Katholiek Militair in SonnehaerVte Zeist Bekroning en sluitstuk geestelijke verzorging van het leg Zevende wereldjamboree gesloten Lieftinck s waardepapieren Senaat niet erg hoog staan meer bij TOT DE RAND VAN DE AFGROND Donderdag opening van: riva Zeven doden bij scheepsramp op de Noordzee li 1 D Pater Maximiliaan Kolbe een modern apostel Nederlandse deelnemers Woensdag thuis A'og twee en twintig vermisten K.Y.P.: vennootschapsbelasting boven vijftig procent amper toelaatbaar RUBBER kilomet beter vuist wei Op eigen verzoek gedood in plaats van kampgenoot te Auschwitz DOOR LEO BRADY DINSDAG 14 AUGUSTUS 1951 PAGINA 3 Discussiegroepen onder militaire tucht In speel clubs werd wat gekaart Vogels gevlogen Het risico met alkalivrij voor alles en nog watM is mij te gortig, zegt de lextielman. SPECIAAL ALKALIVRIJ VOOR ZIJDE Het sop van de ragfijne Vivalon-vlokjes is garant voor ruisende zij en heldere kleuren „SCHLAMMBOREE" trok 100.000 bezoekers Stichting „Kunst en gezin" WILDE ZWIJNEN OP DE VELUWE Portefeuille-kwestie lichtvaardig gesteld ERS Minister zijn (Van onze speciale verslaggever) In Zeist, in het gebouw „Sonnehaert", wordt Donderdag een Katholiek Militair Vormingscentrum geopend, het eerste en enige in ons land. Op zich genomen, is dit een weinig opzienbarende gebeurtenis. Het betekent niet meer dan dati de experimenten die enige maanden achtereen in het Bloemendaalse „Vijver duin" werden gehouden, geslaagd zijn en dat nu voortaan iedere week tenmin ste 40 Nederlandse militairen een extra godsdienstige vorming zullen ontvan gen. Toch bestaat er aan de andere kant wel degelijk reden om op dit feit' bijzondere aandacht te vestigen. Het is n.l. zo, dat de militairen, die naar dit vormingscentrum komen, vrijwillig komen. Doch veel verder dan het komen Baat de vrijwilligheid niet. want de vorming geschiedt in diensttijd en het is Per legerorder geregeld, dat jaarlijks ten hoogste 4000 katholieke militairen ecu uitzonderingsverlof mag worden verleend. Het directe voordeel daarvan is, dat de aalmoezenier, aan wie juist dat onder deel, de kazerne of dat garnizoen is toe vertrouwd, na afloop van de cursus over een kern beschikt, welke hem bij 't dagelijkse werk onder de militairen een grote steun is. En het is niet in de laat ste plaats juist daarom, dat de hoofd aalmoezenier, kol. Mgr. H. J. J. M. v. Straelen, de opening van dit vormings centrum beschouwt als tegelijk de be kroning van en 't sluitstuk op de gehele geestelijke verzorging van het leger. Wat die vorming zelf betreft, zij richt zich speciaal op de persoonlijk heid van de militair, zowel in haar betrekking tot God als de hem om ringende gemeenschap. En waar het bovendien zeer bepaaldelijk in de be doeling ligt na deze cursussen te ko men tot de totstandkoming van wat men misschien met enige overdrij ving een geestelijke élite in het leger kan noemen, daar ligt het wel voor de hand, dat men hierbij ieder dillettantisme bij voorbij wenst uit te sluiten. De inleidingen, welke zowel door de directeur als door kapt. Jos de Boer, leraar mil. paedagogiek, worden gehouden, hebben een wetenschappelijk fond. Zij behandelen resp. de Onderwerpen gezag en persoonlijkheid en hun onderlinge wisselwerking, persoonlijkheid en ge zin, persoonlijkheid en maatschappij en in de laatste les tenslotte de verhou ding tussen God en de menselijke per soonlijkheid. Uit deze summiere op- donf .uitnodiging om te komen wordt ueinaive eenmaal aangenomen rio ml61? hting. De vrijwilliger möèt S- t ie ^en- besprekingen en alles wat daaraan annex is, volgen; hij staat ook in het vormingscentrum onder oe krijgstucht. Zijn eten wordt verzorgd door het leger en trouwens ook een goed deel van het overige.'niet geringe, ®an het werk verbonden kosten, wor den betaald uit een royale subsidie van de overheid. Hier doet zich dus het in de jonge ontwikkelingsgeschiedenis van ofts le ger merkwaardige feit voor. dat er be halve gelden ook een deel van de diensttijd wordt beschikbaar gesteld Voor een speciaal katholieke