Egmonder schat uur uit het zeestrand opgediept GEEN meningsverschil Ene de N/oor wan: t>E PRUS PEP WRAKE m EMIGRANTEN (831) naar Nw.-Zeeland vertrokken TOT DE RAND VAN DE AFGROND Ernstige critiek op houding van Indonesië Johan en Joop Zwart vinden De Kist tussen ons land en de Y.S. Groep „prachtig gezonde en levenslustige mensen 9 Oriëntaals schouwspel Zes milliard gulden uiterste offer voor defensie m Zuiderkruis door Panamakanaal „Ik ben werkelijk trots op ze Aardverschuiving bij Heerlen Federatie gesaboteerd; Unie met Nederland blijft toch voordeliger DOOR LEO BRADY MAANDAG 27 AUGUSTUS 1951 PAGINA 3 Spionnage en weddenschap baten niet Ernstig ongeval Twee kinderen gedood BENOEMINGEN „NEW YORK TIMES" VAN ZONDAG: Twijfelachtige eis inzake Guinea (Van onze speciale verslaggever) Het is een Amerikaans idee. Er heeft eens ooit een verhaaltje over in Pano rama gestaan en het is dat verhaaltje geweest dat de heer T. Milder, voorzitter van het eeuwfeestcomité van de Alkmaarse Vincentiusconferenties, op de ge dachte heeft gebracht om nu ook in ons land de traditionele loterij eer.® af te wisselen met een originele schatgraverij. Die schatgraverij heeft gistermiddag aan het Zuiderstrand te Egmond plaats gevonden. Op een terrein van 120 bij 40 meter waren een prachtige groenhouten kist met een waardebon van hon derd gulden en nog honderd kleinere blikken met waardebonnen van vijfen twintig gulden begraven. Alles op precies dertig centimeter diepte en ieder, die vijftig cent wilde betalen en bovendien plechtigljjk beloofde niet dan met de blote hand te graven, mocht drie uur lang proberen deze giratis ter beschik king gestelde schatten aan de oppervlakte te brengen. een filmjournaal over Japan gezien te hebben. Wij bedoelen het Japan, waar Hirohito nog de Goddelijke Keizer was. Veel tjjd voor ons om ons in de relL gieuze aspecten van de schatgraverij te verdiepen, werd ons overigens niet ge schonken, want nauwelijks waren twee minuten verstreken of een schier on aards gekrijs uit tien, twaalf kelen te gelijk trok onze aandacht. De weddende Egmonders! Inderdaad zij waren het. En onder donderend gejuich brachten ze gravend als bezetenen een groot pak aan de oppervlakte. Het was een kartonnen doos, helemaal leeg. Een kleine tegenzet van het comité, dat overigens ook nog vier andere fop- kisten ter aarde had doen dalen. Eigenlijk had deze gelegaliseerde Strandjuttery reeds vorige week Zon dag moeten plaats vinden. Toen echter werd het feest vanwege het bijzonder slechte weer afgelast. Gisteren was het overigens niet veel beter: een kokende zee, gierende wind en regenvlagen, die somwijlen de vuurtoren volledig achter een watergordijn deden schuilgaan. Boch niettemin was er animo genoeg. De schatgravers waren bij honderden tegelijk uit alle delen van liet land ko men opdagen en reeds lang voordat zij binnen het met witte en rode vlaggen afgezette strandgedeelte werden toege laten, gloeide de goudkoorts in hun ogen. Ome Klaas, een oude Egmonder, die het strand kent als de groente man zijn hit liet over zijn kansen niet de minste twijfel bestaan. Vijf minuten zei hij, en de kist is mijn. En een ander groepje Egmonders had er zelfs een klinkende weddenschap op afgesloten. Vijfentwintig pieter mannen als wij niet binnen het kwar tier met de blote hand die met koper beslagen kist aan de oppervlakte brengen. Zij wisten hun weetje. Had den ze niet Zaterdagnacht, verscho len in de duinen, toegezien hoe don- kex'e schimmen de kist en de blikken plechtiglijk ter aarde bestelden? Doch de comitéleden glimlachten gerust stellend. Afwachten maar, zeiden zij. Eindelijk om tien minuten voor twee Werd elkeen