Schrijven van Z.H. de Paus aan Katholieken van Nederland in l€<s „HEI BOEK IK" VAN BERT SCHIERBEEK Een experimentele roman; eerste in Nederland b üiM&ta HendrikWiegersma zestigjaar U Dankbaarheid voor steun aan Genoot schap tot Voortplanting van het Geloof Vergevens gezindheid D MET SCHILDPAD ALS „HOED VOOR DE TELEVISIE ZIJN BETEKENIS 30.000 sigaretten in beslag genomen WEK DE GAL IN UW LEVER OP o»« DRIE EXPOSITIES LITERAIRE KRONIEK Voor de vuist wej Kerklatijn GEERVLIET ZATERDAG 6 OCTOBER 1951 PAGINA 3 M presteert méér onder het genot van de getonde en verfrissende in Amsterdams Stedelijk Museum Eerste Avro-uitzending Bijbels geïnspireerd r Pijnlijk, pijnlijker, pijnlijkst DOOR ALEXANDRA ORME Bij van manoeuvres terugkerende militairen Mej. M. E. Nolte cum laude gepromoveerd Liturgische weekkalender Ook hoort boortoestel Keizersgracht 411 Amsterdam-C Advertentie By schrijven van 30 Augustus 1951 in Nederlandse tekst en met persoonlijke ondertekening heeft de H. Vader Katho liek Nederland vereerd met zijn ant woord op de aanbieding der z.g. Paus- brieven, waarin zeer vele Katholieken by gelegenheid van Missie-Zondag in het H. Jaar zich opgaven als lid van Zijn voornaamste Missiegenootschap tot Voortplanting van het Geloof en waarin sij beloofden de kleine verplichtingen aan dit lidmaatschap verbonden trouw te zullen vervullen. Uit dit antwoord van de H. Vader blijkt Zijn hoge dankbaarheid niet al leen tegenover al degenen, die toetraden, maar ook, en wel heel byzonder, tegen over de Katholieke pers, de KRO en de duizenden zelateurs en zelatricen, aan wier toegewijde ijver vooral de toen be haalde resultaten te danken zyn. Missie-Zondag 1951 stelt de eenenze ventig pet. der Katholieken, die nog geen lid zijn van het Genootschap, in de ge legenheid de H. Vader op gelijke wijze te verblijden door dit jaar aan Zijn uit drukkelijke wens te voldoen, n.l. door in eigen parochie toe te treden tot Zijn Genootschap tot Voortplanting van het Geloof. Het Evangelie van de H. Mis van morgen de 21e Zondag na Pinksteren illustreert een van de fundamenteelste leerstellingen van het Christendom. De liefde is Gods grootste gebod: echte, levende, daadwerkelijke liefde, die niets met woorden uitstaande heeft, maar daden eist: hulpvaardig heid, barmhartigheid, vergevensgezind heid. Deze laatste deugd is het, die Christus ons in Zijn parabel van de hardvochtige knecht met niet mis te Verstane duidelijkheid als plicht oplegt. Een koning houdt afrekening met zijn dienaren. Een van hen is hem 10 dui zend talenten schuldig, een fantastisch hoge som, die volgens onze maatstaven pussen de 25 en 30 millioen gulden ligt. Het afbetalen van een dergelijk bedrag toag zonder meer onmogelijk worden geacht. Als dan de dienaar zijn heer om geduld smeekt, en belooft alles te zul len betalen, heeft de koning medelijden jhet hem en schenkt hem de hele schuld kwijt. Maar dan ontmoet de bevoor rechte een medeknecht, die hem onge veer 45 gulden schuldig is- Hij grijpt ?etn bij de keel en eist volledige beta- ldg. Met dezelfde woorden als zijn chuldeiser gebruikte tegenover zijn oning smeekt hij om geduld. Maar ®ze kert geen medelijden. Hij laat zijn tfhtildenaar in de gevangenis werpen 2jat de hele schuld betaald zal zijn. tip it; ongehoorde optreden verwekt hef- bfiefl ontstemming onder zijn mede-ar- drap s- De koning wordt van zijn ge- de h p de hoogte gesteld en dan komt onve ï.dvochtige knecht tegenover een Jéén ddelijke vechter te staan, die al- la.,, strikte rechtvaardigheid raat gelden. ♦„t/uL vvfrdt overgeleverd aan de beulen, tOtoat hij zijn hele schuld zal hebben voldaan. Voor ons gewone menselijke gevoel reeds ontbreken de woorden om de verontwaardiging uit te drukken, die zulk een meedogenloos en hebzuch tig gedrag gaande maakt. Maar Christus' bedoeling is niet hiermede de menselijke verhou dingen in het rechte spoor te bren gen. De koning uit de parabel is God, en de hardvochtige dienaar is een beeld