Beroep op eensgezindheid in Troonrede heeft veler instemming Dinsdag is het te laat ERIC DE NOQBMAN: 3e &l&@k IHM SUf J$tV\ Die veilige stad Vlissingen Nieuwe mogelijkheden der kleurenfotografie Bezorgdheid over Benelux en Europese Betalings Unie Tot de kern van de zaak Voor f 40.000 opgelicht Mensen op reis J en het kruiswoordraadsel van ir. Den Hollander Ned. ingenieurs naar Irak CRITIEK STADIUM V.. Tegen ambtenaar twee jaar geëist ZATERDAG 27 OCTOBER 1951 PAGINA 5 Voorlopig verstag Tweede Kamer over Regeringsbeleid Indonesië en Nieuw- Guinea II' l\\ Gezinsraad? *Zakenmensen gedupeerd STOPHOEST I *- Voor onze amateurfolografen Hoe ziet een kleurenfilm er uit? Ook hoogleraren voor medisch onderwijs oorlopig geen kleuren televisie in V.Si Liturgische weekkalender Uit het voorlopig verslag der Tweede Kamer aangaande het regeringsbeleid blijkt, dat men van verschillende zijden met instemming kennis heeft genomen van het dringende beroep, dat in de Troonrede is gedaan op de eensgezindheid der natie. Wie zich daarna heeft verdiept in de millioenennota en de verschil lende begrotingshoofdstukken, zal, zo meent men, ongetwijfeld onder de indruk zijn gekomen, dat dit beroep terecht is gedaan. Ook in het politieke vlak, zo gaan vele leden verder, vraagt de situatie, waarin wij verkeren, om méér eens gezindheid dan in normale omstandigheden nodig of misschien zelfs wenselijk zou zijn. Deze leden herinneren er aan, dat zij in het begin van dit jaar gaarne een kabinet hadden zien optreden, dat gesteund zou hebben op de vijf grootste constructieve groepen in de Kamer. Ook van verschillende andere zijden betuigt men instemming met het in de Troonrede gedane beroep op eensgezind heid. Verscheidene leden willen daaraan echter dadelijk toevoegen, dat men dan ook van alle zijden zal moeten medewer ken om die eensgezindheid mogelijk te maken. Sommige leden verklaren zich, juist met het oog op de noodzakelijke eensgezindheid, voor de naaste toekomst voorstanders van een nationaal kabinet. Zonder in retrospectieve beschouwingen te treden nopens hetgeen ter zake bij de jongste reconstructie van het huidige kabinet is voorgevallen, zijn zij van oor deel, dat een zodanig kabinet zonder medewerking van Anti-Revolutionnaire zijde niet wel denkbaar is. Deze opvat ting sluit in, dat het huidige kabinet niet als zodanig is aan te merken. Elke regering moet trachten op de internationale gegevens invloed te oefenen, waarbij, naar vanzelf spreekt, de taken van de verschil lende regeringen niet gelijk zijn. Nederland zal, voor zover dat voor een klein land mogelijk is, de ont wikkeling in positieve zin moeten blijven beïnvloeden, ook om voor eigen vraagstukken een meer duur zame oplossing te vinden. Als een voortreffelijk aan de Neder landse taak aangepast voorbeeld van be- invloeding als hier bedoeld, noemen vele leden de brief van H. M. Koningin Juliana §an president Truman betref fende de vluchtelingenpolitiek. Ook maken zij met waardering melding van de actieve invloed, welke van Neder landse zijde is geoefbnd op de inhoud van het 'Schuman-plan tot oprichting van een Europese gemeenschap voor kolen en staal; daarentegen komt het hun onjuist voor, dat de Nederlandse regering met betrekking tot de bespre kingen over een Europees leger de ge legenheid tot het oefenen van invloed aanvankelijk ongebruikt heeft gelaten, door naar die besprekingen slechts waar nemers te zenden. Met de politiek tot Europese, in het bijzonder West-Europese, integratie stemmen vrijwel alle leden van harte in Naar hun oordeel zou een dergelijke po litiek ook gevoerd behoren te worden, indien de dreiging der totalitaire staten niet bestond. De gang van zaken met de Benelux (Vervolg van pag. 1) Nemen we als voorbeeld onze groot ste „standsorgamsatie", de K.A.B. We mogen veilig aannemen, dat van de 325.000 leden pl.m. 200.000 „na oorlogse" leden zijn. Welnu, men moge het een stoute bewering vinden, maar het is onze stellige overtuiging, dat verre weg de meeste „na-oorlogse" leden prac- tisch niet begrijpen, dat de K.A.B. niet een „vakbeweging" zonder meer