Egmonder schat
uur uit het zeestrand opgediept
GEEN meningsverschil
Ene de N/oor wan: t>E PRUS PEP WRAKE
m
EMIGRANTEN (831) naar
Nw.-Zeeland vertrokken
TOT DE RAND VAN DE AFGROND
Ernstige critiek op
houding van Indonesië
Johan en Joop Zwart vinden De Kist
tussen ons land en de Y.S.
Groep „prachtig gezonde
en
levenslustige mensen
9
Oriëntaals
schouwspel
Zes milliard gulden uiterste offer
voor defensie
m
Zuiderkruis door Panamakanaal
„Ik ben werkelijk
trots op ze
Aardverschuiving
bij Heerlen
Federatie gesaboteerd; Unie met
Nederland blijft toch voordeliger
DOOR LEO BRADY
MAANDAG 27 AUGUSTUS 1951 PAGINA 3
Spionnage en weddenschap baten niet
Ernstig ongeval
Twee kinderen gedood
BENOEMINGEN
„NEW YORK TIMES" VAN ZONDAG:
Twijfelachtige eis
inzake Guinea
(Van onze speciale verslaggever)
Het is een Amerikaans idee. Er heeft eens ooit een verhaaltje over in Pano
rama gestaan en het is dat verhaaltje geweest dat de heer T. Milder, voorzitter
van het eeuwfeestcomité van de Alkmaarse Vincentiusconferenties, op de ge
dachte heeft gebracht om nu ook in ons land de traditionele loterij eer.® af te
wisselen met een originele schatgraverij. Die schatgraverij heeft gistermiddag
aan het Zuiderstrand te Egmond plaats gevonden. Op een terrein van 120 bij
40 meter waren een prachtige groenhouten kist met een waardebon van hon
derd gulden en nog honderd kleinere blikken met waardebonnen van vijfen
twintig gulden begraven. Alles op precies dertig centimeter diepte en ieder,
die vijftig cent wilde betalen en bovendien plechtigljjk beloofde niet dan met
de blote hand te graven, mocht drie uur lang proberen deze giratis ter beschik
king gestelde schatten aan de oppervlakte te brengen.
een filmjournaal over Japan gezien te
hebben. Wij bedoelen het Japan, waar
Hirohito nog de Goddelijke Keizer was.
Veel tjjd voor ons om ons in de relL
gieuze aspecten van de schatgraverij te
verdiepen, werd ons overigens niet ge
schonken, want nauwelijks waren twee
minuten verstreken of een schier on
aards gekrijs uit tien, twaalf kelen te
gelijk trok onze aandacht. De weddende
Egmonders! Inderdaad zij waren het. En
onder donderend gejuich brachten ze
gravend als bezetenen een groot
pak aan de oppervlakte. Het was een
kartonnen doos, helemaal leeg. Een
kleine tegenzet van het comité, dat
overigens ook nog vier andere fop-
kisten ter aarde had doen dalen.
Eigenlijk had deze gelegaliseerde
Strandjuttery reeds vorige week Zon
dag moeten plaats vinden. Toen echter
werd het feest vanwege het bijzonder
slechte weer afgelast. Gisteren was het
overigens niet veel beter: een kokende
zee, gierende wind en regenvlagen, die
somwijlen de vuurtoren volledig achter
een watergordijn deden schuilgaan.
Boch niettemin was er animo genoeg.
De schatgravers waren bij honderden
tegelijk uit alle delen van liet land ko
men opdagen en reeds lang voordat zij
binnen het met witte en rode vlaggen
afgezette strandgedeelte werden toege
laten, gloeide de goudkoorts in hun ogen.
Ome Klaas, een oude Egmonder,
die het strand kent als de groente
man zijn hit liet over zijn kansen
niet de minste twijfel bestaan. Vijf
minuten zei hij, en de kist is mijn.
En een ander groepje Egmonders had
er zelfs een klinkende weddenschap
op afgesloten. Vijfentwintig pieter
mannen als wij niet binnen het kwar
tier met de blote hand die met koper
beslagen kist aan de oppervlakte
brengen. Zij wisten hun weetje. Had
den ze niet Zaterdagnacht, verscho
len in de duinen, toegezien hoe don-
kex'e schimmen de kist en de blikken
plechtiglijk ter aarde bestelden? Doch
de comitéleden glimlachten gerust
stellend. Afwachten maar, zeiden zij.
