Katholiek Militair
in SonnehaerVte Zeist
Bekroning en sluitstuk geestelijke
verzorging van het
leg
Zevende wereldjamboree gesloten
Lieftinck s waardepapieren
Senaat niet erg hoog
staan
meer
bij
TOT DE RAND VAN DE AFGROND
Donderdag opening van:
riva
Zeven doden bij scheepsramp
op de Noordzee
li
1
D
Pater Maximiliaan Kolbe een
modern apostel
Nederlandse deelnemers
Woensdag thuis
A'og twee en twintig
vermisten
K.Y.P.: vennootschapsbelasting
boven vijftig procent
amper toelaatbaar
RUBBER
kilomet
beter
vuist
wei
Op eigen verzoek gedood in plaats
van kampgenoot te Auschwitz
DOOR LEO BRADY
DINSDAG 14 AUGUSTUS 1951
PAGINA 3
Discussiegroepen onder
militaire tucht
In speel clubs werd
wat gekaart
Vogels gevlogen
Het risico met alkalivrij voor alles en nog watM is mij te gortig, zegt de lextielman.
SPECIAAL ALKALIVRIJ VOOR ZIJDE
Het sop van de ragfijne Vivalon-vlokjes is garant voor ruisende zij en heldere kleuren
„SCHLAMMBOREE"
trok 100.000 bezoekers
Stichting „Kunst en
gezin"
WILDE ZWIJNEN OP
DE VELUWE
Portefeuille-kwestie
lichtvaardig gesteld
ERS
Minister zijn
(Van onze speciale verslaggever)
In Zeist, in het gebouw „Sonnehaert", wordt Donderdag een Katholiek Militair
Vormingscentrum geopend, het eerste en enige in ons land. Op zich genomen,
is dit een weinig opzienbarende gebeurtenis. Het betekent niet meer dan dati
de experimenten die enige maanden achtereen in het Bloemendaalse „Vijver
duin" werden gehouden, geslaagd zijn en dat nu voortaan iedere week tenmin
ste 40 Nederlandse militairen een extra godsdienstige vorming zullen ontvan
gen. Toch bestaat er aan de andere kant wel degelijk reden om op dit feit'
bijzondere aandacht te vestigen. Het is n.l. zo, dat de militairen, die naar dit
vormingscentrum komen, vrijwillig komen. Doch veel verder dan het komen
Baat de vrijwilligheid niet. want de vorming geschiedt in diensttijd en het is
Per legerorder geregeld, dat jaarlijks ten hoogste 4000 katholieke militairen
ecu uitzonderingsverlof mag worden verleend.
Het directe voordeel daarvan is, dat
de aalmoezenier, aan wie juist dat onder
deel, de kazerne of dat garnizoen is toe
vertrouwd, na afloop van de cursus
over een kern beschikt, welke hem bij
't dagelijkse werk onder de militairen een
grote steun is. En het is niet in de laat
ste plaats juist daarom, dat de hoofd
aalmoezenier, kol. Mgr. H. J. J. M. v.
Straelen, de opening van dit vormings
centrum beschouwt als tegelijk de be
kroning van en 't sluitstuk op de gehele
geestelijke verzorging van het leger.
Wat die vorming zelf betreft, zij
richt zich speciaal op de persoonlijk
heid van de militair, zowel in haar
betrekking tot God als de hem om
ringende gemeenschap. En waar het
bovendien zeer bepaaldelijk in de be
doeling ligt na deze cursussen te ko
men tot de totstandkoming van wat
men misschien met enige overdrij
ving een geestelijke élite in het
leger kan noemen, daar ligt het wel
voor de hand, dat men hierbij ieder
dillettantisme bij voorbij wenst uit
te sluiten.
De inleidingen, welke zowel door de
directeur als door kapt. Jos de Boer, leraar
mil. paedagogiek, worden gehouden,
hebben een wetenschappelijk fond. Zij
behandelen resp. de Onderwerpen gezag
en persoonlijkheid en hun onderlinge
wisselwerking, persoonlijkheid en ge
zin, persoonlijkheid en maatschappij en
in de laatste les tenslotte de verhou
ding tussen God en de menselijke per
soonlijkheid. Uit deze summiere op-
donf .uitnodiging om te komen wordt
ueinaive eenmaal aangenomen
rio ml61? hting. De vrijwilliger möèt
S- t ie ^en- besprekingen en alles
wat daaraan annex is, volgen; hij staat
ook in het vormingscentrum onder
oe krijgstucht. Zijn eten wordt verzorgd
door het leger en trouwens ook een
goed deel van het overige.'niet geringe,
®an het werk verbonden kosten, wor
den betaald uit een royale subsidie van
de overheid.