is, maar op de eerste plaats bedoelt te zijn een integrale standsorganisatie. Als zodanig kent zij twee uitvoeringsorganen voor haar geweldige taak: de pl.m. 20 natio nale vakbonden en de 5 diocesane bon den. De laatste organen kregen tot spe ciale opdracht de standsorgamsatorische taak in de meer engere zin van dat woord uit te voeren. Maar dat neemt niet weg, dat ook de vakbonden 'n deel standsorganisatorisch werk verrichten. Herkerstening van de maatschappelijke instellingen immers (bevordering van de P.B.O. als christe- lijk-sociologische gedachte) is leken- apostolaat van de eerste orde. Nu wordt evenwel naar onze mening deze fout ge maakt (die mutatis mutandis óók in andere „standsorganisaties" veelvuldig gemaakt wordt)men is zo overtuigd van de naar de kennelijke mening der leiders integrale belangrijkheid der vakbeweging, dat men in de propaganda zich welhaast uitsluitend beperkt tot de eigen vakbond en als medetrekmiddel bovendien nog de aandacht vestigt op Oen aantal sociaal-economische en so ciaal-hygiënische hulpinstellingen. Het komt naar onze ervaringen honderden en waarschijnlijk duizenden malen voor, dat een nieuw lid van de K.A.B., die pas toegetreden een uitnodiging ont vangt voor een ontwikkelings- of ont spanningsavond van die K.A.B., min of meer verbaasd opmerkt: maar daar ben ik toch geen lid van! Hij is lid geworden van zijn vak bond en ziet de rest een voudig niet, omdat hij er hoe onge looflijk het ook klinkt nog nooit van gehoord heeft. En nu nemen we nog het beste voor beeld. Bij die K.A.B. is althans nog een beduidende „stands-organisatorische" ac. tiviteit. Credo Pugno, bedrijfs-aposto- laatsgroepen, goed cursuswerk. Meer Vreugde, speciale vrouwenactiviteiten, jeugdbeweging, enz. Maar er zijn ook standsorganisaties, waar de idee zelf veel te beperkt leeft. Waar men zich beperkt tot het zijn van „centrale van dienende instellingen" of tot „vertegenwoordigend lichaam". Maar de „totale standsorganisatie" heeft voornamelijk drie kenmerken. Zij is: a) vormingsinstituut; b) centrale van sociale, dienende instellingen; c) ver tegenwoordigend lichaam. Zodra men aan slechts een deel van de taak aandacht schenkt, pleegt men een aanslag op het geheel en wordt uitein delijk het karakter misvormd. Miskenning van deze gedachte spreekt uit aanvallen, die van tijd tot tijd wor den ondernomen op de standsorganisa ties, wanneer weer eens wordt gesteld, dat een of andere taak niet tot hun competentie behoort We moeten het aandurven tot de kern van de zaak te gaan, hetgeen bereidheid moet insluiten heilige huisjes omver te gooien; de erkenning, dat de opvatting van de belangrijkheid der eigen deel taak te hoog in koers stond. Dan kome men, om slechts één van de vier conclusies van Colsen aan te halen: tot een top-orgaan van alle R.K. Stands organisaties, dat plaatselijk, diocesaan en landelijk, zonder een eventuele interna tionale en propagandadrang uit het oog te verliezen, in nauwere en nauwere aan eensluiting, daadwerkelijk de sociale problemen, welke op wereldlijk terrein uggen, aanpakt met ruime blik en met Gods zegen tot oplossing brengt. en de Europese Betalings-Unie geeft, naar van verschillende zijden wordt op gemerkt, reden tot bezorgdheid. Wat de Europese Betalings-Unie betreft, zo me nen vele leden, lijkt het er meer en meer op. dat de grondoorzaak van de weinig bevredigende gang van zaken is gelegen in het feit, dat daarbij een min of meer willekeurig aantal landen betrokken is, die met eikaar een bepaald saldo van in- en uitvoer hebben, dat voor de totaliteit der aangesloten landen niet gunstig ligt. Ten aanzien van de Benelux kan men, aldus vele leden, van een cri- tiek stadium spreken. Dat hier een voorgenomen integratie tussen een drietal landen, waarin men een voor beeld en een stimulans zag voor het overige Europa, schijnt vast te lopen, stemt tot ernstige ongerustheid. Deze leden zullen het op prijs stellen, in dien de regering hierover uitvoerig haar zienswijze wilde uiteenzetten en bovenal wil mededelen, of zij wegen en middelen ziet om uit de impasse te geraken. Enkele leden, die zich met betrek king tot de politiek t.a.v. Indonesië kunnen aansluiten bij de daarop uit geoefende critiek, hebben ook in ander opzicht zeer ernstige beden kingen tegen het gevoerde regerings beleid en kunnen niet nalaten daar aan opnieuw uiting te geven. Hun bezwaren zijn in de eerste plaats van principiële aard. Zij zijn van oordeel, dat de grondslag van het regerings beleid ondeugdelijk geweest is en nog is. Andere leden verklaren het met de regering te betreuren, dat de legering van de republiek Indonesië reeds thans verzocht heeft overleg te plegen over wijziging van de R.T.C.