vorming. (Onnodig te zeggen, dat deze facilitei ten ook aan andere gezindten verleend zijn). Ook anderszins echter is het werk »n dit nieuwe vormingscentrum, dat on der leiding staat van majoor-aalmoeze nier P. C. Groenendijk, in hoge mate jnteressant. Het is n.l. niet zo, dat maar Kriskras in het land aan katholieke jnilitairen gevraagd wordt om aan de driedaagse vormingscursussen deel te "rttien. Dat zou n.l. ook militair-tech- d'sch volstrekt onmogelijk zijn. Men draagt de cursisten integendeel steeds Mien uit één onderdeel, één kazerne •f één garnizoen. conclusie trekken. Het is niet zo, dat wanneer aanstonds in Zeist de vor mingscursussen beginnen er sprake is van een soort college, waarbij aan de ene zijde uitsluitend gedoceerd en aan de andere kant uitsluitend geluis terd wordt. Integendeel, de noodzakelij ke inleidingen worden zo beknopt mo gelijk gehouden en onmiddellijk daar na wordt het gezelschap gesplitst in zes a zeven discussie-groepen, waar aan de hand van concreet te beantwoorden en concreet gestelde vragen het on derwerp door de cursisten zelf moet worden uitgediept. En het is juist dit systeem, dat in Bloemendaal bij de tien a twaalf gehou den experimentele cursussen bewezen heeft, uitstekend te werken. Het dwingt de deelnemers tot een grote mate van somming moet men echter geen onjuiste zelfwerkzaamheid, en het is gebleken De Haagse recherche heeft invallen ge daan in zes speelclubs in Scheveningen en Den Haag. Het vermoeden bestond dat in deze clubs, ondanks de waar schuwing van de Officier van Justitie, nog roulette of baccarat werd gespeeld. Dit bleek echter niet het geval te zijn. De politie trof in elk dezer clubs slechts enkele personen aan, die een kaartje legden of alleen maar zaten te praten. Er werden geen verdere maatregelen genomen en niemand werd aan een na der verhoor onderworpen. In Hierden, nabij Harderwijk, ver dween plotseling een zwaluw-ouder paar uit een nest met drie jonge zwa luwen. Een mannetjesmus merkte de hongerende kleintjes op en nam de zorg voor de zwaluw-weesjes op zich. Zij voelen zich best bij deze pleegvader, die regelmatig voedsel komt aaandra- gen. Advertentie 'andse band het terrein af, om zich klaar te maken voor het vertrek uit Oos tenrijk. Het Nederlandse contingent vertrekt vanavond om zeven uur uit Bad Ischl. Morgen om 15.55 uur zal de jamboreetrein in Arnhem arriveren. In Utrecht komt de trein om 16.25 uur aan Onder een stralende zon. die de laatste modderplekken in het verkenners- Kamp in Bad Ischl snel deed opdrogen, is gisteren de zevende wereldjamboree Besloten. Omstreeks elf uur gistermorgen kwamen de zeventien duizend pad vinders uit 47 landen voor de laatste maal op het grote kampterrein bijeen. Ditmaal echter niet gesplitst in contingenten en rond zeven torens, zoals bü «e opening van het kamp het geval was geweest, maar allen door elkaar, broe derlijk verenigd rond één dertien meter hoge, van boomstammen gesjorde mren. De sluitingsplechtigheid symboliseerde de verbroedering tussen de deel nemers van de verschillende landen, die het voornaamste doel van de jam boree is, een doel dat ook op deze zevende internationale bijeenkomst in Bad «schl bereikt is. Hog eenmaal zongen de jongens tezamen het Oostenrijkse jamboreelied en na «et zingen van „For old long Syne" trokken de padvinders achter de Neder- Het weer in Bad Ischl is de laatste da- Cen slecht geweest- het regende onop houdelijk. Zo was het beeld op de we reldjamboree Donderdag, Vrijdag en ge deeltelijk ook Zaterdag. Een groot deel van het kamp veranderde in een mod derpoel en door deze glibberige massa zochten de padvinders zich een weg. Tot grote vreugde van het internationale ge zelschap fleurde het weer Zondag op. Het werd warnier en verscheidene mod derplekken verdwenen weer. Sommige padvinders waren de jamboree toen reeds ,Schlammboree" gaan noemen, evenals dit met de wereldjamboree die in 1929 in Birkenhead werd gehouden het geval was. Er was ook alle reden voor: sommige verkenners hadden hun schoenen