binnen de omheining ge laten. Ieder stormde naar het door hem Uitverkoren plekje en om twee uur Precies stak burgemeester G. Niele het startpistool in de zilte zeelucht. Knal! Wat toen volgde kunnen wij slechts afdoend beschrijven voor hen, die de Oriënt hebben bereisd. Het scheen als of plotseling hoog van de minaret het uur des gebeds was afgekondigd. Alles zeeg op de knieën, boog, bracht beide handen ver naar voren, haalde ze gevuld met zand naar zich toe, richt te zich weer op, bracht de handen weer ver naar voren enz. Het was een regel matig op en neer gaan. Een beeld, dat wij ons ook nog herinneren ooit op Ome Klaas en de Egmonders namen hun verlies echter sportief. Ze zetten hun opgravingen moedig voort en leg den daarbij een technisch inzicht aan de dag, dat al spoedig op grote schaal na- De gelukkige vinders van de schat, Joop Zwart en Johan Zwart, werden spontaan door de omstanders op de schou ders genomen Beiden komen uit Egmond aan Zee, maar zijn ondanks hun gelijkluidende achternamen geen broers van elkaar. volging vond. Ze groeven namelijk met tienen op een rij en kropen zo langzaam naast elkaar over het strand voor waart». Mogelijk heeft hun die methode nog een van de vele blikkéfi opgeleverd, welker opgx-aving voortdurend met ge juich en oploopjes gepaard ging. Niet iedereen echter bleek deze zaken verstandelijk te willen aanpakken. Er waren onder de zoekers ook dromers. Lie den met starende ogen, die schijnbaar doelloos rondliepen doch plotseling ergens neerknielden, groeven, weer op stonden en vijftig meter verder weer plotseling groeven alsof zij tevoren met eén wichelroede of een mijndetector het terrein verkend hadden. Dan waren er ook nog andei-en, slimmelingen. Mooie meisjes bijvoorbeeld, die ook aan onze voeten neex-knielden en met hun lieve ogen smekend naar ons opzagen- „Mijn heer", vroegen zij, „zoeken wij hier goed, staat U er soms op?" Lijken wij dan reeds nu in onze jeugd zoveel op Vincentianen" Enfin, tenslotte na anderhalf uur zoe ken, nadat een knaapje van nauwelijks vyf jaar met een rauwe kreet van te leurstelling een vimbus uit het zaftd had opgediept en nadat de mannen van het filmjournaal zelfs een hondje had den doen meezoeken door een bot in het zand te verbergen, werd de kist gevonden. De 15-jarige Johan Zwart (Voorstraat 22) en de 13-jarige Joop Zwart (Trompstraat 4) uit Egmond (geen familie) waren de gelukkigen. Op dat ogenblik waren de inmiddels drjjfnat geworden zoekers niet meer te houden. Ze dron gen om de geluk kigen heen, zodat de politie hen slechts met grote moeite op enige afstand wist te houden en ze waren niet te vreden vooraleer beide knaapjes hoog boven de menigt- uitgedragen wer den achter het en thousiast spelende fanfarecorps Lamo raal uit Egmond. Kortom, het was een plezierige boel daar in Egmond. De Alkmaarse Vin- centius-gezinnen zullen er in Januari tijdens de feeste lijkheden wel bij varen. Trouwens, er staan nog twin tig andere acties op stapel, zo heeft men ons gezegd. Kort geleden verscheen in een Ne derlands persorgaan een bericht als zou, inplaats van 250 mill, aan militaire hulp van de V.S., door dit land slechts een bedrag van S155 mill, in overwe ging worden genomen. Naar wij van zeer welingelichte zijde vernemen, be rust dit bericht op een misverstand. Of schoon Amerika inderdaad in gedachte had dit laatste bedrag beschikbaar te stelen, geldt het voor het Amerikaanse belastingjaar van 1 Juli 1951 tot 30 Juni 1952, terwijl een bedrag van 250 mill, 'vel degelijk is genoemd, tenminste als algemene indicatie voor een periode van 1 Januari 1951 tot 30 Juni 1952, dus voor een tijdvak van anderhalf jaar. De