De heide springt in bloei
T
fllfc fflac
DE VIJF PUNTEN VAN MINISTER MAO TOEN
Hele families betrekken
wacht bij hun boerderij
TOT DE RAND VAN DE AFGROND
O
VERPAKT ZONLICHT
m.
„Het standpunt van het volk
E'
Feest in „Poort tot de Veluwe"
Vertrouwen
Britse bases in
ons land?
Een mijlpaal...
weg
^Pullman
Congregatie O. L Vrouw
van Zeven Smarten
LITERAIRE KRONIEK
DOOR LEO BRADY
ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1951
PAGINA A
Studiedagen K.A.B.
Mgr. Willekens:
Katholieken moeten zich
katholiek organiseren
Viering 100-jarig bestaan
De Sphinx
GEZONDE SLAAPT
Radio-conferentie te
Genève
Ir. Van der Toorn tot
voorzitter gekozen
Voor onze
amateurfotografen
55
(Van onze speciale verslaggever)
Nog enkele dagen en de Veluwse
heide staat in bloei. Een zacht en
bloeiend paars kleurt reeds de uitge
strekte grauw-bruine golvende velden
hte in een milde deining reiken tot de
horizon. Miriaden kleine knopjes barsten
®Pen ondanks de troosteloze kilte van
heze Augustusdagen. En zoals de gelle-
'e Veluwezoom, is Ede dat zich de
„Poort tot de Veluwe" noemt daar
Uitermate verheugd over en telkenjare
biert men daar het openbloeien van de
heide met feestelijk gedruis, dat een
JfeeR lang zal voortduren. Vandaag
kroont Ede een jonge en schone vor-
stin, d.e Koningin var, de heide: Hare
majesteit Calluna. Deze jonge vorstin
Zal in een troonrede het feest afkondi-
Ben en voor een week lang de scepter
°ber Ede zwaaien. Haar ter ere hebben
Wanneer wij het Evangelie lezen,
dan is er één ding, dat aan-
stonds opvalt: vóór alles vraagt
God een roekeloos vertrouwen van ons.
een totale overgave van ons hele wezen
aan Zijn wil en wet. Zonder enige vrees,
dat dit vertrouwen onze aardse werk
zaamheid en belangen in de weg staat.
Het kan immers Gods bedoeling niet
zijn. dat wij daardoor onze plichten en
°ns werk zouden verwaarlozen en erop
vertrouwen, dat God wel in orde zal
sken wat wij hebben verzuimd.
Wij zijn door God geschapen met een
duidelijk omschreven opdracht: hier op
aarde goede en gelukkige mensen te
Zjln door naar Zijn bevel onze persoon
lijke levensomstandigheden te benut
ten tot onze vooruitgang en ontwikke
ling. Zorgeloosheid en luiheid zijn in
Vn.id met de door God gewilde orde.
Werken is een plicht, waaraan niemand
zich mag onttrekken zonder wezenlijk
Schade te lijden aan de verplichte ont
plooiing van zijn persoonlijkheid.
Dit vooropgesteld, komt Gods gebod:
Zoekt eerst het Rijk Gods en het ove
rige zal U worden toegeworpen, in een
duidelijker licht te staan. Wat Jezus
hier van ons eist, is in de grond niets
anders dan het juiste richten van ons
hele leven op ons enig einddoel.
De 14e Zondag na Pinksteren ver
klaart deze waarheid in de liturgie van
de H, Mis. Het Rijks Gods is het doel
van het leven van allen. Met dit steeds
voor ogen dienen wij de aardse goede
ren te waarderen naar hun bruikbaar
heid voor dit doel. Zij hebben geen
£?.cht ooit iets anders dan middel te
■hJn tot verwezenlijking daarvan en on-
?er geen voorwaarde mogen zij een be
letsel vormen, dat ons hindert dat doel
te bereiken. Wat het zwaarst is moet
°°k het zwaarst wegen.
Dit is eenvoudig een eis van redelijk
heid voor menselijk handelen.
Bij het streven naar het Rijk Gods
hebben wij echter ernstig te strijden te-
con de begeerlijkheid en onze driften.
Want geen slaaf van zijn hartstochten
kan de hemel binnengaan. Om deze
strijd goed en met succes te strijden
kunnen wij de hulp van Gods blijven
de genade onmogelijk missen.
De zekerheid deze strijd tot een goed
einde te brengen is alleen te putten uit
eert 2,.?rk vertrouwen op God, Die ons
li" H.H. Sacramenten en genade de
nodige kracht daartoe schenkt.
e Parabel van de twee heren uit het
angelip van morgen is recht op de
'n van ons leven gericht. Het is ab
soluut onmogelijk twee heren te dienen,
twee wezenlijk verschillende waarden
na te streven als enig einddoel van ons
leven. Dit is een innerlijke tegenspraak
En daarom is het woord van Chris-'?
tus ook niet een zaak van een verbod
of een goede raad. Hij stelt integendeel
eenvoudig vast. dat twee heren dienen
onvoorwaardolijke onmogelijkheid
ls- Of het een of het ander. Hier kan
§epn middenweg bestaan!
Christus heeft het volste recht radi
oaal te zijn in zijn eisen. Bovendien
zijn Zijn geboden niet zomaar wetten
van de Opperheer van het heelal, maar
ook nog het enige middel voor ons ge-
'uk hier op aarde en ons eeuwig heil.
Daarom is het enkel maar verstandig
On in ons voordeel, dat wij ons leven
Seheel daarnaar richten.
och lijkt het er in werkelijkheid
veel op. dat wij het onmogelijke
mogeliik willen maken. Wij pro
beren althans twee heren te dienen.