Hier doet zich dus het in de jonge
ontwikkelingsgeschiedenis van ofts le
ger merkwaardige feit voor. dat er be
halve gelden ook een deel van de
diensttijd wordt beschikbaar gesteld
Voor een speciaal katholieke vorming.
(Onnodig te zeggen, dat deze facilitei
ten ook aan andere gezindten verleend
zijn).
Ook anderszins echter is het werk
»n dit nieuwe vormingscentrum, dat on
der leiding staat van majoor-aalmoeze
nier P. C. Groenendijk, in hoge mate
jnteressant. Het is n.l. niet zo, dat maar
Kriskras in het land aan katholieke
jnilitairen gevraagd wordt om aan de
driedaagse vormingscursussen deel te
"rttien. Dat zou n.l. ook militair-tech-
d'sch volstrekt onmogelijk zijn. Men
draagt de cursisten integendeel steeds
Mien uit één onderdeel, één kazerne
•f één garnizoen.
conclusie trekken. Het is niet zo, dat
wanneer aanstonds in Zeist de vor
mingscursussen beginnen er sprake
is van een soort college, waarbij aan
de ene zijde uitsluitend gedoceerd en
aan de andere kant uitsluitend geluis
terd wordt. Integendeel, de noodzakelij
ke inleidingen worden zo beknopt mo
gelijk gehouden en onmiddellijk daar
na wordt het gezelschap gesplitst in zes
a zeven discussie-groepen, waar aan
de hand van concreet te beantwoorden
en concreet gestelde vragen het on
derwerp door de cursisten zelf moet
worden uitgediept.
En het is juist dit systeem, dat in
Bloemendaal bij de tien a twaalf gehou
den experimentele cursussen bewezen
heeft, uitstekend te werken. Het dwingt
de deelnemers tot een grote mate van
somming moet men echter geen onjuiste
zelfwerkzaamheid, en het is gebleken
De Haagse recherche heeft invallen ge
daan in zes speelclubs in Scheveningen
en Den Haag. Het vermoeden bestond
dat in deze clubs, ondanks de waar
schuwing van de Officier van Justitie,
nog roulette of baccarat werd gespeeld.
Dit bleek echter niet het geval te zijn.
De politie trof in elk dezer clubs slechts
enkele personen aan, die een kaartje
legden of alleen maar zaten te praten.
Er werden geen verdere maatregelen
genomen en niemand werd aan een na
der verhoor onderworpen.
In Hierden, nabij Harderwijk, ver
dween plotseling een zwaluw-ouder
paar uit een nest met drie jonge zwa
luwen. Een mannetjesmus merkte de
hongerende kleintjes op en nam de zorg
voor de zwaluw-weesjes op zich. Zij
voelen zich best bij deze pleegvader,
die regelmatig voedsel komt aaandra-
gen.
Advertentie
'andse band het terrein af, om zich klaar te maken voor het vertrek uit Oos
tenrijk. Het Nederlandse contingent vertrekt vanavond om zeven uur uit Bad
Ischl. Morgen om 15.55 uur zal de jamboreetrein in Arnhem arriveren. In
Utrecht komt de trein om 16.25 uur aan
Onder een stralende zon. die de laatste modderplekken in het verkenners-
Kamp in Bad Ischl snel deed opdrogen, is gisteren de zevende wereldjamboree
Besloten. Omstreeks elf uur gistermorgen kwamen de zeventien duizend pad
vinders uit 47 landen voor de laatste maal op het grote kampterrein bijeen.
Ditmaal echter niet gesplitst in contingenten en rond zeven torens, zoals bü
«e opening van het kamp het geval was geweest, maar allen door elkaar, broe
derlijk verenigd rond één dertien meter hoge, van boomstammen gesjorde
mren. De sluitingsplechtigheid symboliseerde de verbroedering tussen de deel
nemers van de verschillende landen, die het voornaamste doel van de jam
boree is, een doel dat ook op deze zevende internationale bijeenkomst in Bad
«schl bereikt is.
Hog eenmaal zongen de jongens tezamen het Oostenrijkse jamboreelied en na
«et zingen van „For old long Syne" trokken de padvinders achter de Neder-
Het weer in Bad Ischl is de laatste da-
Cen slecht geweest- het regende onop
houdelijk. Zo was het beeld op de we
reldjamboree Donderdag, Vrijdag en ge
deeltelijk ook Zaterdag. Een groot deel
van het kamp veranderde in een mod
derpoel en door deze glibberige massa
zochten de padvinders zich een weg. Tot
grote vreugde van het internationale ge
zelschap fleurde het weer Zondag op.
Het werd warnier en verscheidene mod
derplekken verdwenen weer. Sommige
padvinders waren de jamboree toen
reeds ,Schlammboree" gaan noemen,
evenals dit met de wereldjamboree die
in 1929 in Birkenhead werd gehouden
het geval was.