uit eindelijke beslissing kan uiteraard ech ter eerst bekend worden gemaakt, wan neer het Congress zich hieromtrent zal hebben uitgesproken. Nader vernemen ■wy nog, dat voor de periode van 1 Ja- nuari tot 30 Juni 1951 reeds een voor schot van 40 mill, werd verleend en daarna nog een suplementair bedrag van §22 mill. In de Nederlandse pers zijn ook mede dingen gedaan over een vermeend vcrschil van inzicht tussen Nederland en Amerika ten aanzien van de defen sie-uitgaven van ons land. Amerika zou nj- f 1,5 milliard per jaar gedurende vier jaren) derhalve een totaal van f 6 {billiard te gering hebben geacht. Bij de kabinetsformatie is x-eeds uitdrukkelijk y.erklaard, dat de aangegane verplich tingen te dien opzichte voor bovenge noemd bedrag het. maximum wai-en. Dit standpunt, wordt door onze regering on- veranderd ingenomen. Hierover mag Seen misverstand bestaan. Van Ameri kaanse zijde beseft men dit trouwens n.eei goed. Zowel economisch als poli tiek bezien, is dit bedrag het uiterste °ifer, dat Nederland aan de gemeen- schappelijke defensie in het kader van het Noordatlantisch Pact kan brengen. Tenslotte heeft Nederland ook nog be sprekingen gevoerd over additionele mi litaire productie door de Nederlandse' industrie ten aanzien van objecten ten bate van ons eigen leger, zodat Amerika minder oorlogsmateriaal zou hebben te leveren. Het zou hier om een maximaal bedrag van fjï30 mill, gaan, mits de fi nanciering uit de tegenwaarde van de zogenaamde local currency-rekening van het plan-Marshall zou kunnen wor den geput. Deze som betekent dus geen over schrijding van de f 6 milliard, die de re gering in haar begroting zal opnemen, verdeld over een tijdvak van vier ja ren. De bewuste f 230 mill, zullen, in dien de V.S. het voorstel goedkeuren, geen extra-budgetaire lasten veroorza ken en deze kosten zuilen over twee jaren worden verspreid. Van 1 Juli 1951 tot 30 Juni 1952 zouden de uitgaven tot f 100 mill, beperkt blijven. De Nederlandse regering respecteert het principe, dat een beroep op de tegen waarde-rekening van de Marshall-hulp bij de Nederlandsche Bank strikt tot bo vengenoemde f 230 mill, gelimiteerd moet blijven, omdat anders een inflatoir effect zou ontstaan. Op de Purmerenderweg in de Beemster zijn reeds vele verkeersongevallen gebeurd. Vanmorgen tien uur stonde de bejaarde heer J. Hogetoorn, wonende aan de Pur merenderweg, in de Zuid-Oost Beemster bij het Zuiedrbad met de fiets aan de hand te praten. Toen hij opstapte, stak hij plotse ling de weg over zonder op het verkeer te letten met het gevolg, dat hij door een vrachtauto van de firma Ooms van Aven- horn werd aangerdeen. Met een schedel- basisfractuur werd hij in zorgwekkende toe stand per ziekenauto naar het Stadszieken huis te Furmerend vervoerd. 50. Met koppige vastberadenheid hebben Yark en Haifa,, met prins Erwin tussen hen in, de lange tocht naaf Wogram's burcht voortgezet. Ten einde het gevaar voor ontdekking door Hovin's patrouilles zoveel mogelijk te verminderen, zoeken zij hun weg door de dichtste gedeelten van het woud, wat Yark maar matig kan bekoren. Kleine zweetdruppels parelen op zijn voorhoofd. Vinnig hakt hij met zijn boog op het onderhout in. „Dit is geen bezigheid voor mannengromt hij, kwaadaardig rondblikkend, „we lijken wel. een troep herten. Bah! ...alleen hebben die beesten hoeven, waar ze nooit blaren op kunnen krijgen," laat hij er afgunstig op volgen, als een steek in zijn hiel hem op de nadering van dit pijnlijk ongemak wijst. Geheel in beslag genomen door het kwellende denkbeeld van de talloze blaren, die binnenkort zijn leven zullen vergallen, vervalt Yark in een somber zwijgen. Geruime