regering om tot een winstgevende
exploitatie van deze diairrantenwinning
te geraken. Nu heeft hij, nadat zijn ver
schillende pogingen om een ook voor
hem winstgevende exploitatie te berei
ken, op niets zijn uitgelopen, op 23 Juli
per aangetekende zending aan Koning
Boudewijn van België aangeboden, aan
experts van Zijne Majesteit de plaats
van de diamantvondst in Belgisch Congo
Advertentie
De ervaren textiel vakman zegt:
Het brillante effect van nieuwe
stoffen krijg ik so: Ik neem voor
iedere fijne stof het speciale
alkalivrije wasmiddel, dat er bij
hoort. U kunt Uw fijne stoffen
nieuw houden door deze ook
zo te wassen.
ALLEEN SPECIAAL ALKALI*
VRIJ, IS VEILlG*ALKALiVRlJ
(Uit het Engels vertaald door André Noorbeek
en uitgegeven door Het Spectrum, Utrecht.)
Albert ging opzij en hij zag lange
kaarsen, die een vaaglijk vertrouwd ge
zicht verlichtten, éen mager, vredig ge
zicht, bijna zonder holten, waarin scha
duwen konden rusten. Hij probeerde
zich te herinneren, onder welke omstan
digheden hij dat gezicht vroeger had ge
zien; het deed hem denken aan zorgen,
aan schaamte en schande, en toch aan
liefde. Maar toen hij dichter bij het
vieemde bed kwam, waar dat gezicht
lag een kist met een gecapitonneerde
deksel had hij het gevoel, zich te heb
ben vergist: het geleek alleen maar op
dat van iemand, die hij vroeger had ge
kend, vóór de verschrikking was begon
nen. Toen zag hij het kleed, waarin het
lichaam was gehuld, dat was keurig net
jes, van een absurde waardigheid en
toen wist hij, dat het de trekken van zijn
moeder waren, waaraan ze op een kunst
matige manier dat vredige hadden ge
geven.
Het was als de vervulling van een
wens; zij zag er uit, zoals hij altijd had
gewild, dat zij er zou uitzien: sereen,
stralend zelfs, blijheid sprak uit de an
ders zo zorglijke trek om de mond,;
eindelijk zag ze er gelukkig uit. Ver
kwikking, licht en vrede, dacht hij. „Zo
is het goed," zei hij luid. Albert kuchte
waarschuwend, maar dat kon hem niet
schelen.
Zij was nu veilig, ergens waar ze haar
niet konden treffen. En ineens zag hij
in, dat er helemaal geen aanleiding voor
een moord was geweest; zij zou na
iedere „verzorging" zo hebben geglim
lacht. De dood, en niet de knechten van
de dood, had haar gezicht dat aanzien
gegeven, onafhankelijk van de akelige
chemicaliën, die Albert in haar aderen
mocht hebben gespoten. Zij was nu niet
meer ontvankelijk voor zijn medelijden,
voor zijn kleine wraakzuchtige uitvallen
om harentwille. Hij benijdde haar; zij
had het allemaal achter zich en hij was
achtergelaten in het vijandelijke kamp,
in de steek gelaten als een zuigeling op
de kille stoep van de wereld. Haar heen
gaan had hem in een ellende gebracht,
erger dan zij ooit had kunnen vrezen.
Zij wist niet wat moeilijkheden waren,
dacht hij; zij was tenslotte de gelukkige.
Zijn laatste bondgenoot was heenge
gaan. Nu stond hij alleen tegenover hen
allen. Niemand zou zijn arme zonden
nu nog sussen.
„Nog iets, mijnheer Lynn", hoorde hij
zeggen en hij yoelde weer een machte
loze haat, nu hij de beleefde begrafenis-
toon van Albert herkende. „Nog een
kleinigheid". Alberts gezicht was geel
in het kaarslicht. „Over de siippendra-
gers. Als u net wenst, zullen wij daar
graag voor zorgen voor Maandag.