Want als we eerlijk willen zijn, moeten
We toegeven, dat de zorg voor ons tij
delijk welzijn, en de onderworpenheid
aan onze begeerten feitelijk al onze
aa.ndacht en inspanning opeisen, en dat
Wij God daarbij totaal op de achter
mond dringen.
En zo maken wij Christus' verklaring
Waar, wjj ;n werkelijkheid slechts
pjn heer dienen en de ander „haten"
..minachten."
Dit is de harde waarheid waaraan niet
valt te tornen. Ook in ons leven staat
God veel te veel op de achtergrond
Dat gaat niet. dat kan niet. en dat mag
niet! Wij kunnen de rollen niet omke
ren zonder grote schade te lijden aan
onze ziel.
Of wij het geloven of niet, het blijft
de ene. onveranderlijke waarheid, dat
God ons aller eindbestemming is. En
ket doel van ons leven is die eindbe
stemming te bereiken door God te die
nen in een Hem welgevallig leven.
Bij het werk voor een of ander ge-
Wichtig stoffelijk doel denken wij er
Eenvoudig niet aan ons te laten afleiden
door allerlei bijkomstigheden. Maar
Waar het ons laatste en enige levens-
Joel betreft, daar vinden wij al die bij
komstigheden juist heel wat belangrij-
er. zo zeer zelfs, dat wij ons zonder
gewetensbezwaar totaal op een verkeerd
spoor laten brengen. Is dat redelijk?
De moeilijkheden daarbij zijn zeer
fr°ot. Die mogen we niet onderschat-
Wn. Maar wij hebben toch niet voor
v'ets Gods uitdrukkelijke belofte, dat
iUlst. omdat we toch he.el wat méér
rtaard zijn dan bloemen en vogels in
lucht.' er voor ops zal gezorgd wor-
door onze hemelse Vader, als wij
vertrouwen in Hem hebben,
i Daar Zit de knoop! Ons geloof is niet
;?.vend genoeg. Hoe vaak heeft Jezus
riJdens Zijn leven op aarde niet tegen
J' mensen gezegd: Uw geloof heeft U
Pered! Wie geloofde, ontvmg de ver-
„W'lg van zijn verzoek. En ook nu nog
ndervinden 'gelovige mensen dagelijks
Waarheid van deze belofte.
da* aar luist dat roekeloos vertrouwen.
geloof, „dat bergen verzet", ont-
V>r ons- Als wil in nood al eens een
EoJ ie bidden, en de verhoring van ons
G Jjd laat op zich wachten dan krijgt
de schuld en wij wenden ons van
Wa„ af- Zouden wij wel aan de voor-
jvar<len voldoen, dip Hij gesteld heeft.
van Zeer belangrijke vraag, die ieder
reil. °ns aangaat. Hebben we wel het
Warl,i 0p staande voet van God te ver-
al* nt.?n> dat Hij voor ons klaar staat,
ïïerp 1 ket toevallig in ons hoofd halen
blew 0rn hulp te vragen, terwijl w ij
tal geen tijd voor Hem hebben?
de J,?, trouwe dienaren, die Hem als
tij-a Heer beschouwen, helpt Hij al-
staan bn zou Hij onmiddellijk klaar
Zijp orn aanbidders van de tegenpartij,
ais H„ eeuwige vijand, direct te helpen,
dep en zich af en toe tot Hem wen-
kitk' at zij in hun eigen kring geen
Het f* "lcer zien?
te ce de moeite waard deze gedach
te v ernstig te overwegen en ons af
May 5®e.n of wij met God wel „fair
J spelen. L.
1 de inwoners van dit heide dorp hun stra
ten en huizen extra opgesierd Vanen
wapperen van hoge masten in de win
kelstraten en bloemen en guirlandes
hangen af van de huizen. De winkeliers
hebben hun schoonste etalages gemaakt.
De avonduren van deze feestweek zul
len worden gevuld met gebeurtenissen,
die tot de orde dercultuur gerekend
dienen te worden
Vandaag heeft burgemeester J. J. G
Boot in het fraaie openluchttheatei
van het plaatsje de week geopend en
heeft H.M. Calluna haar intrêde ge
daan, begeleid door een groot gevolg
bestaande uit bijen, hazen, konijntjes,
eekhoorns en kabouters, die met haar
uit het rijk der heide zijn gekomen
om het feest mee te vieren. Na de
officiële opening heeft het circus „El
leboog" uit Amsterdam in het theater
een voorstelling gegeven en heeft de
heidevorstin een rondrit door het
dorp gemaakt. Op de markt heeft zij
omringd door haar charmant ge
volg, gestoken in de fleurige costuums
van Carel Briels' Zomeravondsprook
je de jeugd van Ede toegesproken
en tractaties uitgedeeld. En vanavond
zal in het openluchttheater wan
neer de weergoden met Ede zijn de
Apeldoornse kunstgroep een uitvoe
ring geven van de operette „De Zigeu
nerbaron", met begeleiding,van het
Nijmeegse Vaudeville-orkest, ver
sterkt met enkele leden van Het Gel
ders Orkest, het geheel onder leiding
van Leo Pappenheim.
In de komende dagen krijgt de Hei
deweek echter de betekenis, die door de
organisattoren daaraan is gegeven. Het
is bij al dit feestelijk vertoon namelijk
de bedoeling om de vreemdelingen, die
in deze periode Ede bezoeken, vertrouwd
te maken met de natuur, die rond Ede
bijzonder mooi is en de toerist daar te
brengen, waar hij anders niet zo ge
makkelijk zal komen. De heidevelden
rondom Ede zijn van een vermaarde
schoonheid. Bij het „Planken Wambuis"
en Otterloo staat dit weelderig gewas
tot kniehoogte en in de bloeiperiode is
het daar één golvende paarse zee. Met
dat doel voor ogen worden er fiets- en
wandeltochten georganiseerd, er zal een
„vossenjacht" te voet of per rijwiel zijn,
een „zevendorpen-fietstocht" en wat al
niet meer.