tijd wordt er geen woord gewisseld en pas als zij zich veilig wanen voor de spiedende ogen van Hovin's krijgers, treden zij met een zucht van opluchting uit de beklem mende duisternis van het bos, om hun weg over de brede heirbaan voort te zetten. Nauwelijks echter hebben zij twintig passen afgelegd, of Haifa heft luisterend het hoofd op en staat stil. „Te deksel, waarde vriend," mompelt de edelman, „dit gedreun duidt onmiskenbaar op de nadering van een ruiterschare..." „Bij Thor," gromt Yark, die nu ook het doffe gerommel vernomen heeft„mijn kop er'af, als dat Hovin met zijn boevenpak niet is.' Gauw, berg u'. Ijlings duiken zij weg in het struikgewas en op een plekje, vanwaar zij het bospad kunnen over~ien, zonder zelf opgemerkt te worden, wachten zij de komst van de ruiters af.... „We zijn te laat.. sist Yark, in machteloze woede de vuisten ballende, „te laat.... niemand die nu n°9 Wogram's burcht en de Koningin redden kan...." Daar komt de eerste fluisterv Haifa gespannenals een eenzame ruiter in een wolk van stof om een bocht in het pad verschijnt. Vier, vijf ruiters volgen hem op ruime afstand. „Die voorste zal Hovin zijn," snuift Yark en zijn boog spannende, laat hij er grijnzend op volgen: „een pijl voor Hovin...." „Neen wacht!" Halfa's stem slaat over van ontroering. „Dat is Awain, Heer Awain, men achtervolgt Heer Awain..Maar dan kan de goede kerel slechts met uiterste moeite de gil van afgrijzen, die in zijn keel opwelt, onderdrukken. Want daar, voor hun ogen, boort zich een pijl medogenloos in Awain s rug... en de jonge edelman stort met een kreet ruggelings ter aarde.... ?5 In een redevoering, die de Staatssecretaris van Sociale Zaken, mr. dr. A. A- van Khijn, Zaterdagmiddag kort voor het vertrek van 831 emigranten naar Nieuw- Zeeland aan boord van het s.s. „Zuiderkruis" heeft gehouden, noemde hü o.m. de volgende emigratiecijfers: In 1948 trokken 95 Nederlanders naar Nieuw-Zeeland, in 1949 waren het er 101. In 1950 steeg dit aantal tot 503; dit jaar zullen byna drieduizend emigranten naar Nieuw-Zeeland kunnen gaan. De Staatssecretaris noemde deze dag een historische in de emigratie naar Nieuw-Zeeland, omdat de „Zuiderkruis" speciaal tot emigrantenschip is omge bouwd, zodat het mogelijk is geworden thans achthonderd emigranten op ;ge- riefelyke wyze naar hun nieuwe vaderland te brengen. Bovendien is de „Zuider- kruis" het eerste schip, dat rechtstreeks via het Panamakanaal naar Nieuw- Zeeland vaart- vergeten, u zult er altijd trots op zijn. maar ik hoop dat u ook trots zult zijn op uw nieuwe vaderland en ik ben er ze ker van, dat Nieuw-Zeeland trots op u zal zijn", zo sprak één uur voor het vertrek de speciaal uit Londen per vliegtuig overgekomen Hoge Commis saris van Nieuw-Zeeland in Engeland, de heer W. J. Goédan, die zelf zeven en veertig jaar geleden als Engelsman een der eerste emigranten naar Nieuw-Zee land was. Omringd door diverse autoriteiten, alsmede door een groot deel van de nog onwennig aan boord ronddolende emi granten, stond hij blootshoofds op het sportdek van het schip voor een mi crofoon, waardoor zijn moedgevende woorden naar de luidsprekers werden geleid; zodat zij in alle hoeken van de „Zuiderkruis" te horen waren. „Ik wens u allen een prachtige tocht toe, doet uw werk in Nieuw-Zeeland goed en u zult slagen. Leert uw nieuwe taal voor zover u die nog niet machtig bent. Sommigen van u spreken het Engels al beter dan ik. Vaart wel en komt over een paar jaar hier terug om moeder weer eens een zoen te geven. God bless you". Als één grote familie Hoog boven op het topdek van het langzaam uit de haven wegglij dende s.s. „Zuiderkx'uis" staande wierpen