Dat bespaart u de moeite om vrien
den te laten komen". Alberts grote ogen
dwaalden door de rouwkamer, als om te
doen uitkomen^ hoe leeg die was. „Als
u het aan ons zou willen overlaten
Martin voelde zich weer gestoken door
zijn trots, opgeschrikt uit zijn lethargie
van schuldgevoel en zelfbeklag. „Bedoelt
u, dat u ze wilt huren"? vroeg hij met
een holle toornige stem. die veel harder
klonk dan hij bedoeld had.
„Dat is algemeen gebruik", zei Albert
op de voorzichtige stereotiepe toon van
de man van het vak. „Wij hebben be
paalde mensen voor zulke gelegenheden
beschikbaar, keurige mensen, die er be
hoorlijk uitzien. Alsof het vrienden van
de familie zijn".
„Hoort u eens", schreeuwde Martin,
en zijn stem deed de kaarsvlammen
trillen. „U hoeft niet te denken, dat wij
geen vrienden genoeg zouden hebben".
Hij hoorde weer het achteruitschuiven
van de stoelen, het vallen van de kaar
ten op tafel. „We hebben een heleboel
vrienden". Dat is een leugen, dacht hij;
het komt er nu niet meer op aan, maar
het is een leugen. „Als u haar niet hier
boven had weggestopt, terwijl die pas
toor daar beneden
„Stil, alstublieft". Albert trachtte hem
met een zenuwachtig bezwerend hand
gebaar tot zwijgen te brengen. „Stil, als
tublieft. Ze zijn beneden aan het bid
den".
„Daar doen ze dan goed aan", zei Mar
tin. „Hij kan het gebruiken. En verdwijn
nu en kom me niet meer lastig vallen
over die slippendragers".
„Best, best", zei Albert met hatelijke
nadruk. „Ik wilde u alleen maar van
dienst zijn".
„Mooie dienst", snauwde Martin, ter
wijl de parmantige gestalte de deur uit
schoot. Hij vond hem een vent om te
vermoorden; die kerel zou, als hij dood
ging, beslist ook nog zo zegenend be
zwerend zijn handen opheffen. Dat zat
hem in het bloed. Toen drong het tot
hem door, dat hij nu alleen was met het
stoffelijk overschot van zijn moeder; en
met de weergalm van zijn eigen stem
en het geknetter van de kaarsen, dat als
een zacht fluisteren door de kamer ging.
Hij knielde bij de baar.
„Ik heb het niet zo bedoeld, moeder",
hij keek gespannen naar het vredige ge
laat en hij geloofde nu, dat zij zijn
doodsgedachte zeker had gehoord, „ik
heb er niets van gemeend. U weet, dat
ik een goeie jongen bén". De stille,
vreemde lippen hadden die woorden zo
vaak tot hem gesproken, als een goed
keuring en een belofte. „Ik wilde alleen
maar, dat alles mooi zou zijn zei hij
tegen het dode lichaam. „Ik wilde een
mooie begrafenis". Hij smeekte haar te
antwoorden, zijn ogen tuurden naar haar
gesloten oogleden en zochten daar een
blijk van instemming met zijn daad.
Maar er kwam niets.
Even kreeg hij de indruk, dat zij
ademde en zijn ogen staarden naar het
zwart-geklede lichaam, in de hoop, het
vertrouwde rijzen en dalen te zien,
waardoor het leven zich van de dood
onderscheidt. Hij zou haar hebben aan
geraakt, als hij zich niet met schrik de
kilte van de vorige avond had her
innerd. Het lichaam bleef onbeweeglijk.
Alleen zijn eigen kuchende adem streek
langs hem. Zij was ontvlucht en haastig
over de muur omlaag gegleden in een
mand, als Sint Paulus. Zij had het
achter zich, ze was vrij; hij was degene,
die in slavernij moest leven.
i,Ik dacht, dat het helpen zou, zei
hij wanhopig tegen haar, en hij zag
weer, hoe het kruisbeeld door de lucht
schoot. „U begrijpt wel, hoe ik me voel
de, is het niet? Spijt vervulde hem,
terwijl hij daar bij het lijk geknield lag,
een gevoel van spijt en nutteloosheid.
(Wordt vervolgd).
aan te wijzen, in de verwachting, dat er
voor de Maastrichtenaar daaruit ook een
ruim aandeel zal ten deel vallen.