De touristen, die overdag met het na
tuurschoon in kennis worden gebracht,
wil men ook in de avonduren aange
naam bezig houden. En daardoor zijn
enkele culturele gebeurtenissen in het
program gebracht die voor het. meren
deel plaats zuilen vinden in het open
luchttheater. Zo zal de Speelgroep Lim
burg een uitvoering geven van „Hamlet",
zal een Edese Toneelcombinatie een zi-
geunerspel spelen en wij noemden reeds
de opvoering van „De Zigeunerbaron".
Daarnaast zullen er sportwedstrijden
zijn en is Ede van plan op zijn markt
plein de beste standwerkers van Ne
derland bijeen te brengen in een con
cours. Er zal muziek werden gemaakt en
l?ehhtele wee'c bet dorp feestelijk
Advertentie
De Brits-Nederlandse besprekingen
te Den Haag over het vestigen van
BrPse bases in Nederland zijn ge
ëindigd, zo is volgens Reuter
Vrijdag va" gezaghebbende zijde in de
Britse hoofdstad vernomen. De Britse
plaatsvervangende hoofdintendant voor
het leger, generaal-majoor M. S. Chil
ton, is in Londen teruggekeerd. Het
ministerie van Defensie weigerde ech
ter commentaar op het resultaat van de
besprekingen te geven.
Chilton heeft tevoren een bezoek aan
België gebracht voor soortgelijke be
sprekingen. waarbij een overeenkomst
werd bereikt voor de bouw van zes en
twintig kampen in het raam van het
Noord-Atlantisch Verdrag. Deze kam
pen zullen als bevoorradingsbases voor
de Britse troepen in West-Duitsland
worden gebruikt.
Naar te Londen verluidt, heeft Chil
ton soortgelijke voorstellen te Den
Haag gedaan. Er zouden meer be
voorradingsbases nodig zijn met het
oog op de uitbreiding van de Britse
troepen in West-Duitsland
Van officiële Nederlandse zijde kan
men de berichten uit Londen over het
vestigen van Britse bases in Nederland
niet onderschrijven.
Men verwees naar hetgeen minister
Staf 2 Augustus bij het debat over de
defensiebegroting in de Eerste Kamer
had medegedeeld en waarbij hij over
het luchtmachtplan o.m. he volgende
had gezegd: „De vliegvelden waarom
ook onze bondgenoten gevraagd hebben,
zullen hier worden aangelegd".
Ferschenen is een' Chinees-communistische roman van Ts'jao Sjoe-Li, geti
teld „De dorpszanger Li Joe Ts'ai" een schildering van de strijd der Chinese
boeren in de door Mao Tse Toen bevrijde gebieden tegen de laatste groot
grondbezitters en corrupte bestuurders, die de vestiging van de „volksdemocra
tie" nog in de weg staan De geschiedenis speelt zich af in het zeer Noordelijk
gelegen dorpje Jen-Tsjia, waar de bevolking druk doende is een nieuw gemeen
tebestuur te kiezen. Waarom deze roman zo uitermate tot de Chinese volksver
beelding spreekt, wordt in de inleiding als volgt verklaard:
„In de eerste plaats wordt het onder
werp vanuit het standpunt van het volk
behandeld. Voor een ieder is het zonne
klaar, aan welke kant de schrijver met
zijn sympathieën staat, en tegen wie
zich zijn haat richt. Hij hoort bij het
volk, niet als een toeschouwer; en hij
kan dat doen, omdat hij, zelfs al leeft
hij dan niet onder het volk, met hen
samenwerkt en* deel neemt aan hun
strijd. In de tweede plaats zijn dp door
hem beschreven boeren levenswaar,
echte mensen van vlees en bloed, en
aeen „intellectuelen die als boeren ver
kleed zijn": de neiging tot mijmeren en
dromen, tot zvmarmoedigheiddie intel
lectuelen zo dikivijls aankleeft, is ten
enenmale afwezig bij de boeren, die de
schrijver hier tekent. In de derde plaats
zijn de gesprekken in dit boek geschre
ven in de levende taal van de boeren
bevolking, op de manier die zo kenmer
kend is voor boerenvolk. In de vierde
plaats verspilt de schrijver nergens een
woord aan het beschrijven van zijn ka
rakters: hun persoonlijkheid duikt op en
ontwikkelt zich door de beschrijving
van de ontwikkeling van hun strijd
in het eigenlijke verhaal van het
boek. In de vijfde en laatste plaats ge
bruikt de schrijver, in een aantal pas
sages waar een beschrijvfnq of een uit
beelding van mensen hetzij van feiten
niet kan worden omzeild, dikwijls een
liedje", dat bijzonder raak, fel en vol
humor is. Misschien wilde de auteur
daarmee alleen de belofte inlossen, die
hij in zijn titel gaf; maar wij kunnen
ons heel wel de machtige weerklank
ervan indenken, die bij een gehoor ont
staat, als de roman aan een groen boe
ren wordt voorgelezen: de schrijver
heeft deze nieuwe letterknndiae tech
niek dus maar niet voor de aardigheid
in toepassing gebracht."