Er was ook alle reden voor: sommige
verkenners hadden hun schoenen ver
loren in die taaie bagger en verstheide-
nen togen naar Bad Ischl om zich een
paar rubberlaarzen aan te schaffen. De
Zwitserse en Oostenrijkse padvinders
werden door alle buitenlanders benijd,
omdat zij als bergbewoners bekend
zijnde met de nukken van het weer in
hun landen hun tenten en bedden op
verhogingen hadden gesjord. Daardoor
hadden zij minder last van het neerstro
mende regenwater.
Hezer Ctagen is opgericht de stichting
"Hunst en Gezin", die wil trachten meer
^langstelling en begrip voor de heden-
aagse beeldende kunst te wekken bij
orede lagen van de bevolking. Daartoe
*v'l zij tentoonstellingen organiseren van
schilderijen, grafiek en eventueel van
beeldhouwwerk en van kunstnijverheid
op plaatsen waar grote groepen van de
bevolking geregeld bij elkaar komen
zoals in de cantines van grote bedrijven,
-in verenigingslokalen enz. Dan zullen
lezingen worden gehouden, die tot het
begrip van kunst kunnen bijdragen.
Door verlotingen en een spaarsysteem
Bal worden getracht de verkoop der
kunstwerken te stimuleren.
De voorzitter van de federatie van
beroepsverenigingen van kunstenaars,
~e heer J- Bruyn, de heren H. Reinoud,
hoofddirecteur afd. finantiële diensten
ïah het hoofdbestuur der P.T.T. en ir.
Wilton directeur N.V. Wilton-Feijen-
?urd hebben zich o.a- reeds bereid ver
klaard van een curatorium deel uit te
•haken. Het dagelijks bestuur wordt .ge
vormd door de heren drs. H. L. Swart,
t-hr. Schuurman, R. E. Penning en
hievrouw L. Rupé-Leembruggen en is
Bevestigd te Den Haag, Nieuwe Uitleg 15.
Negen overlevenden van het op de
N oordzee vergane vrachtschip „Hess"
P.hder wie de kapitein en een vrouwe-
'Jk lid van ae bemanning werden
B'steravond gered door de „Adolf", een
"lts vissersvaartuig dat hen oppikte
lif-u ?en vl°'r dat ronddreef in de na-
hheid van de plaats waar de „Bess'
e middernacht kapseisde. Zeven anderen
j hier onder wie een vrouw werden
Veuloos uit het water gehaald door de
ÜTa y", een Deens vissersvaartuig dat
ko
ers zette
haï """e naar Esbjerg. De „Bess"
acht en dertig personen aan boord,
«ee en twintig personen worden dus
°B vermist.
bri^0t Seredden die de „Adolf" aan
,°ord heeft genomen behoren naast
tw p'leln o.a. een stewardess, de
op'e?e stuurman, de tweede machinist,
h jongetje en een passagier.
Met drie vliegtuigen en zes schepen
Boekt men op het ogenblik de Noord
zee af naar de twee en twintig opva
renden die nog vermist worden en
naar de reddingsboten van het Noorse
schip.
De vliegtuigen zijn afkomstig uit
Noorwegen, Groot-Brittannië en Ne
derland.
De „Bess" is het laatst waargeno
men op ongeveer 160 km. ten Noord-
Westen van het eiland Borkum. De
zes schepen zijn: De Duitse sleepboten
Wotan en Seefalke, de Nederlandse
sleepboot Holland, twee Deense stoom
schepen de Rhodos en de Samos en het
Noorse schip Baden.
Niet alleen Limburg ontvangt de
laatste tijd geregeld bezoek van wilde
zwijnen, ook de boeren op de Noord-
Veluwe ondervinden veel last van deze
onwelkome gasten.
In een haverveld te Elspeet wisten de
jagers en boeren onlangs vijf zwijnen,
die aan de te velde staande gewassen
veel schade hadden toegebracht, te do
den.
Ondanks het slechte weer. is het aan
tal bezoekers aan de jamboree groot ge
weest. Zondag bezochten ruim 55.000
mensen hét kamp, waardoor het totaal
aantal bezoekers op 100.000 is gebracht.
De laatste dag van de jamboree was
wederom zonnig. Kampleider Klarer
dankte bij de sluitingsplechtigheid alle
deelnemers aan de jamboree voor de
getoonde fijne geest. Mr. Wilson, de
directeur van net internationale pad
vindersbureau sloot zich bij deze
woorden aan. „Toen we op deze zeven
de jamboree aankwamen waren we al
len in contingenten ingedeeld", aldus
sprak hij. Thans is alles tezamen ge
smeed".
Mr. Wilson herhaalde de afscheids-
boodschap. die Baden Powell op de eer
ste wereldjamboree, nu 31 jaar geleden
heeft uitgesproken. In deze boodschap
deed Baden Powell een krachtig beroep
op de padvinders om de jamboree-kame
raadschap in de gehele wereld uit te dra
gen.