ver loren in die taaie bagger en verstheide- nen togen naar Bad Ischl om zich een paar rubberlaarzen aan te schaffen. De Zwitserse en Oostenrijkse padvinders werden door alle buitenlanders benijd, omdat zij als bergbewoners bekend zijnde met de nukken van het weer in hun landen hun tenten en bedden op verhogingen hadden gesjord. Daardoor hadden zij minder last van het neerstro mende regenwater. Hezer Ctagen is opgericht de stichting "Hunst en Gezin", die wil trachten meer ^langstelling en begrip voor de heden- aagse beeldende kunst te wekken bij orede lagen van de bevolking. Daartoe *v'l zij tentoonstellingen organiseren van schilderijen, grafiek en eventueel van beeldhouwwerk en van kunstnijverheid op plaatsen waar grote groepen van de bevolking geregeld bij elkaar komen zoals in de cantines van grote bedrijven, -in verenigingslokalen enz. Dan zullen lezingen worden gehouden, die tot het begrip van kunst kunnen bijdragen. Door verlotingen en een spaarsysteem Bal worden getracht de verkoop der kunstwerken te stimuleren. De voorzitter van de federatie van beroepsverenigingen van kunstenaars, ~e heer J- Bruyn, de heren H. Reinoud, hoofddirecteur afd. finantiële diensten ïah het hoofdbestuur der P.T.T. en ir. Wilton directeur N.V. Wilton-Feijen- ?urd hebben zich o.a- reeds bereid ver klaard van een curatorium deel uit te •haken. Het dagelijks bestuur wordt .ge vormd door de heren drs. H. L. Swart, t-hr. Schuurman, R. E. Penning en hievrouw L. Rupé-Leembruggen en is Bevestigd te Den Haag, Nieuwe Uitleg 15. Negen overlevenden van het op de N oordzee vergane vrachtschip „Hess" P.hder wie de kapitein en een vrouwe- 'Jk lid van ae bemanning werden B'steravond gered door de „Adolf", een "lts vissersvaartuig dat hen oppikte lif-u ?en vl°'r dat ronddreef in de na- hheid van de plaats waar de „Bess' e middernacht kapseisde. Zeven anderen j hier onder wie een vrouw werden Veuloos uit het water gehaald door de ÜTa y", een Deens vissersvaartuig dat ko ers zette haï """e naar Esbjerg. De „Bess" acht en dertig personen aan boord, «ee en twintig personen worden dus °B vermist. bri^0t Seredden die de „Adolf" aan ,°ord heeft genomen behoren naast tw p'leln o.a. een stewardess, de op'e?e stuurman, de tweede machinist, h jongetje en een passagier. Met drie vliegtuigen en zes schepen Boekt men op het ogenblik de Noord zee af naar de twee en twintig opva renden die nog vermist worden en naar de reddingsboten van het Noorse schip. De vliegtuigen zijn afkomstig uit Noorwegen, Groot-Brittannië en Ne derland. De „Bess" is het laatst waargeno men op ongeveer 160 km. ten Noord- Westen van het eiland Borkum. De zes schepen zijn: De Duitse sleepboten Wotan en Seefalke, de Nederlandse sleepboot Holland, twee Deense stoom schepen de Rhodos en de Samos en het Noorse schip Baden. Niet alleen Limburg ontvangt de laatste tijd geregeld bezoek van wilde zwijnen, ook de boeren op de Noord- Veluwe ondervinden veel last van deze onwelkome gasten. In een haverveld te Elspeet wisten de jagers en boeren onlangs vijf zwijnen, die aan de te velde staande gewassen veel schade hadden toegebracht, te do den. Ondanks het slechte weer. is het aan tal bezoekers aan de jamboree groot ge weest. Zondag bezochten ruim 55.000 mensen hét kamp, waardoor het totaal aantal bezoekers op 100.000 is gebracht. De laatste dag van de jamboree was wederom zonnig. Kampleider Klarer dankte bij de sluitingsplechtigheid alle deelnemers aan de jamboree voor de getoonde fijne geest. Mr. Wilson, de directeur van net internationale pad vindersbureau sloot zich bij deze woorden aan. „Toen we op deze zeven de jamboree aankwamen waren we al len in contingenten ingedeeld", aldus sprak hij. Thans is alles tezamen ge smeed". Mr. Wilson herhaalde de afscheids- boodschap. die Baden Powell op de eer ste wereldjamboree, nu 31 jaar geleden heeft uitgesproken. In deze boodschap deed Baden Powell een krachtig beroep op de padvinders om de jamboree-kame raadschap in de gehele wereld uit te dra gen. In lange rijen schaarden