De heide springt in bloei T fllfc fflac DE VIJF PUNTEN VAN MINISTER MAO TOEN Hele families betrekken wacht bij hun boerderij TOT DE RAND VAN DE AFGROND O VERPAKT ZONLICHT m. „Het standpunt van het volk E' Feest in „Poort tot de Veluwe" Vertrouwen Britse bases in ons land? Een mijlpaal... weg ^Pullman Congregatie O. L Vrouw van Zeven Smarten LITERAIRE KRONIEK DOOR LEO BRADY ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1951 PAGINA A Studiedagen K.A.B. Mgr. Willekens: Katholieken moeten zich katholiek organiseren Viering 100-jarig bestaan De Sphinx GEZONDE SLAAPT Radio-conferentie te Genève Ir. Van der Toorn tot voorzitter gekozen Voor onze amateurfotografen 55 (Van onze speciale verslaggever) Nog enkele dagen en de Veluwse heide staat in bloei. Een zacht en bloeiend paars kleurt reeds de uitge strekte grauw-bruine golvende velden hte in een milde deining reiken tot de horizon. Miriaden kleine knopjes barsten ®Pen ondanks de troosteloze kilte van heze Augustusdagen. En zoals de gelle- 'e Veluwezoom, is Ede dat zich de „Poort tot de Veluwe" noemt daar Uitermate verheugd over en telkenjare biert men daar het openbloeien van de heide met feestelijk gedruis, dat een JfeeR lang zal voortduren. Vandaag kroont Ede een jonge en schone vor- stin, d.e Koningin var, de heide: Hare majesteit Calluna. Deze jonge vorstin Zal in een troonrede het feest afkondi- Ben en voor een week lang de scepter °ber Ede zwaaien. Haar ter ere hebben Wanneer wij het Evangelie lezen, dan is er één ding, dat aan- stonds opvalt: vóór alles vraagt God een roekeloos vertrouwen van ons. een totale overgave van ons hele wezen aan Zijn wil en wet. Zonder enige vrees, dat dit vertrouwen onze aardse werk zaamheid en belangen in de weg staat. Het kan immers Gods bedoeling niet zijn. dat wij daardoor onze plichten en °ns werk zouden verwaarlozen en erop vertrouwen, dat God wel in orde zal sken wat wij hebben verzuimd. Wij zijn door God geschapen met een duidelijk omschreven opdracht: hier op aarde goede en gelukkige mensen te Zjln door naar Zijn bevel onze persoon lijke levensomstandigheden te benut ten tot onze vooruitgang en ontwikke ling. Zorgeloosheid en luiheid zijn in Vn.id met de door God gewilde orde. Werken is een plicht, waaraan niemand zich mag onttrekken zonder wezenlijk Schade te lijden aan de verplichte ont plooiing van zijn persoonlijkheid. Dit vooropgesteld, komt Gods gebod: Zoekt eerst het Rijk Gods en het ove rige zal U worden toegeworpen, in een duidelijker licht te staan. Wat Jezus hier van ons eist, is in de grond niets anders dan het juiste richten van ons hele leven op ons enig einddoel. De 14e Zondag na Pinksteren ver klaart deze waarheid in de liturgie van de H, Mis. Het Rijks Gods is het doel van het leven van allen. Met dit steeds voor ogen dienen wij de aardse goede ren te waarderen naar hun bruikbaar heid voor dit doel. Zij hebben geen £?.cht ooit iets anders dan middel te ■hJn tot verwezenlijking daarvan en on- ?er geen voorwaarde mogen zij een be letsel vormen, dat ons hindert dat doel te bereiken. Wat het zwaarst is moet °°k het zwaarst wegen. Dit is eenvoudig een eis van redelijk heid voor menselijk handelen. Bij het streven naar het Rijk Gods hebben wij echter ernstig te strijden te- con de begeerlijkheid en onze driften. Want geen slaaf van zijn hartstochten kan de hemel binnengaan. Om deze strijd goed en met succes te strijden kunnen wij de hulp van Gods blijven de genade onmogelijk missen. De zekerheid deze strijd tot een goed einde te brengen is alleen te putten uit eert 2,.?rk vertrouwen op God, Die ons li" H.H. Sacramenten en genade de nodige kracht daartoe schenkt. e Parabel van de twee heren uit het angelip van morgen is recht op de 'n van ons leven gericht. Het is ab soluut onmogelijk twee heren te dienen, twee wezenlijk verschillende waarden na te streven als enig einddoel van ons leven. Dit is een innerlijke tegenspraak En daarom is het woord van Chris-'? tus ook niet een zaak van een verbod of een goede raad. Hij stelt integendeel eenvoudig vast. dat twee heren dienen onvoorwaardolijke onmogelijkheid ls- Of het een of het ander. Hier kan §epn middenweg bestaan! Christus heeft het volste recht radi oaal te zijn in zijn eisen. Bovendien zijn Zijn geboden niet zomaar wetten van de Opperheer van het heelal, maar ook nog het enige middel voor ons ge- 'uk hier op aarde en ons eeuwig heil. Daarom is het enkel maar verstandig On in ons voordeel, dat wij ons leven Seheel daarnaar richten. och lijkt het er in werkelijkheid veel op. dat wij het onmogelijke mogeliik willen maken. Wij pro beren althans twee heren te dienen. Want als we eerlijk willen zijn, moeten We toegeven, dat de zorg voor ons tij delijk welzijn, en de onderworpenheid aan onze begeerten feitelijk al onze aa.ndacht en inspanning opeisen, en dat Wij God daarbij totaal op