In lange rijen schaarden de padvinders
zich na deze toespraken arm in arm om
de houten toren in het midden van het
terrein. En na de gezamenlijk gezongen
Lederen begaf iedereen zich weer naar
het eigen kamp.
dat juist die zelfwerkzaamheid, en de
noodzaak tot scherp en diep doorden
ken de cursisten tegelijk de meeste baat
en de meeste vreugde geven.
Misschien is bij dit alles slechts één
ding spijtig.
En dat is, dat deze vorming, waarvoor
de soldaat niets betaalt en waarvoor ook
het Nat. Kath. Thuisfront in ruime ma
te subsidie verleent, slechts aan een zo
beperkt aantal militairen kan worden
gegeven. De kosten aan de totstandko
ming en het in stand houden van een
dergelijk centrum verbonden zijn echter
van dien aard, dat zo zèide ons kol.
Mgr. H. J. J. M. v. Straelen aan uit
breiding niet te denken valt. Sonne
haert blijft een centrum voor geestelijke
kader-vorming. En in dit geval heeft
het woord kader een andere betekenis
dan normaal in het leger gebruikelijk is. I
De nieuwe voorzitter van de Eerste Kamer, mr. Jonkman, heeft met de oude
heren-gewoonte van het achtbaar college om kort te vergaderen en vooral
vroeg naar bed te gaan, gebroken. Hjj vergadert lang en als dat zo uitkomt
vrij laat. Wie het niet kan bijbenen, moet dan maar naar bed gaan, maar de
Senaat moet efficiënt en vlot werken. De senatoren, die waarlijk niet zulke
krakende wagens zijn als zij vroeger verondersteld werden, blijken de nieuwe
dienst best te nemen. Zij maken trouwens de indruk het goed te kunnen vinden
met hun nieuwe voorzitter, die niet alleen van aanpakken weet, maar boven
dien de vergaderingen met decorum en vakkundigheid tevens blijkt te leiden.
Zo heeft hij het er nu op gezet om de
belastingwetten en de begroting van
Financiën er tussen Maandagavond en
Dinsdagavond door te krijgen om ver
volgens de Kamer op reces te kunnen
zenden. Het ziét er naar uit, dat hem dit
wel zal lukken, maar hij schijnt voorne
mens de senatoren Dinsdag niet los te
laten, tot zij eerst minister Lieftinck
hebben losgelaten, al moest het ook het
holle van de nacht worden.
Dit loslaten is een ietwat pikant woord
in de situatie van het ogenblik. Er is niet
mee bedoeld, dat de Eerste Kamer mi
nister Lieftinck zou laten vallen. In de
eerste plaats kan de voorzitter dit uiter
aard niet bedoelen, maar bovendien ge
loven wij niet, dat de Kamer dit voor
haar rekening zou willen nemen. Of
schoon de waardepapieren van minister
Lieftinck bij de senaat niet bijzonder
hoog meer blijken te staan.
Als zich zulk een situatie voordoet,
dan is men geneigd te zeggen, dat zich
bij een minister tekenen van politieke
slijtage beginnen te vertonen. Dit nu is.
geloven wij, bü minister Lieftinck het
geval.
Het is de laatste tijd toch wel stérk in
de openbaarheid getreden, en gister
avond was het in de Eerste Kamer be
paald duidelijk te voelen. Het is nog
verscherpt door het opduiken van het
gerucht, dat prof. Lieftinck voornemens
zou zijn af te treden om een andere
y, erkkring te aanvaarden, of misschien
is juist het feit, dat dit gerucht is opge
doken, wel het duidelijkste symptoom
van politieke slijtage. Het is niet zo heel
gewoon, dat een minister zo maar eens
vrijwillig aftreedt om iets anders te gaan
doen.
De minister zelf heeft er zich perti
nent niet over willen uitlaten. Maar
de heer De Wilde wenste gisteravond
toch een antwoord te ontvangen. Hij
zei, dat het vrijwillig aftreden van een
minister van Financiën om een derge
lijke reden en juist in dit tijdsgewricht
een symptoom van zeer bedenkelijke
staatkunde zou zijn, en het speet hem
dan ook, dat deze geruchten niet cate
gorisch tegengesproken zijn. Wel, laat
ons eens kijken, wat de minister daar
nu op zegt.