Eindelijk om tien minuten voor twee
Werd elkeen binnen de omheining ge
laten. Ieder stormde naar het door hem
Uitverkoren plekje en om twee uur
Precies stak burgemeester G. Niele het
startpistool in de zilte zeelucht. Knal!
Wat toen volgde kunnen wij slechts
afdoend beschrijven voor hen, die de
Oriënt hebben bereisd. Het scheen als
of plotseling hoog van de minaret het
uur des gebeds was afgekondigd. Alles
zeeg op de knieën, boog, bracht beide
handen ver naar voren, haalde ze
gevuld met zand naar zich toe, richt
te zich weer op, bracht de handen weer
ver naar voren enz. Het was een regel
matig op en neer gaan. Een beeld, dat
wij ons ook nog herinneren ooit op
Ome Klaas en de Egmonders namen
hun verlies echter sportief. Ze zetten
hun opgravingen moedig voort en leg
den daarbij een technisch inzicht aan de
dag, dat al spoedig op grote schaal na-
De gelukkige vinders van de schat, Joop Zwart en Johan
Zwart, werden spontaan door de omstanders op de schou
ders genomen Beiden komen uit Egmond aan Zee, maar
zijn ondanks hun gelijkluidende achternamen geen broers
van elkaar.
volging vond. Ze groeven namelijk met
tienen op een rij en kropen zo langzaam
naast elkaar over het strand voor
waart». Mogelijk heeft hun die methode
nog een van de vele blikkéfi opgeleverd,
welker opgx-aving voortdurend met ge
juich en oploopjes gepaard ging.
Niet iedereen echter bleek deze zaken
verstandelijk te willen aanpakken. Er
waren onder de zoekers ook dromers. Lie
den met starende ogen, die schijnbaar
doelloos rondliepen doch plotseling
ergens neerknielden, groeven, weer op
stonden en vijftig meter verder weer
plotseling groeven alsof zij tevoren met
eén wichelroede of een mijndetector het
terrein verkend hadden. Dan waren er
ook nog andei-en, slimmelingen. Mooie
meisjes bijvoorbeeld, die ook aan onze
voeten neex-knielden en met hun lieve
ogen smekend naar ons opzagen- „Mijn
heer", vroegen zij, „zoeken wij hier
goed, staat U er soms op?" Lijken wij
dan reeds nu in onze jeugd zoveel op
Vincentianen"
Enfin, tenslotte na anderhalf uur zoe
ken, nadat een knaapje van nauwelijks
vyf jaar met een rauwe kreet van te
leurstelling een vimbus uit het zaftd
had opgediept en nadat de mannen van
het filmjournaal zelfs een hondje had
den doen meezoeken door een bot in
het zand te verbergen, werd de kist
gevonden. De 15-jarige Johan Zwart
(Voorstraat 22) en de 13-jarige Joop
Zwart (Trompstraat 4) uit Egmond
(geen familie) waren de gelukkigen.
Op dat ogenblik
waren de inmiddels
drjjfnat geworden
zoekers niet meer
te houden. Ze dron
gen om de geluk
kigen heen, zodat de
politie hen slechts
met grote moeite
op enige afstand
wist te houden en
ze waren niet te
vreden vooraleer
beide knaapjes hoog
boven de menigt-
uitgedragen wer
den achter het en
thousiast spelende
fanfarecorps Lamo
raal uit Egmond.
Kortom, het was
een plezierige boel
daar in Egmond.
De Alkmaarse Vin-
centius-gezinnen
zullen er in Januari
tijdens de feeste
lijkheden wel bij
varen. Trouwens,
er staan nog twin
tig andere acties op
stapel, zo heeft men
ons gezegd.
Kort geleden verscheen in een Ne
derlands persorgaan een bericht als zou,
inplaats van 250 mill, aan militaire
hulp van de V.S., door dit land slechts
een bedrag van S155 mill, in overwe
ging worden genomen. Naar wij van
zeer welingelichte zijde vernemen, be
rust dit bericht op een misverstand. Of
schoon Amerika inderdaad in gedachte
had dit laatste bedrag beschikbaar te
stelen, geldt het voor het Amerikaanse
belastingjaar van 1 Juli 1951 tot 30 Juni
1952, terwijl een bedrag van 250 mill,
'vel degelijk is genoemd, tenminste als
algemene indicatie voor een periode van
1 Januari 1951 tot 30 Juni 1952, dus voor
een tijdvak van anderhalf jaar. De uit
eindelijke beslissing kan uiteraard ech
ter eerst bekend worden gemaakt, wan
neer het Congress zich hieromtrent zal
hebben uitgesproken. Nader vernemen
■wy nog, dat voor de periode van 1 Ja-
nuari tot 30 Juni 1951 reeds een voor
schot van 40 mill, werd verleend en
daarna nog een suplementair bedrag van
§22 mill.