de achter mond dringen. En zo maken wij Christus' verklaring Waar, wjj ;n werkelijkheid slechts pjn heer dienen en de ander „haten" ..minachten." Dit is de harde waarheid waaraan niet valt te tornen. Ook in ons leven staat God veel te veel op de achtergrond Dat gaat niet. dat kan niet. en dat mag niet! Wij kunnen de rollen niet omke ren zonder grote schade te lijden aan onze ziel. Of wij het geloven of niet, het blijft de ene. onveranderlijke waarheid, dat God ons aller eindbestemming is. En ket doel van ons leven is die eindbe stemming te bereiken door God te die nen in een Hem welgevallig leven. Bij het werk voor een of ander ge- Wichtig stoffelijk doel denken wij er Eenvoudig niet aan ons te laten afleiden door allerlei bijkomstigheden. Maar Waar het ons laatste en enige levens- Joel betreft, daar vinden wij al die bij komstigheden juist heel wat belangrij- er. zo zeer zelfs, dat wij ons zonder gewetensbezwaar totaal op een verkeerd spoor laten brengen. Is dat redelijk? De moeilijkheden daarbij zijn zeer fr°ot. Die mogen we niet onderschat- Wn. Maar wij hebben toch niet voor v'ets Gods uitdrukkelijke belofte, dat iUlst. omdat we toch he.el wat méér rtaard zijn dan bloemen en vogels in lucht.' er voor ops zal gezorgd wor- door onze hemelse Vader, als wij vertrouwen in Hem hebben, i Daar Zit de knoop! Ons geloof is niet ;?.vend genoeg. Hoe vaak heeft Jezus riJdens Zijn leven op aarde niet tegen J' mensen gezegd: Uw geloof heeft U Pered! Wie geloofde, ontvmg de ver- „W'lg van zijn verzoek. En ook nu nog ndervinden 'gelovige mensen dagelijks Waarheid van deze belofte. da* aar luist dat roekeloos vertrouwen. geloof, „dat bergen verzet", ont- V>r ons- Als wil in nood al eens een EoJ ie bidden, en de verhoring van ons G Jjd laat op zich wachten dan krijgt de schuld en wij wenden ons van Wa„ af- Zouden wij wel aan de voor- jvar<len voldoen, dip Hij gesteld heeft. van Zeer belangrijke vraag, die ieder reil. °ns aangaat. Hebben we wel het Warl,i 0p staande voet van God te ver- al* nt.?n> dat Hij voor ons klaar staat, ïïerp 1 ket toevallig in ons hoofd halen blew 0rn hulp te vragen, terwijl w ij tal geen tijd voor Hem hebben? de J,?, trouwe dienaren, die Hem als tij-a Heer beschouwen, helpt Hij al- staan bn zou Hij onmiddellijk klaar Zijp orn aanbidders van de tegenpartij, ais H„ eeuwige vijand, direct te helpen, dep en zich af en toe tot Hem wen- kitk' at zij in hun eigen kring geen Het f* "lcer zien? te ce de moeite waard deze gedach te v ernstig te overwegen en ons af May 5®e.n of wij met God wel „fair J spelen. L. 1 de inwoners van dit heide dorp hun stra ten en huizen extra opgesierd Vanen wapperen van hoge masten in de win kelstraten en bloemen en guirlandes hangen af van de huizen. De winkeliers hebben hun schoonste etalages gemaakt. De avonduren van deze feestweek zul len worden gevuld met gebeurtenissen, die tot de orde dercultuur gerekend dienen te worden Vandaag heeft burgemeester J. J. G Boot in het fraaie openluchttheatei van het plaatsje de week geopend en heeft H.M. Calluna haar intrêde ge daan, begeleid door een groot gevolg bestaande uit bijen, hazen, konijntjes, eekhoorns en kabouters, die met haar uit het rijk der heide zijn gekomen om het feest mee te vieren. Na de officiële opening heeft het circus „El leboog" uit Amsterdam in het theater een voorstelling gegeven en heeft de heidevorstin een rondrit door het dorp gemaakt. Op de markt heeft zij omringd door haar charmant ge volg, gestoken in de fleurige costuums van Carel Briels' Zomeravondsprook je de jeugd van Ede toegesproken en tractaties uitgedeeld. En vanavond zal in het openluchttheater wan neer de weergoden met Ede zijn de Apeldoornse kunstgroep een uitvoe ring geven van de operette „De Zigeu nerbaron", met begeleiding,van het Nijmeegse Vaudeville-orkest, ver sterkt met enkele leden van Het Gel ders Orkest, het geheel onder leiding van Leo Pappenheim. In de komende dagen krijgt de Hei deweek echter de betekenis, die door de organisattoren daaraan is gegeven. Het is bij al dit feestelijk vertoon namelijk de bedoeling om de vreemdelingen, die in deze periode Ede bezoeken, vertrouwd te maken met de natuur, die rond Ede bijzonder mooi is en de toerist daar te brengen, waar hij anders niet zo ge makkelijk zal komen. De heidevelden rondom Ede zijn van een vermaarde schoonheid. Bij het „Planken Wambuis" en Otterloo staat dit weelderig gewas tot kniehoogte en in de bloeiperiode is het daar één golvende paarse zee. Met dat doel voor ogen worden er fiets- en wandeltochten georganiseerd, er zal een „vossenjacht" te voet of per rijwiel zijn, een „zevendorpen-fietstocht" en wat al niet meer. De touristen, die overdag met het na tuurschoon in kennis worden gebracht, wil men ook in de avonduren aange naam bezig houden. En daardoor zijn enkele culturele gebeurtenissen in het program