Schrijven van Z.H. de Paus aan
Katholieken van Nederland
in
l€<s
„HEI BOEK IK" VAN BERT SCHIERBEEK
Een experimentele roman;
eerste in Nederland
b üiM&ta
HendrikWiegersma zestigjaar
U
Dankbaarheid voor steun aan Genoot
schap tot Voortplanting van het Geloof
Vergevens
gezindheid
D
MET SCHILDPAD ALS „HOED
VOOR DE TELEVISIE
ZIJN BETEKENIS
30.000 sigaretten in beslag
genomen
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
o»«
DRIE EXPOSITIES
LITERAIRE KRONIEK
Voor de vuist
wej
Kerklatijn
GEERVLIET
ZATERDAG 6 OCTOBER 1951
PAGINA 3
M presteert méér
onder het genot van
de getonde en
verfrissende
in Amsterdams Stedelijk
Museum
Eerste Avro-uitzending
Bijbels geïnspireerd
r
Pijnlijk, pijnlijker, pijnlijkst
DOOR ALEXANDRA ORME
Bij van manoeuvres terugkerende militairen
Mej. M. E. Nolte cum laude
gepromoveerd
Liturgische weekkalender
Ook
hoort
boortoestel
Keizersgracht 411
Amsterdam-C
Advertentie
By schrijven van 30 Augustus 1951 in
Nederlandse tekst en met persoonlijke
ondertekening heeft de H. Vader Katho
liek Nederland vereerd met zijn ant
woord op de aanbieding der z.g. Paus-
brieven, waarin zeer vele Katholieken
by gelegenheid van Missie-Zondag in het
H. Jaar zich opgaven als lid van Zijn
voornaamste Missiegenootschap tot
Voortplanting van het Geloof en waarin
sij beloofden de kleine verplichtingen
aan dit lidmaatschap verbonden trouw
te zullen vervullen.
Uit dit antwoord van de H. Vader
blijkt Zijn hoge dankbaarheid niet al
leen tegenover al degenen, die toetraden,
maar ook, en wel heel byzonder, tegen
over de Katholieke pers, de KRO en de
duizenden zelateurs en zelatricen, aan
wier toegewijde ijver vooral de toen be
haalde resultaten te danken zyn.
Missie-Zondag 1951 stelt de eenenze
ventig pet. der Katholieken, die nog geen
lid zijn van het Genootschap, in de ge
legenheid de H. Vader op gelijke wijze
te verblijden door dit jaar aan Zijn uit
drukkelijke wens te voldoen, n.l. door
in eigen parochie toe te treden tot
Zijn Genootschap tot Voortplanting van
het Geloof.
Het Evangelie van de H. Mis van
morgen de 21e Zondag na
Pinksteren illustreert een van
de fundamenteelste leerstellingen van
het Christendom.
De liefde is Gods grootste gebod:
echte, levende, daadwerkelijke liefde,
die niets met woorden uitstaande
heeft, maar daden eist: hulpvaardig
heid, barmhartigheid, vergevensgezind
heid. Deze laatste deugd is het, die
Christus ons in Zijn parabel van de
hardvochtige knecht met niet mis te
Verstane duidelijkheid als plicht oplegt.
Een koning houdt afrekening met zijn
dienaren. Een van hen is hem 10 dui
zend talenten schuldig, een fantastisch
hoge som, die volgens onze maatstaven
pussen de 25 en 30 millioen gulden ligt.
Het afbetalen van een dergelijk bedrag
toag zonder meer onmogelijk worden
geacht. Als dan de dienaar zijn heer om
geduld smeekt, en belooft alles te zul
len betalen, heeft de koning medelijden
jhet hem en schenkt hem de hele schuld
kwijt. Maar dan ontmoet de bevoor
rechte een medeknecht, die hem onge
veer 45 gulden schuldig is- Hij grijpt
?etn bij de keel en eist volledige beta-
ldg. Met dezelfde woorden als zijn
chuldeiser gebruikte tegenover zijn
oning smeekt hij om geduld. Maar
®ze kert geen medelijden. Hij laat zijn
tfhtildenaar in de gevangenis werpen
2jat de hele schuld betaald zal zijn.
tip it; ongehoorde optreden verwekt hef-
bfiefl ontstemming onder zijn mede-ar-
drap s- De koning wordt van zijn ge-
de h p de hoogte gesteld en dan komt
onve ï.dvochtige knecht tegenover een
Jéén ddelijke vechter te staan, die al-
la.,, strikte rechtvaardigheid
raat gelden.
♦„t/uL vvfrdt overgeleverd aan de beulen,
tOtoat hij zijn hele schuld zal hebben
voldaan. Voor ons gewone menselijke
gevoel reeds ontbreken de woorden om
de verontwaardiging uit te drukken,
die zulk een meedogenloos en hebzuch
tig gedrag gaande maakt.