Van „d e" mens, die in onmetelijke mate schuldig staat tegenover zijn Schepper, in Zijn oneindige goedheid schenkt Gód de mens zijn schuld kwijt, telkens en telkens weer. Zijn Sacramenten en ge bade staan ons allen ten dienste om ®terk te ziin in de strijd om de heilig heid. a Haar als God ons vergiffenis schenkt, ah verwacht Hij ook van ons. dat wij, p onze beurt, vergevensgezind zijn je- ns onze medemensen. T\ it is de grote les van het Evangelie Jvan deze Zondag. Om deze goed te begrijpen, is het van belang ons rekenschap te geven van ons wer kelijke gedrag. In het „Onze Vader", «at wy allen dagelijks bidden, vragen zÏÏi..God °ns onze schuld te vergeven, dat tegenover anderen doen. dat wij op ons zoals Zijn Wij daa" ons er van bewust, nemen?6 6en groot risico zindh8eid?aLhet met onze vergevensge- ak wii k„ t is wel niet overdreven, nog alle^tp6!1' dat wij in dit 0Pzich* eens nagaan Veren hebben. En als wij wii al SDoeri- e dat komt, dan stoten overschatting gw?f heibKnliefde ®n een „kleinemajesteft»ben van °ns zelf aan ieder de vfi elt gemaakt, waar- digd is. Het optreden verschul- genover ons zien wij si„a j anderen te- een vergrootglas, hun tot ons door een luidspreker ^odaf^e geringste feilen hoor. en' zichtbaar wor! En dan voelen wij ons beledigd en in met bereid tot vergiffenis vooral ner ons in alle vorm genoegdoening is aangeboden. Wij gaan nog verder en ^agen het onze medemensen huln Pn Vriendelijkheid te ontzeggen, als wii "enen, dat hun levenshouding niet J da i? ze moet ziin- Hat wij hierdoor ver- kcVT dicht bij huichelarij en farizeïsme j?en, ontgaat ons ten enenmale, te pbiand heeft het recht met stenen Zijn Hen. Niemand mag een medemens den hulp en voorkomendheid onthou den 2elfs niet> wanneer wij z.g. bele- een* ?Ün. Eigenlijk kunnen wij niet ject- heledigd worden. Een eerlijk en ob- duia f 00rdeel over ons zelf toont ons „nia- dat er waarachtig van geen als steitsschennis" sprake kan zijn Word'1-' al eens wat onheus behandeld Vera Bovendien, hoe kunnen wij ^antwoorden, dat wij telkens weer meten? Daar dat£?eï,Wee maten meten: vaar wij heel a Wat anderen ons aandoen, ge_ wij aailders beoordelen dan dat, wat Er en te verduren geven! ons eeH„TOaar één ïuiste maatstaf voor aan de Cg: het Evangelie doet ons die heid en d- Liefde, d.i. barmhartig- a 1 onze vergevensgezindheid tegenover weest k u0demensen. Wie zwak is ge- gingVel °6ft onze steun en hemoedi- te gronde zijn geestelijk en zedelijk sen zich gaan, omdat hun medemen- deze veralf hen afkeerden. Wie kan Zoals wii jrdeliikheid dragen? eens de nderen behandelen, zo zal optreden rflndig rechtvaardige Rechter aan liefrieiÜge,ns ons- De wereld sterft behoort tot a vergevensgezinancid Wie h,L t e ,Praktijk van de liefde, de naam rv. rt schiet, matigt zich naam Christen ten onrechte aan. L. De brief van de H. Vader luidt als volgt: „Wij spreken Onze grote voldoe ning uit jegens Onze dierbare kinderen in Nederland, die wederom met zoveel edelmoedigheid hebben beantwoord aan de oproep, welke in hun nobel land is gedaan ten bate van het Pauselijk Ge nootschap tot Voortplanting van het Ge loof. Het welslagen van de Missie-Zondag is vooral te danken aan het belangrijke aantal nieuwe leden, hetgeen blijk geeft van de groeiende belangstelling voor dit voornaamste Pauselijke Missiege nootschap en een duidelijk bewijs vormt van de lofwaardige ijver en het bran dende verlangen om de talloze zielen, die helaas nog in de duisternis gedompeld zijn, deelgenoot te maken van het bui tengewone voorrecht van het ware Ge loof in de Christus. Van ganser harte smeken Wij dan ook de overvloedige Zegen des Hemels af over de leden van het Pauselijk Genoot schap tot Voortplanting van het Geloof. Aan hen derhalve, alsook aan al de genen, die ertoe hebben bijgedragen om in Nederland het missie-ideaal te ver breiden door het aanwerven van zo vele nieuwe leden, hetzij door middel van de Katholieke Pers of Radio, hetzij door het toegewijde