gebracht die voor het. meren deel plaats zuilen vinden in het open luchttheater. Zo zal de Speelgroep Lim burg een uitvoering geven van „Hamlet", zal een Edese Toneelcombinatie een zi- geunerspel spelen en wij noemden reeds de opvoering van „De Zigeunerbaron". Daarnaast zullen er sportwedstrijden zijn en is Ede van plan op zijn markt plein de beste standwerkers van Ne derland bijeen te brengen in een con cours. Er zal muziek werden gemaakt en l?ehhtele wee'c bet dorp feestelijk Advertentie De Brits-Nederlandse besprekingen te Den Haag over het vestigen van BrPse bases in Nederland zijn ge ëindigd, zo is volgens Reuter Vrijdag va" gezaghebbende zijde in de Britse hoofdstad vernomen. De Britse plaatsvervangende hoofdintendant voor het leger, generaal-majoor M. S. Chil ton, is in Londen teruggekeerd. Het ministerie van Defensie weigerde ech ter commentaar op het resultaat van de besprekingen te geven. Chilton heeft tevoren een bezoek aan België gebracht voor soortgelijke be sprekingen. waarbij een overeenkomst werd bereikt voor de bouw van zes en twintig kampen in het raam van het Noord-Atlantisch Verdrag. Deze kam pen zullen als bevoorradingsbases voor de Britse troepen in West-Duitsland worden gebruikt. Naar te Londen verluidt, heeft Chil ton soortgelijke voorstellen te Den Haag gedaan. Er zouden meer be voorradingsbases nodig zijn met het oog op de uitbreiding van de Britse troepen in West-Duitsland Van officiële Nederlandse zijde kan men de berichten uit Londen over het vestigen van Britse bases in Nederland niet onderschrijven. Men verwees naar hetgeen minister Staf 2 Augustus bij het debat over de defensiebegroting in de Eerste Kamer had medegedeeld en waarbij hij over het luchtmachtplan o.m. he volgende had gezegd: „De vliegvelden waarom ook onze bondgenoten gevraagd hebben, zullen hier worden aangelegd". Ferschenen is een' Chinees-communistische roman van Ts'jao Sjoe-Li, geti teld „De dorpszanger Li Joe Ts'ai" een schildering van de strijd der Chinese boeren in de door Mao Tse Toen bevrijde gebieden tegen de laatste groot grondbezitters en corrupte bestuurders, die de vestiging van de „volksdemocra tie" nog in de weg staan De geschiedenis speelt zich af in het zeer Noordelijk gelegen dorpje Jen-Tsjia, waar de bevolking druk doende is een nieuw gemeen tebestuur te kiezen. Waarom deze roman zo uitermate tot de Chinese volksver beelding spreekt, wordt in de inleiding als volgt verklaard: „In de eerste plaats wordt het onder werp vanuit het standpunt van het volk behandeld. Voor een ieder is het zonne klaar, aan welke kant de schrijver met zijn sympathieën staat, en tegen wie zich zijn haat richt. Hij hoort bij het volk, niet als een toeschouwer; en hij kan dat doen, omdat hij, zelfs al leeft hij dan niet onder het volk, met hen samenwerkt en* deel neemt aan hun strijd. In de tweede plaats zijn dp door hem beschreven boeren levenswaar, echte mensen van vlees en bloed, en aeen „intellectuelen die als boeren ver kleed zijn": de neiging tot mijmeren en dromen, tot zvmarmoedigheiddie intel lectuelen zo dikivijls aankleeft, is ten enenmale afwezig bij de boeren, die de schrijver hier tekent. In de derde plaats zijn de gesprekken in dit boek geschre ven in de levende taal van de boeren bevolking, op de manier die zo kenmer kend is voor boerenvolk. In de vierde plaats verspilt de schrijver nergens een woord aan het beschrijven van zijn ka rakters: hun persoonlijkheid duikt op en ontwikkelt zich door de beschrijving van de ontwikkeling van hun strijd in het eigenlijke verhaal van het boek. In de vijfde en laatste plaats ge bruikt de schrijver, in een aantal pas sages waar een beschrijvfnq of een uit beelding van mensen hetzij van feiten niet kan worden omzeild, dikwijls een liedje", dat bijzonder raak, fel en vol humor is. Misschien wilde de auteur daarmee alleen de belofte inlossen, die hij in zijn titel gaf; maar wij kunnen ons heel wel de machtige weerklank ervan indenken, die bij een gehoor ont staat, als de roman aan een groen boe ren wordt voorgelezen: de schrijver heeft deze nieuwe letterknndiae tech niek dus maar niet voor de aardigheid in toepassing gebracht." Deze „puntige" inleiding is van de hand van Mao Toen, plaatsvervangend Op wacht (Vervolg van pagina 1) Tot heden toe is geen spoor van de dader gevonden. De Rijkspolitie on der leiding van kapitein Cammaert, de marechaussee uit het grensdistrict, de Nijmeegse gemeentepolitie en de boeren verslappen geen moment in hun waakzaamheid. Door de weilan den patrouilleren onophoudelijk poli tiemannen, verkleed als boeren en burgers. De boeren zelf hebben een bewakingsdienst georganiseerd- Twee aan twee lopen of fietsen zij over de dijken en ieder verdacht individu eigenlijk eenieder die in het avond lijk duister over de polderdijken dwaalt, is verdacht wordt aan een vluchtig onderzoek