Maar Christus' bedoeling is niet
hiermede de menselijke verhou
dingen in het rechte spoor te bren
gen. De koning uit de parabel is God,
en de hardvochtige dienaar is een beeld
Van „d e" mens, die in onmetelijke mate
schuldig staat tegenover zijn Schepper,
in Zijn oneindige goedheid schenkt Gód
de mens zijn schuld kwijt, telkens en
telkens weer. Zijn Sacramenten en ge
bade staan ons allen ten dienste om
®terk te ziin in de strijd om de heilig
heid.
a Haar als God ons vergiffenis schenkt,
ah verwacht Hij ook van ons. dat wij,
p onze beurt, vergevensgezind zijn je-
ns onze medemensen.
T\ it is de grote les van het Evangelie
Jvan deze Zondag. Om deze goed
te begrijpen, is het van belang
ons rekenschap te geven van ons wer
kelijke gedrag. In het „Onze Vader",
«at wy allen dagelijks bidden, vragen
zÏÏi..God °ns onze schuld te vergeven,
dat tegenover anderen doen.
dat wij
op ons
zoals
Zijn
Wij
daa" ons er van bewust,
nemen?6 6en groot risico
zindh8eid?aLhet met onze vergevensge-
ak wii k„ t is wel niet overdreven,
nog alle^tp6!1' dat wij in dit 0Pzich*
eens nagaan Veren hebben. En als wij
wii al SDoeri- e dat komt, dan stoten
overschatting gw?f heibKnliefde ®n
een „kleinemajesteft»ben van °ns zelf
aan ieder de vfi elt gemaakt, waar-
digd is. Het optreden verschul-
genover ons zien wij si„a j anderen te-
een vergrootglas, hun
tot ons door een luidspreker ^odaf^e
geringste feilen hoor. en' zichtbaar wor!
En dan voelen wij ons beledigd en
in met bereid tot vergiffenis vooral
ner ons in alle vorm genoegdoening is
aangeboden. Wij gaan nog verder en
^agen het onze medemensen huln Pn
Vriendelijkheid te ontzeggen, als wii
"enen, dat hun levenshouding niet J
da i? ze moet ziin- Hat wij hierdoor ver-
kcVT dicht bij huichelarij en farizeïsme
j?en, ontgaat ons ten enenmale,
te pbiand heeft het recht met stenen
Zijn Hen. Niemand mag een medemens
den hulp en voorkomendheid onthou
den 2elfs niet> wanneer wij z.g. bele-
een* ?Ün. Eigenlijk kunnen wij niet
ject- heledigd worden. Een eerlijk en ob-
duia f 00rdeel over ons zelf toont ons
„nia- dat er waarachtig van geen
als steitsschennis" sprake kan zijn
Word'1-' al eens wat onheus behandeld
Vera Bovendien, hoe kunnen wij
^antwoorden, dat wij telkens weer
meten? Daar
dat£?eï,Wee maten meten: vaar wij
heel a Wat anderen ons aandoen, ge_
wij aailders beoordelen dan dat, wat
Er en te verduren geven!
ons eeH„TOaar één ïuiste maatstaf voor
aan de Cg: het Evangelie doet ons die
heid en d- Liefde, d.i. barmhartig-
a 1 onze vergevensgezindheid tegenover
weest k u0demensen. Wie zwak is ge-
gingVel °6ft onze steun en hemoedi-
te gronde zijn geestelijk en zedelijk
sen zich gaan, omdat hun medemen-
deze veralf hen afkeerden. Wie kan
Zoals wii jrdeliikheid dragen?
eens de nderen behandelen, zo zal
optreden rflndig rechtvaardige Rechter
aan liefrieiÜge,ns ons- De wereld sterft
behoort tot a vergevensgezinancid
Wie h,L t e ,Praktijk van de liefde,
de naam rv. rt schiet, matigt zich
naam Christen ten onrechte aan.
L.
De brief van de H. Vader luidt als
volgt: „Wij spreken Onze grote voldoe
ning uit jegens Onze dierbare kinderen
in Nederland, die wederom met zoveel
edelmoedigheid hebben beantwoord aan
de oproep, welke in hun nobel land is
gedaan ten bate van het Pauselijk Ge
nootschap tot Voortplanting van het Ge
loof.
Het welslagen van de Missie-Zondag
is vooral te danken aan het belangrijke
aantal nieuwe leden, hetgeen blijk geeft
van de groeiende belangstelling voor
dit voornaamste Pauselijke Missiege
nootschap en een duidelijk bewijs vormt
van de lofwaardige ijver en het bran
dende verlangen om de talloze zielen, die
helaas nog in de duisternis gedompeld
zijn, deelgenoot te maken van het bui
tengewone voorrecht van het ware Ge
loof in de Christus.