Deze „puntige" inleiding is van de
hand van Mao Toen, plaatsvervangend
Op wacht
(Vervolg van pagina 1)
Tot heden toe is geen spoor van de
dader gevonden. De Rijkspolitie on
der leiding van kapitein Cammaert,
de marechaussee uit het grensdistrict,
de Nijmeegse gemeentepolitie en de
boeren verslappen geen moment in
hun waakzaamheid. Door de weilan
den patrouilleren onophoudelijk poli
tiemannen, verkleed als boeren en
burgers. De boeren zelf hebben een
bewakingsdienst georganiseerd- Twee
aan twee lopen of fietsen zij over de
dijken en ieder verdacht individu
eigenlijk eenieder die in het avond
lijk duister over de polderdijken dwaalt,
is verdacht wordt aan een vluchtig
onderzoek onderworpen. Maar niets
is gevor 'en- En men is er zich wel
van bewust dat het voor iemand die
de streek goed kent beslist niet moei.
lijk is om zich in de polder, achter
schuren en barakken en tussen het
struikgewas te verbergen- Want dat
de dader in de Ooypolder thuis is als
in zijn eigen binnenzak, daar is ieder
een heilig van overtuigd. En daarom
groeit de spanning met het uur. De
boeren weten niet meer waar zij aan
toe zijn. Zij krijgen veel te weinig
slaap. Zij waken tot tenminste één
uur 's nachts, maar elke morgen om
vijf uur moeten de koeien gemolken
en als de dauw nog boven de velden
hangt roept het werk.
De pyromaan of wat de snoodarrd
ook mag zijn heeft behalve de span
ning, ook de angst er in gebracht. Wij
spraken enkele boeren, die met hun
hele familie de wacht betrokken had
den bij de voordeur van hun huizen,
die niet zouden weten, wat te doen,
wanneer zij de brandstichter bij hun
hooimijt of hun schuren bezig zouden
zien. „Ik zal maar gauw weglopen", zei
er een en hij lachte schuchter. „Denk
maar niet dat ie zich zo laat vangen",
zei een ander, „hij heeft vast wel meer
op zak dan alleen een doosje lucifers"
en ook hij scheen verlegen- Maar Ger-
rit, de zoon van boer Hoenselaars, weet
er wel raad op- „Ik schiet hem een ko-
gej door z'n kzegt hij en hij haalt
zijn 6 m.m. jachtgeweer te voorschijn en
legt het vakkundig aan. In de verte la
ten boeren en politiemannen de felle
stralenbundels van grote schijnwerpers
dwalen over landerijen en hooischelven.
Overal straalt licht. De boeren hebben
lampen op hun erf aangebracht en ont-
n- Hun gestalte werpt in het
schijnsel daarvan grote, spookachtige
schaduwen op het grillig opgetaste hooi.
De knuppel in hun hand zwaait onrus
tig heen en weer en hun jachtgeweer
wiebelt gestaag aan hun schouder.
Al die mensen komen tevergeefs
zegt een oude en wijze boer. Zij moe
ten Zaterdagavond komen. Want de
Gisteravond zijn in Voorhout de stu
diedagen begonnen van de K. A. B. in
het bisdom Haarlem
Omstreeks zeven uur waren verreweg
de meeste deelnemers in de Bisschoppe
lijke Nijverheidsschool aanwezig.
Tijdens het openingslof hield rector
J. Kraakman een toespraak, waarin hij
de komende studiedagen inleidde.
brandstichter opereert om de andere
dag. Daarom zal de spanning van
avond nog groter zijn dan elke an
dere dag. Omstreeks kwart over
negen moet de nerveusiteü bijna tast
baar zijn. Want deze week hebben de
boeren geleerd dat de krankzinnige
brandstichter dat tijdstip uitkiest ter
volvoering van zijn plannen. En ter.
wijl de boer dan voor zijn huis staat,
kan hij er plotseling achter opduiken
om de zaak in brand te steken.
Wat steekt er achter? Men weet
het niet. Men weet alleen dat een le
ven onder een dergelijke ondraaglijke
spanning onmogelijk is. Dat de bewa
king- op den duur moet verslappen,
omdat ook een boer moet slapen.
Begin dit jaar besloot het hoofdbe
stuur van de K.N.A.F die tot dat
moment alléén ambtenaren omvatte
ook te komen tot organisatie van de
particuliere werkers in Indonesië. De
voorzitter van de K.A.B. (de Katholieke
Arbeidersbeweging in Nederland) had
hierop vóór die tijd reeds aangedron
gen. Dit wordt soms ontkend, maar het
staat onomstotelijk vast. Mgr. Wille
kens heeft er zeer nadrukkelijk op aan
gedrongen, dat alle katholieken in In
donesië zich katholiek zouden organi
seren Wij wensen echter met anderen
samen te werken: met de N. C W. I.
bestaat reeds samenwerking, de SIWO
(Samenwerkende Indonesische Werk
nemers Organisatie) nodigen wij hier
toe uit."
Dit zei drs. C. A. de Jong, vice-voor-
zitter van de K.N.A.F., tijdens een ver
gadering in Surabaja. Hij verwachtte,
dat dit jaar nog een afgevaardigde van
de K. A. B. naar Indonesië zal komen.
De binding van de K.N.A.F en de K.A.B.
is practisch een feit. De laatste forma
liteiten zullen deze maand verricht
worden.
15 September zal de congregatie van
O.L. Vrouw van Zeven Smarten, een
congregatie die zich vooral verdienste
lijk maakt voor de heropvoeding van
verwaarloosde jeugd, haar honderdjarig
bestaan vieren. Des morgens wordt de
viering ingezet met een H. Mis in de
St. Willibrorduskerk te Amsterdam,
opgedragen door de bisschop van Haar.
lem. Daarna zullen de reünisten in Bel-
levue aan een maaltijd aanzitten. Ver
volgens wordt in Carré een jubileum
bijeenkomst gehouden.
minister van Opvoeding en Onderwijs
te Peking. Voor hem is deze roman
„zonder twijfel een mijlpaal in onze op
mars naar een schrijfkunst voor het
volk". Het is wel triest, maar nog tries
ter voor de klassieke meesters der Chi
nese letterkunde is de benoeming van
dit domme boek als „een mijlpaal in on
ze opmars naar een eigen, nationale
schrijfkunst, al kan ik (aldus de plaats
vervangend minister, die gns tevens als
een van de vooraanstaande hedendaagse
Chinese auteurs wordt voorgesteld) op
dit ogenblik nog niet vaststellen of deze
opmars onze nationale litteraire vorm
reeds uiteindelijk heeft bepaald."