de padvinders zich na deze toespraken arm in arm om de houten toren in het midden van het terrein. En na de gezamenlijk gezongen Lederen begaf iedereen zich weer naar het eigen kamp. dat juist die zelfwerkzaamheid, en de noodzaak tot scherp en diep doorden ken de cursisten tegelijk de meeste baat en de meeste vreugde geven. Misschien is bij dit alles slechts één ding spijtig. En dat is, dat deze vorming, waarvoor de soldaat niets betaalt en waarvoor ook het Nat. Kath. Thuisfront in ruime ma te subsidie verleent, slechts aan een zo beperkt aantal militairen kan worden gegeven. De kosten aan de totstandko ming en het in stand houden van een dergelijk centrum verbonden zijn echter van dien aard, dat zo zèide ons kol. Mgr. H. J. J. M. v. Straelen aan uit breiding niet te denken valt. Sonne haert blijft een centrum voor geestelijke kader-vorming. En in dit geval heeft het woord kader een andere betekenis dan normaal in het leger gebruikelijk is. I De nieuwe voorzitter van de Eerste Kamer, mr. Jonkman, heeft met de oude heren-gewoonte van het achtbaar college om kort te vergaderen en vooral vroeg naar bed te gaan, gebroken. Hjj vergadert lang en als dat zo uitkomt vrij laat. Wie het niet kan bijbenen, moet dan maar naar bed gaan, maar de Senaat moet efficiënt en vlot werken. De senatoren, die waarlijk niet zulke krakende wagens zijn als zij vroeger verondersteld werden, blijken de nieuwe dienst best te nemen. Zij maken trouwens de indruk het goed te kunnen vinden met hun nieuwe voorzitter, die niet alleen van aanpakken weet, maar boven dien de vergaderingen met decorum en vakkundigheid tevens blijkt te leiden. Zo heeft hij het er nu op gezet om de belastingwetten en de begroting van Financiën er tussen Maandagavond en Dinsdagavond door te krijgen om ver volgens de Kamer op reces te kunnen zenden. Het ziét er naar uit, dat hem dit wel zal lukken, maar hij schijnt voorne mens de senatoren Dinsdag niet los te laten, tot zij eerst minister Lieftinck hebben losgelaten, al moest het ook het holle van de nacht worden. Dit loslaten is een ietwat pikant woord in de situatie van het ogenblik. Er is niet mee bedoeld, dat de Eerste Kamer mi nister Lieftinck zou laten vallen. In de eerste plaats kan de voorzitter dit uiter aard niet bedoelen, maar bovendien ge loven wij niet, dat de Kamer dit voor haar rekening zou willen nemen. Of schoon de waardepapieren van minister Lieftinck bij de senaat niet bijzonder hoog meer blijken te staan. Als zich zulk een situatie voordoet, dan is men geneigd te zeggen, dat zich bij een minister tekenen van politieke slijtage beginnen te vertonen. Dit nu is. geloven wij, bü minister Lieftinck het geval. Het is de laatste tijd toch wel stérk in de openbaarheid getreden, en gister avond was het in de Eerste Kamer be paald duidelijk te voelen. Het is nog verscherpt door het opduiken van het gerucht, dat prof. Lieftinck voornemens zou zijn af te treden om een andere y, erkkring te aanvaarden, of misschien is juist het feit, dat dit gerucht is opge doken, wel het duidelijkste symptoom van politieke slijtage. Het is niet zo heel gewoon, dat een minister zo maar eens vrijwillig aftreedt om iets anders te gaan doen. De minister zelf heeft er zich perti nent niet over willen uitlaten. Maar de heer De Wilde wenste gisteravond toch een antwoord te ontvangen. Hij zei, dat het vrijwillig aftreden van een minister van Financiën om een derge lijke reden en juist in dit tijdsgewricht een symptoom van zeer bedenkelijke staatkunde zou zijn, en het speet hem dan ook, dat deze geruchten niet cate gorisch tegengesproken zijn. Wel, laat ons eens kijken, wat de minister daar nu op zegt. Maar afgezien van deze kwestie, er is nu feitelijk nog maar één partij naar men mag veronderstellen de Partij van de Arbeid die zich geheel aan de zijde van de minister schaart. De K.V.P. heeft in een bepaald opzicht veel sterker stel ling tegen hem gekozen dan de K.V.P.