-overeenkomsten. Bij de te voeren besprekingen zal de regering zich er echter voor hebben te hoeden enige bindende toezeggingen te doen alvorens de Staten-Generaal in de gelegenheid zijn geweest daaromtrent hun mening kenbaar te maken. Raadple ging ener commissie uit de Kamer is daarvoor, aldus deze leden, niet vol doende. Het gebeurde met betrekking tot Nieuw-Guinea heeft dit duidelijk aangetoond. Inzake Nieuw-Guinea blijven vele leden van mening, dat de oplossing van deze kwestie bepaald moet worden door de wil tot overeenstemming te komen met Indonesië op een zodanige wijze, dat de overwegend grote Nederlandse be langen van culturele en materiële aard, die in de Republiek Indonesië aanwezig dikke veertien dagen geleden zijn wij dan teruggekeerd van uit Korea en nauwelijks lag de schuit met zijn neus voor de Nieuwe Waterweg of ik had al een stevige Hollandse verkoudheid te pakken, ook dat misten we zelfs in Korea. Een berg werk lag te wachten en zodoende trok ik links en rechts door Nederland, Enige dagen geleden be landde ik te Soesterberg en raakte in handen van het bestuur van een op te richten militair tehuis aldaar en nadat ik vrijwel leeg gepompt was omtrent Korea-ervaringen, kwam het gesprek vanzelf op de kwestie: „Een Katholiek Militair Tehuis bij de vlieg basis Soesterberg". Ik liet mijn spiedend oog rondgaan en kwam tot de conclusie, dat hier een Kath. Militair Tehuis noodzake lijk is. In Korea hadden wij op dat gebied niets; waren reeds blij een 'klapperende tent boven het hoofd te hebben. Hier in Soesterberg staat een juweel van een gebouw, dat zonder meer aangekocht kan worden voor onze jongens. Het energieke, geestdriftige bestuur beweegt hemel en aarde om er beslag op te leggen, maar het kost geld en om dat bij elkaar te krijgen is door het bestuur vandmg een grote advertentie in dit blad geplaatst, waarin een rebus staat, welke een kind kan oplossen. Lezer, u hebt waarschijnlijk deze advertentie nog niet gezien, maar kijk er nu meteen naar. Verzuim dit niet, want dan breekt ge dat schone gebouw af en moet onze soldaat, mis schien wel uw eigen jongen, op de straat rondslenteren of in de kazerne rondhangen, omdat hij nergens naar toe kan. Het gaat hier om grote din gen; het betreffen de belangen vcm uw eigen kinderen. Los de rebus op. plak 50 cents aan postzegels op een briefkaart, werp de briefkaart met gul gebaar in de brievenbus en voor die dooie twee kwartjes koop je een pracht van een militair tehuis. Doch dat is niet alles; u hebt tevens kans prachtige prijzen te winnen. Het mes snijdt van tufee kanten. Over een paar dagen, n.l. Woensdag 31 October a,s„ heeft de trekking reeds plaats; zet er vaart achter, want het militair tehuis moet er komen. Uiterlijk Maandagavond gaat de kaart de bus in. U zult er geen spijt van hebben en wij zullen gelukkig zijn uw jongen een echt „tehuis" te kunnen geven. Bij voorbaat dank voor uw hulp. LOUIS v. d. V WAN DE M.S.C., Aalmoezenier. J&F n„ ut UV 11. Het dichte geboomte van een brede bosstrook. beneemt Eric het uitzicht, en hij zet de koolzwarte in een korte galop om zo snel mogelijk weer open terrein te bereiken. Met de tong uit de bek draaft Wolf langs het smalle wildpaadje achter zijn meester aan. Doch dan wordt het langzaam lichter tussen de stammen en weldra strekt zich voor de Noorman een golvend heuvellandschap uit dat zover het oog ieikt, slechts met verspreide boomgroepen en hakhout begroeid is. Ogenblikkelijk hebben Eric's scherpe ogen de jonge arend