Van ganser harte smeken Wij dan ook
de overvloedige Zegen des Hemels af
over de leden van het Pauselijk Genoot
schap tot Voortplanting van het Geloof.
Aan hen derhalve, alsook aan al de
genen, die ertoe hebben bijgedragen om
in Nederland het missie-ideaal te ver
breiden door het aanwerven van zo
vele nieuwe leden, hetzij door middel
van de Katholieke Pers of Radio, hetzij
door het toegewijde ijveren van de pa
rochiale zelatricen en zelateurs, verlenen
Wij, als onderpand van steeds troosten-
der en tastbaarder resultaten, Onze Va
derlijke Apostolische Zegen."
Van het Vaticaan, 30 Aug. 1951
Gedurende deze maand zullen in het
Stedelijk Museum te Amsterdam drie
exposities van betekenis worden ge
houden.
Gisteren en vandaag werden respec
tievelijk geopend tentoonstellingen van
Chabot, „De Groep 1951" en van
H. Wiegersma.
De groep, die geen vaste vereniging
van kunstenaars is, draagt geen dog
matisch karakter, doch let bij haar sa
menstelling slechts op kwaliteit en
persoonlijkheid. Tot de deelnemers aan
de tentoonstelling van de Groep 1951
behoren o.a. M. Andriessen, B. v. d.
Leek, P. Ouborg, J. Raedecker en Char
ley Toorop.
e goedertrouwe lezer, die per ongeluk „Het Boek Ik" 1) van Bert Schier-
beek in handen krijgt, hoeft deze roman maar even in te kijken om te
weten, dat hij zo iets onzinnigs nog noo'it van zijn levensdagen onder
ogen heeft gehad. „Het Boek Ik" is namelijk de eerste Nederlandse experimentele
roman. Het is een roman zonder geordend verhaal, zonder omlijnde karakters en
zonder een volzin, die in een gangbaar verband met de context staat. Toch is
het, voor wie zich niet kopschuw heeft laten maken door de woordenchaos, die
het boek deswege bij eerste aanblik biedt, een leesbaar boek. Het is zelfs,
indien men zich zonder het élan van de mens, die nu eens even alles redelijk
begrijpen wil en vooral zonder laatdunkendheid aan de lectuur zet, een buiten
gewoon aangrijpend boek. Ook zonder dat het 'in de toekomst een groot kunst
werk genoemd hoeft te worden', zal het recht behouden op een vermelding in
onze letterkundige geschiedenis. Want het is het bijzonderste, in zijn „onzinnig
heid" vruchtbaarsteen vernieuwendste prozawerk, dat sinds de oorlog in Ne
derland verscheen.
De AVRO begon Vrijdagavond, als
eerste der omroepverenigingen, zijn
eerste televisie-uitzending, die opende
met een kort woord van de voorzitter
de heer G. de Clercq. De directeur van
de AVRO, W. Vogt. verscheen daarna
op het scherm en hij vertelde over de
pionierstijd van de radio en toonde ter
vergelijking de oudste microfoons en
ontvangtoestellen met daarnaast het
allernieuwste bij de televisie gebruikt
microfoontje, dat niet groter is dan een
vingerhoed.
Beeld en geluid waren goed, al was
het eerste niet geheel zonder vlekjes-
Vervolgens kwam een buitenlands
overzicht, dat verzorgd werd door de
journalist H. Koemans, die zijn woor
den toelichtte met behulp van foto's,
filmshots, een kaait en een aardbol.
Hij sprak over de Perzische kwestie, de
komende verkiezingen in Engeland en
de ziekte van de Britse koning.
In de rubriek „T.elevizier" werden
enkele filmpjes vertoond, o-a. over de
drie-Octoberfeesten in Leiden.
Ook de sport was in deze rubriek
vertegenwoordigd. Reporter Dick van
Rijn bracht Fanny Blankers-Koen en
Piet Kraak in een kort interview op
het scherm.
Na een filmpje over het Nationaal
Park De Hoge Veluwe, werd het eerste
deel van het programma besloten met
een causerie van dr- A. F. j. Portielje.
Deze had een Braziliaanse reuzenpad
als medewerker medegebracht, waar
over hij het een en ander vertelde. Tot
slot zette hij de pad op het hoofd van
de omroepster Netty Rosenfeldt, die on
der deze hoofdbedekking een bepaald
griezelig gezicht zette.
Na de korte pauze volgde het meer
luchtige gedeelte, Chiel de boer en de
zijnen brachten wat caberet, waarna
een schimmenspel van Chiel de Boer
volgde.