In de Nederlandse pers zijn ook mede
dingen gedaan over een vermeend
vcrschil van inzicht tussen Nederland
en Amerika ten aanzien van de defen
sie-uitgaven van ons land. Amerika zou
nj- f 1,5 milliard per jaar gedurende
vier jaren) derhalve een totaal van f 6
{billiard te gering hebben geacht. Bij de
kabinetsformatie is x-eeds uitdrukkelijk
y.erklaard, dat de aangegane verplich
tingen te dien opzichte voor bovenge
noemd bedrag het. maximum wai-en. Dit
standpunt, wordt door onze regering on-
veranderd ingenomen. Hierover mag
Seen misverstand bestaan. Van Ameri
kaanse zijde beseft men dit trouwens
n.eei goed. Zowel economisch als poli
tiek bezien, is dit bedrag het uiterste
°ifer, dat Nederland aan de gemeen-
schappelijke defensie in het kader van
het Noordatlantisch Pact kan brengen.
Tenslotte heeft Nederland ook nog be
sprekingen gevoerd over additionele mi
litaire productie door de Nederlandse'
industrie ten aanzien van objecten ten
bate van ons eigen leger, zodat Amerika
minder oorlogsmateriaal zou hebben te
leveren. Het zou hier om een maximaal
bedrag van fjï30 mill, gaan, mits de fi
nanciering uit de tegenwaarde van de
zogenaamde local currency-rekening
van het plan-Marshall zou kunnen wor
den geput.
Deze som betekent dus geen over
schrijding van de f 6 milliard, die de re
gering in haar begroting zal opnemen,
verdeld over een tijdvak van vier ja
ren. De bewuste f 230 mill, zullen, in
dien de V.S. het voorstel goedkeuren,
geen extra-budgetaire lasten veroorza
ken en deze kosten zuilen over twee
jaren worden verspreid. Van 1 Juli 1951
tot 30 Juni 1952 zouden de uitgaven tot
f 100 mill, beperkt blijven.
De Nederlandse regering respecteert
het principe, dat een beroep op de tegen
waarde-rekening van de Marshall-hulp
bij de Nederlandsche Bank strikt tot bo
vengenoemde f 230 mill, gelimiteerd
moet blijven, omdat anders een inflatoir
effect zou ontstaan.
Op de Purmerenderweg in de Beemster
zijn reeds vele verkeersongevallen gebeurd.
Vanmorgen tien uur stonde de bejaarde
heer J. Hogetoorn, wonende aan de Pur
merenderweg, in de Zuid-Oost Beemster bij
het Zuiedrbad met de fiets aan de hand te
praten. Toen hij opstapte, stak hij plotse
ling de weg over zonder op het verkeer te
letten met het gevolg, dat hij door een
vrachtauto van de firma Ooms van Aven-
horn werd aangerdeen. Met een schedel-
basisfractuur werd hij in zorgwekkende toe
stand per ziekenauto naar het Stadszieken
huis te Furmerend vervoerd.
50. Met koppige vastberadenheid hebben Yark en Haifa,, met prins Erwin
tussen hen in, de lange tocht naaf Wogram's burcht voortgezet. Ten einde het
gevaar voor ontdekking door Hovin's patrouilles zoveel mogelijk te verminderen,
zoeken zij hun weg door de dichtste gedeelten van het woud, wat Yark maar
matig kan bekoren. Kleine zweetdruppels parelen op zijn voorhoofd. Vinnig hakt
hij met zijn boog op het onderhout in.
„Dit is geen bezigheid voor mannengromt hij, kwaadaardig rondblikkend,
„we lijken wel. een troep herten. Bah! ...alleen hebben die beesten hoeven, waar ze
nooit blaren op kunnen krijgen," laat hij er afgunstig op volgen, als een steek in zijn
hiel hem op de nadering van dit pijnlijk ongemak wijst.
Geheel in beslag genomen door het kwellende denkbeeld van de talloze blaren, die
binnenkort zijn leven zullen vergallen, vervalt Yark in een somber zwijgen. Geruime
tijd wordt er geen woord gewisseld en pas als zij zich veilig wanen voor de spiedende
ogen van Hovin's krijgers, treden zij met een zucht van opluchting uit de beklem
mende duisternis van het bos, om hun weg over de brede heirbaan voort te zetten.