- fractie aan de overkant van het Binnen hof dit de vorige maand deed. En het merkwaardige was, dat het bezwaar, door de heer Regout namens zijn fractie op onverbloemde wijze geuit, feitelijk een echt politiek bezwaar was. Het kon hier inderdaad scherper naar voren komen, omdat de Tweede Kamer in een volmaakt stijlloos debat de belasting- ontwerpen heeft behandeld. Het ginr; daar toe in een graai- en grijpstijl. In de Eerste Kamer kan dit al niet, omdat er geen recht van amendement bestaat. Er valt dus niets anders te doen dan aan te nemen of te verwerpen. Vooralsnog geloven wij niet, dat de Eerste Kamer en het draait hier voor al om de K.V.P. zal verwerpen, ook niet het ontwerp op de vennootschaps belasting. Maar als de K.V.P. er althans in grote meerderheid toch voor stemt, dan zal het stellig met sterke tegenzin gebeuren, en dit wel om twee redenen. Vooreerst, omdat zü de vennootschaps belasting, die nu boven de vijftig procent komt te liggen, nauwelijks meer toelaat baar acht en een gevaarlijke uitholling van het bedrijfsleven. Maar vooral toch, omdat zij de manier, waarop dit gegaan is, niet verantwoord vindt. Men herinnert zich nog wel, hoe het gegaan is: de Tweede Kamer heeft in het wilde weg 16 millioen op de andere be lastingwetten afgedongen, en de minister heeft doodleuk de compensatierekening opgemaakt en die 16 millioen bij de vennootschapsbelasting gepresenteerd tegelijk met de portefeuillekwestie, en de Tweede Kamer heeft zich, nadat de heer Oud een poging had gedaan om er onder uit te lopen, daarbij neergelegd. Maar de Eerste Kamer beziet deze dingen uit een rustiger sfeer. Zij heeft geen regeringsverklaring gefiatteerd. Zo kon men nu uit de woorden van de heer Regout verstaan, dat de K.V.P.-fractie in de Eerste Kamer niet tegen deze be- Advertentie LAARZEN HAKKEN LINNEN SCHOENEN Hij kon zijn hand er door steken en de tralies aam-aken, die koud, ruw en roes tig aanvoelden; er bleven kleine stuk jes droog metaal aan zijn handen han gen. Dat was ook een desillusie; hij had zich gevangenistralies altijd keurig en effen zwart voorgesteld, zoals hij wel eens op een schilderij had gezien. Die tralies hadden voor hem ten slotte toch geen vrijheid betekend, dacht hij triest. Zelfs op het paradoxale kon je niet ver trouwen. De dingen kwamen altijd zo heel anders uit, hoe precies je de toe komstige gebeurtenissen ook voor ogen zag. Het vertrouwde ontsnapte je op het eind altijd weer. Hij dacht, dat hij zich had kunnen verheugen, als hij van moord was beschuldigd. Dan zou hij nu in een ander gedeelte van de gevange nis zitten, duidelijk gemerkt met het Caïnsteken en omhooggetild door het geweldige van zijn misdaad. Dan zou hij naar de Mis zijn gegaan en troost heb ben gevonden in het vertrouwde ge murmel van de woorden, in het kaars licht en door het kijken naar het wap peren van de gewaden van de priester, als hij zich van het Misboek afkeerde om de zegen te geven. Stel, dat hij wegens roof werd veroor deeld? Drie maanden gevangenisstraf? Zes maanden? Een jaar? Hij had er geen idee van. De wettelijke straf voor moord was duidelijker. Hij wendde zich af van het raampje en bekeek zijn cel: het platte bed. de eenvoudige tafel, de stoel, de waskom en de emmer. Het leek wel een studentenkamer, dacht hij, waar iemand gelegenheid krijgt om zich zelf te bestuderen, om aldoor maar weer te zitten blokken op dat ene boek, waar mee hij toch al vertrouwd zou moeten zijn. En als het zo zou gebeuren, kon hij dat vonnis dan laten opwegen tegen de misdaad, die hij werkelijk had bedre ven? Kon hij God binden aan een over eenkomst. die de wet, welke hem zijn straf oplegde, niet kende. Zou hij dan iedere dag tegen zichzelf kunnen zeg gen: dit is de aflossing van mijn schuld jegens pastoor Kirkman? Ze hebben 66 (Vit het Engels vertaald door André Noorbeek en uitgegeven door Het Spectrum, Utrecht.) mij hier om een verkeerde reden ge vangengezet, maar ik pas het toe op een andere. Ik onderga mijn eigen lijden op mijn eigen manrnr. Zou dat bij de eind afrekening geldig zijn? Maar hij wist, dat het niet zo zou wezen. Je zou den ken, dat