onderworpen. Maar niets is gevor 'en- En men is er zich wel van bewust dat het voor iemand die de streek goed kent beslist niet moei. lijk is om zich in de polder, achter schuren en barakken en tussen het struikgewas te verbergen- Want dat de dader in de Ooypolder thuis is als in zijn eigen binnenzak, daar is ieder een heilig van overtuigd. En daarom groeit de spanning met het uur. De boeren weten niet meer waar zij aan toe zijn. Zij krijgen veel te weinig slaap. Zij waken tot tenminste één uur 's nachts, maar elke morgen om vijf uur moeten de koeien gemolken en als de dauw nog boven de velden hangt roept het werk. De pyromaan of wat de snoodarrd ook mag zijn heeft behalve de span ning, ook de angst er in gebracht. Wij spraken enkele boeren, die met hun hele familie de wacht betrokken had den bij de voordeur van hun huizen, die niet zouden weten, wat te doen, wanneer zij de brandstichter bij hun hooimijt of hun schuren bezig zouden zien. „Ik zal maar gauw weglopen", zei er een en hij lachte schuchter. „Denk maar niet dat ie zich zo laat vangen", zei een ander, „hij heeft vast wel meer op zak dan alleen een doosje lucifers" en ook hij scheen verlegen- Maar Ger- rit, de zoon van boer Hoenselaars, weet er wel raad op- „Ik schiet hem een ko- gej door z'n kzegt hij en hij haalt zijn 6 m.m. jachtgeweer te voorschijn en legt het vakkundig aan. In de verte la ten boeren en politiemannen de felle stralenbundels van grote schijnwerpers dwalen over landerijen en hooischelven. Overal straalt licht. De boeren hebben lampen op hun erf aangebracht en ont- n- Hun gestalte werpt in het schijnsel daarvan grote, spookachtige schaduwen op het grillig opgetaste hooi. De knuppel in hun hand zwaait onrus tig heen en weer en hun jachtgeweer wiebelt gestaag aan hun schouder. Al die mensen komen tevergeefs zegt een oude en wijze boer. Zij moe ten Zaterdagavond komen. Want de Gisteravond zijn in Voorhout de stu diedagen begonnen van de K. A. B. in het bisdom Haarlem Omstreeks zeven uur waren verreweg de meeste deelnemers in de Bisschoppe lijke Nijverheidsschool aanwezig. Tijdens het openingslof hield rector J. Kraakman een toespraak, waarin hij de komende studiedagen inleidde. brandstichter opereert om de andere dag. Daarom zal de spanning van avond nog groter zijn dan elke an dere dag. Omstreeks kwart over negen moet de nerveusiteü bijna tast baar zijn. Want deze week hebben de boeren geleerd dat de krankzinnige brandstichter dat tijdstip uitkiest ter volvoering van zijn plannen. En ter. wijl de boer dan voor zijn huis staat, kan hij er plotseling achter opduiken om de zaak in brand te steken. Wat steekt er achter? Men weet het niet. Men weet alleen dat een le ven onder een dergelijke ondraaglijke spanning onmogelijk is. Dat de bewa king- op den duur moet verslappen, omdat ook een boer moet slapen. Begin dit jaar besloot het hoofdbe stuur van de K.N.A.F die tot dat moment alléén ambtenaren omvatte ook te komen tot organisatie van de particuliere werkers in Indonesië. De voorzitter van de K.A.B. (de Katholieke Arbeidersbeweging in Nederland) had hierop vóór die tijd reeds aangedron gen. Dit wordt soms ontkend, maar het staat onomstotelijk vast. Mgr. Wille kens heeft er zeer nadrukkelijk op aan gedrongen, dat alle katholieken in In donesië zich katholiek zouden organi seren Wij wensen echter met anderen samen te werken: met de N. C W. I. bestaat reeds samenwerking, de SIWO (Samenwerkende Indonesische Werk nemers Organisatie) nodigen wij hier toe uit." Dit zei drs. C. A. de Jong, vice-voor- zitter van de K.N.A.F., tijdens een ver gadering in Surabaja. Hij verwachtte, dat dit jaar nog een afgevaardigde van de K. A. B. naar Indonesië zal komen. De binding van de K.N.A.F en de K.A.B. is practisch een feit. De laatste forma liteiten zullen deze maand verricht worden. 15 September zal de congregatie van O.L. Vrouw van Zeven Smarten, een congregatie die zich vooral verdienste lijk maakt voor de heropvoeding van verwaarloosde jeugd, haar honderdjarig bestaan vieren. Des morgens wordt de viering ingezet met een H. Mis in de St. Willibrorduskerk te Amsterdam, opgedragen door de bisschop van Haar. lem. Daarna zullen de reünisten in Bel- levue aan een maaltijd aanzitten. Ver volgens wordt in Carré een jubileum bijeenkomst gehouden. minister van Opvoeding en Onderwijs te Peking. Voor hem is deze roman „zonder twijfel een mijlpaal in onze op mars naar een schrijfkunst voor het volk". Het is wel triest, maar nog tries ter voor de klassieke meesters der Chi nese letterkunde is de benoeming van dit domme boek als „een mijlpaal in on ze opmars naar een eigen, nationale schrijfkunst, al kan ik (aldus de plaats vervangend minister, die gns tevens als een van de vooraanstaande hedendaagse Chinese auteurs wordt voorgesteld) op dit ogenblik nog niet vaststellen of deze opmars onze