Maar afgezien van deze kwestie, er is
nu feitelijk nog maar één partij naar
men mag veronderstellen de Partij van
de Arbeid die zich geheel aan de zijde
van de minister schaart. De K.V.P. heeft
in een bepaald opzicht veel sterker stel
ling tegen hem gekozen dan de K.V.P.-
fractie aan de overkant van het Binnen
hof dit de vorige maand deed. En het
merkwaardige was, dat het bezwaar,
door de heer Regout namens zijn fractie
op onverbloemde wijze geuit, feitelijk
een echt politiek bezwaar was. Het kon
hier inderdaad scherper naar voren
komen, omdat de Tweede Kamer in een
volmaakt stijlloos debat de belasting-
ontwerpen heeft behandeld. Het ginr;
daar toe in een graai- en grijpstijl. In de
Eerste Kamer kan dit al niet, omdat er
geen recht van amendement bestaat. Er
valt dus niets anders te doen dan aan
te nemen of te verwerpen.
Vooralsnog geloven wij niet, dat de
Eerste Kamer en het draait hier voor
al om de K.V.P. zal verwerpen, ook
niet het ontwerp op de vennootschaps
belasting. Maar als de K.V.P. er althans
in grote meerderheid toch voor stemt,
dan zal het stellig met sterke tegenzin
gebeuren, en dit wel om twee redenen.
Vooreerst, omdat zü de vennootschaps
belasting, die nu boven de vijftig procent
komt te liggen, nauwelijks meer toelaat
baar acht en een gevaarlijke uitholling
van het bedrijfsleven. Maar vooral toch,
omdat zij de manier, waarop dit gegaan
is, niet verantwoord vindt.
Men herinnert zich nog wel, hoe het
gegaan is: de Tweede Kamer heeft in het
wilde weg 16 millioen op de andere be
lastingwetten afgedongen, en de minister
heeft doodleuk de compensatierekening
opgemaakt en die 16 millioen bij de
vennootschapsbelasting gepresenteerd
tegelijk met de portefeuillekwestie, en
de Tweede Kamer heeft zich, nadat de
heer Oud een poging had gedaan om er
onder uit te lopen, daarbij neergelegd.
Maar de Eerste Kamer beziet deze
dingen uit een rustiger sfeer. Zij heeft
geen regeringsverklaring gefiatteerd. Zo
kon men nu uit de woorden van de heer
Regout verstaan, dat de K.V.P.-fractie
in de Eerste Kamer niet tegen deze be-
Advertentie
LAARZEN HAKKEN
LINNEN SCHOENEN
Hij kon zijn hand er door steken en de
tralies aam-aken, die koud, ruw en roes
tig aanvoelden; er bleven kleine stuk
jes droog metaal aan zijn handen han
gen. Dat was ook een desillusie; hij had
zich gevangenistralies altijd keurig en
effen zwart voorgesteld, zoals hij wel
eens op een schilderij had gezien. Die
tralies hadden voor hem ten slotte toch
geen vrijheid betekend, dacht hij triest.
Zelfs op het paradoxale kon je niet ver
trouwen. De dingen kwamen altijd zo
heel anders uit, hoe precies je de toe
komstige gebeurtenissen ook voor ogen
zag. Het vertrouwde ontsnapte je op het
eind altijd weer. Hij dacht, dat hij zich
had kunnen verheugen, als hij van
moord was beschuldigd. Dan zou hij nu
in een ander gedeelte van de gevange
nis zitten, duidelijk gemerkt met het
Caïnsteken en omhooggetild door het
geweldige van zijn misdaad. Dan zou hij
naar de Mis zijn gegaan en troost heb
ben gevonden in het vertrouwde ge
murmel van de woorden, in het kaars
licht en door het kijken naar het wap
peren van de gewaden van de priester,
als hij zich van het Misboek afkeerde
om de zegen te geven.
Stel, dat hij wegens roof werd veroor
deeld? Drie maanden gevangenisstraf?
Zes maanden? Een jaar? Hij had er
geen idee van. De wettelijke straf voor
moord was duidelijker. Hij wendde zich
af van het raampje en bekeek zijn cel:
het platte bed. de eenvoudige tafel, de
stoel, de waskom en de emmer. Het
leek wel een studentenkamer, dacht hij,
waar iemand gelegenheid krijgt om zich
zelf te bestuderen, om aldoor maar weer
te zitten blokken op dat ene boek, waar
mee hij toch al vertrouwd zou moeten
zijn.
En als het zo zou gebeuren, kon hij
dat vonnis dan laten opwegen tegen de
misdaad, die hij werkelijk had bedre
ven? Kon hij God binden aan een over
eenkomst. die de wet, welke hem zijn
straf oplegde, niet kende. Zou hij dan
iedere dag tegen zichzelf kunnen zeg
gen: dit is de aflossing van mijn schuld
jegens pastoor Kirkman? Ze hebben
66
(Vit het Engels vertaald door André Noorbeek
en uitgegeven door Het Spectrum, Utrecht.)
mij hier om een verkeerde reden ge
vangengezet, maar ik pas het toe op een
andere. Ik onderga mijn eigen lijden op
mijn eigen manrnr. Zou dat bij de eind
afrekening geldig zijn? Maar hij wist,
dat het niet zo zou wezen. Je zou den
ken, dat ze slimmer waren, dacht hij bit
ter, je zou denken, dat ze de juiste zou
den arresteren en hij liet zich in zijn
zwakheid op het harde bed vallen. Tra
nen hingen aan zijn wimpers. De enige
betrouwbare manier om zijn gerechte
straf te krijgen was te bekennen zich
zelf aan te geven.