ze slimmer waren, dacht hij bit ter, je zou denken, dat ze de juiste zou den arresteren en hij liet zich in zijn zwakheid op het harde bed vallen. Tra nen hingen aan zijn wimpers. De enige betrouwbare manier om zijn gerechte straf te krijgen was te bekennen zich zelf aan te geven. Hij zag de hoge ruimte met de blinde muren en de biechtstoelen weer voor zich. Die waren daar nu altijd; hij wist niet meer, wanneer hij zich die ruimte voor het eerst had voorgesteld. Nu wa ren er biechtstoelen in alle hoeken en overal langs de naakte witte muren. „Wanneer is uw laatste biecht ge weest"? vroeg een holle stem, die ner gens speciaal vandaan kwam. Het was, of de biechtstoelen monden hadden op de plaats waar de gordijntjes hingen en of ze in koor spraken. „Wat heeft u sindsdien gedaan"? Hij herinnerde zich, hoe hij als jongen eens een zonde in de biecht had verzwegen; het was een kleine, dagelijkse zonde, en hij had zich des te rouwmoediger beschuldigd van de overtredingen, die hij wél durfde be kennen. Het was een hete zomernamid dag geweest en hij had in de onregelma tige rij tegen de kerkmuur gestaan on der de kruiswegstaties, de handen sa menknijpend, als om die ene zonde daar in te verbergen. In het donkere hol van de biechtstoel hoopte hij aldoor nog, dat lier invulde. Hij was er van overtuigd, dat hij volkomen eerlijk zou zijn als het nu, op dit ogenblik alleen maar een kwestie was van een gedrukte lijst van zonden, die hij zou kunnen door kijken en waar hij dan Moord en Heilig schennis op zou kunnen aanstrepen. Ja, als hij dat maar kon doen en dan het formulier inleveren en dan wachten op een antwoord over de post, net als bij een sollicitatie. „In antwoord op uw schrijven van de derde Op een dergelijke dispensatie had hij die andere keer ook gehoopt, maar die was niet gekomen. De biechtvader had onbewogen, met het hoofd op de vuist geleund, op de vernedering zitten wach ten. Maar Martin had het niet kunnen zeggen, ofschoon de zonde hem op de punt van de tong lag en terwijl hij vol angst dacht, dat hij nooit meer de Com munie zou kunnen ontvangen, zolang zijn verzwegen zonde daar rustte. In een ellendige toestand had hij de biechtstoel verlaten. Hij was toen veertien geweest en de angst had hem gekweld tot hij een soort oplossing had gevonden. Hij was naar huis gegaan, had zenuwachtig gegeten en daarna had hij in een hoek van de gang, waar hij zijn toevlucht had ge zocht, met potlood op een velletje van een schoolschrift met bevende hand ge schreven: ,,Ik heb niet goed gebiecht", en daaronder de verzwegen zonde. Daar op was hij, zwetend van angst, naar de kerk teruggegaan en had, toen hij weer aan de beurt kwam, zijn briefje door het luikje van de biechtstoel geschoven. De biechtvader had licht moeten maken de biechtvader hem er naar zou vragen om te kunnen lezen en nadat het zodat hij eenvoudig „ja" kon zeggen. Het zou hem dan zo gemakkelijk zijn gevallen, te bekennen, te knikken en te zeggen: „Ja, dat is waar", bijna alsof hij het over het hoofd had gezien. Dat was minder vernederend; op die manier deelde je de zonde min of meer met de biechtvader. „O ja, dat heb ik gedaan. Twee maal". Die bevestiging, zou maar een echo zijn van de werkelijke, ont zettende bekentenis; alsof je een formu- licht weer was uitgedraaid, had Martin in het donker alleen maar kunnen knik ken; met stomheid geslagen had hij de vermaning en de penitentie aangehoord. Hij was niet in staat geweest, het woord uit te spreken, dat het zichtbare teken zou zijn geweest van moed en nederig heid. Het was hem onmogelijk geweest tegen zichzelf te getuigen. (Wordt vervolgd). In onze grootste industriestad van het Zuiden. Eindhoven, wordt een nieuw stadhuis gebouwd. Een van de vleugels van dit nieuwe bouw werk is zo goed als gereed. lastingen als zodanig gekant is. Zij wil het argument van de regering de noodzaak en de afspraak het zwaarst laten wegen. Maar de heer Regout kon niet inzien, dat die 16 millioen er nu ook uitgehaald moesten worden, om dat minister Lieftinck