„Het Boek Ik" zal hopenlijk over
een jaar of tien een boek zijn gewor
den, waarvan men zich alleen nog
maar de conclusie en een paar bijzon
der vervoerende fragmenten voor ogen
wil halen. Men mag het dan gerust een
„verouderd" boek noemen, want het
zal dan tevens een document zijn ge
worden, waarvan men zeggen moet:
ethisch, aesthetisch en stilistisch groef
„Het Boek Ik" zich heen door de ar
tistieke vertwijfeling, waarvan in die
dagen luidruchtig sprake was. Het Ik,
die uitvinding der diepte-psychologie,
welke wetenschap het aanzijn had ge
geven aan de zogenaamde psychologi
sche roman, verkreeg in dit boek de
onhoudbare vernielingskracht van ga-
splitste atomen. Het Ik immers, was in
vele opzienbarende romans uit het zie
leleven afgezonderd, teneinde de schrij
vers in staat te stellen hun lezers een
dieptebeeld te geven van de mens en
het mysterie van zijn menselijkheid;
men vond het een duister mysterie.
Men was pessimistisch gestemd wat be
treft het menselijke zedelijke bewust
zijn. Het was namelijk gebleken, dat
een mens, die zich door strafwetten
noch menselijk opzicht gehinderd voel
de, licht geneigd was over hulpeloze
medemensen terreur uit te oefenen;
concentratiekampen op vele plaatsen
ter wereld leverden de proefondervin
delijke bewijzen van de machtswellust,
Vrijdagavond is de A. V. R. O. ge
start met ha/ar eerste televisiepro
gramma, uitgezonden uit de studio
te Bussum. Dr. A. F. J. Portielje,
inspecteur van de levende have
van „Artis", trad op in de rubriek
„Wij kijken samen naar dieren".
Dr. Portielje toont de A. V. R. O.-
televisie-omroepster me j. Netty
Rosenfeldt een Braziliaanse reuzen-
pad.
die in de menselijke ziel aan bod komt,
zodra hij de maatschappelijke orde niet
hoeft te vrezen. De mens scheen er een
sensueel behagen in te scheppen andere
mensen te doen vrezen en te doen lijden.
Dit was, gezien in het geestelijke kli
maat dier naoorlogse jaren, een neer
slachtig makende ontdekking. De we
tenschap hield zich er mee bezig; de
godsdienst hield zich er mee bezig; de
kunst hield zich er mee bezig. Maar
intussen ging men verder met het split
sen van het ik uit het zieleleven en
met het splitsen van het gesplitste ik.
Dit leidde tot een volkomen desinte
gratie van het natuurlijke leven. Ook dt
verhouding tussen Schepper en schep
sel werd er door aangetast. Geloof,
hoop, liefde en berouw werden allengs
ontmanteld tot troosteloze kernen van
doodsangst.
De jonge romanschrijver Bert Schier-
beek nu, meende de rampzaligheid van
deze desintegratie niet beter te kunnen
aantonen dan door in zijn kunst zo on
gekunsteld mogelijk uiting te geven
aan de desintegratie van zijn eigen ik.
Dit betekende voor hem: zich een ro
man lang te laten drijven op zijn on
derbewustzijnsstroom. Aan wat er dan
uit zijn binnenste naar buiten kwam,
zou aller ik zich kunnen spiegelen. Al
ler ik zou kunnen zien: dit is het einde
van de illusies, dit is het tot in zijn ker
nen gesplitste en ontzielde leven. Laat
ons nu weer zien te komen tot een
nieuw begin: tot een onverdeeld wij.
Terecht kon de schrijver eindigen met
het uitspreken van deze elementaire
zekerheid:
de wereld is nog onbewoond
de wereld is nog nooit getekend
droog hout en honger
de harde hand
wij gaan bewogen' heen in andere namen.
Op dat moment was de romankunst
in Nederland over haar dieptepunt
heen. Er viel niets meer te analyseren,
niets meer te splitsen. Schierbeek had
de oude techniek van het romanschrij
ven ten einde gevoerd. Men kon weer
fris beginnen met het leven te aanvaar
den als een gave Gods. Dit was, zonder
Schierbeek's paardenmiddel, niet doen
lijk voor de wroetende auteurs. Zij
bleven nog wel een tijd voortschrijven
in hun geijkte trant, maar moesten
spoedig toegeven, dat het uiterste be
reikt was. Zij hielden dus op.