ijveren van de pa rochiale zelatricen en zelateurs, verlenen Wij, als onderpand van steeds troosten- der en tastbaarder resultaten, Onze Va derlijke Apostolische Zegen." Van het Vaticaan, 30 Aug. 1951 Gedurende deze maand zullen in het Stedelijk Museum te Amsterdam drie exposities van betekenis worden ge houden. Gisteren en vandaag werden respec tievelijk geopend tentoonstellingen van Chabot, „De Groep 1951" en van H. Wiegersma. De groep, die geen vaste vereniging van kunstenaars is, draagt geen dog matisch karakter, doch let bij haar sa menstelling slechts op kwaliteit en persoonlijkheid. Tot de deelnemers aan de tentoonstelling van de Groep 1951 behoren o.a. M. Andriessen, B. v. d. Leek, P. Ouborg, J. Raedecker en Char ley Toorop. e goedertrouwe lezer, die per ongeluk „Het Boek Ik" 1) van Bert Schier- beek in handen krijgt, hoeft deze roman maar even in te kijken om te weten, dat hij zo iets onzinnigs nog noo'it van zijn levensdagen onder ogen heeft gehad. „Het Boek Ik" is namelijk de eerste Nederlandse experimentele roman. Het is een roman zonder geordend verhaal, zonder omlijnde karakters en zonder een volzin, die in een gangbaar verband met de context staat. Toch is het, voor wie zich niet kopschuw heeft laten maken door de woordenchaos, die het boek deswege bij eerste aanblik biedt, een leesbaar boek. Het is zelfs, indien men zich zonder het élan van de mens, die nu eens even alles redelijk begrijpen wil en vooral zonder laatdunkendheid aan de lectuur zet, een buiten gewoon aangrijpend boek. Ook zonder dat het 'in de toekomst een groot kunst werk genoemd hoeft te worden', zal het recht behouden op een vermelding in onze letterkundige geschiedenis. Want het is het bijzonderste, in zijn „onzinnig heid" vruchtbaarsteen vernieuwendste prozawerk, dat sinds de oorlog in Ne derland verscheen. De AVRO begon Vrijdagavond, als eerste der omroepverenigingen, zijn eerste televisie-uitzending, die opende met een kort woord van de voorzitter de heer G. de Clercq. De directeur van de AVRO, W. Vogt. verscheen daarna op het scherm en hij vertelde over de pionierstijd van de radio en toonde ter vergelijking de oudste microfoons en ontvangtoestellen met daarnaast het allernieuwste bij de televisie gebruikt microfoontje, dat niet groter is dan een vingerhoed. Beeld en geluid waren goed, al was het eerste niet geheel zonder vlekjes- Vervolgens kwam een buitenlands overzicht, dat verzorgd werd door de journalist H. Koemans, die zijn woor den toelichtte met behulp van foto's, filmshots, een kaait en een aardbol. Hij sprak over de Perzische kwestie, de komende verkiezingen in Engeland en de ziekte van de Britse koning. In de rubriek „T.elevizier" werden enkele filmpjes vertoond, o-a. over de drie-Octoberfeesten in Leiden. Ook de sport was in deze rubriek vertegenwoordigd. Reporter Dick van Rijn bracht Fanny Blankers-Koen en Piet Kraak in een kort interview op het scherm. Na een filmpje over het Nationaal Park De Hoge Veluwe, werd het eerste deel van het programma besloten met een causerie van dr- A. F. j. Portielje. Deze had een Braziliaanse reuzenpad als medewerker medegebracht, waar over hij het een en ander vertelde. Tot slot zette hij de pad op het hoofd van de omroepster Netty Rosenfeldt, die on der deze hoofdbedekking een bepaald griezelig gezicht zette. Na de korte pauze volgde het meer luchtige gedeelte, Chiel de boer en de zijnen brachten wat caberet, waarna een schimmenspel van Chiel de Boer volgde. „Het Boek Ik" zal hopenlijk over een jaar of tien een boek zijn gewor den, waarvan men zich alleen nog maar de conclusie en een paar bijzon der vervoerende fragmenten voor ogen wil halen. Men mag het dan gerust een „verouderd" boek noemen, want het zal dan tevens een document zijn ge worden, waarvan men zeggen moet: ethisch, aesthetisch en stilistisch groef „Het Boek Ik" zich heen door de ar tistieke vertwijfeling, waarvan in die dagen luidruchtig sprake was. Het Ik, die uitvinding