Het is misschien niet ondienstig de
vijf punten >-an 's ministers inleiding
wat nader te bezien. Ten eerste wordt
hier geëist, dat een romanschrijver par
tij kiest: het is zonneklaar aan welke
kant de schrijver met zijn sympathieën
staat en tegen wie zich 'ziin haat richt.
Hier kan men kort en lang over praten;
het thema van het partij-kiezen is. on
der de vakterm „littérature engagée",
reeds onderwerp geweest van vele dis
cussies.
Natuurlijk kan een kunstenaar niet
onbewogen voorbijgaan aan de ge
beurtenissen van zijn tijd. Het is zeer
goed voor te stellen, dat hij zijn hart
verpandt aan een ideaal en zich op
werpt als verdediger van dit ideaal.
Maar in laatste instantie is het enkel
and. Op hem richt zich onze haat. ka
meraad schrijver, waar blijf jij, ik zie
dat je pen stokt, gooi je pen weg en
hurk neer achter een kleine type-writer,
haar geluid lijkt iets meer op de droge,
snelle ratelslang van onze mitrailleuses.
Je richt je haat niet droog en snel ge
noeg, kameraad schrijver, je ondermijnt
ons moreel, kameraad, je mijmert
Over de dood rechts, over de dood
links.... er zijn geen individuen.... er
is alleen de opmars der nieuwe ge
meenschap en de vijand, wit. zwart,
geen nuancesen de onmars naar een
schriifkunst voor het volk denk aan
de vijf Dunten van minister Mao Toen:
ten eerste: voor een ieder zij het zonne
klaar aan welke kant de schrijver met
ziin sympathieën staataan welke
kant sta jij. kameraad.... wat zeg je
....aan de kant van het leven? Maar
dat is geen kant. dat is de zelfkant
het gaat niet om leven of dood, het gaat
niet om een mens. ieder mens kon een
ander ziin. het gaat om het volk. het
communisme. het ongecompli
ceerde staan aan de kant der
naamloze millioenen en laat ze
naamloos maar tel hun getal.
„Levenswaar"
maar zijn roeping het leven van men
sen te doorvoelen en te verbeelden.
En dit is in alle eerlijkheid niet moge
lijk, indien hij zijn sympathieën en
antipathieën zonneklaar uitstraalt.
Het is in alle eerlijkheid niet moge
lijk dat hij zijn eigen figuren met haat
tegemoet kan traden en toch nog onbe
vangen over hen kan schrijven, zodat
wij zeggen moeten: hij heeft hen levens-
Waar getekend. Haat kan een kunste
naar niet inspireren. Niets verdraagt
zich zo moeilijk met hem als haat. Hij
kan over de haat schrijven; de haat
ziel, bloed en gestalte geven, maar dan
moet hij eerst de haat in zijn hart heb
ben overwonnen. Hij moet de levens
van de mensen der tegenpartij inner
lijk hebben doorleefd, zich hun ver
derf en het wezen van hun vij
andigheid eigen hebben gemaakt, en
vervolgens innerlijk afstand van hen
hebben genomen. Hoe zal hij anders
ooit iets weer kunnen geven van de
grote botsing die hij tot onderwerp
koos?
De schrijver zal voor zijn wit papier
ongetwijfeld vaak gemijmerd en ge
droomd hebben en hij zal zwaarmoedig
zijn geworden over het onverstand der
wereld en over de duistere drang waar
mee mensen altijd weer tot strijd gedre
ven worden. Maar een schrijver in een
volksdemocratie mag niet mijmeren,
dromen of zwaarmoedig zijn; van deze
neiging, die intellectuelen zo dikwijls
aankleeft, behoort hij vrij te zijn. Vrij,
om zich ongeremd aan de opmars te
kunnen geven. Een schrijver heeft, ge
luk ieder ander lid der gemeen
schap, alleen maar rechtlijnig en strijd
vaardig te denken. Hij moet even zui
ver en snel kunnen schrijven als een
soldaat zuiver en snel moet kunnen
schieten. De kameraden van de schrij
ver staan in de strijd; ze hakken als
goede Chinezen de slechte Chinezen in
de pan. De schrijver is misschien een
beter pennevoerder dan 'n wapendrager
daar hoeft hij niet prat op te gaan; zijn
taak is precies dezelfde als die van de
kameraden in de voorste linies. Die
gaan ook niet piekeren over het ziele
leven van de soldaat die zij onder schot
krijgen. Die soldaat is als individu vol
komen onbelangrijk, maar hij is d e vij-
Advertentie
69
Vit het Engels vertaald door André Noorbeek
et» uitgegeven door Het Spectrum, Utrecht.)
Altijd hetzelfde, dacht Martin; het
geroddel, dat de ontvangen genade te
niet deed, je zag het in hun ogen. Ze
staken de hoofden bij elkaar en veront
waardigd gefluister klonk in zijn rich
ting; schijnheilige uitroepen troffen zijn
oren, terwijl Evers, hem over het trot
toir de stoep opduwde. Zijn verbittering
deed hem een ogenblik zijn angst ver
geten voor wat hem daar binnen wacht
te. Dat waren nu weer de gewone ban
gelijke katholieken, dacht hij; ze volg
den de platgetreden paden van zelfres
pect en middelmatigheid, en ze bemoei
den zich altijd met andermans zaken.
Schapen waren het, gebonden en ge
kneveld, die zich gewillig lieten slach
ten.