ontdekt en met een kreet van voldoening geeft hij zijn paard, de sporen. Ver voor hem uit buitelt en duikt de roofvogel in de bijna wolkenloze lucht. Het doordringend langgerekte gefluit van de Noorman heeft echter geen uitwerking: de arend keert niet terug. Hoewel Eric beseftdat de afstand te groot is, fluit hij nogmaals, doch bijna gelijktijdig zwenkt de arend plot seling en verdwijnt als een steeds kleiner wordende stip in de verte. Teleurgesteld houdt Eric zijn ros in. Het is vergeefse moeitede jonge roofvogel nog verder te volgen, evenzeer blijkbaar als zijn pogingen om hem af te richten. Er blijft niets anders over, dan maar weer naar de burcht terug te keren en, met een laatste blik in de lucht, waar van zijn vogel thans niets meer te bespeuren valt, wendt de Noorman de teugel. Eerst nu bemerkt Eric welk een grote afstand hij reeds heeft afgelegd. „Wij zijn ver van huis geraakt, Wolf!" zegt hij tot de hond, „kom aan, de zwarte wil ook op stal gaan." Een koele wind is opgestoken; de zon neigt reeds ter kimme en in de langzaam dalende schemering rijdt Eric ontmoedigd huiswaarts Eensklaps klinktdoor de ijle avondlucht de verre roep van een roofvogel. Wolf heft luisterend de kop op en jankt zachtjes. Hij blijft staan en neemt zijn meester vol verwachting op, doch als Eric niets schijnt te merken, voegt de hond zich mismoedig bij hem. De roep herhaalt zich echter, ditmaal dichterbij. Onwillekeurig heft de Noorman het hoofd op, en daar, scherp afgetekend tegen de purperen avondhemel, ziet hij een adelaar op breedte wiekslag naderen. Geboeid slaat hij de machtige koning der lucht gade, en eerst wanneer de grote vogel een zwenking maakt en op hem neer- duikt, begrijpt de Koning, dat zijn adelaar is teruggekeerd. Klapwiekend zet de roofvogel zich op de arm, die Eric hem toegestoken houdt. Doch het gevoel van trots en voldoeningdat Eric doortrilt om de trouw van zijn ge vleugelde vriend, wijkt plotseling voor hevige ontsteltenis. Want in zijn gekromde snavel klemt de arend een ruw afgescheurd stuk leder, bevlekt met donkerrode plek ken Bloed zijn. niet mogen worden opgeofferd aan het behoud van Nieuw-Guinea binnen het Koninkrijk. Indien dan ook een oplossing kan worden gevonden, waardoor over eenstemming met Indonesië wordt verkregen, terwijl tegelijkertijd reële eventueel internationaal gewaarborg de garanties aanwezig zijn .voor de vrije ontwikkeling van de inheemse bevolking van Nieuw-Guinea, dan handhaven deze leden hun opvatting, dat zulk een oplossing niet mag af stuiten op de wil om Nieuw-Guinea tot elke prijs binnen het Koninkrijk te houden. Deze opvatting vindt van verschillende zijden krachtige bestrijding. Van deze zijden verzet men zich tegen elke sug- gestie om Nieuw-Guinea eventueel aan de republiek Indonesië over te dragen. Wat het gezin betreft, herinneren sommige leden er aan. dat zij het vorige jaar de gedachte hebben geopperd van de instelling van een gezinsraad. Gaarne zouden zij van de regering vernemen, hoe deze thans tegenover deze gedachte staat. Naar aanleiding van de opmerkingen over de kinderbijslag geven verscheide ne leden nog als hun mening te ken nen, dat behoort te worden teruggekeerd tot de oude regeling hiervan, welke na de oorlog is verlaten, n.l. toekenning van deze bijslag eerst van het derde kind af een opvatting, waarmede tal van andere leden zich voor het tegen woordige niet kunnen verenigen. Bij de behandeling van de belasting wetten in deze zomer is uitdrukkelijk aan de minister van Financiën de vraag gesteld of hij de belofte wilde geven, in geen geval door middel van een geld- seheppende actie van de Circulatiebank de Schatkist aan de nodige middelen te zullen helpen. De leden, hier aan het woord, zouden het op prijs stellen, in dien de regering de bedoelde vraag zou willen beantwoorden. In samenhang hiermede zouden zij de vraag willen stellen, of de minister van Financiën kan verzekeren, nog in zijn ambtsperiode de belofte te zullen inlossen, die hij bij de behandeling van de Bankwet heeft gedaan, n.l. dat de wet, bedoeld in artikel 17, niet langer dan twee