nationale litteraire vorm reeds uiteindelijk heeft bepaald." Het is misschien niet ondienstig de vijf punten >-an 's ministers inleiding wat nader te bezien. Ten eerste wordt hier geëist, dat een romanschrijver par tij kiest: het is zonneklaar aan welke kant de schrijver met zijn sympathieën staat en tegen wie zich 'ziin haat richt. Hier kan men kort en lang over praten; het thema van het partij-kiezen is. on der de vakterm „littérature engagée", reeds onderwerp geweest van vele dis cussies. Natuurlijk kan een kunstenaar niet onbewogen voorbijgaan aan de ge beurtenissen van zijn tijd. Het is zeer goed voor te stellen, dat hij zijn hart verpandt aan een ideaal en zich op werpt als verdediger van dit ideaal. Maar in laatste instantie is het enkel and. Op hem richt zich onze haat. ka meraad schrijver, waar blijf jij, ik zie dat je pen stokt, gooi je pen weg en hurk neer achter een kleine type-writer, haar geluid lijkt iets meer op de droge, snelle ratelslang van onze mitrailleuses. Je richt je haat niet droog en snel ge noeg, kameraad schrijver, je ondermijnt ons moreel, kameraad, je mijmert Over de dood rechts, over de dood links.... er zijn geen individuen.... er is alleen de opmars der nieuwe ge meenschap en de vijand, wit. zwart, geen nuancesen de onmars naar een schriifkunst voor het volk denk aan de vijf Dunten van minister Mao Toen: ten eerste: voor een ieder zij het zonne klaar aan welke kant de schrijver met ziin sympathieën staataan welke kant sta jij. kameraad.... wat zeg je ....aan de kant van het leven? Maar dat is geen kant. dat is de zelfkant het gaat niet om leven of dood, het gaat niet om een mens. ieder mens kon een ander ziin. het gaat om het volk. het communisme. het ongecompli ceerde staan aan de kant der naamloze millioenen en laat ze naamloos maar tel hun getal. „Levenswaar" maar zijn roeping het leven van men sen te doorvoelen en te verbeelden. En dit is in alle eerlijkheid niet moge lijk, indien hij zijn sympathieën en antipathieën zonneklaar uitstraalt. Het is in alle eerlijkheid niet moge lijk dat hij zijn eigen figuren met haat tegemoet kan traden en toch nog onbe vangen over hen kan schrijven, zodat wij zeggen moeten: hij heeft hen levens- Waar getekend. Haat kan een kunste naar niet inspireren. Niets verdraagt zich zo moeilijk met hem als haat. Hij kan over de haat schrijven; de haat ziel, bloed en gestalte geven, maar dan moet hij eerst de haat in zijn hart heb ben overwonnen. Hij moet de levens van de mensen der tegenpartij inner lijk hebben doorleefd, zich hun ver derf en het wezen van hun vij andigheid eigen hebben gemaakt, en vervolgens innerlijk afstand van hen hebben genomen. Hoe zal hij anders ooit iets weer kunnen geven van de grote botsing die hij tot onderwerp koos? De schrijver zal voor zijn wit papier ongetwijfeld vaak gemijmerd en ge droomd hebben en hij zal zwaarmoedig zijn geworden over het onverstand der wereld en over de duistere drang waar mee mensen altijd weer tot strijd gedre ven worden. Maar een schrijver in een volksdemocratie mag niet mijmeren, dromen of zwaarmoedig zijn; van deze neiging, die intellectuelen zo dikwijls aankleeft, behoort hij vrij te zijn. Vrij, om zich ongeremd aan de opmars te kunnen geven. Een schrijver heeft, ge luk ieder ander lid der gemeen schap, alleen maar rechtlijnig en strijd vaardig te denken. Hij moet even zui ver en snel kunnen schrijven als een soldaat zuiver en snel moet kunnen schieten. De kameraden van de schrij ver staan in de strijd; ze hakken als goede Chinezen de slechte Chinezen in de pan. De schrijver is misschien een beter pennevoerder dan 'n wapendrager daar hoeft hij niet prat op te gaan; zijn taak is precies dezelfde als die van de kameraden in de voorste linies. Die gaan ook niet piekeren over het ziele leven van de soldaat die zij onder schot krijgen. Die soldaat is als individu vol komen onbelangrijk, maar hij is d e vij- Advertentie 69 Vit het Engels vertaald door André Noorbeek et» uitgegeven door Het Spectrum, Utrecht.) Altijd hetzelfde, dacht Martin; het geroddel, dat de ontvangen genade te niet deed, je zag het in hun ogen. Ze staken de hoofden bij elkaar en veront waardigd gefluister klonk in zijn rich ting; schijnheilige uitroepen troffen zijn oren, terwijl Evers, hem over het trot toir de stoep opduwde. Zijn verbittering deed hem een ogenblik zijn angst ver geten voor wat hem daar binnen wacht te. Dat waren nu weer de gewone ban gelijke katholieken, dacht hij; ze volg den de platgetreden paden van zelfres pect en middelmatigheid, en ze bemoei den zich altijd met andermans zaken. Schapen waren het, gebonden en ge kneveld, die zich gewillig lieten slach ten. Zijn woede had hem meer meegesleept dan hij besefte. Terwijl hij met Evers de stoep opliep, was hij geheel in beslag genomen door zijn ergernis, en nu zag gen; dat had hij dadelijk