DRINGEND BEROEP OP
eensgezindheid der natie
Fiscus vaart wel bij omzetbelasting
De millioenen
nota
Gunstiger
Staatsbalans
H.M. de Koningin in de Troonrede
Nederland zal zijn plichten nakomen
aanzien van Nieuw-Guinea
Totale belasting-opbrengst I Reeds32 miUiard aan
milliard gulden geraamd
ambtenaren
Geestelijke vader
der begroting
Vernieuwing van
onderwijsstelsel
DINSDAG 18 SEPTEMBER 1951 PAGINA 4
Reorganisatie van liet
Rijksarbeidsbureau
Vragen van Andriessen
Bijzonder Ongevallen-
fonds niet meer nodig
5» 1 i i J oorlogsschade vergoed
Nationale schuld
verminderd
Inwerkingtreding van
Handvest Y.N.
Herdenking op de scholen
Blijkens de Millioenennota 1952 zal
de sterkte van het burgerlijk Rijks
personeel (excl. militaire departe
menten) in 1952 worden terugge
bracht tot 77.369 tegen 78.043 in 1951.
De werkelijke sterkte bedroeg op 31
Juli 1951 75.802. Dat de begrotings
sterkte groter is dan de werkelijke
sterkte, komt omdat een aantal func
ties, waarop in de begroting is gere
kend, in werkelijkheid onvervuld
bljjft. Het burgerlijk Rijkspersoneel
voor Oorlog en Marine wordt voor
1952 becijferd op 22.543 tegen 20.754
in 1951.
om f 1500 mill, worden aangewend voor
uitgaven van militaire aard, als onder
deel van het defensieplan van f 6000 mill.
In het aangevraagde bedrag voor
1952 zijn mede begrepen de kosten
voor de burgerlijke verdediging en uit
gaven verbonden aan de stationnering
van leger- eri marine-eenheden in
Nieuw-Guinea. de Nederlandse Antil
len en Suriname. „Oorlog" berekent
de uitgaven voor de Overzeese Ge
biedsdelen voor 1952 op f 20 mill.; ma
rine op f 34 mill., in totaal derhalve
f 54 mill, tegen f 1446 voor Nederland.
Voor de personeelsvoorzieningen ten
behoeve van leger, luchtmacht en marine
zijn voldoende gelden uitgetrokken om
de voor 1952 gestelde doeleinden te kun
nen bereiken. Bij de samenstelling der
materieel-programma's der drie onder
delen van de strijdkrachten, waarbij is
uitgegaan van de eind 1954 tè bereiken
mobilisabele legersterkte, van de sterkte
aan vliegend materieel van de lucht
macht en van het reeds in een vroeger
stadium aangekondigde vlootplan, is ech
ter gerekend op belangrijke aanvulling
der bestaande tekorten in het kader van
de wederzijdse militaire hulpverlening.
Met de voorbereiding van de burger
lijke verdediging, welke ook een onder
deel van de militaire inspanning vormt,
is in totaal een bedrag van rond f 80 mil-
lioen gemoeid. Daarvan zal f 50 millioen
ten laste van het dienstjaar 1951 worden
gebracht. Voor 1952 is, zoals uit de hier
voor opgenomen opstelling blijkt, een
bedrag van rond f 25 millioen uitgetrok
ken.
(Vervolg van pap. 1)
dezelfde geest is de post Herstel van
Oorlogsschade, welke in 1952 f 381, in
1951 f 503 mill, beliep, zodat hier het
verschil meer dan f 122 mill, schijnt te
zijn. In werkelijkheid is het echter f 30
mill, kleiner, wanneer men een eenma
lige uitkering wegens oorlogsschade
tan dat bedrag aan de Ned. Spoorwegen
in aanmerking neemt. Alleen deze drie
posten dus wijzen reeds op schijnbaar
gunstige verschillen, welke in werke
lijkheid te wijten waren aan in 1951
\errichta eenmalige betalingen Zij ver
tegenwoordigen een totaal van f 544
mill, op de bovengenoemde f 560 mill.,
voor welk bedrag het tekort in 1952
kleiner is dan in 1951. Men kan dus
gerust zeggen, dat er van een doelbe
wuste inkrimping van uitgaven niets te
bemerken valt, terwijl bovendien ge
vreesd kan worden, dat ten gevolge van
het verschuiven van sociale voorzienin
gen en oorlogsschadelasten het werke
lijke bee'.d van deze begroting nog min
der rooskleurig is dan de cijfers dit
Zonder nadere studie uitwijzen.