Nauwelijks echter hebben zij twintig passen afgelegd, of Haifa heft luisterend het
hoofd op en staat stil. „Te deksel, waarde vriend," mompelt de edelman, „dit gedreun
duidt onmiskenbaar op de nadering van een ruiterschare..."
„Bij Thor," gromt Yark, die nu ook het doffe gerommel vernomen heeft„mijn kop
er'af, als dat Hovin met zijn boevenpak niet is.' Gauw, berg u'.
Ijlings duiken zij weg
in het struikgewas en op een plekje, vanwaar zij het bospad kunnen over~ien, zonder
zelf opgemerkt te worden, wachten zij de komst van de ruiters af.... „We zijn te laat..
sist Yark, in machteloze woede de vuisten ballende, „te laat.... niemand die nu n°9
Wogram's burcht en de Koningin redden kan...." Daar komt de eerste fluisterv
Haifa gespannenals een eenzame ruiter in een wolk van stof om een bocht in het pad
verschijnt. Vier, vijf ruiters volgen hem op ruime afstand. „Die voorste zal Hovin
zijn," snuift Yark en zijn boog spannende, laat hij er grijnzend op volgen: „een pijl
voor Hovin...."
„Neen wacht!" Halfa's stem slaat over van ontroering. „Dat is Awain, Heer Awain,
men achtervolgt Heer Awain..Maar dan kan de goede kerel slechts met uiterste
moeite de gil van afgrijzen, die in zijn keel opwelt, onderdrukken. Want daar, voor
hun ogen, boort zich een pijl medogenloos in Awain s rug... en de jonge edelman
stort met een kreet ruggelings ter aarde....
?5
In een redevoering, die de Staatssecretaris van Sociale Zaken, mr. dr. A. A- van
Khijn, Zaterdagmiddag kort voor het vertrek van 831 emigranten naar Nieuw-
Zeeland aan boord van het s.s. „Zuiderkruis" heeft gehouden, noemde hü o.m. de
volgende emigratiecijfers: In 1948 trokken 95 Nederlanders naar Nieuw-Zeeland,
in 1949 waren het er 101. In 1950 steeg dit aantal tot 503; dit jaar zullen byna
drieduizend emigranten naar Nieuw-Zeeland kunnen gaan.
De Staatssecretaris noemde deze dag een historische in de emigratie naar
Nieuw-Zeeland, omdat de „Zuiderkruis" speciaal tot emigrantenschip is omge
bouwd, zodat het mogelijk is geworden thans achthonderd emigranten op ;ge-
riefelyke wyze naar hun nieuwe vaderland te brengen. Bovendien is de „Zuider-
kruis" het eerste schip, dat rechtstreeks via het Panamakanaal naar Nieuw-
Zeeland vaart-
vergeten, u zult er altijd trots op zijn.
maar ik hoop dat u ook trots zult zijn op
uw nieuwe vaderland en ik ben er ze
ker van, dat Nieuw-Zeeland trots op u
zal zijn", zo sprak één uur voor het
vertrek de speciaal uit Londen per
vliegtuig overgekomen Hoge Commis
saris van Nieuw-Zeeland in Engeland,
de heer W. J. Goédan, die zelf zeven en
veertig jaar geleden als Engelsman een
der eerste emigranten naar Nieuw-Zee
land was.
Omringd door diverse autoriteiten,
alsmede door een groot deel van de nog
onwennig aan boord ronddolende emi
granten, stond hij blootshoofds op het
sportdek van het schip voor een mi
crofoon, waardoor zijn moedgevende
woorden naar de luidsprekers werden
geleid; zodat zij in alle hoeken van de
„Zuiderkruis" te horen waren. „Ik
wens u allen een prachtige tocht toe,
doet uw werk in Nieuw-Zeeland goed
en u zult slagen. Leert uw nieuwe taal
voor zover u die nog niet machtig bent.
Sommigen van u spreken het Engels al
beter dan ik. Vaart wel en komt over
een paar jaar hier terug om moeder
weer eens een zoen te geven. God bless
you".