honderden jonge Neder landse mannen en vrouwen Zater dagavond om kwart voor zes hun laatste blieken over het IJ, over de kaden, over het Centraal Station en over Amsterdam. Langs de oevers van het IJ, »p de bx-uggen bij het station, op de landingsstei gers van de Prins Hendrikkade, op de IJ-ponten en tenslotte op speciaal gecharterde kleine rond vaartbootjes, die bijzonder nietig schenen, terwijl zij naast en achter de „Zuiderkruis" in het IJ dartel den, gingen honderden armen met vochtige zakdoeken omhoog en rol den dikke tx-anen uit de ogen van hen, die achterbleven. „U zult uw eigen vaderland nimmer Advertentie Een zandversehuiving in de zanderij, plegen nabij het zg. „Eikenbosje" aan 5|e spooriyn Schaesberg-Eygelshoven, ®6eft Zaterdag aan twee kinderen de 'fjarige G. Huisman en de dertienja- 'Se J. Huisman, afkomstig uit Rotter- het leven gekost. ,?'j logeerden beiden met hun moeder ,11 familie in Nieuwenhagen by Schaes- oerg. OivkG oorzaak van de verschuiving is boekend. De afgx-aving had een hoogte Vj.1} Plus minus twintig meter en was v IJ; en twintig meter breed. Mogelijk de f'9 de re®ens van de laatste tijd ki Jteile zandhelling ondermijnd. De '"deren werden aanstonds door een he? hoeveelheid zand bedolven, met t gevolg, dat zij onmiddellijk gestikt ki?a ziin" ziJ waren met nog andere «li ..'en in de zanderij aan het spelen, w T de beide Rotterdamse kinderen orden door het zand bedolven. De ■Rijkspolitie van onderzoek in 76 (Uit het Engels vertaald door André Noorbeek en uitgegeven door Het Spectrum, Utrecht.) „Waar zou ik naar toe moeten?" „Dat doet er niet toe. Hier vandaan. Als het om geld is dat vol gênegenheid, zoals een vader zijn ben niet sterk genoeg. Niemand kan al- lyïvxrl txril ^,1, i. „i. n_ij i.:i kind vol toegeeflijkheid terecht wijst. Zij hoorden beneden stemmen en voetstappen. Het meisje schrok op: „Ze Zij gi-eep naar de sluiting van haar zijn je achterna gegaan", zei ze haastig, handtasje. maar minder gejaagd dan eerst. „Ze zijn „Geld", zei hij en er was niets dan gewapend. Ze denken, dat je een échte leegte in zijn stem. moordenaar bent. Ze denken, dat je niet „Maar je hebt een kans", zei ze. „Ik goed bij.je hoofd bent". door maar weerstand bieden". En ineens bedacht hij, dat hij nog één keuze kon doen, nog één daad. De biechtstoel wachtte nog in de kerk; er was nog iets wat hij zélf kon zeggen. Hij kon alles bekennen, het hoofd bui gen voor een strengere speurder dan Mandel. „De Kerk doden", zei hij ver- Hij liep naar de deur. „Zoals Christus „Pas op", riep zij hem na. „Wees voor zichtig". Maar hij liep onverschrokken de trap af, naar de kring van mannen, die be neden stonden, met Mandel boven allen uitstekend. Martin zag vaag een glinstering op metaal. „Het is goed," zei hij. „Ik geef me aan." De jonge priester stond achter de an- weet. waarom je het hebt gedaan. Ik had „Niet gced bij mijn hoofd", herhaalde achtelijk tegen het meisje. „Óch daal'' het zelf kunnen doen". hij. Hij zag weer, hoe de psychiater ach- voor zou een slachting nodig zijn de Hij glimlachte welwillend tegen haar. ter het schrijfbureau verbaasd het hoofd ene priester na de andere". Hij dacht Het leek alsof hij de volwassene was en opzij had gehouden. „Ga je nooit met aan het kruisbeeld. „Ze zouden zich een zij het kind; hij de rijke en zij de arme. meisjes uit?" had die dokter gevraagd, voudig altijd maar weer laten martelen!" „Ik begrijp het nu zelf niet meer", zei En sindsdien had de kaart van de recru- u,': 1! hij. „Het heeft niets uitgehaald". Hij tering hem in de zak gebrand als het dacht weer aan de stemmen, die om de symbool van zijn schande, van zijn ge- biechtstoel