De minister van Financiën verklaart
in zijn toelichting, dat het accent uit
drukkelijk ligt bij de beperkingen, al
hoewel het herstel van het evenwicht
mede wordt bevorderd en een gunsti
ger evenwichtsniveau wordt verkregen
door een verdere opvoering van de
productie en de productiviteit. De hier
boven genoemde overwegingen wettigen
evenwel de vrees dat het accent eerder
gelegd zal worden op het opvoeren van
productie en productiviteit. De vraag is
echter of deze beide factoren op bevel be
reikbaar zullen zijn. aangezien zich reeds
thans in verschillende bedrijfstakken
ernstige crisisverschijnselen voordoen,
welke voor een belangrijk deel toe te
schrijven zijn aan zeer zware fiscale en
sociale vaste lasten, opgelegd in een in
flatie-periode.
Alsof de minister van Financiën
reeds thans het falen van de door de
regering getroffen maatregelen om het
uiteindelijke evenwicht in de Neder
landse volkshuishouding te bewerk
stelligen voorziet, dreigt hij ten slotte
met de opmerking, dat. ..indien de re
gering in haar verwachting zou wor
den teleurgesteld, zij, zoals reeds bij
herhaling in uitzicht is gesteld, niet
aarzelen zal maatregelen van meer di
recte aard toe te passen, die op korte
termijn hun werking doen gevoelen, of
schoon daarmede een duurzame oplos
sing niet kan worden bereikt". Men ont
komt dan ook niet aan de indruk, dat,
gezien deze finale uitlating van prof.
Lieftinck. de jongste Millioenennota een
beklemd gevoel zal achterlaten.
Een brochure van de Regeringsvoor
lichtingsdienst stelt Nederlands bijdrage
tot de Westerse defensie voor als een
juk, dat f 600 per jaar per gezin kost.
Volledigheidshalve zou deze brochure
dan ook hebben moeten vermelden,
dat het Nederlandse rijkspersoneel
dat de ontwerp-begroting noemt,
per gezin f 430.— kost. De brochu-
verzwiiet dit. niet minister Lieftinck,
die in deftige doch vermetele bewoor
dingen de waarheid op de kop zet met
te schrijven, dat het Nederlandse
rijkspersoneel voor f 1.2 milliard per
jaar bijdraagt tot het nationaal inko
men in plaats van te zeggen „leeft" van
het nationaal inkomen.
In de beschouwingen in de Millioenen
nota 1952 aangaande de verschillende
onderwerpen van Staatszorg worden de
hoofdpunten van het in 1952 te voeren
beleid zoals dat in de begroting tot
uitdrukking komt. naar voren gebracht.
Duidelijk blijkt daaruit, dat practisch
elk onderdeel der Staatswerkzaamheid
in 1952 in grote mate de invloed zal
ondervinden van de beide reeds eerder
genoemde centrale problemen van de
regeringspolitiek in deze tijd, n.l. de
militaire inspanning en het sluitend ma
ken van de betalingsbalans.