moeten be grijpen. Ze wilden hem door de schrik tot bekentenis brengen; dat was een onderdeel van het plan van het oude grijze hoofd, dat tussen de gordijntjes door loerde en hem wenkte om hem in de biechtstoel te lokken. Maar hij zou hun wel eens laten zien „Ik voel me heel goed." Hij probeer de een verraste toon in zijn antwoord te leggen. Hij liep door. Maar het was juist als toen hij het lijk in het souter rain bij Murray had willen ontvluch ten. Iedere stap eiste weer nieuwe in spanning, speciale boodschappen van zijn hersenen naar zijn spieren. Zijn gang van de tochtdeur naar de studeer kamer leek hem een reeks schokkende, krampachtige bewegingen, waaraan geen einde scheen te komen. Ja, dat was inderdaad de noodlottige deur, dacht hij, toen hij er voor stond en met hij ineens de vestibuledeur, die voor moeite de drempel overging; hij moest J oppassen, dat die deur hem niet voor de tweede maal noodlottig werd. De moed begon hem te ontzinken, nu hij werkelijk in de deuropening stond en hij wendde onwillekeurig het hoofd af, om niet rechtstreeks in die afgrond te moeten kijken. Maar hij zag Mandel daarbinnen en besefte, dat het nu geen hem openzwaaide en de gang zonder loper daarachter. Hij was nog maar een paar stappen van de studeerkamer ver wijderd. Óp de drempel bleef hij plotseling staan, zich werktuigelijk vastklampend aan de deurstijl; alles draaide voor zijn ogen in een snelle afwisseling van licht en donker; het was, of hij in een draai- tijd was om toe te geven aan het weer kolk stond, terwijl het tot hem door drong. dat hij hier de oude priester had gedood, dat dit het toneel van de misdaad was. „Ben je niet goed?" vroeg Evers. Het kwam er alleen maar op aan, door te zetten, je verstand te gebrui ken. Het lijk van de oude man lag daar niet meer; hij had het nu waarachtig al op genoeg andere plaatsen zien op duiken om daar zeker van te zijn: het bleef niet op één plaats. En er kon geen gevaar schuilen in de stijve meubelen. Hij herinnerde zich het schrijfbureau, het grote schilderij, dat er hing, en de haard. Ze wilden, dta hij doodsbleek zou worden en zich zou verraden, dat hij zou zwichten voor de knellende greep, die hij in zijn ingewanden voelde. Dat was hun bedoeling. Ze dachten, dat hij zou schrikken, als hij alles weer te zien kreeg en dat hij dan zou bekennen. Het was èen truc, hem weer hier te bren- barstige lijf en aan het hoofd, dat zo'n pijn deed. Zich vermannend keek hij recht de kamer in, zijn blikken welbe wust richtend op de dingen, die daar waren. Maar hij zag niets dan de ten hemel geslagen ogen van de figuren op het schilderij van Maria Onbevlekt Ontvangen en liet het hoofd zakken; bij boog het voor de reliek-schrijn van zijn schuld. Het zou beter zijn daar niet met opgeheven hoofd binnen te gaan: er waren te veel dingen, die hem be schuldigden. Ineens moest hij weer denken aan het crucifix. In zijn angst had hij het zo dicht voor zich gezien, dat de omtrekken vervaagden. Het zou op het schrijfbureau staan met de voor kant van hem afgewend. Dat kruis beeld zou hij meer dan iets anders moeten mijden. Hij werd stemmen en mensen ge waar, rechts bij de ramen. Met gebogen hoofd schoof hij voorzichtig naar bin nen. de ogen op het vloerkleed gericht, de handen samengeklemd ze waren, voor zijn gevoel, weer geweldig mon sterachtig groot en zwaar. Hij merkte, dat hij moeilijk ademhaalde, als een asthma-lijder. In een hoek van zijn oog kon hij de onderkant van het schrijf bureau op het vloerkleed zien en ang stig ging hij de andere kant uit. Hij besloot, dat hij het best langs de haard kon gaan naar de hoek tussen het met selwerk van de schoorsteen en de muur; daar zou hij het minst in de ver leiding komen om naar het kruisbeeld, de getuige van zijn zonde, te staren. Het was bijna of het crucifix met het corpus er op een arm uitstak om hem tegen te houden, toen hij er langs kwam: alsof het er om vroeg, door hem te worden herkend, als een vriend, die je wilt negeren. Maar eindelijk was hij er toch langs en stond hij in de hoek, die bijna een nis was, buiten het be reik van dat angstaanjagende beeld. Hij was nu veilig totdat er weer een andere verschrikking zou komen opda gen. Hij wist immers niet, wat ze alle maal in hun schild voèrden. Toen zag hij de jonge priester, die plechtig bij dë ramen stond, en het meisje, dat met de benen over elkaar en alsof zij er niet bijhoorde, op een rechte houten stoel zat. Ze keek onver schillig naar de anderen gelukkig niet naar hem alsof zij niets met dat alles te maken had. Het meisje! dacht hij opgewonden. Zij heeft het gedaan; zij heeft aan de kapelaan verteld, wat ik gisteravond heb gezegd en dat ik die vrouw achterna ben gegaan. Daarom weet hij alles. Maar ze keken nu allebei naar de deur. naar Mandel. die zo juist was binnengekomen en het leek, of zij hele maal geen