Als één grote familie
Hoog boven op het topdek van
het langzaam uit de haven wegglij
dende s.s. „Zuiderkx'uis" staande
wierpen honderden jonge Neder
landse mannen en vrouwen Zater
dagavond om kwart voor zes hun
laatste blieken over het IJ, over de
kaden, over het Centraal Station
en over Amsterdam. Langs de
oevers van het IJ, »p de bx-uggen
bij het station, op de landingsstei
gers van de Prins Hendrikkade,
op de IJ-ponten en tenslotte op
speciaal gecharterde kleine rond
vaartbootjes, die bijzonder nietig
schenen, terwijl zij naast en achter
de „Zuiderkruis" in het IJ dartel
den, gingen honderden armen met
vochtige zakdoeken omhoog en rol
den dikke tx-anen uit de ogen van
hen, die achterbleven.
„U zult uw eigen vaderland nimmer
Advertentie
Een zandversehuiving in de zanderij,
plegen nabij het zg. „Eikenbosje" aan
5|e spooriyn Schaesberg-Eygelshoven,
®6eft Zaterdag aan twee kinderen de
'fjarige G. Huisman en de dertienja-
'Se J. Huisman, afkomstig uit Rotter-
het leven gekost.
,?'j logeerden beiden met hun moeder
,11 familie in Nieuwenhagen by Schaes-
oerg.
OivkG oorzaak van de verschuiving is
boekend. De afgx-aving had een hoogte
Vj.1} Plus minus twintig meter en was
v IJ; en twintig meter breed. Mogelijk
de f'9 de re®ens van de laatste tijd
ki Jteile zandhelling ondermijnd. De
'"deren werden aanstonds door een
he? hoeveelheid zand bedolven, met
t gevolg, dat zij onmiddellijk gestikt
ki?a ziin" ziJ waren met nog andere
«li ..'en in de zanderij aan het spelen,
w T de beide Rotterdamse kinderen
orden door het zand bedolven. De
■Rijkspolitie van
onderzoek in
76
(Uit het Engels vertaald door André Noorbeek
en uitgegeven door Het Spectrum, Utrecht.)
„Waar zou ik naar toe moeten?"
„Dat doet er niet toe. Hier vandaan.
Als het om geld is
dat vol gênegenheid, zoals een vader zijn ben niet sterk genoeg. Niemand kan al-
lyïvxrl txril ^,1, i. „i. n_ij i.:i
kind vol toegeeflijkheid terecht wijst.
Zij hoorden beneden stemmen en
voetstappen. Het meisje schrok op: „Ze
Zij gi-eep naar de sluiting van haar zijn je achterna gegaan", zei ze haastig,
handtasje. maar minder gejaagd dan eerst. „Ze zijn
„Geld", zei hij en er was niets dan gewapend. Ze denken, dat je een échte
leegte in zijn stem. moordenaar bent. Ze denken, dat je niet
„Maar je hebt een kans", zei ze. „Ik goed bij.je hoofd bent".
door maar weerstand bieden".
En ineens bedacht hij, dat hij nog één
keuze kon doen, nog één daad. De
biechtstoel wachtte nog in de kerk; er
was nog iets wat hij zélf kon zeggen.
Hij kon alles bekennen, het hoofd bui
gen voor een strengere speurder dan
Mandel. „De Kerk doden", zei hij ver-
Hij liep naar de deur. „Zoals Christus
„Pas op", riep zij hem na. „Wees voor
zichtig".
Maar hij liep onverschrokken de trap
af, naar de kring van mannen, die be
neden stonden, met Mandel boven allen
uitstekend.
Martin zag vaag een glinstering op
metaal.
„Het is goed," zei hij. „Ik geef me aan."
De jonge priester stond achter de an-
weet. waarom je het hebt gedaan. Ik had „Niet gced bij mijn hoofd", herhaalde achtelijk tegen het meisje. „Óch daal''
het zelf kunnen doen". hij. Hij zag weer, hoe de psychiater ach- voor zou een slachting nodig zijn de
Hij glimlachte welwillend tegen haar. ter het schrijfbureau verbaasd het hoofd ene priester na de andere". Hij dacht
Het leek alsof hij de volwassene was en opzij had gehouden. „Ga je nooit met aan het kruisbeeld. „Ze zouden zich een
zij het kind; hij de rijke en zij de arme. meisjes uit?" had die dokter gevraagd, voudig altijd maar weer laten martelen!"
„Ik begrijp het nu zelf niet meer", zei En sindsdien had de kaart van de recru- u,': 1!
hij. „Het heeft niets uitgehaald". Hij tering hem in de zak gebrand als het
dacht weer aan de stemmen, die om de symbool van zijn schande, van zijn ge-
biechtstoel heendraaiden. „Pastoor Kirk- knecht zijn door verouderde zedewetten.
man had gelijk. Ik kon niets doen voor Hij keek het meisje recht in het gezicht,
mijn moeder niet op die manier". „Dat heb ik ook gedacht'zei hij.