Zijn woede had hem meer meegesleept
dan hij besefte. Terwijl hij met Evers de
stoep opliep, was hij geheel in beslag
genomen door zijn ergernis, en nu zag
gen; dat had hij dadelijk moeten be
grijpen. Ze wilden hem door de schrik
tot bekentenis brengen; dat was een
onderdeel van het plan van het oude
grijze hoofd, dat tussen de gordijntjes
door loerde en hem wenkte om hem in
de biechtstoel te lokken. Maar hij zou
hun wel eens laten zien
„Ik voel me heel goed." Hij probeer
de een verraste toon in zijn antwoord
te leggen. Hij liep door. Maar het was
juist als toen hij het lijk in het souter
rain bij Murray had willen ontvluch
ten. Iedere stap eiste weer nieuwe in
spanning, speciale boodschappen van
zijn hersenen naar zijn spieren. Zijn
gang van de tochtdeur naar de studeer
kamer leek hem een reeks schokkende,
krampachtige bewegingen, waaraan
geen einde scheen te komen. Ja, dat
was inderdaad de noodlottige deur,
dacht hij, toen hij er voor stond en met
hij ineens de vestibuledeur, die voor moeite de drempel overging; hij moest
J oppassen, dat die deur hem niet voor
de tweede maal noodlottig werd. De
moed begon hem te ontzinken, nu hij
werkelijk in de deuropening stond en
hij wendde onwillekeurig het hoofd af,
om niet rechtstreeks in die afgrond te
moeten kijken. Maar hij zag Mandel
daarbinnen en besefte, dat het nu geen
hem openzwaaide en de gang zonder
loper daarachter. Hij was nog maar een
paar stappen van de studeerkamer ver
wijderd.
Óp de drempel bleef hij plotseling
staan, zich werktuigelijk vastklampend
aan de deurstijl; alles draaide voor zijn
ogen in een snelle afwisseling van licht
en donker; het was, of hij in een draai- tijd was om toe te geven aan het weer
kolk stond, terwijl het tot hem door
drong. dat hij hier de oude priester
had gedood, dat dit het toneel van de
misdaad was.
„Ben je niet goed?" vroeg Evers.
Het kwam er alleen maar op aan,
door te zetten, je verstand te gebrui
ken. Het lijk van de oude man lag daar
niet meer; hij had het nu waarachtig
al op genoeg andere plaatsen zien op
duiken om daar zeker van te zijn: het
bleef niet op één plaats. En er kon geen
gevaar schuilen in de stijve meubelen.
Hij herinnerde zich het schrijfbureau,
het grote schilderij, dat er hing, en de
haard. Ze wilden, dta hij doodsbleek zou
worden en zich zou verraden, dat hij
zou zwichten voor de knellende greep,
die hij in zijn ingewanden voelde. Dat
was hun bedoeling. Ze dachten, dat hij
zou schrikken, als hij alles weer te zien
kreeg en dat hij dan zou bekennen. Het
was èen truc, hem weer hier te bren-
barstige lijf en aan het hoofd, dat zo'n
pijn deed. Zich vermannend keek hij
recht de kamer in, zijn blikken welbe
wust richtend op de dingen, die daar
waren. Maar hij zag niets dan de ten
hemel geslagen ogen van de figuren op
het schilderij van Maria Onbevlekt
Ontvangen en liet het hoofd zakken;
bij boog het voor de reliek-schrijn van
zijn schuld. Het zou beter zijn daar niet
met opgeheven hoofd binnen te gaan:
er waren te veel dingen, die hem be
schuldigden. Ineens moest hij weer
denken aan het crucifix. In zijn angst
had hij het zo dicht voor zich gezien,
dat de omtrekken vervaagden. Het zou
op het schrijfbureau staan met de voor
kant van hem afgewend. Dat kruis
beeld zou hij meer dan iets anders
moeten mijden.
Hij werd stemmen en mensen ge
waar, rechts bij de ramen. Met gebogen
hoofd schoof hij voorzichtig naar bin
nen. de ogen op het vloerkleed gericht,
de handen samengeklemd ze waren,
voor zijn gevoel, weer geweldig mon
sterachtig groot en zwaar. Hij merkte,
dat hij moeilijk ademhaalde, als een
asthma-lijder. In een hoek van zijn oog
kon hij de onderkant van het schrijf
bureau op het vloerkleed zien en ang
stig ging hij de andere kant uit. Hij
besloot, dat hij het best langs de haard
kon gaan naar de hoek tussen het met
selwerk van de schoorsteen en de
muur; daar zou hij het minst in de ver
leiding komen om naar het kruisbeeld,
de getuige van zijn zonde, te staren.
Het was bijna of het crucifix met
het corpus er op een arm uitstak om
hem tegen te houden, toen hij er langs
kwam: alsof het er om vroeg, door hem
te worden herkend, als een vriend, die
je wilt negeren. Maar eindelijk was hij
er toch langs en stond hij in de hoek,
die bijna een nis was, buiten het be
reik van dat angstaanjagende beeld.
Hij was nu veilig totdat er weer een
andere verschrikking zou komen opda
gen. Hij wist immers niet, wat ze alle
maal in hun schild voèrden.
Toen zag hij de jonge priester, die
plechtig bij dë ramen stond, en het
meisje, dat met de benen over elkaar
en alsof zij er niet bijhoorde, op een
rechte houten stoel zat. Ze keek onver
schillig naar de anderen gelukkig
niet naar hem alsof zij niets met dat
alles te maken had.
Het meisje! dacht hij opgewonden.