Aldus laat zich mogelijkerwijs metter
tijd, maar ook heden, de zin van dit
onzinnig experiment verklaren. In het
buitenland werd het al eerder onder
nomen o.a. door Antonin Artaud, Henri
Michaux en James Joyce. In Nederland
beperkte de experimenteerlust zich vrij
wel uitsluitend tot stijlvernieu-
w i n g van de roman. Maar het experi
ment van Schierbeek is iets essentieel
anders: het innoveert een nieuwe ro
man. Sommige delen van „Het Boek lk"
kan men beschouwen als bittere persi
flages op geijkte romankunst; zo bij
voorbeeld Hoofdstuk II, waarin wij flit
sen te zien krijgen uit het leven van
Groninger boeren. Door hier in streek
taal enkele zinnen, die uit een degelijk
plattelandsverhaal konden zijn genomen,
in zijn eigen gevoelsstroom mee te voe
ren slaagt hij er in heel de geveinsdheid
der stoere noordelijke boerenromantiek
bloot te leggen. Dit hoofdstuk is trou
wens heel belangrijk voor onze kennis
van de gemoedsgesteldheid van de
schrijver. Hier openbaart hij zijn gods
dienstige trek: zijn kinderlijke desillusie
in het zelfverzekerde calvinisme, waarin
hij opgroeide. Eigenzinnig, maar wel ty
perend schrijft hij:
„O volk met de ijzeren handen be
grijp dat God zich heeft doodgeweend
om uw polders zee te laten, maar uw
eigenwijze handen wilden bouwen en
bebouwen en woestijnen brood schep
pen en de nijd om de eerste hap...."
Als volgt persifleert hij de zelfverze
kerde boerenwijsheid:
„Een arbeider is een man die op 't
land van 'n boer werkt en geen boer
is omdat zijn vader geen boer was....
Advertentie
omdadde nait zo wied kieken ken, zee
de Boer, 't overleg hedde nait. En een
mens is dood als zijn hart niet meer
klopt en liefde is liefde maar centen
zijn centen en zonder geld kom je nait
wieder en het hart is een hart en 't
zei haard wezen want gevoel is gevoel
en verstand 't verstand en 't laatste
hólt alles bie mekoar, 't is de dijk om
de polder, de wieken van de molen, de
ziele van 't woater en de ziele der
ziel."
Allesoverheersend in dit boek Ik is de
roep om liefde. Die roep weerklinkt in
alle toonaarden van gemis:
gaat dan en eet het brood
kóóp het!.Want wie verdient? Wie,
God o wie verdient hier het brood als
hij het niet nagelschraapt in het hart
van zijn naasten?"
En elders klaagt hij, iets te vernuftig,
in een liefdesverklaring:
„Maar je woord rijmt op moord en
je geboden op doden en begeer niet
het goed van de naaste is het naaste
wat men begeert."
Toch is het onmogelijk om met citaten,
en men zou er veel pakkende willen ge
ven, een goede indruk te vestigen van
dit wonderlijke boek. Het is geen boek
voor iedereen; iemand zou er zich uit
misverstand aan kunnen ergeren: het is
cru en teder, blasphemisch en heiligend,
krankzinnig en wijs. Het werd zeer bij
bels geïnspireerd; is oud-testamentisch
in zijn vreze des Heren; apocalyptisch in
zijn verwachting. Het wordt gedragen
door een godsdienstig schuldbesef, het
welk de schrijver door allerlei weten
schappelijke verklaringen ondergraven
weet: „De schuld is uit de mode dames
en heren, wij hebben nu de psychologie
van de angst Soms heeft deze ro
man de duisterheid van een bezwerings
ritueel; soms de vervoering van een
hooglied; enkele passages zijn pure mys
tiek. Ik aarzel niet „Het Boek Ik" een
diepdoorleefd religieus werk te noemen.
Ik kan onmogelijk door alle passages
worden meegesleept of voor alle typo
grafische grillen bewondering koeste
ren. Maar in grote trekken schijnt dit
boek mij toch bóven het experiment uit
gestegen te zijn. Bij tweede lezing wordt
men op bijna iedere pagina getroffen
door momenten van weergaloos zuivere
verwoording van het onzegbare. Nee,
dit is veel meer dan een weergave van
woorden, gedachten en gevoelens in een
klakkeloos associatief verband.
Dit boek is ethisch, aesthetisch en sti
listisch verantwoord, het draagt de su
blimiteit in zich van nog (ook door
Schierbeek) te schrijven romans.
NICO VERHOEVEN
Zoals men heeft kunnen lezen,
werd op het plaatselijk kantoor
van de Afdeling voor Technische
Bijstand van de Verenigde Naties te
Djakarta een receptie gegeven ter
ere van de Directeur-Generaal van
deze afdeling. Dr. H. L. Keenleyside.
Op deze receptie verscheen ook de
beruchte finantiële tovenaar van wij
len Hitler's Derde Rijk, Dr. Hjalmar
Schacht. De heer Keenleyside wei
gerde echter Schacht de hand te
drukken, daarbij verklarend, dat hij
dezelfde mening was toegedaan als
alle fatsoenlijke lieden, die met
Schacht's geschiedenis bekend zijn.
Later voegde hij daar nog aan toe een
speciale studie gemaakt te hebben van
de gedragingen van Schacht geduren
de de oorlog en daarvoor, en op
grond daarvan beschouwt .hij Schacht
als iemand, die met alle winden mee-
waait, zonder principes en als een ver
achtelijke schurk.