„Hij had nooit gelijk", fluistei-de zij „Maar ik vergiste me",
woedend. „Je hebt zelf gezegd, dat hij De geluiden beneden zwollen aan. Hij
alleen maar macht had. Hij was de meende de verontwaardigde stem te ho-
Kerk. Die haat ik ook". ren van Albert, die de politie probeerde
Hij keek haar lange tijd aan. Ze was tegen te houden. „Nee, ik kon zelfs niet
tenslotte maar een zenuwachtig bange- gek worden", zei Martin. ,.Ik wilde het deren, bij de deur: hij zag er jonger uit
lijk meisje. Net als Craig liet zij het en ik kon het niet". Hij keek vol liefde dan ooit, belachelijk jong. Martin baan-
masker vallen, als het er juist op aan- naar de kist en naar de dode. „Nee, er
kwam. De gladde, blinkende buitenkant is geen tijd genoeg", vervolgde hij zon-
viel nu van haar af; de glans was ver- der overgang. „Er zijn zoveel ménsen,
dwenen. „U bent zo eigenaardig", zei die je zou moeten hatan. Er is geen tijd
hij en hij moest denken aan de foto van genoeg". Onder aan de trap probeerde
haar Eerste Communie. Zij was aldoor iemand tegelijkertijd te fluisteren en te
naast hem gebleven; ze was een bond- schreeuwen. Nu zouden ze komen om
genoot geweest, maar geen einddoel. Hij hem te beschuldigen; hij kreeg, wat hij
had getracht naar haar wereld te ont- gewenst had.
kernen en zij was aldoor bij hem ge- „Blijft u hier bij mijn moeder", zei hij
weest, in hetzelfde schuitje. „Ik wilde met plotselinge autoriteit,
bekennen", zei hij, „maar ik kon het ,,U hoeft niet door te maken, wat ik
niet. Ik was niet sterk". Een zwakke heb doorgemaakt".
vonk van zijn oude bitterheid gloeide „Je kunt beter niet naar beneden
gaan", zei het meisje.
„Ik kan nergens anders heengaan. Ik
ga ze tegemoet". Hij zou zijn als een
gastheer, die de trap afdaalt om zijn
gasten te verwelkomen. Hij bemerkte,
weer in hem op. „Waarom heeft u het
niet gezegd, daar straks in de pastorie?
Waarom heeft u het niet gezegd?"
„Ik was bang", antwoordde zij, nü
eensklaps kleintjes. „Ik was blij dat
je het gedaan had. Ik ben ook schuldig", dat het meisje hoogst verwonderd en
Hij kreeg medelijden met haar. Ze met afschuw naar hem keek; de oude
hadden alles samen doorgemaakt. „Nu minachting laaide weer tegen hem op.
is het in orde", zei hij. „U kunt vergif- Hij verried haar door het hoofd te bui-
fenis krijgen". De zonde is niet trots, gen, terwijl het nieuwe verbond van de
dacht hij. Die wil overal wonen; die vrijheid opstandigheid verlangde. Zij
was met zijn smerige bek en bezoedelde waren bondgenoten geweest en nu de-
veren naast hen beiden komen zitten om serteerde hij van zijn post, de witte vlag
in hun harten te pikken. „Kijk mijn zwaaiend en haar alleen latend achter
Schaesberg stelt een "moeder maar eens. Ja, die hield van mij. de bordpapieren borstwering-
De liefde is zo.... belachelijk". Hij zei „Het is de enige manier", zei hij. „Ik
de zich tussen de politie door een weg
naar hem toe.
„Kapelaan." zei hij en hij dacht: ein
delijk zal ik kunnen spreken, mijzelf
kunnen beschuldigen en bekennen. „Ik
zou willen biechten."
Zij gingen samen de rouwkamer bin
nen, waar de oude priester lag. Mandel
volgde hen en bleef verlegen bij de deur
staan. De schemering daalde over de
bloemen en de kaarsen en wierp scha
duwen op het oude, vlezige, kunstmatig
verlevendigde gezicht.
„Het stoort toch niet?" vroeg Mandel.
„O, mij stoort het niet," zei de jongen
en hij prevelde zachjes in de sfeer van
de dood en dacht: dit is vrede. De jonge
priester kuchte zenuwachtig; Mandel,
die bij de gordijnen stond, probeerde te
doen, alsof hij inderdaad niemand stoor
de.