Zij heeft het gedaan; zij heeft aan de
kapelaan verteld, wat ik gisteravond
heb gezegd en dat ik die vrouw
achterna ben gegaan. Daarom weet hij
alles. Maar ze keken nu allebei naar
de deur. naar Mandel. die zo juist was
binnengekomen en het leek, of zij hele
maal geen belangstelling voor hem had
den. Toen wendde de jonge priester zich
naar hem om en glimlachte; het was
een flauw glimlachje, maar toch on
miskenbaar. Hij probeerde terug te
glimlachen en dacht, dat er niets te be
grijpen was van dat hele ingewikkelde
complot. Hun strategie was ondoor
grondelijk Net als die van God.
(Wordt vervolgd).
Mijmeren leidt tot bespiegelen en be
spiegelen leidt tot. bezinning. En dan
zcu het kunnen zijn. dat die schrijver
uit die naamloze millioenen er één wil
lekeurig uitkoos, om over diens kleine
geheim vsn leven en dood wat te ver
tellen
- Maar dat is toch volkomen impro
ductief. die éne!
Maar hij had een heel wonderlijk
en onbegrepen karakter, zei de schrij
ver.
Dit wordt hoogst gevaarlijk. Karak
ters springen soms onberekenbaar uit
de rechte lijn der beginselen. Wat
hebben wij aan zulke karakters; wij
hebben alleen maar levensware boe
ren en ar'oeiders nodig. Waarom
voelde die figuur van jou zich zo on
begrepen; natuurlijk omdat hij onte
vreden was. Jij schrijft niet levens
waar. kameraad! Levensware mensen
zijn zuiver op de graat.
Levenswaar, dat wil in de nieuwe
romankunst zeggen: ongecompliceerd
door het communistische ideaal bezield,
en in deze levenswaarheid is voor on
begrepen karakters en verborgen pas
sies geen plaats. Het is in onze natio
nale schrijfkunst alleen maar als een
compliment te waarderen wanneer de
minister over Ts'jao Sjoe-Li zegt, dat
hij nergens een woord verspilt aan het
beschrijven van zijn karakters. En geen
minder compliment gaf de minister
weg, toen hij opmerkte, dat de schrij-
\er de gesprekken in zijn roman weer
gaf op de manier die zo kenmerkend
is voor boerenvolk. Op die manier ver
krijgt men een natuurgetrouwe repro
ductie van de universele leuterpraat
die dag in dag uit wordt uitgeslagen
door en tussen mensen die elkaar niets
te zeggen hebben, maar die als ge
meenschapswezens toch ook niet stom
langs elkaar heen kunnen gaan. Jij
denkt kameraad, dat een gesprek in
een roman alleen iets te betekenen
heeft, als de mensen elkaar iets te zeg
gen heb'oen? Maar wat zouden ze
elkaar te zeggen hebben! Geen enkele
intellectuele ongerechtigheid kleeft hun
aan. En wil er 'ns even een ongecensu
reerde gedachte of een doodgewoon po
litiek nieuwsgierigheidje in hen op
wellen, dan is dit onmiddellijk te on
dervangen (door middel van Ts'jao
Sjoe-Li's nieuwe letterkundige tech
niek! met een „liedje": een gladbekkig
sneldicht met de directheid van een
affiche, een strijdkreet of een wind. Wij
kunnen ons heel wel de machtige weer
klank ervan indenken.
NICO VERHOEVEN
'en tijd geleden begon het gerucht
de ronde te doen, dat minister
Lieftinck met de stille trom uit
de regering weg zou sluipen, om bij de
Wereldbank een leidende functie te
aanvaarden. Er werd zelfs beweerd, dat
dit tijdens het Kamerreces zou gebeu
ren, zodat dit heengaan straks als een
fait accompli aan de volksvertegenwoor
diging zou kunnen worden meegedeeld.
Dit gerucht wekte verontwaardiging,
niet omdat men zo dol op minister Lief
tinck is en hem koste wat het kost (en
het heeft ons al heel wat gekost!) wil
behouden, maar omdat men het niet
netjes acht als een minister, die nog
een behoorlijke gezondheid geniet, zon
der een politieke nederlaag in het par
lement te hebben geleden, „mir nichts,
dir nichts" de benen zou nemen. Dit
gerucht werd echter officieel tegenge
sproken, maar op een wijze, die de
schijn had van een indirecte bevesti
ging. Immers, het dementi verklaarde,
dat minister Lieftinck niet definitief
naar het Internationale Monetaire
Fonds zou overgaan. Maar van dit
Fonds had het gerucht in het geheel
niet gewaagd. Het had slechts gesproken
van de Wereldbank.
ndertussen bewezen de belasting
debatten in de Kamer, dat eigen
lijk alleen nog de P. v. d. A. in
haar geheel achter de financiële ba»
windsman staat en dat in de andere
partijen, ook al hebben ze tenslotte het
moede hoofd in arren moede in Lief-
tinck's schoot gelegd, verschillende le
den ten zeerste ontstemd zijn over
deze socialistische rekenmeester. Tij
dens die debatten heeft oud-minister
De Wilde minister Lieftinck op de man
af gevraagd, wat er van die geruchten
waar was en of die niet afdoende kon
den worden tegengesproken. Minister
Lieftinck heeft zijn Sphinx-achtige hou
ding niet laten varen. Hij beweerde,
dat er zoveel geruchten in omloop wa
ren. dat het geen zin had, er op in te
gaan, en dat zijn persoon niet in het ge
ding was, maar de belastingvoorstellen,
die men alleen op hun eigen mérite»
had te beoordelen. Een schijnbaar be
scheiden. maar in wezen hooghartig
standpunt, tenzij minister Lieftinck's
plan om te eclipseren, nu 's lands finan
ciën in het honderd zijn gelopen, reed*
vaststaat.
Uitg. Pegasus, Amsterdam.