heendraaiden. „Pastoor Kirk- knecht zijn door verouderde zedewetten. man had gelijk. Ik kon niets doen voor Hij keek het meisje recht in het gezicht, mijn moeder niet op die manier". „Dat heb ik ook gedacht'zei hij. „Hij had nooit gelijk", fluistei-de zij „Maar ik vergiste me", woedend. „Je hebt zelf gezegd, dat hij De geluiden beneden zwollen aan. Hij alleen maar macht had. Hij was de meende de verontwaardigde stem te ho- Kerk. Die haat ik ook". ren van Albert, die de politie probeerde Hij keek haar lange tijd aan. Ze was tegen te houden. „Nee, ik kon zelfs niet tenslotte maar een zenuwachtig bange- gek worden", zei Martin. ,.Ik wilde het deren, bij de deur: hij zag er jonger uit lijk meisje. Net als Craig liet zij het en ik kon het niet". Hij keek vol liefde dan ooit, belachelijk jong. Martin baan- masker vallen, als het er juist op aan- naar de kist en naar de dode. „Nee, er kwam. De gladde, blinkende buitenkant is geen tijd genoeg", vervolgde hij zon- viel nu van haar af; de glans was ver- der overgang. „Er zijn zoveel ménsen, dwenen. „U bent zo eigenaardig", zei die je zou moeten hatan. Er is geen tijd hij en hij moest denken aan de foto van genoeg". Onder aan de trap probeerde haar Eerste Communie. Zij was aldoor iemand tegelijkertijd te fluisteren en te naast hem gebleven; ze was een bond- schreeuwen. Nu zouden ze komen om genoot geweest, maar geen einddoel. Hij hem te beschuldigen; hij kreeg, wat hij had getracht naar haar wereld te ont- gewenst had. kernen en zij was aldoor bij hem ge- „Blijft u hier bij mijn moeder", zei hij weest, in hetzelfde schuitje. „Ik wilde met plotselinge autoriteit, bekennen", zei hij, „maar ik kon het ,,U hoeft niet door te maken, wat ik niet. Ik was niet sterk". Een zwakke heb doorgemaakt". vonk van zijn oude bitterheid gloeide „Je kunt beter niet naar beneden gaan", zei het meisje. „Ik kan nergens anders heengaan. Ik ga ze tegemoet". Hij zou zijn als een gastheer, die de trap afdaalt om zijn gasten te verwelkomen. Hij bemerkte, weer in hem op. „Waarom heeft u het niet gezegd, daar straks in de pastorie? Waarom heeft u het niet gezegd?" „Ik was bang", antwoordde zij, nü eensklaps kleintjes. „Ik was blij dat je het gedaan had. Ik ben ook schuldig", dat het meisje hoogst verwonderd en Hij kreeg medelijden met haar. Ze met afschuw naar hem keek; de oude hadden alles samen doorgemaakt. „Nu minachting laaide weer tegen hem op. is het in orde", zei hij. „U kunt vergif- Hij verried haar door het hoofd te bui- fenis krijgen". De zonde is niet trots, gen, terwijl het nieuwe verbond van de dacht hij. Die wil overal wonen; die vrijheid opstandigheid verlangde. Zij was met zijn smerige bek en bezoedelde waren bondgenoten geweest en nu de- veren naast hen beiden komen zitten om serteerde hij van zijn post, de witte vlag in hun harten te pikken. „Kijk mijn zwaaiend en haar alleen latend achter Schaesberg stelt een "moeder maar eens. Ja, die hield van mij. de bordpapieren borstwering- De liefde is zo.... belachelijk". Hij zei „Het is de enige manier", zei hij. „Ik de zich tussen de politie door een weg naar hem toe. „Kapelaan." zei hij en hij dacht: ein delijk zal ik kunnen spreken, mijzelf kunnen beschuldigen en bekennen. „Ik zou willen biechten." Zij gingen samen de rouwkamer bin nen, waar de oude priester lag. Mandel volgde hen en bleef verlegen bij de deur staan. De schemering daalde over de bloemen en de kaarsen en wierp scha duwen op het oude, vlezige, kunstmatig verlevendigde gezicht. „Het stoort toch niet?" vroeg Mandel. „O, mij stoort het niet," zei de jongen en hij prevelde zachjes in de sfeer van de dood en dacht: dit is vrede. De jonge priester