Dit was pijnlijk voor Schacht, maar
ongetwijfeld pijnlijker voor de Indo
nesische regering, die Schacht als ere
gast heeft ontvangen en als finantieel
adviseur gebruikt. Het pijnlijkst van
alles is echter, dat iemand, die met
alle winden meewaait en zonder prin
cipes schijnt te zijn, in de naoorlogse
wereld vaker als een „handige vent"
wordt geprezen dan als een verach
telijke schurk wordt gemeden.
1) Bert Schierbeek: Het Boek Ik, Uitg.
Bezige Bij, Amsterdam '51.
Advertentie
U zult 's morgens «kiplekker"
uit bed springen.
Elke dag moet uw lever een liter gal In
uw ingewanden doen stromen, anders ver
teert uw voedsel niet. het bederft. U raakt
verstopt, wordt humeurig en loom. Neem
de plantaardige CARTER'S LEVERPIL
LETJES om die liter gal op te wekken en
uw spijsvertering en stoelgang op natuur
lijke wijze te regelen. Een plantaardig zacht
middel, onovertroffen om de gal te doen
stromen. Eist Carter s Leverpilletjea.
DE RUSSEN KOMEN
VERTALING) FRANS VAN OLDENBURG ERMKS
HOOFDSTUK VI
1—7 JANUARI
^pó^OCa Voor de eeuwen van vlijt en
zwoegen, die er achter onze technische
verworvenheden schuilen. En daar ligt
verwonderlijks in. Rusland nam
het lot van fototoestellen, radio's of
welk ander technisch ding ook. En hoe
dol zijn de Russen op schieten! Na vier
jaar oorlog was de Russische soldaat het
Des morgens liep ik rechtstreeks naar
de kelder. De weinige dagen, welke we
daar hadden doorgebracht, leken nu een
eeuwigheid, en we hadden er zoveel in
beleefd, dat ik me er niet van kon los
rukken. De Zwijger en zijn gezin waren
bezig, er uit weg te trekken, Marietta
bezwijkend bijna onder haar last van
koffers en kleedjes, terwijl de Zwijger
zelf toekeek en haar zei, zich niet al te
zeer te vermoeien.
„We hebben alles verloren", steunde
hij. ,,'t Is verschrikkelijk, vreselijk! Ik
ben straatarm".
Hij herhaalde dit steeds maar op
nieuw, en zoveel medelijden had hij met
zichzelf, dat hij vergat, zijn vrouw te
helpen. Op dit ogenblik kwam Franzi
uit het dorp terug met het nieuws, dat
er juist twintig Russen waren aangeko
men met een honderd paarden, allemaal
ziek of gewond, en dat er een veterinair
hospitaal in Mora zou komen. Dit be
tekende, dat we al een goed eind veilig
achter het front lagen en was, als zoda
nig, goed nieuws. Ik hoefde die eerste
dag niet te werken en wandelde dus
wat in de tuin, nauwelijks in staat om
te geloven, dat ik thuis was. Bij de ver
nielde heining lagen de overblijfselen
van de drie wagens, welke de Russen
daar hadden achtergelaten. Alle drie wa
ren ze van Amerikaans fabrikaat. Er
stond in grote, rode letters op geschil
derd: Voor het vaderland, Naar Berlijn,
De Overwinning is nabij. Ze staken diep
in de bevroren modder en waren be
roofd van hun wielen en motoren.
De Russen zijn uitstekende chauffeurs,
zoals bijvoorbeeld ook de Arabieren, en
ook uitstekende monteurs, maar ze gaan
zo zorgeloos en roekeloos met hun ma
chines om, dat die van hun bekwaam
heden maar weinig profiteren. Niets wat
machinerie is, zullen ze nu eens echt
goed verzorgen, en ze zullen drie tot vijf
keer meer ammunitie verbruiken dan
strikt noodzakelijk is. Even angstwek
kend verkwistend als ze zijn met de
gaven der natuur, zijn ze ook met wat
de mens gemaakt heeft.
Dit is niet te wijten, zoals menig Eu
ropeaan denken zou, aan vernielzucht.
Neen, het is alleen maar, dat ze geen
respect hebben voor een andermans
!!Ced^La_an bet proces van uitvinden "j* ™e.°™
en proberen, van onderzoek en ontdek
king, dat gedurende de laatste twee of
op ieder uur van de dag of van de nacht
af te schieten, alleen maar voor het
drie eeuwen door de beschaafde wereld Plezier in de knaL Ru.s?ei] worden niet
is uitgevoerd. Rusland krelg onzl hele k,nH—T"
beschaving compleet als op een blaadje
geserveerd, nauwelijks twintig jaar ge
leden. Het waren onze voorouders en
grootvaders, niet de Russen, die aan de
mensheid vergrootglas en microscoop
schonken, die ons in staat stelden om
de hele wereld te bestrijken met tele-
foon en radio. Zij vonden het ijzeren
paard uit, toen in Rusland een troïka
volwassen. Ze blijven kinderen, ik weet
niet, waarom dit zo is, maar wel weet
ik, dat, als men de Russische „massa"
onder dit aspect beschouwt, je vele din
gen begrijpt, vele andere dingen ver
geven zult.