Op de internationale conferentie in
zake het verdelen van golflengten,
welke op het ogenblik te Genève wordt
gehouden, heeft de Sovjet-Unie gisteren
de onmiddellijke vervanging van de
delegatie van nationalistisch China door
een vertegenwoordiging van Peking-
China geëist. De hiertoe strekkende re
solutie werd met 35 tegen 18 stemmen
en zes onthoudingen verworpen. Tot
voorzitter van de conferentie, waaraan
door 70 landen wordt deelgenomen, is
gisteren ir. J. D. H. van der Toom,
hoofddirecteur van de Nederl. P.T.T.,
gekozen. Hij moest de afgevaardigden
er tijdens de vergadering van Vrijdag
herhaaldelijk aan herinneren, dat de be
sprekingen technisch en niet politiek
waren.
De conferentie, die de belangrijkste is
op dit gebied sinds de overeenkomst
van Atlantic City in 1947, zal ongeveer
drie maanden duren. Gepoogd zal wor
den een oplossing te vinden voor de be
staande chaos op radiogebied.
Zoals wij vorige week reeds mede
deelden is de flit.sfotografie, in tegen
stelling tot de verouderde blitzfotogra-
fie, totaal ongevaarlijk en zeer eenvou
dig. Een flitslampje bestaat uit een ge
wone glazen bol, welke is gevuld met
een magnesiumdraad. Deze heeft een
bepaalde lengte, waardoor altijd een
zelfde hoeveelheid licht gegarandeerd
en ontbrandt electrisch (met zwak
stroom) via ontsteekpasta. Bij ontbran
ding van deze draad ontwikkelt zich de
bekende enorme hoeveelheid licht, maar
hiermee samengaand ook een zeer hoge
temperatuur, waardoor de mogelijkheid
niet uitgesloten zou zijn dat gloeiende
stukjes draad het glas van de bol zou
den doen springen, zodat brandgevaar
kon ontstaan. Om dit gevaar te voor
komen zijn de bolletjes aan de binnen-
zowel als aan de buitenkant gelakt.
Deze lak zorg er voor dat, wanneer het
glas eventueel zou knappen, het glas
door de lak bij elkaar gehouden wordt,
waardoor de gloeiende draad niet weg
kan.
Een andere bijzonderheid is dat deze
lampjes uitgerust zijn met een gekleur
de stip. Is deze stip violet gekleurd dan
is de lamp in goede staat, is deze ech
ter vaal bruin of geel gekleurd, dan is
er een fout binnengeslopen; de bol is
dan b.v. niet goed luchtledig en dus on
bruikbaar, en de lamp kan dan voor een
nieuwe worden ingewisseld. Sommigen
beklagen zich er over dat de lampjes
soms niet willen ontbranden; waar
schijnlijk ligt dat dan aan het loden
contactpuntje van de lamp. Wij raden
U aan dit altijd voor het gebruik iets
te bevochtigen of af te schuren, daar
hierop soms een oxydatielaagje zit dat
de stroom niet geleidt. De flitslampen
zijn verder uitgerust met een bajonet
fitting om in speciale flitshouders te
gebruiken; met behulp van een ver
loopfitting kunnen zij echter ook zeer
goed in een zaklantaarn gebruikt wor
den
De flitscamera
Zoals ieder weet zijn er dit jaar
speciale flitscamera's op de markt ge
komen. Deze camera kan als elke ca
mera normaal gebruikt worden, maar
is bovendien uitgerust met een speciale
vaste reflector met batterij, enz. voor
flitsfotografie. Er zit een zeer vernuftig
controlesysteem ingebouwd, om na te
kunnen gaan of de stroomcirculatie geen
storingen vertoont en de lamp dus in
derdaad zal ontbranden. Drukt men na
het aanbrengen van de lamp op de
ontspanner, dan ontbrandt de lamp pre
cies op het moment dat de sluiter open
staat en heeft men dus de opname ge
maakt. Ook langzaam bewegende voor
werpen kunnen op deze manier zeer
goed gefotografeerd worden, wanneer
er niet voldoende licht is om een ge
wone opname te maken, want de lamp
brandt slechts 1/40 sec.
Bij andere camera's treft men vaak
een speciaal contact aan om een flits-
installatie op aan te sluiten, terwijl te
genwoordig ook flitsinstallaties geleverd
worden, die aangesloten kunnen wor
den op de nippel voor de draadont
spanner, welke bij practisch elke came
ra aanwezig ls. De werking is als boven,
beschreven. Zonder een dergelijke in
stallatie kan men echter ook goede
flitsopnamen maken door gebruik van
een handflitser of zaklantaarn. De ca
mera wordt hierbij op tijdopname gezet
en de sluiter wordt, na alles in gereed
heid gebracht te hebben, opengezet (dit
kan in een niet te sterk verlichte ka-
mer geen kwaad), dan ontbrandt men
de lamp en vervolgens wordt de slui
ter weer gesloten. Deze methode wordt
zeer veel toegepast.
Vooral voor de moeders wijzen wij
nog even speciaal op de mogelijkheden
die zij door de uiterst eenvoudige flits
camera hebben gekregen om een aardig
album over de opgroeiende kinderen
samen te stellen, daar hierbij misluk
kingen practisch uitgesloten zijn. Voor
al ook op familiefeestjes, St. Nicolaas,
Kerst e.d. zijn heel aardige herinnerin
gen vast te leggen, die wij tot nu toe
niet zo vaak in de albums van ama
teurs tegenkwamen. Zo'n album is la
ter onbetaalbaar. Bijstaande foto werd
gemaakt met een flitslamp en is een
aardig voorbeeld van de mogelijkheden
welke hierdoor ontstaan, want zonder
deze lamp zou het onmogelijk zijn een
zo aardige herinnering aan het kamp
vuur te bewaren.