Hij zag de hoge ruimte met de blinde
muren en de biechtstoelen weer voor
zich. Die waren daar nu altijd; hij wist
niet meer, wanneer hij zich die ruimte
voor het eerst had voorgesteld. Nu wa
ren er biechtstoelen in alle hoeken en
overal langs de naakte witte muren.
„Wanneer is uw laatste biecht ge
weest"? vroeg een holle stem, die ner
gens speciaal vandaan kwam. Het was,
of de biechtstoelen monden hadden op
de plaats waar de gordijntjes hingen en
of ze in koor spraken. „Wat heeft u
sindsdien gedaan"? Hij herinnerde zich,
hoe hij als jongen eens een zonde in de
biecht had verzwegen; het was een
kleine, dagelijkse zonde, en hij had zich
des te rouwmoediger beschuldigd van de
overtredingen, die hij wél durfde be
kennen. Het was een hete zomernamid
dag geweest en hij had in de onregelma
tige rij tegen de kerkmuur gestaan on
der de kruiswegstaties, de handen sa
menknijpend, als om die ene zonde daar
in te verbergen. In het donkere hol van
de biechtstoel hoopte hij aldoor nog, dat
lier invulde. Hij was er van overtuigd,
dat hij volkomen eerlijk zou zijn als het
nu, op dit ogenblik alleen maar
een kwestie was van een gedrukte lijst
van zonden, die hij zou kunnen door
kijken en waar hij dan Moord en Heilig
schennis op zou kunnen aanstrepen. Ja,
als hij dat maar kon doen en dan het
formulier inleveren en dan wachten op
een antwoord over de post, net als bij
een sollicitatie. „In antwoord op uw
schrijven van de derde
Op een dergelijke dispensatie had hij
die andere keer ook gehoopt, maar die
was niet gekomen. De biechtvader had
onbewogen, met het hoofd op de vuist
geleund, op de vernedering zitten wach
ten. Maar Martin had het niet kunnen
zeggen, ofschoon de zonde hem op de
punt van de tong lag en terwijl hij vol
angst dacht, dat hij nooit meer de Com
munie zou kunnen ontvangen, zolang
zijn verzwegen zonde daar rustte. In een
ellendige toestand had hij de biechtstoel
verlaten.
Hij was toen veertien geweest en de
angst had hem gekweld tot hij een soort
oplossing had gevonden. Hij was naar
huis gegaan, had zenuwachtig gegeten
en daarna had hij in een hoek van de
gang, waar hij zijn toevlucht had ge
zocht, met potlood op een velletje van
een schoolschrift met bevende hand ge
schreven: ,,Ik heb niet goed gebiecht",
en daaronder de verzwegen zonde. Daar
op was hij, zwetend van angst, naar de
kerk teruggegaan en had, toen hij weer
aan de beurt kwam, zijn briefje door
het luikje van de biechtstoel geschoven.
De biechtvader had licht moeten maken
de biechtvader hem er naar zou vragen om te kunnen lezen en nadat het
zodat hij eenvoudig „ja" kon zeggen.
Het zou hem dan zo gemakkelijk zijn
gevallen, te bekennen, te knikken en te
zeggen: „Ja, dat is waar", bijna alsof hij
het over het hoofd had gezien. Dat was
minder vernederend; op die manier
deelde je de zonde min of meer met de
biechtvader. „O ja, dat heb ik gedaan.
Twee maal". Die bevestiging, zou maar
een echo zijn van de werkelijke, ont
zettende bekentenis; alsof je een formu-
licht weer was uitgedraaid, had Martin
in het donker alleen maar kunnen knik
ken; met stomheid geslagen had hij de
vermaning en de penitentie aangehoord.
Hij was niet in staat geweest, het woord
uit te spreken, dat het zichtbare teken
zou zijn geweest van moed en nederig
heid. Het was hem onmogelijk geweest
tegen zichzelf te getuigen.
(Wordt vervolgd).