kuchte zenuwachtig; Mandel, die bij de gordijnen stond, probeerde te doen, alsof hij inderdaad niemand stoor de. „Ze zullen me toch wel naar de be grafenis laten gaan?" vroeg Martin aan het eind en hij keek van de priester naar de rechercheur-. „Ze zullen me er toch wel uitlaten? Het zal een gróte be grafenis worden." EINDE Tevoren had de heer Gordan enige woorden gewijd aan de gemengde ge voelens, waarmede de emigranten aan boord gingen, nadat zij op de kade of elders voor lange tijd, misschien zelfs voor altijd, van hun dierbaren afscheid hadden genomen. Hij sprak de hoop uit, dat deze groep Nederlanders zich gedua-ende de lange reis spoedig als een grote familie zou gevoelen en zin speelde zelfs op ontmoetingen, die later tot een huwelijk zullen leiden. Minstens de helft van de emigranten is n.l. onge huwd. Zo is er bijvoorbeeld een groep van 259 mannen en vrouwen, voor wie de reiskosten gedragen woi-den door de Nederlandse en Nieuw-Zeelandse re geringen. Voor deze groep ligt straks een betrekking te wachten. Alles is van te voren door de New Zealand Government Migration Office te Den Haag geregeld, echter slechts met de uitdrukkelijke voorwaarde, dat de emigrant(e) ongehuwd is, niet jonger is dan achttien en niet ouder is dan vijf en dertig jaar. „Geen perspectief meer'' Jan Annegarn uit Den Haag, een 22- jarige voormalige klerk op de admini stratie der Rijkswerkplaats Vakontwik keling, is er een van. „Geen perspectief in Nederland meer" meende hij, „bo vendien te bekrompen. Ik ga het daar als ongeschoolde arbeider in de zuivel industrie proberen". Van zijn acht broex-s en zusters en van zijn ouders in Den Haag heeft hij afscheid genomen. Juist als verreweg de meeste andere „vrije jongens" heeft -bij by de land macht in Indonesië gediend, zodat hij meent enig idee te hebben van de streek, waar hij naar toe gaat. „Ik heb meer afscheid moeten nemen en ik weet wat het is. Zó is het beter". Maria Lowenthal uit Ulft, een 26- jarige stenotypiste, is een van de meis jes, voor wie de reis betaald wordt. „Ik werkte op een technisch bureau in Den Haag", vertelt ze, „maar ik wilde hier weg. Zo heb ik er met mijn ver loofde over gesproken. Nu reizen we samen naar een nieuw vadeiTand. Hij is timmerman, net zo oud als ik- In Nieuw-Zeeland kom ik in de huishou ding, hetzij in een hotel, hetzij in een ziekenhuis- In particuliere huizen wor den we niet opgenomen. Mijn verloofde zal gaan timmeren voor de House Buil ding Trade. Of ik veel familie heb achtei-gelaten? Schrik niet: twaalf broers en zusjes, maar vader en moe der komen ons later na, hopen we". Voor de gehuwden of ook wel onge huwde particulieren, die de reis zelf konden betalen en op eigen risico wil den emigreren, is minder gedaan. Zij mogen wat meer geld meenemen, maar moeten wel een adres hebben, waar zij kunnen wox-den ondergebracht. Popko en Okko van der Velde uit Sneek, twee broers van zes en twintig en vier en twintig jaar, behoren tot hen. „Wat het worden zal, weten we niet", zegt Popko, „maar ik weet wel zeker, dat ik er over twintig jaar geen berouw van zal heb ben. Hier hebben wij geen perspectief meer". „Ik ben werkelijk trots op ze", zei een Nieuw-Zeelandse afgevaardigde van het Migration Office in Den Haag. „Ik heb ze een voor een geselecteerd en vond, dat ze er toen al goed uitzagen. Z. H. Exc, de Bisschop van Haarlem heeft aan de zeereerw. heer A. A. M. Sanders, die benoemd is tot secretaris van de Ver. van Kath. Ziekenhuizen, eervol ontslag verleend als rector van de St. Jacobus Stichting te Wassenaar en hem tevens benoemd tot conrector van diezelfde stichting. Tot rector van de St. Jacobus Stichting is benoemd