Tegen de avond waren de Zwijger en
de zijnen uit de schuilkelder verhuisd
met achterlating alleen van Fifi, Jack en
Franzi. Jumbo had het goed gevonden,
nog het beste vervoermiddel waSi dat er dat ik met hen nog een laatste af scheids
bestond. En stoomboten stoomden af en
aan op de rivieren van Amerika en Eu
ropa, toen in Rusland nog de sleepboten
werden voortgetrokken op het rhythme
van de „Wolga-bootsman". We hebben
geleerd om de machines te respecteren,
geconstrueerd dank zij de inspanning
onzer vaderen, zoals we ook onze eigen
vingers, onze eigen handen respecteren.
Dit is ons erfdeel en het is deel van ons
bloed geworden. Onze vaders herinne
ren zich nog, hoe al die machines onder
hun eigen ogen vorm kregen, groeiden
en zich vervolmaakten. We kregen ze
niet pasklaar cadeau; ze kwamen niet
voor ons als uit de hemel vallen, als
het manna in de woestijn, zoals dat voor
de Russen het geval was; en dit is de
reden waarom we ze met zoveel res
pect behandelen. Maar zo is het niet
met de Russen. Al dat glimmende speel
goed vond nauwelijks twintig jaar ge
leden voor het eerst zijn weg naar Rus
land; en toen. voor het eerst, maakten
de Russen kennis met radio's, auto's,
schrijfmachines en bedrijfswerktuigen
in hun tegenwoordige, volmaakte staat.
Sedert hebben ze steeds maar met die
vreemde speelgoeddingen gespeeld als
nacht daar zou doorbrengen, en om het
zo gezellig mogelijk te maken hadden
we alle drie de honden Isa, Samuel en
Alf uitgenodigd om ons gezelschap
te komen houden. Isa en Alf zijn al be
kend. Samuel is echter nog niet voorge
steld. Er valt niet veel over hem te zeg
gen. Hij was nog jong, nauwelijks vier
maanden oud en zonder iets, dat op een
speciaal ras wees. Hij was klein, met
spitse oren en een vossenkop, en had
qua bouw nog het meeste van een fox-
terrier weg. Hij was nooit stil en moest
altijd ergens aan knabbelen. De Russen
waren gek op Samuel, want voor hen
was hij een stuk speelgoed. Hij was even
onvermoeibaar als zij en beknabbelde en
bezabbelde hen dag en nacht, want ze
vroegen ons steeds weer om hem voor
een nacht te mogen lenen. Die drie no
digden we uit voor ons afscheidspartij-
tje in de schuilkelder. Met de deur dicht
voelden we ons als muizen, als de kat
dood is. We haalden een fles oude To-
kayer te voorschijn en stalen wat van
het lekkers, dat Rudi achteloos achter
had gelaten, maar we lieten het bij een
bonbon de man, want een beetje fatsoen
hadden we nog. We gaven Franzi maar
kinderen, die ze juist van sFnt Nicolaas een half glas met de mededeling dat zijn
cadeau kregen. Ze spelen met stoom
machines als met rare poppen, die
„Mamma" en „Pappa" kunnen zeggen;
ze nemen horloges uit elkaar, omdat het
voor hen niet voldoende is, dat een
horloge goed gaat, zoals ook een kind
er geen vrede mee neemt, dat zijn pop
„Mamma" zegt; het leukst is om te zien,
wat er binnenin zit, om te zien, hoe de
raadjes ronddraaien. En het kan hun
geen steek schelen, of na die operatie
de pop voor altijd zwijgen blijft en of
het horloge niet meer loopt. Zo is ook
ouders het niet graag zagen, dat hun
zoon alcohol dronk. We aaiden en ver
wenden de honden, want die waren nu
eenmaal onze gasten, en ik nam Samuel
zelfs bij me op mijn strozak en liet hem
zonder protest aan me likken en knab
belen. Terwijl we daar zo lagen, spraken
we opnieuw over ons land, ons huis,
onze familie. We hadden dit de laatste
tijd steeds vaker gedaan, als een zeker
teken van slechte tijden.
(Wordt vervolgd).
Advertentie
VRAAGT
OMS
PROSPECTUS
(Samengesteld door j
pater Dominicaan)
In verband met het doen inleveren
van sigaretten en souvenirs door de mi
litairen die terugkeerden van manoeu
vres uit Duitsland vernemen wij nader
dat een honderdtal militairen van de
verzorgingsafdeling van het leger ervan
verdacht werd dat zij bepaalde goede
ren, o.a. sigaretten, niet op de juiste
wijze verdeeld hadden. De marechaussee
had opdracht na te gaan op welke wijze
de goederen verbruikt waren.