In onze grootste industriestad van
het Zuiden. Eindhoven, wordt een
nieuw stadhuis gebouwd. Een van
de vleugels van dit nieuwe bouw
werk is zo goed als gereed.
lastingen als zodanig gekant is. Zij wil
het argument van de regering de
noodzaak en de afspraak het zwaarst
laten wegen. Maar de heer Regout kon
niet inzien, dat die 16 millioen er nu
ook uitgehaald moesten worden, om
dat minister Lieftinck geen profeet is,
die op een dergelijke som bü een be
drag in de orde van grootte van een
kwart milliard een nauwkeurige schat
ting kan baseren. Toch heeft de minis
ter daarover de portefeuillekwestie ge
steld, en dit neemt de K.V.P. in deze
Kamer de minister kwalijk. Hij heeft
dit lichtvaardig gedaan zegt de heer
Regout, want hg kon niet aantonen,
dat door die 16 millioen nu juist het
beleid in ernstige mate zou worden
aangetast. En slechts in zulk een geval
is het staatsrechtelijk gezien te verde
digen de portefeuillekwestie te stellen.
Wat hiervan zij, minister Lieftinck
mag er heden eerst antwoord op ge
ven, maar het verschijnsel van deze
ontstemming en om deze reden is heel
belangrijk. Er was trouwens spanning
tussen de Kamer en de ministerstafel.
De minister ging ditmaal op geen
enkel grapje in. Hij vertrok de hele
avond geen spier van zijn gezicht. De
verhoudingen beginnen hun souplesse
van vroeger te verliezen.
De heer De Wilde schamperde wat
uitdagend tegen de K.V.P.: er wordt
eerst heftig gevochten, maar als het op
stemmen aan komt, stemmen ze toch
voor. Wij geloven, dat de heer De
Wilde gelijk zal krijgen, al heeft de
heer Regout zoiets als een beroep laten
horen op de minister om niet zo vast
houdend te zijn.
De heer Poliema had eigenlijk niet
deze noodbelastingwetten gewild, maar
eerst een principieel debat over de De-
lastingheffing en een bespreking van
de vraag of er geen ander systeem te
bedenken was om in de extra lasten
te voorzien. De heren De Wilde en
Regout voelden daar eigenlijk ook wel
voor. De heer De Wilde vroeg sarcastisch
of de minister met deze belastinghef
fing nu de uitgaven aan het dekken
is, dan wel of hij bezig is te herver
delen. De heren Poliema en Molenaar
hebben gezegd, dat het feitelijk onmo
gelijk is de juistheid van deze belas
tingheffing te beoordelen, zolang zij in
het onkundige gelaten worden nopens
de vraag wat Amerika voor zijn reke
ning neemt. De heer Poliema vreesde
verder, dat wij door deze anderhalf
milliard per jaar voor de versterking
van ons militaire front uit te trekken,
e witte ministeriële broek moge al
een bijzondere aantrekkings
kracht uitoefenen op ambitieuze
politici, het ministersambt is voor een
ieder, die het ernstig opvat, méér dan
ooit een weinig benijdenswaardige en
ondankbare zaak, waarvoor hij zich
grote zelfopofferingen moet getroosten.
Maar niet alleen de minister zelf, ook
zijn huisgenoten moeten zich veel ont
zeggen texwille van het hoge ambt en
de zware functie van het gezinshoofd en
van het belang van de staat en de ge
meenschap, dat hij met inzet van zijn
gehele persoon heeft te dienen. Tot deze
opofferingen is de onevenwichtige echt
genote van dr. Pierre Chevallier, burge
meester van Orleans en staatssecretaris
voor technische opleiding, jeugd- en
sportaangelegenheden in het nieuwe
kabinet Pleven, niet bereid gebleken.
Nauwelijks 24 uur na zijn benoe
ming in de Franse regering schoot
zij haar man dood. Ze beging daar
door een even zinneloze als zinloze
daad, want haar egoisme, dat zich niet
tot de offervaardigheid van haar man
kon opwerken, beroofde haar voor altijd
van de echtgenoot, wiens aanwezigheid
in huis zij zo zeer op prijs zeide te stel
len. Een daad te zinlozer, wanneer men
bedenkt, hoe kort Frans regeringen te
genwoordig plegen te leven. Maar hoe
veroordelenswaardig deze daad van een
vrouw, die haar hoofd kwijtraakte, op
zichzelf ook is, zij belicht op schrille
wijze de menselijk misschien zivaarste
kant van het ministersambt, een zijde,
die het met de hoogste verantwoordelij
ke ambten in de staat gemeen heeft.
Wanneer men aan deze zijde van de eer
van het minister-zijn denkt, kan men
slechts medelijden hebben met deze ho
ge functionarissen, die vaak bovendien
nog spitsroeden moeten lopen door de
rijen van medogenloos-critische afge
vaardigden en publicisten-
ons sociale en ons economische front
zullen verzwakken.
Er is ook nog gesproken over het
sparen en de spaarzin, die de mensen
vergaan is. De heer Regout drong aan
op een wettelijke regeling voor spaar-
premies en op het verlenen van be
lastingfaciliteiten voor spaarders.