de weleerw. heer C. P. de Wit. Verder zijn benoemd tot kapelaan: te Amsterdam (H. Hart van Jezus) G. J. Groen; te Heiloo tot conrector van de St. Willibr. Stichting J. P. M. van Adrichem: tot kapelaan te Nieuwveen L. C. van Paas- sen (neom.). Tot godsdienstleraar van het R.K. Lyc, voor Meisjes te Den Haag de weleerw. heer W. Q. Grimbergen. Tot kapelaan te HaaiTem (H. Liauina) H. J. A. van Dijk; te Den Haag (H. Hart van Jezus) A. M. Vulsma; te Sassenheim N. P. Landsman; te In 't Veld Chr. de Waard (neom.); te Haarlem (St. Bavo- Kathedr.) W. J. F. de Lange; te 's Gi"a- venhage (H. Jozef) J. Tol; te Buiten- veldert (H. Augustinus) Th. P. G. Kloos terman: te Ketnel J. Rood (neom.); te Amsterdam (Christus Koning) J. Th. A. Goudt; te Rotterdam (H. Bai-bai-a) Th. J. M. Naastepad: te Noordwijkerhout (H. Jozef) M. J. van der Zwaan; te Tuitjenhom W. H. Suyker; te Zwaag J. H. M. Smit (neom.); te Rotterdam (H. •Jozef) A. W. H. van den Heuvel; te Poeldijk C. A. M. Steins Bisschop; te Wassenaar (De Goede Herder) A. M. E. Th. Vreeburg (neom.). maar ais xk ze zó by elkaar zie, dan ben ik nog trotser. Wat een groep praciitig gezonde en levenslustige men sen". Advertentie '"'Sri516* De „New York Times" van Zondag levert critiek op Indonesië voor het willen beëindigen van de Nederlands- Indonesische Unie. „De tragedie in deze toestand is niet zuiver de wrijving tus sen de Indonesiërs en de Nederlanders, De Hoge Commissaris van Nieuw- Zeeland in Londen, de heer W. J. Gordan, bracht Zaterdag een be zoek aan de Zuiderkruis, die te Am sterdam gereed lag om met ruim S00 emigranten naar Nieuw-Zeeland te vertrekken. Samen met kapitein A. R. de Wild kwam hij een kijkje nemen in de kinderkamer. doch het beëindigen van wat misschien een waardevol experiment had kunnen zÜn in de internationale betrekkingen", vóór dat dit land een eerlyke kans kreeg", aldus het blad. „Er leeft in dit land veel sympathie voor het vuur van jong nationalisme, zoals dat van Indonesië, doch er moet ook het gevoel bestaan, dat niet él zijn uitingen verstandig zijn. De plannen voor een federatie werden van het be gin af door de republiek gesaboteerd-. Ongelukkigerwijze zullen degenen, die op dit punt werkelijk schade lijden, niet de Nederlanders, doch de Indone siërs zijn. De jonge regering heeft op alle gebied hulp nodig. Zij zou voor deel kunnen behalen van een nauwe verbondenheid met de bronnen van welvaart en bekwaamheid, die beschik baar zouden zijn in de Unie. Zij zou ook kunnen profiteren door een repu tatie van gematigdheid en goed ver trouwen. •Dergelijke zaken verwerpen terwille van een twijfelachtige eis inzake West-Nieuw-Guinea lijkt veel op het opgeven van de hoofdzaak terwille van bijzaken", aldus de New York Times. Het Eerste Kamerlid J. Reijers (CH) heeft aan de minister van Buitenlandse Zaken de volgende vragen gesteld: Is de regering bereid, thans andere mede delingen te verstrekken over het be zoek van prof. Supomo vergezeld van een hoofdambtenaar van het In donesisch ministerie van Buitenlandse Zaken aan Nederland als Indone sisch ambassadeur in bijzondere mis sie? Kan de regering in het bijzonder nauwkeuriger mededelen, waarover zij met prof. Supomo bereid is van ge dachten te wisselen en hoe zij zich dan de gang van zaken verder voorstelt? Zal ook het vraagstuk Nieuw-Guinea onderwerp van bespreking uitmaken? Acht de regering zodanige bespreking-en nog wel mogelijk, wanneer de Indone sische regering bij monde van presi dent Sukarno de 17de Augustus jj. over de Unie en over Nederlands Nieuw- Guinea zou hebben gesproken zoals de dagbladen hebben vermeld?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 3