belangstelling voor hem had den. Toen wendde de jonge priester zich naar hem om en glimlachte; het was een flauw glimlachje, maar toch on miskenbaar. Hij probeerde terug te glimlachen en dacht, dat er niets te be grijpen was van dat hele ingewikkelde complot. Hun strategie was ondoor grondelijk Net als die van God. (Wordt vervolgd). Mijmeren leidt tot bespiegelen en be spiegelen leidt tot. bezinning. En dan zcu het kunnen zijn. dat die schrijver uit die naamloze millioenen er één wil lekeurig uitkoos, om over diens kleine geheim vsn leven en dood wat te ver tellen - Maar dat is toch volkomen impro ductief. die éne! Maar hij had een heel wonderlijk en onbegrepen karakter, zei de schrij ver. Dit wordt hoogst gevaarlijk. Karak ters springen soms onberekenbaar uit de rechte lijn der beginselen. Wat hebben wij aan zulke karakters; wij hebben alleen maar levensware boe ren en ar'oeiders nodig. Waarom voelde die figuur van jou zich zo on begrepen; natuurlijk omdat hij onte vreden was. Jij schrijft niet levens waar. kameraad! Levensware mensen zijn zuiver op de graat. Levenswaar, dat wil in de nieuwe romankunst zeggen: ongecompliceerd door het communistische ideaal bezield, en in deze levenswaarheid is voor on begrepen karakters en verborgen pas sies geen plaats. Het is in onze natio nale schrijfkunst alleen maar als een compliment te waarderen wanneer de minister over Ts'jao Sjoe-Li zegt, dat hij nergens een woord verspilt aan het beschrijven van zijn karakters. En geen minder compliment gaf de minister weg, toen hij opmerkte, dat de schrij- \er de gesprekken in zijn roman weer gaf op de manier die zo kenmerkend is voor boerenvolk. Op die manier ver krijgt men een natuurgetrouwe repro ductie van de universele leuterpraat die dag in dag uit wordt uitgeslagen door en tussen mensen die elkaar niets te zeggen hebben, maar die als ge meenschapswezens toch ook niet stom langs elkaar heen kunnen gaan. Jij denkt kameraad, dat een gesprek in een roman alleen iets te betekenen heeft, als de mensen elkaar iets te zeg gen heb'oen? Maar wat zouden ze elkaar te zeggen hebben! Geen enkele intellectuele ongerechtigheid kleeft hun aan. En wil er 'ns even een ongecensu reerde gedachte of een doodgewoon po litiek nieuwsgierigheidje in hen op wellen, dan is dit onmiddellijk te on dervangen (door middel van Ts'jao Sjoe-Li's nieuwe letterkundige tech niek! met een „liedje": een gladbekkig sneldicht met de directheid van een affiche, een strijdkreet of een wind. Wij kunnen ons heel wel de machtige weer klank ervan indenken. NICO VERHOEVEN 'en tijd geleden begon het gerucht de ronde te doen, dat minister Lieftinck met de stille trom uit de regering weg zou sluipen, om bij de Wereldbank een leidende functie te aanvaarden. Er werd zelfs beweerd, dat dit tijdens het Kamerreces zou gebeu ren, zodat dit heengaan straks als een fait accompli aan de volksvertegenwoor diging zou kunnen worden meegedeeld. Dit gerucht wekte verontwaardiging, niet omdat men zo dol op minister Lief tinck is en hem koste wat het kost (en het heeft ons al heel wat gekost!) wil behouden, maar omdat men het niet netjes acht als een minister, die nog een behoorlijke gezondheid geniet, zon der een politieke nederlaag in het par lement te hebben geleden, „mir nichts, dir nichts" de benen zou nemen. Dit gerucht werd echter officieel tegenge sproken, maar op een wijze, die de schijn had van een indirecte bevesti ging. Immers, het dementi verklaarde, dat minister Lieftinck niet definitief naar het Internationale Monetaire Fonds zou overgaan. Maar van dit Fonds had het gerucht in het geheel niet gewaagd. Het had slechts gesproken van de Wereldbank. ndertussen bewezen de belasting debatten in de Kamer, dat eigen lijk alleen nog de P. v. d. A. in haar geheel achter de financiële ba» windsman staat en dat in de andere partijen, ook al hebben ze tenslotte het moede hoofd in arren moede in Lief- tinck's schoot gelegd, verschillende le den ten zeerste ontstemd zijn over deze socialistische rekenmeester. Tij dens die debatten heeft oud-minister De Wilde minister Lieftinck op de man af gevraagd, wat er van die geruchten waar was en of die niet afdoende kon den worden tegengesproken. Minister Lieftinck heeft zijn Sphinx-achtige hou ding niet laten varen. Hij beweerde, dat er zoveel geruchten in omloop wa ren. dat het geen zin had, er op in te gaan, en dat zijn persoon niet in het ge ding was, maar de belastingvoorstellen, die men alleen op hun eigen mérite» had te beoordelen. Een schijnbaar be scheiden. maar in wezen hooghartig standpunt, tenzij minister Lieftinck's plan om te eclipseren, nu 's lands finan ciën in het honderd zijn gelopen, reed* vaststaat. Uitg. Pegasus, Amsterdam. Op de internationale conferentie in zake het verdelen van golflengten, welke op het ogenblik te Genève wordt gehouden, heeft de Sovjet-Unie