jaar achterwege zou blijven. Een beroep op de moeilijkheid van de materie en de tegenstrijdigheden in ad viezen zou een zwakke verontschuldi ging zijn voor het achterwege blijven van een regeling, die juist ter verdedi ging van de waarde van onze rekeneen heid betekenis heeft. Advertentie CARBOVIT (Actieve Kool-Dragées) reinigt maag en ingewanden van kwade stoffen. Per doos 41 ct. Flacon f 1.03. De rechtbank te Middelburg heeft een der grootste oplichtingszaken van de laatste jaren in Zeeland behandeld, n.l. die tegen de 35-jarige J. de B., ex-amb tenaar van de provinciale planologische dienst in Zeeland in Middelburg, die er van verdacht werd 73 zakenmensen voor een totaal bedrag van 40.000 te hebben gedupeerd. Tegen hem werd twee jaar gevangenisstraf geëist met aftrek van voorarrest en voorwaarde lijke ter beschikking stelling van de regering. De B. die ver boven zijn stand heeft geleefd, kocht voor enorme bedragen goederen zonder deze echter te betalen Een aantal van deze goederen verkocht hij vrijwel onmiddellijk weer voor een appel en een ei om de lastigste schuld eisers te kunnen voldoen. Zijn verloofde, waarmede hij inmiddels is getrouwd, gaf hij geschenken voor een waarde van bijna 10.000, maar ook deze cadeaux werden niet of slechts ten dele betaald. De provinciale planologische dienst werd benadeeld voor een bedrag van onge veer 100 terwijl De B. bovendien 35 pakken cyclostylepapier, die aan deze dienst toebehoorden, voor eigen reke ning verkocht. Toen de dag van zijn huwelijk naderde kocht De B. zonder ook maar één cent te betalen een groot herenhuis te Middelburg, dat 14.000 moest opbrengen. Op dit huis nam hij een hypotheek en bovendien liet hij het geheel opknappen zonder daarvoor te betalen. Bij het onderzoek kwam ook aan het licht, dat hij een tante in Zeeuws-Vlaanderen. bij wie hij is opge voed, nagenoeg geruïneerd heeft. Advertentie Hoesten h Kinder- tijk I STOPHOEST J verzacht direct die lastige keelkriebeE Kinderen zijn er dol opl Geef ze STOPHOEST als ze hoesten Voorkomen re beter dan genezenl STOPHOEST gezond èn lekker »T KT£ r>. gi.(?\f* Zorg, dat U altijd 'n paar rolletjes m huis heettI Met STOPHOEST •s het hoesten snel verleerd en wie niet hoest, snoept graag mee. Proef ze maar eens! /n Woerden wringt zich een goed gevulde swagger door de coupé deur. Een knalgeel veertje wuift op een groen hoedje. De eigenares is ongeveer vijftig en heeft al die jaren haar mondje goed geoefend. „Zag je Marius ook?", vraagt zij aan haar dochter, „hij was nog net op tijd. En dat mens van over ons moest na tuurlijk gauw een tweede klaskaartje hebben, toen zij mij zag. Ik kan mij niet voorstellen dat die zaak van hun zo goed gaat. Heb je gehoord van juf frouw Jans'! Die gaat trouwen met een weduwnaar van zes en zestig! Begrijp jij zo'n mens van drie en vijftig nou? Enne, ze zeggen....'' Het hoedveertje buigt naar de dochter. De intieme roddelverhalen worden onder geheim houding discreet gesmiespeld. Onze coupé neemt vervolgens kennis van de laatste nieuwtjes over een drankzuchtige neef, het huis van juf frouw Jansen, dat onbewoonbaar is van het ongedierte, de scharrelpartij van de bakkersdochter met de zoon van een der notabelen en het aan staande faillissement van ome Arie, die elke Maandag naar Amsterdam gaat. Wij naderen Utrecht en gaan vast op het balcon staan, om vlug over te kunnen stappen. Achter ons horen wij dan twee dames het doopceel van het Veertje lichten. „En kletsen dat ze doet. Moet je d'r horen opscheppen over lutar omgang met de Dingensen. Nou, van mij weet ze gelukkig niets". „Nou", zegt haar buurvrouw veelbe tekenend, „nou". „Oh wel, soms? Wat kan zij van mij nou kletsen Ook deze twee hoofden buigen zich fluisterend naar elkaar toe en lopen een beetje rood aan. Als de trein langs het perron schuift, verschijnen Veertje en haar dochter. „Hé, jullie ook naar de stad? Gezellig, gaan wij samen een kopje thee drin ken? Ik heb nog een paar leuke nieuwtjes voor jullie". Vriendelijk pratend lopen de vier vrouwen naar de uitgang. Als man ben je sprakeloos na zo'n gesprek aange hoord te hebben en je dwingt je te denken: „Mijn vrouw en dochter zijn zo niet". 