Voor wat de militaire inspanning zelf
aangaat zijn bij het onderdeel „defensie"
in dit hoofdstuk der Millioenennota de
volgende cijfers opgenomen (in mill,
gids.):
Gewone Dienst Buiten
en Buitengewone gewone
Dienst I Dienst II
1951 1952 1951 1952
Algem. uitgaven 34.1 33.9 0.5 0.4
Leger 703.3 721.9 146.0 72.3
Luchtmacht 169.2 235.9 52.4 40.0
Marine 200.3 194.2 101.2 131.6
Burgerlijke
Verdediging 4.0 9.8 46.0 14.7
Mil. pensioenen
en wachtgelden 43.0 45.3
De in de Millioenennota opgenomen
staatsbalans per 31 December 1950 toont
aan, dat het nadelig balanssaldo ver
minderde van f 15.066 millioen op 31
Dec, 1949 tot f 10-689 millioen on de
zelfde datum van 1950. Een verbetering
derhalve van f 4.377 mill. Deze daling
is voor een groot gedeelte, n.l. f 2.964
millioen toe te schrijven aan bijzondere
mutaties. Deze bijzondere mutaties
zijn o.m-: baten voorgaande jaren f 44
mill.; tegenwaarderekening f 1.039 mill.;
hogere waardering staatsbedrijven f 706
millioen; hogere raming belastingen
f 906 mill.; lagere raming oorlogsscha
deverplichtingen f 213 mill.; diverse
mutaties f 128 millioen.
1.153.9 1.241.0 346.1 259.0
Zoals blijkt zal ook voor 1952 weder-
de noodzaak om investeringen te be
perken. In het bouwprogram voor
het komende jaar is gerekend op de
bouw van 40.000 woningen. Het zal
van het grootste belang zijn Indien
binnen het kader der. flnancierings-
mogelijkheden het aantal kan wor
den opgevoerd. Dit onderstreept de
noodzakelijkheid om te blijven stre
ven naar verdere verlaging van de
bouwkosten en om een zó groot mo
gelijk aantal woningen als duplex-
woningen in te richten, teneinde met
de beperkte middelen, die ter be
schikking staan, een hoger nuttig ef
fect te bereiken.
Het lid der Tweede Kamer, de heer
Andriessen (K.V.P.) heeft aan de mi
nister van Sociale Zaken en Volks
gezondheid o.a. gevraagd, of het waar
is. dat er een ingrijpende reorganisatie
var. het Rijksarbeidsbureau, en wel
met ingang van 15 September of daar
omtrent, zal plaats vinden.
Is de minister niet van oordeel, dat
het wenselijker geweest ware met deze
reorganisatie te wachten tot de Staten-
Generaal uit de begrotingshoofdstukken
hiervan kennis hadden kunnen nemen
en daarover eventueel met hem van
gedachten hadden kunnen wisselen?
Bij de Tweede Kamer is ingediend
het wetsontwerp tot vervallenverkla
ring van het besluit betreffende de in
stelling van een bijzonder ongevallen
fonds.
Ten laste van dit fonds kwamen de
schadeloosstellingen ter zake van onge
vallen, welke zich na 14 Mei 1940 voor
deden en welke hun oorzaak hebben
gevonden In oorlogsgewelddadigheden.
Deze ongevallen werden voornamelijk
veroorzaakt door het exploderen van
landmijnen e d. Thans komen derge
lijke ongevallen nog zó sporadisch voor
dat de minister van Sociale Zaken het
ge wenst acht tot de liquidatie van het
bijzonder ongevailenfonds over te
gaan.
MINISTER LIEFTINCK.
Van het totaalbedrag van door he
C t—Riik verschuldigde oorlogsschade ad 6.
bedragen te zullen ontvangen n.l. resp.
f 940 mill, en f 665 mill, voor 1952 tegen
f 937 mill- en 635 mill, in 1951. De ven
nootschapsbelasting zal eveneens voor
de schatkist een kwalitatief beter melk
koetje worden, dat in 1952 f 515 mill,
gaat opleveren tegen f 445 mill, in 1951.
Het bedrag der belastingmiddelen,
dat aan het Rijk ten goede komt, kan
als volgt worden berekend:
in mill.