der diepte-psychologie, welke wetenschap het aanzijn had ge geven aan de zogenaamde psychologi sche roman, verkreeg in dit boek de onhoudbare vernielingskracht van ga- splitste atomen. Het Ik immers, was in vele opzienbarende romans uit het zie leleven afgezonderd, teneinde de schrij vers in staat te stellen hun lezers een dieptebeeld te geven van de mens en het mysterie van zijn menselijkheid; men vond het een duister mysterie. Men was pessimistisch gestemd wat be treft het menselijke zedelijke bewust zijn. Het was namelijk gebleken, dat een mens, die zich door strafwetten noch menselijk opzicht gehinderd voel de, licht geneigd was over hulpeloze medemensen terreur uit te oefenen; concentratiekampen op vele plaatsen ter wereld leverden de proefondervin delijke bewijzen van de machtswellust, Vrijdagavond is de A. V. R. O. ge start met ha/ar eerste televisiepro gramma, uitgezonden uit de studio te Bussum. Dr. A. F. J. Portielje, inspecteur van de levende have van „Artis", trad op in de rubriek „Wij kijken samen naar dieren". Dr. Portielje toont de A. V. R. O.- televisie-omroepster me j. Netty Rosenfeldt een Braziliaanse reuzen- pad. die in de menselijke ziel aan bod komt, zodra hij de maatschappelijke orde niet hoeft te vrezen. De mens scheen er een sensueel behagen in te scheppen andere mensen te doen vrezen en te doen lijden. Dit was, gezien in het geestelijke kli maat dier naoorlogse jaren, een neer slachtig makende ontdekking. De we tenschap hield zich er mee bezig; de godsdienst hield zich er mee bezig; de kunst hield zich er mee bezig. Maar intussen ging men verder met het split sen van het ik uit het zieleleven en met het splitsen van het gesplitste ik. Dit leidde tot een volkomen desinte gratie van het natuurlijke leven. Ook dt verhouding tussen Schepper en schep sel werd er door aangetast. Geloof, hoop, liefde en berouw werden allengs ontmanteld tot troosteloze kernen van doodsangst. De jonge romanschrijver Bert Schier- beek nu, meende de rampzaligheid van deze desintegratie niet beter te kunnen aantonen dan door in zijn kunst zo on gekunsteld mogelijk uiting te geven aan de desintegratie van zijn eigen ik. Dit betekende voor hem: zich een ro man lang te laten drijven op zijn on derbewustzijnsstroom. Aan wat er dan uit zijn binnenste naar buiten kwam, zou aller ik zich kunnen spiegelen. Al ler ik zou kunnen zien: dit is het einde van de illusies, dit is het tot in zijn ker nen gesplitste en ontzielde leven. Laat ons nu weer zien te komen tot een nieuw begin: tot een onverdeeld wij. Terecht kon de schrijver eindigen met het uitspreken van deze elementaire zekerheid: de wereld is nog onbewoond de wereld is nog nooit getekend droog hout en honger de harde hand wij gaan bewogen' heen in andere namen. Op dat moment was de romankunst in Nederland over haar dieptepunt heen. Er viel niets meer te analyseren, niets meer te splitsen. Schierbeek had de oude techniek van het romanschrij ven ten einde gevoerd. Men kon weer fris beginnen met het leven te aanvaar den als een gave Gods. Dit was, zonder Schierbeek's paardenmiddel, niet doen lijk voor de wroetende auteurs. Zij bleven nog wel een tijd voortschrijven in hun geijkte trant, maar moesten spoedig toegeven, dat het uiterste be reikt was. Zij hielden dus op. Aldus laat zich mogelijkerwijs metter tijd, maar ook heden, de zin van dit onzinnig experiment verklaren. In het buitenland werd het al eerder onder nomen o.a. door Antonin Artaud, Henri Michaux en James Joyce. In Nederland beperkte de experimenteerlust zich vrij wel uitsluitend tot stijlvernieu- w i n g van de roman. Maar het experi ment van Schierbeek is iets essentieel anders: het innoveert een nieuwe ro man. Sommige delen van „Het Boek lk" kan men beschouwen als bittere persi flages op geijkte romankunst; zo bij voorbeeld Hoofdstuk II, waarin wij flit sen te zien krijgen uit het leven van Groninger boeren. Door hier in streek taal enkele zinnen, die uit een