Er werden dertigduizend sigaretten
en verschillende voorwerpen ter waar
de van honderden guldens in beslag ge
nomen, terwijl voorts velen blikken
margarine bleken bij zich te hebben.
De douane liet aan elke militair hon
derd sigaretten vrü, omdat dit aantal
zonder belasting mag worden ingevoerd.
De in beslaggenomen sigaretten waren
ongebanderolleerd en kostten voor de
soldaten in Duitsland dertig cent per
De te Deurne
wonende schilder
en dokter Hendrik
J. N. Wiegersma
viert vandaag zijn
zestigste verjaar
dag, ter gelegen
heid. waarvan hij
zal worden gehul
digd in de sociëteit
„De Koepel" te
Amsterdam. In de
aula van het Stede
lijk Museum is een
ere-tentoonstelling
van zijn werk inge
richt.
Dokter Wiegers
ma geniet overal in
den lande en ook
daar buiten grote
bekendheid om zijn
oorspronkelijkheid
op beide terreinen
van zijn werkzaam
heid, Hij is een be
kend schilder en
een' welhaast le
gendarisch ver
maard medicus. Dit
laatste vindt zijn
oorzaak' in de ware
en onware verha
len over hem, wel
ke niet alleen in de
contreien waar hij
woont in om.loop
zijn. Tot het be
kend worden van
de familie der Wie-
gersma's heeft in
niet geringe mate
bijgedragen 't door
Antoon Coolen en door dr. Wiegersma zelf geïllustreerde boek „Dorp aan de
flvier".
Als schilder zal Hendrik Wiegersma, die in zijn wezen en zijn kimst zeer
met het platteland is verweven, eert opmerkelijk contrast opleveren met de puris
ten van „De Stijl", die vóór hem i» het Amsterdamse Stedelijk Museum neboen
geëxposeerd.
pakje, terwijl zij in Nederland de waar
de hebben van vijfenzeventig cent. Het
is gebleken dat duizenden sigaretten in
Duitsland tegen hoge prijzen verkocht
werden. Aan de grens werd aan de
militairen gevraagd of zij iets aan te
geven hadden. De meesten zeiden „nee",
aldus onze zegsman.
Op het proefschrift; „Georgius Cas-
sander en zijn oecumenisch streven" is
mej. M. E. Nolte gisteren aan de R.K.
Universiteit te Nijmegen gepromoveerd
tot doctor in de letteren en wijsbegeer
te. De promotor was prof. L. J. Rogier.
Paranymphen waren haar zuster Agnes
Nolte, het kamerlid, en mevrouw Huts-
cler uit Nijmegen. Er was veel belang
stelling voor deze promotie o.a. van de
zijde van de zrs. Franciscanessen en
leerkrachten van het meisjeslyceum te
Haarlem, alwaar mej. Nolte lerares is,
van afgevaardigden van de meisjesdis
puten te Nijmegen, van studenten enz.
ZONDAG 7 October: Feest v. d. H Ro
zenkrans; eigen Mis; 2 21ste Zondag na
Pinksteren; in gelezen Missen: 3 H. Mar
cus; 4 H.H. Sergius en gezellen; Cred^
prefatie v. O. L. Vrouw; laatste evangelie
v. d. Zondag; wit.
MAANDAG: H. Birgitta weduwe; Mis
Cognovi; (Roermond: 2 H. Amor); gewone
prefatie; wit. Haarlem: octaafdag -ti.
Bavo; Mis v. h. feest; 2 H. Birgitta; Cre
do; gewone prefatie; wit.
DINSDAG: H. Joannes Leonardi, belij
der; eigen Mis; 2 H.H. Dionysius en ge
zellen, gewone prefatie; wit.
WOENSDAG: H. Franciscus Borgia, be
lijder; Mis Os justi; 2 tot alle heiligen. 3
naar keuze; gewone prefatie; T
DONDERDAG: Moederschap v. O. L.
Vrouw; eigen Mis; Credo; prefatie v. u. l.
Vrouw* wit.
VRIJDAG: Mis v. d. 21ste Zondag na
Pinksteren; 2 tot alle heiligen; 3 naar keu
ze' gewone prefatie; groen. Utrecht,
Haarlem' H Wilfridus, bisschop, belijder.
Mis Sacerdotes tui; gewone prefatie; wit.
ZATERDAG: H. Eduard, belijder; Mis Os
justi; 2 tot alle heiligen; 3 naar keuze; ge-
woné prefatie; wit.
ZONDAG 14 October: 22ste Zondag na
Pinksteren; Mis v, d. dag; 2 H. Calixtus;
Credo; prefatie v. d. H. Drievuldigheid;
groen.
Advertentie
er weer by met
een modem
Vraagt gratis brochure.