„Ze zullen me toch wel naar de be
grafenis laten gaan?" vroeg Martin aan
het eind en hij keek van de priester
naar de rechercheur-. „Ze zullen me er
toch wel uitlaten? Het zal een gróte be
grafenis worden."
EINDE
Tevoren had de heer Gordan enige
woorden gewijd aan de gemengde ge
voelens, waarmede de emigranten aan
boord gingen, nadat zij op de kade of
elders voor lange tijd, misschien zelfs
voor altijd, van hun dierbaren afscheid
hadden genomen. Hij sprak de hoop
uit, dat deze groep Nederlanders zich
gedua-ende de lange reis spoedig als
een grote familie zou gevoelen en zin
speelde zelfs op ontmoetingen, die later
tot een huwelijk zullen leiden. Minstens
de helft van de emigranten is n.l. onge
huwd. Zo is er bijvoorbeeld een groep
van 259 mannen en vrouwen, voor wie
de reiskosten gedragen woi-den door de
Nederlandse en Nieuw-Zeelandse re
geringen. Voor deze groep ligt straks
een betrekking te wachten. Alles is
van te voren door de New Zealand
Government Migration Office te Den
Haag geregeld, echter slechts met de
uitdrukkelijke voorwaarde, dat de
emigrant(e) ongehuwd is, niet jonger
is dan achttien en niet ouder is dan
vijf en dertig jaar.
„Geen perspectief meer''
Jan Annegarn uit Den Haag, een 22-
jarige voormalige klerk op de admini
stratie der Rijkswerkplaats Vakontwik
keling, is er een van. „Geen perspectief
in Nederland meer" meende hij, „bo
vendien te bekrompen. Ik ga het daar
als ongeschoolde arbeider in de zuivel
industrie proberen". Van zijn acht
broex-s en zusters en van zijn ouders in
Den Haag heeft hij afscheid genomen.
Juist als verreweg de meeste andere
„vrije jongens" heeft -bij by de land
macht in Indonesië gediend, zodat hij
meent enig idee te hebben van de
streek, waar hij naar toe gaat. „Ik heb
meer afscheid moeten nemen en ik
weet wat het is. Zó is het beter".
Maria Lowenthal uit Ulft, een 26-
jarige stenotypiste, is een van de meis
jes, voor wie de reis betaald wordt.
„Ik werkte op een technisch bureau in
Den Haag", vertelt ze, „maar ik wilde
hier weg. Zo heb ik er met mijn ver
loofde over gesproken. Nu reizen we
samen naar een nieuw vadeiTand. Hij
is timmerman, net zo oud als ik- In
Nieuw-Zeeland kom ik in de huishou
ding, hetzij in een hotel, hetzij in een
ziekenhuis- In particuliere huizen wor
den we niet opgenomen. Mijn verloofde
zal gaan timmeren voor de House Buil
ding Trade. Of ik veel familie heb
achtei-gelaten? Schrik niet: twaalf
broers en zusjes, maar vader en moe
der komen ons later na, hopen we".
Voor de gehuwden of ook wel onge
huwde particulieren, die de reis zelf
konden betalen en op eigen risico wil
den emigreren, is minder gedaan. Zij
mogen wat meer geld meenemen, maar
moeten wel een adres hebben, waar zij
kunnen wox-den ondergebracht. Popko
en Okko van der Velde uit Sneek, twee
broers van zes en twintig en vier en
twintig jaar, behoren tot hen. „Wat het
worden zal, weten we niet", zegt Popko,
„maar ik weet wel zeker, dat ik er over
twintig jaar geen berouw van zal heb
ben. Hier hebben wij geen perspectief
meer".
„Ik ben werkelijk trots op ze", zei
een Nieuw-Zeelandse afgevaardigde van
het Migration Office in Den Haag. „Ik
heb ze een voor een geselecteerd en
vond, dat ze er toen al goed uitzagen.
Z. H. Exc, de Bisschop van Haarlem
heeft aan de zeereerw. heer A. A. M.
Sanders, die benoemd is tot secretaris
van de Ver. van Kath. Ziekenhuizen,
eervol ontslag verleend als rector van
de St. Jacobus Stichting te Wassenaar
en hem tevens benoemd tot conrector
van diezelfde stichting. Tot rector van
de St. Jacobus Stichting is benoemd de
weleerw. heer C. P. de Wit. Verder zijn
benoemd tot kapelaan: te Amsterdam
(H. Hart van Jezus) G. J. Groen; te
Heiloo tot conrector van de St. Willibr.