Aldus in grote lijnen, het verhaal, dat.
Jules Marijnen ons deed. De publicatie
van het aanbod aan koning Boudewijn
heeft zijn avontuur in het brandpunt
der belangstelling geplaatst. Einde 1918
was Jules Marijnen naar de Congo ver
trokken om daar zijn geluk te beproe
ven, zoals hij vertelde. Na voor- en te
genslagen vond hij als beroepsjager voor
het Belgische gouvernement een meer
lonend bestaan. Bij de jacht op eert oli
fant medio 1923 ontdekte Marijnen, zo
vertelde hij ons, bij toeval de diamanten
in een waterbassin van een bergbeek,
dat in het meest woeste gebied van het
Zuidelijk deel van Belgisch Congo, n-1-
in het gebied van Kasai. lag. Enkele
maanden later keerde Marijnen naar Ne
derland terug, waar hij in December
1923 arriveerde. Enkele Amsterdamse
diamant-experts erkenden, zo vertelde
Marijnen, ae waarde van de gevonden
ruwe diamant als van hoog gehalte en
waren van oordeel, dat op deze plek
waarschijnlijk nog veel meer en grotere
stenen gevonden zouden worden. Marij
nen heeft daarna jarenlang zijn vondst
geheim gehouden. Pas na de oorlog
trachtte hij het Belgische gouvernement
te interesseren voor zijn vondst.
9 Augustus zal voor de arrondisse
mentsrechtbank te Arnhem het ge
meentebestuur van Huissen (Gld.) in
de persoon van burgemeester F. Ter-
windt terecht staan en zich moeten ver
antwoorden over de al of niet recht
matigheid van het onlangs genomen be
sluit, om de op de gemeentespaarbank
Huissen belegde gelden ad f 1245, staan
de ten name van een. comité ouden van
dagen, te confiskeren en daarna over te
dragen aan een vanwege het gemeente
bestuur gevormd en geïnstalleerd nieuw
comité. Het oorspronkelijk comité, dat
reeds een paar jaar werkzaam was,
had de uitgaansdag 1951 voorbereid,
toen het gemeentebestuur ingreep en
het z.g. gemeentecomité met de organi
satie belastte.
De penningmeester van het oorspron
kelijke comité heeft zich bij de gang
van zaken niet neergelegd. Hij heeft, in
zijn hoedanigheid van houder van het
desbetreffende spaarbankboekje, het ge
meentebestuur van Huissen gedagvaard.
De Rotterdamse kantonrechter heeft
de 72-jarige Rotterdamse masseur A. B.
veroordeeld tot tien geldboeten van
tien gulden en een voorwaardelijke
hechtenis van veertien dagen met een
proeftijd van twee jaar. B. was in het
begin van dit jaar gedagvaard, omdat
hij zonder daartoe bevoegd te zijn een
tiental personen geneeskundig zou heb
ben behandeld. Er werden enige ge
tuigen gehoord. Een expediteur uit
Oegstgeest verklaarde, dat B. hem had
bestreken. Twee dames uit Den Haag,
die ook door B. waren behandeld, had
den hem f 2.50 per consult betaald. Het
O.M. eiste tien geldboeten van vijftig
gulden en een voorwaardelijke hechte
nis van twee maanden met een proef
tijd van twee jaar. Verdachte's raads
man, mr. Boekwinkel, merkte op, dat
zijn cliënt geen beroep uitoefende, maar-
dat de mensen een beroep op hem de
den. Pleiter beriep zich op overmacht
en vroeg ontslag van rechtsvervolging,
subs, een lichte geldboete.
Het bestuur van de stichting „Door
de Eeuwen Trouw" deelt mede dat
Dinsdag in de raadkamer van de recht
bank te Den Bosch het bezwaarschrift
behandeld is van de stichting „Door de
Eeuwen Trouw" tegen de inbeslagne
ming van stukken en bescheiden, wel
ke kort geleden van justitiële zijde is
geschied bij de stichting en enkelen van
haar bestuursleden. De uitspraak van
de rechtbank hield in dat alle in be
slag genomen stukken vandaag terug
dienen te worden gegeven aan de stich
ting.