degelijk plattelandsverhaal konden zijn genomen, in zijn eigen gevoelsstroom mee te voe ren slaagt hij er in heel de geveinsdheid der stoere noordelijke boerenromantiek bloot te leggen. Dit hoofdstuk is trou wens heel belangrijk voor onze kennis van de gemoedsgesteldheid van de schrijver. Hier openbaart hij zijn gods dienstige trek: zijn kinderlijke desillusie in het zelfverzekerde calvinisme, waarin hij opgroeide. Eigenzinnig, maar wel ty perend schrijft hij: „O volk met de ijzeren handen be grijp dat God zich heeft doodgeweend om uw polders zee te laten, maar uw eigenwijze handen wilden bouwen en bebouwen en woestijnen brood schep pen en de nijd om de eerste hap...." Als volgt persifleert hij de zelfverze kerde boerenwijsheid: „Een arbeider is een man die op 't land van 'n boer werkt en geen boer is omdat zijn vader geen boer was.... Advertentie omdadde nait zo wied kieken ken, zee de Boer, 't overleg hedde nait. En een mens is dood als zijn hart niet meer klopt en liefde is liefde maar centen zijn centen en zonder geld kom je nait wieder en het hart is een hart en 't zei haard wezen want gevoel is gevoel en verstand 't verstand en 't laatste hólt alles bie mekoar, 't is de dijk om de polder, de wieken van de molen, de ziele van 't woater en de ziele der ziel." Allesoverheersend in dit boek Ik is de roep om liefde. Die roep weerklinkt in alle toonaarden van gemis: gaat dan en eet het brood kóóp het!.Want wie verdient? Wie, God o wie verdient hier het brood als hij het niet nagelschraapt in het hart van zijn naasten?" En elders klaagt hij, iets te vernuftig, in een liefdesverklaring: „Maar je woord rijmt op moord en je geboden op doden en begeer niet het goed van de naaste is het naaste wat men begeert." Toch is het onmogelijk om met citaten, en men zou er veel pakkende willen ge ven, een goede indruk te vestigen van dit wonderlijke boek. Het is geen boek voor iedereen; iemand zou er zich uit misverstand aan kunnen ergeren: het is cru en teder, blasphemisch en heiligend, krankzinnig en wijs. Het werd zeer bij bels geïnspireerd; is oud-testamentisch in zijn vreze des Heren; apocalyptisch in zijn verwachting. Het wordt gedragen door een godsdienstig schuldbesef, het welk de schrijver door allerlei weten schappelijke verklaringen ondergraven weet: „De schuld is uit de mode dames en heren, wij hebben nu de psychologie van de angst Soms heeft deze ro man de duisterheid van een bezwerings ritueel; soms de vervoering van een hooglied; enkele passages zijn pure mys tiek. Ik aarzel niet „Het Boek Ik" een diepdoorleefd religieus werk te noemen. Ik kan onmogelijk door alle passages worden meegesleept of voor alle typo grafische grillen bewondering koeste ren. Maar in grote trekken schijnt dit boek mij toch bóven het experiment uit gestegen te zijn. Bij tweede lezing wordt men op bijna iedere pagina getroffen door momenten van weergaloos zuivere verwoording van het onzegbare. Nee, dit is veel meer dan een weergave van woorden, gedachten en gevoelens in een klakkeloos associatief verband. Dit boek is ethisch, aesthetisch en sti listisch verantwoord, het draagt de su blimiteit in zich van nog (ook door Schierbeek) te schrijven romans. NICO VERHOEVEN Zoals men heeft kunnen lezen, werd op het plaatselijk kantoor van de Afdeling voor Technische Bijstand van de Verenigde Naties te Djakarta een receptie gegeven ter ere van de Directeur-Generaal van deze afdeling. Dr. H. L. Keenleyside. Op deze receptie verscheen ook de beruchte finantiële tovenaar van wij len Hitler's Derde Rijk, Dr. Hjalmar Schacht. De heer Keenleyside wei gerde echter Schacht de hand te drukken, daarbij verklarend, dat hij dezelfde mening was toegedaan als alle fatsoenlijke lieden, die met Schacht's geschiedenis bekend zijn. Later voegde hij daar nog aan toe een speciale studie gemaakt te hebben van de gedragingen van Schacht geduren de de oorlog en daarvoor, en op grond daarvan beschouwt .hij Schacht als iemand, die met alle winden mee- waait, zonder principes en als een ver achtelijke schurk. Dit was pijnlijk voor Schacht, maar ongetwijfeld pijnlijker voor de Indo nesische regering, die Schacht als ere gast heeft ontvangen en als finantieel adviseur gebruikt. Het pijnlijkst van alles is echter, dat iemand, die met alle winden meewaait en zonder prin cipes schijnt te zijn, in de naoorlogse wereld vaker als een „handige vent" wordt geprezen dan als een verach telijke schurk wordt gemeden. 