's-GRAVENHAGE 26 Oc tober. Vergade ring-min ded zijn wij allerminst. Men denkt er bij ons op de redac tie eenvoudig niet aan, ons af te vaardigen naar de zit ting van de gemeenteraad, of naar het congres van de K.V.P. Ja zelfs het parlement van de K.N.V.B., waarop ons stokpaardje, het Ama teurisme, wordt bereden, vindt in ons een van zijn minst enthousiaste bezoe kers en een van zijn gretig ste vertrekkers. Maar een zwak, dat zelfs het ongerief van de vergaderingsweeën blijkt te kunnen overwin nen, is onze interesse voor Weg en Verkeer En dus za ten wij vanochtend weer Cesproken handleiding voor automobilisten plichtsgetrouw in Pulchri Studio. Niet om ons te ver lustigen aan de Italiaanse landweggetjes, Zwitserse Al penhutten, Middellandse Zee gezichten, kerkinterieurs, schone en zeer schone (jonk) vrouwen, stillevens van gebruiksvoorwerpen, bloemen en fruit in pastel, water- en olieverf, maar om op de negende Wegver- keersdag van de K.N.A.C. te luisteren naar hetgeen men wenselijk en nuttig vond, ons over diverse ver keerszaken voor te houden en zo mogelijk in te pren ten. Om te beginnen hebben wij geleerd, dat wij dom mer dingen kunnen doen, dan ons binnen de kortst mogelijke tijd metterwoon in Vlissingen gaan vestigen. Vlissingen is namelijk bij de dit jaar gehouden Veilig Verkeer Competitie de vei ligste stad in Nederland ge bleken. Het aantal verkeers ongevallen is er maar liefst met ruim 55% gedaald en dat is een resultaat waarmee de stad van Michiel de Ruyter niet alleen in haar eigen categorie (20.00030.000 in woners), maar ook ln ver gelijking met de nummers één uit de vijf andere klas sen, een Groot en Waarach tig Kampioen is. Overigens behoorden tot de winnaars in die andere categorieën, be halve Rotterdam, Nijmegen, Zwolle. Roosendaal en Nis pen, ook Schiedam en dat is naar het duiveltje ter lin kerzijde ons arglistig in fluisterde toch eigenlijk wel een plausibele reden, om het dan maar in de stad van een onzer belangrijkste al thans populairste industrieën te gaan proberen, wanneer er in de Zeeuwse havenstad voor Onze Geringheid geen gaatje te vinden zou zijn. Maar voorlopig hadden wij toch meer behoefte aan hoest- dan aan andere drankjes. Wij waren n.l. even na aan de griep toe als prof. dr. ing. Halbertsma, die zou spreken over „De te genwoordige stand van de wegverlichting'', maar die veilig (nergens Veiliger Ver keer!) bij zijn asperine en warme melk onder de dekens kon blijven, omdat hij in dr. Vermeulen een consciënti euze plaatsvervanger had ge vonden. Ons stond die plaats vervanger niet ten dienste, zodat wij gewapend met een potlood, een half ons drop en anderhalf dozijn apothe kerszakdoekjes hebben ge tracht de hitte van de dag, die vanwege de centrale ver warming aanvankelijk koude was, zo goed mogelijk te doorstaan. Vóór alles onze dank aan de chef van de Rotterdamse verkeerspolitie, de heer K. i. Muller, die, sprekende over goede en slechte ge woonten van H H. Automo bilisten. een paar opmerkin gen heeft gemaakt, die ons (niet-automobilisten!) uit het hart waren gegrepen. Het ging natuurlijk niet te gen iemand van de aanwezi gen in het algemeen of van de K.N.A.C. in het bijzon der; maar de desbetreffenden onder de afwezigen mogen weten dat de heer Müller, hoewel hij bezwoer de auto mobilisten niet als „grof wild" te beschouwen, enke le uiterst behartigingswaardi- ge woorden aan hun adres heeft gesproken. Hij verweet hur, 'n nogal algemeen gebrek aan stijl; hij noemde hen, vrij naar het Zuid-Afrikaans, gorillabestuurders of daken klauwers; hij had oprechte bezwaren tegen hun „narrow escape"-spelletjes; hij wees ben erop dat hun achteruit kijkspiegel belangrijker was dan hun richtingaanwijzers en hun claxon bij elkaar; hij adviseerde hen om bij het passeren van motorrijders (en bromfietsen! bravo!) op de inhaalbaan te gaan rij den en vroeg hun tenslotte in gemoede. waarom ze wél wilden erkennen een matig bridger, roeier of tennisser te zijn, maar op hun wijze van autorijden geen critiek konden velen. In de