Stichting J. P. M. van Adrichem: tot
kapelaan te Nieuwveen L. C. van Paas-
sen (neom.). Tot godsdienstleraar van
het R.K. Lyc, voor Meisjes te Den Haag
de weleerw. heer W. Q. Grimbergen.
Tot kapelaan te HaaiTem (H. Liauina)
H. J. A. van Dijk; te Den Haag (H. Hart
van Jezus) A. M. Vulsma; te Sassenheim
N. P. Landsman; te In 't Veld Chr. de
Waard (neom.); te Haarlem (St. Bavo-
Kathedr.) W. J. F. de Lange; te 's Gi"a-
venhage (H. Jozef) J. Tol; te Buiten-
veldert (H. Augustinus) Th. P. G. Kloos
terman: te Ketnel J. Rood (neom.); te
Amsterdam (Christus Koning) J. Th. A.
Goudt; te Rotterdam (H. Bai-bai-a) Th.
J. M. Naastepad: te Noordwijkerhout
(H. Jozef) M. J. van der Zwaan; te
Tuitjenhom W. H. Suyker; te Zwaag J.
H. M. Smit (neom.); te Rotterdam (H.
•Jozef) A. W. H. van den Heuvel; te
Poeldijk C. A. M. Steins Bisschop; te
Wassenaar (De Goede Herder) A. M. E.
Th. Vreeburg (neom.).
maar ais xk ze zó by elkaar zie, dan
ben ik nog trotser. Wat een groep
praciitig gezonde en levenslustige men
sen".
Advertentie
'"'Sri516*
De „New York Times" van Zondag
levert critiek op Indonesië voor het
willen beëindigen van de Nederlands-
Indonesische Unie. „De tragedie in deze
toestand is niet zuiver de wrijving tus
sen de Indonesiërs en de Nederlanders,
De Hoge Commissaris van Nieuw-
Zeeland in Londen, de heer W. J.
Gordan, bracht Zaterdag een be
zoek aan de Zuiderkruis, die te Am
sterdam gereed lag om met ruim
S00 emigranten naar Nieuw-Zeeland
te vertrekken. Samen met kapitein
A. R. de Wild kwam hij een kijkje
nemen in de kinderkamer.
doch het beëindigen van wat misschien
een waardevol experiment had kunnen
zÜn in de internationale betrekkingen",
vóór dat dit land een eerlyke kans
kreeg", aldus het blad.
„Er leeft in dit land veel sympathie
voor het vuur van jong nationalisme,
zoals dat van Indonesië, doch er moet
ook het gevoel bestaan, dat niet él zijn
uitingen verstandig zijn. De plannen
voor een federatie werden van het be
gin af door de republiek gesaboteerd-.
Ongelukkigerwijze zullen degenen, die
op dit punt werkelijk schade lijden,
niet de Nederlanders, doch de Indone
siërs zijn. De jonge regering heeft op
alle gebied hulp nodig. Zij zou voor
deel kunnen behalen van een nauwe
verbondenheid met de bronnen van
welvaart en bekwaamheid, die beschik
baar zouden zijn in de Unie. Zij zou
ook kunnen profiteren door een repu
tatie van gematigdheid en goed ver
trouwen.
•Dergelijke zaken verwerpen terwille
van een twijfelachtige eis inzake
West-Nieuw-Guinea lijkt veel op het
opgeven van de hoofdzaak terwille
van bijzaken", aldus de New York
Times.
Het Eerste Kamerlid J. Reijers (CH)
heeft aan de minister van Buitenlandse
Zaken de volgende vragen gesteld: Is
de regering bereid, thans andere mede
delingen te verstrekken over het be
zoek van prof. Supomo vergezeld
van een hoofdambtenaar van het In
donesisch ministerie van Buitenlandse
Zaken aan Nederland als Indone
sisch ambassadeur in bijzondere mis
sie? Kan de regering in het bijzonder
nauwkeuriger mededelen, waarover zij
met prof. Supomo bereid is van ge
dachten te wisselen en hoe zij zich dan
de gang van zaken verder voorstelt?
Zal ook het vraagstuk Nieuw-Guinea
onderwerp van bespreking uitmaken?
Acht de regering zodanige bespreking-en
nog wel mogelijk, wanneer de Indone
sische regering bij monde van presi
dent Sukarno de 17de Augustus jj. over
de Unie en over Nederlands Nieuw-
Guinea zou hebben gesproken zoals de
dagbladen hebben vermeld?