1) Bert Schierbeek: Het Boek Ik, Uitg. Bezige Bij, Amsterdam '51. Advertentie U zult 's morgens «kiplekker" uit bed springen. Elke dag moet uw lever een liter gal In uw ingewanden doen stromen, anders ver teert uw voedsel niet. het bederft. U raakt verstopt, wordt humeurig en loom. Neem de plantaardige CARTER'S LEVERPIL LETJES om die liter gal op te wekken en uw spijsvertering en stoelgang op natuur lijke wijze te regelen. Een plantaardig zacht middel, onovertroffen om de gal te doen stromen. Eist Carter s Leverpilletjea. DE RUSSEN KOMEN VERTALING) FRANS VAN OLDENBURG ERMKS HOOFDSTUK VI 1—7 JANUARI ^pó^OCa Voor de eeuwen van vlijt en zwoegen, die er achter onze technische verworvenheden schuilen. En daar ligt verwonderlijks in. Rusland nam het lot van fototoestellen, radio's of welk ander technisch ding ook. En hoe dol zijn de Russen op schieten! Na vier jaar oorlog was de Russische soldaat het Des morgens liep ik rechtstreeks naar de kelder. De weinige dagen, welke we daar hadden doorgebracht, leken nu een eeuwigheid, en we hadden er zoveel in beleefd, dat ik me er niet van kon los rukken. De Zwijger en zijn gezin waren bezig, er uit weg te trekken, Marietta bezwijkend bijna onder haar last van koffers en kleedjes, terwijl de Zwijger zelf toekeek en haar zei, zich niet al te zeer te vermoeien. „We hebben alles verloren", steunde hij. ,,'t Is verschrikkelijk, vreselijk! Ik ben straatarm". Hij herhaalde dit steeds maar op nieuw, en zoveel medelijden had hij met zichzelf, dat hij vergat, zijn vrouw te helpen. Op dit ogenblik kwam Franzi uit het dorp terug met het nieuws, dat er juist twintig Russen waren aangeko men met een honderd paarden, allemaal ziek of gewond, en dat er een veterinair hospitaal in Mora zou komen. Dit be tekende, dat we al een goed eind veilig achter het front lagen en was, als zoda nig, goed nieuws. Ik hoefde die eerste dag niet te werken en wandelde dus wat in de tuin, nauwelijks in staat om te geloven, dat ik thuis was. Bij de ver nielde heining lagen de overblijfselen van de drie wagens, welke de Russen daar hadden achtergelaten. Alle drie wa ren ze van Amerikaans fabrikaat. Er stond in grote, rode letters op geschil derd: Voor het vaderland, Naar Berlijn, De Overwinning is nabij. Ze staken diep in de bevroren modder en waren be roofd van hun wielen en motoren. De Russen zijn uitstekende chauffeurs, zoals bijvoorbeeld ook de Arabieren, en ook uitstekende monteurs, maar ze gaan zo zorgeloos en roekeloos met hun ma chines om, dat die van hun bekwaam heden maar weinig profiteren. Niets wat machinerie is, zullen ze nu eens echt goed verzorgen, en ze zullen drie tot vijf keer meer ammunitie verbruiken dan strikt noodzakelijk is. Even angstwek kend verkwistend als ze zijn met de gaven der natuur, zijn ze ook met wat de mens gemaakt heeft. Dit is niet te wijten, zoals menig Eu ropeaan denken zou, aan vernielzucht. Neen, het is alleen maar, dat ze geen respect hebben voor een andermans !!Ced^La_an bet proces van uitvinden "j* ™e.