geen profeet is, die op een dergelijke som bü een be drag in de orde van grootte van een kwart milliard een nauwkeurige schat ting kan baseren. Toch heeft de minis ter daarover de portefeuillekwestie ge steld, en dit neemt de K.V.P. in deze Kamer de minister kwalijk. Hij heeft dit lichtvaardig gedaan zegt de heer Regout, want hg kon niet aantonen, dat door die 16 millioen nu juist het beleid in ernstige mate zou worden aangetast. En slechts in zulk een geval is het staatsrechtelijk gezien te verde digen de portefeuillekwestie te stellen. Wat hiervan zij, minister Lieftinck mag er heden eerst antwoord op ge ven, maar het verschijnsel van deze ontstemming en om deze reden is heel belangrijk. Er was trouwens spanning tussen de Kamer en de ministerstafel. De minister ging ditmaal op geen enkel grapje in. Hij vertrok de hele avond geen spier van zijn gezicht. De verhoudingen beginnen hun souplesse van vroeger te verliezen. De heer De Wilde schamperde wat uitdagend tegen de K.V.P.: er wordt eerst heftig gevochten, maar als het op stemmen aan komt, stemmen ze toch voor. Wij geloven, dat de heer De Wilde gelijk zal krijgen, al heeft de heer Regout zoiets als een beroep laten horen op de minister om niet zo vast houdend te zijn. De heer Poliema had eigenlijk niet deze noodbelastingwetten gewild, maar eerst een principieel debat over de De- lastingheffing en een bespreking van de vraag of er geen ander systeem te bedenken was om in de extra lasten te voorzien. De heren De Wilde en Regout voelden daar eigenlijk ook wel voor. De heer De Wilde vroeg sarcastisch of de minister met deze belastinghef fing nu de uitgaven aan het dekken is, dan wel of hij bezig is te herver delen. De heren Poliema en Molenaar hebben gezegd, dat het feitelijk onmo gelijk is de juistheid van deze belas tingheffing te beoordelen, zolang zij in het onkundige gelaten worden nopens de vraag wat Amerika voor zijn reke ning neemt. De heer Poliema vreesde verder, dat wij door deze anderhalf milliard per jaar voor de versterking van ons militaire front uit te trekken, e witte ministeriële broek moge al een bijzondere aantrekkings kracht uitoefenen op ambitieuze politici, het ministersambt is voor een ieder, die het ernstig opvat, méér dan ooit een weinig benijdenswaardige en ondankbare zaak, waarvoor hij zich grote zelfopofferingen moet getroosten. Maar niet alleen de minister zelf, ook zijn huisgenoten moeten zich veel ont zeggen texwille van het hoge ambt en de zware functie van het gezinshoofd en van het belang van de staat en de ge meenschap, dat hij met inzet van zijn gehele persoon heeft te dienen. Tot deze opofferingen is de onevenwichtige echt genote van dr. Pierre Chevallier, burge meester van Orleans en staatssecretaris voor technische opleiding, jeugd- en sportaangelegenheden in het nieuwe kabinet Pleven, niet bereid gebleken. Nauwelijks 24 uur na zijn benoe ming in de Franse regering schoot zij haar man dood. Ze beging daar door een even zinneloze als zinloze daad, want haar egoisme, dat zich niet tot de offervaardigheid van haar man kon opwerken, beroofde haar voor altijd van de echtgenoot, wiens aanwezigheid in huis zij zo zeer op prijs zeide te stel len. Een daad te zinlozer, wanneer men bedenkt, hoe kort Frans regeringen te genwoordig plegen te leven. Maar hoe veroordelenswaardig deze daad van een vrouw, die haar hoofd kwijtraakte, op zichzelf ook is, zij belicht op schrille wijze de menselijk misschien zivaarste kant van het ministersambt, een zijde, die het met de hoogste verantwoordelij ke ambten in de staat gemeen heeft. Wanneer men aan deze zijde van de eer van het minister-zijn denkt, kan men slechts medelijden hebben met deze ho ge functionarissen, die vaak bovendien nog spitsroeden moeten lopen door de rijen van medogenloos-critische afge vaardigden en publicisten- ons sociale en ons economische front zullen verzwakken. Er is ook nog gesproken over het sparen en de spaarzin, die de mensen vergaan is. De heer Regout drong aan op een wettelijke regeling voor spaar- premies en op het verlenen van be lastingfaciliteiten voor spaarders. Het was alles bijeen geen oninteres sante inzet van het debat. 