Het was alles bijeen geen oninteres
sante inzet van het debat.
14 Augustus 1941, vandaag tien jaar
geleden, is in het concentratiekamp te
Auschwitz een einde gemaakt aan het
leven van pater Maximiliaan Kolbe
O.F.M. Conv. Met het proces voor zijn
zaligverklaring is enkele jaren geleden
een begin gemaakt. Het is dus te ver
wachten, dat de Kerk hem eerlang hei
lig zal verklaren. Zij die hem gekend
hebben zijn geneigd dat reeds nu te
doen.
Het meest opzienbarende feit uit zijn
leven is de manier geweest, waarop hij
zijn leven gegeven heeft voor een ter
dood veroordeelde in het kamp Ausch
witz. Omdat een gevangene ontvlucht
was werden tien van zijn kampgenoten
uitgekozen om te sterven. Onder hen
was sergeant Frans Gajowniczek. Pater
Kolbe bood zich in zijn plaats aan, om
dat de sergeant getrouwd was en kin
deren had. „Waarom doet U dat?" vraagt
de commandant verbaasd. „Deze man is
meer nodig voor zijn vrouw en kinde
ren dan ik voor de maatschappij," ant
woordt pater Kolbe.
Dat is een graad van heldhaftigheid
in de naastenliefde, waarvoor men ook
als modern mens bewondering heeft.
Maar als men het verhaal van zijn leven
leest, zoals pater Bernardus de Wit
O.F.M. Conv. het nu, na Maria Winows-
ka en uitvoeriger dan zij, verteld
heeft 1), dan moet men tot de conclu
sie komen, dat zijn heldhaftige naas
tenliefde een deugd is, waar hij
zijn leven lang naar toe gegroeid
is. Zij veronderstelt een zelfver
loochening, die bij een strenge Üelfbe-
heersing begonnen moet zijn, en zelf
beheersing gaat samen met nederigheid
en gehoorzaamheid. De bewijzen daar
van zijn in zijn hele leven terug te vin
den: toen hij, als jong geestelijke, uit
gekozen werd om in Rome te gaan stu
deren. verzocht hij aanvankelijk niet
te hoeven gaan. omdat zijn gezondheid
zo slecht was. Hij bedacht zich evenwel
spoedig, omdat hij zijn verzoek tegen de
gehoorzaamheid vond. Later moest hij
in een sanatorium opgenomen worden.
Daar bedacht hij zijn plannen voor zijn
moderne apostolaat.
Een modern apostel was pater
Kolbe, omdat hij de oude waarheden
van het geloof wilde verkondigen met
de moderne middelen van pers en
radio. Hij was een groot vereerder van
Maria, stichtte „De Ridderschap der
Onbevlekte" en begon voor dit genoot
schap in 1927 zijn eerste tijdschrift
„De Ridder der Onbevlekte" dat in
enkele jaren een g'eregelde oplage van
750.000 exemplaren bereikte. Het
Kleine Dagblad", dat hij wat later be
gonnen was als principieel katholieke
krant, had toen een dagelijkse oplage
van 250.000 exemplaren.
Zijn kloosterdrukkerij in Niepokala-
Pater Maximiliaan Kolbe.
now (Stad der Onbevlekte) telde toen
ongeveer duizend kloosterlingen; zij
was het grootste convent van zijn orde
in Polen en zij werd genoemd ais een
voorbeeld van kloosterlijke orde en
tucht. Pater Kolbe hield daar zeer
nauwkeurig de hand aan. zoals hij ook
angstvallig waakte voor de zuivere
geest van armoede, ondanks de grote
bedragen, die door zijn handen gingen.
Zijn grootse ondernemingen hij is
zelf een jaar in Japan geweest, om ook
daar een drukkerij te vestigen, in Na
gasaki is pater Kolbe zonder een cent
begonnen. Bijn vertrouwen op de Onbe
vlekte was onbeperkt en ondanks aller
lei moeilijkheden floreerden zijn onder
nemingen wonderbaarlijk.
De drukkerij in Polen is nu door de
staat geconfiskeerd, maar een grote Ma-
riakerk, die hij is begonnen te bouwen,
heeft men kunnen voltooien.
Het werk in Nagasaki bestaat nog al
tijd.
Dit is maar in enkele summiere trek
ken verteld, het leven van pater Kolbe.
In zijn reeds genoemde biografie geeft
pater De Wit vele bijzonderheden en
een uitvoerige karakterschets. Hij is
klaarblijkelijk een groot bewonderaar
van zijn Ordebroeder en voorziet de
verhaalde feiten, herhaaldelijk van een
geestdriftig commentaar.
1) P. Maximiliaan Kolbe, Ridder der
Onbevlekte door P. Bernardus de Wit
O.F.M. Conv. uitg. Paters Minderbroe
ders Conv. Urmond (L.).