°™ en proberen, van onderzoek en ontdek king, dat gedurende de laatste twee of op ieder uur van de dag of van de nacht af te schieten, alleen maar voor het drie eeuwen door de beschaafde wereld Plezier in de knaL Ru.s?ei] worden niet is uitgevoerd. Rusland krelg onzl hele k,nH—T" beschaving compleet als op een blaadje geserveerd, nauwelijks twintig jaar ge leden. Het waren onze voorouders en grootvaders, niet de Russen, die aan de mensheid vergrootglas en microscoop schonken, die ons in staat stelden om de hele wereld te bestrijken met tele- foon en radio. Zij vonden het ijzeren paard uit, toen in Rusland een troïka volwassen. Ze blijven kinderen, ik weet niet, waarom dit zo is, maar wel weet ik, dat, als men de Russische „massa" onder dit aspect beschouwt, je vele din gen begrijpt, vele andere dingen ver geven zult. Tegen de avond waren de Zwijger en de zijnen uit de schuilkelder verhuisd met achterlating alleen van Fifi, Jack en Franzi. Jumbo had het goed gevonden, nog het beste vervoermiddel waSi dat er dat ik met hen nog een laatste af scheids bestond. En stoomboten stoomden af en aan op de rivieren van Amerika en Eu ropa, toen in Rusland nog de sleepboten werden voortgetrokken op het rhythme van de „Wolga-bootsman". We hebben geleerd om de machines te respecteren, geconstrueerd dank zij de inspanning onzer vaderen, zoals we ook onze eigen vingers, onze eigen handen respecteren. Dit is ons erfdeel en het is deel van ons bloed geworden. Onze vaders herinne ren zich nog, hoe al die machines onder hun eigen ogen vorm kregen, groeiden en zich vervolmaakten. We kregen ze niet pasklaar cadeau; ze kwamen niet voor ons als uit de hemel vallen, als het manna in de woestijn, zoals dat voor de Russen het geval was; en dit is de reden waarom we ze met zoveel res pect behandelen. Maar zo is het niet met de Russen. Al dat glimmende speel goed vond nauwelijks twintig jaar ge leden voor het eerst zijn weg naar Rus land; en toen. voor het eerst, maakten de Russen kennis met radio's, auto's, schrijfmachines en bedrijfswerktuigen in hun tegenwoordige, volmaakte staat. Sedert hebben ze steeds maar met die vreemde speelgoeddingen gespeeld als nacht daar zou doorbrengen, en om het zo gezellig mogelijk te maken hadden we alle drie de honden Isa, Samuel en Alf uitgenodigd om ons gezelschap te komen houden. Isa en Alf zijn al be kend. Samuel is echter nog niet voorge steld. Er valt niet veel over hem te zeg gen. Hij was nog jong, nauwelijks vier maanden oud en zonder iets, dat op een speciaal ras wees. Hij was klein, met spitse oren en een vossenkop, en had qua bouw nog het meeste van een fox- terrier weg. Hij was nooit stil en moest altijd ergens aan knabbelen. De Russen waren gek op Samuel, want voor hen was hij een stuk speelgoed. Hij was even onvermoeibaar als zij en beknabbelde en bezabbelde hen dag en nacht, want ze vroegen ons steeds weer om hem voor een nacht te mogen lenen. Die drie no digden we uit voor ons afscheidspartij- tje in de schuilkelder. Met de deur dicht voelden we ons als muizen, als de kat dood is. We haalden een fles oude To- kayer te voorschijn en stalen wat van het lekkers, dat Rudi achteloos achter had gelaten, maar we lieten het bij een bonbon de man, want een beetje fatsoen hadden we nog. We gaven Franzi maar kinderen, die ze juist van sFnt Nicolaas een half glas met de mededeling dat zijn cadeau kregen. Ze spelen met stoom machines als met rare poppen, die „Mamma" en „Pappa" kunnen zeggen; ze nemen horloges uit elkaar, omdat het voor hen niet voldoende is, dat een horloge goed gaat, zoals ook een kind er geen vrede mee neemt, dat zijn pop „Mamma" zegt; het leukst is om te zien, wat er binnenin zit, om te zien, hoe de raadjes ronddraaien. En het kan hun geen steek schelen, of na die operatie de pop voor altijd zwijgen blijft en of het horloge niet meer loopt. Zo is ook ouders het niet graag zagen, dat hun zoon alcohol dronk. We aaiden en ver wenden de honden, want die waren nu eenmaal onze gasten, en ik nam Samuel zelfs bij me op mijn strozak en liet hem zonder protest aan me likken en knab belen. Terwijl we daar zo lagen, spraken we opnieuw over ons land, ons huis, onze familie. We hadden dit de laatste tijd steeds vaker gedaan, als een zeker teken van slechte tijden. (Wordt vervolgd). Advertentie VRAAGT OMS PROSPECTUS (Samengesteld door j pater Dominicaan) In verband met het doen inleveren van sigaretten en souvenirs