14 Augustus 1941, vandaag tien jaar geleden, is in het concentratiekamp te Auschwitz een einde gemaakt aan het leven van pater Maximiliaan Kolbe O.F.M. Conv. Met het proces voor zijn zaligverklaring is enkele jaren geleden een begin gemaakt. Het is dus te ver wachten, dat de Kerk hem eerlang hei lig zal verklaren. Zij die hem gekend hebben zijn geneigd dat reeds nu te doen. Het meest opzienbarende feit uit zijn leven is de manier geweest, waarop hij zijn leven gegeven heeft voor een ter dood veroordeelde in het kamp Ausch witz. Omdat een gevangene ontvlucht was werden tien van zijn kampgenoten uitgekozen om te sterven. Onder hen was sergeant Frans Gajowniczek. Pater Kolbe bood zich in zijn plaats aan, om dat de sergeant getrouwd was en kin deren had. „Waarom doet U dat?" vraagt de commandant verbaasd. „Deze man is meer nodig voor zijn vrouw en kinde ren dan ik voor de maatschappij," ant woordt pater Kolbe. Dat is een graad van heldhaftigheid in de naastenliefde, waarvoor men ook als modern mens bewondering heeft. Maar als men het verhaal van zijn leven leest, zoals pater Bernardus de Wit O.F.M. Conv. het nu, na Maria Winows- ka en uitvoeriger dan zij, verteld heeft 1), dan moet men tot de conclu sie komen, dat zijn heldhaftige naas tenliefde een deugd is, waar hij zijn leven lang naar toe gegroeid is. Zij veronderstelt een zelfver loochening, die bij een strenge Üelfbe- heersing begonnen moet zijn, en zelf beheersing gaat samen met nederigheid en gehoorzaamheid. De bewijzen daar van zijn in zijn hele leven terug te vin den: toen hij, als jong geestelijke, uit gekozen werd om in Rome te gaan stu deren. verzocht hij aanvankelijk niet te hoeven gaan. omdat zijn gezondheid zo slecht was. Hij bedacht zich evenwel spoedig, omdat hij zijn verzoek tegen de gehoorzaamheid vond. Later moest hij in een sanatorium opgenomen worden. Daar bedacht hij zijn plannen voor zijn moderne apostolaat. Een modern apostel was pater Kolbe, omdat hij de oude waarheden van het geloof wilde verkondigen met de moderne middelen van pers en radio. Hij was een groot vereerder van Maria, stichtte „De Ridderschap der Onbevlekte" en begon voor dit genoot schap in 1927 zijn eerste tijdschrift „De Ridder der Onbevlekte" dat in enkele jaren een g'eregelde oplage van 750.000 exemplaren bereikte. Het Kleine Dagblad", dat hij wat later be gonnen was als principieel katholieke krant, had toen een dagelijkse oplage van 250.000 exemplaren. Zijn kloosterdrukkerij in Niepokala- Pater Maximiliaan Kolbe. now (Stad der Onbevlekte) telde toen ongeveer duizend kloosterlingen; zij was het grootste convent van zijn orde in Polen en zij werd genoemd ais een voorbeeld van kloosterlijke orde en tucht. Pater Kolbe hield daar zeer nauwkeurig de hand aan. zoals hij ook angstvallig waakte voor de zuivere geest van armoede, ondanks de grote bedragen, die door zijn handen gingen. Zijn grootse ondernemingen hij is zelf een jaar in Japan geweest, om ook daar een drukkerij te vestigen, in Na gasaki is pater Kolbe zonder een cent begonnen. Bijn vertrouwen op de Onbe vlekte was onbeperkt en ondanks aller lei moeilijkheden floreerden zijn onder nemingen wonderbaarlijk. De drukkerij in Polen is nu door de staat geconfiskeerd, maar een grote Ma- riakerk, die hij is begonnen te bouwen, heeft men kunnen voltooien. Het werk in Nagasaki bestaat nog al tijd. Dit is maar in enkele summiere trek ken verteld, het leven van pater Kolbe. In zijn reeds genoemde biografie geeft pater De Wit vele bijzonderheden en een uitvoerige karakterschets. Hij is klaarblijkelijk een groot bewonderaar van zijn Ordebroeder en voorziet de verhaalde feiten, herhaaldelijk van een geestdriftig commentaar. 1) P. Maximiliaan Kolbe, Ridder der Onbevlekte door P. Bernardus de Wit O.F.M. Conv. uitg. Paters Minderbroe ders Conv. Urmond (L.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 3