middagzitting luister den wij geboeid naar de pre sident van de Nederlandse Spoorwegen, Ir Den Hollan der. die in de letterlijke zin van het woord sprak over de kruising van het spoor- en wegverkeer, toen hij het pro- bleem van de spoor-weg- kruising aan de orde stelde. De heer Den Hollander vouwde met betrekking tot dit probleem openhartig het huishoudboekje van de Spoorwegen voor ons open en aangezien wij als ordente lijke burgesr altijd graag wil len weten hoe onze buurman het zaakje runt, luisterden wij geïnteresseerd; zélfs toen de spreker van zijn kruisin gen een waar kruiswoord raadsel met millioenen en milliarden maakte. Maar toen wij hem hoorden zeggen, dat er voor de oplossing van dit probleem een hele boei geld op tafel zou moeten komen, schroefden wij teleurgesteld onze vulpen dicht. Wie heeft er nu geld? „Wij hebben het n i e t," zei de heer Den Hol lander nadrukkelijk. Minister Wemmers, die de Wegver- keersdag geopend had, was intussen zo diplomatiek ge weest met de stille trom te verdwijnen en mr. Smits van Oyen, de voorzitter van dé KNAC, zat met zijn secreta ris mr. Harinxma om het hardst van „nee" te schud den. En dus lieten we ons maar weer tot de werkelijkheid te rugroepen door ir. A. J. Mol- linger, wiens voordracht „Lichte wagens versus zwa re niet de ravage oplever de, welke wij er in onze naïe- veteit en sensatie|lust, volgens de wetten van de zwaarte kracht, van hadden verwacht. Maar toen de inleider met a-j-b en z-j-y en x kwadraat begon, overmande ons weer de algebraïsche sluimer van onze gymnasiale jaren. Welk een vreugde, toen niet de scherpe stem van onze wis kundeleraar, maar het ap plaus van de vergadering ons daaruit wektel Cr. Zoals wij vorige week reeds mede deelden, zullen wij deze week een begin maken met het onderwerp kleurenfotografie. Natuurlijk heeft iedere amateur wel eens gehoord over kleurenfotografie, maar deze fotografie werd, zoals wij haar tot nu toe kenden, maar door enkele amateurs gebruikt. Dit waren n.l. de zg. diapositief kleu renfilms, welke in doorzicht bekeken of geprojecteerd moesten worden, het geen werkelijk fantastisch mooi was, maar voor velen bezwaren opleverde. De hiermee verkregen beelden zijn prachtig, mits men bij de opname geen fouten in de belichtingstijd en~. maakt, want een eigenschap van deze films is, dat men zeer precies moet werken. Zo krijgt men bij de geringste onder belichting direct onjuiste kleuren, ter wijl ook de kleurtempera'tuur van het opvallende licht een grote rol speelt: maar daarover later. Hoewel deze films door veel amateurs met suc ces werden en nog worden gebruikt, acht men hiervan het grootste nadeel, dat er geen afdrukken van gemaakt kunnen worden, terwijl ook met came ra's, waarin een minder lichtsterke lens zit. moeilijk behoorlijke resultaten be reikt kunnen worden. Heel anders is het met de nieuwe kleurenfilms, welke pas sedert kort op de markt kwamen, n.l. de zg. nega tief-positief kleurenfilms. Deze films kunnen in de eerste plaats afgedrukt worden; men kan hiervan een onbe perkt aantal afdrukken en/of vergro tingen laten maken, terwijl met een ca mera met minder lichtsterk objectief vrij behoorlijke resultaten verkregen kunnen worden, mits men zich precies houdt aan de instructies, welke door de fabrikant verstrekt worden. Weliswaar levert het werken met deze film lang niet zoveel moeilijkheden op als met de diapositieffilm, daar de belichtings speelruimte veel groter is, maar toch is het fotograferen hiermee nog wel moeilijker dan met de gewone zwart- wit-fotografie. Om een juist begrip te verkrijgen van de moeilijkheden, die hierbij voorkomen, volgt hier een kleine beschouwing van de filmopbouw en haar reacties op het licht. Zoals u weet. bestaat de gewone zwart-wit-film uit een celluloid band, waarop een lichtgevoelige emulsielaag is aangebracht. Ook de kleurenfilm bestaat uit een celluloidband met daar op een emulsielaag; het verschil is hier echter, dat de emulsielaag van de zwart- wit-film in zijn geheel gevoelig is voor alle kleuren licht, terwij] de emulsie laag van de kleurenfilm uit enige ver