door de mi litairen die terugkeerden van manoeu vres uit Duitsland vernemen wij nader dat een honderdtal militairen van de verzorgingsafdeling van het leger ervan verdacht werd dat zij bepaalde goede ren, o.a. sigaretten, niet op de juiste wijze verdeeld hadden. De marechaussee had opdracht na te gaan op welke wijze de goederen verbruikt waren. Er werden dertigduizend sigaretten en verschillende voorwerpen ter waar de van honderden guldens in beslag ge nomen, terwijl voorts velen blikken margarine bleken bij zich te hebben. De douane liet aan elke militair hon derd sigaretten vrü, omdat dit aantal zonder belasting mag worden ingevoerd. De in beslaggenomen sigaretten waren ongebanderolleerd en kostten voor de soldaten in Duitsland dertig cent per De te Deurne wonende schilder en dokter Hendrik J. N. Wiegersma viert vandaag zijn zestigste verjaar dag, ter gelegen heid. waarvan hij zal worden gehul digd in de sociëteit „De Koepel" te Amsterdam. In de aula van het Stede lijk Museum is een ere-tentoonstelling van zijn werk inge richt. Dokter Wiegers ma geniet overal in den lande en ook daar buiten grote bekendheid om zijn oorspronkelijkheid op beide terreinen van zijn werkzaam heid, Hij is een be kend schilder en een' welhaast le gendarisch ver maard medicus. Dit laatste vindt zijn oorzaak' in de ware en onware verha len over hem, wel ke niet alleen in de contreien waar hij woont in om.loop zijn. Tot het be kend worden van de familie der Wie- gersma's heeft in niet geringe mate bijgedragen 't door Antoon Coolen en door dr. Wiegersma zelf geïllustreerde boek „Dorp aan de flvier". Als schilder zal Hendrik Wiegersma, die in zijn wezen en zijn kimst zeer met het platteland is verweven, eert opmerkelijk contrast opleveren met de puris ten van „De Stijl", die vóór hem i» het Amsterdamse Stedelijk Museum neboen geëxposeerd. pakje, terwijl zij in Nederland de waar de hebben van vijfenzeventig cent. Het is gebleken dat duizenden sigaretten in Duitsland tegen hoge prijzen verkocht werden. Aan de grens werd aan de militairen gevraagd of zij iets aan te geven hadden. De meesten zeiden „nee", aldus onze zegsman. Op het proefschrift; „Georgius Cas- sander en zijn oecumenisch streven" is mej. M. E. Nolte gisteren aan de R.K. Universiteit te Nijmegen gepromoveerd tot doctor in de letteren en wijsbegeer te. De promotor was prof. L. J. Rogier. Paranymphen waren haar zuster Agnes Nolte, het kamerlid, en mevrouw Huts- cler uit Nijmegen. Er was veel belang stelling voor deze promotie o.a. van de zijde van de zrs. Franciscanessen en leerkrachten van het meisjeslyceum te Haarlem, alwaar mej. Nolte lerares is, van afgevaardigden van de meisjesdis puten te Nijmegen, van studenten enz. ZONDAG 7 October: Feest v. d. H Ro zenkrans; eigen Mis; 2 21ste Zondag na Pinksteren; in gelezen Missen: 3 H. Mar cus; 4 H.H. Sergius en gezellen; Cred^ prefatie v. O. L. Vrouw; laatste evangelie v. d. Zondag; wit. MAANDAG: H. Birgitta weduwe; Mis Cognovi; (Roermond: 2 H. Amor); gewone prefatie; wit. Haarlem: octaafdag -ti. Bavo; Mis v. h. feest; 2 H. Birgitta; Cre do; gewone prefatie; wit. DINSDAG: H. Joannes Leonardi, belij der; eigen Mis; 2 H.H. Dionysius en ge zellen, gewone prefatie; wit. WOENSDAG: H. Franciscus Borgia, be lijder; Mis Os justi; 2 tot alle heiligen. 3 naar keuze; gewone prefatie; T DONDERDAG: Moederschap v. O. L. Vrouw; eigen Mis; Credo; prefatie v. u. l. Vrouw* wit. VRIJDAG: Mis v. d. 21ste Zondag na Pinksteren; 2 tot alle heiligen; 3 naar keu ze' gewone prefatie; groen. Utrecht, Haarlem' H Wilfridus, bisschop, belijder. Mis Sacerdotes tui; gewone prefatie; wit. ZATERDAG: H. Eduard, belijder; Mis Os justi; 2 tot alle heiligen; 3 naar keuze; ge- woné prefatie; wit. ZONDAG 14 October: 22ste Zondag na Pinksteren; Mis v, d. dag; 2 H. Calixtus; Credo; prefatie v. d. H. Drievuldigheid; groen. Advertentie er weer by met een modem Vraagt gratis brochure.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 3