Raming opbrengst f 4.969.4
Hiervan komt ten bate van
het Gemeentefonds f 475-6
het Provinciefonds 28.6
het Landbouw
Egalisatiefonds 7.5
Het voor ons belastingplichtigen
minst aantrekkelijke, doch ongetwijfeld
meest belangrijke deel van de Millioe
nennota is, dit is wei duidelijk, 's minis
ters raming van de belastingopbrengsten
voor het jaar 1952. Welnu deze zijn
allerminst mals. De minister raamt n.l.
de belastingopbrengst voor 1952 op niet
minder dan f 4-969 mill, tegen een ra
ming voor 1951 van f 4.715 mill. Voor
1951 raamt de minister de inkomsten
uit extra fiscale baten nog op f 455 mill.,
terwijl deze voor 1952 op nihil worden
geraaimd.
Belangrijke hoger opbrengsten wor
den geraamd voor omzetbelasting n.l-
f 1.300 mill, tegen f 1.185 mill., waar
mede deze belasting een van de be
langrijkste bronnen van inkomsten
voor de staat vertegenwoordigt. De
minister meent ook uit de inkomsten
belasting en de loonbelasting grotere
De nationale schuld van Nederland
bedroeg per 30 Juni 1951 f 24.933 mill,
tegen f 26.704 mill, per 30 Juni 1950.
Kort en krachtig weergegeven kan men de Begroting 1952 als volgt sa
menvatten:
1. De gewone dienst, de buitengewone dienst I en het Landbouw-Ega-
lisatiefonds wijzen een voordelig saldo aan van f 304 millioen.
2. De buitengewone dienst II (kapitaaldienst) toont daarentegen eeh tekort
van f 571 millioen, zodat
3. de gehele dienst een tekort aanwijst van f 267 millioen.
4. Twee centrale problemen beheersen de nota, n.l. de extra zware in
spanning die wij ons moeten getroosten voor de verdediging van de Wes
terse wereld en het streven naar een evenwichtige betalingsbalans.
5. Het tekort ad f 267 mill, zal moeten worden gedekt, eensdeels door
achterstallige belastingen, anderdeels door het sluiten van leningen.
6. De defensie zal 28.2 pet. opeisen van het totaal van de staatsuitgaven
en 9.7 pet. van het nationale inkomen. Totaal f 1.500 mill.
7. De belastingontvangsten raamt de minister op niet minder dan f 4.949
millioen.
8. Defensie-inspanningen eisen beperking civielverbruik w.o. verminderde
woningbouw. De minister dringt aan op meer duplexwoningen en eenvou
diger woningtype, want
9. het Bouwplan 1952 zal waarschijnlijk niet meer dan de bouw van 40.000
woningen toestaan.
10. Onzekere elementen als verslechtering ruilvoet, vermindering afzet
en inflatoire krachten in het binnenland kunnen ingrijpende maatregelen
noodzakelijk maken, tot bescherming van de deviezenvoorraad.
Tot de hoofden der openbare scholen
en van bijzondere scholen voor voort
gezet gewoon lager en gewoon lager
onderwijs heeft de min. van Onderwijs.
Kunsten en Wetenschappen op verzoek
van de Vereniging voor Internationale
Rechtsorde (de Nederlandse afdeling
van de Wereldbond van Verenigingen
voor de Verenigde Naties) zich gewend
met verzoek 24 October op de scholen
de dag van de inwerkingtreding van
het Handvest der Verenigde Naties te
herdenken. Deze dag is gewijd aan het
bekendmaken aan de volken der we
reld van de doeleinden en resultaten
van de V. N. en het verkrijgen van
hun steun voor de werkzaamheden van
de V. N. Speciaal in deze tijd, vol van
internationale spanningen, acht de mi
nister het van belang, dat de jeugd op
de noodzaak van internationale samen
werking wordt gewezen.
1) Hieronder begrepen wegens kapitaaldeelneming Nederlandsche Spoorwegen f290
millioen.
2) Hieronder begrepen een uitkering wegen* oorlogsschade aan de Nederlandsche
Spoorwegen f 80 millioen.