schillend-gevoelige lagen bestaat. De eerste laag is uitsluitend gevoelig voor rood licht: hierop is een tweede laag aangebracht, die uitsluitend gevoelig is voor groen licht en vervolgens nog een emulsielaag, die uitsluitend gevoelig is voor blauw licht. Tussen deze boven liggende laag en de daaronder liggende groengevoelige laag bevindt zich er nog een: dit is geen emulsielaag, maar een geelfilterlaag. welke dient om het blauwe en ultraviolette licht te ab sorberen, daar een fotografische emulsie altijd gevoelig is voor deze kleuren en de twee onderlagen niet door dit licht belicht mogen worden. Om misverstand te voorko men moeten wij er nog wel even op wijzen, dat deze emulsielagen niet gekleurd zijn, docii alleen maar ge voelig zijn voor de ge noemde kleuren; de filmemulsie heeft de zelfde vaal grijsgroene tint als bij de zwart- wit-film. De kleuren film heeft dus drie emulsielagen, die elk gevoelig zijn voor een van de drie primaire kleuren (hoofdkleu ren), waardoor dus het gereflecteerde licht van alle gekleurde voor werpen afzonderlijk in zijn verhoudingen kan worden „vastgehou den", daar elke kleur uit een of meer van deze primaire kleuren bestaat, zoals wij in het volgende artikel zullen zien. De hierbij afgedruk te foto wordt eveneens volgende week in het kader van deze kleu- ren-uiteenzetting na der besproken. Het verdient misschien aan beveling deze hiervoor te bewaren. (Van onze Haagse redacteur) Contacten met autoriteiten uit Irak o-a. met een minister, die enkele maanden geleden ons land heeft be zocht hebben ertoe geleid, dat vier Nederlandse deskundigen een pharma coloog, een anatoom, een physicus en een chemicus, zeer binnenkort hun krachten zullen gaan geven aan de op bouw van het medisch' hoger onderwijs te Bagdad. Voorts vernemen wij, dat Irak tot Engeland, Zweden en Nederland een aanvrage heeft gericht om ingenieurs, gespecialiseerd in irrigatie- en draina gewerkzaamheden. Er is goede grond voor de verwachting, dat van Neder landse zijde hierin een belangrijk aan deel zal worden genomen. Een delega tie uit Irak zal over enige tijd naar Nederland komen om deze zaken nader te regelen. Voor de uitvoering van bedoelde wer ken die voor de ontwikkeling van Irak van bijzonder belang zijn, zou de In ternationale Bank een lening verstrek ken: een beslissing hierover is echter nog niet genomen. De heer J. G. Goedhart, directeur van de N.V. vleeswarenfabriek te Wier den, is benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau. De kleurentelevisie in de V.S. is naar de nabije toekomst verschoven door een verzoek van de regering om de massa productie van apparaten voor kleuren televisie stop te zetten. Charles Wilson, directeur van het bureau voor economische mobilisatie, gaf als reden voor het verzoek op, dat schaarse grondstoffen door stopzetting van de productie der kleurentelevisie apparaten ten goede zouden kunnen komen aan de defensie-inspanning. ZONDAG 28 October: Feest van Christus Kc-ning: Mis v. h. feest; 2 gebed v. d. Zon dag; Credo; prefatie v. Christus Koning; laatste evangelie v. d. Zondag; wit. MAANDAG: H.H. Simon en Judas, apos telen; eigen Mis; Credo; prefatie v. d. Apostelen; rood DINSDAG: Mis 'v. d. 24ste Zondag na Pinksteren: 2 tot alle heiligen: 3 naar keuze; gewone prefatie; groen. WOENSDAG: vigilie van Allerheiligen; eigen Mis: 2 tot de H. Geest; 3 voor Kerk ,oi Paus: gewone prefatie; paars. DONDERDAG: Allerheiligen; Mis v. h. feest; Credo; gewone prefatie; wit. VRIJDAG Allerzielen: H.H. Missen van de dag; sequentie; prefatie voor overle denen; zwart. ZATERDAG: Mis v. Allerheiligen: 2 tot de H. Geest: 3 voor Kerk of Paus; Credo; gewone prefatie; wit; Den Bosch, Roer mond Breda: H. Hubertus. bisschop-belij der; Mis Statuit; 2 Allerheiligen; Credo; gewone prefatie; wit. ZONDAG 4 November: 25ste Zondag na Pinksteren; Mis v. d. 4de Zondag na Drie koningen; 2 H. Carolus: 3 Allerheiligen; 4 H.H. Vitalis en gezellen; Credo: prefatie v. d. H. Drievuldigheid; groen; Roer mond; 4 H. Perpetuus; 5 H.H. Vitalis en gezellen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 5