gisteren de onmiddellijke vervanging van de delegatie van nationalistisch China door een vertegenwoordiging van Peking- China geëist. De hiertoe strekkende re solutie werd met 35 tegen 18 stemmen en zes onthoudingen verworpen. Tot voorzitter van de conferentie, waaraan door 70 landen wordt deelgenomen, is gisteren ir. J. D. H. van der Toom, hoofddirecteur van de Nederl. P.T.T., gekozen. Hij moest de afgevaardigden er tijdens de vergadering van Vrijdag herhaaldelijk aan herinneren, dat de be sprekingen technisch en niet politiek waren. De conferentie, die de belangrijkste is op dit gebied sinds de overeenkomst van Atlantic City in 1947, zal ongeveer drie maanden duren. Gepoogd zal wor den een oplossing te vinden voor de be staande chaos op radiogebied. Zoals wij vorige week reeds mede deelden is de flit.sfotografie, in tegen stelling tot de verouderde blitzfotogra- fie, totaal ongevaarlijk en zeer eenvou dig. Een flitslampje bestaat uit een ge wone glazen bol, welke is gevuld met een magnesiumdraad. Deze heeft een bepaalde lengte, waardoor altijd een zelfde hoeveelheid licht gegarandeerd en ontbrandt electrisch (met zwak stroom) via ontsteekpasta. Bij ontbran ding van deze draad ontwikkelt zich de bekende enorme hoeveelheid licht, maar hiermee samengaand ook een zeer hoge temperatuur, waardoor de mogelijkheid niet uitgesloten zou zijn dat gloeiende stukjes draad het glas van de bol zou den doen springen, zodat brandgevaar kon ontstaan. Om dit gevaar te voor komen zijn de bolletjes aan de binnen- zowel als aan de buitenkant gelakt. Deze lak zorg er voor dat, wanneer het glas eventueel zou knappen, het glas door de lak bij elkaar gehouden wordt, waardoor de gloeiende draad niet weg kan. Een andere bijzonderheid is dat deze lampjes uitgerust zijn met een gekleur de stip. Is deze stip violet gekleurd dan is de lamp in goede staat, is deze ech ter vaal bruin of geel gekleurd, dan is er een fout binnengeslopen; de bol is dan b.v. niet goed luchtledig en dus on bruikbaar, en de lamp kan dan voor een nieuwe worden ingewisseld. Sommigen beklagen zich er over dat de lampjes soms niet willen ontbranden; waar schijnlijk ligt dat dan aan het loden contactpuntje van de lamp. Wij raden U aan dit altijd voor het gebruik iets te bevochtigen of af te schuren, daar hierop soms een oxydatielaagje zit dat de stroom niet geleidt. De flitslampen zijn verder uitgerust met een bajonet fitting om in speciale flitshouders te gebruiken; met behulp van een ver loopfitting kunnen zij echter ook zeer goed in een zaklantaarn gebruikt wor den De flitscamera Zoals ieder weet zijn er dit jaar speciale flitscamera's op de markt ge komen. Deze camera kan als elke ca mera normaal gebruikt worden, maar is bovendien uitgerust met een speciale vaste reflector met batterij, enz. voor flitsfotografie. Er zit een zeer vernuftig controlesysteem ingebouwd, om na te kunnen gaan of de stroomcirculatie geen storingen vertoont en de lamp dus in derdaad zal ontbranden. Drukt men na het aanbrengen van de lamp op de ontspanner, dan ontbrandt de lamp pre cies op het moment dat de sluiter open staat en heeft men dus de opname ge maakt. Ook langzaam bewegende voor werpen kunnen op deze manier zeer goed gefotografeerd worden, wanneer er niet voldoende licht is om een ge wone opname te maken, want de lamp brandt slechts 1/40 sec. Bij andere camera's treft men vaak een speciaal contact aan om een flits- installatie op aan te sluiten, terwijl te genwoordig ook flitsinstallaties geleverd worden, die aangesloten kunnen wor den op de nippel voor de draadont spanner, welke bij practisch elke came ra aanwezig ls. De werking is als boven, beschreven. Zonder een dergelijke in stallatie kan men echter ook goede flitsopnamen maken door gebruik van een handflitser of zaklantaarn. De ca mera wordt hierbij op tijdopname gezet en de sluiter wordt, na alles in gereed heid gebracht te hebben, opengezet (dit kan in een niet te sterk verlichte ka- mer geen kwaad), dan ontbrandt men de lamp en vervolgens wordt de slui ter weer gesloten. Deze methode wordt zeer veel toegepast. Vooral voor de moeders wijzen wij nog even speciaal op de mogelijkheden die zij door de uiterst eenvoudige flits camera hebben gekregen om een aardig album over de opgroeiende kinderen samen te stellen, daar hierbij misluk kingen practisch uitgesloten zijn. Voor al ook op familiefeestjes, St. Nicolaas, Kerst e.d. zijn heel aardige herinnerin gen vast te leggen, die wij tot nu toe niet zo vaak in de albums van ama teurs tegenkwamen. Zo'n album is la ter onbetaalbaar. Bijstaande foto werd gemaakt met een flitslamp en is een aardig voorbeeld van de mogelijkheden welke hierdoor ontstaan, want zonder deze lamp zou het onmogelijk zijn een zo aardige herinnering aan het kamp vuur te bewaren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 3